D E N O R M E N

Transcriptie

1 Utrecht, 1 oktober 2011 D E N O R M E N UITGANGSPUNTEN. 1.1 De normen zijn het geheel van regels, procedures en grenzen voor de beslissing over bevordering in de diverse leerjaren. De normen zijn openbaar. Een uittreksel uit de normen wordt elk schooljaar bij het eerste cijferrapport aan de leerlingen meegegeven. Bij de normen hoort als aanhangsel het programma van toetsing (onderbouw in ontwikkeling) en het programma van toetsing en afsluiting (bovenbouw). Die zijn eveneens openbaar. 1.2 In elke afdeling kan uit de normen worden opgemaakt of een leerling op basis van de cijfers op het eindrapport zonder bespreking (= automatische bevordering) bevorderd is of niet. Onder het gebied van de automatische bevordering ligt een gebied (de bespreekzone) waarbij de rapportvergadering een besluit neemt over bevordering. Zowel de behaalde cijfers als andere relevante informatie worden bij die bespreking en de beslissing betrokken. De normen gaan uit van "hele" (rekenkundig afgeronde) cijfers. In de onderbouw komen op het rapport geen cijfers lager dan 3.0 te staan. 1.3 Er vindt in de onderbouw gerichte bevordering plaats in alle klassen. Indien een leerling niet bevorderd kan worden naar een volgende klas in dezelfde afdeling, dan dient steeds de zinvolheid van een vervolg in een hogere klas van een lagere afdeling ter discussie te staan. Er moet in deze situatie aan de ouders een advies worden uitgebracht ten aanzien van zo n bevordering dan wel ten aanzien van doubleren. Ook als een leerling onze school verlaat moet aan de ouders een advies worden uitgebracht. 1.4 Het is leerlingen in principe niet toegestaan: o te doubleren in de brugklassen (zie brugklasnorm) o te doubleren in mavo 2 (zie bevorderingsnorm tweede klassen) o twee maal hetzelfde leerjaar te doubleren; (voorbeelden: 3e keer havo-2 doen mag niet; vwo-3 havo-3 havo-3 mag niet). o twee jaar achter elkaar een leerjaar doubleren; (voorbeelden: havo-2 havo-2 havo-3 havo-3 mag niet; vwo-2 vwo-2 havo-3 mavo-3 mag niet). In deze laatste twee situaties zal een leerling: in de onderbouw bevorderd worden naar een hoger leerjaar van een 'lagere' stroom, indien dat volgens de normen kan, of van school verwijderd worden; (voorbeeld: havo-2 havo-2 havo-3 mavo-4) in de bovenbouw bevorderd worden naar hetzelfde leerjaar van een 'lagere' stroom, of van school verwijderd worden. (voorbeeld: vwo-5 vwo-5 havo-5). 1.5 Doublanten kunnen niet naar een hogere afdeling doorstromen. 1.6 Alle handelingsdelen moeten vóór de in de jaaragenda genoemde datum naar behoren zijn afgerond. Indien op de genoemde datum een leerling nog een handelingsdeel heeft, dat niet naar behoren is afgerond, dan geeft de betreffende vakdocent van deze leerling dat door aan de afdelingsleider. 1

2 In die situatie: worden er in samenspraak tussen vakdocent(en) en afdelingsleider passende maatregelen genomen; krijgt een leerling de gelegenheid, die handelingsdelen alsnog naar behoren af te ronden tot twee dagen voor de rapportvergadering van het betreffende leerjaar van de betreffende afdeling. Indien de handelingsdelen twee dagen voor de eindrapportvergadering naar het oordeel van de betreffende vakdocent niet naar behoren zijn afgerond, dan wordt de leerling niet bevorderd. 1.7 Indien voor een leerling in de onderbouw voor één of meer toetsen geen beoordeling heeft plaatsgevonden, dan kan de afdelingsleider de docent en de leerling gehoord- deze leerling uitsluiten van de bevorderingsbespreking en dient de leerling te doubleren. 1.8 Dyslectische leerlingen en leerlingen met andere leerproblemen (conclusie op basis van een testrapport van een orthopedagoog) krijgen in de klassen 1 en 2 voor toetsen geen cijfer lager dan een 3. Deze ondergrens geldt alleen voor de vakken waarin de leerlingen van onze school examen kunnen doen. De regel vervalt wanneer de desbetreffende leerling gefraudeerd heeft, niets inlevert, of aantoonbaar het huiswerk niet heeft gedaan. Dit ter beoordeling van de docent. 1.9 Mocht er in de norm van een bepaald leerjaar voor één of meer van de genoemde vakken geen rapportcijfer zijn (bijvoorbeeld i.v.m. dispensatie voor een leerling voor een vak of i.v.m. bijvoorbeeld langdurige afwezigheid van een docent), dan worden de genoemde grenzen in de schema s naar verhouding bijgesteld In speciale gevallen kan van de normen worden afgeweken. Door ieder van de docenten, aanwezig op de rapportvergadering, en door de voorzitter kan een leerling worden voorgedragen om - op grond van deze regel - in aanmerking te komen voor een bevorderingsbespreking. Indien een van de docenten van deze mogelijkheid gebruik wil maken, dan moet hij/zij voorafgaand aan de rapportvergadering de betreffende afdelingsleider op de hoogte brengen van zijn bedoeling en de afdelingsleider informeren over de bijzondere omstandigheden van de leerling die in de ogen van de docent deze leerling laten vallen onder speciale gevallen. De vergadering stemt - gehoord de argumenten hierover. Als een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde docenten vóór stemt, kan de bevorderingsbespreking geopend worden, dan wel de bespreking over het recht op doubleren (brugklas). In geval van bevordering via 1.10 worden de ouders hiervan door middel van een brief (geschreven rapport, inclusief cijfers) op de hoogte gesteld. 2

