Rail IO en Miracos. Praktische Gids voor de Modelbouwer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rail IO en Miracos. Praktische Gids voor de Modelbouwer"

Transcriptie

1

2

3 Rail IO en Miracos Praktische Gids voor de Modelbouwer Versie.0 September, 005

4

5 Copyright 005 Modeltech Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden gereproduceerd of verspreid op gelijk welke wijze zonder de voorafgaandelijk schriftelijke toelating van de auteur. Modeltech, Rail IO, Rail COM en Miracos zijn merknamen van Modeltech. Alle andere vermelde namen van bedrijven of van producten zijn mogelijks handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. Opmerkingen i.v.m. de inhoud van dit document kunnen gestuurd worden naar: Modeltech Pieter Dierckxlaan TEMSE België Dit document is beschikbaar in elektronische vorm (pdf). Het document kan worden geopend met Adobe Reader, gratis ter beschikking op Modeltech levert geen gedrukte handleidingen en wil op deze wijze bijdragen aan een beter milieu door het sparen van papier en hout. Voor de laatste versie, wijzigingen of nieuwe functionaliteiten: raadpleeg onze website Op eenvoudige aanvraag zenden wij U de handleiding toe op CD tegen kostprijs (media + verzendingskosten). Auteur Rudy Van Raemdonck Nazicht Annemie Scholliers, Luc Dooms Voorpagina Charlotte Dooms Layout Rudy Van Raemdonck

6

7 Inhoud Inhoud 7 Voorwoord 9 Over deze Praktische Gids Rail IO en Miracos Rail IO 4 Miracos 5 Eigenschappen 5 Functionaliteit 7 Werkingsprincipe 8 Speelmogelijkheden 8 Besluit 0 De Modelbaan Thema en situering van de modelbaan Speelmogelijkheden 4 Besluit 5 Opdelen in Secties 7 Wat zijn secties? 8 Welke secties bestaan er? 8 Bijzondere gevallen 5 Enkele praktische tips 7 Werkwijze voor het opdelen van het sporenplan in secties 9 Besluit 4 Isoleren van de Sporen 47 Isoleren van secties 48 Bepalen van snelheid-, rem- en stopzone in een blok 5 Praktische werkwijze 54 Besluit 54 Bepalen van de Rail IO Modules (deel ) 55 Welke Rail IO modules voor welke secties? 56 Blok 56 Wissel 57 Kruising 57 Enkelvoudige kruiswissel 57 Dubbele kruiswissel 57 Berekening van het aantal Rail IO modules voor de modelbaan 59 Toepassing op de voorbeeldmodelbaan 60 Besluit 6 Installeren van de Rail IO Modules (deel ) 65 Opstelling 66 Toewijzen van de Rail IO kanalen 66

8 Stap : Toekennen van de Rail IO adressen 66 Stap : Vastleggen van kleurcodes en draadsecties voor de bekabeling 66 Stap : Opstellen van de toewijzingstabel 68 Groeperen van de Rail IO modules 7 Montage van de Rail IO modules 7 Aansluiten van de Rail IO modules 7 Aansluiten van de rijspanning op blokken en kruiswissels 74 Polariseren van wissels en kruiswissels 75 Besluit 75 Bedienen en Visualiseren 77 Grafische voorstelling 78 Blok (B) 79 Blok met enkele rijrichting 80 Blok met dubbele rijrichting 8 Wissel (W) 84 Kruising (K) 85 Enkelvoudige kruiswissel (EKW) 86 Dubbele kruiswissel (DKW) 87 Rijregelaar (RR) 88 Noodstop (NS) 89 Lamptest (LT) 89 Besluit 90 Bepalen van de Rail IO Modules (deel ) 9 Welke Rail IO modules voor welke secties? 94 Berekening van het aantal Rail IO modules voor het synoptisch bord 95 Toepassing op de voorbeeldmodelbaan 95 Besluit 98 Het synoptisch bord 99 Waarom een synoptisch bord? 00 Materiaalkeuze 00 LED s 00 Drukknoppen 0 Bedrading 0 Montagepaneel 0 Grafisch ontwerp 0 Synoptisch bord voor de voorbeeld modelbaan 0 Besluit 06 Installeren van de Rail IO Modules (deel ) 07 Opstelling 08 Toewijzen van de Rail IO kanalen 08 Stap : Toekennen van de Rail IO adressen 08 Stap : Vastleggen van kleurcodes en draadsecties voor de bekabeling 08 Stap : Opstellen van de toewijzingstabel 08 Montage van de Rail IO modules 09 Aansluiten van de Rail IO modules 0 Besluit Toewijzing Rail IO kanalen voor de modelbaan 5 Toewijzing Rail IO kanalen voor het synoptisch bord 4

9 Voorwoord Geachte modelspoorliefhebber, Van bij het ontstaan van de spoorwegen zijn mensen gefascineerd geweest door de imposante locomotieven en de statige stationsgebouwen. Logisch dus dat velen deze boeiende wereld van de spoorwegen binnenskamers wilden beleven, in het klein dan wel te verstaan. Het aanbod van miniatuurtreinen en toebehoren is momenteel zodanig uitgebreid dat iedereen ruim aan zijn trekken kan komen. Sinds 996 specialiseert Modeltech zich in het produceren en verkopen van elektronische systemen voor modeltreinen. Twee van onze producten, Rail IO en Miracos, vormen samen een krachtige tandem voor de volledige controle en beveiliging van de modelspoorbaan. De Rail IO / Miracos combinatie stelt de modelbouwer in staat om met zijn modelbaan een realistisch spoorbedrijf te verwezenlijken, zonder gebruik te maken van locdecoders. De selectie, installatie en configuratie van de verschillende componenten en modules is niet ingewikkeld maar vraagt toch de nodige discipline en een gestructureerde werkwijze. Deze is niet af te leiden uit de technische specificaties. Vandaar dat het idee ontstaan is om een praktische installatiegids te schrijven waarin je stap voor stap begeleid wordt in de integratie van de Rail IO modules en de Miracos software met jouw modelbaan. Dat gebeurt aan de hand van een concreet voorbeeld dat van A tot Z uitgewerkt wordt. Ieder hoofdstuk beschrijft één stap in het proces en wordt toegepast op het voorbeeld. Zo kan je, naar analogie, dezelfde stappen toepassen op je eigen modelbaan. Mocht je toch nog vragen of opmerkingen hebben, dan zijn wij graag bereid je verder te helpen. Wij kennen onze eigen producten door en door! Het eindresultaat is een betrouwbaar werkende modelbaan met zeer uitgebreide speelmogelijkheden waaraan je nog lang plezier zult beleven. Deze gids kwam tot stand, dank zij de welwillende medewerking van Guy Van Meroye die zorgde voor het sporenplan van de modelbaan dat als voorbeeld gebruikt wordt. Luc en Charlotte Dooms en Annemie, mijn echtgenote, hebben de tekst meermaals nagelezen en gaven vele nuttige opmerkingen die bijgedragen hebben tot de kwaliteit van deze handleiding. Opmerkingen of onvolkomenheden mag je steeds melden aan Modeltech. Veel leesgenot en succes bij de realisatie van jouw modelbaan! Rudy Van Raemdonck

10

11 Over deze Praktische Gids De realisatie van een modelbaan omvat veel facetten. Dat is juist één van de mooie aspecten van deze fantastische hobby, maar in zekere zin ook een nadeel: je kan niet in alles goed zijn. Daar wil deze praktische installatiegids aan tegemoet komen. Je vind hier een schat aan informatie van hoe je praktisch te werk moet gaan bij de uitrusting van je modelbaan met Rail IO modules en de besturing d.m.v. de Miracos software. Aan de hand van een voorbeeld modelbaan, die als rode draad doorheen de hele handleiding loopt, kom je in ieder hoofdstuk één stap dichter bij de realisatie van je modelbaan. Ieder hoofdstuk vormt een afgerond geheel. Je kan dus ieder hoofdstuk lezen en meteen aan de slag gaan met jouw sporenplan en modelbaan. Als alles in orde is, kan je met het volgende hoofdstuk beginnen. In het eerste hoofdstuk, Rail IO en Miracos, krijg je een overzicht van de verschillende Rail IO modules en de mogelijkheden van het Miracos systeem. Deze producten zijn de werkinstrumenten waarmee je in de rest van de handleiding aan de slag zal gaan. Vanaf hoofdstuk twee, De modelbaan, word je meteen ondergedompeld in de praktijk. In dit hoofdstuk maak je kennis met het sporenplan en de gewenste speelmogelijkheden van de voorbeeld modelbaan. Het hoofdstuk Opdelen in secties beschrijft hoe je de modelbaan moet opsplitsen in verschillende delen. Dit blijft in eerste instantie beperkt tot 'papierwerk'. Het komt er in hoofdzaak op neer om standaard patronen te herkennen en af te bakenen waardoor de modelbaan een aaneenschakeling wordt van puzzelstukjes die we secties noemen. Je wordt wegwijs gemaakt in de verschillende soorten secties en wat daar in de praktijk op de modelbaan tegenoverstaat. Aan de hand van de opgetekende secties ga je in het hoofdstuk Isoleren van de sporen een aantal werkzaamheden uitvoeren op de modelbaan. De sporen op de modelbaan moeten op verschillende plaatsen onderbroken (geïsoleerd) worden. Deze isolaties delen de modelbaan op in elektrisch gescheiden kringen. Eens dat werk achter de rug is, kan je beginnen met het Bepalen van de Rail IO modules (). Doordat je op dit ogenblik weet uit welke secties de modelbaan opgebouwd is en welke functie ze moeten vervullen, kan je bepalen welke Rail IO modules en hoeveel van elk type je nodig hebt. In Installeren van de Rail IO modules () word je nauwgezet uitgelegd hoe je elk type Rail IO module kan verbinden met de modelbaan. Er wordt ook aandacht besteed aan de manier waarop je de modules onder de modelbaan kan plaatsen en welke materialen je zoal nodig hebt.

12 Het hoofdstuk Bedienen en Visualiseren gaat dieper in op de interne werking van de verschillende secties, welke speelmogelijkheden ze bieden en hoe je de status ervan kan opvolgen. Tevens worden enkele extra functies geïntroduceerd. Indien we de modelbaan gaan controleren met een synoptisch bord of bedieningspaneel, dan komen er drukknoppen en LED s aan te pas. Op basis van de informatie uit het vorige hoofdstuk gaan we in Bepalen van de Rail IO modules () uitmaken welke Rail IO modules we moeten voorzien voor de uitrusting van het synoptisch bord. In het hoofdstuk. Het synoptisch bord wordt het bedieningspaneel voor de voorbeeldmodelbaan voorgesteld en krijg je enkele praktische tips mee voor de realisatie van een synoptisch bord. Het hoofdstuk Installeren van de Rail IO modules () legt je dan weer uit hoe je de Rail IO modules voor het synoptisch bord kan installeren en aansluiten. De modelbaan en het synoptisch bord zijn nu volledig aangesloten. Om de Rail IO modules te kunnen koppelen met de Miracos software, moeten alle modules verbonden worden met een PC. Je vindt alle informatie in het hoofdstuk Verbinden van de functiedecoders met de PC. Na de modelbaan en de Rail IO modules is nu de software aan de beurt. In het hoofdstuk Software installatie lees je hoe je de Rail IO en Miracos software op de PC installeert. De modelbaan kan nu voor het eerst onder spanning gezet worden. Het hoofdstuk Testen en configureren van de Rail IO modules maakt je wegwijs in de Rail IO configuratie en testtool. Je leert hoe je de Rail IO modules kan instellen en testen. Na het succesvol afronden van deze stap is de modelbaan elektrisch volledig in orde. In het hoofdstuk Miracos configuratie verneem je hoe je het sporenplan ingeeft in de computer, en welke modules voor welke functies gebruikt worden. Miracos heeft deze informatie nodig om de modelbaan te beveiligen. Eindelijk is dan het grote moment aangebroken: je kan De modelbaan opstarten! Als alle voorgaande stappen perfect uitgevoerd zijn en alles technisch in orde is, dan is de modelbaan volledig operationeel. In dit hoofdstuk lees je hoe je de Miracos software moet opstarten en welke informatie je op het scherm te zien krijgt. Na het lezen van Speelmogelijkheden ben je in staat de mogelijkheden van Miracos ten volle te benutten. Seinen en wisselstraten bedienen, tegenspoor rijden, rangeren, alles wordt je haarfijn uitgelegd aan de hand van de voorbeeld modelbaan. Je bent nu meester over je modelbaan! Wanneer toch niet alles even vlot verloopt, kan je er het hoofdstuk Wat te doen bij problemen op naslaan. Hier vind je een opsomming van de meest voorkomende problemen, hoe je ze kan herkennen en wat je eraan kan doen.

13 Rail IO en Miracos Wil je wat leven brengen in je modelbaan, dan komt er elektriciteit aan te pas (stoom kan ook natuurlijk maar dat valt buiten het bestek van deze handleiding). Dat kan al met eenvoudige middelen zoals een rijtransformator en enkele schakelaars en gloeilampjes. Met de schakelaars kan je wissels op afstand bedienen, of delen van je modelbaan spanningsloos schakelen zodanig dat je met verschillende treinen kan rijden (één tegelijk welliswaar). Met de rijregelaar bepaal je de snelheid en de rijrichting van de locomotieven. Het is zelfs nog doenbaar om het sporenplan op te splitsen in twee kringen, elk voorzien van een eigen rijregelaar. Veel verder kan je echter niet gaan. De reden is heel eenvoudig: een mens is niet geschapen om meer dan twee dingen tegelijk te doen. Wie zich er toch aan waagt, kan zich verwachten aan bedieningsfouten met catastrofale gevolgen (lees: treinbotsingen). Wordt je modelbaan wat groter, en wens je met verschillende treinen tegelijk te rijden, dan moet je al gauw de hulp inroepen van een bloksysteem. Bloksystemen voor modelbanen bestaan al lang maar vragen toch wat meer kennis van zaken om ze te implementeren (bv kennis van relaisschakelingen of digitale logica). Een bloksysteem zorgt ervoor dat er zich binnen ieder blok (= stuk spoor zonder aftakkingen) nooit meer dan één trein kan bevinden. Treinbotsingen zijn hierdoor principieel uitgesloten. Dit is trouwens een erg logische keuze voor de beveiliging van een modelbaan omdat het in het grootbedrijf net zo gebeurt! Maar wat als je ook nog bedieningscomfort, langzaam optrekken en remmen van de treinen, seinen met treinbeïnvloeding en nog zoveel meer wenst? Hier biedt een intelligent bloksysteem dé uitkomst. De realisatie van zulk een systeem is geen sinecure en vraagt een grondige kennis van de moderne elektronica. Begrijpelijk dus dat vele modelbouwers hiervoor passen, met alle respect trouwens. En zo komen we dan bij de Rail IO modules en de Miracos software uit. Deze twee Modeltech producten stellen je in staat om op relatief eenvoudige en gestructureerde wijze een intelligente, veelzijdige besturing te realiseren voor jouw modelbaan. Een groot deel van het werk wordt reeds gedaan door de Rail IO modules en de Miracos software. Het is nog slechts een kwestie van je modelbaan op de juiste manier voor te bereiden, de Rail IO modules aan te sluiten en de Miracos software te configureren. Niet dat dit super eenvoudig is, maar het is wel een werkje dat je stap voor stap kan uitvoeren, zoals je verder in deze handleiding wel duidelijk zal worden. De Rail IO modules vormen als het ware de zintuigen en ledematen van de besturing. Miracos fungeert als het brein, de hersenen, van het systeem. Beide vullen elkaar perfect aan en zijn volkomen op elkaar afgestemd, net zoals bij de mens!

