STREEFBEELD NATUUR ONDER DE HYDROLOGISCHE RANDVOORWAARDEN VAN EEN GEMAAL IN 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STREEFBEELD NATUUR ONDER DE HYDROLOGISCHE RANDVOORWAARDEN VAN EEN GEMAAL IN 2015"

Transcriptie

1 WATERVISIE LAUWERSMEER STREEFBEELD NATUUR ONDER DE HYDROLOGISCHE RANDVOORWAARDEN VAN EEN GEMAAL IN verslag en uitwerking van de workshop van 3 juli Provincie Groningen Provincie Fryslân Auteurs: Dolf Logemann (ARCADIS) Wibe Altenburg (Altenburg & Wymenga) 5 september 2007

2

3 DE HOOFDLIJNEN 1. De Provincies Groningen en Fryslân werken met andere overheden en instanties samen aan een visie op het waterbeheer van het Lauwersmeer: de Watervisie Lauwersmeer. Uit de besluitvorming in Groningen en Fryslân, blijkt dat de invoering van gedempt getij in het gebied niet meer aan de orde is. 2. Voor de nu ontstane situatie zijn door Wetterskip Fryslân en Waterschap Noorderzijlvest hydrologische randvoorwaarden opgesteld. Die houden - ook met het oog op de toekomst - rekening met een grote mate van beheersbaarheid en veiligheid, onder meer door de versnelde aanleg van een gemaal in Lauwersoog (omstreeks 2015 in plaats van in 2030). 3. Het natuurstreefbeeld in dit document is opgesteld door ecologen van de twee provincies, ondersteund door deskundigen van Altenburg en Wymenga, RIKZ en ARCADIS. WING Wageningen verzorgde de gespreksleiding. Het gaat om een invulling van de natuur die past binnen de opgestelde hydrologische randvoorwaarden. Uitgangspunt is dat dit beeld consistent dient te zijn en evenwicht moet bieden tussen de fysieke omstandigheden, het beheer en de daaruit voortvloeiende natuur. 4. Het natuurbeeld voor het Lauwersmeer (binnen de hydrologische randvoorwaarden) is dat van een robuust moerasgebied, bestaande uit een mozaïek van open water, brede slikranden, grasachtige vegetaties, uitgestrekte rietvelden, struwelen en bos. De goed ontwikkelde bossen liggen als groene eilanden te midden van brede rietzomen en grasachtige vegetaties. Het water is altijd nabij. Tussen het open water en het bos ontwikkelen zich fraaie gradiënten van nat naar droog en van brak naar zoet. Op een groter schaalniveau ontwikkelt zich bovendien van noord naar zuid een gradiënt van lage en grazige vegetaties in het noorden naar een meer verdicht landschap met veel riet en bos in het zuiden. De gradiënten verschuiven meer of minder frequent onder invloed van de grens van zoet en brak water en door begrazing door vogels (vooral ganzen) en grotere zoogdieren. 5. Om dit natuurbeeld te realiseren biedt een incidentele, beheerste inlaat van zout water vanuit de Waddenzee gedurende een beperkt aantal dagen per jaar een belangrijke meerwaarde. In het open water ontstaat zo een gradiënt van zoet in het zuiden naar brak in het noorden met een bijzondere en zeldzame flora en fauna. De omstandigheden voor visintrek worden sterk verbeterd en bovendien wordt schade aan de Waddenzee (sterfte van het bodemleven op de wadplaten door het voorbijtrekken van grote zoetwaterbellen) verminderd. 6. Met periodieke invloed van zout water zal op het landgedeelte van het Lauwersmeer een gradiënt ontstaan van zoete delen in het zuiden naar meer brakke delen in het noorden. In de zoete delen zal vooral een gevarieerd bosrijk landschap ontstaan en in de brakkere delen een meer open landschap. Het gebied houdt daarmee een afwisseling van terreintypen, met veel overgangen tussen lagere en hogere vegetaties. Het gebied blijft daardoor ook het grote vogelparadijs dat het nu nog is, maar met een enigszins andere soortensamenstelling. 7. Het streefbeeld komt overeen met een robuust en zich (grotendeels) zelf regulerend moerasgebied, zoals dat van oudsher in onze omgeving werd aangetroffen in riviermondingen (met peilfluctuaties en deels brakke omstandigheden), nabij de open zee. Dergelijke gebieden zijn in Noordwest Europa vrijwel geheel verdwenen, maar komen langs de Oostzee nog wel voor. Een voorbeeld is de Oderdelta, op de grens van Polen en Duitsland. Om een beeld te scheppen zijn op pagina 8 enkele afbeeldingen uit dit gebied opgenomen. 8. Met de realisatie van het streefbeeld kan per saldo voor de meeste door de Natura2000-wetgeving beoogde doelsoorten een lichte verbetering optreden ten opzichte van de huidige situatie.

4 9. In de wintermaanden is de toevloed van zoet water uit het achterland zo groot, dat er geen enkel gevaar is voor zoutoverlast in het oppervlaktewater voorbij de grenzen van het Nationaal Park. De beide provincies laten nog onderzoeken of de hogere waterstanden kunnen leiden tot een toename van de zoute kwel in de wortelzone van de akkerbouwgewassen. Behoudens de kortdurende en sterk beheerste perioden van inundatie(s) en een zoet-zout gradiënt in de grote Slenk, is het Lauwersmeer vrijwel het gehele jaar zoet.

