ONDERZOEK DOEL OPZET METHODE RESULTATEN CONCLUSIE
|
|
- Victor Peeters
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Betere overleving van patiënten met ovariumcarcinoom na primaire chirurgie door een dan na operatie door een Ate G.J. van der Zee, Mirjam J.A. Engelen, Michael Schaapveld, Henrike E. Karim-Kos, Elisabeth G.E. de Vries, Pax H.B. Willemse en Renée Otter Gerelateerde artikelen: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153: B3 en B4 DOEL OPZET METHODE RESULTATEN CONCLUSIE Evaluatie van de kwaliteit van operaties van een en die van een, ook voor wat betreft het effect op de overleving van patiënten met ovariumcarcinoom. Retrospectief cohortonderzoek. Datamanagers van het Integraal Kankercentrum Noord (IKN) verzamelden aan de hand van een speciaal ontworpen dataformulier gegevens van alle 680 patiënten die in de periode in de regio van het IKN de diagnose 'ovariumcarcinoom' kregen. Gedocumenteerd werden gegevens over voorgeschiedenis, diagnostiek, operatie, adjuvante therapie en follow-up. De kwaliteit van de data werd gecontroleerd door een gynaecoloog-onderzoeker. De behandelresultaten werden geanalyseerd naargelang het specialisme van de chirurg met behulp van overlevingscurven en univariate en multivariate cox-regressieanalysen. Bij in totaal 512 patiënten werd de primaire operatie door een gynaecoloog verricht: bij 184 door een gynaecologisch oncoloog en bij 328 patiënten door een. De 184 patiënten die door een gynaecologisch oncoloog werden behandeld, werden voor het merendeel (120/184) buiten het centrum geopereerd en in alle stadia gebeurde dat bij hen vaker volgens de landelijke richtlijnen. De 5-jaarsoverleving van patiënten die geopereerd waren door gynaecologisch oncologen was beter zowel voor hen in vroege als voor hen in gevorderde ziektestadia (stadium III van de International Federation of Gynecology and Obstetrics; FIGO). In de multivariate analyse bleek het relatieve risico op overlijden door de aanwezigheid van een met 20% af te nemen, gecorrigeerd voor leeftijd, ziektestadium, ziekenhuis en adjuvante chemotherapie. Wanneer men de patiënten ouder dan 75 jaar excludeerde, was deze reductie zelfs bijna 30% (hazardratio 0,71; 95%-BI: 0,54-0,94). Primair opereren van patiënten met een ovariumcarcinoom door een in plaats van een algemeen gynaecoloog verbetert de overleving. De zorg voor patiënten met ovariumcarcinoom in Nederland kan worden verbeterd door een hierbij vroegtijdig in te schakelen. Dit onderzoek werd eerder gepubliceerd in Cancer (2006;106:589-98) met als titel 'Surgery by consultant gynecologic oncologists improves survival in patients with ovarian carcinoma.' Afgedrukt met toestemming. Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen. Afd. Obstetrie en Gynaecologie: prof.dr. A.G.J. van der Zee, gynaecoloog. Afd. Medische Oncologie: prof.dr. E.G.E. de Vries en prof.dr. P.H.B. Willemse, medisch oncologen. Atrium Medisch Centrum, afd. Obstetrie en Gynaecologie, Heerlen. Dr. M.J.A. Engelen, gynaecoloog. Integraal Kanker Centrum-Noord-Oost-Nederland, Groningen. Dr. M. Schaapveld, epidemioloog; dr. R. Otter, internist. Erasmus MC-Centrum, afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, Rotterdam. Ing. H.E. Karim-Kos, epidemioloog. Contactpersoon: prof.dr. A.G.J. van der Zee Het lijkt voor de hand te liggen om de zorg voor patiënten met een ovariumcarcinoom in een beperkt aantal ziekenhuizen te concentreren, gezien de relatief lage incidentie van de aandoening en de vaak complexe, multidisciplinaire zorg. Of alle chirurgische zorg gegeven dient te worden door gespecialiseerde gynaecologisch oncologen of dat ook algemeen gynaecologen dat kunnen doen, is een punt van internationale discussie. 1-4 Gynaecologisch oncologen zijn gynaecologen die na hun opleiding tot nog een subspecialisatie gevolgd hebben. Het subspecialisme Gynaecologische Oncologie is sinds 2006 in Nederland officieel erkend. Sinds 1990 zijn verschillende studies gepubliceerd over de invloed van het opereren door een gynaecologisch oncoloog op de prognose van patiënten met een ovariumcarcinoom. 5 Veel van deze studies hebben echter be - langrijke methodologische tekortkomingen, zoals kleine NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B10 1
