3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?
|
|
- Lennert de Lange
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Genetica Vragen bij hoofdstuk 13, 14 en 15 van 'Biology', Campbell, 7e druk Versie Theorie 1. Hoe noemt men een plant die raszuiver is voor een bepaalde eigenschap? 2. Hoe noemt men planten met verschillende allelen van één gen? 3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu? 4. Hoe noemt men het uiterlijk van een individu, als tegenstelling tot zijn erfelijke aanleg? 5. Hoe noemt men de erfelijke eigenschappen van een individu? 6. De overerving hangt soms af van de sekse van het individu. Bij welk type overerving komt een erfelijke eigenschap bij mannen en vrouwen even vaak voor? 7. Zegt het fenotype precies wat het genotype is? 8. Kunnen er door normale kruising (niet levensvatbare) embryo's ontstaan met twee Y- chromosomen? 9. Bloedgroepen bij de mens De bloedgroepen A en B erven co-dominant over. De allelen worden aangegeven met hoofdletters A en B. Er is nog een derde allel voor bloedgroep O, dat recessief is. Dit wordt aangegeven met een O. Wat is het genotype van iemand met bloedgroep O? 10. Oog- en haarkleur bij de mens De eigenschap bruine ogen is dominant over blauwe ogen. Rood haar is recessief ten opzichte van donkerblond haar. Een man met rood haar en blauwe ogen trouwt een vrouw met donkerblond haar en bruine ogen. A. Kunnen zij kinderen krijgen met rood haar? B. Kunnen zij kinderen krijgen met blauwe ogen? 11. Vachtkleur bij de muis Het gen voor een beige/bruine vacht ligt bij muizen op het X-chromosoom. Beige is dominant (X B /X b ). Wat kun je zeggen over het geslacht van deze drie muizen?
2 Stambomen Stambomen in dit hoofdstuk worden als volgt weergegeven: = man zonder de eigenschap = vrouw zonder de eigenschap = man met de eigenschap = vrouw met de eigenschap = man, drager van de eigenschap = vrouw, drager van de eigenschap = vrouw, drager van een geslachtsgebonden eigenschap Dit is anders dan in colleges, boek en handleidingen. Houd daar rekening mee. De volgende vragen worden in random volgorde gegeven, dat wil zeggen dat iedereen een andere volgorde krijgt. Er zijn twee typen vragen bij de gegeven stambomen: a. hoe erft de gevolgde aandoening over? (11x) b. kan deze stamboom zo kloppen? (8x) Elk van deze heeft eigen deelvragen. Hieronder staan eerst 11x vragen van type a. en daarna 8x vragen type b. Vul hierin zelf de stamboom in, afhankelijk van de vraag die je krijgt. a1. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. a2. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend.
3 a3. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. a4. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. a5. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend.
4 a6. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. a7. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. a8. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend.
5 a9. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. a10. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. a11. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend.
6 b1. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. b2. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. b3. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. b4. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend.
7 b5. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. b6. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. b7. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend. b8. Hiernaast staat een menselijke stamboom getekend.
8 Cases 31. Bloemkleur van een fictieve plantensoort Een plantensoort heeft blauwe of gele bloemen. De bloemkleur wordt door één gen bepaald, aangegeven met de letter K. De overerving is dominant. A. Met welke kleur bloeit een plant met een allel voor blauw en een allel voor geel? Twee blauwbloeiende planten krijgen zowel gele als blauwe nakomelingen. B. Zijn de gele nakomelingen homozygoot of heterozygoot? C. Hoeveel procent van de nakomelingen is geelbloeiend? 32. Bloemkleur bij de erwt (7 deelvragen) Erwten kunnen wit of rood bloeien, waarbij de rood dominant is. Deze eigenschap wordt voorgesteld door de letter r. A. Zijn witbloeiende erwten altijd homozygoot? B. Zijn roodbloeiende erwten altijd heterozygoot? C. Een witte erwt wordt met een heterozygote erwt gekruist. Wat is het genotype van de ouderplanten? D. Welke kleur heeft de heterozygote erwt? E. Maak een kruisingstabel van deze kruising. F. Hoeveel kans is er op een heterozygote nakomeling? G. Hoeveel kans is er op een roodbloeiende nakomeling? 33. Bloederziekte of hemofilie Dit is een recessief gen, dat alleen op het X-chromosoom voorkomt. Een man krijgt van zijn moeder een X-chromosoom met het allel (gen) voor hemofilie. A. Wat is het genotype van deze man?
