Samenvatting Biologie Thema 3 en 4

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Biologie Thema 3 en 4"

Transcriptie

1 Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april ,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting 3.1 De chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen, dit is vastgelegd in het DNA. De kernen van een mens bevatten 46 chromosomen, verdeelt in paren van 2 (dus 23 paren). Een chromosomenpaar zijn 2 homologe chromosomen, dit betekent dat ze gelijk zijn in lengte en vorm. Bij een karyogram of chromosomenportret zijn de chromosomenparen via bepaalde regels gegroepeerd. Wanneer de chromosomen in de kern in paren voorkomen, wordt de cel diploïd genoemd. Bij de voortplanting smelten de kernen van 2 geslachtscellen (voortplantingscellen) samen. De geslachtscellen worden ook wel gameten genoemd. De zygote ontstaat uit de 2 geslachtscellen en is, net als alle andere lichaamscellen, diploïd. Geslachtscellen bevatten maar 23 chromosomen en hebben dus geen paren, zo n cel is haploïd. Bij de bevruchting versmelten de kernen van de ei- en zaadcel, en heeft de zygote dus weer 46 chromosomen. Samenvatting 3.2 Het fenotype zijn alle uiterlijke waarneembare kenmerken van een individu, die niet door chromosomen vastgesteld zijn en zijn bepaald door het milieu. Chromosomen zijn opgebouwd uit genen, ook wel erffactoren genoemd, die elk een erfelijke eigenschap bevatten. De genen van je moeder en je vader samen wordt jouw genotype. Het is dus al bij je geboorte vastgesteld zoals je oog- en haarkleur. Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype. Samenvatting 3.3 De plaats van een gen in een chromosoom wordt een locus genoemd. Elk gen wat op een bepaalde locus kan voorkomen noemen we ook wel een allel, voor een erfelijke eigenschap kunnen verschillende allelen bestaan. Homozygoot is dat je 2 allelen hebt voor een bepaalde eigenschap, waardoor het zeker is dat je die eigenschap krijgt, als je 2 verschillende allelen hebt voor een bepaalde eigenschap noem je dat heterozygoot > slechts 1 van de allelen komt tot uiting in het fenotype, dit is het dominante allel (het Pagina 1 van 7

2 andere allel noemen we recessief). Als het recessieve allel toch enigszins tot uiting komt noemen we het dominante allel onvolledig dominant. Als geen van de beide allelen dominant is of geen van beide recessief, noemen we het intermediair > de erfelijke eigenschap ligt dan tussen de 2 allelen in (bijv. 1 rood allel + 1 wit allel = roze) Samenvatting 3.4 Bij een kruising planten 2 individuen met ongelijke genotypen zich voort. Voor de kennis van de genetica zijn veel onderzoeken gedaan met bananenvliegjes omdat je het genotype van deze vliegen makkelijk kunt bepalen en ze maar 4 chromosomen paren hebben. Bij een monohybride kruising wordt slechts op de overerving van 1 erfelijke eigenschap gelet, hierbij is 1 genenpaar betrokken. Bij een dihybride kruising letten ze op 2 erfelijke eigenschappen met 2 genenparen. Bij een kruising worden de ouders aangegeven met P, de volgende generatie F1 en die daarna met F2. Als je ergens van wilt bepalen of een eigenschap homozygoot of heterozygoot is, kun je dat bepalen door het nog verder te kruisen met een andere waarvan je weet dat die recessief is voor de eigenschap. Dit noem je terugkruising. Samenvatting 3.5 Je hebt 22 autosomen, het 23e paar is bij een vrouw een X en bij een man een X of een Y. Door deze X en Y chromosomen wordt het geslacht bepaald en daarom worden ze ook wel de geslachtschromosomen genoemd. In geslachtscellen komen de chromosomen enkelvoudig voor, dus niet in paren. Als bij de bevruchting de zaadcel een X chromosoom bevat wordt het kind XX (meisje). Als de zaadcel een Y chromosoom bevat wordt het kind XY (jongen). Bij sommige diersoorten hebben de mannetjes juist 2 X chromosomen en de vrouwtjes een X en Y chromosoom. Een vrouw die heterozygoot is noem je de draagster. Een gen noem je X-chromosomaal als het alleen maar genen zijn die in het X-chromosoom liggen. Een voorbeeld van een X-chromosomaal gen is roodgroen-kleurenblindheid, mensen die homozygoot recessief zijn voor deze eigenschap kunnen deze kleuren niet onderscheiden. Samenvatting 3.6 Bij een dihybride kruising letten ze op 2 erfelijke eigenschappen met 2 genenparen. Bij F2 zijn er 16 mogelijkheden, hier zitten vaak wel veel dubbelen tussen. Stel: A is voor lange bladeren en B is voor ingesneden bladeren. Hoeveel procent van F2 heeft lange, gave bladeren P = AAbb x aabb F1= AaBa x AaBb F2= Aabb Bij Aa x Aa heb je een kans van 1:3, bij Bb x Bb heb je een kans van 3:4. ¼ x ¾ = 18,75 Pagina 2 van 7

