Uitvoeringsplan Raamwerkovereenkomst Actieplan Jeugdwerkgelegenheid. Regio Noord-Holland Noord Versie 2010

Transcriptie

1 Uitvoeringsplan Raamwerkovereenkomst Actieplan Jeugdwerkgelegenheid Regio Noord-Holland Noord Versie

2 Inleiding Dit uitvoeringsplan, versie 2010, is de uitwerking van de Raamwerkovereenkomst Actieplan Jeugdwerkgelegenheid Noord-Holland Noord (AJW), die op 4 september 2009 door de 25 gemeenten in Noord-Holland Noord en vertegenwoordigers van onderwijs, werknemers en ondernemers is ondertekend en een vervolg op het eerste uitvoeringsplan. Het eerste uitvoeringsplan is op 15 oktober 2009 door de regionale projectgroep AJW vastgesteld en op 28 oktober 2009 is het plan door de stuurgroep AJW vastgesteld en op 29 oktober 2009 door de stuurgroep RPA. Het college van B&W van Alkmaar heeft op 17 november 2009 het eerste uitvoeringsplan vastgesteld, het college van Hoorn heeft zich in februari 2010 akkoord verklaard. De gemeente Alkmaar heeft de afgelopen maanden gewerkt aan de inrichting van de administratieve en financiële organisatie zodat op een zo eenduidig mogelijke wijze en met zo min mogelijk bureaucratie, de middelen kunnen worden uitgezet. Voor 2009 heeft de regio Noord-Holland Noord 2,1 miljoen (van de 60 miljoen landelijk) ontvangen van de Rijksoverheid. Dit bedrag is gebaseerd op het aantal jongeren ingeschreven als NWW en het aantal voortijdig schoolverlaters. Alkmaar ontvangt als gemeente met een UWV Werkbedrijf +vestiging deze middelen. Voor 2010 wordt 70 miljoen verdeeld over de regio s op basis van de prestaties gerealiseerd in Het ministerie heeft al toegezegd voor de regio Noord-Holland Noord voor 2010 in ieder geval een bedrag te verstrekken ter hoogte van de helft van het verstrekte bedrag voor In december is een ESF-aanvraag, actie J ingediend voor een bedrag ad ,00. De ESF-middelen worden ingezet op de plaatsingsbonussen en extra formatie klantmanagement en jobcoaching. Op 15 februari 2010 moeten de plannen voor 2010 worden ingediend en verantwoording worden afgelegd over het laatste kwartaal 2009 conform het door het ministerie voorgestelde format. Het uitvoeringsplan, versie 2010, is een vervolg op het eerste uitvoeringsplan, aangevuld met de voortschrijdende inzichten. Deze liggen met name op de definitie van additionaliteit, de uitwerking van het regionaal sectoraal convenant, de toevoeging van de categorie kwetsbare jongeren en de inrichting van de uitvoeringsorganisatie. 1. Middelen aanpak jeugdwerkloosheid = matchingfonds 1+1=3 In de raamwerkovereenkomst hebben we vastgesteld dat het bij de aanpak van de jeugdwerkloosheid in deze regio van belang is dat alle partijen naar vermogen- hun financiële steentje bijdragen. Alleen dan lukt het ons om meer jongeren aan het werk te krijgen. Naast het Rijk dat extra middelen verstrekt dragen ook de gemeenten bij vanuit de Wet Investering Jongeren (WIJ) in de kosten levensonderhoud (individuele toets), bijzondere bijstand, het participatiebudget of door de gemeenteraad gereserveerde middelen. De werkgevers nemen vanuit de O&O fondsen waar mogelijk de opleidingskosten en een deel van de loonkosten of stagevergoedingen voor hun rekening en het UWV Werkbedrijf zet WW-gelden en IRO-gelden in. De provincie Noord-Holland en de Stichting Arbeidsmarkt Noord-Holland (STAN) leveren ook een financiële bijdrage met name voor het onderdeel jongeren en techniek. 2. Geen verdeelsleutel maar een plaatsingsbonus De doelstelling is om zoveel mogelijk jongeren een plek of perspectief op de arbeidsmarkt te geven. Het ministerie van SZW heeft daarvoor de doelgroepen a t/m f geformuleerd. Op individueel niveau wordt een traject richting arbeidsmarkt en/of onderwijs gerealiseerd waarbij middelen uit het actieplan worden ingezet, maar ook middelen van de gemeenten, onderwijs en werkgevers worden ingebracht. Belangrijke onderdelen van de verdeelsleutel zijn de tegemoetkoming van de kosten 2

