II DOMUS HERHALING. Curiosum. 1 Geef de woordsoort en vertaling van volgende woorden. Zijn het veranderlijke of onveranderlijke woorden?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "II DOMUS HERHALING. Curiosum. 1 Geef de woordsoort en vertaling van volgende woorden. Zijn het veranderlijke of onveranderlijke woorden?"

Transcriptie

1 II DOMUS 1 Geef de woordsoort en vertaling van volgende woorden. Zijn het veranderlijke of onveranderlijke woorden? 1 statua 2 sedere 3 fortasse 4 sed 5 venire 6 reprehendere 7 ubi? 8 frater 9 hortus 10 tum 2 Even opfrissen... Woordsoort (afkorting) Enkelvoud en meervoud noem je het van een woord. Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig noem je het HERHALING genus zn. ww. bw. vw. ww. ww. bw. zn. zn. bw. van een woord. Een veranderlijk woord bestaat uit een en een uitgang. De onveranderlijke woordsoorten zijn:, en. Vertaling standbeeld zitten misschien maar komen berispen waar? broer tuin dan getal stam voegwoord voorzetsel bijwoord Curiosum Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Veranderlijk/onveranderlijk Om de schatkist wat te vullen, heft Keizer Vespasianus (reg ) een belasting op de Romeinse urinoirs. Wanneer zijn zoon Titus in naam van velen protesteert, laat de keizer hem aan een muntstuk ruiken dat bij de eerste heffing is opgehaald. Pecunia non olet ( geld stinkt niet ), zegt Vespasianus. Je kunt aan het geld immers niet ruiken waar het vandaan komt... Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I 15

2 Lectio I Lectio II Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII VOCABULARIUM 1 Studeer de woorden van Lectio II in je woordenlijst en schrijf in het kader hieronder de woorden die je moeilijk kunt onthouden. Herhaal ze regelmatig! Grondwoord Tweede kolom woordenlijst Vertaling(en) Geheugensteuntje 2 In de leesles vind je een aantal woorden waarin je een Nederlands, Frans of eventueel Engels woord herkent. Noteer die woorden hieronder en schrijf er de afleiding bij. Curiosum Latijns woord Afleiding in een moderne taal In 64 n.c. verwoest een felle brand een groot deel van Rome. Keizer Nero laat nadien op een deel van de afgebrande stad een enorm paleis bouwen. De Domus Aurea ( Gouden Huis ) overtreft in omvang en lue alle andere Romeinse bouwwerken. Wanneer Nero zijn intrek neemt in het paleis, zegt hij: Eindelijk een menswaardig onderkomen. Nero kan niet lang genieten van zijn nieuwe woonst. Er breekt een opstand tegen hem uit en hij pleegt zelfmoord. Latere keizers zullen de Domus Aurea geleidelijk aan afbreken. Toch kun je ook nu nog ondergrondse resten van dit paleis bezoeken _Pharos1_Oefenboek.indd 16 10/02/11 16:24

3 UBI EST QUINTUS? 1 Lees de Latijnse tekst en los de vragen aan de rechterkant op. Caecilia Quintum quaerit. Omkader de werkwoorden in r. 1 tot 5. Primum atrium intrat neque Quintus ibi est. Wat is de uitgang van die werkwoorden? t Deinde culinam intrat neque vero Quintum ibi reperit. Frater betekent broer, het genus is m. Postremo triclinium intrat, sed fratrem nondum reperit. Op welke plaats in de zin staat het werkwoord 5 Nunc Caecilia Quintum vocat, sed Quintus non respondet. meestal? achteraan Iterum Caecilia nomen Quinti clamat, sed iterum frater non respondet. Omcirkel het onderwerp van r. 7. Tum mater venit et filiam interrogat: Wat is het grondwoord van filiam? filia Caecilia, ubi est Quintus? Cur non respondet? Hier verandert dus de uitgang van het Caecilia: Fortasse nihil audit. Fortasse in horto ludit. woord. De stam is filihij. Wie/wat is het 10 Mater hortum intrat. Hic est filius. = Quintus onderwerp van audit (r. 9)? Quid agit in horto? Onderstreep alle voegwoorden in r Quintus non ludit, sed sedet et tacet. Mater betekent moeder, het genus is Quid est?, mater filium interrogat. dus v.. Filius betekent zoon, Quintus matrem audit, sed tacet. het genus is m.. 15 Iterum mater filium interrogat: Quid est? Geef de woordsoort van iterum: bw. Nihil, mater, nihil!, Quintus respondet. Nunc mater videt pilam et statuam. Statua fracta est. Wat is het grondwoord van filium? filius Statim mater filium reprehendit De stam is fili-. 2 Vertaal de leestekst hieronder. Verbeter daarna je fouten met een opvallende kleur. Vertaling Verbeteringen 1 2 Caecilia zoekt Quintus. Eerst gaat ze het atrium binnen, maar daar is Quintus niet. Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I _Pharos1_Oefenboek.indd 17 10/02/11 16:24

4 Lectio I Vertaling Verbeteringen Lectio II Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII Vervolgens gaat ze de keuken binnen, maar daar vindt ze Quintus ook niet. Ten slotte gaat ze de eetkamer binnen, maar ze vindt haar broer nog niet. Nu roept Caecilia Quintus, maar Quintus antwoordt niet. Opnieuw roept Caecilia de naam van Quintus, maar opnieuw antwoordt haar broer niet. Dan komt moeder en ze vraagt aan haar dochter: Caecilia, waar is Quintus? Waarom antwoordt hij niet? Caecilia: Misschien hoort hij niets. Misschien speelt hij in de tuin. Moeder gaat de tuin in. Hier is haar zoon. Wat doet hij in de tuin? Quintus speelt niet, maar zit en zwijgt. Wat is er?, vraagt moeder aan haar zoon. Quintus hoort zijn moeder, maar hij zwijgt. Opnieuw vraagt moeder aan haar zoon: Wat is er? Niets, moeder, niets, antwoordt Quintus. Nu ziet moeder de bal en het standbeeld. Het standbeeld is gebroken. Onmiddellijk berispt moeder haar zoon _Pharos1_Oefenboek.indd 18 10/02/11 16:24

5 3 Lees de Latijnse leestekst opnieuw en beantwoord deze inhoudsvragen in het Nederlands. 1 Ubi est Quintus? Quintus zit in de tuin. 2 Cur Quintus Caeciliam fortasse non audit? Omdat Quintus misschien in de tuin zit. 3 Quid agit in horto? Quintus zit in de tuin en zwijgt. 4 Quid mater in horto videt? Moeder ziet Quintus die zit, ze ziet ook de bal en het standbeeld. 5 Wat doet Quintus op r. 12? Waarom, denk je? Quintus zit en zwijgt, omdat hij spijt heeft over wat hij gedaan heeft of omdat hij bang is voor de reactie van moeder. 6 Waarom antwoordt Quintus zo uitdrukkelijk: Nihil, nihil (r. 16)? Omdat hij niet wil dat moeder opmerkt wat er is gebeurd en omdat hij niet gestraft wil worden. Curiosum De Romeinse keizers wonen niet in gewone huizen, maar in indrukwekkende paleizen. De meeste keizers resideren op de Palatinus (Palatijn), één van de zeven heuvels van Rome. Wist je dat ons woord paleis van de naam van deze heuvel afgeleid is? Tegenwoordig kun je nog altijd de ruïnes van die keizerlijke paleizen op de Palatijn bezoeken. Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I _Pharos1_Oefenboek.indd 19 10/02/11 16:24

6 Lectio I Lectio II TAAL Werkwoorden leerboek p. 30 Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII 1 Splits de werkwoorden in stam en uitgang. Vertaal de zin. Caecilia clama t. Caecilia roept. 1 Quintus non respondet. 2 Caecilia fratrem non invenit. 3 Ubi est Quintus? 4 Quintus sedet et tacet. 5 Mater filium interrogat. 6 Nunc mater videt pilam. 7 Statua fracta est. 2 Vul in. Alle werkwoorden in de oefening hierboven eindigen op de letter. Die letter is de Wat ervoor komt, wordt de van het werkwoord. genoemd. De stam kan eindigen op een -a, zoals bij het ww.. Werkwoorden met een stam op -a zijn ww. van vervoeging. De stam kan eindigen op een -e, zoals bij het ww.. Werkwoorden met een stam op -e zijn ww. van vervoeging. De stam kan eindigen op een -i, zoals bij het ww.. Werkwoorden met een stam op een -i zijn ww. van vervoeging. 3 Lees volgende zinnen en vul in. Quintus non ludit. Mater filium reprehendit. Quid agit in horto? Quintus ibi est. Ludit, agit en reprehendit zijn ww. van vervoeging III. Hun stam eindigt op een. De - - is een uitgang bindklinker stam die tussen de stam en de uitgang wordt geplaatst. Je herkent ww. van vervoeging III in de woordenlijst aan de 1ste persoon enkelvoud: ludere, ludo. Er bestaan ook ww. van vervoeging V met stam op -. We leren voorlopig enkel het model capit. hij, zij, het neemt Dit betekent. Quintus antwoordt niet. Caecilia vindt haar broer niet. Waar is Quintus? Quintus zit en zwijgt. Moeder ondervraagt haar zoon. Nu ziet moeder de bal. Het standbeeld is gebroken. clamare Est is een onregelmatig werkwoord en betekent. I -t respondere II invenire IV hij, zij, het is medeklinker _Pharos1_Oefenboek.indd 20 10/02/11 16:24

7 4 Vul eerst de modellen in. Schrijf daarna de werkwoorden hieronder op de juiste plaats in de tabel. Splits ze telkens in stam, (bindklinker) en uitgang. tacet audit interrogat vocat respondet est ludit venit clamat sedet reprehendit capit I II III IV V Onregelm. ww. model: model: model: model: model: amare interroga-t voca-t clama-t 5 Welk werkwoord past niet in het rijtje? Waarom niet? Vertaal ook alle werkwoorden mondeling. 1 interrogat invenit intrat vocat clamat invenit: vervoeging IV 2 respondet est sedet tacet videt est: onregelmatig ww. 3 agit tegit ludit invenit reprehendit invenit : vervoeging IV 4 ludit metuit capit tegit reprehendit capit: vervoeging V MEMENTO Bij werkwoorden noemen we het veranderen van de uitgang. Werkwoorden worden in verschillende groepen of laatste letter van de stam. Er bestaan vijf vervoegingen, elk met hun eigen model. Werkwoorden die tot deze vijf vervoegingen behoren, zijn Er bestaan ook werkwoorden, zoals esse ( zijn ). Voorlopig leren we enkel de uitgang van de 3de persoon enkelvoud (hij, zij, het). Je leert bij elke vervoeging het model uit het hoofd. ingedeeld op basis van de werkwoorden. Vervoeging I II III IV V Onregelm. ww. medeklinker Stam a-stam e-stam -stam -stam of u-stam Model amare monere tegere audire capere esse 3de pers. enk. monere tace-t responde-t sede-t onregelmatige amat hij, zij, het houdt van monet hij, zij, het waarschuwt tegere lud-i-t reprehend-i-t rest: vervoeging I rest: regelmatige ww. vervoeging II rest: vervoeging III rest: vervoeging III tegit hij, zij, het bedekt audire audi-t veni-t vervoegen vervoegingen regelmatige audit hij, zij, het hoort capere capi-t capit hij, zij, het neemt est / est hij, zij, het is Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I _Pharos1_Oefenboek.indd 21 10/02/11 16:24

8 Lectio I Zelfstandige naamwoorden Lectio II Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII 1 Even opfrissen... Het genus van zelfstandige naamwoorden op -a is. Het zijn woorden van de 1ste verbuiging. Het genus van de zelfstandige naamwoorden op -us van de 2de verbuiging is. Er bestaan ook onzijdige zelfstandige naamwoorden van de 2de verbuiging. In de woordenlijst herken je ze aan hun uitgang. Woorden van de 1ste en 2de verbuiging vormen samen de woorden van de 1ste klasse. 2 In de woordenlijst vind je ook zelfstandige naamwoorden van de 3de verbuiging. De 3de verbuiging vormt de 2de klasse. Die woorden kunnen mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn. Je herkent het genus niet aan de uitgang. leerboek p. 28 Soms maakt de betekenis duidelijk welk genus ze hebben, maar vaak moet je het genus uit het hoofd leren. Haal alle zn. van de 2de klasse uit de woordenlijst van lectio I en II. Plaats ze op de juiste plaats in de tabel. MEMENTO 2de klasse of 3de verbuiging mannelijke zn. vrouwelijke zn. onzijdige zn. De zelfstandige naamwoorden worden ingedeeld in groepen of verbuigingen. Je leert in deze lectio de eerste De eerste en de tweede verbuiging vormen samen de. De woorden van de derde verbuiging behoren tot de. Model du frater drie 1ste klasse -um mater soror vrouwelijk verbuigingen, elk met hun eigen model. eerste klasse tweede klasse mannelijk animal corpus nomen 2de klasse 2de verbuiging 1ste verbuiging 2de verbuiging 3de verbuiging avus rosa donum du corpus Genus m. v. o. m. / v. o _Pharos1_Oefenboek.indd 22 10/02/11 16:24

9 Gezegde, onderwerp en voorwerp 1 Omkader het werkwoordelijk gezegde (WWG) en omcirkel het onderwerp (O). Caecilia Quintum clamat. Quintus non respondet. Iterum Caecilia Quintum vocat. Sed iterum frater non respondet. 5 Caecilia fratrem non invenit. Tum mater venit. Filiam interrogat: Caecilia, ubi est Quintus? Cur non audit? Quintus matrem audit, sed tacet. 10 Iterum mater filium interrogat: Quid est? Nunc mater videt pilam et statuam. 2 Vertaal volgende zinnetjes. Plaats de vetgedrukte woorden op de juiste plaats naast het zinsmodel. 1 Quintus non respondet. 2 Tum mater venit. 3 Ubi Quintus ludit? 4 Frater hortum intrat. rol handeling rol handelend functie WWG functie onderwerp vorm werkwoordsvorm: PV vorm nw. in nom. 3 Omcirkel het onderwerp en onderstreep het voorwerp (lijdend). Hoe vind je het onderwerp? 1 Gisteren reed ik met mijn fiets naar school. Quintus antwoordt niet. Dan komt moeder. Waar speelt Quintus? Broer komt de tuin binnen. respondet venit ludit intrat Quintus mater frater Wie / wat Wie / wat 2 Op een mooie herfstdag liet de buurman zijn hond uit. + WWG? Hoe vind je het voorwerp (lijdend)? + WWG + O? leerboek p. 27 Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I 3 Na de les L.O. neem ik eerst een douche. 4 In het weekend maak ik graag een uitstap met vrienden. 5 Op je verjaardag krijg je een goed boek _Pharos1_Oefenboek.indd 23 10/02/11 16:24

10 Lectio I Lectio II Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII 4 Duid aan of bij de volgende werkwoorden een onderwerp en/of voorwerp (lijdend) kan staan. Nederlands denken onderwerp / voorwerp Latijn vocare onderwerp / voorwerp doen onderwerp / voorwerp reprehendere onderwerp / voorwerp horen onderwerp / voorwerp sedere onderwerp / voorwerp begrijpen onderwerp / voorwerp tacere onderwerp / voorwerp fietsen onderwerp / voorwerp clamare onderwerp / voorwerp zitten onderwerp / voorwerp invenire onderwerp / voorwerp maken onderwerp / voorwerp 5 Zet de zinnen in een schema zoals in het voorbeeld hieronder: WWG videt O VW Mater pilam Als je niets kunt invullen, zet je een schuine streep in dat vak. 1 Caecilia fratrem invenit. 2 Fortasse donum capit. invenit capit Caecilia fratrem / donum 3 Iterum Quintus tacet. 4 Nunc mater videt pilam et statuam. tacet videt Quintus / mater pilam et statuam 5 Quintus corpus tegit. tegit Quintus corpus _Pharos1_Oefenboek.indd 24 10/02/11 16:24

11 Functie, rol en vorm 1 Vul in. Als een zelfstandig naamwoord het voorwerp is van een zin, komt het in een andere vorm te staan. Het veranderen van vorm van een zelfstandig naamwoord noem je. De vormen die zn. kunnen aannemen naargelang hun functie in de zin (onderwerp of voorwerp), noem je. Zo staat een zn. dat onderwerp is in de. Een zn. dat voorwerp is, staat in de. 2 Vul de uitgangen in de tabel aan. 1ste klasse 2de klasse 2de verbuiging 1ste verbuiging 2de verbuiging 3de verbuiging model avus rosa donum du corpus genus m. v. o. m. / v. o. nom. enk. av- ros- don- du corpus acc. enk. av- ros- don- duc- corpus 3 Vertaal volgende woorden. Zijn ze nom. en/of acc.? Zet een kruisje bij het juiste antwoord. Vertaal Nom. Acc. 1 deus 2 regnum 3 statuam 4 pila 5 bellum 6 mater 7 ducem 8 hortum 9 nomen 10 verbum naamvallen us accusatief a um verbuigen nominatief um am um em leerboek p. 29 god koninkrijk standbeeld bal oorlog moeder leider tuin naam woord Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I _Pharos1_Oefenboek.indd 25 10/02/11 16:24

12 Lectio I Lectio II Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII 4 Wat past niet in het rijtje? Waarom? 1 aurum regnum donum stadium gladium signum gladium: m. rest: o. 2 equus deus corpus hortus gladius avus corpus: o. rest: m. 3 gladium hortum filium caelum amicum avum caelum: o. rest: m. 5 Geef van de onderstreepte woorden de vorm, functie en rol. Vertaal daarna de zin. Vertaling Vorm Functie Rol 1 Caecilia Quintum vocat. Caecilia roept Quintus 2 Frater non respondet. Haar broer antwoordt niet. 3 Caecilia fratrem non invenit. Caecilia vindt haar broer niet. 4 Tum mater filiam interrogat. Dan ondervraagt moeder haar dochter. 5 Mater triclinium intrat et filium ibi invenit. Moeder komt de eetkamer binnen en vindt daar haar zoon. 6 Filius donum habet. De zoon heeft een geschenk. 7 Mater donum capit. Moeder krijgt het geschenk. 8 Quintus matrem amat. Quintus houdt van zijn moeder. zn. in acc. zn. in nom. ww.vorm: PV zn. in acc. zn. in acc. zn. in acc. zn. in nom. ww.vorm: PV 6 Vul de juiste uitgang van de modellen in. Plaats alle accusatieven uit de vorige oefening op de juiste plaats in de tabel. m. v. o. m. / v. o. nom. av-us ros-a don-um du corpus um am um em acc. av- ros- don- duc- Quintum filium filiam triclinium donum VW O WWG VW VW VW O WWG fratrem matrem lijdend handelend handeling lijdend lijdend lijdend handelend handeling corpus _Pharos1_Oefenboek.indd 26 10/02/11 16:24

13 7 Splits de onderstreepte woorden in stam en uitgang. Caecili a Quintum clama t. Caecilia Quintum clamat. Quintus non respondet. Iterum Caecilia Quintum vocat. Sed iterum frater non respondet. Caecilia fratrem non invenit. Tum mater venit. Filiam interrogat: Caecilia, ubi est Quintus? Cur non respondet? Filia respondet: Fortasse nihil audit. Fortasse in horto ludit. Mater hortum intrat. Hic est filius. Quid agit in horto? Quintus non ludit, sed sedet et tacet. 8 Wat is de functie en de rol van het onderstreepte woord? Kies de juiste Latijnse vorm. Functie Rol Vorm Toen ik moeder eindelijk terugzag, was ik heel blij. O / VW handelend / lijdend mater / matrem Moeder zag niet dat Quintus in de tuin speelde. O / VW handelend / lijdend mater / matrem Caecilia weet niet wat ze moet doen. O / VW handelend / lijdend Caecilia / Caeciliam Quintus heeft het standbeeld gebroken. O / VW handelend / lijdend statua / statuam Quintus hoort zijn moeder wel, maar blijft zwijgen. O / VW handelend / lijdend Quintus / Quintum 9 Geef de functie en de rol van het onderstreepte woord. Vertaal daarna de zinnen. Functie Rol 1 Fortasse Caecilia nihil audit. niets. 2 Cur non est statua in horto? standbeeld in de tuin? 3 Quintus statim venit. 4 Du patrem et filium nunc interrogat. 5 Mater atrium intrat; nunc animal videt. Misschien hoort Caecilia Waarom is/staat er geen Quintus komt onmiddellijk. O handelend De leider onder- VW lijdend vraagt nu de vader en de zoon. atrium binnen; nu ziet zij een dier. O handelend WWG handeling Moeder komt het VW lijdend Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I 6 Filia auilium quaerit. De dochter vraagt hulp. VW lijdend _Pharos1_Oefenboek.indd 27 10/02/11 16:24

14 Lectio I Lectio II Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII MEMENTO Vul de modellen aan. Curiosum functie onderwerp 1ste klasse Keizer Hadrianus ( n.c.) laat voor zich in Tivoli (30 km buiten Rome) een enorm paleis bouwen. Die Villa Hadriana is bijna een kleine stad op zich. Het comple omvat verscheidene bouwwerken: feestzalen, heiligdommen, bibliotheken, badhuizen Zuilengalerijen, fraaie tuinen en kilometers onderaardse gangen verbinden de gebouwen met elkaar. Die gangen laat Hadrianus aanleggen opdat hij niet gestoord zou worden door bedienden, slaven of leveranciers. Sommige gangen zijn zelfs breed en hoog genoeg voor paarden en karren. Na de dood van Hadrianus raakt de Villa snel verlaten. In de loop der eeuwen wordt het paleis geregeld geplunderd. Toch is de plek ook vandaag nog altijd een bezoek waard. rol functie WWG vorm functie voorwerp 2de klasse 2de verbuiging 1ste verbuiging 2de verbuiging 3de verbuiging model avus rosa donum du corpus genus m. v. o. m. / v. o. nom. enk. acc. enk. rol vorm rol vorm handelend av-us ros-a don-um av-um ros-am don-um naamwoord in nom. handeling werkwoordsvorm: PV lijdend du duc-em naamwoord in acc. corpus corpus _Pharos1_Oefenboek.indd 28 10/02/11 16:25

15 1 Geef twee kenmerken van een Romeinse domus die de bewoners beschermen tegen gevaren Bekijk volgende afbeeldingen nauwkeurig. Plaats de juiste Latijnse benaming bij de afbeelding. triclinium compluvium peristylium atrium vestibulum cubiculum hypocaustum lararium impluvium 1 WONEN IN ROME kleine ramen zware deuren (eventueel ook juist: bewaker, hond...) atrium impluvium peristylium 2 compluvium 3 4 vestibulum lararium triclinium leerboek p. 20 Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio I _Pharos1_Oefenboek.indd 29 10/02/11 16:25

16 Lectio I cubiculum 8 9 hypocaustum Lectio II Lectio III Lectio IV Lectio V Lectio VI Lectio VII Lectio VIII Lectio IX Lectio X Lectio XI Lectio XII Lectio XIII 3 De afbeeldingen hieronder tonen aan dat rijke Romeinen ook aandacht besteedden aan de versiering van hun huizen. Geef de naam van de versieringen: op de muren: op de grond: 4 De vloer met de afbeelding van een hond werd gelegd in een bepaalde kamer van de woning. Welke? Waarom denk je? De afbeelding van de hond in het vestibulum kan ongewenste bezoekers afschrikken. 5 De meeste mensen in de stad woonden niet in zo n huis maar in een fresco insula De allerarmsten woonden op straat mozaïek _Pharos1_Oefenboek.indd 30 10/02/11 16:25

17 TEST JEZELF! Lectio II 1 Zijn de volgende uitspraken waar of niet waar? Indien niet waar, verbeter dan de uitspraak. De uitgang van het zelfstandig naamwoord zegt iets over de functie in de zin. waar / niet waar Bijwoorden, voegwoorden en werkwoorden zijn onveranderlijke woorden. Werkwoorden zijn veranderlijke woorden. Werkwoorden met een -i- voor de uitgang zijn werkwoorden van vervoeging IV. Ze kunnen ook tot vervoeging III of IV behoren. Niet alle werkwoorden kunnen met een voorwerp staan in een zin. waar / niet waar waar / niet waar waar / niet waar Voegwoorden zijn onveranderlijk en geven vaak uitleg bij een werkwoord. Niet voegwoorden, maar bijwoorden zijn onveranderlijk en... Ik ken de begrippen van lectio I en II. waar / niet waar leerboek p en Rangschik volgens woordsoort: respondet ubi filium Caecilia non clamat statua bellum cur tacet pilam est in et ludit reprehendit Zelfstandig naamwoord Werkwoord Voegwoord Voorzetsel Bijwoord filium respondet et in ubi Caecilia clamat non statua tacet cur bellum est pilam ludit reprehendit Ik kan de woordsoort van een woord geven. leerboek p Wat past niet in het rijtje en waarom niet? 1 bellum aurum donum hortum atrium 2 avus nomen filius pater du 3 filium statuam fratrem avum ducem hortum: m. rest: o. nomen: o. rest: m. statuam: v. rest: m. Ik kan de naamval en het genus van een zelfstandig naamwoord herkennen. leerboek p _Pharos1_Oefenboek.indd 31 10/02/11 16:25

18 Lectio II 4 Vertaal de zinnen. Splits de onderstreepte zelfstandige naamwoorden in stam en uitgang. Splits ook alle werkwoorden in stam, (bindklinker) en uitgang. 1 Filia nunc fratrem reprehendit. De dochter berispt nu haar broer. 2 Avus fortasse in horto sedet. Grootvader zit misschien in de tuin. 3 Caecilia statuam non videt. Caecilia ziet het standbeeld niet. 4 Statim filia matrem monet. Onmiddellijk waarschuwt de dochter haar moeder. 5 Sed tum frater hortum intrat. Maar dan komt de/haar broer de tuin in. 6 Cur ducem non audit? Waarom hoort hij de aanvoerder niet? Ik kan de zinnen correct vertalen. Ik kan zelfstandige naamwoorden splitsen. Ik kan werkwoorden splitsen. leerboek p. 28 en 30 5 Geef van de onderstreepte woorden uit de vorige oefening: het model, de vorm, de functie en de rol. Model Vorm: zn. in... Functie Rol fratrem du acc. VW lijdend avus avus nom. O handelend statuam rosa acc. VW lijdend filia rosa nom. O handelend hortum avus acc. VW lijdend ducem du acc. VW lijdend Ik kan van een zelfstandig naamwoord het model geven. Ik kan van een zelfstandig naamwoord de vorm, de functie en de rol geven. leerboek p _Pharos1_Oefenboek.indd 32 10/02/11 16:25

19 6 Vul de zinnen met het juiste zinsdeel aan. Duid aan om welke functie het gaat: WWG, onderwerp of voorwerp. Vertaal de zin. aurum 1 Mater non invenit. (Caecilia aurum hortus) Moeder vindt het goud niet. Mater 2 Caeciliam audit, sed tacet. (Mater Filium Hortus) Moeder hoort Caecilia, maar ze zwijgt. Frater 3 nihil respondet. (Caeciliam Frater Ducem) Haar broer antwoordt niets. 4 Quintus in horto. (fratrem sedet nunc) Quintus zit in de tuin. avus 5 Ubi est? (matrem avus fortasse) Waar is grootvader? sedet Lectio II Ik herken het verschil tussen een WWG, O en VW. leerboek p _Pharos1_Oefenboek.indd 33 10/02/11 16:25

20 Lectio II EXTRA - UBI EST QUINTUS? (VERVOLG) 1 Hoe zou het verhaal van Quintus volgens jou aflopen? Verzin in het Nederlands een einde in maimum tien regels. 2 Misschien eindigt het verhaal wel zo... Vertaal het mogelijke vervolg van deze tekst. Et Quintus? Quid agit? Nihil agit, sed metuit. Iterum mater Quintum reprehendit, sed iterum Quintus tacet. Cur tacet? 5 Quintus amicum habet. amicus: vriend Amicus saepe in horto ludit. Et hodie statua fracta est. saepe: vaak hodie: vandaag Quintus amicum tegit et tacet. Quintus amicum amat. En Quintus? Wat doet hij? Hij doet niets, maar hij is bang. Opnieuw berispt moeder Quintus, maar opnieuw zwijgt Quintus. Waarom zwijgt hij? Quintus heeft een vriend. Zijn vriend speelt dikwijls in de tuin. En vandaag is het standbeeld gebroken. Quintus beschermt zijn vriend en zwijgt. Quintus heeft zijn vriend graag _Pharos1_Oefenboek.indd 34 10/02/11 16:25

21 EXTRA - QUINTUS SPEELT IN DE TUIN Lectio II Quintus cubiculum intrat et pilam invenit. Tum pilam sumit et hortum intrat. Quid Quintus ibi agit? Illic ludit: primum pilam iactat, deinde pilam ecipit. iactare: opgooien ecipere: opvangen 5 Iterum pilam iactat, sed nunc pila cadit. Itaque Quintus pilam quaerit. Pilam non reperit, sed invenit... animal! Statim sororem vocat, sed soror non respondet. Iterum Caeciliam clamat. 10 Nunc Caecilia Quintum audit et cito venit. Caecilia fratrem interrogat: Quid est? Quintus respondet: Ecce! Hic est ericius! ecce: kijk! ericius: egel Sed Caecilia ericium non videt: Ubi est ericius? Quintus locum indicat, sed ericius iam procul est. 1 Lees de tekst grondig. Plaats deze afbeeldingen in de juiste volgorde _Pharos1_Oefenboek.indd 35 10/02/11 16:26

22 2 Onderstreep alle naamwoorden in de accusatief. Lectio II 3 Vertaal de leestekst hieronder. Verbeter daarna je fouten met een opvallende kleur. Vertaling Verbeteringen Quintus gaat zijn slaapkamer binnen en vindt een bal. Dan neemt hij de bal en gaat de tuin in. Wat doet Quintus daar? Hij speelt daar: eerst werpt hij de bal, vervolgens vangt hij de bal op. Hij werpt de bal opnieuw, maar nu valt de bal. Quintus zoekt dus zijn bal. Hij vindt zijn bal niet, maar hij vindt wel... een dier! Hij roept onmiddellijk zijn zus, maar zijn zus antwoordt niet. Hij roept Caecilia nog eens. Nu hoort Caecilia Quintus en ze komt snel. Caecilia vraagt aan haar broer: Wat is er? Quintus antwoordt: Kijk! Hier zit een egel! Maar Caecilia ziet geen egel: Waar zit de egel? Quintus duidt de plaats aan, maar de egel is al ver weg _Pharos1_Oefenboek.indd 36 10/02/11 16:26

23 EXTRA - ROMEINSE EIGENNAMEN Lectio II 1 Vul de volgende woorden in op de juiste plaats in de tekst. boer praenomen Claudia gens Naso olifant Africanus slaven bijnaam vrouwen Het Romeinse systeem van naamgeving is uniek in de antieke wereld. Elke vrije Romeinse man heeft drie namen: praenomen 1 Met de eerste naam of het wordt een man alleen door familie of vrienden aangesproken. De keuze van voornamen is erg beperkt. Dit zijn de praenomina die de Romeinen meestal gebruiken, gevolgd door hun afkorting: Aulus A. Decimus D. Numerius N. Setus S. Appius App. Lucius L. Publius P. Spurius Sp. Gaius C. Marcus M. Quintus Q. Titus T. Gnaeus Cn. Manius M. Servius Ser. Tiberius Ti. 2 De tweede naam of het nomen (volledig = nomen gentilicium) verwijst naar de of stam waartoe de man behoort. In het oude Rome zijn er ongeveer 500 gentes of stammen. Beroemde familienamen zijn onder meer: Antonius, Claudius, Cornelius, Flavius, Iulius. Vele ervan zijn moderne voornamen geworden: denk maar aan Claudia gens, Jules, Toon _Pharos1_Oefenboek.indd 37 10/02/11 16:26

24 Lectio II 3 Om persoonsverwarring te vermijden, krijgt een Romein nog een derde naam, het cognomen of de bijnaam. Onder die naam ben je bekend en spreekt men je aan. Bijnamen zijn dikwijls geïnspireerd op een persoonsgebonden kenmerk of beroep zoals: Naso Cicero wrat Calvus kale neus Brutus bruut Strabo schele Agricola boer Plautus flapoor Capito dikkop Asinius ezeldrijver Je kunt ze dus vergelijken met wat wij een nickname noemen, maar ze zijn wel officieel! Jammer genoeg voor sommigen kan een bijnaam ook geërfd worden. Als je vader toevallig Calvus heet, kun je hetzelfde cognomen krijgen, ook al heb je een dikke haarbos. De bijnaam Caesar van C. Iulius Caesar zou olifant betekenen omdat een voorvader van hem tijdens de tweede Punische oorlog een olifant verslagen had. Als je opmerkelijke dingen doet, dan krijg je Denarius van 49 v.c. er nog een bijnaam bij. Bijvoorbeeld: je verovert Africa en krijgt daardoor de Africanus bijnaam. Een Romein die in een andere familie wordt opgenomen door adoptie, krijgt nog een etra bijnaam die naar zijn oorspronkelijke familie verwijst. Gaius Octavius, de latere keizer Augustus, is door Gaius Iulius Caesar geadopteerd en heet voortaan Gaius Iulius Caesar Octavianus. De bijnaam van een adoptiefzoon eindigt op -anus. Octavianus betekent dus dat die man vroeger Octavius heette. Vrouwen hebben slechts twee namen: Gaius Iulius Caesar Octavianus 1 een naam, die afgeleid is van het nomen van haar vader 2 en zijn bijnaam. Zo ontmoette je in de leesles Iulia Sabina. Als er meer meisjes in een gezin geboren worden, krijgen ze er volgens leeftijd een nummer bij. De oudste Claudia heet Claudia Maior ( oudere ), haar jongere zus Claudia Minor (de jongere ), een nog jongere zus Claudia Tertia (de derde ) enz. Vrije personen zonder Romeins burgerrecht die inwoners zijn van het Romeinse rijk, hebben meestal één naam in hun eigen taal of één Latijnse naam die eruitziet als een cognomen. Slaven hebben eveneens slechts één naam. Laat hun meester hen vrij, dan krijgen ze de voornaam en de naam van hun vroegere meester en hun eigen naam als cognomen _Pharos1_Oefenboek.indd 38 10/02/11 16:26

II DOMUS. Wonen in Rome 20. Ubi est Quintus? 26. Taal 27. Fontes Iuvenalis 32. Lectio II Lectio I XIX

II DOMUS. Wonen in Rome 20. Ubi est Quintus? 26. Taal 27. Fontes Iuvenalis 32. Lectio II Lectio I XIX II DOMUS Wonen in Rome 20 Ubi est Quintus? 26 Taal 27 Fontes Iuvenalis 32 Lectio XIII Lectio XII Lectio XI Lectio X Lectio IX Lectio VIII Lectio VII Lectio VI Lectio V Lectio IV Lectio III Lectio II Lectio

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief..

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn CAPUT PRIMUM De uitspraak van het Latijn 1) Pegasus p. 12: het Latijn en zijn dochtertalen Kaart 1 : Het Latijn (de taal van Latium) werd gesproken in het Romeinse rijk. Kaart 3 : Het Latijn leeft voort

Nadere informatie

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury Inhoud 1 Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury a Sanoma company I lingua latina Lingua Latina Romeinse cijfers Het Latijnse alfabet Uitspraak van het Latijn Woordsoorten

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE STRUCTUUR VAN DE ZIN: DE BIJVOEGLIJKE BEPALING Pegasus p. 78-79 We kunnen een zin verdelen in... Sommige zinsdelen kunnen verder onderverdeeld worden in... Het belangrijkste woord

Nadere informatie

Onderwerp en lijdend voorwerp

Onderwerp en lijdend voorwerp Onderwerp en lijdend voorwerp In de tweede les van het 8+-programma heb je al wat Latijn vertaald. Dat waren eenvoudige zinnetjes, die voornamelijk bestonden uit een onderwerp, een gezegde en een bijwoordelijke

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE DE LAATSTE NAAMVALLEN: de DATIEF en de ABLATIEF: morfologie uitgangen 1 e klasse datief ablatief m. enk. m. mv v. enk. v. mv. o. enk. o. mv Uitgangen 2 e klasse m. + v. enk. m.

Nadere informatie

Caecilius. Lucius Caecilius Iucundus

Caecilius. Lucius Caecilius Iucundus Caecilius In de eerste les van dit 8+-programma heb je gelezen dat in 79 na Christus de Vesuvius uitbarstte, wat tot gevolg had dat tienduizenden mensen de dood vonden en steden als Pompeii en Herculaneum

Nadere informatie

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 OEFENINGEN OP DE ESSE EN POSSE 1. Noem de persoon, het getal en geef weer met het juiste onderwerp. persoon en getal vertaling (met O) sumus est possum potes sunt

Nadere informatie

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken:

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: Het meisje ziet de roos. De moeder geeft haar baby de

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen -b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

jaarplan Latijn 5 lestijden.xlsx

jaarplan Latijn 5 lestijden.xlsx JAARPLAN LATIJN EERSTE GRAAD EERSTE JAAR 5 UUR PER WEEK Referentie leerplan : D/2011/7841/001 Handboek : Ars Legendi Vestibulum: taalboek, leesboek, woordenlijst Voeten: Bij het begin van elke les worden

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

VOORWOORD. René van Royen

VOORWOORD. René van Royen VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond

Nadere informatie

Stap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar

Stap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar Stap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar Marjan Hillewaere ENW AUGent, 6/11/ 13 Studiedag Taal en Tekst. De rol van taalbeschouwing in het klassieketalenonderwijs. Latijn leren (en) lezen

Nadere informatie

2 hv. 1

2 hv.  1 2 hv www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef).

- De zin in een andere tijd zetten (tijdproef). - De zin vragend maken. - Van enkelvoud meervoud maken of andersom (getalproef). 2. Persoonsvorm pv Wat is de persoonsvorm? Daar draait in een zin eigenlijk alles om. De persoonsvorm is altijd een werkwoord. Hoe kun je de persoonsvorm vinden? - De zin in een andere tijd zetten (tijdproef).

Nadere informatie

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8

1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8 Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS HERHALING 1

BIJBELS GRIEKS HERHALING 1 Pagina:1 Her.1.1 Inleiding Dit een herhalingsles. In deze les herhalen we de beangrijkste zaken uit les 1 t/m 5. We beginnen met het herhalen van de naamvallen. Leest u voordat u verder gaat met deze les

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

Hoe werk ik een opdracht uit?

Hoe werk ik een opdracht uit? Taalwijzers Hoe werk ik een opdracht uit? Hoe schrijf ik een volzin? Hoe verklaar ik een moeilijk woord? Hoe vervoeg ik werkwoorden? Hoe lees ik een zakelijke tekst? Welk lidwoord moet ik gebruiken? Hoe

Nadere informatie

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands.

Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is een programma voor het leren van de belangrijkste spellingregels van het Nederlands. Doelgroep Gevarieerde Spelling Gevarieerde Spelling is bedoeld voor leerlingen

Nadere informatie

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. 1 Voeg een woord aan de zin toe zodat hij correct wordt. Micky werkt graag in tuin. Verbeter de fout in de zin. Floortje leeft

Nadere informatie

jaarplan Latijn 4 lestijden.xlsx

jaarplan Latijn 4 lestijden.xlsx Referentie leerplan : D/2011/7841/001 JAARPLAN LATIJN EERSTE GRAAD EERSTE JAAR 4 UUR PER WEEK Handboek : Ars Legendi Vestibulum: taalboek, leesboek, woordenlijst Voeten: Bij het begin van elke les worden

Nadere informatie

Loopt vader met moeder in het park?

Loopt vader met moeder in het park? Oefening 3 Maak van de gewone zin een vraagzin. Kleur de persoonsvorm lichtblauw. 1. Vader loopt met moeder in het park. Loopt vader met moeder in het park? 2. Morgen ga ik boodschappen doen. Soms begint

Nadere informatie

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd Deel 1: Persoonsvorm tegenwoordige tijd In deze les leer je zwakke werkwoorden als persoonsvorm in de tegenwoordige tijd op de juiste manier spellen. De sterke werkwoorden leveren vaak geen d- of t-problemen

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis

Melkweg. Een dak boven je hoofd. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Het huis Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B Een dak boven je hoofd Wonen: Het huis Colofon Melkweg Lezen van Alfa A naar Alfa B: Een dak boven je hoofd, 2013 Auteurs: Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands NL Blok

Samenvatting Nederlands NL Blok Samenvatting Nederlands NL Blok 3+4+5+6 Samenvatting door een scholier 1867 woorden 23 september 2008 3,3 9 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 3 Weet je het nog? Bij zinsontleding je een zin in een vaste

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie

MANSIO PRIMA. A Woordenschat

MANSIO PRIMA. A Woordenschat MANSIO PRIMA A Woordenschat 1. een ander hoog 2. weg leven 3. vrolijk breed, wijd 4. veilig heel 5. overal waar 6. geliefd helder, beroemd 7. toch eindelijk, tenslotte 8. hoeveel zoveel 9. afwezig zijn,

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1.

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1. De zin Hij loopt. is een van de kortste zinnen die je kunt bedenken. Een zin bestaat in ieder geval uit een onderwerp (hij) en een gezegde (loopt). Natuurlijk kun je veel langere zinnen bedenken, maar

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2 pagina:1 2.1 Opnieuw werkwoorden Bestudeer de volgende zinnetjes Petrus Iesum videt Iesum videt = Petrus ziet Jezus = Hij / zij ziet Jezus Maria et Martha Iesum vident = Maria en Martha zien Jezus Iesum

Nadere informatie

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling Werkstuk schrijven DPS Communicatie Werkblad: werkwoordspelling On line, korte, doelgerichte cursussen. Aan de slag wanneer het u uitkomt. Via Skype contact met een ervaren docent. Makkelijker was het

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

100% Romeins. op zoek naar de Romein in jezelf

100% Romeins. op zoek naar de Romein in jezelf 100% Romeins op zoek naar de Romein in jezelf 1 Wist je dat alle voorwerpen op deze tentoonstel- hoi, dit is de route, begin bij leger, dan door naar haard en huis en zo verder. dit is de 2e verdieping

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 1

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 1 pagina:1 1.1 Inleiding Deze cursus is bestemd voor al diegenen die Latijnse teksten willen leren lezen. Voor het volgen van deze cursus is geen speciale vooropleiding noodzakelijk. Wel is enige kennis

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica

Nadere informatie

Antonia minor: 31 januari 36 v.chr., Rome 1 mei 37 n. Chr., Rome

Antonia minor: 31 januari 36 v.chr., Rome 1 mei 37 n. Chr., Rome Antonia minor: 31 januari 36 v.chr., Rome 1 mei 37 n. Chr., Rome Antonia, ook bekend als Antonia minor of Antonia de Jongere, was een van de meest prominente vrouwen van de Julisch-Claudische dynastie

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t. v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

Toetsenperiode juni 2018

Toetsenperiode juni 2018 Toetsenperiode juni 2018 DATUM TOETSEN maandag 4 juni 18 Fietscontrole (+ toets U19) dinsdag 5 juni 18 spreekbeurt (nrs 12-21) woensdag 6 juni 18 getallenkennis + creatief schrijven donderdag 7 juni 18

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in.

Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in. 18 Elka Le Mair De boekenwurm werkblad 1 Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in. De boekenwurm Elka Le Mair Ik vond laatst een boekenwurm Kruipend (1) het gras

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

1

1 3a www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2) Samenvatting door een scholier 1020 woorden 25 september 2011 7,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands CURSUS SPELLEN Werkwoordspelling

Nadere informatie

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders INHOUD INHOUD... 2 REDEKUNDIGE ONTLEDING: ZINSDELEN... 3 PERSOONSVORM (pv)... 3 WERKWOORDELIJK GEZEGDE (ww gez)... 3

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen

Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen Griekse taalleer Vormleer van het Attisch dialect Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen 1998 Hoofdstuk 1 Het Naamwoord 1 De verbuiging van het naamwoord [1-9] 2 De eerste klasse van substantieven en adjectieven

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten Grammatica 2F Grammatica 2F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te:

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te: DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6 Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te: 1 In de museumzaal hangen banieren met tekst. Een banier is een soort vlag. Er staan ook

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: Spelling 1. Werkwoorden: tegenwoordige tijd A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema: ik - je/u/hij/ze t we/jullie/ze en bijvoorbeeld: ik drink ik bied je drinkt je biedt

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting door Bernard 1165 woorden 29 januari 2015 6,8 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Redekundig ontleden Allereerst, wat is redekundig ontleden? Redekundig

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2.

Dit programma is gemaakt voor leerlingen vanaf groep 6 van de basisschool, alle niveaus van het vmbo en mbo 1 en 2. Werkwoordspelling op maat Werkwoordspelling op maat besteedt aandacht aan het hele algoritme van de spelling van regelmatige werkwoorden en ook aan de verleden tijd van onregelmatige werkwoorden. Doelgroepen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid Werkwoordspelling Woordenschat en uitdrukkingen Naam takenmap Cito Spelling

Nadere informatie

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE nieuw en anders Natuurlijk ken je Julius Caesar, de Romeinse generaal die tweeduizend jaar geleden Gallië veroverde. Maar heb je wel eens goed naar zijn naam gekeken? Het eerste

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden Woordsoorten Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden In dit boekje ga je leren dat er verschillende woordsoorten zijn in de Nederlandse taal. Je gaat de verschillende

Nadere informatie

Thema 10. We ruilen van plek

Thema 10. We ruilen van plek Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8 Tipboekje Herman Jozefschool Groep 8 Inhoudsopgave Tips: Woordsoorten Werkwoorden, Lidwoorden,Zelfstandige naamwoorden en eigen namen Bijvoeglijke naamwoorden,voorzetsels,vragende voornaamwoorden Bezittelijke

Nadere informatie

Het werkwoord. In het Nederlands kennen we maar één type werkwoorden: stam + en werk-en, lop-en, wacht-en

Het werkwoord. In het Nederlands kennen we maar één type werkwoorden: stam + en werk-en, lop-en, wacht-en Het werkwoord. In het Nederlands kennen we maar één type werkwoorden: stam + en werk-en, lop-en, wacht-en In het Latijn kunnen we de werkwoorden indelen in vijf groepen. Van iedere groep eindigt de stam

Nadere informatie

Street-art in de. Kijkwijzer 1ste, 2de en 3de leerjaar

Street-art in de. Kijkwijzer 1ste, 2de en 3de leerjaar Street-art in de Paterskerk Kijkwijzer 1ste, 2de en 3de leerjaar Naam: Kom en ontdek het verhaal achter de kunstwerken! Welkom in de Paterskerk van Halle. De kerk is vandaag helemaal omgebouwd tot een

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. temperatuur is er min twintig. De harde wind maakt het nog kouder. Daardoor voelt het als min vijftig.

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. temperatuur is er min twintig. De harde wind maakt het nog kouder. Daardoor voelt het als min vijftig. PrO -weekkrant Week 02 januari 2014 Voor jongeren in het praktijkonderwijs 6-12 januari 2014 Eenvoudig Communiceren Winterweer in Amerika Foto: Shutterstock Foto: Shutterstock In grote delen van Amerika

Nadere informatie

Mijn huis, mijn thuis

Mijn huis, mijn thuis Les 5: Mijn huis, mijn thuis (A-klas) Mijn huis, mijn thuis 1. Mijn huis Mijn naam is Ik ben jaar oud. Ik woon in Ik woon samen met... mensen. Heb je een broer? JA / NEE Heb je een zus? JA / NEE Mijn huis

Nadere informatie

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

Raar is leuk Klein Orkest

Raar is leuk Klein Orkest 20 Klein Orkest Raar is leuk werkblad 1 Luister naar het gedicht en lees mee met de tekst. Vul de ontbrekende woorden in. Raar is leuk Klein Orkest Vuur is koud en kleddernat, de zee is (1) droog. De ballon

Nadere informatie