3 Samenvatting 3.7 Voor sommige eigenschappen bestaan heb je meerdere allelen, 3 of meer bijvoorbeeld bij bloedgroepen (A, B, O). Dit noem je dan multipele allelen. Bij letale factoren is een allel betrokken dat in homozygote toestand geen levensvatbaar individu oplevert. Bij onafhankelijke overerving zijn er 2 genenparen in verschillende chromosomenparen. Gekoppelde overerving heb je als de verschillende genen in hetzelfde chromosomenpaar liggen. De allelen die in hetzelfde chromosoom liggen, erven dan gezamenlijk over. Bij een crossing-over worden delen van de chromosomen uitgewisseld tussen homologe chromosomen. Bij polygene overerving komt een eigenschap tot stand doordat 2 of meer genenparen samen 1 erfelijke eigenschap bepalen. Biologie: Samenvatting Hoofdstuk 4 Samenvatting 4.1 Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Er zijn verschillende soorten functies van eiwitten zoals enzymen (die een reactie versnellen) en bouwstoffen. De eiwitten bevinden zich op de chromosomen samen met het DNA. DNA bevat alle erfelijke eigenschappen, het bestaat uit genen. Elk gen codeert voor een eiwit. Het DNA bestaat uit een dubbele helix. Een helix is een keten van nucleotiden, die bestaan uit 3 delen: - Fosfaat > verbindt de desoxyriboses met elkaar - Desoxyribose > een soort suiker die de base vasthoudt - Base > je hebt 4 verschillende bases: A = adenine T = thymine C = cytosine G = guanine Tegenover een A komt altijd een T, tegenover een C altijd een G, dit noem je de basenparing. Samenvatting 4.2 Cellen worden continu opnieuw aangemaakt in het lichaam, hierdoor groei je en helen wondjes. Ook het vervangen van te oude cellen is zeer belangrijk. Het aanmaken van nieuwe cellen (en dus ook nieuw DNA) gebeurt door mitose (kerndeling) en celdelingen. Door deze plasmagroei ontstaan uit 1 moedercel 2 nieuw dochtercellen die beide identiek zijn aan de moedercel. Dezen kunnen ook weer gaan delen d.m.v. mitose, de periode tussen 2 mitosen wordt de interfase genoemd. Bij DNA-replicatie wordt er een exacte kopie gemaakt van het DNA-molecuul > de ketens gaan uit elkaar en aan de bases worden nieuwe (vrije) nucleotiden gekoppeld. Na een DNA-replicatie bestaat een chromosoom uit 2 identieke delen, de chromatiden. De plaats waar dezen vast zitten noemen we de centromeer (equatoriaalvlak). De chromosomen gaan zich spiraliseren (oprollen/opvouwen) hierdoor wordt her chromosoom korter en dikker, waardoor hij makkelijker met een microscoop zichtbaar wordt. Na de mitose despiraliseren de chromosomen zich weer, ze worden weer lang en dun. De celcyclus bestaat uit de mitose en de interfase. De interfase bestaat uit 3 periodes: G1-fase is de periode tussen de celdeling en de DNA-replicatie, de S-Fase is de periode van de DNA-replicatie en de G2- Pagina 3 van 7