3 levensonderhoud of een stagevergoeding. In de raamwerkovereenkomst is voorgesteld om hiervoor de richtlijn 1/3 werkgever, 1/3 gemeenten en 1/3 actieplan te hanteren. Voortschrijdend inzicht mede in het licht van de invoering van de WIJ- maakt duidelijk dat deze verdeelsleutel in de uitvoeringspraktijk te veel bureaucratie met zich mee zal brengen. Daarom stellen we voor om de jongere afhankelijk van zijn situatie- vanuit het actieplan een plaatsingsbonus richting werkgever te geven. De kosten die een werkgever voor een jongere maakt zijn met name loonkosten en/of stagekosten. Deze zijn onder te verdelen in een productief deel (de jongere levert ook een tegenprestatie) en een consumptief deel (de jongere krijgt begeleiding op de werkvloer en een praktijkopleiding). Afhankelijk van het opleidingsniveau van de jongere en de afstand tot de arbeidsmarkt heeft de werkgever recht op een plaatsingsbonus vanuit het actieplan jeugdwerkgelegenheid. Daarbij wordt het onderscheid gemaakt tussen jongeren met een startkwalificatie en zonder een startkwalificatie. Als de werkgever de jongere met een startkwalificatie een werkervaringstage aanbiedt, dan heeft de werkgever recht op een schadeloosstelling voor de begeleiding. De werkgever is verantwoordelijk voor het verstrekken van een minimale stagevergoeding. Voor de kosten voor levensonderhoud kan de jongere eventueel bij de gemeente waar deze woonachtig is, een beroep doen op de Wet Investering Jongeren (WIJ). De mogelijkheden qua uitkering zijn afhankelijk van de individuele levensomstandigheden van de jongere en ter bepaling van de gemeente waar de jongere woonachtig is. 3. Uitvoering Actieplan: een gezamenlijk belang Het gezamenlijk belang dat alle partijen hebben bij het uitvoeringsplan AJW dient als uitgangspunt. Dat betekent dat het uitvoeringsplan gebaseerd is op onderling vertrouwen en dat de bureaucratie in het kader van rechtmatigheid tot een minimum wordt beperkt. De voorgestelde maatregelen beogen de werkgevers die door de jaren heen jongeren hebben opgeleid tot vakmensen, te belonen met een subsidie vanuit het actieplan. In het eerste uitvoeringsplan hebben we voorgesteld dat het daarbij altijd moet gaan om extra plekken voor jongeren; verdringing met de reguliere BBL- en BOL-plekken is een belangrijk aandachtspunt. In de praktijk is gebleken dat de eis van additionaliteit bij een leerwerkplek of stageplaats moeilijk vast te stellen is. Zeker in een economisch moeilijke periode waarin het in de meeste sectoren niet mogelijk is om het aantal reguliere leerwerkplekken te behouden. Daarom is besloten om de plaatsingsbonus te koppelen aan de omstandigheden van de te plaatsen leerling. Een jongere die langer dan 3 maanden geen stage- of leerplek kan vinden komt in aanmerking voor de plaatsingsbonus. Dit wordt vastgesteld door het Jongerenloket en vastgelegd in een indicatiestelling (zie Uitvoeringsorganisatie). Voor de categorie kwetsbare jongeren geldt een aparte regeling (zie Kwetsbare jongeren) 4. Individuele werkgevers Individuele werkgevers die een werkloze jongere zonder startkwalificatie een leerwerkovereenkomst van minimaal 1 jaar aanbieden, ontvangen 4.000,- voor de kosten van opleiding en begeleiding. De loonkosten zijn voor rekening van de werkgever. Individuele werkgevers die een werkloze jongere met startkwalificatie een werkervaringovereenkomst van minimaal een half jaar aanbieden, ontvangen 1.000,- (op jaarbasis) voor begeleiding. De loonkosten zijn voor rekening van de werkgever (zie ook bijlage 1 Plaatsingsbonus). 3

4 5. Uitwerking sectorale regionale arrangement In Noord-Holland Noord zijn nu of binnen afzienbare tijd, tekorten te verwachten in de agrarische sector, bouw, infrastructuur, metaal- en installatietechniek, onderwijs, overheid (gemeenten als werkgever) en de sector zorg en welzijn. De samenwerking met werkgevers is cruciaal om jongeren op een duurzame manier toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Daarom zijn in het kader van het actieplan in Noord Holland Noord regionale sectorale arrangementen tot stand gekomen met Talent voor Techniek. Talent voor Techniek is een samenwerkingsverband van werkgevers, werknemers en opleidingsinstellingen in de technische sectoren, opgericht om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Met de sectoren detailhandel, de horeca, de agrarische sector en alles op wielen zijn afspraken in voorbereiding. Talent voor Techniek Met de bedrijfsscholen van de bouw, infrastructuur, metaal- en installatietechniek (SPG, Espeq, Tetrix, OBM Noord-Holland, SBMO en InstallatieWerk) samenwerkend in Talent voor Techniek zijn afspraken gemaakt om BBL-leerlingen die (nog) geen werkgever kunnen vinden, in te schrijven als BOL-leerling waarbij de leerling praktijkvaardigheden kan opdoen bij de bedrijfsscholen. Zeker in de techniek is een kwaliteitspraktijkopleiding een voorwaarde voor werk op termijn. Kern van het arrangement is dat 16- en 17- jarigen die geen BBL-plek kunnen vinden, geplaatst worden op een BOL-plek met extra praktijkondersteuning. Jongeren hebben dan recht op studiefinanciering of de ouders hebben recht op kinderbijslag. Ook draait het erom dat kwetsbare BOL-leerlingen (niveau 0 en 1) die meer geschikt zijn voor een praktijkopleiding in de BBL, met extra begeleiding geplaatst kunnen worden bij de bedrijfsscholen. 1) Het is aan de jongeren zelf om voor een voltijds opleidingstraject (BOL) te kiezen of voor een deeltijdopleiding gecombineerd met betaald werk (BBL); 2) De opleidingen worden in principe verzorgd door één van de twee ROC s (Horizon College of ROC Kop van Noord-Holland); 3) Jongeren van 16 en 17 jaar waarvan wordt voorzien dat zij tenminste een half jaar geen betaalde leerarbeidsplaats zullen hebben, volgen in principe een voltijds BeroepsOpleidende Leerweg (BOL). Als zij willen worden toegeleid naar een leerarbeidsplaats in de techniek, worden hierover afspraken gemaakt met de opleidingsbedrijven van de technische branches. Deze worden vertegenwoordigd door Talent voor techniek. 4) De ROC s maken met de opleidingsbedrijven van de technische sectoren afspraken over de manier waarop opleiding en toeleiding naar betaald werk wordt gerealiseerd. Deze afspraken hebben in ieder geval betrekking op: a) Intake en praktijkassessment; b) Coaching; c) Werving praktijkleerplaats; d) Aanvullende beroepsgerichte praktijktraining door het betreffende Opleidingsbedrijf 5) Deze afspraken zijn aanvullend op een eventueel af te sluiten Beroepspraktijkvorming (BPV) overeenkomst en worden verwoord in een Persoonlijk Opleidingsplan. Deze afspraken gelden alleen voor die leerlingen die nog in de loop van het opleidingstraject willen worden toegeleid naar betaald werk (BBL). 6) Als het onder 4 genoemde praktijkassessment, de coaching, de werving van een praktijkleerplaats en de uitvoering van de aanvullende praktijktraining in de BOLopleiding worden uitgevoerd door één van de genoemde Opleidingsbedrijven, stelt de gemeente waar de jongere woont vanuit het actieplan hiervoor een subsidie van maximaal 1.500,- ter beschikking gedurende het eerste opleidingsjaar. 4