3 2. DE PROCEDURE. 2.1 De afdelingsleider geeft op een overzichtslijst met eindcijfers per leerling aan of deze bevorderd is of dat de leerling in de bespreekzone zit. Daarnaast worden belangrijke en nog relevante gegevens uit de carrière van de leerling aangegeven (of een leerling is gedoubleerd, type brugklas, advies basisschool, citoscore, handelingsdelen, e.d.). Docenten krijgen vóór de eindrapportvergadering deze overzichtslijst ter beschikking. De betreffende afdelingsleider zit de vergadering voor en brengt leerlingen voor een bevorderings- en/of adviesbespreking naar voren en stelt de beslissing van de vergadering vast Wij onderscheiden bij de overgangsvergadering de bevorderingsbespreking en de adviesbespreking. Tijdens beide besprekingen dient gestemd te worden op basis van alle argumenten en de totale cijferlijst. De bevorderingsbespreking vindt alleen dan plaats: a. wanneer de leerling in de bespreekzone staat (d.w.z. niet het recht heeft op een automatische bevordering) of b. wanneer een leerling bij de rapportage van de vóórlaatste PTA-week BOVEN de bespreekzone staat en met het laatste rapport ONDER deze zone. De adviesbespreking: Na een bevordering kán de vergadering een afwijkend of ondersteunend advies uitspreken. Iedere docent heeft het recht om een leerling voor te dragen voor een adviesbespreking. Indien tweederde van de aanwezige docenten een bepaald advies steunt, wordt dit op het rapport vermeld. (stemonthouding is toegestaan) Adviezen om te doubleren in een lagere stroom worden niet op het rapport vermeld maar worden alleen mondeling met de ouders besproken. 2.3 De stemprocedure na de bevorderingsbespreking is als volgt: 1. Docenten stemmen op basis van de totale cijferlijst en de naar voren gebracht argumenten vóór of tegen een bevordering. 2. De leerling wordt bevorderd: - bij een meerderheid van stemmen voor bevordering - bij staken van stemmen Alleen docenten die aanwezig zijn bij de bespreking kunnen hun stem uitbrengen ( stemmen bij volmacht kan dus niet). Elke docent heeft maar één stem (ook al geeft hij meerdere vakken aan dezelfde leerling). Docenten kunnen zich niet onthouden van stemmen! 2.4 Na de rapportvergadering gaat de revisiecommissie de resultaten na. Haar taak bestaat uit: a. tijdens de rapportvergaderingen notuleren: 1. welke leerlingen in bespreking worden gebracht, 2. of een bevorderings- en/of adviesbespreking plaatsvond en de argumenten die daarbij gebruikt worden, 3. het resultaat van deze besprekingen, MET stemverhouding. c. nagaan of de beslissingen van de vergadering in overeenstemming zijn met de normen en het onderling vergelijken van deze beslissingen. d. het signaleren van tekorten en onduidelijkheden in de normen, verwerkt tot een advies en tot wijzigingsvoorstellen aan de normencommissie, e. uitbrengen van verslag aan de directie. 3

4 2.5 Indien bij de voorbereiding van de overgangsvergadering door de afdelingsleiders mocht blijken dat de (vermoedelijke) uitslag niet strookt met de prognose van de klassenindeling, dient de directie een keuze te maken ten aanzien van de klassenindeling Op voorstel van de revisiecommissie of in overleg met de revisiecommissie heeft de rector het recht beslissingen van de vergadering te herzien, na overleg met de betreffende afdelingsleider. 2.7 De rapporten worden uitgereikt nadat 2.6 is afgehandeld. 3. DE NORMEN PER LEERJAAR PER AFDELING 3.1 Met in achtneming van de hiervoor beschreven uitgangspunten en procedure gelden er specifieke normen en regels voor de diverse leerjaren binnen de verschillende afdelingen. 4