5 1. DE CONTEXT De Provincies Groningen en Fryslân werken met andere overheden en instanties samen aan een visie op het waterbeheer van het Lauwersmeer: de Watervisie Lauwersmeer. Het betreft het beheer van het gebied dat is aangewezen als Nationaal Park. In dit kader zijn diverse onderzoeken uitgevoerd en alternatieven bedacht. Vanuit de optiek van een robuust Wadden-gerelateerd en begeleid natuurlijk systeem werd het alternatief Gedempt Tij als meest wenselijke beschouwd. De Friese Staten hebben zich echter tegen de inlaat van zout water of een gedempt getij uitgesproken, en voor een versnelde bouw van een gemaal bij Lauwersoog. De Groningse Staten zijn voor een Lauwersmeer met een gedempt getijderegime, maar hebben gezien het Friese standpunt ingestemd met een versnelde aanleg van een gemaal bij Lauwersoog. Daarbij zal worden bezien hoe de natuur maximaal kan worden ondersteund. Uit de besluitvorming in Groningen en Fryslân en het niet beschikbaar komen van rijksmiddelen, blijkt dat de invoering van een dergelijk alternatief niet meer aan de orde is. Feitelijk wordt hiermee teruggevallen op het alternatief Referentie 2030 met daaraan toegevoegd een versnelde aanleg van een gemaal in Lauwersoog (omstreeks 2015 in plaats van in 2030) en eventueel de inlaat van zout water en/of peilfluctuaties. Voor dit alternatief zijn door Wetterskip Fryslân en Waterschap Noorderzijlvest hydrologische randvoorwaarden opgesteld. Hydrologische randvoorwaarden Waterschap Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân hanteren voor het Lauwersmeer de volgende hydrologische randvoorwaarden: Er komt een nieuw gemaal in circa 2015 bij Lauwersoog, met een capaciteit van 182 m³/s. Deze capaciteit is vastgesteld op basis van alle huidige lozingen en de neerslag op het Lauwersmeer. Eventueel kan worden gedacht aan een groter gemaal als dat voor natuurontwikkeling nodig en betaalbaar is. De vrije afvoer van de Friese boezem bij Dokkumer Nieuwe Zijlen moet gegarandeerd zijn. Daar is sprake van bij een goede vrije lozing, die plaatsvindt als de waterstand op het Lauwersmeer NAP - 0,93 m is. 1. Als voor natuurontwikkeling en beheer hogere waterstanden op het Lauwersmeer gewenst zijn, mag dit de vrije afvoer vanuit Fryslân niet belemmeren. Bij voorspelde hoge afvoer dient de waterstand in de winter binnen 24 uur weer op het niveau < NAP - 0,93 m te zijn (te realiseren door vrije lozing op de Waddenzee en/of door inschakeling van het nieuwe gemaal bij Lauwersoog). In de zomer dient de waterstand binnen 48 uur weer op het niveau < NAP - 0,93 m te zijn. Het gemaal wordt ontworpen om aan deze randvoorwaarden te kunnen voldoen. In deze formulering is de winter gedefinieerd als de periode van 1 oktober tot en met 31 maart en de zomer als de periode van 1 april tot en met 30 september. De maximaal toegestane winterwaterstand is NAP - 0,43 m. De maximaal toegestane zomerwaterstand is NAP - 0,03 m. Door deze hogere waterstanden kan een deel van de platen onderstromen. De hogere waterstanden kunnen in de zomer alleen worden gerealiseerd met zout water uit de Waddenzee, omdat de afvoer vanuit de Friese en de Electraboezem dan minimaal is. In de winter kan het een combinatie zijn van zout water uit de Waddenzee en zoet water uit het achterland. Het peilbeheer is gericht op WB21-doelstellingen.

6 In deze notitie wordt een natuurstreefbeeld geschetst dat binnen de gegeven hydrologische randvoorwaarden en op basis van expert judgement realistisch wordt geacht. Dit streefbeeld is tijdens een interne workshop op 3 juli 2007 in het provinciehuis te Groningen ontwikkeld door de ecologen van de beide Provincies, daarbij ondersteund door het RIKZ en de adviesbureaus ARCADIS en Altenburg & Wymenga. De leiding van de sessie was in handen van WING Wageningen. Het doel van deze workshop was het bouwen van een samenhangende en congruente visie op de gewenste ecologische ontwikkeling van het ecosysteem Lauwersmeer binnen de gestelde hydrologische randvoorwaarden. Deze notitie is hiervan het resultaat. 2. WATER EN LAND Conclusies m.b.t. de hydrologische randvoorwaarden Met de hydrologische randvoorwaarden wordt afstand genomen van het stationaire waterbeheer van de afgelopen decennia. Hierdoor is een belangrijke factor voor ecologisch herstel van het Lauwersmeer binnen handbereik gekomen. Het nieuwe gemaal, in combinatie met de hydrologische randvoorwaarde dat het Lauwersmeer binnen 24 uur ( s winters) of 48 uur ( s zomers) op het gewenste peil van < NAP - 0,93 m moet kunnen zijn gebracht, maakt het systeem waterhuishoudkundig beheersbaar. Daardoor is de veiligheid te allen tijde gegarandeerd. Een gedempt getijdensysteem, dat deel uitmaakt van de zoute Waddenzee, is binnen de hydrologische randvoorwaarden niet mogelijk, maar de inlaat van zout water kan binnen deze beheerste situatie wel een belangrijke rol spelen in de totstandkoming of het behoud van natuurlijke en open slik- en rietoevers en grazige gebieden. Het open water Voor het open water van het Lauwersmeer liggen er goede kansen voor een gradiënt van zoet water in het zuiden van het gebied naar brak water in het noorden. Dit vereist een periodieke, beheerste inlaat van zout water vanuit de Waddenzee en bijbehorende vispassages tussen Lauwersmeer, Waddenzee en achterland. De meerwaarde hiervan is groot: 1. De zoet-zout gradiënt in het open water brengt een interessante en geheel eigen flora en fauna met zich, bestaande uit vissoorten als Bot en Spiering, diverse soorten brakwatergarnalen en diatomeeën, en andere brakwatersoorten. Het gaat daarbij niet om voor het brede publiek zeer herkenbare en opvallende soorten, maar het zijn doorgaans wel in internationaal verband zeldzame soorten. Dat komt vooral door het feit, dat dergelijke zoet-zout overgangen schaars zijn geworden. 2. De zoet-zout gradiënt biedt trekvissen als paling (glasaal) en stekelbaars de gelegenheid om vrijelijk stroomop- of -afwaarts te zwemmen van en naar hun paaigebieden. In Noord-Nederland zijn er maar weinig plaatsen meer waar dit kan. 3. Een geleidelijke overgang van zoet naar zout is belangrijk voor de Waddenzee: door de periodieke aanvoer van zoetwaterbellen vanuit het Lauwersmeer treedt in de Waddenzee sterfte op van aan zoute omstandigheden gebonden soorten. 4. Brakwatersystemen behoren bovendien tot de productiefste van de wereld, wat ten goede kan komen aan visetende vogels als futen, duikers en sterns. In het zoete deel van het Lauwersmeer blijft de huidige vissamenstelling in stand. De voormalige platen

