Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer. Samenvatting en Hoofdrapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer. Samenvatting en Hoofdrapport"

Transcriptie

1 Opdrachtgever: Bestuurlijk Overleg Onderzoeksresultaten voor de fase 2 Samenvatting en Hoofdrapport 28 februari 2006

2

3 Voorwoord In het kader van het onderzoek voor de, fase 2, is een aantal deelrapporten verschenen die gezamenlijk het rapport Onderzoeksresultaten voor de vormen. Deze deelrapporten zijn de volgende: - Veiligheid, Waterbeheer, Landbouw, Recreatie en Scheepvaart - Natuur - Waterkwaliteit - Kosten De genoemde rapportenreeks is opgesteld door HKV LIJN IN WATER en Arcadis, onder regie van de projectgroep, bestaande uit ambtelijke vertegenwoordigingen van de provincies Groningen en Fryslân, Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest, het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat Directie Noord Nederland. Het voorliggende rapport geeft een samenvatting van de onderzoeksresultaten voor de. De samenvatting is een coproductie van de projectgroep onder eindredactie van Thomas Ietswaart van Provinsje Fryslân en Durk Klopstra van HKV LIJN IN WATER.

4

5 Samenvatting Achtergrond Het Lauwersmeer heeft een sleutelpositie in de waterhuishouding van Noord- Nederland. Het is het knooppunt in de waterafvoer vanuit het achterland van Fryslân, Groningen en Drenthe naar de Waddenzee. Het gebied is niet alleen belangrijk voor waterafvoer en -berging, maar is ook een natuurgebied van internationale allure dat de status van Natura2000-gebied, Wetland en Nationaal Park heeft. Daarnaast herbergt het Lauwersmeer tal van andere gebruiksfuncties, zoals recreatie, scheepvaart, landbouw, visserij en defensie. De waterhuishouding is nu zo ingericht dat onder normale omstandigheden het overtollige water dat uit het achterland in het Lauwersmeer terecht komt geloosd kan worden zonder te pompen. Zeespiegelrijzing, bodemdaling en een ander neerslagpatroon (meer regen in de winter, minder in de zomer) leiden ertoe dat dit in de toekomst niet meer mogelijk zal zijn. In 2001 hebben de provincies Groningen en Fryslân en de Waterschappen Noorderzijlvest en Fryslân besloten om een beleidsdocument op te stellen waarin de waterbeleidskeuzes voor de toekomst worden vastgelegd: de. De mate waarin kan worden voldaan aan de natuurambitie van het Nationaal Park, de wensen van recreatie, landbouw en andere gebruikers van het gebied, hangen af van de keuzes in de. Inmiddels is fase 2 van de Watervisie Lauwersmeer afgerond. Deze samenvatting beschrijft de belangrijkste onderzoeksresultaten. Doelstelling Fase 2 van de heeft tot doel om de effecten van verschillende waterbeheervarianten voor het Lauwersmeer integraal inzichtelijk te maken voor het Lauwersmeer zelf en voor de daarvan afhankelijke watersystemen van Fryslân (Friese boezem), en Groningen en Drenthe (Electraboezem). Het planjaar is Functies van het Lauwersmeer De volgende functies van het Lauwersmeer worden onderscheiden: - Natuur (inclusief waterkwaliteit) Het Lauwersmeer is een internationaal vermaard natuurgebied, dat vooral bekend staat om zijn vogelwaarden. Circa hectare van het Lauwersmeergebied is aangewezen als natuurgebied. Het gebied heeft de status van Vogelrichtlijngebied, Staatsnatuurmonument en Wetland. In 2001 is het natuurgebied aangewezen als nationaal park. De ecologische betekenis van het Lauwersmeer is vooral verbonden met: - een open landschap van (grootschalig) open water, slikken, graslanden (o.a. van duinvalleien) en moerassen waar natuurlijke processen en dynamiek een belangrijke voorwaarde voor behoud en ontwikkeling van de waarden spelen. Bos en struwelen komen alleen op de allerhoogste platen en in de periferie voor. i

6 - Broedvogels van drassige graslanden en moerassen. - Rust- en fourageergebied voor overwinterende trek- en watervogels (eenden, ganzen, zwanen, steltlopers, watergebonden roofvogels). - Veiligheid Bescherming tegen overstroming van de Friese- en Electraboezem en het Lauwersmeer in hoogwatersituaties. Voor de bescherming tegen overstroming is de Friese boezem deels en de Electraboezem geheel afhankelijk van het op het Lauwersmeer gevoerde waterbeheer. - Dagelijks waterbeheer Afvoer van water van de Friese- en Electraboezem naar het Lauwersmeer onder vrij verval en als dat niet mogelijk is door middel van malen (Electraboezem) of afvoer naar elders (Friese boezem). - Landbouw Het Lauwersmeer ligt in een belangrijk akkerbouwgebied. In het Lauwersmeer zelf zijn langs de zuidzijde landbouwpercelen aanwezig. Deze liggen op de oude kwelders en liggen dus relatief hoog (boven NAP +0,20 m). - Recreatie Het Lauwersmeer is een belangrijk recreatiegebied. Het gebied is geliefd bij watersporters. In of direct grenzend aan het gebied zijn diverse bungalowparken en campings te vinden. Daarnaast zijn er veel voorzieningen voor dagrecreatie, zoals fietspaden, zwemstranden en picknickplaatsen. - Visserij Op het Lauwersmeer zijn drie beroepsvissers actief, die op paling vissen. Daarnaast is het gebied in trek bij hengelsporters. - Scheepvaart De scheepvaart op het Lauwersmeer betreft voornamelijk recreatievaart. Daarbij gaat het om schepen van diverse grootte. Schepen van de bruine vloot gebruiken het Lauwersmeer niet alleen als vaargebied, maar ook als verbinding tussen de Waddenzee en het Groningse en Friese achterland. - Wonen In het Lauwersmeergebied ligt het dorp Lauwersoog. Zoutkamp ligt in het beïnvloedingsgebied van het waterbeheer op het Lauwersmeer en het Reitdiep. Verder zijn er in het gebeid diverse bungalowparken, zoals vermeld onder recreatie. Verder ligt in het zuidelijk deel van het Lauwersmeer de Willem Lodewijk Frisokazerne, onderdeel van het Compagnie-Oefenterrein Marnewaard. Hier kunnen enkele duizenden militairen verblijven. Alternatieven en varianten voor het waterbeheer op het Lauwersmeer Voor het waterbeheer op het Lauwersmeer kunnen 4 alternatieven worden onderscheiden, drie daarvan hebben een meer natuurgerichte oriëntatie. ii

7 - Peilconsolidatie: deze hoofddoelstelling heeft één duidelijk doel en dat is het handhaven van de huidige afvoermogelijkheden vanuit Fryslân en Groningen via het Lauwersmeer. Het streefpeil op het Lauwersmeer blijft op het huidige niveau van NAP -0,93 m (later NAP-1,03 m) en de bergingsfunctie van het Lauwersmeer blijft behouden. - NatZoet: een hogere winterwaterstand op het Lauwersmeer. Hierbij staat een deel van de platen een half jaar onder water. Hiermee wordt een voor de beoogde natuurlijke ontwikkeling van het gebied gunstige situatie beoogd. De ongewenste verbossing wordt tegengegaan. - NatZout: een hogere winterwaterstand op het Lauwersmeer in combinatie met het inlaten van zout water. Voor de beoogde natuurlijke ontwikkeling wordt een (nog) gunstiger situatie beoogd dan met NatZoet. - Gedempt tij: door zeewater in te laten en water af te voeren tijdens respectievelijk vloed en eb op de Waddenzee onstaat een gedempt tij op het Lauwersmeer en wordt het Lauwersmeer zout. Met dit alternatief wordt ten opzichte van de andere alternatieven het meest gunstige effect voor natuurontwikkeling beoogd, in lijn met het lange termijn-streefbeeld voor het Nationaal Park. Om bovengenoemde alternatieven te realiseren binnen de randvoorwaarden van gegarandeerde veiligheid en afvoermogelijkheden, én de waterafvoer via het Lauwersmeer veilig te stellen bij een stijgende zeespiegel en dalende bodem, moet infrastructuur worden aangelegd, met name gemalen en/of hogere kades. Hiermee kunnen binnen de scenario s varianten worden gerealiseerd, die verschillen wat betreft hun peilvariatie, en wat betreft de aanpak van afvoerpieken: bergen of afvoeren. - Hoog of laag De varianten onderscheiden zich in het gehanteerde winterstreefpeil op het Lauwersmeer, uiteenlopend van NAP -1,03 m in de referentiesituatie in 2030 tot NAP -0,73 m en NAP -0,53 m in de varianten NatZoet/NatZout en Gedempt tij. - Peilconsolidatie of kadeverhoging Lauwersmeer De bescherming tegen overstroming van het Lauwersmeer kan op twee manieren worden gewaarborgd. Door een gemaal in Lauwersoog te bouwen dat gericht is op het voorkomen van kadeverhoging in 2030, oftewel peilconsolidatie, of middels kadeverhoging rondom het Lauwersmeer. In de varianten waarbij peilconsolidatie op het Lauwersmeer is nagestreefd, is berekend hoe groot het gemaal moet zijn om de waterstanden binnen de huidige marges te houden. - Afvoerconsolidatie of afvoer/berging van water elders Varianten met hogere waterstanden op het Lauwersmeer leiden tot een verlies aan afvoercapaciteit vanuit de Friese en Electraboezem. Er zijn varianten doorgerekend waarbij de afvoercapaciteit van de Friese- en Electraboezem naar het Lauwersmeer wordt gehandhaafd (afvoerconsolidatie) door gemalen te bouwen, en varianten waarbij dat niet gebeurt. In de laatste varianten moet het water dus iii