5 BRUGKLAS MAVO-HAVO 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering/bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. NB: Het gaat daarbij om 8 leergebieden: NE-FA-EN-M&M-WI-M&N-K&C (BV en MU)-B&S. NBB: Ook als binnen K&C de onderdelen BV en MU gescheiden worden gegeven, dan wordt het vak K&C in de normen als 1 vak geteld (eventueel worden de 2 deel-cijfers voor BV en MU samen rekenkundig gemiddeld tot 1 cijfer). 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling: NE-FA-EN-M&M-WI-M&N 5 = = = - 4 K&C (BV+MU) -B&S 5 = = = Er vindt gerichte bevordering plaats in de brugklas Mavo-Havo. Gerichte bevordering wil zeggen, dat leerlingen in de brugklas geen recht hebben op doubleren, maar bevorderd worden naar Havo 2, naar Mavo 2, of naar Kader BeroepsGerichte Leerweg In de brugklas bestaat geen recht op doubleren, tenzij na een Bevorderingsbespreking (waarin een leerling niet bevorderd kan worden naar Mavo 2), de vergadering beslist met twee derde meerderheid van de stemmen, dat de leerling toch mag doubleren in de brugklas. 5. Leerlingen die op het voorlaatste rapport in de Bespreekzone MAVO 2/KBG 2 staan, krijgen schriftelijk een waarschuwend bericht over het mogelijk niet bevorderd kunnen worden naar MAVO 2 aan het einde van het schooljaar en een noodzakelijke verwijzing naar ander onderwijs op een andere school. Leerlingen die een dergelijke schriftelijke waarschuwing niet hebben ontvangen, kunnen aan het einde van het schooljaar niet een dwingende bevordering en overplaatsing naar een andere school krijgen en hebben derhalve recht op bevordering naar MAVO 2 c.q. recht op doubleren. 6. Met in achtneming van de genoemde regels en op basis van de twee gegevens T-score en aftrekpunten, geldt het volgende schema: T-score Norm 72 Havo 2 62 T < 72 Bespreekzone M-2/H-2 48 Mavo-2 < 48 Bespreekzone M-2/KBG-2 5

6 BRUGKLAS HAVO-VWO 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering/bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. NB: Het gaat daarbij om de vakken: NE-FA-EN-GS-AK-WI-BI-O&O-LB-MU-BV-LO (12 vakken). 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling: NE-FA-EN-GS-AK-WI-BI-O&O 5 = = = - 4 LB-MU-BV-LO 5 = = = Er vindt gerichte bevordering plaats in de brugklas Havo-Vwo. Gerichte bevordering wil zeggen, dat leerlingen in de brugklas geen recht hebben op doubleren, maar bevorderd worden naar Vwo 2, Havo 2 of naar Mavo In de brugklas bestaat geen recht op doubleren, tenzij na een Bevorderingsbespreking de vergadering beslist met twee/derde meerderheid van de stemmen, dat de leerling toch mag doubleren in de brugklas. 5. Leerlingen in de brugklas Havo-Vwo hebben minimaal recht op een bevordering naar Mavo Een leerling die recht heeft op een automatische bevordering naar vwo-2 of havo-2 met Technasium, dient de positieve of negatieve keuze voor deze bevordering voorafgaand aan de eindrapportvergadering kenbaar te maken. 7. Met in acht neming van genoemde regels en op basis van de twee gegevens T-score en aftrekpunten, geldt het volgende schema: T-score Norm 88 én WI/BI/O&O 22 Vwo2 + Technasium 88 én WI/BI/O&O < 22 Vwo2 + Bespreekzone Technasium 88 Vwo2 76 T < 88 én WI/BI/O&O 22 Bespreekzone Vwo 2 + bespreekzone Technasium 76 T < 88 én WI/BI/O&O 22 Bespreekzone Vwo 2 + bespreekzone Technasium 76 T < 88 Bespreekzone V2 76 én WI/BI/O&O 22 H2 + Technasium 76 én WI/BI/O&O < 22 Havo2 + Bespreekzone Technasium 76 Havo2 66 T < 76 Bespreekzone M2-H2 < 66 Mavo2 6

7 BRUGKLAS Gymnasium 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering/bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. NB: het gaat daarbij om de vakken: NE-FA-EN-GS-AK-WI-BI-O&O-LA-LB-MU-BV-LO (13 vakken). 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling: NE-FA-EN-GS-AK-WI-BI-O&O-LA 5 = = = - 4 LB-MU-BV-LO 5 = = = Er vindt gerichte bevordering plaats in de brugklas Gymnasium. Gerichte bevordering wil zeggen, dat leerlingen in de brugklas geen recht hebben op doubleren, maar bevorderd worden naar Gymnasium 2, Vwo 2 of Havo In de brugklas bestaat geen recht op doubleren, tenzij na een Bevorderingsbespreking de vergadering beslist met twee derde meerderheid van de stemmen, dat de leerling toch mag doubleren in de brugklas. 5. Leerlingen in de brugklas Gymnasium hebben minimaal recht op een bevordering naar Havo Een leerling die recht heeft op een automatische bevordering vwo-2 of havo-2 met Technasium, dient de positieve of negatieve keuze voor deze bevordering voorafgaand aan de eindrapportvergadering kenbaar te maken. 7. Met in acht neming van genoemde regels en op basis van de twee gegevens T-score en aftrekpunten, geldt het volgende schema: T-score norm 78 én Gymnasium 2 + Technasium WI/BI/O&O Gymnasium 2 78 én WI/BI/O&O < 22 Gymnasium 2 + Bespreekzone Technasium < 78 én WI/BI/O&O 22 Bespreekzone H2/V2 en recht op Technasium < 78 én WI/BI/O&O < 22 Bespreekzone H2/V2 en Bespreekzone Technasium < 78 Bespreekzone H2/V2 7