7 Het Lauwersmeer kent een grote variatie van open water, riet, grasachtige vegetaties, en (nu nog jong) bos. Met een dynamisch peilbeheer en de periodiek brak water, kunnen deze biotopen verder uitgroeien tot robuuste eenheden. Door de periodieke en beheerste inlaat van zout water zijn er ook voor het landgedeelte van het Lauwersmeer goede kansen om een gradiënt van zoete en brakke delen te realiseren. De meerwaarde daarvan is, dat het gebied een grote afwisseling van terreintypen behoudt, met veel overgangen tussen lagere en hogere vegetaties. Op die manier ontstaat een zo natuurlijk mogelijk landschap van rietoevers en achterliggende ruigtes, struwelen en bos. Begrazing, zoals deze nu al plaatsvindt, heeft daarin een grote betekenis. 3. HET STREEFBEELD Een robuust moerasgebied Het voor het Lauwersmeer na te streven streefbeeld is dat van een robuust moerasgebied, bestaande uit een mozaïek van open water, brede slikranden, grasachtige vegetaties, uitgestrekte rietvelden, struwelen en hoog soortenrijk bos. De goed ontwikkelde bossen liggen als groene eilanden te midden van brede rietzomen en grasachtige vegetaties. Het water is altijd nabij. Tussen het open water aan de ene kant en het bos aan de andere kant ontwikkelen zich fraaie gradiënten van nat naar droog en van brak naar zoet. Op een groter schaalniveau ontwikkelt zich bovendien van zuid naar noord een gradiënt waarbij riet en bos steeds meer plaats maken voor lage grasachtige vegetaties (vooral Fioringras) met duidelijke zoutinvloeden (o.a. Zeeaster, Heen, Zilte rus, Zilte schijnspurrie, Engels gras). De gradiënten verschuiven regelmatig onder invloed van de grens van zoet en brak water en door begrazing door vogels (vooral ganzen) en grotere zoogdieren als runderen, paarden en mogelijk edelherten. In het open water bestaat een gradiënt van zoet naar brak, die s winters dicht bij de spuisluizen en s zomers zuidelijker ligt. Deze gradiënt in het open water herbergt zeldzame brakwatersoorten en zorgt voor geschikte omstandigheden voor trekvissen. Het beheer is begeleid natuurlijk. Dat wil zeggen dat de mens de randvoorwaarden schept en de natuur daarbinnen zelf zijn ontwikkeling bepaalt. Bij een dergelijk systeem zijn bijvoorbeeld soorten te verwachten als de Zeearend, Visarend, de Otter en de Bever. Edelherten en halfwilde runderen brengen in het bosgebied extra variatie, waarvan veel bossoorten profiteren. De rietvelden bieden ruimte aan stevige populaties van Grote zilverreiger, Roerdomp en Baardman. De grasachtige vegetaties bieden s winters foerageergelegenheid voor grote aantallen wintergasten, vooral Smienten en ganzen, en s zomers broedplek voor Kluten en kleine aantallen weidevogels en wellicht ook voor de Velduil. Door de wisselende waterstanden is er ook een fors areaal slikranden. Deze zijn zeer geschikt als foerageergebied voor tal van steltlopers, in de broedtijd vooral ook voor de Kluut. Overwegingen bij het streefbeeld Moerasgebieden zoals in dit streefbeeld geschetst horen van nature thuis in riviermondingen nabij de zee. Binnen Noordwest-Europa zijn deze systemen vrijwel geheel verdwenen, maar ze hebben hier vroeger wel bestaan. Vergelijkbare gebieden treft men echter nog wel in alle pracht en glorie aan rond de Oostzee, bijvoorbeeld in de delta van de Oder op de grens van Polen en Duitsland (o.a. Wolinski National Park en Czarnocin, zie de bijgevoegde foto s) en langs de hafkusten van de Baltische staten. Ook de Broads, bij de monding van de Ouse in Oost-Engeland, vertoont kenmerken van dit type natuur. De grootte van het Lauwersmeer maakt het beschreven streefbeeld realistisch én interessant. Door zijn omvang is het gebied geschikt voor tal van diersoorten die grote leefgebieden nodig hebben. Het gebied blijft het grote vogelparadijs dat het nu is. De soortensamenstelling blijft zich aanpassen

8 aan de landschapsontwikkeling. Door de combinatie van veel open water, brede rietkragen en (in beperkte mate) grazige vegetaties blijft ook het open landschapsbeeld (gedeeltelijk) aanwezig. Een belangrijk verschil met het heden en verleden is dat de bosgebieden in de hogere delen van het Lauwersmeer mede onder invloed van begrazing kunnen uitgroeien tot natuurlijke en daardoor gevarieerde rijpere bossen met (soms) zeer zwaar geboomte. Binnen de gestelde randvoorwaarden kan het waterbeheer voldoende fluctueren voor het ontwikkelen van een internationaal interessant natuurgebied en het bijbehorende landschap. Dit is bovendien een robuust en recreatief aantrekkelijk landschap. In dit streefbeeld wordt ruimte gevraagd voor de beperkte inlaat van Waddenzeewater, om daarmee een brakwatergradiënt te creëren. Deze is allereerst van belang voor de realisatie van een zoet-zout gradiënt met zijn specifieke soortensamenstelling in de kreken en geulen. Op de tweede plaats is zo n gradiënt van belang als ecologische stressfactor om het ontstaan van bossen tegen te gaan. Bos kan alleen ontstaan op die plaatsen waar het zoute water niet of zelden komt. Brak water is dus (met mate) nodig voor het behoud van zowel de grazige vegetaties als van de brede rietzomen rond het bos op de hogere delen. Voor deze doeleinden is periodieke overstroming gewenst, met waterstanden die liefst zo hoog mogelijk zijn. Het voordeel van brak water is dat kan worden volstaan met af en toe een overstroming; een getijdensysteem is niet per sé noodzakelijk. Inundatie met zoet water heeft pas een vergelijkbaar effect als deze vele weken, soms maanden achtereen wordt volgehouden. Omdat de hydrologische randvoorwaarden geen maandenlange inundatie toelaten, is kortdurende inundatie met brak water binnen de beter te realiseren dan langdurige inundatie met zoet water. In de wintermaanden is de toevloed van zoet water uit het achterland zo groot, dat er vermoedelijk geen enkel gevaar is voor zoutoverlast voorbij de grenzen van het Nationaal Park. Behoudens de kortdurende en sterk beheerste perioden van brakke inundatie(s) en een zoet-zout gradiënt in de grote Slenk, is het Lauwersmeer daarmee vrijwel het gehele jaar zoet. Wel bestaat theoretisch de kans op een toename van de zoute kwel in de binnendijkse graslanden door de hogere waterdruk in het Lauwersmeer. Deze is niet zozeer het gevolg van het zoutgehalte in het Lauwersmeer, maar ontstaat door het omhoog drukken van het zoute water in de ondergrond door de periodiek hogere peilen. De vraag is of deze zoute kwel ook daadwerkelijk de wortelzone van de akkerbouwgewassen zal bereiken. De beide Provincies hebben zich voorgenomen om dit te laten onderzoeken. Hierbij tekenen wij aan dat in dit natuurbeeld de waterstanden binnen de bandbreedte van de huidige peilen blijven. Daardoor is de kans op een toename van kwel waarschijnlijk gering. 4. STURINGSPRINCIPES Het gaat in het streefbeeld om een begeleid natuurlijk systeem. Dat wil zeggen dat het systeem zich grotendeels zelf beheert en in stand houdt en dat de mens uitsluitend werkt aan de randvoorwaarden voor natuurontwikkeling. Het eindresultaat ontstaat door een samenspel van twee door de mens bestuurde factoren: 1. Waterbeheer: uitgekiend en dynamisch peilbeheer én periodieke inlaat van Waddenzeewater, gecombineerd met vispassages. 2. Begrazing, bij voorkeur jaarrond met winterharde diersoorten. Onder invloed van deze factoren ontstaat een complex mozaïekachtig natuurgebied met gunstige leefomstandigheden voor veel verschillende planten- en diersoorten. Daarbij wordt de feitelijke ontwikkeling overgelaten aan de natuur, aan het toeval zo men wil.