8 elders in de twee boezems worden geborgen of rechtstreeks afgevoerd naar de Waddenzee. Referentie In alle varianten is rekening gehouden met de in het jaar 2030 naar verwachting bestaande infrastructuur, ofwel inrichting van het watersysteem in Fryslân, het Lauwersmeer en de Electraboezem, in combinatie met de dan opgetreden autonome processen, zoals klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling. De kosten van de varianten zijn berekend met het uitgangspunt dat alle maatregelen die behoren bij de referentie, al genomen zijn. Beoordeling van de varianten De beoordeling van de in fase 2 van de onderscheiden varianten voor het waterbeheer voor de functies van het Lauwersmeer (met uitzondering van de functie Wonen die later in een Strategische Milieubeoordeling aan bod zal komen) is samengevat in de effectentabel op de volgende bladzijde. iv

9 Alternatieven en varianten Ref PC NatZoet NatZout Gedempt tij Maatregelen eenheid Referentie 2030 Peilconsolidatie laag (p) hoog (p,a) hoog (a) laag (p) hoog (p,a) hoog (a) hoog (a) zm hoog (a) mm Kadeverhoging L meer t.o.v. leggermaat 1 ) m 0,55 0,45 0,45 0,35 0,75 0,45 0,35 0,75 0,75 0,75 Gemaal Lauwersoog m 3 /s Gemaal DNZ m 3 /s Extra maalcapaciteit Electraboezem m 3 /s Zomerpeil Lauwersmeer NAP m -1,03-1,03-1,03-1,03-1,03-1,03-1,03-1,03-1,03 / -0,53 Winterpeil Lauwersmeer NAP m -1,03-1,03-0,73-0,53-0,53-0,73-0,53-0,53-1,03 / -0,53 Effectbeoordeling Beoordelingsaspect Natuur 2 ) Veiligheid Criterium eenheid Effecten ten opzichte van de Huidige Situatie beleidssoorten - broed --/ /+ -/+ -/+ -/+ -/+ -/+ -/-- - niet-broed - -/+ -/+ -/+ -/+ -/+ -/+ -/-- vegetatie op de platen / /+ -- natuurlijkheid - peil --/ zout berging 1:100 jr. 3 ) 3 ) 3 ) - Friese boezem mln. m Electraboezem Waterbeheer verandering maalvolume mln. - Friese boezem m 3 /jr Electraboezem Waterkwaliteit 2 ) totaal oordeel --/ Landbouw 2 ) totaal oordeel --/ ) 4 ) Recreatie 2 ) totaal oordeel --/ /+ -/+ Scheepvaart 2 ) passage sluizen --/ Wonen wateroverlast --/ Kosten 5 ) Contante Waarde Meerkosten Contante Waarde ++ geen Met: p = peilconsolidatie Lauwersmeer a = afvoerconsolidatie Friese- en Electraboezem. Gedempt tij hoog (a) zm : zonder menging van zoet en zout in de verticaal. Gedempt tij hoog (a) mm : met menging van zoet en zout in de verticaal. (voor uitleg van de punten 1 ) t/m 5 ), zie volgende bladzijde) v

10 1 ) De leggermaat van de kadehoogte is NAP + 0,5 m. 2 ) In alleen het Lauwersmeergebied. Voor de betreffende beoordelingsaspecten zijn de bijbehorende criteria erg gevoelig voor de aannames bij het modelleren en de effectbepaling. Een kleine verandering in de uitgangspunten kan leiden tot een andere effectbeoordeling. Voor natuur geldt dat alleen voor de cursiefgedrukte criteria. 3 ) Bij alternatief gedempt tij, met menging verandert de samenstelling van vogelpopulaties en vegetatie op de platen zodanig dat het in dit stadium niet mogelijk is om aan te geven of er sprake is van een netto verbetering of verslechtering. 4 ) Het effect van zoute kwel op de landbouw, in de directe omgeving van het Nationaal Park nader worden vastgesteld. 5 ) De kosten zijn in relatieve zin uitgedrukt (één "+" staat voor 40 à 60 miljoen euro). De vergelijking van de varianten vindt plaats ten opzichte van de huidige situatie. In alle varianten is rekening gehouden met de in 2030 opgetreden klimaatverandering (toename van de neerslagintensiteit, zeespiegelstijging) en de als gevolg daarvan veranderende inrichting van het watersysteem behorende bij de Friese- en Electraboezem op basis van de best mogelijke inschatting daarvan op dit moment. In de effectentabel zijn ook de bij de varianten behorende maatregelen en streefpeilen op het Lauwersmeer weergegeven. In onderstaande kaders worden de in fase 2 gehanteerde uitgangspunten voor de NatZout en Gedempt tij alternatieven weergegeven. Deze uitgangspunten zijn mede bepalend voor de score van deze alternatieven met name op de functie Natuur, zoals ook zal worden beschreven bij de conclusies van de alternatieven. NatZout in fase 2 van de In fase 2 van de is er van uitgegaan dat het verhoogde winterstreefpeil wordt gerealiseerd door eenmalig in het najaar zeewater in te nemen bij Lauwersoog totdat het verhoogde winterstreefpeil is bereikt. Achteraf is gebleken dat het beoogde effect, namelijk een verzilting van het Lauwersmeer, dan niet of nauwelijks wordt bereikt. Doordat in de winterperiode altijd sprake is van wateroverschot, en derhalve een afvoersituatie bij Lauwersoog, wordt het ingenomen zeewater al snel weer afgevoerd naar zee. Om toch het beoogde effect te bereiken zal dus vaker zout zeewater moeten worden ingenomen. De vraag daarbij is hoe vaak. Op dit moment is dat nog niet precies bekend. Ook is dan nog de vraag of het zoute water niet onder het zoete water in de diepe geulen zakt waardoor gunstige effecten voor het tegengaan van verruiging van de platen uitblijven. Op die laatste vraag zal een 3-D modelstudie onder regie van Rijkswaterstaat Noord Nederland een antwoord geven. Zodra die vraag is beantwoord zal, in geval de bestuurlijke voorkeur uitgaat naar een NatZout variant, de benodigde frequentie van inname van zout zeewater moeten worden bepaald en daarbij zal ook moeten worden nagegaan of inlaat van zeewater tot alleen de winterperiode kan worden beperkt. vi

11 Gedempt tij in fase 2 van de In fase 2 van de is uitgegaan van een gedempt tij variant met gebruikmaking van de huidige spuisluis in Lauwersoog, met zo weinig mogelijk aanpassing van de constructie. Uit analyse is gebleken dat de stroomsnelheden bij de sluis tijdens het inlaten kunnen oplopen tot 4,7 m/s terwijl de bodembescherming hooguit 4 m/s kan weerstaan. Een gedempt tij variant vereist dus minimaal versterking van de bestaande bodembescherming. Om de stroomsnelheden niet nog hoger te laten oplopen is uitgegaan van een inlaat van zeewater op een zo hoog mogelijke capaciteit (dus met alle spuikokers volledig geopend). Een lagere inlaatcapaciteit zal namelijk tot nog hogere stroomsnelheden leiden. Deze inlaat op maximale capaciteit zorgt voor het volgende getijverloop op het Lauwersmeer: spuieenheden bij inlaten en 3 spuieenheden bij spuien zeewaterstand meerwaterstand 1.00 waterstand [m+nap] tijd Hieruit blijkt dat een situatie ontstaat met een hoogste waterstand die zich gedurende circa 5 uren voordoet. Een dergelijke stationaire hoogste waterstand komt is onnatuurlijk en beperkt ook de potentieel positieve effecten voor de natuur. In geval de bestuurlijke voorkeur uitgaat naar een gedempt tij variant, zal moeten worden nagegaan of i) de bodembescherming van de spuisluis zo kan worden aangepast dat wel extreem hoge stroomsnelheden kunnen worden weerstaan, ii) of het mogelijk is om te spuien met een hefhoogte van de sluisdeuren van 1 meter, in welk geval wel een vloeiend getijverloop wordt bereikt, iii) of een hogere maximale waterstand op het Lauwersmeer kan worden toegestaan. In die gevallen kan een meer natuurlijk getijverloop worden bereikt. vii

12 Conclusies ten aanzien van de maatregelen - De in de tabel weergegeven benodigde maalcapaciteit in Lauwersoog in de peilconsolidatievarianten, die vooraf zo goed mogelijk is ingeschat, is na gedetailleerde analyse een overschatting gebleken. De kadeverhoging is daardoor 10 cm minder dan voor Referentie Na een keuze voor het voorkeursalternatief voor het waterbeheer op het Lauwersmee zal de eventuele benodigde maalcapaciteit in Lauwersoog meer gedetailleerd moeten worden bepaald. - In de afvoerconsolidatievarianten is rekening gehouden met extra maalcapaciteit van 25 m 3 /s op de Electraboezem. Deze extra maalcapaciteit is mogelijk nodig als reservecapaciteit in hoogwatersituaties, gezien de toenemende inzet van de huidige gemalen bij teruglopende spuimogelijkheden naar het Lauwersmeer. De extra maalcapaciteit is niet nodig voor inzet in hoogwateromstandigheden ter compensatie van een vermindering van de spuimogelijkheden, omdat in hoogwatersituaties de Electraboezem ook nu al volledig wordt bemalen. Bovendien is het beleid van Waterschap Noorderzijlvest om een toename van de neerslag als gevolg van klimaatsverandering op te vangen door water te bergen (denk aan de bergingsgebieden en meebewegende berging ). Aangezien in de Watervisie Lauwersmeer in de afvoerconsolidatievarianten wel is gerekend met een extra maalcapaciteit van 25 m 3 /s, is rekening gehouden met een worst case benadering voor de belasting op het Lauwersmeer en daarmee de afvoermogelijkheden van de Friese boezem naar het Lauwersmeer in tijden van hoogwater. Na besluitvorming over het voorkeursalternatief voor het waterbeheer op het Lauwersmeer moet in de praktische uitwerking daarvan daarom opnieuw worden nagegaan hoe in hoogwatersituaties omgegaan moet worden met eventuele reservecapaciteit voor de Electraboezem, en dan ook de Friese boezem. Voor het dagelijkse beheer is die afweging niet nodig, aangezien de extra maalcapaciteiten die nodig zijn als reserve voor hoogwatersituaties, in het dagelijkse beheer niet worden ingezet. Deze extra maalcapaciteit heeft dan ook geen invloed op de in de effectentabel weergegeven veranderingen in de gemalen hoeveelheden water op jaarbasis. Algemene conclusies ten aanzien van de effecten De belangrijkste algemene conclusies over de berekende effecten zijn als volgt: - De effecten op natuur zijn gevoelig voor de gehanteerde uitgangspunten en de wijze van berekenen van de dynamiek in waterstanden en zoutgehaltes. Dit betekent dat negatieve effecten als gevolg van een te lage dynamiek door de keuze van andere uitgangspunten kunnen worden teniet gedaan. Verder is uitgegaan van een recht evenredig verband tussen veranderingen in arealen biotoop en aantallen vogels. Dit verband is voor een aantal soorten anders. De berekeningswijze is hier alleen gebruikt om de verwachte trend van de vogelaantallen in beeld te brengen. - Uit de effectentabel blijkt dat, hoewel de NatZoet, NatZout en gedempt tij varianten wel duidelijk een verbetering laten zien ten opzichte van het peilconsolidatie alternatief, dat in geen enkele variant sprake is van uitsluitend een positief effect voor de natuurfunctie van het Lauwersmeer. Voor de varianten NatZout en Gedempt tij geldt dat deze conclusie mogelijk anders wordt als deze varianten worden geoptimaliseerd op de natuurdoelfunctie. Dit wordt beschreven bij de navolgende conclusies over de varianten. viii