14 Rail IO Rail IO, of voluit Rail Input/Output system, is een gamma intelligente digitale modules waarop je de verschillende elementen van jouw modelbaan en het synoptisch bord (bedieningspaneel) rechtstreeks kan aansluiten: Sporen (rijspanning, bezetmelding, rijrichting) Accessoires (wissels, armseinen, ontkoppelrails) Signalisatie (lampjes, leds, lichtseinen) Sensoren (drukknoppen, schakelaars, rietcontacten, draaiknoppen) Deze elementen zijn dezelfde voor iedere modelbaan waardoor de Rail IO modules universeel toepasbaar zijn. Synoptisch bord (drukknoppen, leds) Modelbaan (magneetartikelen, rails, seinen) Controle Eenheid Rail IO Rail IO Rail IO Rail IO Rail IO Rail COM Figuur : Rail IO modules voor modelbaan en synoptisch bord Alle Rail IO modules worden aangesloten op de Rail COM bus. Dit is een tweedraads communicatiebus waarover alle modules gegevens kunnen uitwisselen met een controle eenheid. In de context van deze handleiding zal de controle eenheid een PC zijn waarop de Miracos software geïnstalleerd is. Er zijn echter nog andere mogelijkheden, afhankelijk van de toepassing, maar die vallen niet binnen het bestek van deze installatiegids. Omdat er over Rail IO modules alleen al zoveel te vertellen valt, is er een afzonderlijke Rail IO Installatie en Configuratie Gids beschikbaar. In deze gids vind je alle informatie over eigenschappen, installatie, aansluitingen en configuraite van de Rail IO modules terug. Daarnaast is er van elke module een technische fiche (datasheet) ter beschikking. 4 Hoofdstuk : Rail IO en Miracos

15 Miracos Miracos is een anagram voor MIniature RAilroad COntrol System, wat zoveel betekent als Controle systeem voor modelspoorbanen. Miracos is een programma (software) dat je toelaat om gelijk welke modelbaan te bedienen, besturen en beveiligen. De beveiliging is gebaseerd op een bloksysteem, net als in het grootbedrijf. Momenteel wordt Miracos geleverd als PC software onder DOS (geen Windows). Eigenschappen Miracos is in velerlei opzichten een uniek product en beschikt over enkele bijzondere eigenschappen. Centrale intelligentie In tegenstelling tot enkele andere systemen, waar de besturing van de modelbaan verdeeld zit over meerdere modules (denk maar aan een blokbeveiliging met relais), is Miracos een centraal besturings- en beveiligingssysteem. De Miracos software kent op ieder ogenblik de exacte status van de hele modelbaan: Positie van de treinen Snelheid van de treinen Wisselstanden Seinbeelden Miracos gebruikt Rail IO modules voor het vergaren van informatie over de actuele toestand van de modelbaan en voor het sturen van alle elementen op de modelbaan of het synoptisch bord. De Rail IO modules vormen a.h.w. de zintuigen en de ledematen van de Miracos software. Universeel Miracos is zodanig ontworpen dat je om het even welke modelbaan kan controleren, hoe ingewikkeld of grillig het sporenplan ook is. Het enige wat je daarvoor moet doen is het opstellen van een configuratiebestand. Dit is een leesbare tekst met informatie over: De gebruikte Rail IO modules (type, adres) De beschrijving van de verschillende secties (blokken, wissels, kruisingen) De koppeling tussen de informatie (status of sturing) die Miracos nodig heeft of ter beschikking stelt en de in- of uitgang op één van de Rail IO modules (per sectie) De koppeling tussen de verschillende secties (op welke manier zijn de verschillende secties met elkaar verbonden) Wijzigingen of uitbreidingen van je modelbaan pas je overeenkomstig aan in het Miracos configuratie bestand. Automatische beveiliging Wie begint niet te huiveren als het gaat over beveiligen van de modelbaan? Zolang het sporenplan eenvoudig is, valt het nogal mee, maar van zodra je praat over ingewikkelde wisselstraten waar verschillende trajecten door elkaar lopen, dan Hoofdstuk: Rail IO en Miracos 5

16 wordt het al vlug heel ingewikkeld en onoverzichtelijk (tenzij je natuurlijk serieus wat kaas gegeten hebt van elektronica of relais schakelingen). Eén van de krachtigste eigenschappen van Miracos is dat de informatie in het configuratiebestand volstaat om de modelbaan in beide rijrichtingen te beveiligen. M.a.w. de opdeling in secties (een oefening die op zich eenvoudig is en waarvan de werkwijze in detail uitgelegd wordt verder in deze handleiding) en de koppeling van de secties onderling (die zo af te lezen is uit het sporenplan) zijn voldoende voor de Miracos software om de volledige beveiliging van jouw modelbaan te garanderen. Realistisch rijden Miracos is ontworpen met het grootbedrijf als voorbeeld. Door het definiëren van snelheidsprofielen en het vastleggen van de maximum snelheid per blok, kan je het gedrag van de loc s op de modelbaan beïnvloeden en afstemmen op je eigen wensen. Voeg daarbij nog de eigenschappen van de Rail IO modules (PWM sturing, antistilstandsdetectie, betrouwbare bezetmeldingsdetectie, idct+ technologie) en je krijgt een zeer realistisch en betrouwbaar rijgedrag van de locomotieven op je modelbaan. Geen locdecoders Omdat Miracos naadloos samenwerkt met de Rail IO modules, heb je voor al dit moois geen locdecoders nodig. Dit is een belangrijk element als het aankomt op totale kostprijs voor je modelbaan! Bedieningsvrijheid Alle bevelen, zoals bijvoorbeeld het omleggen van een wissel, het openzetten van een sein e.d.m. worden door Miracos op juistheid gecontroleerd, rekening houdend met de actuele toestand van je modelbaan (waar bevinden zich de treinen, liggen er trajecten vast,...). Het maakt voor Miracos niet uit hoe deze commando s gegeven worden. Dat kan via een drukknop zijn op het synoptisch bord, waarvan de status via een VIO68-II en de Rail COM bus tot bij Miracos gebracht wordt. Maar evengoed zou het een muisklik op een symbolische voorstelling van een wissel kunnen zijn op een PC met grafische bedieningsomgeving. Zelfs een mengvorm (synoptisch bord + grafische interface) is denkbaar. Flexibiliteit Je hoeft niet meteen je hele modelbaan te controleren met Miracos. In samenspraak met Modeltech kunnen verschillende scenario s uitgewerkt worden die een geleidelijke migratie naar een volledig beveiligde modelbaan mogelijk maken. Miracos kan ook perfect overweg en gecombineerd worden met een manueel bestuurd gedeelte zoals bijvoorbeeld een rangeerbundel. 6 Hoofdstuk : Rail IO en Miracos

17 Functionaliteit Miracos vervult drie belangrijke functies: Sturen van alle elementen op de modelbaan Beveiligen van het treinverkeer op de modelbaan Bedienen van de modelbaan en visualiseren van de status Sturen Miracos is in staat alle elementen te sturen die rechtstreeks met het rijden van treinen te maken hebben: Locomotieven Wissels, kruiswissels, kruisingen,... Seinen De snelheid van de locomotieven wordt volledig automatisch door Miracos berekend, afhankelijk van het blok waar de locomotief zich bevindt, het seinbeeld, de wisselstanden en het ingestelde snelheidsprofiel. In combinatie met de lastregeling op de PWM06 modules uit het Rail IO gamma, leidt dit tot een zeer realistisch rijgedrag van de loc s. Locomotieven trekken dus steeds langzaam op en komen netjes tot stilstand net voor een rood sein. De stand van wissels en kruiswissels kan je manueel wijzigen via het synoptisch bord (drukknoppen). Is een wissel of kruiswissel reeds gereserveerd voor het laten passeren van een trein, dan blokkeert Miracos het commando (en dus de wisselstand). Dit wordt ook duidelijk aangegeven op het synoptisch bord (knipperende led bij de wisselstand). Foutbedieningen zijn dus uitgesloten! Miracos kent vier seinbeelden: stop, traag passeren, passeren aan normale snelheid en rangeren. Deze 4 mogelijke toestanden kan je via de Miracos configuratie vertalen naar een aantal uitgangen. Typisch zullen dit uitgangen op een VIO68-OO Rail IO module zijn voor het aansturen van een lichtsein. Op deze wijze is het relatief eenvoudig om seinbeelden van de verschillende spoorwegmaatschappijen te realiseren. Maak je bovendien gebruik van de in de VIO68-OO aanwezige idct+ technologie, dan kan je de LEDs van het lichtsein langzaam laten oplichten en uitdoven, net als de echte gloeilampen gebruikt in het grootbedrijf. Beveiligen Miracos beveiligt de modelbaan in beide rijrichtingen (normaal en tegenspoor), hoe ingewikkeld het sporenplan ook is. De beveiliging is gebaseerd op een blok systeem, zoals trouwens ook in het grootbedrijf gebeurt. Een blok kan je beschouwen als een deel van een traject of sporenplan, zonder aftakkingen, waarbinnen zich ten hoogste één trein kan bevinden. Van deze beveiliging hoef je je niets aan te trekken. Van zodra je de configuratie van de modelbaan op de PC voltooid hebt, is de modelbaan beveiligd. Omdat het opstellen van de configuratie voor een modelbaan vrij eenvoudig is (dankzij de eenvoudige regels en een stap-voor-stap werkwijze) hoef je ook niet terug te schrikken om ook een modelbaan met een ingewikkeld sporenplan uit te rusten met Miracos. Hoofdstuk: Rail IO en Miracos 7

18 Miracos controleert elke handeling (bediening via drukknop op synoptisch bord) en voert het bevel slechts uit wanneer de huidige toestand van de modelbaan dat toelaat. Foutbedieningen zijn dus niet mogelijk en botsingen zijn uitgesloten (op voorwaarde dat elektrisch alles perfect in orde is). Bedienen en visualiseren Dit kan op de klassieke manier via een bedieningspaneel of synoptisch bord, maar evengoed via een grafische gebruikersomgeving vanop een PC. Het synoptisch bord geeft op een schematisch wijze het sporenplan van de modelbaan weer. De status wordt gevisualiseerd met behulp van LEDs. Miracos ondersteunt 4 toestanden per LED: UIT, AAN, TRAAG KNIPPEREN en SNEL KNIPPEREN. Hierdoor blijft het aantal LEDs beperkt en wordt er toch heel wat informatie gegeven aan de gebruiker die met een klassiek systeem nauwelijks realiseerbaar zijn. De bediening op het synoptisch bord (sein open of dicht zetten, zetten van de wisselstanden, rijrichting bepalen, etc.) gebeurt met behulp van drukknoppen. Het resultaat van dit alles is dat je minder met routinetaken hoeft bezig te zijn en je ten volle kan genieten van je modelbaan! Werkingsprincipe De werking van Miracos is eenvoudig samen te vatten in drie stappen: Inlezen van alle status informatie (drukknoppen, bezetmelding, terugmelding wisselstand) afkomstig van de Rail IO modules via de Rail COM bus Status informatie verwerken en actuele toestand van de modelbaan herrekenen (snelheid loc s, wisselstanden, seinbeelden, led s synoptisch bord, etc.) Opfrissen van alle uitgangen op Rail IO modules via de Rail COM bus Dit alles gebeurt aan een dusdanig tempo ( tot 5 maal per seconde) dat het lijkt alsof Miracos onmiddellijk op iedere wijziging op de modelbaan of commando vanop het synoptisch bord reageert. Speelmogelijkheden De speelmogelijkheden van Miracos zijn eindeloos en zijn uiteraard gekoppeld aan het sporenplan van jouw modelbaan. Hier volgt alvast een greep uit de mogelijkheden. Beveiliging in beide rijrichtingen Omdat Miracos de modelbaan beveiligt in beide rijrichtingen, onafhankelijk van het sporenplan, behoren volgende configuraties bijvoorbeeld tot de mogelijkheden: Enkelsporige zijlijn met verkeer in beide richtingen en kruising van de treinen in een station Tegenspoor rijden op dubbelsporig traject Kopstation Keerlus 8 Hoofdstuk : Rail IO en Miracos

19 Beveiligd rangeren Miracos beschikt standaard over de mogelijkheid om rangeerbewegingen uit te voeren. Aan ieder blok kan een rijregelaar gekoppeld worden waarmee je zelf de snelheid en de rijrichting van de loc bepaald. Je hebt dan de mogelijkheid om binnen één blok naar hartelust heen en weer te rijden. Tracht je toch verder te rijden dan de grenzen van het blok, dan grijpt Miracos in (de rest van de modelbaan is immers beveiligd en moet dat blijven!) en laat de loc stoppen. Plaats je echter het sein van het blok op rangeren dan kan je naar het volgende blok rangeren (zelfs met tussenliggende wisselstraat!). De twee blokken zijn nu als het ware aan elkaar gekoppeld. Detectie van nieuwe trein en weggenomen trein Treinen wegnemen van de modelbaan is steeds mogelijk, zelfs tijdens het rijden. De Miracos software merkt dit en geeft het blok waarop de trein reed automatisch terug vrij. Wil je een nieuwe trein op de modelbaan plaatsen, dan moet je er enkel op letten dat je dat doet op een blok dat op dat moment niet gereserveerd is voor een trein in aantocht. Van zodra je de loc op het blok plaatst, zet Miracos het bloksein automatisch op rood zodanig dat je in alle rust de loc en de wagons of rijtuigen op de modelbaan kan plaatsen. Pas wanneer je zelf weer het sein vrijgeeft op het synoptisch bord, zal de trein langzaam vertrekken in de door jou gewenste richting. Dubbeltractie, geduwde treinstellen De locatie van de treinen wordt gevolgd door middel van bezetmeldingen (gebaseerd op stroomverbruik). Zorg je ervoor dat minimum het begin en het einde van de trein over een bezetmelding beschikken (beter is iedere wagon of rijtuig van een bezetmelding te voorzien) dan kan je zonder enig probleem met dubbeltractie of trek-duw stellen rijden. De trein zal steeds netjes voor het sein stoppen. Dat komt omdat Miracos de eerste en de laatste bezetmelding van iedere trein volgt. Lange treinen op korte blokken Eén punt waarin Miracos het grootbedrijf niet volgt is m.b.t. de lengte van een trein t.o.v. een blok. Het is mogelijk om beveiligd met treinen te rijden die langer zijn dan één blok. Miracos houdt hiermee rekening en zal meer dan één blok bezet houden voor de lange trein. Deze eigenschap is trouwens noodzakelijk in het geval een modeltrein zijn wagons bijvoorbeeld verliest (door ontkoppeling). Wanneer deze wagons voorzien zijn van een bezetmelding dan zal Miracos ervoor zorgen dat alle blokken tussen de stilstaande wagons en de verder rijdende locomotief bezet blijven. De beveiliging is dus gegarandeerd, ook in deze situatie die toch regelmatig voorkomt in modelbouwland (gelukkig niet zo dikwijls in het grootbedrijf). Automatisch stoppen van de modelbaan Wil je stoppen met spelen, dan kan je op eenvoudige wijze Miracos verzoeken om alle treinen op je modelbaan zachtjes tot stilstand te brengen voor het eerstvolgende sein. Zo staan alle treinen netjes klaar om bij de volgende opstart van je modelbaan weer feilloos te kunnen vetrekken. Hoofdstuk: Rail IO en Miracos 9

20 Noodstop en lamptest Dit zijn twee functies die op het synoptisch bord kunnen voorzien worden. Druk je de noodstop in, dan stoppen alle treinen op de modelbaan onmiddellijk. De sein- en wisselstanden blijven bewaard. Na opheffen van de noodstop, trekken alle treinen die voordien aan het rijden waren, terug zachtjes op. Activeer je de lamptest, dan gaan alle led s op het synoptisch bord branden. Dit komt handig van pas om te zien of er een led stuk is of niet goed aangesloten is. Dit is typisch een functie die zeer eenvoudig te realiseren is met een centraal systeem zoals Miracos. Koppeling met klassieke besturing Het is mogelijk om een Miracos gestuurde modelbaan te koppelen met een klassiek bestuurd gedeelte (bijvoorbeeld een rangeerbundel). Dit kan je realiseren door een zogenaamd overnameblok te voorzien die je via een externe schakeling kan verbinden met Miracos of met je eigen rijregelaar. Meer gesofisticeerde mogelijkheden bestaan, maar moeten geval per geval bekeken worden. Modeltech kan U hierbij steeds assisteren. Besluit Rail IO en Miracos zijn twee producten met zeer geavanceerde en uitgebreide mogelijkheden. Doordat ze perfect op elkaar aansluiten, kan je de voordelen van beide systemen bundelen en aan je modelbaan een ongekende meerwaarde geven. De installatie is niet moeilijk en verloopt stap-voor-stap. Eens alles geïnstalleerd en gecontroleerd is, heb je een zeer krachtig instrument ter beschikking om ook grotere modelbanen op je eentje of met collega modelbouwers te kunnen bedienen en met volle teugen te genieten van jouw gepresteerde werk. Je bent ook verzekerd van je investering naar de toekomst toe. Modeltech werkt voortdurend verder aan het uitbreiden van de speelmogelijkheden om je nog meer speelgenot te geven. 0 Hoofdstuk : Rail IO en Miracos

21 De Modelbaan Iedere modelbaan begint met nadenken, plannen en schetsen. Welk thema wordt het? In welk tijdperk? Wordt het een vlak, heuvelachtig of berglandschap? Volgens welk seizoen ga je het landschap inkleuren? In de veronderstelling dat je al weet in welke schaal je gaat werken, je met gelijkstroom gaat rijden (-rail systeem), en je met de Rail IO modules en de Miracos software aan de slag wil, is de eerste belangrijke stap in de realisatie van jouw modelbaan het sporenplan. De modelbaan, en meerbepaald het sporenplan ervan, is dan ook het uitgangspunt van deze praktische installatiegids. In dit hoofdstuk maak je kennis met de voorbeeld modelbaan die als rode draad doorheen de rest van de gids zal gebruikt worden als concreet voorbeeld voor het toepassen van alle technieken die je zult aanleren. In het bijzonder komen volgende onderwerpen aan bod: Situering van de modelbaan Gewenste speelmogelijkheden Sporenplan van de modelbaan Het sporenplan is zodanig gekozen dat de meeste situaties erin voorkomen die je ook op jouw modelbaan kan tegenkomen. Het concept voor deze modelbaan werd bedacht door Guy Van Meroye, geen onbekende in het Vlaamse modelspoorland en waarvoor dank!

