ARAD 06. Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's. Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen 1. ALGEMEEN

Transcriptie

1 ARAD 06 Deel V Titel II Bepalingen inzake gemeenschappelijke industriële risico's Voorkomen van de risico's met wegvoertuigen Hoofdstuk II Wegvoertuigen in beweging 1. ALGEMEEN 935 1) De bestuurders moeten het vereiste rijbewijs hebben en de reglementering betreffende de politie van het wegverkeer (wegcode) uitstekend kennen en de voorschriften ervan nauwgezet in acht nemen. 2) Het is elke werknemer verboden zich aan boord van een bewegend wegvoertuig te bevinden als hij er voor zijn dienst niet moet zijn. 3) Elke dag, vóór het vertrek, moeten de bestuurders zich vergewissen dat: - de wettelijk voorgeschreven uitrustingen (verbanddoos, brandblustoestel, gevarendriehoek,.) aanwezig zijn. Die voorwerpen moeten makkelijk toegankelijk zijn en in goede staat worden gehouden; - de remmen, lichten en richtingaanwijzers goed werken ; - de lichten en richtingaanwijzers net zijn ; - de banden in goede staat zijn ; - de boorddocumenten aanwezig zijn (inzonderheid een geldig certificaat van de technische controle). 4) Vervoerde voorwerpen moeten zo geladen en gestouwd zijn dat ze niet kunnen vallen, wegglijden of breken en aldus ongevallen zouden veroorzaken. 5) De in acht te nemen veiligheidsvoorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen staan in Deel III - Titel IV van het ARAD BEGELEIDERS 936 1) De werknemers die de bestuurder vergezellen mogen zijn aandacht niet afleiden en het is hen strikt verboden enig loop- of besturingsorgaan van het voertuig aan te raken. 2) De bestuurders moeten opletten voor de instructies die hen door de begeleider worden gegeven, zo moeten zij onmiddellijk stoppen op zijn bevel.

2 Blz. 2 3) Wanneer het voertuig in beweging is, mogen de werknemers die vrachtwagens of bestelwagens vergezellen onder geen beding in- of uitstappen, colli laden of lossen. 4) Tijdens het rijden mag er zich niemand op de zij- en achterborden bevinden. 3. BEWEGINGEN 937 1) Bij het wegrijden en bij het uitvoeren van bewegingen, meer bepaald bij het achteruitrijden, moeten de bestuurders er zorgvuldig over waken dat niemand door het voertuig wordt geraakt. 2) Buiten de los- en laadperiodes moeten de voertuigen minstens op de veiligheidsafstand van de sporen verwijderd blijven. Tijdens die periodes moeten de voertuigen zo geplaatst zijn dat elk risico op een aanrijding of een botsing bij rangeringen van spoorvoertuigen wordt voorkomen. 4. VERVOER VAN WERKNEMERS 4.1. Wettelijke voorschriften 938 De bepalingen betreffende het vervoer van werknemers zijn opgenomen in de artikelen 49 en 54bis van het ARAB wat de voertuigen betreft en in het Koninklijk Besluit van betreffende het rijbewijs wat de bestuurders aangaat Voorschriften inzake de voertuigen 939 1) De voertuigen die bestemd zijn voor het vervoer van goederen, materiaal of gereedschap en die gewoonlijk of toevallig gebruikt worden om werknemers te vervoeren tijdens hun arbeidsprestaties, moeten beantwoorden aan toereikende voorwaarden inzake confort en veiligheid. 2) De werknemers moeten beschikken over stoelen of banken met rugleuningen, welke tegen de wanden van de laadbak zijn geplaatst en zo zijn bevestigd dat ze zich onderweg niet kunnen verplaatsen. De stoelen moeten aan de vrije uiteinden armleuningen hebben en een breedte hebben van ten minste 0,43 m per persoon.

3 Blz. 3 De bepalingen van de voorgaande twee alinea's zijn niet van toepassing op het toevalllig vervoer van een tot drie werknemers over een afstand van ten hoogste 15 km. In dit geval moeten de werknemers stevige handgrepen tot hun beschikking hebben. 3) De ruimte voor de werknemers is overdekt en afgesloten, en wel ten minste aan de voorkant en de beide zijkanten. De achterkant moet kunnen worden afgesloten en voldoende verluchting bieden. De binnenruimte van het voertuig moet kunnen verlicht worden wanneer het natuurlijke licht ontoereikend is. 4) Het voertuig moet goed onderhouden en voldoende net worden gehouden. Het is zo ingericht dat de vervoerde werknemers kunnen vragen om te stoppen. Indien nodig, is er voorzien in een vaste of een beweegbare inrichting om het in- en uitstappen van de werknemers te vergemakkelijken. De nodige voorzorgen moeten worden genomen opdat het gereedschap en de materialen geen bron van gevaar zouden vormen voor de werknemers. Het is verboden op hetzelfde laadvlak gelijktijdig werknemers te vervoeren en zwaar materieel zoals betonmolens, compressoren, zware rollen kabels, transformatoren, enz., die niet blijvend bevestigd zijn. 5) Vóór elk vertrek vergewist de bestuurder er zich van dat het aantal werknemers niet hoger is dan het aantal beschikbare plaatsen en dat alle werknemers zitten. 6) De bepalingen van dit hoofdstuk gelden niet voor het toevallig vervoer van werknemers tegen een snelheid van minder dan 20 km/h op effen terrein en voor zover er voldoende veiligheidsmaatregelen werden getroffen Voorschriften voor de bestuurders 940 De wettelijke bepalingen inzake bestuurders van wegvoertuigen staan in het koninklijk besluit van betreffende het rijbewijs (BS ). Dit koninklijk besluit werd van kracht op Bestuurders van wegvoertuigen zijn onderworpen aan geneeskundig toezicht en/of aan geneeskundige selectie.

