gaan de kinderen op ontdekkingstocht langs de verschillende dieren van de boerderij en beantwoorden hun eigen vragen.

Transcriptie

1 5. Er op uit Tijdens deze activiteit: gaan de kinderen op ontdekkingstocht langs de verschillende dieren van de boerderij en beantwoorden hun eigen vragen. Taal Meningen uiten en vragen stellen Groep 1 Groep 2 Vragen stellen Drukt n.a.v. vragen zijn Stelt vragen en gebruikt gevoelens of mening verbaal correct uit: bang, blij, boos, voorkeur voor activiteit aangeven. vraagzinnen om ergens meer over te weten te komen (hoeveel, waarom, waarmee, welke, wanneer). Drukt gevoelens of een mening op een voor onbekenden begrijpelijke wijze, uit. Rekenen Getallen Groep 1 Groep 2 Omgaan met de telrij Telt akoestisch heen en terug Zegt de telrij (akoestisch) op t/m 10 aan de hand van een t/m tenminste 20. versje/liedje. Telt vanaf verschillende getallen t/m 20 verder en t/m 10 terug. Gaat goed om met (de betekenis van) nul in telrij situaties. op pad gaan vertrekken het vervoermiddel pagina 1 van 7

2 op bezoek komen bekijken vragenkaarten van de dieren Maak een afspraak met de (kinder)boerderij. Regel een aantal ouders. Print de vragenkaarten. Met de klas de boer op geeft eventueel extra informatie. Vertel de kinderen dat jullie op pad gaan! Jullie mogen vandaag op bezoek komen op de (kinder)boerderij. Daar gaan we een heleboel dieren bekijken. Wat vinden jullie daarvan? Zeg tegen de kinderen dat ze eerst gaan bedenken wat ze allemaal willen weten over de dieren als jullie ze gaan bekijken. Welke vragen hebben we?. Gebruik voor de vragenkaarten bijlage 1. Begin bij de vragenkaart over de koe: Wat willen we weten over de koe? Schrijf de vragen op de kaarten. Stuur aan op de melkproductie en wat je met de melk kunt doen. Geef de kinderen ook een telvraag. Hoeveel koeien zie je?. Ga vervolgens naar de kaart van de geit en schrijf daar ook de vragen op. Doe ditzelfde voor de kip en het varken. Maak een kopie van de vragenkaarten voor de verschillende groepjes die meegaan naar de (kinder)boerderij. Sil zit al klaar om te vertrekken. Hoe gaan we eigenlijk naar de (kinder) boerderij? Daar hebben we een vervoermiddel voor nodig. Wie heeft er een idee?. Welk vervoermiddel vind je leuk? Ga vervolgens naar de kinderboerderij. Deel ter plaatse de vragenkaarten uit. Stuur de kinderen met de begeleider op onderzoek uit om zoveel mogelijk antwoorden op de vragen te vinden. De begeleider schrijft de antwoorden bij de vragen. Kijk bij terugkomst met elkaar naar de antwoorden op alle vragen. Weten we nu genoeg van alle dieren? Leg de nadruk op de producten van de dieren zoals de melk en het ei. Dit komt in andere pagina 2 van 7

3 activiteiten terug. Laat de kinderen een mening geven over de vragen. Hebben jullie goeie vragen gesteld voor dat je op pad ging? Vraag ook aan de kinderen of er nieuwe vragen zijn. Deze vragen komen in de ontdekhoek te liggen om verder te onderzoeken. Verdiept arrangement Laat de kinderen in tweetallen drie vragen bedenken. Als de kinderen al kunnen schrijven mogen ze de vragen zelf op papier zetten. Intensief arrangement Stel zelf de vragen waarop u een antwoord wilt hebben. Doe dit hardop en zet het vervolgens op papier. Is dit een goeie vraag? Laat de kinderen met ja of nee beantwoorden. Kijk, indien een bezoek aan de (kinder)boerderij niet lukt, naar het lesmateriaal van Bij een andere keuze voor een uitstapje kunnen de doelen en woorden uit deze activiteit gebruikt worden. Laat de kinderen in de ontdekhoek de nieuwe vragen beantwoorden. Geef in de knutselhoek de opdracht voor het maken van de dieren uit deze activiteit met kosteloos materiaal. Zet de dieren, met alle antwoorden op de vragenkaarten, in de ontdekhoek. pagina 3 van 7

4 Bijlage 1 Vragenkaart voor de Geit pagina 4 van 7

5 Vragenkaart voor het varken pagina 5 van 7

6 Vragenkaart voor de kip pagina 6 van 7

7 Vragenkaart voor de koe pagina 7 van 7