2 aantallen geïncludeerde patiënten en een onduidelijke selectie van patiënten. De organisatie van de gynaecologisch oncologische zorg in Noord-Nederland is uniek, omdat al sinds 1980 gynaecologisch oncologen uit het Universitair Medisch Centrum Groningen, een centrumziekenhuis, assistentie verlenen aan de algemeen gynaecologen bij operaties in hun eigen niet-centraal ziekenhuis. Deze situatie maakte het mogelijk om retrospectief onderzoek te doen naar de waarde van de operaties door een voor de kwaliteit van de ingreep alsook het effect daarvan op de overleving van de patiënten. In dit artikel doen wij verslag van dit onderzoek. Tevens bespreken wij de mogelijke implicaties van onze resultaten voor de zorg voor Nederlandse patiënten bij wie men een ovariumcarcinoom vermoedt. Meer details vindt men in de eerste publicatie van ons onderzoek. 6 PATIËNTEN EN METHODEN Voor onze studie verzamelden datamanagers van het Integraal Kankercentrum Noord (IKN) aan de hand van een speciaal ontworpen dataformulier de gegevens van alle 680 patiënten die in de periode in de regio van het IKN de diagnose 'ovariumcarcinoom' kregen. Gedocumenteerd werden gegevens over: de voorgeschiedenis van de patiënte (onder andere ten aanzien van comorbiditeit en eerdere operaties), de uitgevoerde diagnostiek (onder andere naar de serumconcentratie CA125, en met behulp van thoraxröntgenfoto s, echografie, CT en MRI), de operatie (onder andere in relatie tot de betrokken operateurs, het ziekenhuis, de bevindingen bij de operatie, het stadium van de ziekte, de verrichte ingrepen, de mate van verwijdering van de tumor en eventuele complicaties), de adjuvante therapie (onder andere ten aanzien van de chemotherapie die werd gegeven en de hoeveelheid kuren) en de follow-up (ten aanzien van de datum van een recidief, de wijze waarop dat recidief werd vastgesteld en, indien de patiënt was overleden, de oorzaak van overlijden en de laatste datum van follow-up). De kwaliteit van de data werd gecontroleerd door een gynaecoloog-onderzoeker. De follow-up werd gecompleteerd met behulp van de regionale database van het IKN, de overlijdensgegevens van het bevolkingsregister van de gemeenten en gegevens via de huisarts. RESULTATEN Van de oorspronkelijke 680 patiënten werden 48 niet in de studie opgenomen, bijvoorbeeld omdat de diagnose pas bij autopsie was gesteld of omdat er onvoldoende data beschikbaar waren. De studiepopulatie bestond dus uit 632 patiënten. In totaal 25 patiënten werden primair door een algemeen chirurg geopereerd; bij deze patiënten was de preoperatieve werkdiagnose veelal 'coloncarcinoom'. Zij waren gemiddeld ouder en hadden een hoger ziektestadium dan patiënten geopereerd door gynaecologen. Bij univariate analyse bleek de hazardratio om te overlijden voor deze patiënten ten opzichte van de patiënten die primair waren geopereerd door gynaecologen 3,70 (95%-BI: 2,33-5,89). Omdat zij vanwege prognostische factoren, zoals leeftijd en ziektestadium, niet vergelijkbaar waren met de patiënten die primair door gynaecologen waren geopereerd, werden zij niet verder meegenomen in de studie. Bij 93 patiënten vond geen primaire ingreep plaats. Bij 6 van hen werd later een interventie-ingreep gedaan en de overige 87 patiënten werden in het geheel niet geopereerd. Bij in totaal 512 patiënten werd uiteindelijk de primaire ingreep door een gynaecoloog verricht: bij 184 door een en bij 328 door een algemeen gynaecoloog. De eerste groep was gemiddeld jonger (60 versus 65 jaar) en kreeg vaker chemotherapie met platinabevattende preparaten. Het merendeel (120/184) werd buiten het centrum geopereerd. Gynaecologisch oncologen die patiënten opereerden, deden dat in alle stadia vaker volgens de landelijke richtlijnen dan algemeen gynaecologen. Zo verrichtten zij in een vroeg ziektestadium vaker een omentectomie en een retroperitoneale lymfeklierresectie. Bij patiënten in een vergevorderd stadium (stadium III volgens de International Federation of Gynecology and Obstetrics; FIGO) bereikten zij na de operatie vaker een complete verwijdering van de tumor (24 versus 12%) of van kleine tumorresten (< 2 cm in diameter: 62 versus 45%). De aanwezigheid van resterend tumorweefsel na de eerste operatie bleek van grote invloed op de overleving: de 5-jaarsoverleving voor patiënten in een vergevorderd ziektestadium was 54% voor patiënten zonder resttumor, 15% voor patiënten met kleine resten (< 2 cm diameter) en 6% voor patiënten met méér resterend tumorweefsel. Wanneer patiënten niet volgens de landelijke richtlijnen werden behandeld, was de kans op overlijden bijna 2 keer zo groot. De 5-jaarsoverleving van patiënten geopereerd door gynaecologisch oncologen was zowel voor hen in vroege als voor hen in vergevorderde ziektestadia beter (figuur). In de multivariate analyse bleek het relatieve risico op overlijden door de aanwezigheid van een gynaecologisch oncoloog met 20% af te nemen (tabel). Wanneer de patiënten ouder dan 75 jaar werden geëxcludeerd, was deze reductie zelfs bijna 30% (hazardratio: 0,71; zie de tabel). 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B10