5 7) De inzet van de Opleidingsbedrijven tijdens de periode waarin de leerling de BOLopleiding volgt is additioneel aan die van het ROC. Hierdoor krijgt het Opleidingsbedrijf de mogelijkheid de leerling met extra praktijktraining te versterken en heeft het ROC meer tijd om de individuele begeleiding en coaching te realiseren. 8) Voor BBL-jongeren van 18 tot 27 jaar in dienst bij de bedrijfsscholen die niet uitgeplaatst kunnen worden bij een werkgever of terugkomen in de zogenaamde leegloop vanwege het tekort aan werk wordt 8.000,- per persoon per jaar uitgekeerd voor de opleidingskosten. Deze zogenaamde instandhoudingsubsidie zorgt ervoor dat deze jongeren aan de slag blijven in de bedrijfsschool en niet thuis komen te zitten op de bank. Via projecten zoals genoemd onder 6 kunnen deze jongeren ook daadwerkelijk werkervaring opdoen. 9) Voor jongeren van 16 en 17 jaar die reeds gestart zijn met een BBL-opleiding en hierover een werkleercontract kunnen overleggen -maar die vanwege leegloop teruggeplaatst worden van de werkgever bij de bedrijfsschool of geen BBL-werkplek kunnen vinden bij een werkgever- kunnen de bedrijfsscholen een bedrag van 8.000,- per jaar per jongere ontvangen. Voorwaarde is dat duidelijk is geworden dat het BOL-traject voor de individuele jongere geen optie meer is. 10) Het kost relatief meer inspanning om jongeren bij een werkgever te plaatsen nu het aantal leerwerkplekken schaars is en jongeren regelmatig terugkomen in de bedrijfsschool omdat de werkgever geen werk meer heeft. Voor begeleiding en jobcoaching wordt formatie beschikbaar gesteld afhankelijk van jaarlijks te maken inschatting van het aantal jongeren. Deze jobcoaches verzorgen ook de verbinding naar het regionale Jongerenloket. 11) Bovenstaande afspraken zijn onderhevig aan de hardheidsclausule zoals geformuleerd bij punt 19 van het Actieplan. 6. Leerling-werkervaringsplaatsen en inzet van leerlingen bij maatschappelijk relevant werk Gemeenten zijn eigenaar van of beheren schoolgebouwen, schoolpleinen, club- en buurthuizen, welzijnsvoorzieningen en sportkantines. Het onderhoudsniveau is basaal, zeker als het om het interieur gaat. Sportkantines en schoolgebouwen worden veelal door respectievelijk vrijwilligers en/of ouders opgeknapt. Om op schoolpleinen een voetbalveldje of een hinkelbaan te creëren, wordt -vanwege de kosten- eerder een verfje gebruikt dan sierbestrating. Voor dit soort werkzaamheden worden BBL-jongeren ingezet die in de zogenaamde leegloop in de bedrijfsschool aan de slag zijn. Hiervoor wordt vanuit het actieplan de instandhoudingsubsidie ad 8.000,- per jaar per persoon ingezet (zie 5.8). Leerling-werkervaringsplaatsen Gemeenten wordt gevraagd projecten te ontwikkelen in de vorm van leerlingwerkervaringsplaatsen Dit zijn projecten zoals bijvoorbeeld de herinrichting van een schoolplein, het creëren of herinrichten van speelplekken in de wijk of de aanleg van een parkeervoorziening waarbij leerlingen die in de zogenaamde leegloop bij de bedrijfsscholen zitten de kans krijgen om werkervaring op te doen. Hiervoor wordt vanuit het actieplan 80% van de loonkosten van leerlingen vergoed tot een maximum van 16,- per uur, 20% van de loonkosten wordt bekostigd door de uitvoerende gemeente alsmede de overige projectkosten zoals werkvoorbereiding en materialen etc. De maximale loonkostensubsidie per project vanuit het actieplan is ,-. De jongeren die vanuit de bedrijfsscholen deelnemen aan de leerling-werkervaringsplaatsen en waarvoor loonkostensubsidie wordt afgegeven komen niet in aanmerking voor de instandhoudingsubsidie. Bij de uitvoering van de leerling-werkervaringsplaatsen is de bedrijfsschool de aannemende partij. Door deze vorm hebben de bedrijfsscholen de garantie dat zij de 5