22 Thema en situering van de modelbaan Het thema van de modelbaan is gebaseerd op een werkelijke situatie. Inspiratie werd gevonden in het boek 'Le Chemin de fer en Hesbaye Liègoise' van Didier Funken, uitgegeven door het TSP/PFT. Hierin wordt het verhaal gedaan van de spoorwegen rondom Luik. Eén van de vermelde plaatsjes is het stationnetje van 'Fexhe-Le-Haut-Clocher', gelegen langs de in de jaren 50 geëlektrificeerde hoofdlijn 6 tussen Oostende en Aachen. Het stationsgebouw staat er nog steeds en vind je ergens tussen Voroux en Momalle. Even verder vertakt de lijn richting Kinkempois (lijn 6a). Foto : Het station van Fexhe-le-Haut-Clocher (foto Patrick Paulus) De lijn kent zowel internationaal reizigersverkeer, IC/IR treinen als lokale stoptreinen. Er passeert ook een ganse schare aan goederenmaterieel van diverse pluimage. Het sporenplan is gebaseerd op dat van Fexhe in 956, na de elektrificatiewerkzaamheden, maar voor de laatste aanpassingen in de late jaren negentig. De modelbaan kan dus gesitueerd worden tussen 956 en 994. Natuurlijk werd het sporenplan aangepast aan de noodwendigheden van het modelbedrijf. Om wat meer rijmogelijkheden te scheppen, werden bijvoorbeeld enkele verbindingswissels ingebouwd, rechts van het station op de hoofdlijn 6. Hoofdstuk : De Modelbaan

23 Spoor Fexhe-le-Haut-Clocher Lijn 6 Spoor Spoor b Lijn 6 Spoor Stationsgebouw Spoor 4 Loods Goederenkoer Spoor 5 Lijn 6a Lossporen Spoor 6 Spoor 7 Scheidingswand Zichtbaar Verdekt Keerlus Opstelspoor treinstellen/motorstellen Schaduwstation ( doorgaand spoor + opstelsporen in iedere richting) Figuur : Sporenplan van de voorbeeld modelbaan Hoofdstuk : De Modelbaan

24 Speelmogelijkheden Lijn 6 is een dubbelsporig traject, hier uitgevoerd als een ovaal. Vermits de baan in België gesitueerd is, rijden we links (buitenste ovaal in wijzerzin, binnenste ovaal in tegenwijzerzin). De aftakkende lijn 6a is dubbelsporig uitgevoerd in het zichtbare gedeelte, en enkelsporig in het verdekte gedeelte. Bovenaan bevindt zich het station van Fexhe-Le-Haut-Clocher met drie perronsporen. Treinen op lijn 6 komen het station binnen op spoor of spoor, afhankelijk van de rijrichting. Treinen die van links komen, kunnen ook halt houden op spoor b om later de aftakking naar lijn 6a te kunnen nemen (spoor 7). Rechts van het station is er een goederenkoer. Hier kunnen een drietal lossporen natuurlijk niet ontbreken. Tevens bieden de sporen en 4 de mogelijkheid om rangeerbewegingen uit te voeren en om bijvoorbeeld een locomotief te laten omlopen. Spoor en het verlengde van spoor spelen hun rol bij het rijden van spoor 6 naar spoor of b en van spoor b naar spoor 7. De beide dubbele kruiswissels in het station (waarvan er één uitgevoerd is met twee afzonderlijke wissels) dragen bij tot gevarieerde speelmogelijkheden in het station. De enkelvoudige kruiswissel (halve Engelsman) links van spoor 6 en 7 is voldoende om alle noodzakelijke treinbewegingen toe te laten ter hoogte van de aftakking naar lijn 6a. In het station is nog een afstelspoor voorzien in het verlengde van spoor b en een losspoor net boven de loods. In het verdekte gedeelte wordt een groot deel van de ruimte ingenomen door het schaduwstation dat zich op lijn 6 bevindt. De modelbaan beschikt over doorgaand en opstelsporen per rijrichting. Lijn 6a gaat over op een enkelsporig traject dat uitmondt in een keerlus. Hier zal vooral met kleinere treinen en motorstellen gereden worden. De keerlus laat toe de locomotief steeds vooraan te houden, maar dat hoeft niet. Net voor de keerlus is er namelijk een opstelspoor parallel met het enkelsporig traject voorzien waar van trek naar duwtractie kan overgegaan worden. Een tweede opstelspoor ligt in het verlengde van het eerste en kruist daarbij de keerlus. Kwestie van de ruimte goed te benutten en ook een beetje om aan te tonen dat zulke grillige situaties voor Miracos geen enkel probleem vormen. Een viaduct/tunnel combinatie zorgt voor een aanvaardbare overgang tussen het zichtbare en verdekte gedeelte. De zone rond de goederenkoer biedt zeer veel speelmogelijkheden. Niet alle sporen zijn even gemakkelijk te bereiken en er zal voor moeten gezorgd worden dat een rangeerlocomotief de wagons de lossporen opduwt. Dit geeft aanleiding tot relatief ingewikkelde rangeerbewegingen, die de modelbaan aileen maar aantrekkelijker maken. Bovendien gebeurde dit in de werkelijkheid net zo. Vanaf de wissel rechts van spoor 4 en verder naar de drie lossporen toe, is het de bedoeling om manueel te rijden. M.a.w. dit gedeelte zal NIET op Rail IO modules aangesloten worden. Je zal zien dat Miracos zich perfect laat integreren met een manueel bestuurd gedeelte. Het zal mogelijk zijn om van het Miracos in het manuele gedeelte te rijden en omgekeerd zonder verlies van beveiliging. De modelbaan wordt uitgerust met lichtseinen. Die worden natuurlijk alleen in het zichtbare gedeelte geplaatst en enkel in de normale rijrichting, met uitzondering van 4 Hoofdstuk : De Modelbaan

25 spoor b waar er ook een tegenspoorsein voorzien wordt omdat dit perronspoor in beide richtingen dienst doet. Besluit Met de situering en het sporenplan van onze voorbeeld modelbaan is de toon gezet en kan er gestart worden met de realisatie van ons project. Of het nu gaat over een modelbaan, gebaseerd op een bestaande situatie of volledig fictief, het komt er altijd op aan om vooraf goed na te denken over wat je wilt, op te lijsten welke de speelmogelijkheden zijn die je wenst en te kijken of het geheel praktisch te realiseren valt binnen de beschikbare ruimte. Een goed uitgewerkte, wat eenvoudigere modelbaan is doorgaans mooier en interessanter dan een overladen modelbaan. Dit gezegd zijnde... laat ons van start gaan met ons project! Hoofdstuk : De Modelbaan 5

26

27 Opdelen in Secties Met het sporenplan voor je op de tafel, kan je beginnen met het opdelen in secties. Secties kan je beschouwen als de elementaire bouwstenen waaruit een modelbaan opgebouwd is. Op het einde van dit hoofdstuk zal je modelbaan bestaan uit een aaneenschakeling van secties, netjes aangegeven op het sporenplan. Door het toepassen van deze techniek, valt iedere modelbaan, hoe ingewikkeld het sporenplan ook moge zijn, uiteen in kleine stukjes die op zich eenvoudig en op steeds dezelfde manier te behandelen zijn. De volgende onderwerpen komen aan bod in dit hoofdstuk: Wat zijn secties? Welke secties bestaan er? Welke eigenschappen hebben secties? Bijzondere gevallen Praktische tips Werkwijze voor het opdelen van het sporenplan Identificatie van de secties Daarna wordt alles getoetst aan het sporenplan waarmee je in het vorige hoofdstuk reeds kennis gemaakt hebt. Tot slot is het aan jou om dezelfde technieken toe te passen op je eigen sporenplan. 7

28 Wat zijn secties? Een sectie is een aaneengesloten en afgebakend deel van de modelbaan met een typisch patroon, waarop zich maximaal één trein kan bevinden. Een sectie bestaat uit een aaneengesloten geheel van sporen. D.w.z. dat een trein de hele sectie kan berijden zonder van de sporen af te moeten. Verwar dit niet met de elektrische continuïteit van de sporen. Zoals je later nog zal zien, moeten in een sectie de sporen soms op verschillende plaatsen elektrisch onderbroken worden. Een sectie is afgebakend, begrensd. Het is altijd duidelijk waar een sectie begint en waar ze eindigt. Dit zijn de eindpunten van de sectie. Eindpunten spelen een belangrijke rol voor de configuratie van Miracos (zie Miracos Configuratie). Het sporenverloop binnen een sectie is het patroon. Mogelijke patronen zijn verbindingen in lijn, aftakkingen, kruisingen. In een sectie kan zich hoogstens één trein bevinden. Een sectie is bezet als er zich een trein in bevindt. De PWM06 module uit het Rail IO gamma levert niet alleen de rijspanning voor 6 secties, maar meet tevens of er stroomverbruik is op de aangesloten secties voor het bepalen van de bezetmeldingsstatus. Miracos combineert deze informatie met de status van de andere secties, actuele wisselstanden en de rijrichting van de treinen om de modelbaan te beveiligen. Daar hoef je zelf niets aan te doen. Merk op dat in de definitie van een sectie, geen sprake is van rijrichting. Miracos is 'van nature' een bidirectioneel systeem. De PWM06-HRF modules ondersteunen dit volledig. Voor secties die slechts in één richting zullen bereden worden, volstaat de PWM06-HF module (zie Bepalen van de Rail IO modules ()). Welke secties bestaan er? Miracos kent vijf soorten secties: Blok (B) Wissel (W) Kruising (K) Enkelvoudige kruiswissel (EKW) Dubbele kruiswissel (DKW) De secties staan opgesomd in opklimmende volgorde van complexiteit van het patroon en de rijmogelijkheden. Een blok heeft het eenvoudigste patroon, een dubbele kruiswissel beschikt over de meeste rijmogelijkheden. Tussen haakjes staan de afkortingen die in deze gids gebruikt worden. 8 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

29 Algemene kenmerken Definitie Sectie naam Sectie nummer Eindpunten Bijkomende gegevens Iedere sectie heeft een eenduidige betekenis, die kernachtig vervat is in de definitie. Aan iedere sectie kan je een zelf gekozen naam geven. De naam mag maximaal 8 tekens bevatten. Als tekens kan je gebruiken: a..z, A..Z 0..9 _ (onderstrepingsteken),. (punt), : (dubbele punt) Spaties zijn niet toegestaan. De naam van iedere sectie zal je later nodig hebben tijdens de configuratie van Miracos. Deze naam is enkel een hulpmiddel voor jezelf, Miracos doet voor de rest niets met de sectie naam. Een sectie nummer heeft de vorm: S<nnn> <nnn> = De letter 'S' is vast en maakt duidelijk dat het over een sectie nummer gaat. Later zal je nog andere nummers tegen het lijf lopen. Het sectie nummer is een belangrijk gegeven voor de configuratie van Miracos (zie Miracos Configuratie). Iedere sectie wordt begrensd door twee of meer eindpunten. Ieder eindpunt geef je aan op het sporenplan met een streepje dwars op de spoorlijn. Dat streepje duidt de plaats aan waar een sectie overgaat in een aanpalende sectie of waar de sectie stopt (doodlopend spoor). Afhankelijk van het type sectie moet je bijkomende gegevens bij de sectie plaatsen (zie verder). Hoofdstuk : Opdelen in Secties 9

30 Blok Definitie Afkorting Aanduiding Een blok is een sectie die twee, op de sporen gelegen punten, rechtstreeks met elkaar verbindt. M.a.w. er bevindt zich geen enkele aftakking (bijvoorbeeld via een wissel) tussen de twee beschouwde punten. De lijn die de twee punten verbindt, komt uiteraard overeen met een gedeelte van het sporenplan. B S<nnn> <naam> Enkele richting Zonder sein S<nnn> <naam> S<nnn> <naam> n S<nnn> <naam> n Dubbele richting Zonder sein Enkele richting Met lichtsein Dubbele richting Lichtsein in hoofdrichting n S<nnn> <naam> n Dubbele richting Lichtsein in beide richtingen S<nnn> <naam> n S<nnn> <naam> n Enkele richting Met armsein Dubbele richting Armsein in hoofdrichting n S<nnn> <naam> n Dubbele richting Armsein in beide richtingen Hoofdrichting Geen optie n Lichtsein met <n> lampen Tegenrichting n Armsein met <n> armen Figuur : Aanduiding van bloksecties Elk blok dat je op het sporenplan identificeert, voorzie je van een kader, zoals te zien in Figuur. Het kader bevat de sectie naam, het sectie nummer, aanduiding van de hoofdrichting, aanduiding van de tegenrichting (enkel voor blokken die in twee richtingen bereden worden) en de plaats van het sein (indien er één of twee geplaatst worden). Een lichtsein duid je aan met een cirkel met daarin het aantal lampen dat het sein bevat (bijvoorbeeld 4 voor een klassiek Belgisch sein met rood/groen/dubbel geel licht). Voor een armsein gebruik je een ruit met daarin het aantal onafhankelijk beweegbare armen ( of ). De eindpunten van de blok sectie worden genummerd van tot zodanig dat een trein die in de hoofdrichting over de blok sectie rijdt, zich van naar begeeft. Blijft nog het probleem voor het bepalen van de hoofdrichting. Blok secties die slechts in één richting bereden zullen worden, stellen geen enkel probleem: de rijrichting is de hoofdrichting. Voor een blok dat in beide richtingen bereden kan worden, stel je jezelf de vraag in welke richting de sectie het meest zal bereden worden. Dat bepaald de hoofdrichting. Kan je geen onderscheid maken 0 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

31 Rijrichting (bijvoorbeeld voor een enkelsporige lijn), dan kies je willekeurig een hoofdrichting. naar (hoofdrichting) naar (tegenrichting, enkel indien gespecifieerd) Wissel Definitie Afkorting Aanduiding Een wissel is een sectie waarin zich één aftakmogelijkheid bevindt. Een wissel verbindt één punt op de modelbaan met twee andere punten. Tussen de twee andere punten moet gekozen worden. In de praktijk gebeurt dit door het stellen van de wisseltongen van het wissel. W S<nnn> <naam> Figuur 4: Aanduiding van een wissel Rijrichting In Figuur 4 kan je zien hoe je een wissel moet aanduiden op het sporenplan. De ingekleurde driehoek verraadt de keuzemogelijkheid tussen de twee rechts gelegen eindpunten. Het eindpunt dat steeds bereden wordt, noemen we verder in deze handleiding de punt van het wissel. Geef aan dit eindpunt het cijfer. Staat het wissel in de stand 'rechtdoor' dan wordt er van naar (of omgekeerd) gereden. In de stand 'afbuigen' is de rijrichting naar of naar. Welke wisselstand je als rechtdoor of afbuigend beschouwt, is aan jou. Miracos kent aan een wissel geen hoofd- of tegenrichting toe. Een wissel kan altijd in beide richtingen bereden worden. naar of naar (rechtdoor) naar of naar (afbuigend) Hoofdstuk : Opdelen in Secties

32 Kruising Definitie Afkorting Aanduiding Een kruising is een sectie waarin twee sporen elkaar op hetzelfde niveau kruisen, zonder mogelijke overgang van het ene spoor op het andere. Een spoor dat een ander spoor kruist met een brug of viaduct is dus geen kruising. De beide sporen moeten elkaar wel degelijk snijden. K S<nnn> <naam> 4 Figuur 5: Aanduiding van een kruising Bij elke kruising plaats je een kader met het sectie nummer en de sectie naam zoals aangegeven in Figuur 4. Omdat de kruising volledig symmetrisch is, kan je voor het nummeren van de eindpunten beginnen waar je wil! Daarna ga je te werk alsof het een wissel was. Rechtdoor vanuit ga je naar. Afbuigend vanuit (alhoewel dit niet kan) ga je naar. Wat overblijft is eindpunt 4 (aan dezelfde zijde als ). Rijrichting naar of naar 4 naar of naar 4 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

33 Enkelvoudige kruiswissel Definitie Afkorting Aanduiding Een enkelvoudige kruiswissel is een sectie waarin twee sporen elkaar op hetzelfde niveau kruisen, met de mogelijkheid om vanuit elk spoor in een richting naar het andere spoor uit te wijken. Dat is niet meer of niet minder dan de functie van een echte enkelvoudige wissel of halve Engelsman. EKW S<nnn> <naam> 4 Figuur 6: Aanduiding van een enkelvoudige kruiswissel De aanduiding van een EKW gelijkt sterk op die van een kruising. De twee ingekleurde driehoeken wijzen op de aanwezigheid van wisseltongen. De boog naast de EKW benadrukt de wijze waarop van het ene spoor op het andere spoor kan gereden worden. De nummering gebeurt net als bij de kruising met die uitzondering dat het cijfer moet geplaatst worden bij een van de eindpunten waarlangs de boog getekend is. Je hebt dus twee mogelijkheden om de nummering aan te brengen. Rijrichting naar of naar naar of naar 4 naar of naar 4 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

34 Dubbele kruiswissel Definitie Afkorting Aanduiding Een dubbele kruiswissel is een sectie waarin twee sporen elkaar op hetzelfde niveau kruisen, met de mogelijkheid om vanuit elk spoor in beide richtingen naar het andere spoor uit te wijken. Fysisch komt dat overeen met een dubbele kruiswissel of hele Engelsman. DKW S<nnn> <naam> 4 Figuur 7: Aanduiding van een dubbele kruiswissel Aanduiding en nummering zijn identiek aan de EKW met uitzondering van de tweede boog naast de DKW die de extra uitwijkmogelijkheid benadrukt. Voorts is de DKW volledig symmetrisch waardoor je het nummeren bij gelijk welk eindpunt mag starten. Daarna volg je de werkwijze zoals bij de kruising of EKW. Rijrichting naar of naar naar of naar 4 naar of naar 4 4 naar of naar 4 4 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

