Apotheek Haagse Ziekenhuizen. SPC Individuele Bereidingen. Diazoxide 5 mg, capsule

Transcriptie

1 1. Naam van het geneesmiddel Diazoxide 35 mg, capsule Diazoxide 50 mg, capsule 2. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Bevat per capsule resp. 5, 35 of 50 mg diazoxide. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek Farmaceutische vorm Capsule 4. Klinische gegevens 4.1 Therapeutische indicaties Hypoglykemie door hyperinsulinemie geassocieerd met neoplasie van de eilandjes van Langerhans en bepaalde gevallen van extra-pancreatische neoplasie die verband houdt met hypoglykemie bij volwassenen en kinderen, en leucinegevoeligheid en idiopathische hypoglykemie bij kinderen. 4.2 Dosering en wijze van toediening Hypoglykemie: oraal: volwassenen, individueel, aanvankelijk mg 2-3 x per dag, op geleide van het effect, tot 800 mg per dag; volgens het NKFK kinderen vanaf 1 jaar aanvankelijk 5 mg/kg lich.gewicht per dag in 2-3 doses, zo nodig geleidelijk aanpassen tot onderhoudsdosering 3-8 mg/kg lich.gewicht per dag in 2-3 doses; kinderen jonger dan 1 jaar aanvankelijk 10 mg/kg lich.gewicht per dag in 2 doses, zo nodig geleidelijk aanpassen tot onderhoudsdosering 5-15 mg/kg lich.gewicht per dag in 2-3 doses, max. 20 mg/kg lich.gewicht per dag in 3 doses; volgens de fabrikant kinderen 3-8 mg/kg lich.gewicht per dag. Verminderde nierfunctie Bij verminderde nierfunctie is aanpassing van de dosering niet noodzakelijk. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor diazoxide, thiaziden of sulfonamiden, hyperurikemie en hartfalen. Voorzichtigheid is geboden bij hypokaliëmie, omdat de hyperglykemische effecten kunnen worden versterkt. 1 / 5

2 4.4 Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik Patiënten dienen nauwkeurig klinisch geobserveerd te worden, indien ze worden behandeld met diazoxide capsules. De klinische respons en bloedglucosespiegels dienen zorgvuldig te worden gecontroleerd totdat de toestand van de patiënt zich voldoende heeft gestabiliseerd; in de meeste gevallen wordt dit na enkele dagen bereikt. Langdurig gebruik vereist regelmatige controle van de urine op glucose en ketonen, vooral in stresssituaties. Bovendien moeten bloedsuikerspiegels periodiek worden gecontroleerd door de arts om te bepalen of een aanpassing van de dosis nodig is. Diazoxide en aanverwante benzothiazines kunnen afwijkingen veroorzaken in de hematopoiese; regelmatige controle van hemoglobine, leukocyten en trombocyten is geïndiceerd. Tevens dient regelmatig het urinezuur te worden bepaald vanwege het gevaar op hyperuricemie. De antidiuretische eigenschap van diazoxide kan leiden tot significante vochtretentie, welke bij patiënten met een beperkte cardiale reserve, kan ontaarden in decompensatio cordis. De vochtretentie zal reageren op conventionele therapie met diuretica. Voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van diuretica en antihypertensiva. In aanwezigheid van hypokaliëmie kunnen hyperglycemische effecten ook worden versterkt. Cataract is waargenomen bij baby s, deze afwijking bleek reversibel na correctie van de vochtbalans. Omdat de plasma halfwaardetijd van diazoxide verlengd is bij patiënten met een beperkte nierfunctie,moet een gereduceerd doseringsschema worden overwogen. Tevens moeten serum elektrolytspiegels worden geëvalueerd bij dergelijke patiënten. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen Niet beoordeeld: diuretica kunnen de hyperglykemie, de hyperurikemie en de hypotensie versterken. Fenothiazines, corticosteroïden en oestrogeen-progestageencombinaties kunnen de hyperglykemie versterken. De bloedglucoseverlagende werking van sulfonylureumderivaten wordt tegengegaan. Sulfonylureumderivaten binden aan ATP-gevoelige kaliumkanalen en bevorderen zo de afgifte van insuline; diazoxide heeft een tegenovergesteld effect op de kaliumkanalen. Daling van de plasmaconcentratie van fenytoïne is waargenomen. De werking van cumarinederivaten zou kunnen worden versterkt. 2 / 5