6 komende periode leerlingen praktijkervaring kunnen laten opdoen en kunnen zij ook voor het opleidingsjaar BBL-leerlingen plaatsen. De gemeenten moeten in het kader van het aanbestedingsbeleid additionele besluiten nemen om dit soort werk te laten uitvoeren door leerlingen. De bedrijfsscholen moeten met de bij hun aangesloten bedrijven afspraken maken zodat er draagvlak voor deze aanpak ontstaat. Het totaal budget leerling-werkervaringsplaatsen tot 2011 bedraagt ,-. Het streven is om de project zoveel mogelijk over de deelnemende gemeenten te verdelen en te spreiden over de projectperiode van het actieplan. Gemeenten kunnen bij de stuurgroep AJW projecten indienen, de stuurgroep is verantwoordelijk voor de toekenning en bewaakt een evenredige verdeling. In samenspraak met Talent voor Techniek wordt eventuele verdringing van regulier werk en concurrentievervalsing bewaakt. 7. Prestatieafspraken Het Actieplan Jeugdwerkgelegenheid Noord-Holland Noord heeft tot doel zoveel mogelijk jongeren te behouden en op te leiden voor de huidige en toekomstige arbeidsmarktvraag van werkgevers in de regio Noord-Holland Noord, met speciale aandacht voor de groep kwetsbare jongeren. Bij de bepaling van de doelstelling hebben we het aantal jongeren dat vóór de crisis, te weten per februari 2008, ingeschreven stond bij het UWV Werkplein als vertrekpunt genomen. Het verschil tussen dit aantal en de startdatum van het actieplan bedraagt 500. Op basis van de situatie van de arbeidsmarkt hebben de partijen in Noord-Holland Noord met elkaar afgesproken om in de periode van september 2009 tot en met december extra plaatsen voor jongeren op de arbeidsmarkt te creëren. Een substantieel deel van de middelen wordt ingezet op jongeren zonder startkwalificatie. Daarbij richten we ons op alle jongeren in de regio die niet werken en niet leren. Voor kwetsbare jongeren worden aparte prestaties benoemd (zie Kwestbare Jongeren) De verhouding van het aantal bij het UWV Werkbedrijf ingeschreven werkzoekende jongeren tussen de regio s Noord-Kennemerland, De Noordkop en West-Friesland is respectievelijk 45%, 30% en 25%. Dat is een richtlijn voor de percentages van de doelstelling die zij moeten halen. Er wordt gestreefd de volgende doelstellingen te realiseren: jongeren jongeren jongeren In onderstaand schema worden de prestaties per doelgroep en per regio uitgewerkt. Op basis hiervan vindt een financiële verdeling plaats. De verhouding tussen de regio s Noord-Kennemerland, de Kop van Noord-Holland en West-Friesland is respectievelijk 45%, 30% en 25%. Jongeren Van Tota al 2009 Totaal Totaal Totaal 500 a b c Doelstelling % abs NK Kop WF abs NK Kop WF abs NK Kop WF zonder startkwalificatie geplaatst op een baan 5% met startkwalificatie 20% geplaatst op een baan zonder startkwalificatie geplaatst op een 40%

7 d e f leerwerkbaan met startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan zonder startkwalificatie geplaatst op een stage met startkwalificatie geplaatst op een stage 20% % % Kwetsbare jongeren In het eerste uitvoeringsplan is in beperkte mate aandacht besteed aan de doelgroep kwetsbare jongeren. Nu de inrichting van de uitvoeringsorganisatie gereed is en de relevante onderwijs- en arbeidsmarktpartijen met elkaar verbonden zijn, is het tijd om de (jeugd-)zorgpartijen aan te sluiten. Het gaat daarbij om de doelgroep licht verstandelijk gehandicapten die (ex-)leerling zijn van de praktijkscholen en de jongeren met gedragsproblemen zoals bedoeld met overbelaste jongeren (meervoudige problematiek, contact met justitie, crimineelgedrag in relatie tot drugsgebruik en psychiatrische problematiek). Voor een belangrijk deel zijn dit de voortijdig schoolverlaters. In Noord Holland Noord is het aantal voortijdig schoolverlaters hoog, ondanks de inspanningen van de afgelopen jaren. Een vroegtijdige verbinding met de arbeidsmarkt kan er toe leiden dat voortijdig schoolverlaten niet betekent dat jongeren ook thuis op de bank komen te zitten. De komende periode zullen wij met de Jeugdzorginstellingen, MEE, UWV, het RMC en andere relevante partijen zoals In Werking en Agros concrete plannen gericht op kwetsbare jongeren ontwikkelen. Daarbij zullen wij gericht arbeidsmarktsectoren betrekken zoals Talent voor Techniek, de binnenvaart, de detailhandel en de horeca. Het is de ambitie om voor 2010 t/m 2011 ongeveer 200 kwetsbare jongeren een arbeidsmarktperspectief te bieden. Hiervoor wordt ,- Euro gereserveerd. Deze middelen zijn met name bedoeld voor werkgevers die deze jongeren een werkplek bieden waarbij een zo duurzaam mogelijke plaatsing op de arbeidsmarkt het leidend principe is. 9. Realisatie doelstellingen 2009 Op 15 februari 2010 moeten de eerste resultaten van 2009 aan het ministerie van SZW worden gerapporteerd. Mede door het sectoraal convenant met Talent voor Techniek zijn de doelstellingen zoals geformuleerd in bovenstaand tabel ruimschoots behaald (categorie c t/m f). Er zijn meer jongeren geplaatst in categorie e omdat in de techniek minder leerwerkbanen beschikbaar waren. De uitsplitsing naar regio is momenteel nog niet te maken. Het UWV Werkbedrijf heeft zich ingezet om jongeren in een baan te plaatsen (de categorie a en b). De resultaten 2009 zien er als volgt uit: a zonder startkwalificatie geplaatst op een baan 150 b met startkwalificatie geplaatst op een baan 353 c zonder startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan 141 d met startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan 26 e zonder startkwalificatie geplaatst op een stage 115 f met startkwalificatie geplaatst op een stage 5 7