13 - De veiligheid, in casu bescherming tegen overstroming van het Lauwersmeer en de Friese- en Electraboezem, is niet in het geding als de in de tabel weergegeven kadeverhoging rondom het Lauwersmeer en gemalen bij Lauwersoog en Dokkumer Nieuwe Zijlen en gemaaluitbreiding van de Electraboezem worden gerealiseerd. Met het treffen van die maatregelen daalt de hoeveelheid te bergen water op de Friese- en Electraboezem in een 1:100 jaar situatie ten opzichte van de referentiesituatie in 2030, of blijft maximaal gelijk. Wanneer de uitbreiding van de maalcapaciteit op de Electraboezem, in tegenstelling tot waarmee rekening is gehouden in de effectentabel, niet wordt ingezet tijdens hoogwaters, blijft de te bergen hoeveelheid water op de Electraboezem hetzelfde als in de referentiesituatie en zal de te bergen hoeveelheid water op de Friese boezem nog verder af nemen (of kan de benodigde maalcapaciteit bij Dokkumer Nieuwe Zijlen worden verminderd). - Voor alle varianten met een verhoogd streefpeil op het Lauwersmeer geldt dat de te malen hoeveelheden water op jaarbasis voor de Electraboezem met 60 mln. m 3 toeneemt. De toename van de te malen hoeveelheden water voor de Friese boezem is afhankelijk van de mate waarin het streefpeil op het Lauwersmeer wordt verhoogd en loopt op tot maximaal 235 mln. m 3 in de varianten met een streefpeil van NAP-0,53 m zonder gemaal in Lauwersoog. - Waterkwaliteit, Landbouw, Recreatie en Scheepvaart zijn geen onderscheidende criteria voor de gehanteerde varianten. Enige onzekerheid bestaat in de effecten van verzilting van het Lauwersmeer in de varianten NatZout en Gedempt tij, dit wordt bij die varianten hieronder besproken. - De kosten van de meeste varianten zijn over een periode van 50 jaar orde grootte 150 mln. hoger dan in de referentiesituatie. Alleen voor de varianten Peilconsolidatie en NatZoet laag (p) zijn de kosten beduidend lager. In de weergeven kosten is overigens geen rekening gehouden met: Compensatiekosten voor de landbouw in de varianten NatZout en Gedempt tij als hier tegen de verwachting in toch sprake zou zijn van zoutschade. Extra bedieningskosten voor bruggen en sluizen of aanpassing van infrastructuur t.b.v. de doorvaarthoogte voor de scheepvaart op de vaarwegen in Fryslân en Groningen. Compensatie voor het vaker inunderen van het recreatiestrand bij de hoek van Bant. Onderzoekskosten en maatregelen met betrekking tot bodembescherming bij de Lauwerssluizen en aanpassingen van de spuisluis bij mogelijke trillingen die in de gedempt tij variant mogelijk noodzakelijk zullen zijn. Nog een aantal aanpassingen in Groningen en Fryslân als uitvloeisel van het waterbeheer op het Lauwersmeer, zoals verruiming van aanvoerkanalen naar nieuw te stichten gemaalcapaciteit. ix

14 Conclusies ten aanzien van het alternatief Peilconsolidatie - Natuur De variant peilconsolidatie scoort vanuit het perspectief van de Natuur even slecht als de referentiesituatie. Bij peilconsolidatie oefent de waterdynamiek geen enkele positieve invloed uit op de gewenste ontwikkeling van vegetatie en biotopen. De ontwikkeling van het gebied in de gewenste richting kan daarom alleen door middel van begrazing worden gestuurd. Ook bij maximale inzet van begrazing zal verdere verruiging en verbossing van het gebied plaatsvinden, ten koste van vegetaties van meer open landschappen (pioniervegetaties, graslanden, moerasvegetaties). Dit is strijdig met het streven naar een open en grazig landschap. De ontwikkeling van de vegetatie leidt tot afname van broedbiotoop van vrijwel alle vogelsoorten waarvoor in het gebied instandhoudingsdoelen gelden. De variant is daarom strijdig met de doelstellingen van Natura 2000/- Natuurbeschermingswet. - Veiligheid De bouw van een gemaal bij Lauwersoog met de doorgerekende capaciteit overcompenseert de effecten van de zeespiegelstijging. Bij een keuze voor deze variant zou als alternatief gekozen kunnen worden om in plaats van een gemaal de kades met 5 cm extra te verhogen. - Waterbeheer Op jaarbasis vermindert ook de hoeveelheid water die van de Friese boezem moet worden afgevoerd door gemalen, doordat door de bouw van het gemaal in Lauwersoog de spuimogelijkheden bij Dokkumer Nieuwe Zijlen en de Friese sluis bij Zoutkamp onder vrij verval toenemen. Voor de Electraboezem treedt geen verandering op doordat bij wat hogere waterstanden op het Lauwersmeer de Electraboezem al geen spuimogelijkheden onder vrij verval meer kent. - Overige functies Er zijn geen onderscheidende effecten ten aanzien van de waterkwaliteit van het Lauwersmeer en de functies Landbouw, recreatie en scheepvaart in het Lauwersmeergebied. - Kosten De kosten zijn de laagste ten opzichte van alle overige varianten, maar wel circa 50 mln. meer dan in de referentiesituatie, met name als gevolg van de bouw van een gemaal in Lauwersoog. Conclusies ten aanzien van de alternatieven NatZoet en NatZout - Natuur: algemeen De alternatieven NatZoet en NatZout leiden tot een toename van riet- en moerasvegetaties ten koste van zilte en overstromingsgraslanden, pioniervegetaties, ruigten en struwelen. De hoogte van het winterpeil bepaalt de omvang van deze verandering (tot ca. 300 ha toename van rietmoerassen bij hoog winterpeil). x

15 Deze verandering in vegetatiesamenstelling en structuur leidt tot een toename van broedvogels van rietmoerassen, zoals Roerdomp en Bruine kiekendief. De biotopen voor weidevogels, broedvogels van ruigtes en broedvogels van pioniersituaties nemen echter af. Deze verschuiving is sterker naarmate het winterpeil hoger is. De verhoging van het winterpeil verbetert de biotoopkwaliteit voor winter- en watervogels van ondiep water en voor de in rietlanden foeragerende Grauwe gans. Het areaal biotoop voor grasetende soorten, zoals ganzen, zwanen en smient neemt iets af. De foerageerbiotopen voor de Kleine zwaan (Schedefonteinkruidvegetaties) blijven in omvang en kwaliteit in stand. De alternatieven NatZoet en NatZout doen geen recht aan alle instandhoudingsdoelen voor het Lauwersmeer, omdat de soortspecifieke instandhoudingsdoelen onderling tegenstrijdig zijn. Veranderingen in ecologische dynamiek en biotoopverdeling zullen daarom altijd leiden tot verschuivingen in aantallen vogels, en daarmee tot strijdigheden met de bepalingen van de Vogelrichtlijn. Echter, afgezien van verschuivingen in relatieve soortenaantallen, blijft de verwachting dat binnen het Lauwersmeer voor alle te beschermen ecologische soortgroepen voldoende oppervlakten biotoop met voldoende kwaliteit in stand voor de duurzame instandhouding van populaties. De alternatieven NatZoet en NatZout dragen bij aan de vergroting van de natuurlijkheid van het watersysteem van het Lauwersmeer. De hogere winterpeilen komen meer overeen met natuurlijke schommelingen in waterpeil van stagnante meren, dan de huidige situatie en het alternatief peilconsolidatie. De overgangen van winterpeil naar zomerpeil en omgekeerd kunnen echter veel abrupter dan in de natuurlijke situatie wanneer het beheer daar niet op aangepast kan worden. - Natuur: Verschillen tussen hoge en lage winterpeilen Bij hoge winterpeilen komt ten opzichte van de huidige situatie en het alternatief peilconsolidatie een gebied van ca 450 ha onder sterke invloed van het meerwater te staan. Bij een lager winterpeil is dit ca 150 ha. Het overige deel ondervindt niet of nauwelijks invloed van het meerwater. De overstromingen bij extreem hoge waterpeilen zijn te laagfrequent en te kortdurend om substantiële veranderingen in de vegetatiesamenstelling te veroorzaken. De veranderingen in vegetatie en avifauna zijn evenredig met de omvang van het in de winter overstroomde gebied. De veranderingen zijn bij de hoge varianten derhalve groter dan bij de variant laag. - Natuur: gevoeligheid van de conclusies voor de uitgangspunten: De ecologische gevolgen van het alternatief NatZout zijn gelijk aan die van het alternatief NatZoet. Deze conclusie wordt volledig bepaald door het aangenomen inlaatregime van zeewater in het NatZout alternatief, namelijk een eenmalige inlaat in het najaar (zie kader op p. vi). xi