8 Tweede klassen MAVO 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering/bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. NB: Het gaat daarbij om 9 leergebieden: NE-FA-DU-EN-M&M-WI-M&N-K&C (BV en MU)- B&S. NBB: Ook als binnen K&C de onderdelen BV en MU gescheiden worden gegeven, dan wordt het vak K&C in de normen als 1 vak geteld (eventueel worden de 2 deel-cijfers voor BV en MU samen rekenkundig gemiddeld tot 1 cijfer). 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling: NE-FA-DU-EN-M&M -WI-M&M 5 = = = - 4 K&C-B&S 5 = = = Er vindt gerichte bevordering plaats, uitgaande van onderstaand schema. Dat wil zeggen, dat leerlingen bevorderd worden naar Mavo 3 of naar KBGL 3. Leerlingen hebben NIET het recht om te doubleren in het geval zij niet bevorderd worden naar Mavo 3, tenzij de vergadering met twee derde meerderheid de leerling toestaat wél te doubleren. De ouders worden na het voorlaatste rapport op de hoogte gebracht van het feit dat hun zoon/dochter mogelijk een verbod krijgt om op onze school te doubleren. Leerlingen die een dergelijke schriftelijke waarschuwing niet hebben ontvangen, kunnen aan het einde van het schooljaar niet een dwingende bevordering en overplaatsing naar een andere school krijgen en hebben derhalve recht op bevordering naar MAVO 3 c.q. recht op doubleren. 4. Met in achtneming van de genoemde regels en op basis van de twee gegevens T-score en aftrekpunten, geldt het volgende schema: T-score Norm 72 Bespreekzone M3-H3 54 Mavo 3 < 54 Bespreekzone M3-KBG3 8

9 Tweede klassen HAVO 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering / bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. Het gaat daarbij om de volgende vakken : NE FA DU EN GS AK WI NASK BI LB MU BV LO (13 vakken) Sommige leerlingen zitten op het Technasium, en hebben dus het vak O&O. Zij volgen dan in totaal 14 vakken. 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling : Voor de vakken : Voor de vakken : NE FA DU EN GS AK WI NASK BI ( O&O ) LB MU BV - LO 5 = = = = = = Er vindt gerichte bevordering plaats uitgaande van onderstaand schema, dat wil zeggen dat leerlingen bevorderd worden naar 3 HAVO of naar 3 MAVO of 3 VWO. Leerlingen hebben het recht te doubleren in het geval dat zij niet bevorderd worden naar 3 HAVO, maar naar 3 MAVO, met in acht neming van art. 1.4 uit de uitgangspunten. 4. Een leerling met 97 punten komt in de bespreekzone 3V als er bij de vakken NE-EN-WI maximaal één 5 staat. Een leerling met < 97 punten komt in de bespreekzone 3H als er bij de vakken NE EN WI meer dan één 5 staat. NORM 2H : T S C O R E N O R M 97 Bespreekzone 3V 78 T < 97 Bevorderd 3H < 78 Bespreekzone 3M / 3H / doubleren 5. Technasium : Leerlingen die in 2 HAVO géén Technasium-opleiding hebben gevolgd, kunnen niet bevorderd worden naar 3 HAVO of 3 VWO mét Technasium, tenzij de rapportvergadering hierop een uitzondering wil maken. NORM 2H met Technasium : T S C O R E N O R M 103 Bespreekzone 3H/3V met Technasium 84 T < 103 Bevorderd 3H met Technasium < 84 Bespreekzone 3M/3H met Technasium/ Havo zonder Technasium / doubleren 6. Een leerling met 103 punten komt in de bespreekzone 3V als er bij de vakken Ne En Wi maximaal één 5 staat. Een leerling met < 103 punten komt in de bespreekzonde 3H als er bij de vakken Ne En Wi meer dan één 5 staat. 9

10 Tweede klassen VWO / GYMNASIUM 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering / bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. Het gaat daarbij om de volgende vakken: NE FA DU EN GS AK WI NASK BI LB MU BV LO (13 vakken) Sommige leerlingen zitten op het Technasium, en hebben dus het vak O&O (en hebben dan 14 vakken). Sommige leerlingen zitten op het Gymnasium, en hebben dus als extra vak Latijn (en hebben dan 14 vakken). Sommige leerlingen zitten op zowel Technasium als Gymnasium ; zij hebben dus als extra vakken Latijn en O&O (en hebben dan 15 vakken).. 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling : Voor de vakken : Voor de vakken : NE (LA) - FA DU EN GS AK WI NASK BI (O&O) LB MU BV- LO 5 = = = = = = Er vindt gerichte bevordering plaats uitgaande van onderstaand schema, dat wil zeggen dat leerlingen bevorderd worden naar 3 VWO / Gymnasium of naar 3 HAVO. Leerlingen hebben het recht te doubleren in het geval dat zij niet bevorderd worden naar 3 VWO, maar naar 3 HAVO met in acht neming van art. 1.4 uit de uitgangspunten. NORM 2V : 78 T S C O R E N O R M Bevorderd 3V < 78 Bespreekzone 3H/3V Een leerling met 78 punten komt in de bespreekzone 3V als er bij de vakken Ne En Wi meer dan één 5 staat. NORM 2V met Technasium : 84 T S C O R E N O R M Bevorderd 3V met Technasium T < 84 Bespreekzone 3V met Technasium/3V zonder Technasium/ 3 Havo met Technasium / 3Havo zonder Technasium / doubleren Leerlingen die in 2 VWO géén Technasium-opleiding hebben gevolgd, kunnen niet bevorderd worden naar 3 VWO of 3 HAVO mét Technasium, tenzij de rapportvergadering hierop een uitzondering wil maken. Een leerling met 84 punten komt in de bespreekzone 3V met Technasium als er bij de vakken Ne En Wi meer dan één 5 staat. 10