9 Casus: Koningin Victoria van Engeland, zelf geen hemofilie-patiënt. Zij had een zoon, Leopold van Albanië, die aan hemofilie leed. B. Wat kun je nu zeggen over koningin Victoria? C. Zij kreeg daarna nog twee zonen. Hoeveel kans heeft een zoon op hemofilie? D. Haar vierde zoon, Leopold van Albanië, leed als enige aan hemofilie. Zij kreeg daarna nog twee zonen, die allen gezond bleken te zijn. Zij kreeg ook nog vijf dochters.als de vader geen hemofilie heeft, wat is dan de kans dat een dochter drager is? E. F. Leopold huwde een vrouw, die zelf geen drager was van hemofilie. Zij kregen een dochter. Wat is het genotype van de dochter? G. Als het een zoon was geweest, welk genotype had deze dan gehad? De dochter trouwde met een gezonde man en kreeg een zoon: Rupert. Hieronder is de stamboom van koningin Victoria gegeven: H. Vul de stamboom zover je kunt in voor de eigenschap 'hemofilie'. I. Aangegeven zijn alleen de hemofilie-patiënten (doe dit ook in je stamboom op de vorige pagina). Zoals je ziet hebben vier van de gegeven achterkleinkinderen hemofilie. Worden alle (niet lijdende) mannen aangegeven met? J. Geef aan welke vrouwen drager moeten zijn. K. Waldemar en Henri zijn achterkleinkinderen van Vicoria en hebben beiden hemofilie. Hun vader en moeder zijn familie van elkaar: volle neef en nicht.als moeder Irene met een niet-verwante man was getrouwd, was dan de kans op hemofilie voor deze zonen kleiner geweest?
10 Werkcollege 34. Je hebt een aantal delende cellen tot je beschikking. Bij de aanvang van de S-fase stel je deze cellen bloot aan 3 H-thymidine. Je laat de cellen verder delen tot ze in de metafase van de mitose zijn. Je fixeert een gedeelte en bestudeert deze met autoradiografie. A. Welk beeld verwacht je te zien? Een gedeelte van de cellen werd niet gefixeerd. Zij mogen nog een keer delen, nu echter zonder 3 H-label. Weer werden een aantal cellen gefixeerd zodra zijn in de mitotische metafase kwamen en geautoradiografeerd. B. Welk beeld verwacht je nu te zien? 35. Je hebt delend weefsel van een lapjeskat. Je bekijkt de cellen in mitose, en in het karyotype van de kernen zie je 76 zusterchromatiden. A. Hoeveel chromosomen zie je dan? B. Is dit het haploïde of diploïde chromosoomaantal? C. Hoeveel homologe chromosoomparen zijn er aanwezig? 36. De Tudor-worm uit de familie der fantasie-wormen is diploïd (2n). De eicellen van deze worm ontstaan uit meiotische delingen. De eicellen groeien zonder versmelting met zaadcellen uit tot de volgende generatie Tudor-wormen. A. Hoeveel chromosomen hebben de kleinkinderen van een Tudor-worm met acht chromosomen? De diploïde Habsburg-worm, ook een fantasieworm, kan zaadcellen maken zonder meiotische deling. Deze gameten kunnen met elkaar versmelten en een nieuwe generatie Habsburg-wormen vormen. B. Hoeveel chromosomen hebben de kleinkinderen van een Habsburg-worm met acht chromosomen? C. Door een mutatie in de Habsburg-worm kunnen de gameten van deze worm ook zonder versmelting uitgroeien tot een nieuwe worm. Is dit een voordeel voor de Habsburg-worm ten opzichte van de levenscyclus van een ongemuteerde worm? D. Is dit een voordeel voor de Habsburg-worm op de lange termijn, ten opzichte van een normale eukaryotische levenscyclus?