16 - Veiligheid De effecten ten aanzien van Veiligheid zijn voor de alternatieven NatZoet en NatZout hetzelfde. Doordat er in alle varianten (aanvullende) gemaalcapaciteit komt, treedt een verlaging van de hoeveelheid te bergen water op de Friese en Electraboezem op. De afname is het hoogste in de varianten met peil- en afvoerconsolidatie. - Waterbeheer Voor de Electraboezem geldt voor alle varianten een toename van de gemalen hoeveelheid water op jaarbasis van 60 mln. m 3. De toename van de te malen hoeveelheden water voor de Friese boezem is afhankelijk van de mate waarin het streefpeil op het Lauwersmeer wordt verhoogd en loopt op tot maximaal 235 mln. m 3 in de variant met een streefpeil van NAP-0,53 m zonder gemaal in Lauwersoog. - Overige functies Er zijn geen onderscheidende effecten ten aanzien van de waterkwaliteit van het Lauwersmeer en de functies Landbouw, recreatie en scheepvaart in het Lauwersmeergebied. - Landbouw: Gevoeligheid van de conclusie voor de uitgangspunten: Zoals beschreven bij Natuur blijft het Lauwersmeer in het Zuidelijk deel van het Lauwersmeer zoet in de NatZout variant zoals die in fase 2 van de Watervisie Lauwersmeer is vormgegeven. Bij een meer regelmatige inlaat van zeewater dan waarvan is uitgegaan, kan het Lauwersmeer wel verzilten. Voor de landbouw is het daarbij vooral van belang of dan ook zeewater in het groeiseizoen zal worden ingenomen. Als het Lauwersmeerwater in het groeiseizoen zout is, is er een kans op een lokale toename van brakke kwel rond het Lauwersmeer. Hoe groot die kans is kan alleen door detailonderzoek worden achterhaald. - Kosten De kosten lopen afhankelijk van de specifieke getroffen maatregelen uiteen van 65 tot 160 mln. extra ten opzichte van de referentiesituatie. Conclusies ten aanzien van het alternatief Gedempt tij - Natuur algemeen: Het herstel van getijdewerking kan leiden tot grote veranderingen in de vegetatie en fauna van de Lauwersmeer. Dynamische zoet-zoutovergangen, met bijbehorende natuurlijke processen en ecosystemen zijn in Nederland en Europa zeldzaam. Deze veranderingen worden daarom in beginsel positief beoordeeld. De wijze waarop getijdewerking wordt hersteld, bepaalt in sterke mate het ontstaan van de gewenste gradiënten in vochttoestand en invloed van zout water, die kunnen leiden tot een gevarieerde en kenmerkende vegetatiezoneringen en hoge vogelbiodiversiteit. Het alternatief gedempt tij, zoals uitgewerkt in deze studie (zie ook hierna), leidt slechts in beperkte zin tot het ontstaan van estuariene levensgemeenschappen. Er ontstaat geen zonering van zilte pionier- en kweldervegetaties. De foerageermogelijkheden voor xii

17 vogels van intergetijdezones zijn beperkt. Daarentegen gaat een aanzienlijk deel van de terrestrische vegetatie, met bijbehorende broedvogelbiotopen verloren. De oorzaak van deze negatieve effecten moet gezocht worden in het te weinig variërende en te lage niveau van het hoogwater, de lange duur van hoogwaterstanden en de korte droogvaltijd van slikken. Afhankelijk van de mate waarin menging van zoet en zout water optreedt in tijden van hoge afvoer vanuit het achterland, kan brak water invloed uitoefenen op de vegetaties van overstroomde platen. Wanneer deze menging optreedt hebben kortdurende overstromingen een aanzienlijke en positieve invloed op de vegetatie-ontwikkeling op de platen, en de daarvan afhankelijke broed- en wintervogels. Het alternatief Gedempt tij leidt tot vermindering van broed- en pleisterbiotoop van een aantal door de Vogelrichtlijn in het Lauwersmeer beschermde vogelsoorten. Uitvoering van dit alternatief (in deze vorm) staat daarom op gespannen voet met de instandhoudingsdoelen vanuit de Vogelrichtlijn c.q. de Natuurbeschermingswet Anderzijds ontstaat wel meer ruimte voor nu minder algemeen voorkomende en nieuwe ruimte voor nu niet voorkomende, beschermde soorten. Door de bestaande onzekerheden kan nu nog niet gezegd worden of deze beoordeling uiteindelijk negatief uitvalt of niet. Het alternatief Gedempt tij herstelt in enige mate het natuurlijk regime van een intergetijdegebied in een estuarium als het Lauwersmeer. De aard van de dynamiek zoals die volgt uit de vormgeving van gedempt getij in deze studie leidt, zoals hierboven al geconcludeerd, niet tot de gewenste ecologische ontwikkeling op de platen. De dynamische zoet-zoutovergang in het water komt evenwel in hoge mate overeen met de natuurlijke situatie in estuaria. - Natuur: Gevoeligheid van de conclusies voor de uitgangspunten: In fase 2 van de is uitgegaan van een gedempt tij variant met een constante hoogste waterstand gedurende circa 5 uren. Dit onnatuurlijke getij beperkt de potentieel positieve effecten voor de natuur. In het kader op pagina v is beschreven hoe dit nader wordt onderzocht. - Veiligheid De effecten ten aanzien van de veiligheid zijn dezelfde als voor het NatZoet en NatZout alternatief met een streefpeil van NAP-0,53 m. Met de bouw van gemalen bij Dokkumer Nieuwe Zijlen, een uitbreiding van de maalcapaciteit van de Electraboezem en kadeverhoging rondom het Lauwersmeer daalt de te bergen hoeveelheid water op de Friese- en Electraboezem met respectievelijk 1 en 8 mln. m 3 in een 1:100 jaar situatie. Wanneer de uitbreiding van de maalcapaciteit op de Electraboezem, in tegenstelling tot waarmee rekening is gehouden in de effectentabel, niet wordt ingezet tijdens hoogwaters, blijft de te bergen hoeveelheid water op de Electraboezem hetzelfde als in de referentiesituatie en zal de te bergen hoeveelheid water op de Friese boezem nog verder af nemen (of kan de benodigde maalcapaciteit bij Dokkumer Nieuwe Zijlen worden verminderd). - Waterbeheer De extra hoeveelheid water die door middel van malen in plaats van spuien moet worden afgevoerd is voor de Friese boezem iets lager dan in de NatZout variant xiii

18 met hetzelfde peil van NAP-0,53 m in de winter. De oorzaak daarvoor is dat in de gedempt tij variant tijdens laagwater op het Lauwersmeer nog water gespuid kan worden bij Dokkumer Nieuwe zijlen in de aanloop naar een hoogwater op het Lauwersmeer. - Overige functies Er zijn naar verwachting geen onderscheidende effecten ten aanzien van de waterkwaliteit van het Lauwersmeer en de functies Landbouw, recreatie en scheepvaart in het Lauwersmeergebied. Voor de recreatie treden wel effecten op, maar die zijn zowel positief (voor de sportvisserij) als negatief (frequente overstroming van het recreatiestrand in de hoek van de Bant). - Landbouw: gevoeligheid van de conclusie voor de uitgangspunten De eventuele negatieve effecten van verzilting van het Lauwersmeer zullen naar verwachting beperkt blijven. Ook hier kan enige invloed in de omgeving niet worden uitgesloten (zie ook bij alternatieven NatZoet en NatZout onder de beschrijving van landbouw) - Kosten De kosten van een gedempt alternatief bedragen 160 mln. extra ten opzichte van de referentiesituatie en zijn gelijk aan het NatZoet en NatZout alternatief met een streefpeil gelijk aan het maximale peil in het gedempt tij alternatief. De kosten voor mogelijk noodzakelijke aanpassing van de spuisluis in Lauwersoog (versterking van de bodembescherming, onderzoek naar mogelijk optredende trillingen en aanpassen van de constructie daarop indien noodzakelijk, etc.) zijn daarin overigens nog niet meegenomen. Doorkijk zichtjaar 2100 De in de vorige paragrafen beschreven effecten van een veranderend waterbeheer op het Lauwersmeer gelden voor het planjaar In het zichtjaar 2100 zal de zeespiegel verder zijn gestegen en de aanvoer van water, afhankelijk van de inrichting van het watersysteem van Fryslân en Groningen, mogelijk verhoogd zijn als gevolg van de toename van de winterneerslag. Voor de beschreven effecten heeft dit de volgende gevolgen: - Peilconsolidatie en NatZoet en NatZout De maalcapaciteit in Lauwersoog of de kadeverhoging rondom het Lauwersmeer zal moeten worden verhoogd om overstroming van het Lauwersmeer te voorkomen. De aanleg van eventuele alternatieve routes kan verandering brengen in dit beeld. Met verhoging van de maalcapaciteit in Lauwersoog kunnen de streefpeilen op het Lauwersmeer worden gehandhaafd op de waarden zoals die zijn gehanteerd voor planjaar Zonder uitbreiding van de maalcapaciteit in Lauwersoog kan het streefpeil van de varianten van 2030 niet worden gehandhaafd in 2100 en vervallen de peilconsolidatievarianten. De afwatering vanuit Fryslân zal in dat geval verder verslechteren tenzij de maalcapaciteit bij Dokkumer Nieuwe Zijlen op het hogere streefpeil van het Lauwersmeer wordt afgestemd. Voor de Electra- xiv

