BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid Ingrid Gyömörei. sv RIS115668_20-apr-2004 Regnr. DSB/ Den Haag, 20 april 2004

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van het raadslid Ingrid Gyömörei sv RIS115668_20-apr-2004 Regnr. DSB/ Den Haag, 20 april 2004 Inzake: fokbeleid De gemeenteraad Het raadslid Ingrid Gyömörei heeft op 12 maart 2004 een brief met daarin 21 vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Ingevolge het bepaalde in artikel 35, lid 4, van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, antwoorden wij als volgt. Naar aanleiding van de commissievergadering van afgelopen woensdag met betrekking tot stadsboerderijen, stelt de SP de onbeantwoorde vragen nogmaals langs deze weg 1. Onlangs zijn de 5 beertjes van het varken Maxima, afkomstig van stadsboerderij De Schildershoeve afgevoerd. Waar zijn de beertjes van Maxima heengegaan? Waarom is er niet ingegaan op het aanbod van mevrouw Westerhof om de beertjes te plaatsen op Het beloofde varkensland? 2. Idem m.b.t. de beertjes van varken Liesbeth van Stadsboerderij de Molenweide. De beertjes zijn verkocht aan een handelaar. Deze handelwijze is conform het huidige beleid van de stadsboerderijen. Alle belangstellenden zijn schriftelijk of per geïnformeerd over het feit dat het huidige beleid ongewijzigd uitgevoerd wordt, totdat de besluitvorming over het Evaluatierapport Fokbeleid heeft plaatsgevonden. Tevens is gemeld dat er vooruitlopend op deze besluitvorming geen ad-hoc besluiten over individuele dieren zou plaatsvinden. 3. In geval van afmesten, zijn de beertjes gecastreerd en op welke leeftijd? Hoe wordt omgegaan met de tanden en de staarten van deze beertjes indien zij vetgemest dreigen te worden? Geen van deze handelingen vindt plaats op de Haagse stadsboerderijen. 4. Wat gebeurt er met Maxima s drie zeugjes die nog op de boerderij zijn? Eén van de zeugjes blijft bij Maxima; de twee andere zeugjes gaan naar een andere stadsboerderij.

2 DSB/ Waar is koe Greet? Wanneer kan koe Greet verenigd worden met haar dochter Isabella. Indien dat niet gebeurt, waarom niet? Waar gaat Isabella dan naar toe? Koe Greet heeft een nieuw tehuis gekregen bij een biologische boer in Overijssel. Koe Isabella blijft op stadsboerderij t Waaijgat. Er wordt per stadsboerderij één volwassen koe gehouden en bij voorkeur één kalf. Deze dieren worden o.a. ingezet voor lessen aan kinderen. De MINAS-wetgeving geeft de stadsboerderijen geen ruimte om meer koeien te houden per boerderij. 6. Nog tot op de dag van vandaag kan men via intranet lezen dat koe Greet zou blijven staan waar ze stond. Het college heeft zich hier niet aan gehouden, kunt u dit verklaren?. De informatie op de website van de gemeente over koe Greet is niet tijdig geactualiseerd na het collegebesluit van 2 maart 2004 over het fokbeleid. Zie verder antwoord Gaat koe Greet bevrucht worden? Dat is onbekend. 8. Waarom is de Haagse Dierenbescherming niet betrokken bij de onderzoeksopdracht? Alle reacties rond het fokbeleid op de Haagse Stadsboerderijen en alle vragen van actiegroepen en individuele burgers waren medio 2003 voor ons aanleiding het Haagse fokbeleid door een extern bureau te laten evalueren. In de formulering van de opdracht zijn alle vragen en klachten die tot dan bij ons binnen zijn gekomen meegenomen. Van de Haagse Dierenbescherming was op dat moment geen vraag of klacht ontvangen. 9. Hoe staat de wethouder tegenover de notitie van de Haagse Dierenbescherming? Wij hebben kennisgenomen van deze notitie. 10. Is de wethouder bereid het voorstel van de Haagse Dierenbescherming over te nemen of deels over te nemen tot wijziging beleid t.a.v. de stadsboerderijen? Neen. 11. Waarom zijn niet alle door de gemeente Den Haag gestelde doelen onderzocht en geëvalueerd? Zie antwoord vraag Bent u met de SP van mening dat de vergelijking tussen Den Haag en Amsterdam niet opgaat, omdat niet dezelfde stadsboerderijen worden vergeleken? (ter verduidelijking: in Amsterdam zijn ook (semi)particuliere kinderboerderijen bij het onderzoek betrokken in Den Haag niet). In de Evaluatie fokbeleid Haagse stadsboerderijen worden de vier grote steden met elkaar vergeleken. In de evaluatie wordt daarbij geconstateerd dat de Amsterdamse organisatie van stadsboerderijen met geen van de andere grote steden vergelijkbaar is.