11 NORM 2 Gymnasium : 84 T < 84 T S C O R E N O R M Bevorderd 3 Gymnasium Bespreekzone 3G / 3V / 3 Havo/ doubleren Een leerling met 84 punten komt in de bespreekzone 3V als er bij de vakken Ne En Wi meer dan één 5 staat. NORM 2 Gymnasium plus Technasium : 90 T < 90 T S C O R E N O R M Bevorderd 3 Gymnasium met Technasium Bespreekzone 3G met Technasium/ 3G zonder Technasium / 3V met Technasium/ 3V zonder Technasium/ 3 Havo met Technasium / 3 Havo zonder Technasium/ doubleren Leerlingen die in 2 VWO géén Technasium-opleiding hebben gevolgd, kunnen niet bevorderd worden naar 3 VWO of 3 HAVO mét Technasium, tenzij de rapportvergadering hierop een uitzondering wil maken. Een leerling met 90 punten komt in de bespreekzone 3V met Technasium als er bij de vakken Ne En Wi meer dan één 5 staat. 11

12 Overgangsnorm MAVO 3 naar MAVO 4 Een leerling is bevorderd als hij/zij voldoet aan de volgende drie voorwaarden: 1. Van de zes examenvakken: alle cijfers 6 of hoger 1 x 5, overige cijfers 6 of hoger of 2 x 5, waarvan ten hoogste één behorend tot het sectordeel, overige cijfers 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger of 1 x 4, overige cijfers 6 of hoger, waarvan tenminste één 7 of hoger 2. De vakken lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1 moeten met voldoende of goed zijn beoordeeld. 3. Voor de overige vakken maximaal één 5. In alle andere gevallen komt de leerling in bevorderingsbespreking. 12

13 Derde klassen HAVO 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering/ bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. Het gaat daarbij om de vakken: NE FA DU EN GS AK WI NA SK EC MU - BV - LO (13 vakken). Sommige leerlingen zitten op het Technasium, en hebben dus het vak O&O. Zij volgen niet het vak muziek (en hebben dus in totaal ook 13 vakken). 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling: NE-FA-DU-EN-GS-AK-WI-NA-SK- (O&O) -EC 5 = = = - 4 (MU)-BV-LO 5 = = = Er vindt gerichte bevordering plaats uitgaande van onderstaand schema. Dat wil zeggen, dat leerlingen al dan niet bevorderd worden naar Havo 4 (cq Vwo 4).. Bij leerlingen die niet bevorderd kunnen worden naar Havo 4 wordt een mogelijke bevordering mavo 4 besproken. Leerlingen hebben het recht om te doubleren in het geval zij niet bevorderd worden naar Havo 4, maar naar Mavo 4 met in acht neming van art. 1.4 uit de uitgangspunten. 4. Op basis van de twee gegevens T-score en aftrekpunten, gelden onderstaande grenzen. NORM 3 Havo : T - score Norm 97 Bespreekzone Vwo 4 / Havo 4 78 T < 97 Havo T < 78 Bespreekzone Mavo 4 / Havo 4 / doubleren Naast de T-score zijn de vakken Ne, En, Wi van belang. Voor de vakken NE EN WI geldt het volgende : - Heeft een leerling voor NE-EN-WI maximaal één 5 dan gelden bovenstaande normen. - Een leerling komt in de bespreekzone voor Havo 4 als er op het eindrapport voor de vakken NE EN WI de volgende onvoldoendes staan: 1 x 4 (andere cijfers 6 of hoger) 1 x 4 / 1 x 5 (andere cijfer 6 of hoger) 2 x 5 (andere cijfer 6 of hoger) In alle overige gevallen is de leerlingen afgewezen voor Havo 4. Voor leerlingen die een pakket zonder WI volgen geldt: Een leerling komt in de bespreekzone voor Havo 4 als er op het eindrapport voor de vakken NE/EN de volgende onvoldoendes staan: 2 x 5 (andere cijfers 6 of hoger) 1 x 4 (andere cijfers 6 of hoger) In alle overige gevallen is de leerlingen afgewezen voor Havo 4. 13