8 10. Sociaal Profijtbeginsel Gemeenten zijn ook belangrijke opdrachtgevers. In het kader van het protocol Sociaal Profijtbeginsel voor jongeren wordt voorgesteld bij opdrachten vanaf in de sectoren bouw, infrastructurele werken en onderhoud, groenvoorziening, schoonmaak, catering en zorg in de offerteaanvraag als bijzondere uitvoeringsvoorwaarde op te nemen dat de opdrachtnemer verplicht is 5% van de aanneemsom of 7 % van de loonsom (bij zeer arbeidsextensieve opdrachten) te besteden aan het bieden van BBL-leerplekken, BOL-plekken, leerwerkstages aan jongeren en/of traineebanen. Een aantal gemeenten hebben inmiddels het aanbestedingsbeleid hierop aangepast. De komende periode worden acties uitgezet om zoveel mogelijk gemeenten In Noord Holland Noord dit beleid te laten invoeren. Talent voor Techniek heeft de gemeenten verzocht om zogenaamde leerlingwerkplaatsen te realiseren, hiervoor wordt vanuit de O&O fondsen ook extra middelen beschikbaar gesteld. 11. Uitvoeringsorganisatie Het AJW geldt voor de gehele regio Noord-Holland Noord. De frontoffice in de subregio s Noord-Kennemerland, Kop van Noord-Holland en West-Friesland is zeer verschillend. Zo heeft de Kop van Noord-Holland geen Jongerenloket; wordt in Noord-Kennemerland het Jongerenloket nu nog bemand door de klantmanagers van de Sociale Dienst (er worden initiatieven genomen om het Jongerenloket uit te breiden met de trajectbegeleiders van de RMC en het Jongerenloket voor de regio de wet WIJ te laten uitvoeren) en in West- Friesland door het RMC, het UWV Werkbedrijf en de Sociale Dienst. Het is aan de subregio s hoe zij de frontoffice willen organiseren. Wel is er in alle subregio s een vestiging van het UWV Werkbedrijf. Het ligt dan ook voor de hand om de verantwoording te koppelen aan de inschrijving NWW bij het UWV Werkbedrijf. In de raamwerkovereenkomst is voorgesteld dat de partners de kosten van overhead dragen. Er gaat verhoudingsgewijs nu al veel reguliere formatieve capaciteit naar de doelgroep jongeren. Daarnaast is er inmiddels ook een serieus knelpunt bij de doelgroep 45+ ontstaan; een doelgroep die ook formatieve inzet vraagt. Daarom wordt vanuit het actieplan per subregio formatie klantmanagement beschikbaar gesteld uitgaande van 100 jongeren op jaarbasis. Deze klantmanagers kunnen ook tot taak hebben om met name de kwetsbare jongeren outreachend te benaderen. Een ander belangrijk punt is het ophalen van leerwerkplekken en banen bij werkgevers. Deze formatie kan gebruikt worden om bij erkende leerbedrijven leerwerkplekken op te halen. 12. Jobcoaches Vanuit de werkvloer is aangegeven dat de begeleiding op de werkvloer van met name kwetsbare jongeren, een belangrijk knelpunt is. Het gaat hierbij vooral om de service aan en ondersteuning van werkgevers waarbij de jongeren geplaatst zijn, bijvoorbeeld als het gaat om het terugdringen van verzuim en het op tijd komen van de jongeren. Per subregio wordt voorgesteld om hiervoor formatie beschikbaar te stellen uitgaande van een caseload van 50 (kwetsbare) jongeren op jaarbasis. De jongeren die via de bedrijfsscholen in een BBL-traject worden geplaatst krijgen via de bedrijfsschool deze jobcoaching. 8

9 13. Organisatie frontoffice/backoffice De subregio is verantwoordelijk voor de organisatie van de frontoffice. De gemeente Alkmaar is verantwoordelijk voor de backoffice. Om de regeldruk en bureaucratie zo gering mogelijk te maken, is de financiële afhandeling gecentraliseerd bij de gemeente Alkmaar. Dit heeft als bijkomend voordeel dat niet alle gemeenten een verordening hoeven op te stellen of extra formatie daarvoor moeten vrijmaken. Ook in verband met de ESF-voorwaarden is het van belang om de financiële administratie zoveel mogelijk in één hand te houden. De organisatie van de backoffice is inmiddels gereed en afgestemd met de verschillende frontoffices in Alkmaar, Den Helder en Hoorn. Het traject komt er dan als volgt uit te zien: 1. Jongere schrijft zich in als werkzoekend 2. Indicatiestelling jongere door gemeente of Jongerenloket 3. gemeente stuurt indicatiebrief aan jongere. Cc. Alkmaar 4. jongere wordt geplaatst bij werkgever 5. werkgever vraagt plaatsingsbonus aan bij gemeente Alkmaar. Voorwaarden: *indicatiebrief *contract *ID 6. Gemeente Alkmaar stuurt beschikking naar werkgever vaststelling subsidie. cc. betreffende gemeente 7. Werkgever declareert per kwartaal bij gemeente Alkmaar en overlegt verklaring van presentie deelnemer Gemeente of Jongerenloket blijft verantwoordelijk voor de monitoring van de voortgang en de begeleiding van de jongeren en is contactpersoon voor de werkgever. Zie ook bijlage 2 (frontoffice) en 3 (backoffice) 14. Wet Investeren in Jongeren (WIJ) De WIJ is voor gemeenten een belangrijk instrument in het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. Op 1 oktober 2009 is de WIJ ingevoerd. Tot de doelgroep behoren alle jongeren van 18 tot 27 jaar die niet leren en niet werken en zich om die reden tot de gemeente wenden voor ondersteuning. De gemeente heeft de verplichting om jongeren een baan, een opleiding of een combinatie van leren en werken aan te bieden. Ook jongeren die op de WSW-wachtlijst staan, komen in aanmerking. Indien een jongere geplaatst wordt op een werkervaringsplaats, stage of vrijwilligerswerk en er sprake is van een probleem inzake kosten levensonderhoud, kan een beroep worden gedaan op de WIJ bij de gemeente waar de jongere woonachtig is. Dit wordt 9