4 Blz. 4 a) Geneeskundig toezicht De bestuurders van wegvoertuigen worden geacht een veiligheidspost te bekleden wanneer ze hun collega's in gevaar kunnen brengen. Overeenkomstig de voorschriften van randnummer 165 van ARAD 06 moet de werkgever een inventaris opstellen van de veiligheidsposten. Voor werknemers op een veiligheidspost stelt de onmiddellijke chef een fiche P43 op voor geneeskundig toezicht welke hij doorstuurt aan het GCAG (randnummer 166 van ARAD 06). b) Geneeskundige selectie De certificaten van geneeskundige selectie ("blauwe kaart") die vóór werden afgeleverd, blijven geldig tot de einddatum die op het document staat vermeld. Na die datum wordt de hierna beschreven procedure die de procedure voor geneeskundige selectie vervangt, toegepast. De bestuurders van wegvoertuigen die instaan voor het vervoer van personeel moeten het passend rijbewijs hebben. Ze worden bovendien eventueel onderworpen aan een geneeskundig onderzoek volgens onderstaande regels. Volgende categorieën van wegvoertuigen (welke overeenstemmen met de categorie van de rijbewijzen) kunnen bij de NMBS voorkomen: Categorie B - auto's met een maximale toegelaten massa van ten hoogste kg en met ten hoogste acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend; aan de auto's van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximale toegelaten massa van ten hoogste 750 kg; - samenstellen bestaande uit een trekkend voertuig van categorie B en een aanhangwagen, waarbij de maximale toegelaten massa van het samenstel niet meer dan kg bedraagt en de maximale toegelaten massa van de aanhangwagen niet groter is dan de ledige massa van het trekkende voertuig. Categorie B + E categorie B en een aanhangwagen, waarvan het samenstel niet onder de categorie B valt.

5 Blz. 5 Categorie C - andere auto's dan die van categorie D, met een maximale toegelaten massa van meer dan kg; aan de auto's van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld waarvan de maximale toegelaten massa niet meer dan 750 kg bedraagt. Categorie C + E categorie C en een aanhangwagen met een maximale toegelaten massa van meer dan 750 kg. Categorie D - auto's bestemd voor personenvervoer, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend; aan de auto's van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximale toegelaten massa van ten hoogste 750 kg. Categorie D + E categorie D en een aanhangwagen met een maximale toegelaten massa van meer dan 750 kg. Binnen de categorieën C, C + E, D en D + E worden de volgende subcategorieën gecreëerd: Subcategorie C1 - andere auto's dan die van categorie D, waarvan de maximale toegelaten massa meer dan kg, doch ten hoogste kg bedraagt; aan de auto's van deze subcategorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximale toegelaten massa van ten hoogste 750 kg. Subcategorie C1 + E subcategorie C1 en een aanhangwagen met een maximale toegelaten massa van meer dan 750 kg, mits de maximale toegelaten massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste kg bedraagt en de maximale toegelaten massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt.

6 Blz. 6 Subcategorie D1 - auto's bestemd voor personenvervoer, met meer dan acht doch niet meer dan zestien zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend; aan de auto's van deze categorie kan een aanhangwagen worden gekoppeld met een maximale toegelaten massa van ten hoogste 750 kg. Subcategorie D1 + E subcategorie D1 en een aanhangwagen met een maximale toegelaten massa van meer dan 750 kg, mits de maximale toegelaten massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste kg bedraagt en de maximale toegelaten massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt en de aanhangwagen niet wordt gebruikt om personen te vervoeren. Volgens de termen van de artikelen 42 en 43 van het koninklijk besluit van , moeten de kandidaten voor een rijbewijs van de categorieën C, C + E, D, D + E of subcategorieën C1, C1 + E, D1, D1 + E alsook de houders van een rijbewijs categorie B en B + E die een voertuig besturen voor het vervoer van personeel dat wordt georganiseerd en geëxploiteerd door een werkgever met zijn eigen materiaal, gehuurd of geleasd materiaal en op zijn eigen verantwoordelijkheid, een geneeskundig onderzoek ondergaan volgens de bepalingen van bijlage 6 bij dit koninklijk besluit. Dit geneeskundig onderzoek wordt verplicht uitgevoerd door een arbeidsgeneesheer. Bij de NMBS zijn dat geneesheren van de dienst arbeidsgeneeskunde. Als het onderzoek gunstig is, levert de arbeidsgeneesheer aan de aanvrager een attest waarmee hij een rijbewijs kan verkrijgen voor de passende categorie, dat geldig is voor de periode die op het attest is vermeld. Het attest is normaal vijf jaar geldig: de geldigheidsduur wordt evenwel teruggebracht tot drie jaar voor bestuurders die de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt. Bovendien is het attest dat aan een bestuurder die nog geen 50 is, werd afgegeven, slechts geldig tot hij de leeftijd van 53 jaar bereikt. Het attest kan evenwel worden afgeleverd voor een kortere periode overeenkomstig de bepalingen van bijlage 6 bij het koninklijk besluit. Alle kosten in dit verband (medisch onderzoek, rijbewijs, ) zijn voor rekening van de werkgever.