14 N.B. Voor alle leerlingen geldt bij de keuze voor een N-profiel: NT-profiel: wib/na/sk > 19 NG-profiel: wib/na/sk > 19 òf wib/ak/sk > 19 òf wib/o&o/sk > 19 wia/na/sk > 18 òf wia/ak/sk > 18 òf wia/o&o/sk > 18 Ieder van de drie vakken moet voldoende zijn Indien niet aan deze eisen met betrekking tot de profielvakken wordt voldaan, dan beslist de rapportvergadering of de leerling toch bevorderd kan worden met dat profiel, of dat een ander profiel gekozen moet worden en dat de leerling bij het niet wijzigen van het profiel moet doubleren ( bespreekzone ). 14

15 Derde klassen VWO / GYMNASIUM 1. De cijfers van alle vakken tellen mee met betrekking tot de grens van de bevordering / bevorderingsbespreking. Daarom worden de rapportcijfers van alle vakken opgeteld, waardoor een T-score (= Totaal-score) wordt verkregen. Het gaat daarbij om de vakken: NE FA DU EN GS AK WI NA SK EC MU - BV - LO (13 vakken). Sommige leerlingen zitten op het Technasium, en hebben dus het vak O&O. Zij volgen niet het vak muziek (en hebben dus 13 vakken). Sommige leerlingen zitten op het Gymnasium, en hebben dus de vakken Latijn en Grieks. Zij volgen niet de vakken Economie en Muziek (en hebben dus 13 vakken). Sommige leerlingen zitten op zowel Technasium als Gymnasium ; zij hebben dus de vakken Latijn, Grieks en O&O. Zij volgen niet de vakken Economie en Muziek, en volgen 1 uur BV minder (en hebben dus 14 vakken). 2. Onvoldoende eindcijfers geven zogenaamde aftrekpunten. Deze worden in mindering gebracht Op de T-score. Daarbij geldt de volgende telling: NE-(LA-GR)-FA-DU-EN-GS-AK-WI-NA-SK-(O&O)-EC 5 = = = - 4 MU-BV-LO 5 = = = Er vindt gerichte bevordering plaats uitgaande van onderstaand schema. Dat wil zeggen, dat leerlingen al dan niet bevorderd worden naar Vwo 4. Bij leerlingen die niet bevorderd kunnen worden naar Vwo 4 wordt een mogelijke bevordering Havo 4 besproken. Leerlingen hebben het recht om te doubleren in het geval zij niet bevorderd worden naar Vwo 4, maar naar Havo 4 met in acht neming van art. 1.4 uit de uitgangspunten. 4. Aan de bevordering naar Vwo 4 kan een voorwaardelijkheid worden gekoppeld. Dit houdt in dat, wanneer de leerling het schooljaar daarna in VWO 4 niet de overgangsnorm naar Vwo 5 haalt, in de eindrapportvergadering wordt besloten of de leerling moet doubleren in Vwo 4 of HAVO 4. Deze uitspraak is bindend. 5. Leerlingen die in Vwo 3 géén Gymnasium hebben gevolgd kunnen niet bevorderd worden naar Vwo 4 mèt Gymnasium. Leerlingen die in Vwo 3 Gymnasium volgen (met Latijn en Grieks) en die de overgangsnorm niet halen, kunnen bevorderd worden naar Vwo 4 zonder Latijn en Grieks volgens de VWO-3 norm. 6. Op basis van de twee gegevens T-score en aftrekpunten, gelden onderstaande grenzen. Norm 3V : T - score Norm 78 Vwo 4 70 T < 78 Bespreekzone : Vwo 4 / Havo 4 / doubleren < 70 HAVO 4 15

16 Norm 3V met Technasium : T - score Norm 78 Vwo 4 70 T < 78 Bespreekzone : Vwo 4 / Havo 4 / doubleren < 70 HAVO 4 Norm 3G : T - score Norm 78 Gymnasium 4 70 T < 78 Bespreekzone : Gymnasium 4 / Vwo 4 / HAVO 4 / doubleren < 70 HAVO 4 Norm 3G met Technasium : T - score Norm 84 Gymnasium 4 76 T < 84 Bespreekzone : Gymnasium 4 / Vwo 4 / Havo 4 / doubleren < 76 HAVO 4 De norm voor leerlingen is steeds gebaseerd op dertien (13) vakken Bij de bevorderingsbespreking van leerlingen met Gymnasium plus Technasium mag - voor leerlingen die de overgangsnorm niet halen - òf het cijfer voor het vak Latijn, òf het cijfer voor het vak Grieks, òf het cijfer voor het vak O&O weggelaten worden, alvorens de norm 3V wordt toegepast. 7. Voor de vakken NE EN WI geldt het volgende : - Heeft een leerling voor NE-EN-WI maximaal één 5 dan gelden bovenstaande normen. - Een leerling komt in de bespreekzone voor Vwo 4 als er op het eindrapport voor de vakken NE EN WI de volgende onvoldoendes staan : 1 x 4 (andere cijfers 6 of hoger) 1 x 4 / 1 x 5 (andere cijfer 6 of hoger) 2 x 5 (andere cijfer 6 of hoger) - In overige gevallen is de leerlingen afgewezen voor Vwo 4 8. Voor alle leerlingen geldt bij de keuze voor een N-profiel : Een leerling mag het N-traject ingaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan : wia / na / sk > 18 of wib /na / sk > 19 elk van de drie vakken moet voldoende zijn Indien niet aan beide voorwaarden is voldaan, komt de leerling in de bespreekzone, en beslist de vergadering of de leerling al of niet bevorderd wordt in het N-traject. 16

17 Toelating MAVO 4 > HAVO 4 De toelatingscommissie beslist over toelating tot H4 onder andere op de volgende gronden: Om toegelaten te worden tot H4 moet de leerling in principe een 7.0 gemiddeld staan voor alle examenvakken. Dit geldt niet alleen voor de eindcijfers, maar ook voor de CE-cijfers. Bij een gemiddelde van 6.5 of lager wordt een leerling doorgaans niet aangenomen. Een leerling moet het M4-examen met minimaal 6.0 afgesloten hebben voor de vakken Nederlands en Engels. Kiest een leerling Wiskunde in H4 dan geldt datzelfde voor dit vak. Met de vakken waarin de leerling examen gedaan heeft, moet een profiel gekozen kunnen worden (bv om een natuurprofiel te kunnen kiezen moet de leerling NASK 1 en 2 en wiskunde gehad hebben in het pakket). Het advies van de toeleverende school moet positief zijn. In H4 is een buitenlandse reis een verplicht onderdeel van het programma. De ouders van een leerling die toegelaten wordt tot H4 moet tekenen dat zij hiermee akkoord gaan. Het kan zijn dat een leerling om aangenomen te kunnen worden in H4, een bijspijkerprogramma moet volgen in de zomervakantie. Toelating is ook afhankelijk van de ruimte die er is in de groep. Een leerling die overstapt van M4 naar H4 heeft in principe geen recht op doubleren. 17

18 Overgangsnorm HAVO 4 > 5 1. Uitgangspunt voor het al dan niet bevorderen van een leerling in H4 is het voortschrijdend gemiddelde na de laatste termijn, dat rekenkundig afgerond wordt tot een geheel getal. Bij de vakken Ne En Fa - Du worden ook de cijfers voor leesvaardigheid en idioom, die geen deel uitmaken van het schoolexamen, betrokken bij de samenstelling van het rapportcijfer. 2. De vakken ckv, lo en levensbeschouwing moeten ieder voldoende zijn, anders is bevordering niet mogelijk. 3. Een leerling is bevorderd naar Havo 5 indien: - alle cijfers 6 of hoger zijn, of - er één 5 is en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, of - er één 4, of twee vijven, of één 5 en één 4 is behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is én er maximaal één 5 bij de vakken Ne, En, en Wi aanwezig is. 4. Een leerling komt in bevorderingsbespreking indien: a. in bovenstaande gevallen er één of twee punt(en) te weinig zijn om aan een gemiddelde van 6.0 te komen. b. er één 3 is behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. c. er één 3 en één 5 is behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. d. er drie vijven zijn behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. e. er twee vijven en één 4 zijn behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. f. er twee vieren zijn behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. g. de cijfers zijn behaald zoals in b, c, d, e of f, maar er is één punt te weinig om op het gemiddelde van 6.0 te komen. h. er op het eindrapport voor de vakken NE EN WI de volgende cijfers staan: - één keer een 4, of, - twee keer een 5 Indien een leerling door een onvoldoende voor één of meer extra vakken in de bespreekzone of onder de bespreekzone komt, wordt de duim gelegd op de betreffende vakken. Er kunnen zich dan vier verschillende situaties voordoen, ieder met andere gevolgen: Volledig rapport Met duim Gevolgen voor bevordering Gevolgen voor extra vak bij bevordering Onder bespr. zone Boven bespr. zone Bevorderd Moet extra vak laten vallen Onder bespr. zone In bespr. zone Bespreken Moet extra vak laten vallen In bespr. zone In bespr. zone Bespreken Mag extra vak houden In bespr. zone Boven bespr. zone Bevorderd Mag extra vak houden Bij een bevorderingsbespreking geldt dat de beslissing over doubleren of bevorderen afhankelijk is van het oordeel van de docenten. 5. In alle overige gevallen is de leerling niet bevorderd. 18

19 6. Bij doubleren krijgt de leerling vrijstelling voor alle vakken die in H4 zijn afgesloten, mits de leerling voor die vakken minimaal een 6 heeft behaald. Het staat de leerling vrij al dan niet van de mogelijkheid tot vrijstelling gebruik te maken. Een eenmaal gemaakte keus is definitief, en daarmee het eindcijfer voor dat vak. 19