3 4.6 Gebruik bij zwangerschap en borstvoeding Zwangerschapscategorie: C (Australië). Ervaring met diazoxide tijdens de zwangerschap is beperkt. Door een snelle daling van de bloeddruk kan de doorbloeding van de placenta verminderen. Bij de foetus kan bradycardie optreden. Bij gebruik aan het einde van de zwangerschap kan het ontstaan van weeën worden geremd. Bij de pasgeborene kunnen neonatale hyperglykemie, hypotensie en hyperbilirubinemie optreden. Diazoxide gaat over in de moedermelk. Ervaring met diazoxide tijdens het geven van borstvoeding is zeer beperkt. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken Aangezien posturale hypotensie en sufheid mogelijk zijn, dienen patiënten te worden gewaarschuwd dat zij geen mechanische handelingen verrichten waarbij opmerkzaamheid noodzakelijk is, totdat hun reactie op het geneesmiddel is vastgesteld. 4.8 Bijwerkingen Natrium- en waterretentie met oedeemvorming kunnen optreden, vooral na chronisch gebruik. Dit kan worden bestreden met een diureticum. Verlaging van de dosering kan nodig zijn bij gebruik van een diureticum vanwege de synergistische werking. Hyperglykemie of glucosurie kan optreden; verlaging van dosering kan nodig zijn om ketoacidose of hyperosmolair coma te vermijden. Hyperglykemie kan ernstiger zijn in aanwezigheid van hypokaliëmie. Hirsutisme kan optreden, met name bij kinderen en vrouwen; dit verdwijnt na staken van de behandeling. Bij baby's is cataract waargenomen; dit bleek reversibel na correctie van de vochtbalans. Na langdurige orale therapie kunnen hypertrichose en extrapiramidale bijwerkingen optreden. Verder zijn gemeld hypotensie, pijn op de borst, tachycardie, hartkloppingen, misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, ileus, smaakstoornissen, eetlustverlies, polyneuritis, paresthesie, jeuk, hyperurikemie, allergische reacties (kruisovergevoeligheid met thiaziden of sulfonamiden is mogelijk), trombocytopenie, neutropenie, leukopenie, eosinofilie, verlaging van het Hb-gehalte, verlaging van het hematocriet, overmatig bloeden, stijging van de leverenzymwaarden (ASAT, AF), nierinsufficiëntie, angst, duizeligheid, slapeloosheid, remming van uteruscontracties, huiduitslag, verlies van hoofdhaar, koorts, lymfadenopathie, veroudering botleeftijd, subconjunctivale bloeding, ringscotoom, troebele visus, diplopie, tranen, hoofdpijn, zwakte, malaise, jicht, pancreatitis en galactorroe. 4.9 Overdosering Effecten bij overdosering zijn hyperglykemie of keto-acidose. Antidotum bij hyperglykemie is insuline. 3 / 5

4 5. Farmacologische eigenschappen 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Diazoxide is verwant aan de thiazidediuretica maar het heeft geen diuretische werking. De hyperglykemische werking berust op remming van de afgifte van insuline door het pancreas en op stimulering van de afgifte van catecholaminen. De remming van insuline-afgifte wordt veroorzaakt doordat diazoxide interageert met ATP-afhankelijke kaliumkanalen en het sluiten hiervan voorkomt of de openingstijd verlengt. Dit effect is tegengesteld aan dat van de sulfonylureumderivaten. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Wordt na orale toediening goed geabsorbeerd. De plasma-eiwitbinding is meer dan 90%; de eiwitbinding neemt af bij gestoorde nierfunctie. Het wordt gedeeltelijk in de lever gemetaboliseerd en samen met de inactieve metabolieten hoofdzakelijk uitgescheiden met de urine. De eliminatiehalfwaardetijd varieert van uur, bij kinderen van uur. Bij gestoorde nierfunctie of na overdosering kan de plasmahalfwaardetijd oplopen. Diazoxide en de metabolieten zijn te verwijderen met hemodialyse of peritoneaal dialyse. De bloedglucoseverhogende werking treedt na ong. 1 uur in en kan tot 8 uur aanhouden. 6. Farmaceutische gegevens 6.1 Lijst van hulpstoffen Lactose monohydraat 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid N.v.t. 6.3 Houdbaarheid Diazoxide capsules zijn 6 maanden houdbaar bij kamertemperatuur (15 25 C) 6.4 Speciale voorzorgen bij opslag Donker en beneden 25 C, niet in koelkast of vriezer. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Capsules capsicards Nr 3 helder. 4 / 5

5 7. Fabrikant Apotheek Haagse Ziekenhuizen Escamplaan EX Den Haag 8. Datum van herziening van de tekst 18 Juni / 5