3 100 overleving (in %) A B maanden a aantal patiënten at risk (A) (B) overleving (in %) A B maanden b aantal patiënten at risk (A) (B) FIGUUR Ziektevrije overleving voor patiënten met ovariumcarcinoom (a) in een vroeg stadium (logranktoets; p = 0,03) en (b) in een vergevorderd stadium (logranktoets; p = 0,02). BESCHOUWING Ons onderzoek liet zien dat de overleving van patiënten met een ovariumcarcinoom beter was als de operatie door een was verricht, in plaats van door een. Deze observatie werd onlangs bevestigd door de resultaten van een groot retrospectief onderzoek naar de uitkomst van behandeling van alle patiënten met ovariumcarcinoom in Nederland, bij wie de diagnose was gesteld in de periode De resultaten van ons onderzoek zijn dus in overeenstemming met gegevens van vergelijkbare studies uit andere landen en ons eigen land. Er dient echter een aantal relativerende opmerkingen te worden gemaakt. Het door ons waargenomen effect kan deels berusten op migratie van het tumorstadium en wellicht op patiëntenselectie. Ons onderzoek was geen prospectieve, laat staan een gerandomiseerde studie, maar een beschrijvende retrospectieve studie. Echter, een recent verschenen prospectieve Noorse studie toonde een vergelijkbare impact op de overleving wanneer de operatie wordt verricht door een. 8 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B10 3
4 TABEL Multivariate analyse van de waarde van een operatie door een voor de overleving proportional hazards -analyse volgens Cox univariate multivariate, gecorrigeerd voor leeftijd, ziektestadium en type ziekenhuis multivariate, gecorrigeerd voor leeftijd, ziektestadium en type ziekenhuis en wel/geen chemotherapie multivariate, gecorrigeerd voor leeftijd, ziektestadium, type ziekenhuis, wel/geen chemotherapie en leeftijd < 76 jaar hazardratio (95%-BI) 0,82 (0,64-1,05) 0,77 (0,60-) 0,79 (0,61-1,03) 0,71 (0,54-0,94) p* 0,11 0,05 0,08 0,02 *Waarde van p bij vergelijking van de uitkomsten voor algemeen gynaecologen versus gynaecologisch oncologen. Op basis van onze eigen data en die uit de literatuur kan dus de conclusie worden getrokken dat de betrokkenheid van een van voordeel is bij de zorg voor alle patiënten bij wie een ovariumcarcinoom wordt vermoed. De vraag is hoe deze uitkomst praktisch is te vertalen in Nederland. De diagnose 'ovariumcarcinoom' is preoperatief lang niet altijd duidelijk. In een patiëntenpopulatie met uiteindelijk 26% ovariumcarcinomen vonden wij een positief voorspellende waarde van de routinematig toegepaste preoperatieve diagnostiek van slechts 58%. Dat wil zeggen dat 58% van de patiënten met een positieve uitslag van het preoperatief onderzoek ook daadwerkelijk een ovariumcarcinoom had. 9 Wanneer men vindt dat alle ovariumcarcinoompatiënten door een gynaecologisch oncoloog geopereerd dienen te worden, betekent dit jaarlijks in Nederland niet 1100, maar circa 2000 operaties door een, hetgeen uiteraard belangrijke implicaties heeft voor de logistiek van de zorg en voor het aantal op te leiden gynaecologisch oncologen. LEERPUNTEN De overleving van patiënten met een ovariumcarcinoom verbetert als de primaire operatie wordt verricht door een gynaecologisch oncoloog in plaats van door een. Behandeling van patiënten door een gebeurde vaker volgens de landelijke richtlijnen dan behandeling door een. In verschillende regio s van de integrale kankercentra in Nederland hebben inmiddels algemeen gynaecologen die werkzaam zijn in grotere en kleinere ziekenhuizen samen met gynaecologisch oncologen uit het centrum van de desbetreffende regio bindende afspraken gemaakt. Deze verschillen per regio, maar het uitgangspunt is overal dat de aanwezigheid van een bij een operatie van een patiënt met een gereed vermoeden van een ovariumcarcinoom gewaarborgd moet zijn. Dit uitgangspunt is onlangs ook door de leden van de werkgroep Oncologische Gynaecologie van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie overgenomen. Dergelijke afspraken gelden op dit moment nog niet voor alle delen van Nederland, maar toch is hiermee op dit terrein belangrijke vooruitgang geboekt. Uit ons eigen onderzoek en uit de eerdergenoemde, recentere, retrospectieve studie naar de uitkomsten van de behandeling van alle patiënten met ovariumcarcinoom in Nederland, komt naar voren dat voor patiënten met ovariumcarcinoom de behandelresultaten in Nederland, zelfs in de gespecialiseerde centra, slechter lijken te zijn dan in vele andere Europese landen. 