9 Impressie oermoeras Oderdelta (bron: internet)

10 Gewenst waterbeheer Het voorgestelde waterbeheer om het geschetste natuurstreefbeeld te bereiken is: Van november tot en met maart: NAP - 0,43 m, tenzij de afvoer vanuit de Friese boezem vraagt om een lager peil Eerste drie weken van april: in deze periode minimaal 5 dagen zout water inlaten en inunderen op een hoogte van NAP - 0,03 m Mei tot medio augustus: NAP - 0,93 m, met minimaal één keer per drie jaar 10 dagen enkele decimeters lager. September en oktober: in deze periode minimaal 5 dagen zout water inlaten en inunderen op een hoogte van NAP - 0,03 m. De hydrologische randvoorwaarden gaan uit van een stabiel peil met lage uitschieters in de winter en hogere uitschieters in de zomer. Dit biedt grote ecologische voordelen ten opzichte van de huidige situatie, maar is wel onnatuurlijk. In een natuurlijke situatie is het peil in de winter hoger dan dat van de zomer. Deze onnatuurlijkheid kan worden opgeheven door s winters langer een afwijking naar NAP - 0,43 m toe te staan en/of ook water vanuit de Friese boezem bij Dokkumer Nieuwe Zijlen te lozen bij een waterstand hoger dan NAP - 0,93 m. Dit kan als in 2015 de weersvoorspellingen zodanig zijn, dat grote wateroverschotten op de Friese en Groningse boezems meer dan 24 uur van te voren te voorspellen zijn. Zo lang dit niet het geval is, kan er bij droog en stabiel weer worden gekozen om het water toch langer op de maximum hoogte te handhaven. In een natuurlijk moerassysteem is het voorts gewenst dat s zomers ook lagere peilen dan het standaardpeil (NAP - 0,93 m) optreden. In dergelijke perioden treedt een sterke verjonging van het riet op. Dat is nodig om het riet vitaal te houden. Dergelijke extreem lage peilen mogen incidenteel blijven, ze hoeven dus niet jaarlijks voor te komen. Er is een voorkeur voor minimaal één keer per drie jaar. Wel zijn in dat geval technische aanpassingen aan de sluis bij Zoutkamp nodig, bij voorbeeld in de vorm van ebdeuren. De kaarten in bijlagen 1 en 2 geven een indicatief beeld van de delen van het Lauwersmeer die bij verschillende waterstanden beïnvloed worden door inundaties en van de te verwachten vegetatieontwikkeling. Begrazing Het doel van de begrazing is drieërlei: Het creëren en in stand houden van korte, grasachtige vegetaties; Het aanbrengen van variatie in het bos (licht, open ruimte, verschillende boomsoorten en jaarklassen); Het vitaal en binnen de perken houden van het rietareaal. Een deel van de begrazing zal van nature plaats vinden door reeën, hazen en ganzen. Maar voor het grootschalig open houden van delen van het gebied en voor het aanbrengen van variatie in het bos is de hulp nodig van grotere zoogdieren, zoals runderen en paarden, bij voorkeur ook edelherten. Omdat huisvee dergelijke percelen vermijdt, gaat de voorkeur uit naar jaarrond begrazing met winterharde veerassen. De paarden en runderen moeten voldoende ruimte en voedsel hebben om natuurlijk gedrag te vertonen: kuddevorming met harems en trekgedrag. Het aantal stuks vee zal proefondervindelijk moeten worden vastgesteld. De verwachting is overigens dat de grazers niet in staat zullen blijken om aanzienlijke oppervlakten korte grasachtige vegetaties in stand te houden. Op zichzelf hoeft dat voor de dieren geen probleem te zijn: deze kunnen zich ook goed redden in het bos en het rietland, dat mede door hun invloed deels open zal zijn. In de praktijk zullen rietlanden en bossen dan in elkaar overgaan.

