Week 3, groep 8. Citotrainer. Meer dan 30 opgaven. Rekenen Begrijpend lezen Spelling Studievaardigheden. citotrainer.net

Transcriptie

1 Week 3, groep 8 Citotrainer Meer dan 30 opgaven Rekenen Begrijpend lezen Spelling Studievaardigheden

2 Rekenen Hieronder zie je 8 opgaven voor rekenen. Je mag bij dit onderdeel kladpapier gebruiken. Opgave 1 Marieke gaat naar de slager. De hamburgers kosten 0,80-. per stuk en de karbonades 1,25,-. per stuk. Marieke haalt 3 hamburgers en 4 karbonades. Wat moet Marieke betalen? Opgave 2 Mark rijdt met een snelheid van 80 km per uur. Hoeveel km rijdt hij in een kwartier? km Opgave 3 Jan moet in de supermarkt 31,35 betalen. Hij betaalt met een briefje van 50,-. De caissière vraagt of Jan er 1,35,-. bij heeft. Jan geeft de caissière 1,35,-. Hoeveel geld krijgt Jan terug? Opgave 4 Mick, Sam, Lana en Kim kopen samen een cadeau voor hun moeder. Het cadeau kost 136,-. Hoeveel euro betalen ze apart? Opgave 5 3,8+ 4,7+ 2,2+ 3,3= Opgave 6 In een klas van 28 kinderen heeft 75% een mobiele telefoon. Hoeveel kinderen hebben er een mobiele telefoon? kinderen Opgave 7 396: 18= Opgave 8 Sam koopt in de winkel een paar schoenen van 74,95,-. Sam betaalt met twee briefjes van 50,-. Hoeveel geld krijgt Sam terug?

3 Studievaardigheden Hieronder zie je 8 opgaven op het gebied van studievaardigheden Opgave 1 Sanne wil op zaterdagmiddag naar de film. Ze wil naar de film die het vroegst draait. Naar welke film gaat Sanne? Film Achtste groepers huilen niet De Gelaarsde kat Alvin en de Chipmunks 3 The Muppets Dag en tijd Za: 13:15 uur Za: 16:00 uur Zo: 12:00 uur Zo: 14:30 uur Za: 14:15 uur Za: 15:15 uur Zo: 13:30 uur Zo: 14:15 uur Za: 13:30 uur Za: 14:15 uur Zo: 13:30 uur Zo: 14:30 uur Za: 15:00 uur Za: 19:00 uur Zo: 13:30 uur Zo: 15:00 uur Sanne gaat naar Opgave 2 Mark zoekt op gaat een werkstuk maken over de duinen op welke site zou Mark de meeste informatie kunnen vinden? Kies uit A,B,C of D. Mark kan de meeste informatie vinden op site

4 Opgave 3 Waar staan de woorden in alfabetische volgorde? A. alligator- apen- adder- antilope B. apen- adder- antilope- alligator C. adder- alligator- antilope- apen D. adder- antilope- alligator- apen Antwoord Opgave 4 Mieke wil iets meer weten over de schrijfster Carry Slee. In welk deel van de encyclopedie kan ze het beste zoeken? Deel 1: A- F Deel 2: G-L Deel 3: M-S Deel 4: T-Z In deel: Opgave 5 Frans geeft een feestje en wil met zijn klasgenoten bowlen en lasergamen in Utrecht. Wat kan Frans het beste intypen bij de zoekmachine? A. lasergamen+ klasgenoten+ feestje B. lasergamen+ bowlen+ klasgenoten C. feestje+ klasgenoten+ Utrecht D. lasergamen+ bowlen+ Utrecht Antwoord: Opgave 6 t/m 8 staan op de volgende pagina

5 Gebruik voor opgave 6 t/m 8 grafiek 1 en 2. Grafiek 1 Grafiek 2 Opgave 6 Erik gaat van Arnhem naar Amsterdam. Erik reist tweede klas met 40% korting. Hij koopt een dagretour. Hoeveel moet Erik betalen voor een kaartje? Opgave 7 Liza wil om uur in Amsterdam zijn, maar wil niet overstappen. Hoelaat moet Liza de trein nemen in Arnhem? Om uur. Opgave 8 Daan gaat met de trein van Arnhem naar Amsterdam. Hij moet overstappen. Op welk spoor moet Daan zijn om de trein naar Amsterdam te nemen? Spoor