10 bepaald op basis van de individuele situatie van de jongere en is ter beoordeling aan de desbetreffende gemeente. 15. Wet vermindering afdracht (WVA) Werkgevers die een jongere in een opleidingstraject plaatsen, hoeven vaak minder loonbelasting en verzekeringspremies af te dragen voor werknemers die scholing volgen. Die fiscale korting kan oplopen tot 2500,- per werknemer per kalenderjaar. Voor jongeren zonder startkwalificatie is een extra bedrag beschikbaar. Daarnaast kan een Ervaringscertificaat 300,- per werknemer per procedure opleveren. 16. ESF actie J Per 1 september 2009 heeft het kabinet de actie Jeugd opgenomen in de ESF subsidieregeling. Het beschikbare geld kan door de dertig coördinerende gemeenten Jeugdwerkloosheid worden aangevraagd voor projecten die passen in de regioconvenanten. De middelen ten behoeve van het actieplan mogen worden ingebracht als co-financiering, waarmee het risico voor de gemeenten sterk wordt gereduceerd. Het ministerie heeft voor de regio Noord-Holland Noord voor de gehele periode ,- gereserveerd. Verschillende gemeenten hebben negatieve ervaringen opgedaan met ESF, met name waar het gaat om de verantwoording en regeldruk. Het ministerie heeft de regelgeving omtrent ESF sterk vereenvoudigd. Zo kunnen extra klantmanagers en interne jobcoaches (in dienst bij de gemeente of UWV Werkbedrijf) volledig worden vergoed zonder dat hiervoor uren moeten worden geschreven. Voorwaarde is dat zij volledig ingezet worden voor de doelgroep en een addendum bij hun arbeidscontract krijgen. Ook is het binnen de actie J mogelijk om loonkostensubsidies op te voeren voor vergoeding vanuit het actieplan. Dat betekent dat in de huidige begroting het merendeel van de kosten binnen de ESF-criteria vallen. De regio Noord Holland Noord heeft voor de periode een bedrag ad ,- Euro aan ESF-middelen aangevraagd. 17. Verantwoording Iedere gemeente eventueel in samenspraak met het UWV Werkplein of het Jongerenloket- is verantwoordelijk voor de organisatie van het aanbod op basis van een indicatiestelling conform de doelgroepen a t/m f. Zij kan hierbij gebruik maken van de coördinerende gemeente in de regio (Alkmaar, Den Helder en Hoorn). De gemeenten kennen de lokale arbeidsmarkt en hebben contacten met de jongeren en de lokale werkgevers. Daarnaast is de individuele gemeente verantwoordelijk voor een eventuele toekenning kosten levensonderhoud in het kader van de Wet Investering Jongeren. Ieder tertaal (eens in de vier maanden) moet verantwoording aan het ministerie van SZW worden afgelegd over de resultaten. Deze verantwoordingssystematiek loopt parallel aan de gemeentelijke rapportages. De gemeente Alkmaar legt verantwoording af aan het bestuurlijk wethoudersoverleg, de stuurgroep RPA en het ministerie van SZW. 18. Risico s In de raamwerkovereenkomst actieplan Jeugdwerkgelegenheid zijn prestaties afgesproken. In dit uitvoeringsplan zijn deze prestaties uitgewerkt voor Noord- Kennemerland, de Kop van Noord-Holland en West-Friesland. Voorgesteld wordt om een 10