4 fase is de periode tussen DNA-replicatie en de mitose. De G1-fase kan heel erg verschillen in duur. Vaak kunnen ze ook in een rustfase verkeren, G0, hierdoor vinden er geen DNA-replicaties meer plaats in de cel. Samenvatting 4.3 Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Eencellige planten en dieren planten zich voort door deling. Voortplanting bij bloemen vind vaak plaats met bollen (tulpen) en knollen (aardappelen). Dit zijn allemaal natuurlijke manieren van ongeslachtelijke voortplanting. Kunstmatig kan via stekken, dan snijd je een stuk van een stengel of blad af en zet je in een pot, de stengel krijgt nieuwe wortels > nieuwe plant. Een andere kunstmatige manier is enten, takken worden dan vastgezet op een afgeknipte onderstam, dan krijg je dezelfde boom als de boom waar je de takken van geënt hebt. Als 1 individu door ongeslachtelijke voortplanting is ontstaan uit 1 individu is, noem je dat een kloon. Het maken van zo n kloon wordt klonen of kloneren genoemd. Dit wordt gedaan om een gunstig genotype te behouden bij bijvoorbeeld planten in de akkerbouw en fruitteelt. Bij een weefselkweek wordt uit een gezonde, goed groeiende plant een stukje deelvaardig weefsel gesneden, dit stukje wordt ontsmet en op een geschikte voedingsbodem gebracht. Eest ontstaat de callus, een hoeveelheid ongedifferentieerd weefsel. Daarna worden het embryoïden, deze zijn wel gedifferentieerd en gespecialiseerd, deze groeien verder tot jonge plantjes, die naar een kwekerij worden gebracht. Samenvatting 4.4 Door meiose worden in het lichaam de geslachtscellen gevormd. Bij meiose I ontstaat uit 1 diploïde cel 2 haploïde cellen (= reductiedeling), bij meiose II ontstaan uit 2 haploïde cellen 4 haploïde cellen. Dus bij een man kan een zaadcelmoedercel zich ontwikkelen tot 4 zaadcellen. Bij een vrouw ontstaan bij meiose I 2 dochtercellen die ongelijk zijn van grootte. Bij meiose 2 worden de 2 dochtercellen opgedeeld tot 3 poollichaampjes en 1 eicel, in de eicel komt al het cytoplasma te zitten waardoor deze het grootst wordt van de 4. De poollichaampjes sterven af en verdwijnen. In de eierstokken van een vrouw worden tienduizenden cellen bewaard die halverwege het meiose proces zitten, bij de ovulatie wordt de meiose in die cellen afgemaakt. Samenvatting 4.5 Genen kunnen zich op verschillende manieren met elkaar combineren, waardoor jouw combinatie vaak anders is dan die van je ouders, dit noem je recombinatie. Doordat er nieuwe combinaties ontstaan, ontstaat er meer diversiteit binnen een bepaalde soort > dus een grotere overlevingskans. Welke eigenschappen een kind krijgt is afhankelijk van het toeval, de kans is zeer klein dat 2 ei- of zaadcellen hetzelfde genotype hebben. Door de (natuurlijke) selectie blijven alleen de individuen met gunstige erfelijke eigenschappen leven. Door veredeling proberen we om alle gunstige eigenschappen in 1 nakomeling te krijgen. Door middel van klonering kun je dan weer proberen individuen met datzelfde genotype te krijgen, maar de fenotypes kunnen wel onderling verschillen tussen deze gekloneerde individuen waardoor ze alsnog niet precies hetzelfde zijn. Pagina 4 van 7