11 Voor de veiligheid van het vee is het nodig dat dit een vluchtmogelijkheid heeft bij sterke inundaties. Dit kan door daarvoor binnen het natuurgebied terpen op te werpen of door een vluchtroute te creëren naar het omringende gebied (bijvoorbeeld de Marnewaard in het oosten of de Bantpolder in het westen. Doordat het Lauwersmeer door het open water voor landdieren in subgebieden is gesplitst, is mogelijk ook naar het zuiden een vluchtmogelijkheid nodig. 5. VERBINDINGEN MET DE OMGEVING In de grote Slenk van het Lauwersmeer ontstaat in het streefbeeld een zoet-zout gradiënt. Deze migreert met de seizoenen van zuid naar noord en omgekeerd. Organismen van zowel het zoete als het zoute water zullen voor de grens van het brakke of zoute water uit willen mee migreren. Daarom is het nodig dat zowel naar de zeezijde, bij de spuisluizen en het nieuw te bouwen gemaal, als aan de landzijde, bij Dokkumer Nieuwe Zijlen, Ezumazijl en Electra, vluchtmogelijkheden bestaan in de vorm van vispassages (zie bijlage 1). Deze moeten dus voor dit doel vroegtijdig worden aangelegd. De vispassages maken bovendien de vrije optrek van soorten mogelijk van zee naar de beekstelsels van Drenthe en de Groninger en Friese boezems en omgekeerd. 6. TOETSING AAN DE INSTANDHOUDINGSDOELEN NATURA2000 Het Lauwersmeer is in het gebiedendocument (sept. 2006) voor de aanwijzing als Natura2000-gebied beschreven als een zeer belangrijk broedgebied voor vogels van rietmoerassen en rietruigtes (roerdomp, bruine kiekendief, blauwborst en rietzanger), daarnaast als van enig belang voor broedvogels van vochtige tot natte graslanden (porceleinhoen, kemphaan en paapje) en kustbroedvogels (kluut en noordse stern). Het gebied is volgens het gebiedendocument tevens van zeer groot belang als broedgebied van de zeldzame grauwe kiekendief, vanwege het voorkomen van open rietruigtes en ruige graslanden in combinatie met rustige akkerbouwgebieden in de omgeving. Instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd voor 14 broedvogels (vooral in de sfeer van moeras- en kustvogels en soorten van ruige graslanden, zoals paapje en velduil). Daarnaast zijn er instandhoudingsdoelen voor 36 niet-broedvogelsoorten, waaronder diverse roofvogels en veel futen, eenden-, zwanen- en ganzensoorten. Ten slotte zijn doelen geformuleerd voor de instandhouding van de soortenrijke vochtige duinvalleien en de groenknolorchis. De met het streefbeeld te realiseren natuur lijkt gunstig uit te pakken voor de soorten van rietmoerassen en rietruigtes en voor kustvogels en steltlopers. De toekomst van de aan natte en ruige graslanden gebonden soorten lijkt minder zeker, maar steekt gunstig af bij een situatie waarin aaneengesloten bos de overhand krijgt. Het gebied blijft van betekenis voor weidevogels, foeragerende ganzen en velduilen. De aan open water gebonden soorten zullen bij het streefbeeld waarschijnlijk profiteren van een betere waterkwaliteit. Het streefbeeld is mogelijk ongunstig voor de kleine zwaan, die in het Lauwersmeer vooral foerageert op de knolletjes van het schedefonteinkruid in de rustige en ondiepe delen van het open water. Dit fonteinkruid is matig bestand tegen zoute invloeden, maar van de kleine zwaan is ook bekend dat deze zich redelijk kan aanpassen als het voedselaanbod verandert. Het (voorlopige) instandhoudingsdoel voor deze soort staat een lichte achteruitgang toe als gevolg van een mogelijk in te stellen zoet-zout gradiënt in het gebied. De veranderingen in het waterbeheer zijn naar het zich laat aanzien niet van invloed op de vochtige duinvalleien in het gebied. De instandhoudingsdoelen die voor dit habitat gelden zijn dan ook vermoedelijk niet in het geding De conclusie is dat per saldo met de realisatie van het streefbeeld voor de meeste door de wetgeving beoogde doelsoorten een lichte verbetering zal optreden ten opzichte van de huidige situatie. 7. ONZEKERHEDEN In de nabije toekomst zijn over het voorgaande nog de volgende zaken te onderzoeken:

12 Allereerst dient de actuele hoogtekaart (AHN) van het Lauwersmeer in het veld te worden gecontroleerd. Er zijn aanwijzingen dat de feitelijke hoogteligging van de platen lager is dan uit de AHN blijkt. In dat geval raakt bij eenzelfde inundatiepeil een groter gebied overstroomd en is ook het areaal met een waarschijnlijke ontwikkeling richting riet of grazige vegetaties groter. Ook kan men in dat geval kiezen voor een lager inundatiepeil, met grofweg dezelfde effecten als bij het oorspronkelijke peil volgens de AHN. Onzekerheid bestaat er ook over de sterke wens om het peil in de winter langer dan 24 uur op NAP - 0,43 m vast te houden. Dit zou nader moeten worden onderzocht. Hiermee hangt samen dat perioden met grote waterafvoeren vanuit het achterland met meer zekerheid moeten kunnen worden voorspeld. Inundaties met zout water zijn wellicht niet per sé elk jaar nodig. Er is op dit moment een voorkeur voor twee keer per jaar. De precieze gevolgen van de inundaties met zout water op de vegetatieontwikkeling en het minimum aantal inundaties voor het tegengaan van bijvoorbeeld struweel- en bosvorming zijn niet goed bekend. Ten slotte is het wenselijk om in Nederland meer informatie te krijgen over het functioneren van vergelijkbare moerasgebieden rond de Oostzee en elders. Deze kunnen een belangrijke referentie vormen voor het toekomstige beheer van het Lauwersmeer. 8. HOE NU VERDER 1. Een stevig gezamenlijk verhaal Onder het streefbeeld is een wervend verhaal met een stevige onderbouwing nodig, waarvoor bovendien in brede kring draagvlak bestaat. Het verschil van het streefbeeld met de huidige situatie of de autonome ontwikkeling (richting grootschalige en vrij uniforme bosvorming) moet voor iedereen duidelijk zijn. Ook de samenhang tussen de rol van het water en het waterbeheer versus de natuur op de voormalige platen moet helder in beeld worden gebracht. In elk geval zal er onder de ecologen van de deelnemende partijen op grote lijnen consensus moeten bestaan over de wenselijkheid het streefbeeld te realiseren. Dit geldt op de eerste plaats voor Staatsbosbeheer, die het gebied beheert. Ook het Nationaal Park en het Overlegorgaan dienen voor het streefbeeld te worden gewonnen. Ten slotte zullen ook de besluitvormers van de juistheid van deze keuze moeten worden overtuigd. De boodschap wint aan kracht naarmate zij meer visueel wordt gemaakt. Behalve foto s en filmbeelden van referentiegebieden, is het de overweging waard om ook enkele excursies te organiseren naar vergelijkbare gebieden langs de Oostzeekust. Wellicht eerst met ecologen en aanverwante vakspecialisten, maar later ook met bestuurders en besluitvormers. Een manier om de kennis over vergelijkbare moerassystemen verder te vergroten is om een twinning van het Nationaal Park Lauwersmeer met andere nationale parken aan te gaan, bijvoorbeeld langs de kusten van de Oostzee. 2. Een nadere uitwerking van de beheerstrategieën Een volgende stap is om de beheerstrategie die bij het streefbeeld hoort verder uit te werken. Dit betekent vooral dat de Provincies meer zicht moeten krijgen op de stuurvariabelen peilbeheer, zout en begrazing. De belangrijkste vragen zijn al benoemd in de paragraaf Onzekerheden. 3. Toetsen aan beleidsdoelen In deze notitie hebben wij een eerste impressie gegeven van een toetsing van het streefbeeld aan de instandhoudingsdoelen van het Lauwersmeer als Natura2000-gebied. In een volgend stadium is een meer complete scan nodig naar de overeenkomst tussen het streefbeeld en de diverse beleidsdoelen, op alle overheidsniveaus.