11 uitgavenplafond conform de hoogte van de subsidie van de Rijksoverheid en de begroting van het actieplan Jeugdwerkgelegenheid af te spreken. Vergelijkbaar met de deeltijd WW is er een vastgesteld budget: op = op. De coördinerende gemeenten maken hierover afspraken met de gemeenten. De verplichtingen en uitgaven worden bewaakt door de gemeente Alkmaar en per kwartaal teruggekoppeld aan het bestuurlijk overleg. De risico s inzake de ESF-financiering worden gewaarborgd door het feit dat de cofinanciering plaatsvindt vanuit additionele middelen. 19. Hardheidsclausule Het actieplan Jeugdwerkgelegenheid gaat uit van aannames omdat we geen eenduidig beeld hebben van de omvang van de toekomstige problematiek en dat we nog niet eerder op zo n regionale integrale wijze de jeugdwerkgelegenheid hebben aangepakt. De prestaties zoals genoemd in het actieplan zijn hierop gebaseerd, de begroting, maar ook de bedragen die gekoppeld zijn aan de diverse categorieën jongeren. De stuurgroep AJW bewaakt de voortgang van de activiteiten en de financiën. Op basis van voortschrijdend inzicht worden plannen en richtbedragen eventueel door de Stuurgroep aangepast. Dat betekent dat er aan de ambities en afspraken zoals geformuleerd in dit uitvoeringsplan rechten kunnen worden ontleend waarbij de begroting en de beschikbare Rijksmiddelen en ESF-gelden kaderstellend zijn. 20. Organisatie Leidend motief bij de aanpak is doen : partijen zijn zich ervan bewust dat de relatief ambitieuze doelstellingen vragen om een hands-on werkwijze. Dit impliceert dat partijen niet wensen te verzanden in structuur-, vorm- en zeggenschapsdiscussies. Daarbij zijn belangrijke uitgangspunten: gelijkwaardigheid van partijen; mandaten vooraf geregeld; evenredige inbreng (personeel, materieel, facilitair, e.d.) en inzet; transparantie en ontschotting in uitvoering; delen van resultaten en successen; gezamenlijk extern optreden (o.a. in publiciteit) met gecoördineerde woordvoering; gezamenlijke verantwoordelijkheid voor resultaten Het ministerie van SZW heeft de coördinatie van het actieplan bij de gemeente met een UWV+vestiging gelegd. In de regio Noord-Holland Noord is dit de gemeente Alkmaar. Om tot een goede en slagvaardige uitvoeringsorganisatie te komen, wordt de volgende structuur ingericht: Gremium Stuurgroep RPA bestaande uit vertegenwoordigers van het onderwijs, werkgevers, UWV Werkbedrijf, de gemeenten Alkmaar en Heerhugowaard. Bestuurlijk overleg wethouders Alkmaar, Hoorn en Den Helder Projectgroep aanpak Jeugdwerkloosheid bestaande uit: Ambtelijke vertegenwoordigers van de gemeenten Alkmaar, Heerhugowaard, Den Helder en Hoorn, vertegenwoordigers van de UWV Werkpleinen in de regio, de Kamer van Koophandel, het MBO, het COLO en het RPA Lokale of subregionale werkgroepen Jeugdwerkloosheid Verantwoordelijkheid bestuurlijke afstemming tussen de partners besluitvorming en coördinatie bewaken financiële verantwoording voorbereiden vergaderingen bestuurlijk overleg en RPA v.w.b. onderdeel actieplan input, communicatie en terugkoppeling vanuit de desbetreffende regio afspraken maken over werkprocessen afspraken maken over arrangementen in de deelregio s ontwikkelen en uitvoeren van lokale arrangementen afspraken maken met vestigingen UWV 11

12 Werkbedrijf/Jongerenloket afspraken maken met onderwijsinstellingen Gemeente Alkmaar coördinatie actieplan financiële afhandeling richting werkgevers financiële verantwoording richting ESF tertale verantwoording aan het ministerie SZW Gemeenten Alkmaar, Hoorn, Den Helder coördineren, informeren en adviseren gemeenten in de betreffende subregio s uitvoeren tertale verantwoording aan gemeente Alkmaar 21. Begroting In de begroting is een onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte kosten. Onder directe kosten wordt verstaan: die kosten die met het directe contact met jongeren of werkgevers te maken hebben. In de begroting zijn niet de rijksmiddelen jeugdwerkgelegenheid opgenomen die het UWV Werkbedrijf, het COLO en het onderwijs hebben ontvangen. Totaal begroting 2 uitvoeringsjaren AJW Alkmaar periode Op basis van maximale Rijks en ESF budgetten oorspronkelijk herzien kosten max Activiteit/kostensoort cat aantal bedrag totaal totaal ESFsubsidiabel Noord-Kennemerland plaatsingsbonussen a Noord-Kennemerland plaatsingsbonussen c Noord-Kennemerland plaatsingsbonussen d Noord-Kennemerland plaatsingsbonussen e Noord-Kennemerland plaatsingsbonussen f ,25 fte NKL Klantmanagement jongeren/werkgevers pj NKL Jobcoaches 2,5 fte pj Kop van Noord-Holland plaatsingsbonussen a Kop van Noord-Holland plaatsingsbonussen c Kop van Noord-Holland plaatsingsbonussen d Kop van Noord-Holland plaatsingsbonussen e Kop van Noord-Holland plaatsingsbonussen f KNH Klantmanagement jongeren/werkgevers 1,5 fte pj KNH Jobcoaches 1,5 fte pj West-Friesland plaastinsgbonussen a West-Friesland plaastinsgbonussen c West-Friesland plaastinsgbonussen d West-Friesland plaastinsgbonussen e West-Friesland plaastinsgbonussen f ,25 fte WFL Klantmanagement jongeren/werkgevers pj WFL Jobcoaches 1,5 fte pj Techniek Praktijkondersteuning BOL Techniek Leerlingploegen-maatschap. projecten Techniek plaatsingsbonussen c,d,e,f

13 Intake assessment techniek Techniek Intake en Jobcoaches 5 fte pj Ov. sectoriale arrangementen nog in te vullen c,d,e,f Kwetsbare jongeren nog in te vullen c,e Trainee communicatie Actieplan JW 1 fte pj Communicatie o.a. website Coördinatie 3 deelregio's Projectleiding JWA 0,5 fte pj Financiële administratie JWA 1 fte pj ESF administratie en externe inhuur 1 fte pj Evenementen o.a. banenmarkten Totaal fte pj ,75 fte Subtotaal Noord-Kennemerland 364 pj Subtotaal Kop van Noord-Holland fte pj ,75 fte Subtotaal West-Friesland 206 pj Subotaal Techniek fte pj Subtotaal overig nog in te vullen Subotaal overhead, communicatie, administr, etc 3,5 fte pj Dekking: toegekend neutraal meevallend Budget AJW Budget AJW 2010, basis prestaties Budget AJW 2011, basis prestaties ESF budget 2009, basis realisatie ESF budget , basis realisatie Totaal ESF risico realisatie analyse: Te realiseren ESF subsidie Cofinanciering AJW Te verantwoorden totale kosten Maximaal ESF verantwoordbare kosten Corrigeerbare kosten cq basis extra ESF