5 Door genetische modificatie kun je de genen van een individu aanpassen om zo gunstige erfelijke eigenschappen te kweken. Als je een zuivere lijn hebt kun je een groep planten die homozygoot is voor een bepaalde eigenschap door zelfbestuiving verder kweken, hierdoor krijg je een reeks van nakomelingen die ook homozygoot zijn voor die eigenschap, dit noem je zaadvaste planten. Als dieren homozygoot zijn voor gewenste eigenschappen noem je ze fokzuiver. Bastaarden zijn nakomelingen van 2 homozygote dieren van een verschillend ras, de nakomeling is dan dus wel heterozygoot. Soms kan het selecteren niet goed uitpakken, minder gunstige rassen sterven uit en door een verandering in de omgeving kan het gunstige ras opeens niet meer gunstig zijn. Dan gaat de hele soort dood. Samenvatting 4.6 Cellen gaan naar verloop van tijd steeds meer verschillen vertonen door de ontwikkeling van de zygote, dit proces noem je celdifferentiatie. Deze verschillende types cellen krijgen ieder een verschillende functie, celspecialisatie. De invloed die de cellen op elkaar hebben noem je Inductie. Verschillende combinaties van genen ontstaan door de verschillen in het cytoplasma en door de invloed van stoffen in andere cellen. Hierdoor komt al vroeg vast te liggen welke cel wat gaat doen. Het vastleggen van de taak van een cel door activering van bepaalde genen noemen we determinatie. De celspecialisatie wordt bepaald door hormonen, deze kunnen er ook voor zorgen dat een cel zichzelf vermoordt omdat hij niet meer nodig is (vliezen tussen vingers en tenen) dat heet apoptose (geprogrammeerde celdood). Het (m)rna staat voor (messenger)ribonucleïneacid oftewel (messenger)ribonucleïnezuur. Welke genen ingeschakeld zijn bepalen welke taken je cel uitvoert en dus welke eiwitten er gemaakt worden. Het DNA bepaald welke eiwitten er gemaakt moeten worden, vervolgens gaat het mrna met dat recept naar de ribosomen. Deze maken de eiwitten dan aan. Het mrna is eigenlijk een kopie van een deel van het DNA waar het recept op staat. Met enkele verschillen: het RNA is een enkele streng nucleotiden, en ze bevatten ribose, en uracil (U) in plaats van thymine (T). Het DNA zelf is te belangrijk om zelf te gaan. DNA gaat uitelkaar, RNA vormt zich met U in plaats van T en gaat naar ribosomen. Een genetische code is de informatie over synthese van eiwitten. Virussen hebben verschillende belangrijke kenmerken: - Hebben geen cellen - Heeft geen cytoplasma of kernplasma - Hebben of DNA of RNA - Kunnen geen stofwisselingsprocessen plaats vinden. - Kunnen zich niet zelfstandig voortplanten. - Virussen bestaan bijna geheel uit een nucleïnezuur dat omgeven is door een laagje eiwit (capside) de vorm van virussen is verschillend. Bacteriofagen = virussen die bacteriën als gastheer gebruiken. Virus zorgt ervoor dat de ribosomen alleen virussen gaan maken. Bacterie gaat daarna dood en de virussen breken uit en besmetten nieuwe bacteriën. Samenvatting 4.7 Een verandering in het DNA doordat de volgorde van de stikstofbasen is gewijzigd noem je een mutatie. Pagina 5 van 7