6 Begrijpend lezen De volgende 8 vragen gaan over begrijpend lezen Opgave 1 t/m 4 gaat over de volgende tekst: 1. Honden staan bekend om hun trouw. Maar de Italiaanse kat Toldo is echt het toppunt. Zijn baasje 2. overleed in september Al meer dan een jaar gaat Toldo elke dag langs bij zijn graf. Baasje Renzo 3. Iozzelli vond Toldo aan de kant van de weg toen de kat pas drie maanden oud was. Daar was het 4. diertje waarschijnlijk achtergelaten. Toldo is zijn goede zorgen blijkbaar niet vergeten. Bij al zijn bezoek 5. neemt het dier iets mee voor zijn overleden baasje: een takje, papieren zakdoekje of iets anders wat 6. hij gevonden heeft. Dat legt hij op het graf neer. Toldo woont in Montagnana. Voor de bewoners van 7. het plaatsje is Toldo al een echte mascotte geworden. Ze zorgen goed voor hem. Opgave 1 Welke titel past er het beste boven de tekst? A. trouwe kat B. trouwe hond C. trouwe baas D. trouwe mascotte Opgave 2 Hoe kwam Renzo aan Toldo? A. Hij had hem gekocht in het asiel. B. Hij had hem gekregen voor zijn verjaardag. C. Hij had hem gevonden langs de kant van de weg. D. Hij had hem gevonden bij een graf. Opgave 3 Wat wordt niet duidelijk uit deze tekst? A. Wanneer het baasje overleed. B. Waar de kat woont. C. Wat de kat allemaal meeneemt naar het graf. D. Wat de kat eet. Opgave 4 Hoelang gaat de kat al langs bij het graf van zijn baasje? A. een maand. B. een dag C. een jaar D. een uur

7 Opgave 5 t/m 8 gaat over de volgende tekst: 1. Wonen op de maan lijkt nu nog een droom, 1 het is binnen 20 jaar echt zo. De NASA heeft 2. plannen om een maanhuis te bouwen. Er zijn al 30 jaar geen mensen meer op de maan geweest. De 3. NASA vindt het handig als er vanaf nu altijd mensen op de maan zijn, 2 er in de gaten gehouden 4. kan worden wat er allemaal gebeurt. Maar er is één belangrijke reden 3 de NASA op de baan wil 5. gaan wonen. Zo kunnen er nieuwe dingen ontdekt worden. Opgave 5 Welke titel past het beste boven de tekst? A. een huis bouwen op de maan. B. nieuwe dingen ontdekken. C. wonen op de maan. D. dromen Opgave 6 Welk woord past het best op plek 1? A. maar B. omdat C. waarom D. zodat Opgave 7 Welk woord past het best op plek 2? A. maar B. omdat C. waarom D. zodat Opgave 8 Welk woord past het best op plek 3? A. maar B. omdat C. waarom D. zodat

8 Spelling Hieronder vind je 8 opgaven op het gebied van spelling. Bij de opgaven is het de bedoeling dat je de werkwoordspelling goed toepast. Opgave 1 Vul in: barsten (v.t.) Boven ons hoofd een onweersbui los. Opgave 2 Vul in: beantwoorden Waarom je die brief niet? Opgave 3 Vul in: verdienen Weet jij hoeveel jij? Opgave 4 Vul in: faxen Heb jij die brief? Opgave 5 Vul in: worden Hoe je geholpen? Opgave 6 Vul in: verkleden De clown zich snel. Opgave 7 Vul in: vertellen Je dat niet verder. Opgave 8 Vul in: huilen Veel kinderen die een gisteren een prik kregen

9 Antwoordenblad Rekenen 1. 7, km 3. 20, ,05 Studievaardigheden 1. Achtste groepers huilen niet. 2. A 3. C 4. Deel 3 5. D 6. 18,40, uur 8. Spoor 7a Begrijpend lezen 1. A 5. C 2. C 6. A 3. D 7. D 4. C 8. C Spelling 1. Barstte 2. Beantwoord 3. Verdient 4. Gefaxt 5. Word 6. Verkleedde 7. Vertelt 8. Huilden