19 boezem heeft dit geen gevolgen omdat die al volledig bemalen wordt in de varianten met een verhoogd streefpeil. De natuurwaarden zullen bij hogere streefpeilen verbeteren. Voor de recreatie en landbouw worden bij hogere streefpeilen dan NAP-0,53 m wel negatieve effecten verwacht als gevolg van het overstromen van recreatieoevers en het sterk verminderen van de drooglegging in de landbouwgronden in het zuidelijk deel van het Lauwersmeer. - Gedempt tij Met een zeespiegelstijging van 0,6 m in het jaar 2100 is de getijslag op het Lauwersmeer in 2100 gereduceerd tot 0,12 m in plaats van 0,50 m, tenzij het gemiddelde meerpeil meestijgt met de zee. Een gedempt tij alternatief heeft na het jaar 2030 dus een afnemende meerwaarde voor de natuur als het gemiddelde meerpeil niet meegroeit met de zee. In een situatie met een gedempt tij op het Lauwersmeer zullen de diepere geulen ongeveer 0,20 tot 0,45 m per jaar aanslibben. In de ondiepe delen van de geulen en op de platen is de aanslibbing veel minder en zal de zeespiegelstijging naar verwachting niet kunnen bijhouden. Wanneer het gedempt tij alternatief na 2030 meegroeit met de zee, zal dus een groter aandeel van de platen onder water staan dan in 2030 het geval is. De aanslibbing van het Lauwersmeer is overigens omgeven door grote onzekerheden. Een 3-dimensionale modelstudie onder regie van Rijkswaterstaat Directie Noord Nederland zal naar verwachting resultaten met minder grote onzekerheden opleveren. Deze resultaten zullen medio 2006 beschikbaar komen. Onderzoek in Fase 3 Aan de bevindingen in fase 2 zijn nog geen conclusies verbonden voor het toekomstige waterbeheer in het Lauwersmeer. Ten tijde van de uitvoering is namelijk een aantal punten naar voren is gekomen dat nadere beschouwing behoeft, die in fase 3 zullen worden uitgewerkt. De uitkomsten van de fasen 2 en 3 zullen samen de grondslag zijn voor het besluit over het te voeren waterbeheer op het Lauwersmeer. Voor de uit te voeren werkzaamheden in fase 3 is een plan van aanpak opgesteld waarin de volgende onderdelen voor verdere beschouwing zijn benoemd: Beheersmaatregelen die, in aansluiting op het toekomstige waterbeheer, leiden tot voldoende openheid op een voldoende groot oppervlak. Onderzoek naar zout/zoet-menging bij de aangepaste varianten Gedempt Tij en NatZout. Onderzoek naar opslibbing van de platen bij de verschillende varianten. Een expertoordeel over het proces van oeverafslag. Inpassing in de analyse van uitgangspunten uit het rapport "Stroomlijnen": variaties rond de vaste (maximale) waterstand van NAP - 0,53 m, het anticiperen in het waterbeheer op het Lauwersmeer op verwachte grote waterafvoer uit het achterland, rechtstreekse afvoer vanuit Fryslân en Groningen op de Waddenzee. xv

20 Effectbepaling en beoordeling van aanvullende maatregelen en aangepaste varianten: er zijn nog veel vragen en er is nog veel discussie over de na te streven natuurdoelen, wat is het effect van te nemen maatregelen, het antwoord op die vragen beïnvloedt de uitwerking van de aanvullende beheersmaatregelen en het onderzoek naar de zout/zoet-verdeling in het Lauwersmeerwater. Strategische milieubeoordeling (SMB). Effecten zoute kwel op de landbouw. Mogelijke aanpassing spuicomplex Lauwersoog met het oog op bodembescherming en stabiliteit, Doorwerking "meebewegende berging". Werkzaamheden in Fryslân en Groningen, buiten het Lauwersmeer die nodig zijn met het oog op het gewenste waterbeheer op het Lauwersmeer. Doorwerking Prognose 2005 voor de bodemdaling. xvi

21 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding tot het onderzoek Doelstelling Leeswijzer Functies van het Lauwersmeer Topografie, inrichting en landschap Aanvoer, afvoer en berging van water Natuur Gebruiksfuncties Alternatieven en varianten voor het waterbeheer Alternatieven voor het waterbeheer Varianten in de watervisie Lauwersmeer Referentie Peilconsolidatie Seizoensvariatie: Natzoet en Natzout Gedempt tij Beoordelingskader Inleiding Beoordelingsaspecten Criteria en meetmethode De effectentabel Het variantenonderzoek Inleiding Natuur Waterkwaliteit Veiligheid Waterbeheer Landbouw Kosten Bevindingen Maatregelen Effecten De varianten Doorkijk zichtjaar

22

23 1 Inleiding 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Het Lauwersmeer heeft een sleutelpositie in de waterhuishouding van Noord- Nederland. Het is het knooppunt in de waterafvoer vanuit het achterland van Fryslân, Groningen en Drenthe naar de Waddenzee. Het gebied is niet alleen belangrijk voor waterafvoer en -berging, maar is ook een natuurgebied van internationale allure dat de status van Natura2000-gebied, Wetland en Nationaal Park heeft. Daarnaast herbergt het Lauwersmeer tal van andere gebruiksfuncties, zoals recreatie, scheepvaart, landbouw, visserij en defensie. De waterhuishouding is nu zo ingericht dat onder normale omstandigheden het overtollige water dat uit het achterland in het Lauwersmeer terecht komt geloosd kan worden zonder te pompen. Zeespiegelrijzing, bodemdaling en een ander neerslagpatroon (meer regen in de winter, minder in de zomer) leiden ertoe dat dit in de toekomst niet meer mogelijk is. Op den duur zal de aanleg van nieuwe infrastructuur, zoals gemalen, kades en sluizen soelaas moeten bieden. In 2001 hebben de provincies Groningen en Fryslân en de Waterschappen Noorderzijlvest en Fryslân besloten om een beleidsdocument op te stellen waarin de waterbeleidskeuzes voor de toekomst worden vastgelegd: de. De mate waarin kan worden voldaan aan de natuurambitie van het Nationaal Park, de wensen van recreatie, landbouw en andere gebruikers van het gebied, hangt af van de keuzes in de Watervisie Lauwersmeer. Inventarisatie wensen Als aanzet voor de watervisie zijn in 2002 de wensen en ontwikkelingen rond het Lauwersmeergebied geïnventariseerd. Bij die inventarisatie waren alle gebruikers en belanghebbenden van het gebied betrokken. Als belangrijkste punten kwamen naar voren: - Handhaven veiligheid. - Neutraliseren effecten van bodemdaling, zeespiegelrijzing, ander neerslagpatroon. - Handhaven bestaande afvoermogelijkheden Friese boezem en Electraboezem op Lauwersmeer. - Handhaven bergingscapaciteit of compensatie daarvoor vinden. - Gewijzigd afvoerpatroon: b.v. rechtstreekse afwatering op de Waddenzee. - Natuurbehoud en natuurontwikkeling, met bijbehorend dynamisch peilbeheer. - Herstel zout/zoet-gradiënt. - Zoveel mogelijk voorkómen van schade aan landbouw, recreatie, scheepvaart, visserij, defensie. - Aanpassing/instandhouding huidige situatie om bestaande gebruiksmogelijkheden te handhaven. 1

24 Al deze wensen vragen om aanpassing van de waterhuishouding. Het bleek dat er onvoldoende inzicht was in de gevolgen op de boezems van Groningen en Fryslân van een eventueel aangepast waterbeheer op het Lauwersmeer. Daarom is een onderzoek gestart dat uit drie fasen bestaat (zie ook Afbeelding 1-1): Fase1: hydrologische berekeningen Expertoordeel effecten Visie Stroomlijnen Tussenraportage: Op weg naar de Keuze varianten Quick Scan Fase 2: extra berekeningen Fase 2: effecten op natuur en Managementsamenvatting Fase 3: Beheersmaatregelen, SMB-Milieurapport, Afbeelding 1-1: Onderzoeken voor de. 1. Fase 1, die van 2002 tot eind 2004 heeft gelopen, behelsde vooral de hydrologische berekeningen van een aantal varianten voor het waterbeheer op het Lauwersmeer. Na fase 1 volgde een tussenrapportage Op weg naar de Watervisie Lauwersmeer, waarin een keuze is gemaakt voor de varianten voor een integrale beschouwing in fase 2. Na het verschijnen van de visie Stroomlijnen van de samenwerkende natuur- en milieuorganisaties en de inspraak op de tussenrapportage, is de variant gedempt tij hier aan toe te voegen. 2. In fase 2 is van een aantal varianten voor het waterbeheer op het Lauwersmeer de effecten op de natuur, de bescherming tegen overstroming, het dagelijkse waterbeheer, de waterkwaliteit en de recreatie, landbouw en scheepvaart in beeld gebracht. Wonen, Bodem en Landschap zijn ook belangrijke thema s, maar deze zullen in de Strategische MilieuBeoordeling (SMB), zie ook hierna, worden meegenomen. 3. Inmiddels is besloten om in een derde fase nader onderzoek te doen naar de beheersmaatregelen die bij kunnen dragen aan het bereiken van de natuurdoelstellingen van het Nationaal Park en het Natura2000-gebied. 2