6 Dit heeft alleen gevolgen als het verandert in een lichaamscel met een ingeschakeld gen. Vaak heeft het maar kleine gevolgen, behalve als de mutatie plaatsvind in een zaadcelmoedercel, eicelmoedercel, een eicel, een zaadcel, een zygote of een cel van een embryo. Het fenotype waarbij geen enkele mutatie aanwezig is noemen we het wildtype. Degenen die wel een mutatie hebben noem je mutanten. Recessieve gemuteerde genen kunnen generatie lang niet tot uiting komen, deze kan pas tot uiting komen als een eicel met het gemuteerde gen bevrucht wordt door een zaadcel met hetzelfde gemuteerde gen, deze kans is heel erg klein. Pas als 2 familieleden zich voort planten wordt de kans echt groot (inteelt). Mutaties kunnen ook gunstig zijn, zoals resistentie (het minder gevoelig worden van een bacterie voor een bestrijdingsmiddel) en door mutaties bestaat er veel verscheidenheid in genotypen binnen een soort, waardoor de overlevingskansen van die soort groter zijn. Alle invloeden die de kans op een mutatie groter maken worden mutageen genoemd, zoals virussen, kortgolvige stralingen en bepaalde chemische stoffen. Als cellen zich ongeremd gaan delen ontstaat een gezwel (tumor). Een goedaardige tumor kan operatief verwijderd worden en komt dan vaak niet meer terug. Bij kwaadaardige tumoren ontstaat kanker, bij de kwaadaardige tumoren zijn de cellen niet gevoelig voor de stoffen die de celdeling remmen. Een primaire tumor kan operatief verwijderd worden of worden bestraald. Een tumor wordt pas dodelijk als hij zich uitzaait (metastase). Hierdoor kunnen de kankercellen in het bloed komen en zo ook op andere plekken kanker veroorzaken (secundaire tumoren). Hierbij wordt dan chemotherapie toegepast en de patiënten krijgen cytostatica toegediend, die de deling van de cellen remt. Als de gezwellen op de zenuwen drukken of de afvoer van klieren afsluiten kan het zeer pijnlijk zijn. Bij een onherstelbare beschadiging van het DNA wordt een zelfmoordgen actief dat ervoor zorgt dat de cel spoedig sterft. Als dit gen ook gemuteerd is kan het beschadigde DNA zich gemakkelijk voortdelen. Bij de helft van de kankercellen is het zelfmoordgen gemuteerd. Alle mutagene stoffen zijn ook carcinogeen (kankerverwekkend). Samenvatting 4.8 Prenatale diagnostiek: - Echoscopie: groei en ligging kan worden bekeken door middel van hoogtefrequentie. Dit kan vanaf de 6e week van de zwangerschap. - Vlokkentest: via de cellen in de vlokken (zijn gelijk aan de cellen van het embryo) kan het genotype bepaald worden. In een karyogram kan gezien worden of het eventuele afwijkingen heeft. Dit kan vanaf de 8e week. - Vruchtwaterpunctie: uit de cellen van het vruchtwater kan een karyogram worden opgesteld waar eventuele stofwisselingsziektes op zichtbaar zijn. Dit kan vanaf 16e week. Als een kind chromosoom 21 extra heeft noem je dat trisomie 21, het kind heeft dan de ziekte van het syndroom van down. Samenvatting 4.9 De stof colchincine zorgt ervoor dat de chromatiden zich wel splitsen tijdens de mitose maar de cellen niet delen. Hierdoor krijg je 2x zoveel chromosomen. Haploïd (n), Diploïd (2n), Tetraploïd (4n), Polyploïd ((heel Pagina 6 van 7

7 veel)n). Je kunt DNA van een individu weghalen, eventueel veranderen en in een ander individu terugplaatsen, dit heet de recombinant-dna-techniek. Het is genetische modificatie/manipulatie. Deze gemodificeerde/gemanipuleerde individuen noem je transgeen (tussen 2 soorten). Het nadeel is dat we in Nederland nog steeds chymosine uit de maag van kalveren gebruiken en sommige mensen vinden dat je niet mag sleutelen aan genen en andere zeggen dat je de dieren dan gaat gebruiken als productiemachines. Bij de celfusietechniek laat men 2 type cellen samen smelten tot een cel (hybridecel). Dit wordt gedaan om zuivere antistoffen te verkrijgen. Verrijkingsstof 1 De kans op recombinatie wordt vergroot door crossing-over. Een deel van een chromosoom wordt verwisseld met een ander chromosoom. Hierdoor krijg je 2 normale cellen en 2 gemixte cellen. De crossingover kan op een willekeurige plaats optreden. Ook kan er een dubbele crossing-over optreden. Extra: mutaties Hele brokken chromosoom verplaatsen. Dit kan door straling of ze gaan kapot tijdens de mitose of de meiose, bij de crossing-over (van het ene chromosoom wel naar het andere maar de andere niet naar het ene). Bij meiose kan een cel een chromosoom extra krijgen, dan krijgt een andere cel er een minder. Een geslachtschromosoom teveel (dus X of Y of nummer 21). Als je chromosoom 21 teveel hebt, wordt je geboren met het syndroom van down. Met X en Y teveel, merk je er bijna niets van (alleen onvruchtbaar, met XXY zit je tussen man en vrouw in). Bij alle andere chromosomen kan het kind niet geboren wordt. Pagina 7 van 7

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie DNA

Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar

Nadere informatie

Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype.

Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype. Samenvatting door A. 2698 woorden 16 mei 2013 7,8 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting 3.1 De chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen, dit is vastgelegd in het DNA. De

Nadere informatie

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1 Boekverslag door N. 1802 woorden 11 april 2013 4.5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BS1 Pigment wordt veroorzaakt door enzymen, oftewel: eiwitten, bestaande uit een groot aantal

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke

Nadere informatie

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren :

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren : Samenvatting door een scholier 1923 woorden 10 maart 2002 7,6 81 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1: Eiwitmolecuul bestaan uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren. In het lichaam zijn

Nadere informatie

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst door een scholier 2843 woorden 2 april 2007 7,2 74 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie thema 4, DNA, samenvatting

Nadere informatie

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door S woorden 24 maart keer beoordeeld. Thema 4 DNA

6.9. Boekverslag door S woorden 24 maart keer beoordeeld. Thema 4 DNA Boekverslag door S. 2580 woorden 24 maart 2003 6.9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Thema 4 DNA Basisstof 1: chromosomen bevindt zich de informatie voor de erfelijke eigenschappen. Via enzymen kunnen erfelijke

Nadere informatie

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn. Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen

Nadere informatie

BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6

BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 BIOLOGIE MOLECULAIRE GENETICA EIWITSYNTHESE VWO KLASSE 6 Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Lelydorp [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai DOELSTELLINGEN:

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4

Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor

Nadere informatie

Samenvatting Biologie DNA

Samenvatting Biologie DNA Samenvatting Biologie DNA Samenvatting door een scholier 2995 woorden 8 december 2005 6 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 3 DNA: het management van je cellen 3.1 DNA: geheimtaal (De bouw van

Nadere informatie

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een

Nadere informatie

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1

Nadere informatie

Voortplanting en celdeling

Voortplanting en celdeling Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Erfelijkheid

Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting door een scholier 3283 woorden 20 november 2002 6,9 200 keer beoordeeld Vak Biologie.1 wanneer zijn eigenschappen erfelijk? - Zichtbare eigenschappen van

Nadere informatie

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden door een scholier 1762 woorden 24 januari 2003 7,2 298 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Erfelijkheid

Examen Voorbereiding Erfelijkheid Examen Voorbereiding Erfelijkheid Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 4 Erfelijkheid Begrippenlijst: Begrip DNA-sequentie Genexpressie Epigenetica Homozygoot Heterozygoot Intermediair Monohybride

Nadere informatie

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Een zichtbare eigenschap maakt deel uit van het fenotype van

Nadere informatie

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke

Nadere informatie

Level 1. Vul het juiste woord in

Level 1. Vul het juiste woord in Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 2251 woorden 18 maart 2004 7,3 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Hoewel mensen

Nadere informatie

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.

Nadere informatie

GENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.)

GENETICA EN EVOLUTIE. Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) GENETICA EN EVOLUTIE Pearson Basisboek biologie VWO Hoofdstuk 3 Linda Grotenbreg (MSc.) VAN DNA NAAR EIWIT GENETICA EN EVOLUTIE DNA Alle erfelijke informatie ligt opgeslagen in DNA in de vorm van genen.

Nadere informatie

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld

4,4. Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november keer beoordeeld Praktische-opdracht door een scholier 2016 woorden 4 november 2005 4,4 5 keer beoordeeld Vak ANW Voorwoord Het leven, wat heeft er allemaal met het leven te maken. Het leven is erg ingewikkeld, een goede

Nadere informatie

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd. Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar

Nadere informatie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

Basisstof 7 Genetische variatie

Basisstof 7 Genetische variatie Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in

Nadere informatie

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie

Nadere informatie

Biologie (jaartal onbekend)

Biologie (jaartal onbekend) Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 24 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62534 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie

Nadere informatie

Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met

Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met Begrippenlijst DNA adenine Eén van de nucelotidebasen die in DNA en RNA voorkomen. Adenine (A) vormt een basenpaar met thymine (T) in het DNA en met uracil (U) in RNA. Adenine komt ook voor in AMP, ADP,

Nadere informatie

3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?