11 E. Is dit een voordeel voor de Habsburg-worm op de korte termijn (enkele generaties lang) ten opzichte van een normale eukaryotische levenscyclus? 37. Een diploïd organisme heeft een haploïd chromosoomaantal van 7. A. Hoeveel zusterchromatiden zal een kern in de mitotische metafase bevatten? B. Hoeveel zusterchromatiden zal een kern in de meiotische metafase I bevatten? C. Hoeveel zusterchromatiden zal een kern in de meiotische metafase II bevatten? 38. Geslachtsgebonden overervende eigenschappen (zoals kleurenblindheid) verschillen in overerving afhankelijk van het geslacht van de nakomelingen. A. Op welk chromosoom bevinden zich deze geslachtsgebonden overervende eigenschappen? B. Kleurenblindheid is een geslachtsgebonden overervende eigenschap, en erft recessief over. Van wie heeft een kleurenblinde vrouw deze eigenschap geërfd? C. Een kleurenblinde man krijgt een zoon. Hoeveel kans heeft deze zoon om de kleurenblindheid van zijn vader te erven? D. Van wie heeft een kleurenblinde zoon deze eigenschap geërfd? 39. Bij 'nondisjunctie' gaan de centromeren van een chromosoom of een chromosomenpaar niet uit elkaar. Hierdoor komt het hele chromosoom(paar) in één dochtercel terecht. Dit kan zowel tijdens de meiotische anafase I als anafase II plaatsvinden. De kans dat het in beide optreedt is verwaarloosbaar klein. A. Geef aan welke geslachtschromosomen er terecht kunnen komen in de gameten als gevolg van nondisjunctie tijdens meiose I van de spermatogenese en oögenese.
12 B. Geef aan welke geslachtschromosomen er terecht kunnen komen in de gameten als gevolg van nondisjunctie tijdens meiose II van de spermatogenese en oögenese. C. Er wordt een kind geboren met een Y-chromosoom teveel: de jongen heeft XYY. Waar kan dit het gevolg van zijn? D. Geef aan of de combinaties het gevolg kunnen zijn van nondisjunctie in oögenese of spermatogenese. combinatie oögenese spermatogenese XXX XXY XYY YYY Vraag Crossing-overs leiden tot uitwisseling van DNA-fragmenten in homologe zusterchromatiden. Dit is met een experiment te bewijzen. Voorlopers van geslachtscellen van sprinkhanen worden één cyclus met 3 H-thymidine geïncubeerd. Daarna delen de cellen nog een keer, maar dan zonder gelabeld thymidine. Elk chromatidenpaar heeft dan één gelabelde DNAstreng. Bij de meiose I worden eerst de homologe chromosomen verdeeld over de cellen. De meiose II is een mitotische deling. A. Hoeveel chromosomen zijn er in de gameten gelabeld? B. Bij sommige meiotische delingen is crossing-over opgetreden, en zijn er meer chromosomen in de gameten gelabeld. Crossing-over treedt op in de meiose I. Hoeveel chromosomen zijn in de gameten gelabeld als er in 80% van de gevallen crossing-over is opgetreden?
Level 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieAAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa
13. (MC) Retinitis pigmentosa is een erfelijke vorm van blindheid, die kan veroorzaakt worden door een recessief allel (a) op een locus alfa, of door een dominant allel (B) op een andere locus, bèta. Onderstaande
Nadere informatieHet genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.
Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen
Nadere informatieHAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde
HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld
Nadere informatieParagraaf Homologe chromosomen
Paragraaf Homologe chromosomen Opbouw: Lees de les op biologielessn.nl over homologe chromosomen goed door. Maak de onderstaande vragen van deze bladzijde. Reproductie vragen: 1. Wat zijn homologe chromosomen?
Nadere informatieAlles door elkaar 1. a) b) c) 2. a) b) c) a) b) BIOLOGIE 2017/18 WERKBOEK
Alles door elkaar 1. Van twee erwtenplanten worden nakomelingen verkregen. Hiervan blijken er 28 rode bloemen te dragen en 11 witte bloemen. a) Wat zijn de genotypen van de ouderplanten? b) Welk allel
Nadere informatieDe volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?
Populatiegenetica Versie 2006-2007 Vragen bij COO Belangrijke begrippen De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatie6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de
Nadere informatie3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1
Nadere informatieERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2
ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.