3 DSB/ Waarom zijn de (semi)particuliere kinderboerderijen niet bij het onderzoek betrokken? Alleen de kinderboerderijen die met de Haagse gemeentelijke stadsboerderijen vergelijkbaar zijn, zijn op hoofdlijnen in het onderzoek meegenomen. Het betrekken van kinderboerderijen die niet of nauwelijks vergelijkbaar zijn met de Haagse stadsboerderijen zou het onderzoek nodeloos duur maken en de tijdsduur van het onderzoek aanzienlijk verlengen. 14. Met betrekking tot de educatie: er wordt gesteld dat het van belang is educatie te geven over de levenscyclus van dieren, als argument om wel te fokken. Waarom wordt ditzelfde argument dan niet gebruikt om op stadsboerderijen oude dieren te verzorgen? Om alle educatieve boodschappen te kunnen uitdragen worden er niet alleen jonge maar ook oudere dieren op de boerderij gehouden (geiten, schapen en konijnen). 15. Houdt de gemeente rekening met wet- en regelgeving wanneer er zieke dieren vervoerd worden? Ja. 16. Waarom is het voor de gemeente een reden om te fokken: het in stand houden van bijzondere rassen? Dat is geen reden op zich; wel geeft de keuze voor raszuiver (oud-hollands) fokken, naast het mede instandhouden van het ras, bij fokoverschot meer mogelijkheden om overtollige dieren af te zetten bij boeren e.d. De meeste oud-hollandse rassen zijn niet interessant voor de commerciële handel en dreigen mede daardoor uit te sterven. De reden om dieren geboren te laten worden op een stadsboerderij is de bijdrage die deze leveren aan de educatieve kerntaak van de boerderijen naast de recreatieve functie. 17. Door een ander voedselbeleid kan vervetting tegen gegaan worden. Is de gemeente bereid een ander voedselbeleid in te voeren. Zo nee, waarom niet? Het invoeren van een ander voedselbeleid is niet aan de orde. De vervetting van dieren wordt veroorzaakt door het publiek dat de beesten te veel en verkeerd voedsel geeft. Een voederverbod blijkt niet afdoende en het is niet doenlijk voor de boerderijbeheerder om hierop continu toezicht te houden. Toch zullen extra inspanningen worden gepleegd om het (over)voeren door publiek tegen te gaan 18. Op welke termijn gaat er gestopt worden met het afvoeren van de dieren naar de kleine dierenveiling, nu duidelijk is dat dit niet goed is voor de dieren? Per 1 april 2004.

4 DSB/ Zowel uit eerder onderzoek door hetzelfde bureau naar de dierenambulance als bij dit onderzoek stelt het onderzoeksbureau dat er geen klachten zijn binnengekomen bij de landelijke inspectie dierenbescherming. Dit wordt als positief bestempeld. Is het de Haagse burgers bekend dat zij moeten klagen bij de Landelijke Inspectie van de Dierenbescherming? Zo ja, waar blijkt dat dan uit. Zo nee, bent u bereid op elke stadsboerderij informatie hierover op te hangen? Wij zien geen noodzaak om deze informatie op de stadsboerderijen op te hangen. De gemeente Den Haag neemt klachten van burgers altijd serieus en heeft hier ook beleid op geformuleerd. De stadsdeelkantoren, het Gemeentelijk Contact Centrum en met name de Ombudsman zijn bij vele Haagse burgers bekende klachten meldpunten. 20. Wat is uw reactie op de 5000 handtekeningen die u via het raadslid van der Zalm heeft ontvangen. Deze handtekeningen geven aan dat veel mensen zich betrokken voelen bij het wel en wee van de stadsboerderijen en hebben er mede toe geleid dat het fokbeleid is aangescherpt. 21. De wethouder heeft toegezegd de vragen van Zorg voor Dieren te beantwoorden. Op welke termijn kunnen zij die beantwoording ontvangen? Medio april Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, D.M.F. Jongen L.E.J. Engering-Aarts, lo.

5 DSB/