14 Bijlage 1. Plaatsingsbonus In onderstaand schema wordt een overzicht gegeven wat een jongeren meekrijgt in zijn plaatsingsbonus als hij geplaatst wordt op een baan, leerwerkbaan, werkervaringplek of in vrijwilligerswerk. De subsidie is bedoeld voor de werkgever als een plaatsingsbonus en een tegemoetkoming voor de eventuele loonkosten, opleiding en begeleiding op de werkvloer. Aan de subsidie ligt altijd een overeenkomst ten grondslag. Jongeren a Zonder startkwalificatie geplaatst op een baan b Met startkwalificatie geplaatst op een baan c Zonder startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan d Met startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan e Zonder startkwalificatie geplaatst op een werkervaringplek of in vrijwilligerswerk f Met startkwalificatie geplaatst op een werkervaringplek of in vrijwilligerswerk Voorwaarden Reguliere arbeidsovereenkomst voor minimaal één jaar Minimaal 32 uren per week Scholingsaanbod op de werkvloer, opgenomen in de arbeidsovereenkomst Erkend leerbedrijf Reguliere arbeidsovereenkomst voor minimaal één jaar Minimaal 32 uren per week Leerwerkovereenkomst voor minimaal één jaar Erkend leerbedrijf Leerwerkovereenkomst voor minimaal één jaar Erkend leerbedrijf Werkervaringovereenkomst of een vrijwilligerscontract voor minimaal een half jaar Minimaal 20 uren per week Erkend leerbedrijf (geldt niet voor vrijwilligerswerk) Stage- of onkostenvergoeding door werkgever van minimaal 100,- per maand Werkervaringovereenkomst of een vrijwilligerscontract voor minimaal een half jaar Minimaal 20 uren per week Erkend leerbedrijf (geldt niet voor vrijwilligerswerk) Stage- of onkostenvergoeding door werkgever van minimaal 100,- Plaatsingsbonus actieplan op jaarbasis 2.000,- Geen vergoeding uit actieplan 4.000, , , ,- 14

15 Toelichting op de doelgroepen a t/m f: Categorie a Zonder startkwalificatie geplaatst op een baan b Met startkwalificatie geplaatst op een baan c Zonder startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan d Met startkwalificatie geplaatst op een leerwerkbaan e Zonder startkwalificatie geplaatst op een stage of in vrijwilligerswerk f Met startkwalificatie geplaatst op een stage of in vrijwilligerswerk Uitwerking Regulier werk Scholing wordt geregeld op de werkvloer en maakt onderdeel uit van het contract Startkwalificatie behalen in de praktijk eventueel via EVC Loonkosten voor werkgever Reguliere plaatsing Loonkosten voor werkgever Leerwerkovereenkomst conform BBL 4 dagen werken, 1 dag ROC Bij bedrijfsscholen in dienst of individuele werkgever Loonkosten voor werkgever Leerwerkovereenkomst conform BBL indien het het upgraden van niveau betreft, dus van niveau 2 naar 3 of hoger Bij BBL 4 dagen werken, 1 dag ROC Bij bedrijfscholen in dienst of individuele werkgever Loonkosten voor werkgever Plaatsing ter voorbereiding plaatsing in leerwerkbaan Scholing op de werkvloer maakt onderdeel uit van de werkervaringovereenkomst Stagekosten voor werkgever Kosten levensonderhoud eventueel op basis van WIJ Bij vrijwilligerswerk onkostenvergoeding Plaatsing ter voorbereiding op reguliere baan Verdere opbouw CV Stagekosten voor werkgever Kosten levensonderhoud eventueel op basis van WIJ Bij vrijwilligerswerk onkostenvergoeding 15

16 Bijlage 2 Stroomschema frontoffice UWV baliemdw. Start Jongere meldt zich bij balie UWV Doelgroep WIJ? N Doorverwijzen UWV J Jongerenloket mdw. Doorverwijzen Jongerenloket Gegevens uit systeem halen + invoer in GWS Integrale vraagverheldering E-intake vullen Stellen diagnose en vaststellen passend aanbod (ga naar beslistabel passend aanbod) Beoordelen Inkomens onderst. J Afspraak intake aanvraag levensonderhoud Recht op Inkomens onderst. J Proces Inkomens onderst. N N Doen aanbod (evt. met koppeling) Indicatiestelling? N Actie uitzetten bij verantwoordelijke Invoeren gegevens in systeem Beschikking opstellen vervolg traject J Indicatiestelling opstellen en aanleveren aan klant en BackOffice Einde 16

17 Bijlage 3 Stroomschema Backoffice Start Werkgever / bedrijfsschool vraagt plaatsingsbonus aan (d.m.v. het aanvraagformulier) Aanvraag Compleet? J Recht? J In administratie opnemen (bedrijfsbureau financiën) Opstellen en versturen beschikking met vaststelling Terugkoppeling jongerenloket N N Contact opnemen Met werkgever In administratie opnemen (bedrijfsbureau financiën) Versturen brief voorgenomen besluit Opstellen en versturen beschikking met afwijzing Terugkoppeling jongerenloket Opsturen nieuwe kwartaalverkl. naar werkgever verklaring werkgever ontvangen N J Jongere afgelopen kwartaal N J Registratie + bijwerken betaling Verstrekken (deel) plaatsingsbonus Volgens indicatiestelling Laatste te verstrekke n bonus? N J Afsluiten administratie Informeren werkgever Rappel Plaatsingsbonus In administratie beëindigen Terugkoppeling jongerenloket Versturen brief naar werkgever Terugkoppeling jongerenloket Einde 17

18 18