Nadere informatieLet er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.
Week Thema Onderwerp Datum 43 3 Basisstof 1 t/m 4 23/10 28/10 44 3 Basisstof 1 t/m 4 31/10 4/11 45 7/11 11/11 Basisstof 5 t/m 7 bespreken 3 Basisstof 5 t/m 7 bespreken Verrijkingsstof 1 Herhalen en bespreken
Nadere informatie6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.
Nadere informatieMitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).
Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van
Nadere informatieKlinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving
Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica
Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat
Nadere informatieDoor recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb
Nadere informatievwo erfelijkheid 2010
vwo erfelijkheid 2010 Bijengenetica Een bijenvolk bestaat uit: de koningin (een vruchtbaar vrouwtje), een groot aantal werksters (steriele vrouwtjes) en darren (mannetjes). Alle vrouwtjes zijn diploïd
Nadere informatie2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting
Nadere informatieBiologie (jaartal onbekend)
Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen
Nadere informatieErfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VMBO-GL en TL Erfelijkheid biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieNewsletter April 2013
1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien
Nadere informatieTentamen Van Mens tot Cel
Tentamen Van Mens tot Cel 1. Hans en Tineke willen graag een kindje. Zowel de ouders van Hans als de ouders van Tineke zijn beide drager van een autosomaal recessieve ziekte. Wat is de kans dat Hans en
Nadere informatieMendel en Morgan versie 2009-2010
Mendel en Morgan versie 2009-2010 Vragen bij COO over hoofdstuk 14 en 15 van Campbells Biology, 8e druk De vragen in dit COO-programma zijn vaak gebaseerd op random gegenereerde gegevens. Behalve de antwoorden
Nadere informatie4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke
Nadere informatie1 Antwoorden Monohybride Kruisingen
1 Antwoorden Monohybride Kruisingen 1) A = zwart haar, a = wit haar P: Aa x Aa F1: A a A AA Aa Alleen genotype aa geeft wit haar, dus 25 % 2) a) Eigenschap C (= A) b) Aa c) Aa d) AA of Aa 3) zwart : wit
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieOplossingen Biologie van 2000
www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag
Nadere informatieFenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11
1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen
Nadere informatieJuli blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieJuli geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieGenetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns
Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be
Nadere informatieBiologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatieBegrippenlijst Biologie DNA
Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar
Nadere informatieOefenvraagstukken genetica
Oefenvraagstukken genetica Monohybride kruisingen. 50 meerkeuze vragen. OPLOSSEN MET KRUISSINGSSCHEMA!!!!! 1. Poes Kitty met lange haren heeft gepaard met kater Kobus. Zij krijgt zowel kortharige als langharige
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:
Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o
Nadere informatieMonohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 July 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63372 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatiePENTA College csg Scala Rietvelden Vakgroep biologie 3 havo Thema 5 Erfelijkheid
Thema 5 Erfelijkheid Naam Klas : : 1 Inhoudsopgave Paragraaf 1 Genotype en fenotype blz. 3-4 Paragraaf 2 Homologe chromosomen blz. 5 t/m 8 Paragraaf 3 Geslachtelijke voortplanting blz. 9-10 Paragraaf 4
Nadere informatieSamenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.
Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatie3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?
In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat
Nadere informatieErfelijkheidsschema's deel 1.
Erfelijkheidsschema's deel 1. Theorie: o Elke cel bevat 2n chromosomen. n = aantal verschillende chromosomen. Bij mensen is n=23 en dus zitten in elke lichaamscel 23 paar (46) chromosomen. Eén deel kreeg
Nadere informatieExamen Voorbereiding Erfelijkheid
Examen Voorbereiding Erfelijkheid Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 4 Erfelijkheid Begrippenlijst: Begrip DNA-sequentie Genexpressie Epigenetica Homozygoot Heterozygoot Intermediair Monohybride
Nadere informatieExamenreader Erfelijkheid BIOLOGIE
Examenreader ERFELIJKHEID Inhoud 1 Introductie 2 2 Eindtermen erfelijkheid... 3 3 Begrippenlijst erfelijkheid... 4 4 Oefening Jongen of een meisje?... 6 5 Algemeen geldende regels rond kruisingsvraagstukken...