7 Heintz et al. noemden onlangs een aantal mogelijke oorzaken hiervoor, zoals onvoldoende chirurgische expertise en daaraan gekoppeld de praktische opleiding van de Nederlandse gynaecologisch oncologen. 10 In hun artikel pleiten zij ervoor in die opleiding meer tijd aan abdominale chirurgie te besteden. Voor het op peil houden van deze expertise na de opleiding is het echter vervolgens ook noodzakelijk dat de gynaecologisch oncologen vaker in aanraking komen met patiënten met potentieel een ovariumcarcinoom, bij wie darmchirurgie geïndiceerd is. Bij een relatief zeldzame tumor, zoals het ovariumcarci- 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B10
5 noom, is dit des temeer reden om een ervaren gynaecologisch oncoloog bij de behandeling van deze patiënten te betrekken. Zoals wij in de inleiding reeds schreven, is de zorg voor patiënten met ovariumcarcinoom bij uitstek multidisciplinair, waarbij vooral gynaecologen en internisten of medisch oncologen betrokken zijn, maar waarbij ook andere specialisten zoals intensivisten, pathologen en radiologen een belangrijke rol kunnen spelen. Ook hier geldt dat de uiteindelijke kwaliteit van het gehele zorgpad meer is dan de optelsom van de verschillende onderdelen. Onderzoek, opnieuw uit ons eigen land, laat zien dat de uitkomsten voor de patiënten met een ovariumcarcinoom ook afhankelijk zijn van de grootte van het behandelend ziekenhuis en dus gerelateerd is aan het volume van de zorg Dit pleit voor het waarborgen van de betrokkenheid van een bij de behandeling, maar ook voor het optimaliseren van de kwaliteit van de andere betrokken behandelaars. CONCLUSIE De overleving van patiënten met een ovariumcarcinoom verbetert als de primaire operatie wordt verricht door een in plaats van door een algemeen gynaecoloog. Het verbeteren van de zorg voor patiënten met een ovariumcarcinoom in Nederland begint daarom met het betrekken van een gynaecologisch oncoloog bij de behandeling van alle patiënten met een ovariumcarcinoom. In overleg kan dan een behandelplan gemaakt worden, met onder andere aard en plaats van de eerste operatie en de gewenste samenstelling van het operatieteam. Implementatie van deze voorstellen en tegelijkertijd het verhogen van de expertise van de Nederlandse gynaecologisch oncologen dienen ertoe te leiden dat de overlevingscijfers van patiënten met een ovariumcarcinoom in ons land weer tot de top 5 van Europa gaan behoren. 12 Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 19 mei 2008 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B10 > Meer op LITERATUUR 1 Hunter RW, Alexander ND, Soutter WP. Meta-analysis of surgery in advanced ovarian carcinoma: is maximum cytoreductive surgery an independent determinant of prognosis? Am J Obstet Gynecol. 1992;166: Bristow RE, Tomacruz RS, Armstrong DK, Trimble EL, Montz FJ. Survival effect of maximal cytoreductive surgery for advanced ovarian carcinoma during the platinum era: a meta-analysis. J Clin Oncol. 2002;20: Giede KC, Kieser K, Dodge J, Rosen B. Who should operate on patients with ovarian cancer? An evidence-based review. Gynecol Oncol. 2005;99: Bristow RE, Berek JS. Surgery for ovarian cancer: how to improve survival. Lancet. 2006;367: Vernooij F, Heintz P, Witteveen E, van der Graaf Y. The outcomes of ovarian cancer treatment are better when provided by gynecologic oncologists and in specialized hospitals: a systematic review. Gynecol Oncol. 2007;105: Engelen MJ, Kos HE, Willemse PH, Aalders JG, de Vries EG, Schaapveld M, et al. Surgery by consultant gynecologic oncologists improves survival in patients with ovarian carcinoma. Cancer. 2006;106: Vernooij F, Heintz AP, Witteveen PO, van der Heiden-van der Loo M, Coebergh JW, van der Graaf Y. Specialized care and survival of ovarian cancer patients in The Netherlands: nationwide cohort study. J Natl Cancer Inst. 2008;100: Paulsen T, Kjaerheim K, Kaern J, Tretli S, Tropé C. Improved short-term survival for advanced ovarian, tubal, and peritoneal cancer patients operated at teaching hospitals. Int J Gynecol Cancer. 