25 Na fase 3 komen ook de resultaten van een gedetailleerde 3-dimensionale modelstudie naar de waterhuishouding van het Lauwersmeer in een gedempt getij scenario, evenals de resultaten van een nog op te stellen Strategische Milieubeoordeling beschikbaar. Deze bouwstenen leiden dan tot de, op basis waarvan bestuurlijke besluitvorming over de voorkeursvariant voor het waterbeheer op het Lauwersmeer kan plaatsvinden. 1.2 Doelstelling De doelstelling van fase 2 van de is om de effecten van verschillende waterbeheervarianten voor het Lauwersmeer integraal inzichtelijk te maken, voor het Lauwersmeer zelf en voor de daarvan afhankelijke watersystemen van Fryslân (Friese boezem), en Groningen en Drenthe (Electraboezem). 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste functies van het Lauwersmeer beschreven, gevolgd door de in fase 2 van de onderscheiden alternatieven en varianten voor het waterbeheer op het Lauwersmeer in hoofdstuk 3. Het kader op basis waarvan de alternatieven en varianten voor het waterbeheer op het Lauwersmeer worden beoordeeld wordt verantwoord in hoofdstuk 4. Het eigenlijke varianten onderzoek vindt vervolgens plaats in hoofdstuk 5. De belangrijkste bevindingen worden tot slot beschreven in hoofdstuk 6. 3

26

27 2 Functies van het Lauwersmeer 2.1 Topografie, inrichting en landschap Het Lauwersmeer is het oude mondingsgebied van de riviertjes Reitdiep en de Lauwers. In de loop der eeuwen zijn grote delen van het estuarium ingepolderd, waarna in 1969 de definitieve afsluiting van het gebied volgde. Tot 1969 was de Lauwerszee onderdeel van de Waddenzee. Langs de voormalige zeekust bevinden zich de oude kwelders, met een kleiige bodem. Verder naar het noorden, op de oude wadplaten, is de bodem zandig, met hier en daar een schelpenbank. Het open water volgt het oude geulenpatroon, dat in diepte varieert tussen de 3 en 12 meter. Het gebied tussen de oude zeedijken en de nieuwe dijk beslaat zo n hectare. Na 1969 is het gebied ingericht, waarbij de volgende grote eenheden te onderscheiden zijn: Het open water beslaat ongeveer 2100 hectare. Hieromheen ligt ongeveer 4500 hectare natuurgebied. Het gaat om rietmoeras, grazige gebieden en bos. Buiten het natuurgebied liggen tegen de zuidelijke oude zeedijk landbouwgronden. In het noordoosten is de Marnewaard, een gebied van rond de 1500 hectare, in gebruik als militair oefenterrein. Hier is de waterstand sterk verlaagd, om het rijden met zware voertuigen mogelijk te maken. Het zoute kwelwater uit de Marnewaard wordt door het gemaal Nieuw Robbengat in de gelijknamige geul in het Lauwersmeer gepompt. In het Lauwersmeer zijn veel voorzieningen voor recreatie. Op diverse plaatsen zijn zwem- en surfstranden. Door het hele gebied lopen fietspaden. Rond het dorp Lauwersoog zijn een camping en enkele bungalowparken gesitueerd. In Lauwersoog, Oostmahorn en Zoutkamp zijn jachthavens. De Lauwerszee was één van de situaties waar zoete en zoute milieus elkaar ontmoetten. Het landschap bestond uit geulen, zandplaten en kwelders. Zand en klei werden zowel vanuit de zee als via de beken/riviertjes uit het achterland aangevoerd. Het bezonk in het estuarium en werd ten dele met de ebstroom en het rivierwater weer afgevoerd. Door deze natuurlijke dynamiek van getijden is een reliëfrijk gebied ontstaan. Na de afsluiting was er geen getij meer in de voormalige Lauwerszee, maar waren de ruime getijgeulen nog steeds aanwezig. Bij de inrichting van het gebied is de Marnewaard grotendeels van de rest afgesloten. In het landschap van het Lauwersmeergebied zijn talloze elementen terug te vinden die de strijd van de mens tegen het water weerspiegelen. Met het oog op de kustverdediging en de waterhuishouding van Noord-Nederland werd de Lauwerszee in 1969 met een dijk gescheiden van de Waddenzee. De afsluiting zorgde voor grote veranderingen. Duizenden hectaren zandplaat lagen plotseling droog. De invloed van het zout en de getijdenwerking namen allengs verder af. Het van oorsprong open en weidse landschap veranderde in een bosrijk merengebied met een door de mens gereguleerd peil. Kenmerkende waarden als de openheid van het gebied, het dynamische milieu en de zichtbaarheid van het oorspronkelijke estuariene landschap zijn in de loop der tijd vervaagd. 5

28 Foto s: Het open karakter van de platen in het Lauwersmeergebied (linksboven), verruiging op de platen (linksonder) en rietvegetatie (boven). 2.2 Aanvoer, afvoer en berging van water Aanvoer van water: het Lauwersmeer als zoetwaterbuffer De functie van het Lauwersmeer als zoetwatervoorraadbekken is marginaal. Alleen in de Engwierumerpolder wordt water ingelaten, via een inlaatpunt aan de uiterste rand van het Lauwersmeer, vlak naast de uitwateringssluis bij Dokkumer Nieuwe Zijlen. In het Waterakkoord Lauwersmeer is vastgelegd dat het om een hoeveelheid van maximaal 2m 3 per minuut gaat. In de praktijk is het meestal veel minder. Ook vanwege de kans op bruinrotbesmetting en het hoge zoutgehalte van het Lauwersmeer streven beide waterschappen naar een zo klein mogelijke uitwisseling tussen de twee boezemsystemen Afvoer van water Het Lauwersmeer is de belangrijkste afvoerroute voor water uit Fryslân en Noordwest Groningen en Drenthe. Het totale gebied dat voor de afwatering (deels) afhankelijk is van het Lauwersmeer is weergegeven in Afbeelding 2-1 en Afbeelding

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer Opdrachtgever: Projectgroep Watervisie Lauwersmeer Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer Fase 2 110202.000570 februari 2006 Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer, fase 2 2 HKV

Nadere informatie

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten 14/15 april 2005 BOWL Waarom een watervisie? Toekomstig waterbeheer Lauwersmeer.

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer Opdrachtgever: Projectgroep Watervisie Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Fase 2 Veiligheid, Waterbeheer, Landbouw, Recreatie en Scheepvaart PR958.10 februari 2006 Voorwoord In het kader van het

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU TBV SMB WATERVISIE LAUWERSMEER

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU TBV SMB WATERVISIE LAUWERSMEER TBV SMB WATERVISIE LAUWERSMEER PROVINCIES FRYSLÂN EN GRONINGEN 20 september 2005 110202/CE5/003/000570 Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Achtergrond/Aanleiding 4 1.2 Leeswijzer 4 2 Strategische milieubeoordeling

Nadere informatie

Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept)

Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept) Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept) Interviews: welke verhalen mogen absoluut niet ontbreken? van dynamisch getijdengebied naar zoetwatermeer achter een zeedijk nieuwe, jonge natuur

Nadere informatie

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave 74OF86 RWD rapporten.indd 1 23-10-2007 14:23:15 74OF86 RWD rapporten.indd 2 23-10-2007 14:23:21 Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het watersysteem...

Nadere informatie

Advies interim boezempeil

Advies interim boezempeil Advies interim boezempeil Aanleiding, waarom interim boezempeil Sinds 1998 geldt in de boezem een zomerpeil van NAP-0,42 m. en een winterpeil van NAP-0,47m. Het lagere winterpeil is ingesteld om de kans

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

1. Onze visie: Stroomlijnen

1. Onze visie: Stroomlijnen AANGETEKEND Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen p/a Afdeling Milieutoezicht Postbus 610 9700 AP te Groningen Ons kenmerk: 13-020-EW Groningen,16 oktober 2013 Betreft: zienswijze met betrekking

Nadere informatie

Watervisie Lauwersmeer Eindrapport fase 1

Watervisie Lauwersmeer Eindrapport fase 1 Opdrachtgever: Projectgroep watervisie Lauwersmeer Eindrapport fase 1 PR 613. 10 september 2004 september 2004 Voorwoord Voor u ligt de rapportage over fase 1 van het onderzoek. De begeleiding van het

Nadere informatie

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout Verslag excursie Subgroep Realisatie, 24 september 2009. Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout We waren deze keer met een relatief kleine groep. We werden begeleid door Jeroen

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren Rijkswaterstaat beheert de grote rivieren in Nederland. Het stuwensemble Nederrijn en Lek speelt hierin een

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Tom Ysebaert, Marijn Tangelder, John Janssen, Arno Nolte, Brenda Walles, Jeroen Wijsman Kennisdag Grevelingen en Volkerak, 14 juni 2018 Doel studie Het doel

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

STREEFBEELD NATUUR ONDER DE HYDROLOGISCHE RANDVOORWAARDEN VAN EEN GEMAAL IN 2015

STREEFBEELD NATUUR ONDER DE HYDROLOGISCHE RANDVOORWAARDEN VAN EEN GEMAAL IN 2015 WATERVISIE LAUWERSMEER STREEFBEELD NATUUR ONDER DE HYDROLOGISCHE RANDVOORWAARDEN VAN EEN GEMAAL IN 2015 - verslag en uitwerking van de workshop van 3 juli 2007 - Provincie Groningen Provincie Fryslân Auteurs:

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden 1. Familie Willems, Roderwolde Functies beekdal Hoger peil toename kwel rand effecten (onkruid / vliegen) Grenzen peilbesluit komen overeen met de vastgestelde

Nadere informatie

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk Werken aan een waterveilig Nederland Project Afsluitdijk 80 jaar De Afsluitdijk beschermt Nederland al meer dan tachtig jaar tegen de zee. De dijk voldoet niet meer aan de huidige normen voor waterveiligheid.