20 Overgangsnorm VWO 4 -> 5 1. Uitgangspunt voor het al dan niet bevorderen van een leerling in V4 is het voortschrijdend gemiddelde na de laatste termijn, dat rekenkundig afgerond wordt tot een geheel getal. 2. Ckv, lo, levensbeschouwing en LOB moeten voldoende zijn, anders is bevordering niet mogelijk. 3. Een leerling is bevorderd naar VWO 5 indien: - alle cijfers 6 of hoger zijn, of - er één 5 is en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, of - er één 4, of twee vijven, of één 5 en één 4 is behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is én er maximaal één 5 bij de vakken Ne, En, en Wi aanwezig is. 4. Een leerling komt in bevorderingsbespreking indien: a. in bovenstaande gevallen er één of twee punt(en) te weinig zijn om aan een gemiddelde van 6.0 te komen. b. er één 3 is behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. c. er één 3 en één 5 is behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. d. er drie vijven zijn behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. e. er twee vijven en één 4 zijn behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. f. er twee vieren zijn behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. g de cijfers zijn behaald zoals in b, c, d, e of f, maar er is één punt te weinig om op het gemiddelde van 6.0 te komen. h. er op het eindrapport voor de vakken NE EN WI de volgende cijfers staan: - één keer een 4, of, - twee keer een 5 Indien een leerling door een onvoldoende voor één of meer extra vakken in de bespreekzone of onder de bespreekzone komt, wordt de duim gelegd op de betreffende vakken. Er kunnen zich dan vier verschillende situaties voordoen, ieder met andere gevolgen: Volledig rapport Met duim Gevolgen voor bevordering Gevolgen voor extra vak bij bevordering Onder bespr. zone Boven bespr. zone Bevorderd Moet extra vak laten vallen Onder bespr. zone In bespr. zone Bespreken Moet extra vak laten vallen In bespr. zone In bespr. zone Bespreken Mag extra vak houden In bespr. zone Boven bespr. zone Bevorderd Mag extra vak houden 6. In alle overige gevallen is de leerling niet bevorderd. 20

21 7. De vergadering heeft de bevoegdheid om een leerling te bevorderen voor het ene profiel en af te wijzen voor een ander profiel. (Bijvoorbeeld wel bevorderd NG, maar niet bevorderd NT) 8. Bij doubleren krijgt de leerling vrijstelling voor alle vakken die in V4 zijn afgesloten, mits de leerling voor die vakken minimaal een 6 heeft behaald. Het staat de leerling vrij al dan niet van de mogelijkheid tot vrijstelling gebruik te maken. Een eenmaal gemaakte keus is definitief, en daarmee het eindcijfer voor dat vak. 9. Als aan het eind van Vwo 3 een leerling onder voorwaardelijkheid is bevorderd naar Vwo 4, en de leerling het schooljaar daarna in Vwo 4 niet de overgangsnorm naar Vwo 5 haalt, is een eventueel uitgebracht doubleeradvies Havo 4 bindend. De leerling moet in dat geval verplicht doubleren in Havo 4. 21

22 Overgangsnorm VWO 5 > 6 Uitgangspunt voor het al dan niet bevorderen van een leerling in V5 is het voortschrijdend gemiddelde na de laatste termijn, dat rekenkundig afgerond wordt tot een geheel getal. Bij de vakken Nederlands, Engels, Frans en Duits worden ook de cijfers voor leesvaardigheid en idioom, die geen deel uitmaken van het schoolexamen, betrokken bij de samenstelling van het rapportcijfer. 1. De vakken lo en LOB moeten ieder voldoende zijn, anders is bevordering niet mogelijk. 2. Een leerling is bevorderd naar VWO 6 indien: - alle cijfers 6 of hoger zijn, of - er één 5 is en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, of - er één 4, of twee vijven, of één 5 en één 4 is behaald en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is én er maximaal één 5 bij de vakken Ne, En, en Wi aanwezig is. 3. Leerlingen komen in bevorderingsbespreking, indien: a. In bovenstaande gevallen er één of twee punt(en) te weinig zijn om aan een gemiddelde van 6.0 te komen b. Er één 3 is behaald, alle andere cijfers 6 of hoger zijn, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is c. Er één 3 en één 5 is behaald, en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is d. Er drie vijven zijn behaald, en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is e. Er twee vijven en één 4 zijn behaald, en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is f. Er twee vieren zijn behaald, en alle andere cijfers zijn 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is g. De cijfers zijn behaald zoals in b c- d e of f, maar er is één punt te weinig om op het gemiddelde van 6.0 te komen. h. Er op het eindrapport voor de vakken NE EN WI de volgende cijfers staan: - één keer een 4, of, - twee keer een 5 Indien een leerling door een onvoldoende voor één of meer extra vakken in de bespreekzone of onder de bespreekzone komt, wordt de duim gelegd op de betreffende vakken. Er kunnen zich dan vier verschillende situaties voordoen, ieder met andere gevolgen: Volledig rapport Met duim Gevolgen voor bevordering Gevolgen voor extra vak bij bevordering Onder bespr. zone Boven bespr. zone Bevorderd Moet extra vak laten vallen Onder bespr. zone In bespr. zone Bespreken Moet extra vak laten vallen In bespr. zone In bespr. zone Bespreken Mag extra vak houden In bespr. zone Boven bespr. zone Bevorderd Mag extra vak houden 6. In alle overige gevallen is de leerling niet bevorderd. 22