2006;16(Suppl 1): Engelen MJ, Bongaerts AH, Sluiter WJ, de Haan HH, Bogchelman DH, TenVergert EM, et al. Distinguishing benign and malignant pelvic masses: The value of different diagnostic methods in every day clinical practice. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol. 2008;136: Heintz P, Vernooij F, Witteveen E, van der Graaf Y. Concentratie loont. Med Contact. 2008;63: Schrag D, Earle C, Xu F, Panageas KS, Yabroff KR, Bristow RE, et al. Associations between hospital and surgeon procedure volumes and patient outcomes after ovarian cancer resection. J Natl Cancer Inst. 2006;98: Berrino F, De Angelis R, Sant M, Rosso S, Bielska-Lasota M, Coebergh JW, et al.; EUROCARE Working group. Survival for eight major cancers and all cancers combined for European adults diagnosed in : results of the EUROCARE-4 study. Lancet Oncol. 2007;8: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:B10 5
Behandeling ovariumcarcinoom in Nederland onder de maat. Concentratie loont
Behandeling ovariumcarcinoom in Nederland onder de maat Concentratie loont prof. dr. Peter Heintz, emeritus hoogleraar gynaecologische oncologie, UMC Utrecht dr. Floor Vernooij, arts-onderzoeker, UMC Utrecht
Nadere informatieNOTA ORGANISATIE VAN DE GYNAECOLOGISCH ONCOLOGISCHE ZORG, DEEL II. Versie 2.0
NOTA ORGANISATIE VAN DE GYNAECOLOGISCH ONCOLOGISCHE ZORG, DEEL II Versie 2.0 Datum Goedkeuring 11-05-2012 Methodiek Evidence based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Behandeling van het ovariumcarcinoom
Nadere informatie(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam
(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieKwaliteitsnormen. Blaascarcinoom
Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds
Nadere informatieDisseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET
Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh
Nadere informatieGynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT
Gynaecologisch-oncologische Studies Gynaecongres 11 november 2010 Focus Radiotherapie R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Overzicht: Focus Radiotherapie Cervix Lopend EORTC Embrace Nieuw Outback
Nadere informatieEen patiënte met een dikke buik. Tumor werkgroep gynaecologische oncologie Henriette Arts, Boelo Poppema en Henriette van Geffen
Een patiënte met een dikke buik Tumor werkgroep gynaecologische oncologie Henriette Arts, Boelo Poppema en Henriette van Geffen Een patiënte met een dikke buik Mevrouw X komt bij de huisarts. Sinds kort
Nadere informatieaz groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²
az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken
Nadere informatieDeze voordracht werd gehouden op het jaarlijks symposium van het Verbond van de Belgische Specialisten (VBS) op
Centralisatie door regionalisatie van gynaecologische kankerzorg: Europees model? Philippe Van Trappen Dienst Gynaecologie/Oncologie, AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV Philippe Van Trappen GR04, TU08, HE19,
Nadere informatieVARIATIE IN KANKERZORG: EEN ZORG? SABINE SIESLING OUTCOMES RESEARCH AND PERSONALIZED CANCER CARE
VARIATIE IN KANKERZORG: EEN ZORG? SABINE SIESLING OUTCOMES RESEARCH AND PERSONALIZED CANCER CARE aantal per 100.000 (ESR) MAATSCHAPPELIJKE UITDAGING KANKERINCIDENTIE 550 500 450 400 350 300 250 200 150
Nadere informatieVoorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER
Voorspellende waarde van HE4 bij een complexe ovarium cyste ROELIEN VAN DE VRIE ARTS ONDERZOEKER 16-06-2016 INHOUD Achtergrond Ovarium carcinoom HE4 Retrospectieve studie AvL & AMC Opzet van prospectieve
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieCoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies
'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum
Nadere informatieImproving quality of care for patients with ovarian and endometrial cancer Eggink, Florine
University of Groningen Improving quality of care for patients with ovarian and endometrial cancer Eggink, Florine IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if
Nadere informatieSamenvatting 129. Samenvatting
Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met
Nadere informatieBetere kwaliteit = betere uitkomst van zorg?
Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg? Symposium (Over)leven na Kanker Tilburg, 8 maart 2013 Dr. V. Lemmens Hoofd Sector Onderzoek, Integraal Kankercentrum Zuid Eindhoven Kwaliteit Kwaliteit: definitie?