Nadere informatie

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN JOS SCHOUWENAARS WETTERSKIP FRYSLÂN VEENWEIDE SYMPOSIUM 11 APRIL 2019 OPZET PRESENTATIE 1. Wat is de

Nadere informatie

Toelichting GGOR Schieveen

Toelichting GGOR Schieveen Toelichting GGOR Schieveen Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden (AGOR)

Nadere informatie

Plan van Aanpak Onderzoek Haalbaarheid Proef Pomp Lauwersoog

Plan van Aanpak Onderzoek Haalbaarheid Proef Pomp Lauwersoog Plan van Aanpak Onderzoek Haalbaarheid Proef Pomp Lauwersoog Versie 1.0, 21 juni 2017 Figuur 1. Topografische kaart Lauwersmeergebied Inhoud: 1. Aanleiding en Prioriteit 2. Nut en Noodzaak 3. Doelstelling

Nadere informatie

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002 Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de

Nadere informatie

WETTERSKI F R V S L Ä N

WETTERSKI F R V S L Ä N INTERN MEMO Aan: Van: Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur Datum: 13 oktober 2015 Onderwerp: Antwoorden naar aanleiding van schriftelijke vragen van de fractie van Bedrijven, Boeren en Burgers Algeheel kader

Nadere informatie

Samenvatting. Waardensysteem zeesluis Delfzijl. Stuurgroep Vitale kust 3 juli, Bijlage 2b. Een zoektocht naar mogelijkheden rondom de zeesluis

Samenvatting. Waardensysteem zeesluis Delfzijl. Stuurgroep Vitale kust 3 juli, Bijlage 2b. Een zoektocht naar mogelijkheden rondom de zeesluis Stuurgroep Vitale kust 3 juli, Bijlage 2b Samenvatting Waardensysteem zeesluis Delfzijl Een zoektocht naar mogelijkheden rondom de zeesluis Mark de Bel (Deltares) Sien Kok (Deltares) Hendrik van Meerveld

Nadere informatie

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Verbeterd DroogmakerijSysteem PARK21

Verbeterd DroogmakerijSysteem PARK21 Verbeterd DroogmakerijSysteem PARK21 Noot vooraf Het is de intentie dat dit Verbeterd Droogmakerij Systeem ooit in de gehele polder geïntroduceerd zal worden, zowel in stedelijk als landelijk gebied. Dit

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a

Nadere informatie

VERVOLGONDERZOEK ABC-POLDERS 78156C. Klaas Engelbrechtspolder. Onderzoek naar het verbreden van watergangen bij een nieuw bemalingsregime

VERVOLGONDERZOEK ABC-POLDERS 78156C. Klaas Engelbrechtspolder. Onderzoek naar het verbreden van watergangen bij een nieuw bemalingsregime VERVOLGONDERZOEK ABC-POLDERS 78156C Klaas Engelbrechtspolder Onderzoek naar het verbreden van watergangen bij een nieuw bemalingsregime Delft, juni 2007 Projectnaam BBP-nummer : : 78156C Opdrachtgever

Nadere informatie

: Nieuw belastingstelsel

: Nieuw belastingstelsel A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 7 september 2011 Agendapunt: 7 Onderwerp : Nieuw belastingstelsel KORTE SAMENVATTING: In het Bestuursakkoord Water is overeengekomen dat de waterschappen

Nadere informatie

Informatieavond Waterschap Rivierenland. Plannen voor de Hoge Boezem van de Overwaard

Informatieavond Waterschap Rivierenland. Plannen voor de Hoge Boezem van de Overwaard Informatieavond Waterschap Rivierenland Plannen voor de Hoge Boezem van de Overwaard Programma 19.00 u: Opening en welkom (Arie Bassa, bestuurder WSRL) 19.05 u: Fasering project en doorkijk naar kadeversterking

Nadere informatie

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag nieuwe waterkering Alexander, Roermond WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag i Datum 17 maart 2014 Status Concept, versie 0.2 Project P0056.9 Naam Paraaf Datum Auteur Drs. R.C. Agtersloot 17-03-2014

Nadere informatie

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal. MEMO Aan: Van: Kwaliteitsborging: Onderwerp: Koos van der Zanden (PMB) Jeroen Leyzer (WH) Anne Joepen Datum: 27-11-2014 Status: Adviesnummer WH: Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw

Nadere informatie

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding 17 Peilafwijking 17.1 Inleiding Rijnland is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het beheer van het waterpeil. In peilbesluiten legt Rijnland vast welk peil in het betreffende gebied door Rijnland

Nadere informatie

paspoort Veerse meer

paspoort Veerse meer paspoort Veerse meer 2 Datum uitgifte: 23 januari 2013 De stuurgroep Zuidwestelijke Delta werkt toe naar besluiten over de Zuidwestelijke Delta waarin veiligheid, ecologie en economie zijn geborgd en elkaar

Nadere informatie

Toelichting bij de inzending

Toelichting bij de inzending Toelichting bij de inzending Door de diepe ontwatering van de Friese veenweiden oxideert het veen waardoor het maaiveld daalt. Dat proces gaat door zolang de polderpeilen aan het dalende maaiveld wordt

Nadere informatie

Nieuw Peilbesluit IJsselmeergebied

Nieuw Peilbesluit IJsselmeergebied Van: NieuwPeilbesluit (MN) [mailto:nieuwpeilbesluit@rws.nl] Verzonden: dinsdag 5 juli 2016 15:53 Aan: NieuwPeilbesluit (MN) Onderwerp: Nieuwsbrief Nieuw Peilbesluit IJsselmeergebied

Nadere informatie

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen. Blad 95 van 127 Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en en. Zie ook de bijgevoegde Peilvakkenkaart op A0. Afweging en uitgangspunten peilenplan Terwolde De belangrijkste afweging bij de totstandkoming

Nadere informatie

Peilbesluit Campen. 12 december 2016

Peilbesluit Campen. 12 december 2016 Peilbesluit Campen 12 december 2016 Luc Mangnus (Dagelijks bestuurslid - waterschap Scheldestromen) WELKOM Doel Informeren over voorontwerp peilbesluit; Met belanghebbenden in gesprek gaan, mogelijkheid

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

03 JULI 2014. provinsje fryslân provincie frys1ân. Provinciale Staten. Leeuwarden, 27juni 2014 Verzonden,

03 JULI 2014. provinsje fryslân provincie frys1ân. Provinciale Staten. Leeuwarden, 27juni 2014 Verzonden, provinsje fryslân provincie frys1ân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 5125 Provinciale Staten wwwfryslan.nl provincie@fryslan.nl www.twitter.com/provfryslan

Nadere informatie

Integrale Gebiedsontwikkeling Wijnaerden. Hydrologie VKA. Voorkeursalternatief (VKA)

Integrale Gebiedsontwikkeling Wijnaerden. Hydrologie VKA. Voorkeursalternatief (VKA) Integrale Gebiedsontwikkeling Wijnaerden Hydrologie VKA Voorkeursalternatief (VKA) Deelrapport Integrale Gebiedsontwikkeling Wijnaerden Milieueffectrapport (MER) 05-12-2016 De begrenzing van de zandwinplas

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier. MEMO Aan: Koos verbeek Van: J. den Dulk Datum: 23 mei 2007 Onderwerp: Stand van zaken maatregelen ter voorkoming wateroverlast Oranjebuurt, De Lier Bijlagen: Functioneel programma van eisen voor de verbetering

Nadere informatie

Leven onder water Pompen of verzuipen Project voor MBO

Leven onder water Pompen of verzuipen Project voor MBO Voor: Studenten van de MBO opleidingen op het gebied van: watermanagement, landbouw, veeteelt, tuinbouw, groene ruimte, loonwerk en verwante opleidingen. Door: Wetterskip Fryslân, Stichting Ir. D.F. Woudagemaal

Nadere informatie

Documentnummer AMMD

Documentnummer AMMD MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de

Nadere informatie

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen

Nadere informatie

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 6 juli 2011 Agendapunt: 12 Onderwerp : kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl KORTE SAMENVATTING: De Wetsingerzijl, gelegen in het Wetsingermaar (gemeente

Nadere informatie

Beleidsregels voor dempingen

Beleidsregels voor dempingen Beleidsregels voor dempingen Doel De notitie Ontheffingenbeleid keur Wetterskip Fryslân geeft inhoud aan de uitwerking van beleid en beleidsregels die toegepast worden bij de beoordeling van ontheffingsaanvragen

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

2.2.1 Noordelijke kust

2.2.1 Noordelijke kust In opdracht van Rijkswaterstaat RIZA is onderzoek gedaan naar de ergst denkbare overstroming voor verschillende regio s. Dit onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau HKV in juli en augustus 2007. Hierbij

Nadere informatie

Distributiemodel, deel F

Distributiemodel, deel F Opdrachtgever: Rijkswaterstaat, RIZA, deel F Brielse Dijkring Auteur: Rudolf Versteeg Elmi van den Braak PR1640.10 april 2009 Inhoud 40 Brielse Dijkring... 40-1 40.1 Inleiding... 40-1 40.2 Gebiedsbeschrijving...

Nadere informatie

Toelichting GGOR polder Berkel

Toelichting GGOR polder Berkel Toelichting GGOR polder Berkel Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Watervisie Lauwersmeer

Watervisie Lauwersmeer Opdrachtgevers: Provincie Groningen, Provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en Waterschap Noorderzijlvest Watervisie Lauwersmeer Quick Scan Gedempt getij Auteurs: A.P.P. Termes W.D. Eysink PR958 juli 2005

Nadere informatie

ACHTERGROND DOCUMENT BIJ KAART KADE ANALYSE

ACHTERGROND DOCUMENT BIJ KAART KADE ANALYSE ACHTERGROND DOCUMENT BIJ KAART KADE ANALYSE INLEIDING Tijdens de natte zomer in 1995 en het uitzonderlijk natte najaar van 1998 werd duidelijk dat het belangrijk is om kaden in het watersysteem van waterschap

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Regionale Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum DRZN. 2009/431 23 maart 2009 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Effect selectieve onttrekking IJmuiden op waterbeheer

Effect selectieve onttrekking IJmuiden op waterbeheer Effect selectieve onttrekking IJmuiden op waterbeheer H. Janssen 23-5-2017 1. Inleiding Naar aanleiding van het overleg van de werkgroep Water van donderdag 2 februari 2016 heeft Hilga Sikma (Waternet)

Nadere informatie

Naar veilige Markermeerdijken

Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier versterkt 33 kilometer afgekeurde dijk tussen Hoorn en Amsterdam. Tijdens de toetsronde in 2006 zijn