13 4. Een ambassadeur voor het Lauwersmeer Behalve een goed verhaal dienen er ook goede boodschappers met overtuigingskracht te zijn. In de workshop achtte men het zinvol om na te denken over een ambassadeur voor het Lauwersmeer, die de belangen van het Lauwersmeer bij de diverse gemeente- en waterschapsbesturen, bedrijven, instanties en omwonenden goed voor het voetlicht kan brengen.

14

15 BIJLAGE 1: GLOBAAL BEELD VAN LAAGBLIJVENDE EN MEER OPGAANDE VEGETATIES (MAXIMAAL TE BEREIKEN BINNEN DE HYDROLOGISCHE RANDVOORWAARDEN) Onderstaande kaart geeft indicatief weer welke (globale) vegetatieontwikkeling mogelijk is binnen de hydrologische randvoorwaarden, periodieke en gereguleerde inlaat van zout water en een periodieke inundatie van circa NAP. Ook zijn enkele aanvullende maatregelen aangegeven.

16

17 Bijlage 2. Indicatie van de vegetatieontwikkeling bij minder uitgestrekte inundaties met brak of zout water In deze bijlage zijn - ter vergelijking met bijlage 1 - kaarten opgenomen van de globale vegetatieontwikkeling bij periodieke inundatie met brak of zout water bij verschillende maximumpeilen. De kaarten hebben betrekking op het standaardpeil (NAP 0,93 m) en een beperkte inundatie van NAP 0,40 m). De kleuren op deze kaarten geven een zeer globale indicatie van de daarmee te verwachten vegetatietypen: Groen : gebied buiten het bereik van de inundaties, de meest waarschijnlijke ontwikkeling op termijn is struweel en bos, met open plekken door begrazing Rood : gebied onder invloed van de inundaties, de meest waarschijnlijke ontwikkeling op termijn is riet met overgangen naar bos in het zuiden en grasachtige vegetaties met zilte invloeden in het noorden. Tussen het bos en de andere vegetaties bevinden zich geleidelijke overgangen. Globale indicatie van de vegetatieontwikkeling bij een standaardpeil NAP - 0,93 m

18

19 Globale indicatie van de vegetatieontwikkeling bij een peil van NAP - 0,40 m

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen. Beschrijving kwelderherstelmaatregelen 1 1.1 Inleiding Aan de noordkust van Groningen heeft Groningen Seaports, mede ten behoeve van RWE, circa 24 ha. kwelders aangekocht. Door aankoop van de kwelders

Nadere informatie

Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept)

Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept) Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept) Interviews: welke verhalen mogen absoluut niet ontbreken? van dynamisch getijdengebied naar zoetwatermeer achter een zeedijk nieuwe, jonge natuur

Nadere informatie

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL

Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de. keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten. 14/15 april 2005 BOWL Op weg naar een Watervisie Lauwersmeer (tussenbalans) Presentatie van de keuze van uit te werken scenario s/beheersvarianten 14/15 april 2005 BOWL Waarom een watervisie? Toekomstig waterbeheer Lauwersmeer.

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003054 + NL9802058

Nadere informatie

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde

Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde 22 december 2011 Zoon buro voor ecologie Colofon Project: Quickscan natuur terrein aan de Bosruiter in Zeewolde Opdrachtgever: mro Uitvoerder Zoon

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

WETTERSKI F R V S L Ä N

WETTERSKI F R V S L Ä N INTERN MEMO Aan: Van: Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur Datum: 13 oktober 2015 Onderwerp: Antwoorden naar aanleiding van schriftelijke vragen van de fractie van Bedrijven, Boeren en Burgers Algeheel kader

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Hoogvenen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9801007 + NL9801007 Beschermd natuurmonument: -

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer

Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer Opdrachtgever: Projectgroep Watervisie Lauwersmeer Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer Fase 2 110202.000570 februari 2006 Onderzoeksresultaten voor de Watervisie Lauwersmeer, fase 2 2 HKV

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen

Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Scenariostudie natuurperspectief Grevelingen Tom Ysebaert, Marijn Tangelder, John Janssen, Arno Nolte, Brenda Walles, Jeroen Wijsman Kennisdag Grevelingen en Volkerak, 14 juni 2018 Doel studie Het doel

Nadere informatie

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout Verslag excursie Subgroep Realisatie, 24 september 2009. Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout We waren deze keer met een relatief kleine groep. We werden begeleid door Jeroen

Nadere informatie

! " #! " "$ % &'%&()#" & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &, " & ") * '34( '5+(! "'!2%( && % &5" )+ & "&" "$& "&& ) * % " " 5" & "$)* & )!

!  #!  $ % &'%&()# & )+&, %!, )* -$)* $, . )*/ ))) & )2 &,  & ) * '34( '5+(! '!2%( && % &5 )+ & & $& && ) * %   5 & $)* & )! ! #! $ % '%(# '$(* +, %!, * -$* $,. */ 0,-1* $ 2, * '34( '5+(! '!2%( % 5 + $ * % 5 * $*! 62 7*$ 8 97$ : ; * < = ; 5345+!2%* 5 %!, * $ % 7 $ 5'!2>( '!>(* < $ 1 # *$! * / $

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Koppel kuifeenden. Kuifeenden 42 Ecologie en natuurfuncties Het IJsselmeergebied is een uniek natuurgebied van (inter-)nationale betekenis. Het is een van de zee afgesloten, benedenstrooms gelegen, zoet laaglandmeer met een relatief

Nadere informatie

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Hartelijk welkom Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen Programma Opening Opzet en doel van deze avond Even terug kijken Hoe staat het met de Programmatische Aanpak Stikstof Korte samenvatting

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...