Nadere informatie28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving
Klinische Genetica Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica U of uw kind is doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch
Nadere informatieInzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project
Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project Leerdoelen Inzicht hebben in de drie belangrijkste patronen van overerving
Nadere informatieMogelijke combinaties van genotypen. Mogelijke combinaties van fenotypen. Deze kruising levert 2 X 2 = 4 fenotypen.
Leertaak 8A 1. Bij de mens berust een bruine oogkleur op het dominante allel B. Een blauwe oogkleur berust op het recessieve alle b. Rechtshandigheid berust op het dominante allel H en linkshandigheid
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal dominante overerving
Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieS e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e
76 Voortplanting S e k s u e l e v o o r t p l a n t i n g De seksuele voortplanting of reproductie van de mens houdt in dat man en vrouw elk de helft van hun erfelijke aanleg, dus één van elk van de 22
Nadere informatieKeuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7
Keuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7 Keuzeopdracht door een scholier 1132 woorden 13 april 2004 5,1 32 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 5 Leertaak B Bij veel zoogdieren
Nadere informatie8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica
Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke
Nadere informatie6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal
Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen
Nadere informatieAntwoorden Biologie Thema 4
Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor
Nadere informatie2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington
2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen
Nadere informatieAVL-nascholing NW02. KU Leuven
Toelichtingen en praktische didactische tips bij de leerplandoelstellingen genetica in het Leerplan D/2017/13.758/009 Aardrijkskunde/Natuurwetenschappen 3 graad kso/tso; sept 2017: Leerplan van het Secundair
Nadere informatieDialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief
Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieVraag /144. Vraag 14
Vraag 13 107/144 De kinderen van Romeo en Julia kunnen de ziekte enkel hebben indien hun beide ouders heterozygoot zijn. Hoe groot is die kans? Julia's broer Augusto heeft de ziekte, dus moeten zowel Laura
Nadere informatieBasis erfelijkheid. K.V.K de Koperwiek 1 oktober 2013
Basis erfelijkheid K.V.K de Koperwiek oktober 0 Erfelijkheid Elk levend individu heeft evenveel meegekregen van zijn vader als van zijn moeder. Elk onderdeel vererft onafhankelijk van alle andere Kleur
Nadere informatiePRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID over houden van huisdieren Heel wat ziekten en aandoeningen bij dieren zijn (helemaal
Nadere informatieDan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.
Opgave 1: Wet van Hardy-Weinberg Een populatie van 10.000 individuen voldoet wat betreft de onderlinge voortplanting aan de voorwaarden, genoemd in de wet van Hardy-Weinberg. Van deze populatie is bekend
Nadere informatieAntwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid
Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden door een scholier 1762 woorden 24 januari 2003 7,2 298 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie
Nadere informatie1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse
1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse 1.1 Inleiding Genetische kenmerken die afhangen van één enkel gen (meer precies : locus) noemen wij mendeliaans. Mendeliaanse kenmerken segregeren in families
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 2251 woorden 18 maart 2004 7,3 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Hoewel mensen
Nadere informatieSamenvatting Biologie Erfelijkheid
Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting door een scholier 3283 woorden 20 november 2002 6,9 200 keer beoordeeld Vak Biologie.1 wanneer zijn eigenschappen erfelijk? - Zichtbare eigenschappen van
Nadere informatieJongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 24 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62534 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieWerkbladen. Boekopdrachten. K13 Erfelijkheid
Werkbladen Boekopdrachten K13 Erfelijkheid INFO-1 Individuele kenmerken Nakomelingen lijken op de ouders. Dit geldt voor mensen, maar ook voor planten en dieren. We zeggen dat nakomelingen een bepaalde
Nadere informatieVoortplanting en celdeling
Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken
Nadere informatieHERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007
HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007 NAAM: STUDENTNUMMER: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 14 PAGINA S BEVAT. Veel succes! o Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken,
Nadere informatieCE toets HAVO (1) erfelijkheid
CE toets HAVO (1) erfelijkheid Schelpen Afbeelding 3 (zie de bron Schelpen) is een foto van schelpen van Argopecten irradians, een kamschelpsoort. Deze schelpdieren leven in de Atlantische oceaan langs
Nadere informatieWelke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom
Nadere informatieWelke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct? Lysosoom en vertering Mitochondrion en synthese van eiwitten Lysosoom en fotosynthese Mitochondrion en celademhaling
Nadere informatiePopulatie- en kwantitatieve genetica. Wieneke van der Heide
Populatie- en kwantitatieve genetica Wieneke van der Heide Leerdoelen Na afloop van deze cursus en het uitvoeren van de leertaak 5a en 5b is de student in staat selectie- en rassenproeven te beoordelen
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieBiologie 1997 Augustus
www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een
Nadere informatieVraag Welk van de onderstaande beweringen over deze F 2 zijn juist?