Nadere informatieIndicator 1 Aanwezigheid van gynaecologisch oncoloog bij operatie ovariumcarcinoom -aanwezigheid bij stadiëringsoperatie -aanwezigheid bij debulking
Indicatoren epitheliaal ovariumcarcinoom Indicator 1 Aanwezigheid van gynaecologisch oncoloog bij operatie ovariumcarcinoom -aanwezigheid bij stadiëringsoperatie -aanwezigheid bij debulking Beperkingen/aandachtspunten
Nadere informatiePKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG
PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG Prof. dr. Harm Kuipers 1 WAAROM NU? TIJD IS ER RIJP VOOR Zorgveld in beweging; steeds meer nadruk op specialisatie en concentratie Oncologische literatuur: 1) relatie tussen
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieOntwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nadere informatieSurvivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc.
Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc. INhoud Toename overleving meer patienten leven langer met kanker Effecten en behoeften na kankerbehandeling? Survivorship
Nadere informatieLess is More, More is Better?
Less is More, More is Better? Concentratie en Regionalisatie van zorg voor de patiënt met slokdarm- en maagkanker: Chirurgisch Perspectief Grard Nieuwenhuijzen, Chirurg PP-ON-NL-0011 Disclosures Medtronic:
Nadere informatieJaarverslag 2013 Stichting Geriatrische Oncologie Nederland December 2013
Jaarverslag 2013 Stichting Geriatrische Oncologie Nederland December 2013 Auteursrechten voorbehouden 1 Periode Jaarverslag Dit jaarverslag beslaat de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013.
Nadere informatie11 april Annemarie Haverhals Leider programma
11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch
Nadere informatieDutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)
Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.
Nadere informatieSAMEN VERDER NA KANKER TRANSMURALE ONCOLOGISCHE NAZORG
SAMEN VERDER NA KANKER TRANSMURALE ONCOLOGISCHE NAZORG Wat is het beste voor de patiënt? Carla M.L. van Herpen, internist-oncoloog 14-10-2014 Nazorg en controle na kanker EXPERTISE Wat wil de patiënt?
Nadere informatieStandpunt Toepassing HIPEC (Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie) bij behandeling van het ovariumcarcinoom
Standpunt Toepassing HIPEC (Hypertherme Intraperitoneale Chemotherapie) bij behandeling van het ovariumcarcinoom Utrecht, 14 maart 2018 1 Achtergrond In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 1.300 vrouwen
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²
Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING In het eerste gedeelte van dit proefschrift worden verschillende coagulatie instrumenten tijdens laparoscopische ingrepen geëvalueerd ter voorkoming van bloedingen en gerelateerde
Nadere informatieMogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,
Nadere informatieDe indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieNOTA GYNAECOLOOG MET ONCOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED (GOA) Versie 1.0
NOTA GYNAECOLOOG MET ONCOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED (GOA) Versie 1.0 Datum Goedkeuring 09-11-2007 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording NVOG 1. Inleiding In Nederland worden vrouwen met (verdenking
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,
Nadere informatieEchogeleide chirurgie voor mammacarcinoom
Echogeleide chirurgie voor mammacarcinoom Een prospectief gerandomiseerd onderzoek N.M.A. Krekel M.H. Haloua M.P. van den Tol S. Meijer Chirurgische oncologie VU Universitair Medisch Centrum Incidentie
Nadere informatieProject Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008
Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Nadere informatieKlinisch vroeg-stadium ovariumcarcinoom: belang van een adequate lymfkliersampling
Klinisch vroeg-stadium ovariumcarcinoom: belang van een adequate lymfkliersampling Prof. dr. Roy Kruitwagen Symposium Het ovariumcarcinoom Oncologiecentrum Maastricht UMC + 10 november 2016 Disclosure
Nadere informatiecommunicatie indicatoren borstkanker
communicatie indicatoren borstkanker Dr. Stevens Ellen De Vos 8/1/2015 De Sint-Jozefkliniek neemt zoveel mogelijk deel aan nationale en internationale initiatieven om de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Nadere informatieMinder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?
Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE
Nadere informatieOncologische zorg bij ouderen
Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²
Vlaams Indicatoren Project VIP² Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject opgericht. Samen met
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatieKCE Stichting KankerRegister
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Centre fédéral d expertise des soins de santé Belgian Health Care Knowledge Centre KCE Stichting KankerRegister Een efficiënte samenwerking rond kwaliteit
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Nadere informatieKwaliteitsindicatoren voor de opvolging van borstkanker (2007-2008).