Nadere informatie

Natura 2000-ontwerpbeheerplan Lauwersmeer (8)

Natura 2000-ontwerpbeheerplan Lauwersmeer (8) Natura 2000-ontwerpbeheerplan Lauwersmeer (8) Datum Augustus 2015 Status Ontwerp-beheerplan Zeearenden (foto: Roef Mulder) Colofon Opdrachtgever: Opgesteld door: Tekst: Ministerie van Economische Zaken

Nadere informatie

Samenvatting concept-beheerplan Natura 2000 gebied Lauwersmeer. Zeearenden (foto: Roef Mulder)

Samenvatting concept-beheerplan Natura 2000 gebied Lauwersmeer. Zeearenden (foto: Roef Mulder) Samenvatting concept-beheerplan Natura 2000 gebied Lauwersmeer Zeearenden (foto: Roef Mulder) Informatiebijeenkomst april 2014 Wat is Natura 2000? Nederland is rijk aan natuur, ook in vergelijking met

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen

Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen Natura 2000 gebied 78 - Oostvaardersplassen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802054 Beschermd natuurmonument: Oostvaardersplassen

Nadere informatie

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen

Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Quick scan ecologie Jan Vermeerstraat te Rucphen Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen T. Ursinus Scanopy 12.144 concept november 2012 foto omslag Els

Nadere informatie

Zijn moerasvogels te beheren? Jan van der Winden

Zijn moerasvogels te beheren? Jan van der Winden Zijn moerasvogels te beheren? Jan van der Winden Terug naar Nederland Nederland, moerassenland Tegenwoordig ongeveer 45.000 hectare moeras aanwezig, waarvan de helft verlandingstypen waar typische

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802035/NL3009011/NL9902008 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer Sturende dynamische processen Stroming van zoet en zout oppervlakte-

Nadere informatie

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen Dit profiel dient gelezen, geïnterpreteerd en gebruikt te worden in combinatie met de leeswijzer, waarin de noodzakelijke uitleg van de verschillende paragrafen vermeld is. Groenknolorchis (Liparis loeselii)

Nadere informatie

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Concept a Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de provincie

Nadere informatie

Sophiapolder. Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden. Foto Ruden Riemens

Sophiapolder. Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden. Foto Ruden Riemens Sophiapolder Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden Foto Ruden Riemens Bijzondere natuur Onze grote rivieren hebben iets wat bijna nergens in Europa voorkomt: een zoet getijdengebied.

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Struinen door De Stille Kern

Struinen door De Stille Kern 58 Horsterwold Struinen door De Stille Kern Een 900 hectare groot natuurgebied waar natuurlijke processen volop de ruimte krijgen. Het gebied wordt begraasd door een kudde konikpaarden, die zorgen voor

Nadere informatie

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel

natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel natuurpunt WAL Wase Linkerscheldeoever Schor Ouden Doel Het Schor Ouden Doel Het Schor Ouden Doel is een natuurgebied op de linkerscheldeoever tegen de scheldedijk. Aan de grens met Nederland sluit het

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied IJsselmeer De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gelet op artikel 4, eerste en tweede lid, van Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

13.3 Meerkoet (Fulica atra) 13.3 Meerkoet (Fulica atra) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding Landelijk is het aantal broedvogels vanaf 199 niet significant veranderd, over de laatste 1 jaren is een significante afname van

Nadere informatie

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN indeling inleiding: voorstelling a geschiedenis van het natuurbeheer b - biotopen en soorten en hun beheer pauze c - beheer richt zich op de omgeving d - natuurbeheer

Nadere informatie

De Kraanvogel. Kansen voor kraanvogels in Limburg en Brabant

De Kraanvogel. Kansen voor kraanvogels in Limburg en Brabant De Kraanvogel Kansen voor kraanvogels in Limburg en Brabant De kraanvogel komt er aan! Binnen een paar jaar zouden ze zo maar in Brabant en Limburg kunnen broeden. Stel je voor, staand aan de rand van

Nadere informatie

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps)

Memo. Figuur 1 Ligging Planlocatie (rode ster) (Bron: Google Maps) Memo nummer 1 datum 10 februari 2014 aan Ron Vleugels Gemeente Maastricht van Luc Koks Antea Group Ton Steegh kopie project Sporthal Geusselt-stadion projectnummer 265234 betreft Toetsing natuurwetgeving

Nadere informatie

Interessante vogelkijk locaties

Interessante vogelkijk locaties Interessante vogelkijk locaties Hieronder staan enkele interessante gebieden in de kop van Noord-Holland om vogels te kijken. Zie ook nummeraanduiding op kaart. Verder is de locatie aangegeven met atlasblok

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag 19 oktober 2007 De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Kliniekstraat 25, 1070 Brussel,

Nadere informatie

Bewonersvereniging Noordwest

Bewonersvereniging Noordwest Bewonersvereniging Noordwest Centrum Publieksparticipatie Natura 2000 T.a.v. 65 Postbus 30316 2500 GH Den Haag Betreft: Zienswijze van de Bewonersvereniging Noordwest (Wageningen) op aanwijzing van Het

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus 40225 8004 DE Zwolle Middelburg, 17 oktober 2017 Onderwerp: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Krammer-Volkerak

Nadere informatie

d rm Neder wa e landopg

d rm Neder wa e landopg Opgewarmd Nederland deel Plant en dier: blijven, komen, weggaan of... Soorten, verspreiding en klimaat Kleine beestjes: sterk in beweging Libellen: voordeel van een warmer klimaat Dagvlinders: extra onder

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

Harderbos en Harderbroek verbonden

Harderbos en Harderbroek verbonden Harderbos en Harderbroek verbonden De Ganzenweg is een verbinding voor mensen, maar een barrière voor dieren. Er ligt al een faunapassage onderdoor. De route daar naar toe is voor dieren nog niet ideaal.

Nadere informatie

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden STUREN MET WATER Het ontwerp Sturen met water van het Veenweide Innovatiecentrum Zegveld (VIC) zet in op actief, dynamisch grondwaterbeheer

Nadere informatie

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. Grote zilverreiger (Egretta alba) 9 A027 1. Status: Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel. 2. Kenschets Beschrijving: De grote

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap ONTWIKKELING NATUURZONE SPORTPARK ELSKENS OOSTERHOUT DATUM: augustus 2014, Landschapsplan en kwaliteitsinvestering Landschap kenmerk: ontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg

Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Quick scan ecologie Beatrixstraat te Halfweg Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Van Riezen en Partners 12.004 april 2012 De brandweerkazerne

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar.