Opgave 1: Zijdeachtige veren Op vogeltentoonstellingen worden regelmatig geshowd met zogenoemde zijdeachtige veren. Deze afwijking van de normale veerstructuur wordt veroorzaakt door een recessief allel.
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3 en 4
Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april 2011 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieVerklarende Woordenlijst
12 Verklarende Woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en
Nadere informatieExamenreader ERFELIJKHEID
BIOLOGIE Pag 1 Examenreader ERFELIJKHEID Inhoud 1 Studiewijzer...3 2 Eindtermen erfelijkheid...4 3 Begrippenlijst erfelijkheid...5 4 Oefening Jongen of een meisje?...7 5 Algemeen geldende regels rond kruisingsvraagstukken...11
Nadere informatieInfoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.
Chromosoomafwijkingen Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosomen In het lichaam zitten heel veel cellen. De cellen zijn de bouwstenen
Nadere informatieX-gebonden Overerving
12 http://www.nki.nl/ Afdeling Genetica van het Universitair Medisch Centrum Groningen http://www.umcgenetica.nl/ X-gebonden Overerving Afdeling Klinische Genetica van het Leids Universitair Medisch Centrum
Nadere informatieOefen Repetitie thema Erfelijkheid
Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Een zichtbare eigenschap maakt deel uit van het fenotype van
Nadere informatieGenetische aspecten. Inleiding
Hoofdstuk 2 Genetische aspecten Inleiding De ontwikkeling van één enkele bevruchte eicel tot een uiterst complex menselijk organisme staat onder voortdurende invloed van erfelijke factoren, van het interne
Nadere informatieVerklarende woordenlijst
12 Verklarende woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 Gesteund door EuroGentest, NoE
Nadere informatieX-gebonden overerving
12 Universiteit Gent - UG http://medgen.ugent.be/cmgg/home.php Tel. +32(0)9 240 36 03 X-gebonden overerving Université Libre de Bruxelles - ULB Tel. +32 (0)2 555 31 11 Vrije Universiteit Brussel - VUB
Nadere informatieOPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2
Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen Deeltoets 2 OPEN VRAGEN Datum: donderdag 18 december 2014 Tijdstip: 13:00 uur tot 16:00 uur Naam Studentnummer 1 OPEN VRAGEN 35a
Nadere informatieErfelijkheid van de ziekte van Huntington
Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.
Nadere informatieHerhalingsoefeningen
Herhalingsoefeningen Steven Maenhout 1 stamboomanalyse 1. De stamboom uit figuur 1 geeft de overerving van de witte haarlok eigenschap bij mensen. De aangetaste individuen hebben een lok ongepigmenteerd
Nadere informatieModule Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2
Module Basisgenetica De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteurs Body Bosgra Hans Hilverda
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieTobianopatroon Een hengst met tobianopatroon en een merrie met normale kleuring krijgen een veulen met een tobianopatroon Kun je bepalen welke
Tobianopatroon Een hengst met tobianopatroon en een merrie met normale kleuring krijgen een veulen met een tobianopatroon Kun je bepalen welke eigenschap dominant is? Tobianopatroon Een hengst met tobianopatroon
Nadere informatieVererving Toegepast bij Europese vogels. Door Ben Cretskens
Vererving Toegepast bij Europese vogels Door Ben Cretskens Inhoud Inleiding Mutatie? Lichaam van de vogel Bevruchting Kleuren Verervingen Inleiding Darwin had gelijk! Wetten van Mendel Eigenschappen van
Nadere informatie