35 Bijzondere gevallen Met het beschikbare assortiment sporen van de gespecialiseerde fabrikanten kan je enerzijds zaken realiseren die op het eerste gezicht niet terug te brengen zijn tot een van de vijf standaard secties die Miracos kent. Denk maar aan: Driewegwissel Dubbelspoorverbinding Draaischijf of rollend platform Anderzijds moet je een situatie waarbij twee wissels 'punt-aan-punt' liggen beschouwen als een DKW. Drieweg wissel Wanneer je de constructie van een driewegwissel van naderbij bekijkt dan stel je vast dat er twee wisseltongen na elkaar geplaatst zijn. Een drieweg wissel is dus een aaneenschakeling van twee klassieke wissels. Dat is dan ook de manier waarop je een driewegwissel moet behandelen. Dit is symbolisch weergegeven in Figuur 8. S<nnn> <naam> S<nnn> <naam> S<nnn> <naam> 4 S<nnn> <naam> Dubbele spoorverbinding Figuur 8: Splitsen van een driewegwissel Met een dubbele spoorverbinding kan je een trein op een dubbelsporig traject van normaal op tegenspoor laten rijden of omgekeerd. Figuur 9 toont een schematische voorstelling. Sommige fabrikanten hebben speciale sporen in hun gamma om op eenvoudige wijze een dubbele spoorverbinding te maken. S<nnn> W S<nnn5> K 4 S<nnn> W S<nnn> W S<nnn4> W4 Figuur 9: Dubbele spoorverbinding Hoofdstuk : Opdelen in Secties 5

36 Eigenlijk is hier niets bijzonders aan de hand. Zoals je op het schema al kan vaststellen is een dubbele spoorverbinding een samenstelling van 4 wissels en een kruising. Draaischijf of rolbrug Deze twee attributen vind je klassiek terug in de nabijheid van een locomotiefloods. Omdat deze gedeeltes van de modelbaan manueel bestuurd worden en er van blokbeveiliging hier geen sprake kan zijn, is er binnen de huidige versie van Miracos geen ondersteuning voor deze elementen voorzien. Twee punt.aan.punt wissels Een iets subtielere situatie ontstaat wanneer op de modelbaan twee wissels met elkaar verbonden zijn zoals in Figuur 0. S<nnn> W S<nnn> W 4 S<nnn> DKW 4 S<nnn> DKW Figuur 0: Samensmelten van twee wissels tot een DKW Functioneel bieden deze twee wissels dezelfde mogelijkheden als een DKW. Je bent in dit geval verplicht de twee wissels als een DKW te beschouwen. Dit zal duidelijker worden in het hoofdstuk Installeren van de Rail IO modules (). 6 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

37 Enkele praktische tips Sporenplan Je modelbaan opdelen in secties doe je aan de hand van een sporenplan. Zorg ervoor dat het sporenplan groot genoeg is, zodanig dat je ruimte hebt om de aanduidingen voor de secties aan te brengen. Teken je alles op de computer, dan kan je wellicht iets kleiner werken (in deze handleiding zelfs op A4!). Plaats op je sporenplan enkel de essentiële elementen: het verloop van de sporen (natuurlijk!) en een summiere weergave van de belangrijkste gebouwen of landschapselementen. Maak vooraf enkele kopijen van het sporenplan. Zo kan je desnoods van een propere lei beginnen als het fout loopt. Je kan een kopij gebruiken voor het aanbrengen van de Miracos informatie, een tweede voor het intekenen en inkleuren van de landschappelijke elementen, enz. Teken je sporenplan op schaal. Zo ben je in staat om de juiste plaatsen aan te duiden van de sectie eindpunten. In een volgende stap zal je namelijk op de plaats van de eindpunten isolaties moeten aanbrengen in de sporen. Maak alle aanduidingen op het sporenplan in het begin met potlood. Zo kan je nog makkelijk wijzigingen aanbrengen in de plaatsing van de eindpunten van de secties. Annexeren van korte stukken De eindpunten van een fysische wissel, kruising, EKW of DKW hoeven niet samen te vallen met de eindpunten van de (logische) secties die je aanduidt op het sporenplan! Ieder spoor dat met een 'been' van een van deze fysische componenten verbonden is, kan je beschouwen als een verlengstuk van de component. Figuur is een illustratie van zulke situatie. In plaats van het stukje spoor tussen W en W te beschouwen als een afzonderlijk blok B, beschouw je dit stuk als het verlengde van W (eindpunt ) of W (eindpunt ). Waar je de scheiding tussen W en W uiteindelijk legt, doet er niet echt toe. Door Bl te annexeren bij W en/of W verdwijnt B. Hoofdstuk : Opdelen in Secties 7

38 S<nnn> W FOUT S<nnn> B S<nnn> W S<nnn> W GOED S<nnn> W Bepalen van de lengte van blok secties Figuur : Annexeren/elimineren van een kort tussenstuk De lengte van een blok sectie is afhankelijk van twee factoren: Het sporenplan Persoonlijke voorkeur In een blok mogen geen aftakkingen voorkomen. Zitten er op een bepaald traject bijvoorbeeld twee aftakkingen op 50cm van elkaar, dan zal het stuk spoor ertussen een blok vormen van maximaal 50cm lengte. Wordt de afstand tussen twee aftakkingen te kort, dan kan je dat stuk van het traject beter annexeren bij een van de aangrenzende secties of het stuk spoor in twee verdelen en elk deel annexeren bij een van de aangrenzende secties (zie ook Annexeren van korte stukken hierboven). Heb je de ruimte en de mogelijkheid om lange trajecten in je modelbaan op te nemen waarin zich geen aftakkingen bevinden (bijvoorbeeld een 'parade spoor'), dan kan je dat gedeelte naar eigen smaak beschouwen als een blok of als een aaneenschakeling van twee of meer blokken. De lengte van een blok moet in principe steeds langer zijn dan de langste trein die over het blok zal rijden. Dat is ook zo in het grootbedrijf. Miracos is hierin wel soepeler en laat toe dat een trein langer is dan een blok, maar je houdt beter het principe aan. 8 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

39 Werkwijze voor het opdelen van het sporenplan in secties Dan ben je nu eindelijk zo ver om een begin te maken met de opdeling van het sporenplan in secties. Ga daarbij, zoals steeds, gestructureerd te werk. De volgende stappen kunnen je hierbij helpen. Je kan de stappen meevolgen op de voorbeeld modelbaan. Stap : aanduiden van de wissels Begin met het aanduiden van de (logische!) eindpunten van de wissels. Plaats dwarse streepjes voor elk eindpunt overeenkomstig de aanduiding voor wissels. Stap : aanduiden van de kruisingen, EKW's en DKW's Identificeer alle kruisingen, EKW's en DKW's en duidt de eindpunten eveneens aan met dwarse streepjes. Stap : controle op speciale gevallen Kijk na of je per toeval geen punt-aan-punt wissels als twee afzonderlijke wissels beschouwd hebt i.p.v. een DKW. In het voorbeeld vind je deze situatie terug ter hoogte van de goederenkoer, links van spoor. Behandel driewegwissels als een aaneenschakeling van twee gewone wissels. Op de voorbeeld modelbaan is er geen driewegwissel. Kijk na of er nergens te korte stukken ontstaan. In het voorbeeld is spoor 5 een randgeval. Dit stuk spoor is niet al te lang en zou kunnen geannexeerd worden bij de wissel ter hoogte van spoor 4. Toch is dit niet gedaan omdat het de bedoeling is van dit stuk spoor een blok sectie te maken waarop je een trein kan 'overdragen' van Miracos naar de manueel bestuurde lossporen en omgekeerd. Ook het opstelspoor in het verlengde van spoor b in het station van Fexhe en het spoor vlak boven de loods zijn aan de korte kant. Doodlopende sporen moet je altijd als blok beschouwen omdat er anders geen trein kan op komen. Miracos laat treinen van blok naar blok rijden. Een wissel, kruising, EKW of DKW kunnen nooit vertrek- nog eindpunt van een treinbeweging zijn. Stap 4: controle van de blok secties Alle spoorstukken die nu nog overblijven, zijn blok secties. Kijk na of er geen erg lange secties bijzitten die je eventueel verder kan verdelen in twee of meer blokken. Zo moet bijvoorbeeld het traject vanaf spoor tot aan de wissel uiterst rechts van het sporenplan, voor de tunnel, opgesplitst worden in twee blokken. Ten eerste omdat dit traject vrij lang is, ten tweede omdat de treinen in het station van Fexhe moeten kunnen stoppen. Als alles goed is, dan ziet het resultaat eruit als volgt uit: Hoofdstuk : Opdelen in Secties 9

40 Spoor Fexhe-le-Haut-Clocher Lijn 6 Spoor Spoor b Lijn 6 Spoor Stationsgebouw Spoor 4 Loods Goederenkoer Spoor 5 Lijn 6a Lossporen Spoor 6 Spoor 7 Scheidingswand Zichtbaar Verdekt Keerlus Opstelspoor treinstellen/motorstellen Schaduwstation ( doorgaand spoor + opstelsporen in iedere richting) Figuur : Sporenplan met sectieaanduidingen 40 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

41 Stap 5: toekennen van sectie namen en sectie nummers Alle secties liggen nu vast. Plaats bij iedere sectie een kadertje waarin je de naam en het nummer van de sectie noteert. Maak gebruik van de in dit hoofdstuk ingevoerde notatie. Voor de naamgeving kan je een eigen systeem gebruiken, de sectienummers moeten uniek zijn en de vorm Snnn hebben (nnn = 00 t.e.m. 999). Een handige manier om zinnige namen toe te kennen, is je sporenplan op te delen in trajecten. Elk traject krijgt een letter (A, B, C, D, enz.). Kies een sectie als beginpunt op het traject en ken daar het nummer aan toe. Elke sectie die je tegenkomt op het traject nummer je door (A, A, A, enz.) totdat je rond bent of op een eindpunt gekomen bent. Achter elk nummer voeg je tot slot de afkorting voor het type sectie toe (AlB, AB; AW, A4DKW, enz.). Splitst een traject in verschillende paden, dan kan je de parallelle paden aanduiden met een tweede index, voorafgegaan door een punt (AlB, A.lB, A.B,...). Voor het voorbeeld werd deze techniek gevolgd. Er zijn 4 trajecten bepaald: Traject A: lijn 6 in wijzerzin Traject B: lijn 6 in tegenwijzerzin Traject C: lijn 6a + keerlus Traject D: opstelsporen en rangeersporen in het station van Fexhe Voor de sectie nummers werd gekozen voor een opdeling per type sectie en het traject waartoe een sectie behoort: Traject A Traject B Traject C Traject D Blok S00-S00 S0-S040 S04-S060 S06-S080 Wissel S0-S0 S-S40 S4-S60 S6-S80 K, EKW, DKW S0-S0 S-S0 S-S0 S-S40 Tabel : Legende voor sectienummering (voorbeeld) Dat levert dan het resultaat op zoals je kan zien in op de volgende blandzijde. Hoofdstuk : Opdelen in Secties 4

42 S08 A0 Spoor S00 A 4 Fexhe-le-Haut-Clocher S00 A 4 S00 A 4 S009 A9 4 Lijn 6 4 S0 B Spoor Spoor b 4 4 S06 D S0 B 5 S6 D S06 D4 S B S06 D S D5 Spoor 5 S09 B0 S064 D6 S8 B9 S D8 5 S08 B8 S04 C 4 Lijn 6 Stationsgebouw Spoor 4 S065 D6. S6 D7 5 S047 C0 Loods Goederenkoer S066 D6. Spoor 5 S6 D7. Lijn 6a Lossporen Spoor 6 Spoor 7 S7 B7 Scheidingswand Zichtbaar Verdekt S0 A4 S4 C Keerlus S046 C9 S C8 Opstelspoor treinstellen/motorstellen S044 C5. S045 C7 S04 C5 S4 C4 S04 C S4 C6 S06 B4. S B. S05 B4. S6 B5. S B S B. S04 B4. S0 B4 S5 B5. S4 B5 S07 B6 Schaduwstation ( doorgaand spoor + opstelsporen in iedere richting) S05 A8 S005 A7 S0 A6 S004 A5 S06 A8. S006 A7. S0 A6. S07 A8. S007 A7. S04 A6. S008 A7. Figuur : Sporenplan met benoemde secties 4 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

43 Stap 6: bepalen van de hoofd- en tegenrichting van de blok secties Voor de blok secties moet je nu nog aanduiden in welke richting(en) ze kunnen bereden worden. Bij de blokken met twee rijrichtingen, duid je aan welke de hoofden tegenrichting zijn (volle respectievelijk holle pijl). Stap 7: bepalen van de plaats van de seinen Blokken waarvoor je op de modelbaan een sein voorziet, geef je op het sporenplan aan met een cirkel (lichtsein) of een ruit (armsein) met vermelding van het aantal LED s (lichtsein) of onafhankelijk beweegbare armen (armsein). De aanduiding staat onder de pijl van de hoofd- en/of tegenrichting. Ook dat kan je in het voorbeeld bekijken. De Miracos software ondersteunt seinen voor normaal- en tegenspoor. In het verdekte gedeelte onderaan worden geen seinen geplaatst. Ook op de lossporen en het opstelspoortje in het station komen er geen seinen. De zichtbare blokken van lijn 6 en lijn 6a en de blokken ter hoogte van de perrons van het station van Fexhe worden uiteraard wel van seinen voorzien. Op spoor b voorzien we zelfs een tegenspoorsein omdat dit perron in beide richtingen zal gebruikt worden. Stap 8: plaatsen van de nummers bij de eindpunten van de secties Tot slot nummer je alle eindpunten van alle secties, overeenkomstig de in dit hoofdstuk vermelde regels. Zo ontstaan in de buurt van elk dwars streepje cijferparen. Het sporenplan ziet er nu uit als op de volgende bladzijde. Besluit Vertrekkende van het sporenplan en door het toepassen van enkele eenvoudige regeltjes, heb je de modelbaan nu opgesplitst in verschillende standaard stukjes, secties. Iedere type sectie kan je verderop gelijkaardig configureren, aansluiten,... Hierdoor is het ingewikkelde sporenplan uiteengevallen en kleine, eenvoudige stukjes. Door het aanbrengen van merktekens op het sporenplan en het benoemen van de secties heb je een goede documentatie ter beschikking waarop je steeds kan terugvallen en die je zal helpen bij het configureren van Miracos voor jouw modelbaan. En nu is het aan jou om dezelfde werkwijze toe te passen op jouw modelbaan. Hoofdstuk : Opdelen in Secties 4

44 S009 A9 4 Lijn 6 4 S0 B S08 A0 Spoor Spoor b Spoor Stationsgebouw S00 A Fexhe-le-Haut-Clocher S06 4 D 5 4 S0 B 4 Loods S6 D S06 D4 S06 D S B Goederenkoer 4 S D5 Spoor Spoor 4 S00 A 4 S09 S8 5 B0 B9 4 S066 D6. S064 D6 S065 D6. Spoor 5 S6 D7. S6 D7 4 S D8 5 5 S08 B8 S04 C S047 C0 4 S00 A 4 Lijn 6 Lijn 6a Lossporen Spoor 6 Spoor 7 S7 B7 Scheidingswand Zichtbaar Verdekt S0 A4 S4 C Keerlus S046 C9 S045 C7 S C8 4 S4 C6 Opstelspoor treinstellen/motorstellen S044 C5. S04 C5 S06 B4. S4 C4 S04 C S B S05 A8 S B. S06 A8. S B. S07 A8. S05 B4. S04 B4. S0 B4 Schaduwstation ( doorgaand spoor + opstelsporen in iedere richting) S005 A7 S006 A7. S007 A7. S6 B5. S04 A6. S5 B5. S0 A6. S4 B5 S0 A6 S07 B6 S004 A5 S008 A7. Figuur 4: Sporenplan met benoemde sectie uiteinden 44 Hoofdstuk : Opdelen in Secties

45

46

47 4 Isoleren van de Sporen Met de aanduidingen die nu op het sporenplan staan (secties, sectie nummers en eindpunten), is de modelbaan geconfigureerd, tenminste op papier. Op de modelbaan vormen alle sporen nog één elektrisch geheel. Omdat Miracos werkt zonder decoders in de locomotieven, moeten de secties elektrisch geïsoleerd worden van elkaar. Zo kan MlRACOS elke sectie afzonderlijk controleren. Binnen elke blok sectie worden nog extra isolaties aangebracht om MlRACOS toe te laten de treinen nauwkeuriger te volgen. Op die manier wordt het mogelijk een trein geleidelijk te laten afremmen en netjes op het einde van het blok te laten stoppen. In dit hoofdstuk vind je alle informatie i.v.m.: Isoleren van secties Bepalen van snelheids-, rem- en stopzones binnen een bloksectie Aanduiden van isolaties op het sporenplan Praktische werkwijze voor het aanbrengen van isolaties in de sporen 47

48 Isoleren van secties Wanneer je de modelbaan zou laten zoals ze is, dan kan je maar één locomotief besturen omdat alle sporen elektrisch met elkaar verbonden zijn. Door de modelbaan op te delen in gescheiden elektrische kringen en elke kring onafhankelijk van rijspanning te voorzien, kan je verschillende locomotieven onafhankelijk van elkaar laten rijden. Wanneer een locomotief van de ene kring in de andere kring rijdt, is het zaak om de spanning van beide kringen op dat ogenblik identiek te maken zodanig dat de locomotief geen (mechanische) schok krijgt en vloeiend zijn traject kan vervolgen. Zonder het te beseffen heb je reeds het meeste werk verricht voor het bepalen van de elektrische kringen. Regel Isolaties op de modelbaan kunnen enkel voorkomen ter hoogte van een scheiding tussen twee secties. Die scheidingen heb je reeds aangegeven op het sporenplan met de dwars geplaatste streepjes. Een elektrische kring zal dus altijd bestaan uit één of meerdere volledige secties. Let wel, niet elke scheiding tussen twee secties moet geïsoleerd worden. Regel Ter hoogte van een scheiding tussen twee secties wordt altijd een isolatie aangebracht behalve wanneer één van de twee eindpunten die in de scheiding samenkomen de punt van een wissel is (eindpunt van een wisselsectie). Twee wisselpunten tegen elkaar aan, is een situatie die niet kan voorkomen omdat je die moet omzetten naar een DKW. Isoleren wil in dit geval zeggen dat de elektrische continuïteit van beide spoorstaven onderbroken wordt, of nog: de isolatie is dubbelzijdig. Op het sporenplan duiden we een dubbelzijdige isolatie aan zoals te zien in Figuur 5. S<nnn> W S<nnn> DKW S<nnn> B S<nnn> W 4 Dubbelzijdige isolatie Figuur 5: Aanduiden van een dubbelzijdige isolatie Meteen kan je ook merken dat bijvoorbeeld DKWl en W op zijn minst deel zullen uitmaken van één en dezelfde elektrische kring. Pas je de twee bovenstaande regels toe op de voorbeeld modelbaan dan bekom je het resultaat van Figuur 6. Op het einde van spoor 5 doet zich een speciaal geval voor. Spoor 5 gaan we gebruiken om van het Miracos bestuurde gedeelte van de modelbaan over te gaan op de manueel bestuurde sporen van de goederenkoer. Voor Miracos stopt de modelbaan op het einde van spoor 5. De wissels en de lossporen 'ziet' Miracos 48 Hoofdstuk 4: Isoleren van de Sporen

49 niet meer. Vandaar dat er een dubbelzijdige onderbreking op het einde van spoor 5 aangebracht is, ook al raakt dit uiteinde met de punt van een wissel. Hoofdstuk 4: Isoleren van de Sporen 49

50 S009 A9 4 Lijn 6 4 S0 B S08 A0 Spoor Spoor Spoor b Stationsgebouw S00 A Fexhe-le-Haut-Clocher S06 4 D 5 4 S0 B 4 Loods S6 D S06 D4 S06 D S B Goederenkoer 4 S D5 Spoor Spoor 4 S00 A 4 S09 S8 5 B0 B9 4 S066 D6. S064 D6 S065 D6. Spoor 5 S6 D7. S6 D7 4 S D8 5 5 S08 B8 S04 C S047 C0 4 S00 A 4 Lijn 6 Lijn 6a Lossporen Spoor 6 Spoor 7 S7 B7 Scheidingswand Zichtbaar Verdekt S0 A4 S4 C Keerlus S046 C9 S045 C7 S C8 4 S4 C6 Opstelspoor treinstellen/motorstellen S044 C5. S04 C5 S06 B4. S4 C4 S04 C S B S05 A8 S B. S06 A8. S B. S07 A8. S05 B4. S04 B4. S0 B4 Schaduwstation ( doorgaand spoor + opstelsporen in iedere richting) S005 A7 S006 A7. S007 A7. S6 B5. S04 A6. S5 B5. S0 A6. S4 B5 S0 A6 S07 B6 S004 A5 S008 A7. Figuur 6: Aanduiden van de dubbelzijdige sectie isolaties 50 Hoofdstuk 4: Isoleren van de Sporen

51 Bepalen van snelheid-, rem- en stopzone in een blok Naast de dubbelzijdige isolaties, dien je ook nog een aantal enkelzijdig isolaties aan te brengen. Een enkelzijdige isolatie betekent dat je slechts één van de twee spoorstaven lokaal moet onderbreken. Enkelzijdige isolaties kunnen alleen voorkomen binnen een blok sectie. Ze dienen om het blok verder op te delen in minimum twee en maximaal drie zones per rijrichting: Snelheidzone (optioneel) Remzone Stopzone De reden voor deze verdere opsplitsing is de volgende: wanneer een trein een blok komt binnengereden aan een bepaalde snelheid en het seinbeeld op het einde van het blok staat op 'stop' of 'traag rijden', dan zorgt Miracos ervoor dat de trein tijdig afremt om te stoppen voor het sein of om het sein traag te passeren. Om dat te kunnen moet Miracos weten waar in een blok sectie de trein zich bevindt. In de snelheidszone blijft de trein op kruissnelheid. In de remzone laat Miracos de trein geleidelijk afremmen tot een lagere (sein op 'traag rijden') of zeer lage (sein op 'stop') snelheid. Komt de trein in de stopzone en staat het sein op 'stop', dan stopt de trein onmiddellijk. Deze techniek heeft als groot voordeel dat alle treinen, lang of kort, getrokken of geduwd, enkel of dubbel tractie, altijd netjes voor het sein zullen stoppen als het op 'stop' staat. Hoe bepaal je nu de lengte voor elke zone? Om te beginnen kan de stopzone klein zijn. Een trein die moet stoppen zal al zodanig afgeremd zijn vooraleer hij de stopzone bereikt dat zijn uitloopafstand relatief laag zal zijn. Reken met zo'n 5 tot 5cm. De lengte van de remzone is iets moeilijker in te schatten. Die zal afhangen van jouw persoonlijke voorkeur en van de ingestelde remtijd in de Miracos configuratie (zie Configuratie). Hoe langer de remtijd, des te langer de remzone moet worden. Uiteraard kan de lengte van de rem- en stopzone samen nooit groter worden dan de lengte van de blok sectie. Is de lengte van de rem- en de stopzone in totaliteit kleiner dan de bloklengte, dan doet de lengte die overblijft dienst als snelheidzone. Het bepalen van de zones doe je per rijrichting. Voor een blok dat in twee richtingen bereden wordt, doe je bovenstaande oefening dus tweemaal! De enkelzijdige isolaties breng je aan tussen de snelheid- en de remzone en tussen de rem- en de stopzone. Voor een blok in enkele richting bereden, betekent dat dus twee enkelzijdige isolaties. Voor een bidirectioneel blok zijn dat er vier. Is er geen snelheidszone, dan blijven er maar één (unidirectioneel blok) of twee (bidirectioneel blok) enkelzijdige isolaties te doen. Figuur 7 toont je een voorbeeld hoe je de enkelzijdige isolaties aanduidt voor een enkel en dubbel richting blok. Een enkelzijdige isolatie breng je altijd aan op de rechter spoorstaaf, gezien in de rijrichting waarvoor je de zones aan het bepalen bent. Hoofdstuk 4: Isoleren van de Sporen 5

52 S<nnn> W S<nnn> B S<nnn> W Stopzone in hoofdrichting Remzone in hoofdrichting Snelheidszone in hoofdrichting S<nnn> W S<nnn> B S<nnn> W Stopzone in hoofdrichting Remzone in hoofdrichting Snelheidszone in hoofdrichting Snelheidszone in tegenrichting Remzone in tegenrichting Stopzone in tegenrichting Dubbelzijdige isolatie Enkelzijdige isolatie Figuur 7: Aanduiden van enkelzijdige isolaties in een blok sectie Vervolgens kan je dit toepassen op de voorbeeld modelbaan (zie Figuur 8). 5 Hoofdstuk 4: Isoleren van de Sporen

53 S009 A9 4 Lijn 6 4 S0 B S08 A0 Spoor Spoor Spoor b Stationsgebouw S00 A Fexhe-le-Haut-Clocher S06 4 D 5 4 S0 B 4 Loods S6 D S06 D4 S06 D S B Goederenkoer 4 S D5 Spoor Spoor 4 S00 A 4 S09 S8 5 B0 B9 4 S066 D6. S064 D6 S065 D6. Spoor 5 S6 D7. S6 D7 4 S D8 5 5 S08 B8 S04 C S047 C0 4 S00 A 4 Lijn 6 Lijn 6a Lossporen Spoor 6 Spoor 7 S7 B7 Scheidingswand Zichtbaar Verdekt S0 A4 S4 C Keerlus S046 C9 S045 C7 S C8 4 S4 C6 Opstelspoor treinstellen/motorstellen S044 C5. S04 C5 S06 B4. S4 C4 S04 C S B S05 A8 S B. S06 A8. S B. S07 A8. S05 B4. S04 B4. S0 B4 Schaduwstation ( doorgaand spoor + opstelsporen in iedere richting) S005 A7 S006 A7. S007 A7. S6 B5. S04 A6. S5 B5. S0 A6. S4 B5 S0 A6 S07 B6 S004 A5 S008 A7. Figuur 8: Aanduiden van de enkelzijdige blokisolaties Hoofdstuk 4: Isoleren van de Sporen 5

54 Praktische werkwijze Zowel voor het aanbrengen van dubbelzijdige als enkelzijdige isolaties in de spoorstaven kan je twee technieken toepassen, elk met hun specifieke voor- en nadelen. Doorslijpen Voorzeker de eenvoudigste manier om isolaties aan te brengen is het doorslijpen van de spoorstaaf daar waar er een isolatie moet komen. Daarvoor heb je een miniatuur boormachientje met kleine slijpschijf nodig (bijvoorbeeld Dremel, Proxxon). Het voordeel van deze techniek is dat het erg vlug gaat en dat je de isolaties eender waar kan aanbrengen. Je hoeft je tijdens het leggen van de sporen ook helemaal niet druk te maken waar er achteraf isolaties zullen komen. Een nadeel is dat spoorstaven krimpen en uitzetten met de temperatuur. Wat nu een isolatie is, zou tijdens warm weer wel eens terug een verbinding kunnen worden omdat de spoorstaven uitzetten. Maak daarom de snede breed genoeg (enkele tienden millimeters) en doe dit werkje bij voorkeur als het relatief warm is in de kamer. Op die manier kunnen de onderbrekingen alleen maar groter worden als het wat kouder is in de kamer, en loop je niet het risico dat twee geïsoleerde spoorstaven mekaar terug zouden raken. Dat kan op zich geen kwaad maar treinbotsingen zijn dan niet langer uitgesloten. Isolerende raillassen Een raillas wordt gebruikt om spoorstaven met elkaar te verbinden. Meestal zijn die van metaal en geleiden ze de stroom. Er bestaan ook raillassen die uit kunststof gemaakt zijn met een opstaande rand in het midden. Plaats je die tussen twee spoorstaven dan heb je een deugdelijke isolatie. Zelfs wanneer de spoorstaven uitzetten, blijft de opstaande rand steeds voor een barrière zorgen. Het voordeel van deze methode is dus de zekerheid, het nadeel is dat het iets meer tijd en geduld vergt om de isolerende raillassen aan te brengen. Op een bestaande modelbaan is het niet altijd even eenvoudig om achteraf nog isolerende raillassen te plaatsen. Besluit Door het aanbrengen van isolaties in de sporen kan Miracos straks de treinen afzonderlijk aansturen en controleren. Net als bij het opdelen in secties, kan je ook hier weer stap voor stap te werk gaan, gebruik makende van het werk dat je verrichte in het vorige hoofdstuk. Op naar de volgende stap Hoofdstuk 4: Isoleren van de Sporen

55 5 Bepalen van de Rail IO Modules (deel ) Op het sporenplan staan nu alle gegevens duidelijk genoteerd: secties (afbakening, naam, nummer) en isolaties (dubbel- en enkelzijdig). De isolaties zijn ook effectief op de modelbaan aangebracht. Daardoor heb je als vanzelf een aantal gescheiden elektrische kringen gecreëerd. De volgende stap is het bepalen van de Rail IO modules die de verschillende secties zullen besturen. Verder in deze gids komt dit onderwerp nog een tweede maal aan bod maar dan met betrekking tot het synoptisch bord (SB). Je krijgt in dit hoofdstuk een antwoord op de volgende vragen: Welke Rail IO modules voor welke secties? Berekenen van het aantal Rail IO modules voor de modelbaan 55

56 Welke Rail IO modules voor welke secties? In de Rail IO Installatie & Configuratie Gids kan je nalezen welke Rail IO modules er beschikbaar zijn, welke hun voornaamste eigenschappen zijn en waarvoor je ze zoal kan gebruiken. In dit hoofdstuk geven we concreet aan welke Rail IO modules je nodig hebt om de verschillende Miracos secties elektrisch aan te sturen. We zullen regelmatig verwijzen naar de Rail IO Installatie & Configuratie Gids omdat daar een pak nuttige en bruikbare informatie in staat. Blok Ieder blok moet voorzien worden van rijspanning. Daarvoor heb je de beschikking over de PWM06 module. Een unidirectioneel blok (enkel hoofdrichting) stuur je aan met de uitgangen van een PWM06-HF module. Voor een bidirectioneel blok (hoofdrichting en tegenrichting), of een blok waarop je later wil gaan rangeren, gebruik je de uitgangen van een PWM06-HRF module. In hoofdstuk 4 Isoleren van de Sporen las je reeds dat je ieder blok dient op te splitsen in of zones (snelheid-, rem- en stopzone). Iedere zone van een bloksectie sluit je aan op één uitgang van een PWM06 module (-HR of HRF al naargelang het om een uni- of bidirectioneel bereden blok gaat). Eén PWM06 module heeft 6 uitgangen. Je kan dus ( zones per blok) of ( zones per blok) bloksecties op één PWM06 module aansluiten. Voor een optimale benutting van de PWM06 modules mag je zelfs de zones van één bloksectie op de uitgangen van verschillende PWM06 modules aansluiten. De Miracos software zorgt er via de Rail COM bus voor dat alle kanalen op de verschillende PWM06 modules perfect gesynchroniseerd blijven. De uitgangen van de PWM06 module zijn uitgerust met een ingebouwde bezetmelding. Zo kan Miracos te weten komen in welke blokken zich een trein bevindt en in welke zone binnen het blok. Dit is voldoende om een trein geleidelijk en precies voor het stop sein te laten halt houden. Welke module je voor de seinen nodig hebt, hangt af van het type sein. Voor lichtseinen op basis van LEDs is de zaak eenvoudig: per LED heb je één uitgang nodig van een VIO68-OO module. Voor een klassiek Belgisch sein met groen/rood/dubbel geel reken je dus 4 uitgangen. Eén VIO68-OO module biedt plaats voor 64 LEDs. De anode van alle LEDs van één sein mogen samengenomen worden (gemeenschappelijke anode of common anode ). Lichtseinen met gemeenschappelijke kathode ( common cathode ) kan je niet rechtstreeks aansluiten op de VIO68-OO module. Voor een gemakkelijkere aansluiting kan je optioneel één MTX64 module voorzien per VIO68-OO module (zie voor details de Rail IO Installatie & Configuratie Gids). Installeer je armseinen dan moet je werken met de DO06 module en gelden dezelfde richtlijnen als voor wissels (zie hieronder). Voorzie één uitgang per onafhankelijk beweegbare arm van het armsein. 56 Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel )

57 Wissel Het op afstand verleggen van de wisseltongen gebeurt via een elektrische wisselaandrijving. Er zijn drie basisprincipes voor het bedienen van wisseltongen: Elektromagneten Motoren Geheugendraad De voor- en de nadelen van deze systemen en de aansluitgegevens vind je in de Rail IO Installatie & Configuratie Gids. Voor wat betreft Miracos komt het erop neer dat je één kanaal van nodig hebt van een DO06 module per wissel. Welke type DO06 (-H, -R of HR) hangt af van de gekozen wisselaandrijving. De rails van het wissel hoef je niet van rijspanning te voorzien omdat, zoals je al weet, de punt van het wissel elektrisch steeds bij de aanpalende sectie hoort. Kruising Een kruising is steeds elektrisch geïsoleerd van zijn omgeving. Eventueel kunnen er één of meerdere wissels tot hetzelfde eiland behoren (via de punt van het wissel). Een kruising moet dus van rijspanning en van een bezetmelding voorzien worden. Omdat treinen een kruising vanuit 4 richtingen kunnen naderen, moet de rijspanning voor de kruising geleverd worden door één kanaal van een PWM06-HRF module. Wisseltongen zijn er niet, dus moet hiervoor ook niets voorzien worden. Enkelvoudige kruiswissel Voor de EKW geldt dezelfde uitleg als voor de kruising. Bovendien moet je één wisseltong bediening voorzien (zie Wissel). In totaal heb je dus één kanaal nodig van een PWM06-HRF module en één kanaal van een DO06-H, -R of HR module, afhankelijk van de gekozen wisselaandrijving (zie ook Rail IO Installatie & Configuratie Gids). Dubbele kruiswissel Een DKW heeft twee wisseltongen. Afhankelijk van het fabrikaat worden die bediend door één of twee aandrijvingen (elektromagneet, motor, geheugendraad). Net als voor de kruising en het EKW moet je ook rijspanning voorzien. Dat maakt dan één kanaal van een PWM06-HRF module en één of twee kanalen van een DO06-H, -R of HR module al naargelang de uitvoering van het DKW en het soort aandrijving. Tabel vat alles nog eens samen. Je vindt hier het aantal kanalen (niet het aantal modules!) van elke module dat je moet voorzien per type sectie. Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel ) 57

58 Sectie type [opties tussen vierkante haakjes] Unidirectioneel blok met rem- en stopzone [+ sein] Unidirectioneel blok met snelheid-, rem- en stopzone [+ sein] Bidirectioneel blok met rem- en stopzone [+ sein hoofdrichting] [+ sein tegenrichting] Bidirectioneel blok met snelheid-, rem- en stopzone [+ sein hoofdrichting] [+ sein tegenrichting] Wissel met elektromagnetische aandrijving op gelijkspanning of DC motor aandrijving Wissel met elektromagnetische aandrijving op wisselspanning Wissel met geheugendraad aandrijving PWM06 HF PWM06 HRF Kruising Enkelvoudige kruiswissel met elektromagnetische aandrijving op gelijkspanning of met DC motor aandrijving Enkelvoudige kruiswissel met elektromagnetische aandrijving op wisselspanning Enkelvoudige kruiswissel met geheugendraad aandrijving Dubbele kruiswissel met enkele elektromagnetische aandrijving op gelijkspanning of DC motor aandrijving Dubbele kruiswissel met enkele elektromagnetische aandrijving op wisselspanning Dubbele kruiswissel met enkele geheugendraad aandrijving Dubbele kruiswissel met dubbele elektromagnetische aandrijving op gelijkspanning of met DC motor DO06 H DO06 R DO06 HR VIO68 OO [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] [] 58 Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel )

59 Sectie type [opties tussen vierkante haakjes] PWM06 HF PWM06 HRF DO06 H DO06 R DO06 HR VIO68 OO aandrijving Dubbele kruiswissel met dubbele elektromagnetische aandrijving op wisselspanning Dubbele kruiswissel met dubbele geheugendraad aandrijving Tabel : Aantal kanalen per sectie en per Rail IO module [] voor armseinen, uitgang per onafhankelijk beweegbare arm voorzien (DO06-H, -R of HR, naargelang type aandrijving) [] voor lichtseinen, uitgang per LED op het sein voorzien Berekening van het aantal Rail IO modules voor de modelbaan Op de modeltech website ( kan je de berekeningshulp RailCALC vinden. In dit rekenblad (MS-Excel) kan je per type sectie het aantal opgeven dat er op je modelbaan voorkomt. Daaruit worden dan automatisch het aantal en type Rail IO modules berekend die je nodig hebt voor het uitrusten van je modelbaan en van het synoptisch bord. Let wel: deze berekening is een goede benadering, niet exact. Je krijgt meteen ook een idee wat het je gaat kosten. Voor een exacte berekening ga je als volgt tewerk: Stap : Tabel opstellen In deze tabel (die je bijvoorbeeld in MS-Excel of in MS-Word kan aanmaken) plaats je in de eerste kolom alle secties onder elkaar (sectie nummer en/of sectie naam). Verder voorzie je een kolom per type Rail IO module. Stap : Inventariseren van de kanalen Per sectie (één sectie per rij), vul je het aantal kanalen in dat je nodig hebt in de overeenkomstige kolom van het type Rail IO module Stap : Berekenen van het aantal modules Tel nu alle getallen in de Rail IO kolommen op. Deel deze totalen door het aantal kanalen dat er op ieder type Rail IO module ter beschikking is en rond af naar boven. Dus 7 gedeeld door 6 is gelijk aan! Tabel is een voorbeeld van een mogelijke layout. Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel ) 59

60 Sectienummer Sectienaam PWM06 HF PWM06 HRF DO06 H DO06 R DO06 HR VIO68 OO S00 BLOK 4 S00 WISSEL0 S00 DKW0 Kanalen Kanalen/module Modules 0 0 Tabel : Inventaris van secties en Rail IO kanalen voor de modelbaan Toepassing op de voorbeeldmodelbaan Na de theorie, de praktijk! We gaan het aantal en het type Rail IO modules bepalen voor onze voorbeeldmodelbaan. Om te beginnen maken we de tabel aan met alle secties en relevante types Rail IO modules, zoals hierboven beschreven. Vervolgens maken we nog enkele veronderstellingen. Voor het zichtbare gedeelte kiezen we voor motor bediende wisseltongen die we dus met DO06-HR modules zullen besturen. Voor het verdekte gedeelte recupereerden we enkele elektromagnetische aandrijvingen die nog ergens in een doos op zolder lagen. Deze aandrijvingen hebben een wisselspanning nodig van 6V en zullen dus via DO06-R modules moeten aangestuurd worden. Tot slot gaan we voor lichtseinen (naar Belgisch voorbeeld uiteraard) op basis van LEDs. De meeste seinen hebben 4 LEDs (groen, rood, dubbel geel), enkele ook een extra witte LED (rangeersein, in totaal dus 5 LEDs). Blok D in het station voorzien we van een sein in beide rijrichtingen waarvan één met rangeer aanduiding (5 de LED). Op bloksecties D en D plaatsen we vereenvoudigde seinen met enkel een rood en een groen licht ( LEDs per sein). Omdat we geen gebruik maken van geheugendraad, en dus geen behoefte hebben aan DO06-H modules, laten we deze kolom weg. Dat levert dan Tabel 4 op. Sectienummer Traject A Sectienaam PWM06 HF PWM06 HRF DO06 R DO06 HR VIO68 OO S00 A 4 S00 A 4 S00 A 4 S0 A4 S004 A5 S0 A6 S005 A7 60 Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel )

61 Sectienummer Sectienaam PWM06 HF PWM06 HRF DO06 R S05 A8 S0 A6. S006 A7. S06 A8. S04 A6. S007 A7. S07 A8. S008 A7. DO06 HR VIO68 OO S009 A9 4 S08 A0 Traject B S0 B 4 S0 B 4 S B S0 B4 S4 B5 S B. S04 B4. S5 B5. S B. S05 B4. S6 B5. S06 B4. S07 B6 S7 B7 S08 B8 5 S8 B9 S09 B0 5 S B Traject C S04 C 4 S4 C S04 C Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel ) 6

62 Sectienummer Sectienaam PWM06 HF PWM06 HRF DO06 R S4 C4 S04 C5 S044 C5. S4 C6 S045 C7 S C8 S046 C9 DO06 HR VIO68 OO S047 C0 () 5 Traject D S06 D 9 S6 D S06 D S06 D4 S D5 S064 D6 S6 D7 S065 D6. S6 D7. S066 D6. S D8 Kanalen 5 7 (6) 5 56 Kanalen/module Modules 9 7 (6) Tabel 4: Inventaris Rail IO modules voor de voorbeeldmodelbaan Bij nader toezicht blijkt dat we PWM06-HRF kanaal teveel hebben om met 6 modules toe te komen. We besluiten daarom om op het relatief korte blok C0 de snelheidszone en remzone met elkaar te verbinden. Blok C0 zal dus enkel een remen een stopzone bevatten. Dat brengt het aantal PWM06-HRF kanalen omlaag tot 6 en het aantal benodigde PWM06-HRF modules wordt gereduceerd tot 6. Voor onze modelbaan opteren we voor bevestiging op montagerail (-D optie) 6 Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel )

63 Besluit Vertrekkende van de in hoofdstuk geïdentificeerde secties, de opdeling van de blokken in hoofstuk 4 en de gebruikte aandrijvingen (elektromagnetisch, motor, geheugendraad, led) heb je nu het type en het aantal Rail IO modules berekend dat je nodig hebt voor de elektrische aansturing van je modelbaan. Wat verder zullen we dezelfde oefening herhalen voor het synoptisch bord. Hoofdstuk 5: Bepalen van de Rail IO Modules (deel ) 6

64

65 6 Installeren van de Rail IO Modules (deel ) Je weet nu welke Rail IO modules je nodig hebt, hoeveel modules per type je van doen hebt en wat er nodig is per sectie. Tijd dus om onder de modelbaan te duiken en de modules te installeren en aan te sluiten. Voor het installeren en aansluiten van de Rail IO modules vind je een schat aan informatie in de Rail IO Installatie en Configuratie Gids. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op enkele bijkomende aspecten en geven nog we nog wat extra tips mee. We passen uiteraard alles toe op de voorbeeld modelbaan. 65

66 Opstelling In totaal moeten we Rail IO modules monteren onder onze voorbeeld modelbaan. Eerst en vooral moeten we bepalen voor welk soort opstelling we zullen kiezen: centraal, verspreid of gegroepeerd? Omdat het aantal modules aanzienlijk is en de modelbaan relatief groot, opteren we voor een gegroepeerde opstelling. Na een strategische blik op ons sporenplan besluiten we de modelbaan op te delen in drie zones: Zone : Het station van Fexhe Zone : Het schaduwstation Zone : De zijlijn met keerlus Toewijzen van de Rail IO kanalen Nu we de zones bepaald hebben kunnen we beginnen met het toewijzen van de Rail IO kanalen (ingangen en uitgangen) aan de diverse secties. We houden meteen rekening met de zone opdeling, met andere woorden per Rail IO module trachten we zoveel mogelijk secties uit slechts één zone aan te sluiten. Opdat er slechts één VIO68-OO module nodig is, zal dit voor deze module moeilijk lukken. Deze module wordt gebruikt voor het aansturen van de lichtseinen. De meeste seinen bevinden zich in zone. Het is dan ook logisch dat deze module bij zone geplaatst wordt. We gaan weer stapsgewijs tewerk. Stap : Toekennen van de Rail IO adressen Iedere Rail IO module moet een uniek adres krijgen. Dat mag je zelf kiezen. Het adres moet gelegen zijn tussen en 9. Je kan bijvoorbeeld ieder type module een bepaald adresbereik toekennen. Rail IO type Adresbereik PWM DO VIO Tabel 5: Adresbereiken voor Rail IO modules (voorbeeld) Stap : Vastleggen van kleurcodes en draadsecties voor de bekabeling Ook al biedt een gegroepeerde opstelling een goed compromis tussen praktische opstelling en korte bedrading, toch zullen er heel wat draden moeten getrokken worden onder de modelbaan. Het is dus zaak om alles zo overzichtelijk mogelijk te houden. Het werken met gekleurde draden kan daarbij een grote hulp bieden.! Het gebruik van een kleurcode voor het aansluiten van de diverse elementen van de modelbaan wordt ten zeerste aanbevolen. Het voorkomt vergissingen en helpt bij het foutzoeken. 66 Hoofdstuk 6: Installeren van de Rail IO Modules (deel )

67 Modeltech biedt een assortiment draden aan in kleuren en in verschillende draaddiktes (0,mm² en 0,5mm²). Dit zijn de beschikbare kleuren: zwart, bruin, rood, oranje, geel, groen, blauw, paars, grijs, wit en roze. Naast de kleurcode is het ook van groot belang om een gepaste draadsectie toe te passen om achteraf een betrouwbare en goede werking van de modelbaan te garanderen (zie ook Rail IO Installatie en Configuratie Gids). Onderstaande tabel lijst de in deze handleiding gebruikte kleurcodes en draaddiktes op. Je kan hier uiteraard van afwijken. Ter volledigheid worden ook de kleurcode en draadsectie voor de voedinsspanning en de Rail COM bus vermeld. Bij de kleurcode is tussen haakjes de klemaanduiding vermeld die je op de betreffende Rail IO modules terugvindt. Element Rail IO module Kleurcode Draadsectie Blok snelheidszone vooruit PWM06 Groen (F) 0,5mm² Blok remzone vooruit PWM06 Oranje (F) 0,5mm² Blok stopzone vooruit PWM06 Rood (F) 0,5mm² Blok snelheidszone achteruit PWM06 Blauw (B) 0,5mm² Blok remzone achteruit PWM06 Geel (B) 0,5mm² Blok stopzone achteruit PWM06 Bruin (B) 0,5mm² Blok linker rail indien enkele richting PWM06 Zwart (-) 0,5mm² Rijspanning voor kruisingen, kruiswissels,... PWM06 Groen (F) Blauw (B) 0,5mm² Motor (beide aansluitingen) DO06 Grijs (0 en ) 0,mm² Dubbele elektromagneet elektromagneet (zet wissel in stand - (rechtdoor)) Dubbele elektromagneet elektromagneet (zet wissel in stand - (afbuigend)) Dubbele elektromagneet gemeenschappelijke aansluiting DO06 Paars (0) 0,mm² DO06 Roze () 0,mm² DO06 Zwart (C) 0,mm² Geheugendraad Positief (+) DO06 Paars (0) 0,mm² Geheugendraad Negatief (-) DO06 Zwart (C) 0,mm² LED VIO68 Bandkabel van VIO68 of MTX module Drukknop VIO68 Bandkabel van VIO68 of MTX module Sectie bandkabel Sectie bandkabel Hoofdstuk 6: Installeren van de Rail IO Modules (deel ) 67

68 Element Rail IO module Kleurcode Voedingsspanning Alle types Rood (PWR +) Zwart (PWR -) Rail COM Alle types Transparant (A) Zwart (B) Draadsectie 0,75..,5mm² Sectie Rail COM kabel Tabel 6: Kleurcode voor aansluiten van de verschillende elementen van de modelbaan (voorbeeld) Voor het aansluiten van de LED s van de lichtseinen op de VIO68-OO module, veronderstellen we het gebruik van een nageschakelde MTX64 module, waardoor iedere LED individueel kan aangesloten worden op twee draden van een bandkabel. Stap : Opstellen van de toewijzingstabel Met het sporenplan, de opdeling in zones, de lijst van benodigde Rail IO modules, de kleurcode en de draadsecties, zijn we nu in staat om de uitgangen van de Rail IO modules toe te wijzen aan de secties. Alle informatie brengen we samen in twee tabellen: één tabel gesorteerd per sectie, een tweede tabel gesorteerd per Rail IO module. Op de volgende bladzijden staat een voorbeeld van een toewijzingstabel. De volledige tabellen voor de voorbeeld modelbaan staan afgedrukt in Appendix B. 68 Hoofdstuk 6: Installeren van de Rail IO Modules (deel )

69 Sectienummer Traject A Sectienaam Functie Rail IO module Adres Kanaal Draadkleur (klem) Draadsectie S00 A Snelheidszone PWM06-HF 00 0 Groen (F)/Zwart (-) 0,5mm² Remzone PWM06-HF 00 Oranje (F)/Zwart (-) 0,5mm² Stopzone PWM06-HF 00 Rood (F)/Zwart (-) 0,5mm² Sein Groen VIO68-OO 0 00 Bruin (K)/Rood (A) Bandkabel Sein Dubbel geel VIO68-OO Oranje (K)/Geel (A) Groen (K)/Blauw (A) Bandkabel Sein Rood VIO68-OO 0 0 Paars (K)/Grijs (A) Bandkabel S00 A Snelheidszone PWM06-HF 00 0 Groen (F)/Zwart (-) 0,5mm² Remzone PWM06-HF 00 Oranje (F)/Zwart (-) 0,5mm² Stopzone PWM06-HF 00 Rood (F)/Zwart (-) 0,5mm² Sein Groen VIO68-OO 0 08 Bruin (K)/Rood (A) Bandkabel Sein Dubbel geel VIO68-OO 0 09 Tabel 7: Toewijzingstabel per sectie (uittreksel) 0 Oranje (K)/Geel (A) Groen (K)/Blauw (A) Bandkabel Hoofdstuk 6: Installeren van de Rail IO Modules (deel ) 69

70 Adres Rail IO module Kanaal Sectienummer Sectienaam Functie Draadkleur (klem) Draadsectie 00 PWM06-HF 0 S00 A Snelheidszone Groen (F)/Zwart (-) 0,5mm² S00 A Remzone Oranje (F)/Zwart (-) 0,5mm² S00 A Stopzone Rood (F)/Zwart (-) 0,5mm² S0 B Snelheidszone Groen (F)/Zwart (-) 0,5mm² 4 S0 B Remzone Oranje (F)/Zwart (-) 0,5mm² 5 S0 B Stopzone Rood (F)/Zwart (-) 0,5mm² 00 PWM06-HF 0 S00 A Snelheidszone Groen (F)/Zwart (-) 0,5mm² S00 A Remzone Oranje (F)/Zwart (-) 0,5mm² S00 A Stopzone Rood (F)/Zwart (-) 0,5mm² S00 A Snelheidszone Groen (F)/Zwart (-) 0,5mm² 4 S00 A Remzone Oranje (F)/Zwart (-) 0,5mm² 5 S00 A Stopzone Rood (F)/Zwart (-) 0,5mm² Tabel 8: Toewijzingstabel per Rail IO module (uittreksel) 70 Hoofdstuk 6: Installeren van de Rail IO Modules (deel )

71 Groeperen van de Rail IO modules Met de toewijzingstabellen ter hand, is het nu een koud kunstje om te bepalen bij welke zone (groep) iedere Rail IO module gaat horen. Voor de voorbeeld modelbaan levert dit volgend resultaat op: Zone Rail IO module Zone Station Fexhe 00 PWM06-HF 00 PWM06-HF 00 PWM06-HRF 0 PWM06-HRF 0 PWM06-HRF 0 DO06-HR 0 VIO68-OO Zone Schaduwstation 004 PWM06-HF 005 PWM06-HF 006 PWM06-HF 007 PWM06-HF 008 PWM06-HF 0 DO06-R 04 DO06-R Zone Zijlijn met keerlus 00 PWM06-HF Montage van de Rail IO modules 009 PWM06-HF 0 PWM06-HRF 04 PWM06-HRF 05 PWM06-HF 0 DO06-HR 05 DO06-R Tabel 9: Zonetoewijzing van de Rail IO modules Op een montagerail van meter passen juist 7 modules en een verdeelblok voor de voedingsspanning (zie Rail IO Installatie & Configuratie gids). Het toeval wil dat we per zone juist 7 modules toegewezen hebben. Dat komt dus mooi uit! We voorzien dus drie montage rails van meter lengte. Die bevestigen we op een goed bereikbare plaats onder de modelbaan. We trachten iedere montage rail zo centraal mogelijk in de zone op te stellen. Op deze rails klikken we dan de modules Hoofdstuk 6: Installeren van de Rail IO Modules (deel ) 7

72 zoals aangegeven in bovenstaande tabel + een verdeelblok voor de voedingsspanning (zie Rail IO Installatie en Configuratie Gids). Om straks ook alle draden netjes te kunnen geleiden en weg te steken, monteren we onder en boven iedere montage rail een kleine kabelgoot van meter lengte. Kabelgoten zijn U-vormige profielen. De zijkanten bestaan uit vingers waartussen je draden in of uit de kabelgoot kan leiden. De kabelgoot wordt afgesloten door een opklikbaar deksel. Makkelijk, professioneel en praktisch! Kies een type met een dwarsdoorsnede van ongeveer 4cm x 4cm. Foto : Kabelgoot met vingers Let bij de montage op om voldoende afstand te voorzien tussen de Rail IO modules op de montage rail en de kabelgoot. Die moet voldoende zijn om er makkelijk met je handen tussen te kunnen om de draden te plaatsen. Een afstand van 5cm tussen de rand van de Rail IO module en de rand van de kabelgoot volstaat meestal. Dat geeft dan volgende opstelling: Kabelgoot Rail IO TTTNN-V Rail IO TTTNN-V Rail IO TTTNN-V Montage rail Rail COM M R S PWR Rail COM M R S PWR Rail COM M R S PWR T A B S A B S + - S T A B S A B S + - S T A B S A B S + - S Lokaal verdeelblok Kabelgoot Figuur 9: Gegroepeerde opstelling met kabelgoten (voorbeeld met modules) 7 Hoofdstuk 6: Installeren van de Rail IO Modules (deel )

Elektronische Systemen voor Modelbouw

Elektronische Systemen voor Modelbouw Elektronische Systemen voor Modelbouw Product Bloksysteem voor de complete beveiliging van de modelbaan Bloksysteem gebaseerd op het grootbedrijf Automatische beveiliging in beide rijrichtingen van ieder

Nadere informatie

Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV).

Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV). Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV). In de vorige delen hebben we kunnen zien hoe een meertreinen besturingssysteem in elkaar steekt en dat er nogal wat verschillen tussen (kunnen) zijn. Ondanks

Nadere informatie

Regelen met het Central Station

Regelen met het Central Station Regelen met het Central Station Rijden in blokken 14 Schakelcontacten hebben op de modelbaan vele taken. Tot een van de interessantste behoort de regeling van een bloksectie. Met Märklin Systems kan dat

Nadere informatie

Digitale remmodule. Installatiehandleiding. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld Vertaling: Koen Vaganée 1

Digitale remmodule. Installatiehandleiding. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld  Vertaling: Koen Vaganée 1 Digitale remmodule 5232 Installatiehandleiding Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D- 35116 Hatzfeld www.viessmann-modell.de Vertaling: Koen Vaganée 1 Belangrijke informatie! Lees deze gebruikershandleiding

Nadere informatie

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16 06/2009 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

De wereld van de seinen

De wereld van de seinen CS3 PRAKTISCH TOEPASSEN / DEEL 5 De wereld van de seinen De eerste stappen bij de uitrusting van onze voorbeeldmodelbaan met magneetartikelen zijn gezet door de inbouw van de wisselaandrijvingen. De volgende

Nadere informatie

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING

BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING TREINBESTUURDER BASISPRINCIPES VAN DE SEININRICHTING Publicatiedatum: 04/02/2015 NMBS B-TR.2 Inhoud Blz. 1. Spoorwegen 3 2. Sporen 6 3. Lichtseinen 8 4. Snelheidssignalisatie 14 5. Allerhande seinen 16-2

Nadere informatie

Handleiding voor modelbaan automatisering

Handleiding voor modelbaan automatisering Handleiding voor modelbaan automatisering INLEIDING De, in deze map, voorkomende schakelingen maken deel uit van een kompleet systeem waarmee, onafhankelijk van de schaal en het gebruik van gelijk- of

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4 02/2010 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

43 Keerlusprint. 43.1 Werking. informatieblad 43 keerlusprint KLS versie 2.0

43 Keerlusprint. 43.1 Werking. informatieblad 43 keerlusprint KLS versie 2.0 43 Keerlusprint Beperking aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van het bestuur van de HCCM is beperkt als omschreven in informatieblad 1 Bij treingestuurde (digitale) systemen wordt de hele baan door

Nadere informatie

Kleine demobaan voor Koploper

Kleine demobaan voor Koploper Kleine demobaan voor Koploper Koploper is de naam van een door Paul Haagsma geschreven programma voor het besturen van modelbanen, eerst voor treingestuurde systemen maar later ook voor het HCCM-systeem

Nadere informatie

2. Decoder eigenschappen. Configuratie. 4. Aansluitingen

2. Decoder eigenschappen. Configuratie. 4. Aansluitingen 1. Inhoud 1. Inhoud... 1 2. Decoder eigenschappen... 2 3. s... 2 4. Aansluitingen... 2 5. Seinbeelden en adressering... 4 6. Instellen van het decoder adres... 5 7. Instellen van de decoder functiekeuze...

Nadere informatie

Inrit Spoor 3. Uitrit Spoor 1

Inrit Spoor 3. Uitrit Spoor 1 Stationsbesturing voor 3 Sporen met Omrijspoor Beschrijving: Het lokindividuele besturingssysteem LISSY bestaat uit Infrarood-zenders die in de lok zitten en ontvangers, waarvan de Infraroodsensoren in

Nadere informatie

Eenvoudig naar een digitale droommodelbaan

Eenvoudig naar een digitale droommodelbaan CS PRAKTISCH TOEPASSEN / DEEL Eenvoudig naar een digitale droommodelbaan Hoe wordt de Central Station optimaal gebruikt voor de besturing van een modelbaan? In een meerdelige serie tonen we van de planning

Nadere informatie

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn!

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn! Terugmeldingen Zodra u de modelbaan inzichtelijk wil maken, waar en welke treinen zich op een bepaald moment zich bevinden heeft u contacten nodig in de rails om dit op een tableau of op een computer scherm

Nadere informatie

JPTrain. JPTrainBeta versie 25 mei 2015. Android client voor GBtrainHost

JPTrain. JPTrainBeta versie 25 mei 2015. Android client voor GBtrainHost JPTrain JPTrainBeta versie 25 mei 2015 Android client voor GBtrainHost Inhoud 1. Benodigd voor JPTrain... 3 2. Installatie JPTrain... 3 2.1 Conversie van oude versie(s)... 3 3. Eerste kennismaking met

Nadere informatie

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft S88XPressNetLI v1.0 Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk. 2008 KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft 3.3 De S88XpressNetLI verbinden met de ROCO versterker Aangezien de S88XpressNetLI

Nadere informatie

Schaduwstation 18 januari 2009

Schaduwstation 18 januari 2009 Situatie: 1. schaduwstation met 3 sporen 2. ieder spoor is voorzien van een stopsectie (rood) 3. ieder spoor is voorzien van een detectie (lichtblauwe lijn) 4. 2 electrisch aangedreven wissels (Wissel

Nadere informatie

Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien.

Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien. CENTRAL STATION 3, DEEL 3 Een stuurapparaat voor alle gevallen Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien. 16 märklin

Nadere informatie

Introductie. Ik hoop in ieder geval dat dit rapport jou gaat helpen, laat me in ieder geval even weten wat je er van vindt! Veel lees plezier!

Introductie. Ik hoop in ieder geval dat dit rapport jou gaat helpen, laat me in ieder geval even weten wat je er van vindt! Veel lees plezier! Introductie Hey, en bedankt voor het lezen van De Modelspoorbaan blauwdruk, in dit rapport gaan we alle aspecten die bij het bouwen een modelspoorbaan komen bekijken, wat kun je verwachten tijdens de verschillende

Nadere informatie

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 NEDERLANDS...5 nl 2 OVERZICHT nl 1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 3 BLUETOOTH VOORZIENINGEN...8 4 SOFTWARE INSTALLATIE...9 4.1 Voorbereidingen...10

Nadere informatie

8-VOUDIGE BEZETMELDER

8-VOUDIGE BEZETMELDER Handleiding 8-VOUDIGE BEZETMELDER Werkt met de volgende systemen: alle systemen, analoog én digitaal, gelijkspanning en wisselspanning. Werkt niet met de volgende systemen: - Werkt met de volgende protocollen:

Nadere informatie

ALLES OVER Afleve 6 SEINEN

ALLES OVER Afleve 6 SEINEN ALLES OVER Afleve 6 SEINEN 32 ZIN IN SEINEN, AFLEVERING 6 Bij groen mag je oversteken... bij rood moet je wachten. Deze regel voor kinderen werkt ook voor treinen van Märklin, mits de nieuwe seinen juist

Nadere informatie

Digitaal Modelsporen. Inleiding. Jan Boen, Ing, MSc

Digitaal Modelsporen. Inleiding. Jan Boen, Ing, MSc Digitaal Modelsporen Inleiding Jan Boen, Ing, MSc Agenda Een woordje geschiedenis De voornaamste standaarden Rijden, Melden en Sturen De bouwstenen Digitaal Rijden Combinatie met analoog Evolueren van

Nadere informatie

De juiste basis. Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht.

De juiste basis. Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht. CS3 PRAKTISCH TOEPASSEN/DEEL 5 De juiste basis Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht. 18 märklin magazin 6.2018

Nadere informatie

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding

VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage. Handleiding VMB1BLS 1-kanaals rolluiksturing voor universele montage Handleiding Inhoud 1. Beschrijving... 3 2. Onderdelen... 3 3. Aansluitschema s... 2 3.1. In een Velbus domotica-installatie... 2 3.2. Standalone...

Nadere informatie

SPOOR 1 DRAAISCHIJF. In Nederlands Model

SPOOR 1 DRAAISCHIJF. In Nederlands Model SPOOR 1 DRAAISCHIJF In Nederlands Model Dit document beschrijft de kronkels voor het ontwerpen en bouwen van een draaischijf voor een Spoor1 Draaischijf met een elektrische besturing. Het document bevat

Nadere informatie

Rail IO. Installatie en Configuratie Gids

Rail IO. Installatie en Configuratie Gids Installatie en Configuratie Gids Versie 1.0 September, 2005 Copyright 2005 Modeltech Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden gereproduceerd of verspreid op gelijk welke wijze zonder

Nadere informatie

SOFTLOK en de Multidecoder

SOFTLOK en de Multidecoder Gefeliciteerd met de aankoop van deze Multidecoder MD-4 (D). Lees vóór u de decoder gaat installeren, de instructies in deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor latere naslag.

Nadere informatie

Modeltrein Academie. Modeltreinen, analoog rijden en schakelen

Modeltrein Academie. Modeltreinen, analoog rijden en schakelen Modeltrein Academie Modeltreinen, analoog rijden en schakelen Modeltrein Academie Modeltreinen, analoog rijden en schakelen - pagina 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Analoog rijden 8 Analoog

Nadere informatie

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves KEYSTONE Inhoud 1 Optionele module 8: AS-Interface module 1 2 Installatie 1 3 Communicatiekenmerken 1 4 Beschrijving van de OM8 AS-Interface module 2 5 AS-Interface protocol 3 6 Communicatie-interface

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware installatie. LC202 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware installatie. LC202 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps LC202 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps Inleiding Stel de Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het product niet in direct zonlicht of in de dichte

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik CAR module 4. Werking van de CAR module 4. Aansluiten van de CAR Module 5. Technische gegevens 10

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik CAR module 4. Werking van de CAR module 4. Aansluiten van de CAR Module 5. Technische gegevens 10 05/2013 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware installatie. LC201 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps

Nederlandse versie. Inleiding. Hardware installatie. LC201 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps LC201 Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps Inleiding Stel de Sweex Powerline Ethernet Adapter 200 Mbps niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het product niet in direct zonlicht of in de dichte

Nadere informatie

Dossier RAILBUS. Pagina 1

Dossier RAILBUS. Pagina 1 Dossier RAILBUS Pagina 1 INLEIDING Pagina 2 INHOUD Inleiding... 2 Inhoud... 3 Doel... 4 Situatie op 13 Januari 2008... 5 Hoe het begon... 5 Technische vereisten... 5 De eerste stapjes... 5 Aansturen van

Nadere informatie

Digitaal Professional worden! 1. Boosterkringen. RAILWARE, Intellibox, DB-2 Booster, Ringleidingen

Digitaal Professional worden! 1. Boosterkringen. RAILWARE, Intellibox, DB-2 Booster, Ringleidingen Digitaal Professional worden! 1. Boosterkringen RAILWARE, Intellibox, DB-2 Booster, Ringleidingen Na het aankopen van de RAILWARE software moet als eerste het spoorplan op de PC worden samengesteld. Het

Nadere informatie

SPECIAL MOBILE STATION, DEEL 5. Schakelen en beheren

SPECIAL MOBILE STATION, DEEL 5. Schakelen en beheren MOBILE STATION, DEEL 5 Schakelen en beheren 32 Railwissel, groen licht en stopgebod: Pas met wissels en seinen is het spel met de modelbaan werkelijk compleet. Zo eenvoudig kunnen verschillende magneetartikelen

Nadere informatie

ModelTrein-Support: Workshop KOPLOPER

ModelTrein-Support: Workshop KOPLOPER 2017 ModelTrein-Support: Workshop KOPLOPER Patrick Peeters ModelTrein-Support vzw 21-1-2017 We starten onze workshop met een toelichting op het programma Koploper (aansturen van modeltreinen) ontwikkeld

Nadere informatie

Terugmeldmodule 63320

Terugmeldmodule 63320 Terugmeldmodule 63320 Terugmeld-Module 63320 Voor 2 geleider-rails nieuwe dimensie voor digitale terugmelding Waarvoor gebruikt men Terugmelding? Terugmeldingen geven op de modelbaan de informatie of een

Nadere informatie

ModelTrein-Support: Workshop KOPLOPER

ModelTrein-Support: Workshop KOPLOPER 2014 ModelTrein-Support: Workshop KOPLOPER Patrick Peeters ModelTrein-Support 25-10-2014 We starten met onze workshop met een toelichting op het programma Koploper (aansturen van modeltreinen) ontwikkeld

Nadere informatie

Het toepassen van Märklin isolatie 74030 bij C-rails.

Het toepassen van Märklin isolatie 74030 bij C-rails. Het toepassen van Märklin isolatie 74030 bij C-rails. Omdat bij mij regelmatig vragen binnen komen hoe isolaties toe te passen bij C-rails van Märklin heb ik voor u dit document aangemaakt. Voordat men

Nadere informatie

LocoHDL Module Toepassingen

LocoHDL Module Toepassingen LocoHDL Module Toepassingen Keerlus voor doorrijden in 1 richting Keerlus voor doorrijden in 2 richtingen Disclaimer van Aansprakelijkheid: Het gebruik van alle items die kunnen worden gekocht en alle

Nadere informatie

Nieuwe- en bijkomende functionaliteiten app V5.0

Nieuwe- en bijkomende functionaliteiten app V5.0 Nieuwe- en bijkomende functionaliteiten app V5.0 Hieronder vindt u een opsomming van de vernieuwde en bijkomende functionaliteiten van de INTEGRA CONTROL app versie 5.0. Nieuw app icoon en opstartscherm

Nadere informatie

Het onverwacht haperen van een trein is nu verleden tijd dankzij de USP :

Het onverwacht haperen van een trein is nu verleden tijd dankzij de USP : Nieuwigheden 2004 Bladzijde 1 van 6 1. Een rood sein voorbijrijden kan niet meer! De nieuwe decoders van de GOLD-reeks betekenen een echte revolutie in de techniek van de modeltrein. Nauwkeurig stoppen

Nadere informatie

Triggers en Acties gebruiken

Triggers en Acties gebruiken Net2 Triggers en Acties gebruiken Belangrijke opmerking De Net2 Servercomputer moet altijd draaien, anders kan Triggers en Acties niet correct werken. Triggers en Acties is een krachtige functie. Hij kan

Nadere informatie

SPECIAL. Afleve 3. märklin magazin

SPECIAL. Afleve 3. märklin magazin ALLES OVER Afleve 3 SEINEN 30 märklin magazin 4.2017 ZIN IN SEINEN, AFLEVERING 3 Natuurgetrouw Duidelijk geval: seinen langs het spoor moeten natuurgetrouw zijn opgebouwd. Er moet echter ook rekening worden

Nadere informatie

De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan.

De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan. De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan. Pagina 1 van 9 Inhoudsopgave. Inhoudsopgave.... 2 1.

Nadere informatie

Montagevoorschriften

Montagevoorschriften Montagevoorschriften BCU Mont_BCU1_NL.Doc 1/9 Inhoudsopgave 1. Montage van de onderdelen... 3 2. Aansluitingen van de 8 polige stekker... 3 3. Aansluitingen van de 10 polige stekker... 4 4. Opstarten...

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Sein decoder voor DCC systemen 4. Aansluitingen overzicht van de decoder 4. Aansluiten van de decoder 5

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Sein decoder voor DCC systemen 4. Aansluitingen overzicht van de decoder 4. Aansluiten van de decoder 5 08/2018 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Nederlands Français. Handleiding. Mobile Station

Nederlands Français. Handleiding. Mobile Station Nederlands Français Handleiding Mobile Station 60653 Inhoudsopgave Pagina Mobile Station Mobile Station 3 Aansluiten 3 Menu, toetsfuncties 4 Taalkeuze 4 Loc invoeren, configureren Rijden, toetsfuncties

Nadere informatie

Domotica en communicatie Unica Wireless

Domotica en communicatie Unica Wireless Presentatie P104878 D17 Presentatie Scenario s Draadloos comfort is een gamma draadloze producten die gebruik maken van radiotechnologie (RF) om informatie uit te wisselen. Deze producten zijn uitermate

Nadere informatie

Pagina 1 van 14. Nederlandse uitgave: www.ab-treinen.nl

Pagina 1 van 14. Nederlandse uitgave: www.ab-treinen.nl De LR101 is een terugmelder voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LR101 wordt gebruikt in combinatie met o.a. de bezetmelder LB101. Pagina 1 van 14 Inhoudsopgave. Inhoudsopgave....

Nadere informatie

ontwerpen van een eenvoudige modelspoorbaan voor de beginnende modelspoorder

ontwerpen van een eenvoudige modelspoorbaan voor de beginnende modelspoorder ontwerpen van een eenvoudige modelspoorbaan voor de beginnende modelspoorder Inhoud Van het ovaal naar de modelspoorbaan Ontwerptips Sporenverloop, wissels, radius en bogen, sporenverloop, stijgen en dalen,

Nadere informatie

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen:

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen: Handleiding MRDIRECT BOOSTER Werkt met de volgende systemen: Het computerprogramma MRdirect Werkt niet met de volgende systemen: Alle systemen die MRdirect niet ondersteunt Werkt met de volgende protocollen:

Nadere informatie

11 Seinprinten Complexe seinen Seinprint SDU (Duits) informatieblad 11.3 SDU complexe Duitse seinen versie 1.0

11 Seinprinten Complexe seinen Seinprint SDU (Duits) informatieblad 11.3 SDU complexe Duitse seinen versie 1.0 Beperking aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van het bestuur van de HCCM is beperkt als omschreven in informatieblad 1 11 Seinprinten In het echte spoorbedrijf informeren seinen de machinist of hij

Nadere informatie

Save - Scholten Advies Veiligheidsbewustzijn Educatie. Save - Scholten Advies Veiligheidsbewustzijn Educatie

Save - Scholten Advies Veiligheidsbewustzijn Educatie. Save - Scholten Advies Veiligheidsbewustzijn Educatie Colofon Titel Beveiligingssystemen Au teu r Erik Scholten Vormgevin g Save - Scholten Advies Veiligheidsbewustzijn Educatie U itgever Save - Scholten Advies Veiligheidsbewustzijn Educatie D atu m 1 e dru

Nadere informatie

Praktijkinstructie Tekstverwerking 1 (CSE12.1/CREBO:53139)

Praktijkinstructie Tekstverwerking 1 (CSE12.1/CREBO:53139) instructie Tekstverwerking 1 (CSE12.1/CREBO:53139) pi.cse12.1.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd

Nadere informatie

Summa Cutter Tools. 1 Cutter tools. Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden:

Summa Cutter Tools. 1 Cutter tools. Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden: Summa Cutter Tools 1 Cutter tools Met dit programma kunnen twee dingen geïnstalleerd worden: 1. Plug-in voor Corel (vanaf versie 11) en Adobe Illustrator (vanaf versie CS). De plug-in voor Corel installeert

Nadere informatie

Proefbaantje in Koploper. Hoe doe je dat? (Verbeterde versie)

Proefbaantje in Koploper. Hoe doe je dat? (Verbeterde versie) Proefbaantje in Koploper Hoe doe je dat? (Verbeterde versie) Vooraf Maak een schets van de baan Maak blokindeling treinen rijden van lage naar hoge bloknummers vooruit Blokken liggen tussen wissels in

Nadere informatie

HANDLEIDING EENVOUDIG PROGRAMMEREN MET SPHERO SPRK

HANDLEIDING EENVOUDIG PROGRAMMEREN MET SPHERO SPRK HANDLEIDING EENVOUDIG PROGRAMMEREN MET SPHERO SPRK DOEL De leerlingen op een eenvoudige manier een robot programmeren. De leerlingen werken zorgvuldig. De leerlingen zien het verband tussen techniek en

Nadere informatie

H-TRONIC pendeltreinautomaat

H-TRONIC pendeltreinautomaat G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr. 21 65 24 H-TRONIC pendeltreinautomaat Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen

Nadere informatie

VMB2BLE. Eigenschappen van de rolluikmodule VMB2BLE. (screenshots van velbuslink 8.19) By KRIS DAELMAN

VMB2BLE. Eigenschappen van de rolluikmodule VMB2BLE. (screenshots van velbuslink 8.19) By KRIS DAELMAN VMB2BLE Eigenschappen van de rolluikmodule VMB2BLE (screenshots van velbuslink 8.19) By KRIS DAELMAN A. Inleiding B. Eigenschappen C. Configuratie Algemeen Alarmen Zonsopgang/zonsondergang Kalender D.

Nadere informatie

Wat gaan we behandelen

Wat gaan we behandelen Kennismaking met Wat gaan we behandelen Starten en stoppen van Koploper Betekenis van kleuren en symbolen in het baanplan Een loc aan- of afmelden en op weg helpen Snelheid van loc bijregelen Een nieuwe

Nadere informatie

Technische gegevens 12

Technische gegevens 12 02/2009 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Fleischmann Tachowagen HO

Fleischmann Tachowagen HO Algemene instellingen. Hoe snel, hoe lang, hoe breed? De tachowagen van Fleischmann vertelt het u. Eindelijk kunt u meten, hoe groot de afstand bijvoorbeeld tussen twee stations is, of met welke snelheid

Nadere informatie

Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst

Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst Keerlusmodule Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst Korte handleiding Bij de opbouw van de keerlussen of raildriehoeken in de modelbaan komt het onvermijdelijk tot een kortsluiting tussen de beide rails.

Nadere informatie

EASYPLUS PRE DOMOTICA

EASYPLUS PRE DOMOTICA EASYPLUS PRE DOMOTICA 1 of 11 EASYPLUS PRE DOMOTICA... 1 Algemeen... 3 2. PRE08008 : PRE domotica systeem met 8 uitgangen... 3 3. PRE08016 : PRE domotica systeem met 16 uitgangen... 4 4. PRE08024 : PRE

Nadere informatie

MODEL & TECHNIEK 16 12i_Maerklin Digital_MMint_ _120117_RZ_tg.indd :18

MODEL & TECHNIEK 16 12i_Maerklin Digital_MMint_ _120117_RZ_tg.indd :18 16 CS3 PRAKTISCH TOEPASSEN / DEEL 2 Stand van de wissels Nu het eerste ontwerp voor de modelbaan er is, wijden we ons in deel 2 van onze serie aan de wissels, een centrale component van de rails. Hoe bereiden

Nadere informatie

Alle gebruikte merknamen zijn geregistreerde merknamen van de bekende fabrikanten.

Alle gebruikte merknamen zijn geregistreerde merknamen van de bekende fabrikanten. 09/2018 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

Inbouwen verlichting

Inbouwen verlichting Inbouwen verlichting Iedereen ontdekt dat werken met licht een modelbaan een heel nieuwe dimensie kan geven. Eén van de talloze mogelijkheden om licht te brengen op onze baan is het inbouwen van verlichting

Nadere informatie

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten. Gefeliciteerd met de aankoop van deze PCI- I/ O - kaart. Lees vóór u de kaart gaat installeren, de instructies in deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor latere naslag. Controleer

Nadere informatie

MH200N MH200N. Gebruikshandleiding 05/10-01 PC

MH200N MH200N. Gebruikshandleiding 05/10-01 PC MH200N MH200N Gebruikshandleiding 05/10-01 PC 2 MH200N Gebruikshandleiding Inhoud Beschrijving van de MH200N 4 1. Gebruik van de MH200N met Webpagina s vanop Personal computer 5 2. Basisfuncties 7 2.1

Nadere informatie

Predator Pro 3D USB. Predator Pro 3D USB. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Predator Pro 3D USB. Predator Pro 3D USB. Gebruikershandleiding. Versie 1.0 Predator Pro 3D USB Gebruikershandleiding Versie 1.0 Auteursrecht Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de fabrikant enig deel van deze handleiding te reproduceren

Nadere informatie

Spoor op Vleugels. Nieuwsbulletin Nr 9. Een Voorspoedig 2010!

Spoor op Vleugels. Nieuwsbulletin Nr 9. Een Voorspoedig 2010! Spoor op Vleugels Nieuwsbulletin Nr 9 Een Voorspoedig 2010! Dit is de eerste Nieuwsbrief van dit belangrijke jaar voor de EMV en we wensen alle lezers dan ook allereerst een voorspoedig 2010. Ook dit jaar

Nadere informatie

Oefeningen in praktijk

Oefeningen in praktijk 1 Oefeningen in praktijk In deze oefeningen gaan we voor ieder toepassing starten vanaf een blanco file. Hierdoor kan je zonder afleiding, de specifieke programmatie onder de knie krijgen. 1 *Dimtotaal

Nadere informatie

Stappenplan voor een werkstuk in Word

Stappenplan voor een werkstuk in Word Werkstuk maken Secties maken We gaan een werkstuk maken over dieren in Afrika. Allereerst gaan we ruwweg een indeling maken in secties. Voor ons werkstuk maken we de volgende secties: 1. Titelpagina 2.

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT

ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL TUCHTREGLEMENT ALGEMEEN REGLEMENT VAN HET PERSONEEL EN DE SOCIALE DIENSTEN BUNDEL 550 - TUCHTREGLEMENT BIJLAGE III BESTRAFFING VAN DE FOUTEN TEGEN DE VEILIGHEID VAN HET VERKEER. A. INBREUKEN OP DE REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Licht en donker. We willen onze verlichting langzaam laten aan en uit gaan. Daartoe hebben we een langzaam aan / langzaam uit - dimmer nodig.

Licht en donker. We willen onze verlichting langzaam laten aan en uit gaan. Daartoe hebben we een langzaam aan / langzaam uit - dimmer nodig. Licht en donker Lichtjes op onze modelbaan maken onze modelwereld vaak nog fascinerender. Straatverlichting, interieurverlichting in huizen en treinen, ze komen pas tot hun recht als het donker is. We

Nadere informatie

Handleiding voor vertegenwoordigers van de Staat

Handleiding voor vertegenwoordigers van de Staat Uniek verslag Handleiding voor vertegenwoordigers van de Staat Version 1 1 Inhoudstafel Inhoudstafel...2 Inleiding...3 Webbrowsers...4 Verbinding maken met de toepassing...5 Formulier overeenkomst...12

Nadere informatie

TRAIN SERVICE & SHUNTING PLANNER

TRAIN SERVICE & SHUNTING PLANNER TRAIN SERVICE & SHUNTING PLANNER BOB HUISMAN Dit projectplan is het startpunt voor de student om 1) een voorkeur voor een project uit te spreken en 2) te gebruiken als start informatie bij begin project.

Nadere informatie

LCD scherm ve LCD scherm

LCD scherm ve LCD scherm scherm. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica zelf

Nadere informatie

SOFTLOK 12.5x. Vernieuwing/ Aanvulling op handleiding ) Uitbreiding van het maximale aantal in te voeren locomotieven van 99> 200

SOFTLOK 12.5x. Vernieuwing/ Aanvulling op handleiding ) Uitbreiding van het maximale aantal in te voeren locomotieven van 99> 200 SOFTLOK 12.5x Vernieuwing/ Aanvulling op handleiding 12.0 1) Uitbreiding van het maximale aantal in te voeren locomotieven van 99> 200 Nadat in V12.0 het adressen bereik is vergroot, is het nu mogelijk

Nadere informatie

Berekening van de hash-code van een bestand of CD

Berekening van de hash-code van een bestand of CD 1 Berekening van de hash-code van een bestand of CD Berekening van de hash-code van een bestand of CD Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Te gebruiken commando bij verschillende besturingsomgevingen 2 3. Download

Nadere informatie

4-kanaals dimmerstuurmodule met 0 of 1 tot 10V-uitgangen voor het Velbus-systeem

4-kanaals dimmerstuurmodule met 0 of 1 tot 10V-uitgangen voor het Velbus-systeem VMB4DC 4-kanaals dimmerstuurmodule met 0 of 1 tot 10V-uitgangen voor het Velbus-systeem INHOUD INHOUD... 2 OMSCHRIJVING... 3 EIGENSCHAPPEN... 3 VELBUSEIGENSCHAPPEN... 5 OVERZICHT... 6 LEDINDICATIE... 7

Nadere informatie

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e

MotorControl gebruiksaanwijzing V3 vanaf softwareversie 2.0e Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...1 INLEIDING...3 UITVOERING...3 MC55081...3 MC55082...3 AANSPRAKELIJKHEID EN GARANTIE...3 ALGEMENE WERKING...4 Maximale stuurtijd beveiliging...4 Omschakel beveiliging...4

Nadere informatie

Handleiding Online Inschrijven

Handleiding Online Inschrijven Handleiding Online Inschrijven Kijk voor extra uitleg ook steeds naar de tekstvakken op de website! Inhoudsopgave 1. Aanmelden... 2 2. Gebruikersmenu... 2 2.1. Home... 2 2.2. Kalender... 2 2.3. Inschrijven...

Nadere informatie

ISABEL 6. VLOTTE SAMENWERKING

ISABEL 6. VLOTTE SAMENWERKING ISABEL 6. VLOTTE SAMENWERKING TEAMWORK IMPROVED VLOT SAMENWERKEN IN ALLE VEILIGHEID: IDEAAL, OOK VOOR UW BEDRIJF. BETER TEAMWERK DANKZIJ ISABEL 6. Isabel 6 is speciaal ontworpen voor bedrijven zoals het

Nadere informatie

Digitale sluitsysteem 3060

Digitale sluitsysteem 3060 Stand: Januari 2004 Inhoudsopgave 1.0 Algemeen werkingsprincipe 3 2.0 De componenten van het digitale sluit- en organisatiesysteem 3060 3 2.1 Software LDB 3 2.2 Programmering 4 2.3 Digitale cilinder 3061

Nadere informatie

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties SPRAAK MODULE INT-VG int-vg_nl 12/11 De INT-VG module werkt samen met de INTEGRA en VERSA alarmsystemen en maakt implementatie van spraakberichten mogelijk (deze module vervangt de CA-64 SM spraak synthesizer

Nadere informatie

HANDLEIDING UEA-SERVICE

HANDLEIDING UEA-SERVICE HANDLEIDING UEA-SERVICE VOOR OPENBARE AANKOPERS 30/04/2018 versie 100 Federale dienst e-procurement GEBRUIKSVOORWAARDEN Rechten De FOD Beleid en Ondersteuning behoudt alle rechten (waaronder auteursrechten,

Nadere informatie

Welkom bij modelbaan automatisering

Welkom bij modelbaan automatisering Welkom bij modelbaan automatisering Beste Modelbaanbouwer, Denkt u wel eens, dat de treinen op uw modelbaan ooit automatisch zullen gaan rijden, zodat u de handen vrij heeft voor rangeerwerk en/ of wilt

Nadere informatie

Metro Queen Games, 2000 HENN Dirk 2 tot 6 spelers vanaf 8 jaar ± 60 minuten

Metro Queen Games, 2000 HENN Dirk 2 tot 6 spelers vanaf 8 jaar ± 60 minuten Metro Queen Games, 2000 HENN Dirk 2 tot 6 spelers vanaf 8 jaar ± 60 minuten Parijs, 100 jaar geleden De wereldtentoonstelling van 1900 staat voor de deur en op de grote plaatsen wordt er gegraven en gewroet.

Nadere informatie

1.2 Schakelopdrachten van Loc-extrafuncties aan verschillende plaatsen van het schakelverloop in Automatiekbedrijf activeren.

1.2 Schakelopdrachten van Loc-extrafuncties aan verschillende plaatsen van het schakelverloop in Automatiekbedrijf activeren. De nieuwe Lissy-ontvanger 68610 heeft als opvolger van de Lissy-ontvanger 68600 extra nieuwe functies: Lokindividuele wachttijd bij automatiekbedrijf in het Pendelverkeer, Stoppositie en Blockpositie,

Nadere informatie

User Manual. 99-2908 DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair

User Manual. 99-2908 DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair User Manual 99-2908 DMX Universal Demux 8 channel Switch / PWM / Servo / Strobe / Binair Omschrijving De DMX Universele Demux is uitstekend geschikt voor het aansturen van diverse. Aan de uitgang staan

Nadere informatie

Freight Train White Wind, 1993 MOON Alan R spelers vanaf 10 jaar ± 60 minuten

Freight Train White Wind, 1993 MOON Alan R spelers vanaf 10 jaar ± 60 minuten Freight Train White Wind, 1993 MOON Alan R. 02-05 spelers vanaf 10 jaar ± 60 minuten Inleiding De locomotieven staan klaar. In het centrale goederenstation maar ook in de stations van de spelers wachten

Nadere informatie

LGB MZS Functie overzicht

LGB MZS Functie overzicht LGB MZS Systeem - Functie overzicht 1 / 5 LGB MZS Functie overzicht Dit overzicht is op te vragen als pdf voor leden van het en gepubliceerd in het magazine van de www.grootspoorgroep.nl. LGB MZS Centrale

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Handleiding: MC5508.20070830 v2.0a. Pagina - 1 -

Inhoudsopgave. Handleiding: MC5508.20070830 v2.0a. Pagina - 1 - Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE...1 INLEIDING...2 UITVOERING...2 MC55081...2 MC55082...2 AANSPRAKELIJKHEID EN GARANTIE...2 ALGEMENE WERKING...3 Maximale stuurtijd beveiliging...3 Omschakel beveiliging...3

Nadere informatie