3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu? Genetica Vragen bij hoofdstuk 13, 14 en 15 van 'Biology', Campbell, 7e druk Versie 2006 2007 Theorie 1. Hoe noemt men een plant die raszuiver is voor een bepaalde eigenschap? 2. Hoe noemt men planten met

Nadere informatie

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1 BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID

PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID over houden van huisdieren Heel wat ziekten en aandoeningen bij dieren zijn (helemaal

Nadere informatie

AAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa

AAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa 13. (MC) Retinitis pigmentosa is een erfelijke vorm van blindheid, die kan veroorzaakt worden door een recessief allel (a) op een locus alfa, of door een dominant allel (B) op een andere locus, bèta. Onderstaande

Nadere informatie

Biologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer

Nadere informatie

Oplossingen Biologie van 2000

Oplossingen Biologie van 2000 www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag

Nadere informatie

1 Antwoorden Monohybride Kruisingen

1 Antwoorden Monohybride Kruisingen 1 Antwoorden Monohybride Kruisingen 1) A = zwart haar, a = wit haar P: Aa x Aa F1: A a A AA Aa Alleen genotype aa geeft wit haar, dus 25 % 2) a) Eigenschap C (= A) b) Aa c) Aa d) AA of Aa 3) zwart : wit

Nadere informatie

Erfelijkheid en evolutie. Hoofdstuk 5

Erfelijkheid en evolutie. Hoofdstuk 5 Erfelijkheid en evolutie Hoofdstuk 5 Leerdoelen 5.3 Geslachtelijke voortplanting Je kunt de kenmerken van geslachtelijke voortplanting noemen Je kunt eschrijven hoe een twee-eiige tweeling en hoe een eeneiige

Nadere informatie

Genetica. Marvin Tersluijsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Genetica. Marvin Tersluijsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Marvin Tersluijsen 08 April 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74428 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine

Nadere informatie

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Biologie 1997 Augustus

Biologie 1997 Augustus www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een

Nadere informatie

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VMBO-GL en TL Erfelijkheid biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat

Nadere informatie

Alles door elkaar 1. a) b) c) 2. a) b) c) a) b) BIOLOGIE 2017/18 WERKBOEK

Alles door elkaar 1. a) b) c) 2. a) b) c) a) b) BIOLOGIE 2017/18 WERKBOEK Alles door elkaar 1. Van twee erwtenplanten worden nakomelingen verkregen. Hiervan blijken er 28 rode bloemen te dragen en 11 witte bloemen. a) Wat zijn de genotypen van de ouderplanten? b) Welk allel

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8 Samenvatting door een scholier 1255 woorden 18 maart 2009 3,2 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie Samenvatting H.1,7,8 Hoofdstuk 1 gedrag 1.1

Nadere informatie

De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?

De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen? Populatiegenetica Versie 2006-2007 Vragen bij COO Belangrijke begrippen De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende

Nadere informatie

genen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen.

genen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen. Begrippenlijst door een scholier 3446 woorden 20 september 2009 7,7 10 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Aangeboren eigenschappen eigenschappen die bij de geboorte aanwezig zijn. Voor een deel

Nadere informatie

Genetische aspecten. Inleiding

Genetische aspecten. Inleiding Hoofdstuk 2 Genetische aspecten Inleiding De ontwikkeling van één enkele bevruchte eicel tot een uiterst complex menselijk organisme staat onder voortdurende invloed van erfelijke factoren, van het interne

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1 t/m 4

Samenvatting Biologie Thema 1 t/m 4 Samenvatting Biologie Thema 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1945 woorden 3 januari 2002 6,6 234 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting SE biologie thema 1 tot en met

Nadere informatie

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.

Nadere informatie

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juli geel Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Let er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.

Let er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening. Week Thema Onderwerp Datum 43 3 Basisstof 1 t/m 4 23/10 28/10 44 3 Basisstof 1 t/m 4 31/10 4/11 45 7/11 11/11 Basisstof 5 t/m 7 bespreken 3 Basisstof 5 t/m 7 bespreken Verrijkingsstof 1 Herhalen en bespreken

Nadere informatie

Examenreader Erfelijkheid BIOLOGIE

Examenreader Erfelijkheid BIOLOGIE Examenreader ERFELIJKHEID Inhoud 1 Introductie 2 2 Eindtermen erfelijkheid... 3 3 Begrippenlijst erfelijkheid... 4 4 Oefening Jongen of een meisje?... 6 5 Algemeen geldende regels rond kruisingsvraagstukken...