Kwaliteitsindicatoren voor de opvolging van borstkanker (2007-2008). Datum publicatie: 20/12/2013 Wanneer mensen met kanker af te rekenen krijgen, dan mogen ze terecht hopen op de best mogelijke zorg om
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²
Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren
Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008)
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Algemene informatie In dit rapport vindt U de resultaten van de kwaliteitsindicatoren voor borstkankertumoren van AZNikolaas. Hierbij
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.
Nadere informatieVIP²: resultaten borstkankerindicatoren
VIP²: resultaten borstkankerindicatoren Borstkanker 1: Statusbepaling Aandeel van patiëntes met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische
Nadere informatieUitleg over de interpretatie van de grafiek : De resultaten worden weergegeven via een trechtertechniek (= Funnel plot).
Het H.-Hartziekenhuis scoort bij het Vlaams Indicatoren Project! Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de
Nadere informatieFactsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)
Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren
Nadere informatieAandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling
Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29317 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nes, Johanna Gerarda Hendrica van Title: Clinical aspects of endocrine therapy
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in
Nadere informatiehoofd- halsaandoeningen in de beste chirurgische handen
hoofd- halsaandoeningen in de beste chirurgische handen Kwaliteit in de behandeling van aandoeningen in het hoofd-halsgebied (n.a.v. de Hoofd-Hals enquête gehouden onder de Nederlandse chirurgen 2005)
Nadere informatieVoortgangsrapportage
Voortgangsrapportage Ketenzorg voor vrouwen met ovariumcarcinoom regio zuidwest Nederland Naam Ziekenhuis. Naam afdeling Auteurs. Datum. (logo ziekenhuis invoegen) Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Resultaten
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Chapter IX De schildwachtklier is de eerste lymfklier waarop een kwaadaardige tumor draineert. Deze lymfklier zal als eerste zijn aangedaan, wanneer de tumor via de lymfbanen
Nadere informatie5.4 Gastro-intestinaal
5.4 Gastro-intestinaal 5.4.1 Indicator: Deelname aan de Dutch UpperGI Cancer Audit (DUCA) De mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische behandeling van slokdarmkanker heeft de laatste jaren veel aandacht
Nadere informatiePrognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online
Prognostische factoren in patiënten met 1-3 positieve okselklieren; MammaPrint en Adjuvant! online 3 de Mammacongres Harderwijk Stella Mook Radiotherapeut i.o. Prognostische waarde LN status LN status
Nadere informatieBVO Darmkankerscreening in de spreekkamer van de huisarts Nazorg darmkanker in de huisartsenpraktijk. Dokter de kanker is nu weg wat nu verder?
BVO Darmkankerscreening in de spreekkamer van de huisarts Nazorg darmkanker in de huisartsenpraktijk Dokter de kanker is nu weg wat nu verder? Disclosure belangen spreker Jan Wind (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieendometrium carcinoom in Nederland
endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen
Nadere informatieDr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST
Dr. Ester Siemerink, internist-oncoloog, medisch manager oncologie ANGST Het kan helpen om de feiten te kennen; (na)controles en meer Disclosure Belangen Spreker Geen (potentiële) belangenverstengeling
Nadere informatieChemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie
Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft samen met de chirurg of verpleegkundig specialist gekozen om de behandeling
Nadere informatieDe oorspronkelijke vraag naar een operatierobot
Stand van zaken Robotchirurgie in Nederland Hoogwaardig bewijs voor effectiviteit ontbreekt Claire F. la Chapelle, Frank Willem Jansen, Rob C.M. Pelger en Ben Willem J. Mol + Gerelateerd artikel Ned Tijdschr
Nadere informatieJaarverslag Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland. Augustus 2015
Jaarverslag 2014 Ketenzorg ovariumcarcinoom Regio zuidwest Nederland Augustus 2015 Direct betrokken ziekenhuizen: Albert Schweitzer Ziekenhuis Bravis Ziekenhuis Erasmus MC Maasstad Ziekenhuis Sint Franciscus
Nadere informatieMedische Publieksacademie
Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg
Nadere informatieDUOS & Testiskanker. Jourik Gietema Sjoukje Lubberts Medische Oncologie Universitair Medisch Centrum Groningen
DUOS & Testiskanker Jourik Gietema Sjoukje Lubberts Medische Oncologie Universitair Medisch Centrum Groningen DUOS Jaarsymposium 12-12-2014 Disclosures Geen 2 Stijgende incidentie Testis Carcinoom IKNL.Du
Nadere informatieOuderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens
Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens Levensverwachting in jaren Nederlandse bevolking 2007 Leeftijd Mannen Vrouwen
Nadere informatieAanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek
Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Registratie waarvan gegevens worden opgevraagd: DSCA Contactpersoon: Naam: Mw. Drs. J. t Lam - Boer Centrum/ziekenhuis: Radboud umc Adres: Postbus
Nadere informatiebehandelingen-bij-borstkanker/
https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van
Nadere informatiePolikliniek familiaire tumoren. voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker
Polikliniek familiaire tumoren voor patiënten met familiaire belasting voor borst- en / of eierstokkanker Inleiding U bent doorverwezen naar de polikliniek familiaire tumoren van het UMC Utrecht, Cancer
Nadere informatieDe gidsbijprostaatkanker -Uroloog Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht
De gidsbijprostaatkanker -Uroloog 4-6-2019 Roderick van den Bergh St Antonius Ziekenhuis, Utrecht Inhoud Wat zijn de stappen die de patiënt doorloopt als mogelijk sprake is van prostaatkanker. 1. Incidentie
Nadere informatieBorstkanker indicatoren - Resultaten voor
Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project
Nadere informatiePKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG. Kees van den Berg, voorzitter en patiënt
PKS TOEKOMSTVISIE OP PK ZORG Kees van den Berg, voorzitter en patiënt SYMPOSIUM PKS 12 JUNI J.L. Presentatie van visie PKS op de toekomst van de prostaatkankerzorg in Nederland Stip op de horizon vanuit
Nadere informatiePatiënten informatie ten behoeve van een wetenschappelijk onderzoek: De SHAPE studie
Patiënten informatie ten behoeve van een wetenschappelijk onderzoek: De SHAPE studie (een internationale gerandomiseerde non-inferiority trial (radicale baarmoederverwijdering met verwijderen lymfeklieren
Nadere informatieDeel 1. Uw bezoek aan de polikliniek
. Uw bezoek aan de polikliniek Inhoud Inleiding 1 Behandelteam 1 Vragen en onzekerheid 1 Onderwerpen die ter sprake (kunnen) komen 2 Patiënteninformatie vll 081/0911 Inleiding Om de diagnose kanker met
Nadere informatiehttp://medischcontact.artsennet.nl/tijdschrift/archief/tijdschriftartikel/nuttige-diensten-van-regionaal-...
Page 1 of 6 Nuttige diensten van regionaal EPD Publicatie Nr. 21-19 mei 2009 Jaargang 2009 Rubriek Auteur Artikelen D. Boll c.s. Pagina's 942-945 Bundeling regionale expertise gynaecologische oncologie
Nadere informatieRadiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker
Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker lokale verbranding van de alvleeskliertumor Doel Het doel van de studie is te onderzoeken of radiofrequente ablatie (RFA) gevolgd door
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een
Nadere informatieResponsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)
Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Eran van Veldhuisen, Bengt van Rijssen, Remy Klaassen, Yung Nio, Hanneke Wilmink, Krijn Van
Nadere informatieChemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie
Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Neo-adjuvante chemotherapie Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Waarom vooraf chemotherapie? 1 Onderzoeken en afspraken 1 Evaluatie van
Nadere informatieComorbiditeit en oncologische zorg voor ouderen
Comorbiditeit en oncologische zorg voor ouderen Huub Maas, klinisch geriater TweeSteden ziekenhuis Tilburg IKZ Eindhoven Rotterdam 19-11-2008 Definities Comorbiditeit: bijkomende ziekte(n) naast de index
Nadere informatieThe Symphony triple A study
Patiënten informatie en toestemmingsverklaring The Symphony triple A study USING SYMPHONY AS AN ADJUNCT TO HISTOPATHOLOGIC PARAMETERS WHEN THE DOCTOR IS AMBIVALENT ABOUT THE ADMINISTRATION AND TYPE OF
Nadere informatieCover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical
Nadere informatieDe interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?
De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? Jan Wille, coördinator infectiepreventie Titia Hopmans, senior adviseur PREZIES RIVM, Centrum voor Infectieziektebestrijding 1 Patiëntveiligheid
Nadere informatieCasus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Melanoom (DMTR) 2016
Factsheet Indicatoren Melanoom (DMTR) 2016 Registratie gestart: Medio 2013 Beschrijving Indicatoren Naar aanleiding van eerder gemaakte afspraken vindt de behandeling van patiënten met een laag stadium
Nadere informatieOplegger indicatorenset Gynaecologische Oncologie (DGOA) verslagjaar 2017
Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset
Nadere informatieMaligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie
Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt
Nadere informatieMednet/IKNL peiling Substitutie oncologische zorg. Onderzoek onder huisartsen en medisch specialisten werkzaam in de oncologie; juli 2014
Mednet/IKNL peiling Substitutie oncologische zorg Onderzoek onder huisartsen en medisch specialisten werkzaam in de oncologie; juli 2014 Title of the Presentation 10/17/2014 2 Uit NHG-Standpunt Oncologische
Nadere informatie