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie

Peilregime Hoge Boezem van de Overwaard na aanpassing afsluitmiddel

Peilregime Hoge Boezem van de Overwaard na aanpassing afsluitmiddel Peilregime Hoge Boezem van de Overwaard na aanpassing afsluitmiddel Inleiding In juli 2014 en februari 2015 is binnen WSRL samen met de betrokken experts een nieuw peilbeheer opgesteld voor de Hoge Boezem

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

NOTA VAN ANTWOORD. Ontwerp-projectplan Gemaal Vijfhuizen / Hallumer Ryt; aanvulling t.p.v. buitendijks gebied

NOTA VAN ANTWOORD. Ontwerp-projectplan Gemaal Vijfhuizen / Hallumer Ryt; aanvulling t.p.v. buitendijks gebied NOTA VAN ANTWOORD Ontwerp-projectplan Gemaal Vijfhuizen / Hallumer Ryt; aanvulling t.p.v. buitendijks gebied 1. Inleiding Op grond van de inspraakverordening Wetterskip Fryslân, heeft het ontwerp-projectplan

Nadere informatie

Evaluatie wateroverlast twee jaar geleden Waterberging in Drenthe blijkt te voldoen

Evaluatie wateroverlast twee jaar geleden Waterberging in Drenthe blijkt te voldoen Evaluatie wateroverlast twee jaar geleden Waterberging in Drenthe blijkt te voldoen ir. B. Kolen (HKV LIJN IN WATER) ir. J.M.U. Geerse (HKV LIJN IN WATER) H.F.M.J. van den Eerenbeemt (Provincie Drenthe)

Nadere informatie

Nieuwe natuur voor droge voeten

Nieuwe natuur voor droge voeten Nieuwe natuur voor droge voeten Informatieavond en klankbord Hoendiep Zuidzijde Donderdag 11 juli 2019 Programma 11 juli 2019 Het gebied, de opgave, de opdracht De deelgebieden Van onderzoeken naar ontwerp

Nadere informatie

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk Werken aan een waterveilig Nederland Project Afsluitdijk 80 jaar De Afsluitdijk beschermt Nederland al meer dan tachtig jaar tegen de zee. De dijk voldoet niet meer aan de huidige normen voor waterveiligheid.

Nadere informatie

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE 30-3-2015 1 INTRODUCTIE Andrea Suilen Planvormer bij Wetterskip Fryslân o.a. betrokken bij; Uitvoeringsplan Veenweidevisie Waterbeheersingsprojecten veenweidegebied

Nadere informatie

Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker

Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Lauwersmeer Derde Weg Scenario

Lauwersmeer Derde Weg Scenario Scenario Haalbaarheidsanalyse Schiehaven 13G 3024 EC Rotterdam Postbus 91 3000 AB Rotterdam Nederland T +31-10 - 467 13 61 F +31-10 - 467 45 59 E info@svasek.com I www.svasek.com Document titel Scenario

Nadere informatie

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s) Samenvatting door Saskia 1046 woorden 8 april 2014 7,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 2.4 Files oplossen Files 29 mei 1955 was er in Nederland de eerste file. Duizenden inwoners van

Nadere informatie

Project Droge Voeten 2050. Advies voor het beheergebied van het waterschap Hunze en Aa s. provincie groningen

Project Droge Voeten 2050. Advies voor het beheergebied van het waterschap Hunze en Aa s. provincie groningen Project Droge Voeten 2050 Advies voor het beheergebied van het waterschap Hunze en Aa s provincie groningen Juni 2014 Project Droge Voeten 2050 Advies voor het beheergebied van het waterschap Hunze en

Nadere informatie

SCENARIO 1 Extreme regenval teistert Friesland

SCENARIO 1 Extreme regenval teistert Friesland De werknemers van het waterschap kennen het gebied door en door en zijn op allerlei calamiteiten voorbereid. En dat moet ook! Kies een scenario en maak de bijbehorende opdrachten. Woudagemaal SCENARIO

Nadere informatie

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol Memo Aan Projectgroep dynamisch peilbeheer Zegveld Datum Van Wiebe Borren Aantal pagina's 26 Doorkiesnummer +31 (0)88 33 57 789 E-mail wiebe.borren @deltares.nl Onderwerp Modelresultaten eindprotocol 1

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl.

Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d. 26 januari jl. en 23 februari jl. Bijlage B, Nota van beantwoording zienswijzen van de heren Liebregts, van Dommelen, van Mierlo en ZLTO afdeling Kempen Zuidoost. Zienswijzen heer Liebregts Zienswijze d.d. 8 december 2011, gesprekken d.d.

Nadere informatie

Piekberging Haarlemmermeer

Piekberging Haarlemmermeer Nieuwsbrief Piekberging Haarlemmermeer Nr. 2 - Juli 2011 Klankbordgroep In de klankbordgroep worden belanghebbenden uit het gebied geïnformeerd over de voortgang van het project. Ideeën over de invulling

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc. WATERTOETSPROCES Globale checklist waterbelangen in de ruimtelijke ordening Bij het watertoetsproces let het waterschap op alle wateraspecten. Doorgaans krijgen het voorkomen van wateroverlast en de zorg

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem Deltaprogramma 2013 Bijlage A Samenhang in het watersysteem 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage A Bijlage A Samenhang in het watersysteem Het hoofdwatersysteem van Eijsden en Lobith tot aan zee Het rivierwater

Nadere informatie

MEMO. 1. Aanleiding. Datum: 22-oktober Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH)

MEMO. 1. Aanleiding. Datum: 22-oktober Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH) MEMO Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH) Datum: 22-oktober 2015 Onderwerp: Capaciteit duikers Wilhelminapark, Plaspoel- en Schaapweipolder 1. Aanleiding Het Wilhelminapark

Nadere informatie

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen 14.52044 De peilvoorstellen en afwegingen van het ontwerp-peilbesluit voor de Zuid- en Noordeinderpolder worden hier gegeven. Dit ontwerppeilbesluit is opgesteld

Nadere informatie

Project Droge Voeten Advies voor het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest. provincie groningen

Project Droge Voeten Advies voor het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest. provincie groningen Project Droge Voeten 2050 Advies voor het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest provincie groningen Juni 2014 Project Droge Voeten 2050 Advies voor het beheergebied van het waterschap Noorderzijlvest

Nadere informatie

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen

Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Maatschappelijke Kosten Baten Analyse Waarheen met het Veen Ernst Bos en Theo Vogelzang (LEI) Opgave LEI: Beoordeel peilstrategieën Groene Hart op basis van Maatschappelijke Kosten en Baten Opbouw presentatie:

Nadere informatie

Hoe is verbetering van het systeem mogelijk?

Hoe is verbetering van het systeem mogelijk? Hoe is verbetering van het systeem mogelijk? Z.B. Wang, J.C. Winterwerp, D.S. van Maren, A.P. Oost Deltares & Technische Universiteit Delft 18 Juni 2013 Inhoud Het probleem Sediment huishouding Voortplanting

Nadere informatie

Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit

Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit Kennisontwikkeling zoet-zoutgradiënt Volkerak-Zoommeer gericht op ecologische kwaliteit Kennisdag Grevelingen Volkerak-Zoommeer Arno Nolte 14 juni 2018 Vraagstelling 1. Wat zijn mogelijkheden om met inzet

Nadere informatie

Werking Buffersysteem Siberië fase 1 en 2 in 2015

Werking Buffersysteem Siberië fase 1 en 2 in 2015 Werking Buffersysteem Siberië fase 1 en 2 in 2015 Aanleiding Wayland B.V., de eigenaar van een deel van de waterlopen in Siberië, heeft op 16 januari 2015 gemeld dat de waterpeilen in de waterlopen van

Nadere informatie

XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14. Witteveen+Bos TL268-1/ Bijlage XIV Concept 01

XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14. Witteveen+Bos TL268-1/ Bijlage XIV Concept 01 XIV BIJLAGE: ANALYSE HUIDIGE SITUATIE LINGEPAND 14 XIV.1 Systeembeschrijving De werking van het watersysteem van Lingepand 14 is beschreven in het hoofdrapport. Onderstaande afbeelding toont het gehele

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning 2 Witteveen+Bos, RW1809-303-20/torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning BIJLAGE O1-4 PROJECTBESCHRIJVING 1. PROJECTBESCHRIJVING 1.1. Aanleiding De hoogwatersituaties

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en. Informatiebijeenkomst gemeenteraad Marum 20 mei 2015 Gebiedscommissie Zuidelijk Westerkwartier Agenda 1. Opening 2. Voorstellen gasten

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Planstudie Paddepoelsterbrug Steller Jeanet Halsema De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon 050-3678865 Bijlage(n) 0 Ons kenmerk 6261150 Datum Uw brief van Uw kenmerk

Nadere informatie

Rijksstructuurvisie Grevelingen/Volkerak-Zoommeer. Workshops Bestuurlijke Beslisinformatie. Bijlage: Effecten van alternatieven per vraagstuk

Rijksstructuurvisie Grevelingen/Volkerak-Zoommeer. Workshops Bestuurlijke Beslisinformatie. Bijlage: Effecten van alternatieven per vraagstuk Rijksstructuurvisie Grevelingen/Volkerak-Zoommeer Workshops Bestuurlijke Beslisinformatie Bijlage: Effecten van alternatieven per vraagstuk Februari-April 2013 Effecten Grevelingen (aanpak waterkwaliteit)

Nadere informatie

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Maascollege Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst Inhoud presentatie kararkteristiek stroomgebied waar komt het water vandaan hoogwater en lage afvoer hoogwaterbescherming De Maas MAAS RIJN

Nadere informatie

Nadere informatie. Weersverwachting

Nadere informatie. Weersverwachting Watermanagementcentrum Nederland Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) Droogtebericht 16 mei 2011 Nummer 2011-06 Droogtesituatie verandert weinig, ondanks regen De wateraanvoer van de Rijn

Nadere informatie