Nadere informatie

Examen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA

Examen Voorbereiding DNA. Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016. 2016 JasperOut.nl. Thema 2 DNA Examen Voorbereiding DNA Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 DNA Begrippenlijst: Begrip mtdna kerndna Plasmiden Genoom DNA-replicatie DNA-polymerase Eiwitsynthese RNA-molecuul Codon Genregulatie

Nadere informatie

6.3. Boekverslag door Sevde 3877 woorden 26 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie

6.3. Boekverslag door Sevde 3877 woorden 26 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie Boekverslag door Sevde 3877 woorden 26 januari 2017 6.3 22 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie 3.1 Baby -> peuter -> kleuter -> schoolkind -> puber -> adolescent -> volwassen

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 4379 woorden 16 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 2 DNA. 1 De bouw en functie van het DNA

6,6. Samenvatting door een scholier 4379 woorden 16 november keer beoordeeld. Biologie voor jou. Thema 2 DNA. 1 De bouw en functie van het DNA Samenvatting door een scholier 4379 woorden 16 november 2016 6,6 3 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 2 DNA 1 De bouw en functie van het DNA DNA bevat de informatie over je erfelijke

Nadere informatie

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 14 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62460 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e 76 Voortplanting S e k s u e l e v o o r t p l a n t i n g De seksuele voortplanting of reproductie van de mens houdt in dat man en vrouw elk de helft van hun erfelijke aanleg, dus één van elk van de 22

Nadere informatie

AVL-nascholing NW02. KU Leuven

AVL-nascholing NW02. KU Leuven Toelichtingen en praktische didactische tips bij de leerplandoelstellingen genetica in het Leerplan D/2017/13.758/009 Aardrijkskunde/Natuurwetenschappen 3 graad kso/tso; sept 2017: Leerplan van het Secundair

Nadere informatie

Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?

Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom

Nadere informatie

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: - -

Zijn er bij deze onderwerpen deficiënties, dan kun je via de volgende sites je kennis vergroten: -  - VOORKENNIS BIOLOGIE Inhoud Organen en Cellen... 2 Voortplanting... 3 Erfelijkheid... 3 Planten... 4 Verbranding en ademhaling... 5 Voeding en vertering... 5 De cursus biologie, die je voorbereidt op het

Nadere informatie

vwo erfelijkheid 2010

vwo erfelijkheid 2010 vwo erfelijkheid 2010 Bijengenetica Een bijenvolk bestaat uit: de koningin (een vruchtbaar vrouwtje), een groot aantal werksters (steriele vrouwtjes) en darren (mannetjes). Alle vrouwtjes zijn diploïd

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen Samenvatting Biologie Hoofdstuk : Cellen Samenvatting door Anna 1714 woorden 12 november 2017 8,1 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk : Cellen Paragraaf 1: Celonderdelen Om het overzicht

Nadere informatie

T G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA

T G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA . Tijdens welke fase van de celcyclus gebeurt DNA-replicatie van het genoom? Hoeveel chromosomen en hoeveel DNA bevat een cel onmiddellijk na de mitose als je weet dat het aantal chromosomen van die cel

Nadere informatie

Biologie Vraag 1 <A> <B> <C> <D> Vraag 1. Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur.

Biologie Vraag 1 <A> <B> <C> <D> Vraag 1. Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. Biologie Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G A C T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één organisme. 4.

Nadere informatie

Welke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct?

Welke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct? Biologie Vraag 1 Welke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct? Lysosoom en vertering Mitochondrion en synthese van eiwitten Lysosoom en fotosynthese Mitochondrion en celademhaling

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be

Nadere informatie

Praktische opdracht ANW Biotechnologie

Praktische opdracht ANW Biotechnologie Praktische opdracht ANW Biotechnologie Praktische-opdracht door een scholier 2871 woorden 4 december 2003 6,3 20 keer beoordeeld Vak ANW *~ Biotechnologie~* Deelvragen DNA Wie heeft DNA ontdekt, en hoe

Nadere informatie

Tentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr:

Tentamen Genetica 22-10-2004 Studentnr: CONTROLEER OF DIT TENTAMEN 11 PAGINA S BEVAT. Veel succes! Je mag de achterkant van het papier ook zo nodig gebruiken, maar beantwoord vragen 1-6 niet op blaadjes van vraag 7 en de daarop volgende. 1.

Nadere informatie

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens! Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor

Nadere informatie

Verklarende Woordenlijst

Verklarende Woordenlijst 12 Verklarende Woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en

Nadere informatie