De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn. André Breukelaar. De Kier, opening van de Haringvlietdam een belangrijke verbetering voor de ecologische status van de Rijn André Breukelaar RWS Kierbesluit juni 2000 Haringvlietsluizen -bij voldoende Rijnafvoerook bij

Nadere informatie

De Oude Weg Elst. Wonen in de Amerongse Bovenpolder. 3 Royale kavels met luxe vrijstaande villa s

De Oude Weg Elst. Wonen in de Amerongse Bovenpolder. 3 Royale kavels met luxe vrijstaande villa s De Oude Weg Elst Wonen in de Amerongse Bovenpolder 3 Royale kavels met luxe vrijstaande villa s Riant WOnen Tussen de bossen van de Utrechtse Heuvelrug en de uiterwaarden van de Nederrijn ligt het sfeervolle

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003056 + NL9802031 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011

Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Bijlage 6: Oplegnotitie bij bijlage 5 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch, Buro Bakker, 2011 Gevolgen voor beschermde en bedreigde natuurwaarden inrichting Skûlenboarch

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Op weg naar een levend hoogveen Samenvatting van het beheerplan Fochteloërveen Concept

Op weg naar een levend hoogveen Samenvatting van het beheerplan Fochteloërveen Concept Op weg naar een levend hoogveen Samenvatting van het beheerplan Fochteloërveen Concept a Op weg naar een levend hoogveen Samenvatting van het beheerplan Fochteloërveen Colofon Deze samenvatting is een

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VWO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Aan : Provincie Noord-Holland Van : Joost Rink en Tom van den Broek Datum : 9 januari 2015

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Natura 2000 Binnen het plangebied en in de omgeving daarvan zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen (zowel in Nederland als in Vlaanderen). Op grond van

Nadere informatie

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst

Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Integraal Peilbesluitplan Smilde Streekbijeenkomst Dinsdag 20 september 2011 Het Kompas te Smilde Programma van vanavond Tijd activiteit 19:30 start bijeenkomst 19:40 plenaire presentatie - voortraject

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

BIJLAGE B6-1 SCHEMA MONITORING

BIJLAGE B6-1 SCHEMA MONITORING 1 BIJLAGE B6-1 SCHEMA MONITORING 2 Monitoringprogramma 2014-2019 Tabel 6.1. Monitoring ten behoeve van de habitattypen en hun kwaliteitsparameters Kranswierwateren (20 Te monitoren parameter(s) Opgevangen

Nadere informatie

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan.

Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Natte natuurparels: ook uw zorg? Brabantse waterschappen en Provincie Noord-Brabant pakken verdroging natte natuurparels aan. Deze folder gaat over het herstellen van natte natuurparels in Noord-Brabant.

Nadere informatie

grazers helpen de natuur.

grazers helpen de natuur. grazers helpen de natuur. Begrazing vroeger en nu Lang geleden kwamen in Vlaanderen allerlei soorten grazers voor: mammoeten, wisenten, oerrunderen, elanden... Die grazers zorgden ervoor dat Vlaanderen

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Erratum Bijlage 9 Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Onderstaande tekst vervangt bijlage 9 bij het

Nadere informatie

De burger wil best betalen voor veenweidenatuur

De burger wil best betalen voor veenweidenatuur De burger wil best betalen voor veenweidenatuur Huidige situatie: tamelijk eenvormige weinig soortenrijke polder. Foto: Lex Broere V eenweidegebieden hebben unieke natuurwaarden en zijn vanuit internationaal

Nadere informatie

Toekomst natuurbeheer: waar gaat het heen? Edo van Uchelen

Toekomst natuurbeheer: waar gaat het heen? Edo van Uchelen Toekomst natuurbeheer: waar gaat het heen? Edo van Uchelen Edo van Uchelen Wildernis, openheid, grote grazers, exoten, maakbare natuur, angst voor bos Wildernis, openheid, grote grazers, exoten, maakbare

Nadere informatie

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept

Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Concept a Waardevol heidelandschap op de Hondsrug Samenvatting van het beheerplan Drouwenerzand Colofon Deze samenvatting

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Betreft Risico inventarisatie ecologie voor percelen Brabantse Wal 1 Inleiding De Buisleidingenstraat N.V. onderzoekt op

Nadere informatie

Opdrachten over de Hooge Boezem achter Haastrecht. Op de kaart hierboven zie je het hele gebied.

Opdrachten over de Hooge Boezem achter Haastrecht. Op de kaart hierboven zie je het hele gebied. Opdrachten over de Hooge Boezem achter Haastrecht In deze les en tijdens de excursie gaat het over het gebied de Hooge Boezem achter Haastrecht en het gebied eromheen. In de omgeving van Haastrecht en

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Er zijn acht Natura 2000 en waarvoor geen vogeldoelen zijn geformuleerd, maar die wel binnen één van de helikopterlaagvliegen

Nadere informatie

Ervaringen met begrazing in de Noordwaard

Ervaringen met begrazing in de Noordwaard Ervaringen met begrazing in de Noordwaard Beheer met grazers in een zoetwatergetijdengebied Theo Boudewijn (Bureau Waardenburg) Lijn van het verhaal: Doelstelling gebied Opzet van het beheer Ontwikkelingen

Nadere informatie

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus) 1. Status De zilvermeeuw is een vogelsoort als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, Wnb, waarvoor een provinciale vrijstelling geldt. Deze vrijstelling betreft (op basis

Nadere informatie

de Oostvaardersplassen

de Oostvaardersplassen Oostvaardersplassen Informatie over het beheer en Natura 2000 Inhoud Pagina 1 Oostvaardersplassen, een onverwachte ontdekking Pagina 2 Wat is Natura 2000? Pagina 3 Water en natuur, een bijzonder evenwicht

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats Vissen in het IJsselmeer Romke Kats Functies IJsselmeer Water Transport Recreatie Visserij Natuur Vissen in het IJsselmeer Historie Ecologie Voedselketen IJsselmeer algen, vissen, mosselen, waterplanten,

Nadere informatie

De Ronde Hoep De Polder Spreekt

De Ronde Hoep De Polder Spreekt De Ronde Hoep De Polder Spreekt 1 2 Waarvoor het Ronde Hoep rapport Om sneller op detailniveau te komen Om duidelijker te maken wat de werkelijke kosten zijn Om te behoeden dat er verrommeling van het

Nadere informatie

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: Niet in Bijlage I genoemde en geregeld voorkomende trekvogel zoals bedoeld in artikel 4. 2 van de Vogelrichtlijn. Voor Natura 2000 relevant als broedvogel

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie