Bron : Ta sies oel-ahkaam alaa ma sahha an khayr iel-anaam bi sharh ahaadieth oemdat oel-ahkaam van Shaykh Ahmad an-nadjmie rahiemahoellaah.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Bron : Ta sies oel-ahkaam alaa ma sahha an khayr iel-anaam bi sharh ahaadieth oemdat oel-ahkaam van Shaykh Ahmad an-nadjmie rahiemahoellaah."

Christina Janssen
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Oemdat oel-ahkaam Kitaab as-siyaam Boek van het vasten Met de uitleg van Shaykh Ahmad ibn Yahyaa an-nadjmie Deel 3 Dit derde deel omvat: Het in staat zijn van grote onreinheid wanneer al-fadjr je reeds bereikt heeft Bron : Ta sies oel-ahkaam alaa ma sahha an khayr iel-anaam bi sharh ahaadieth oemdat oel-ahkaam van Shaykh Ahmad an-nadjmie rahiemahoellaah. Vertaling : Aboe Hudayfa Musa ibn Yusuf al Indonesi

2 Kitaab as-siyaam Boek van het vasten ~ In staat zijn van onreinheid wanneer al-fadjr je bereikt ~ Het is overgeleverd van Aa isha en Oem Salamah radiya Allaahoe anhoema - : Dat de Profeet sallallaahoe alayhie wa sallam (de tijd van) al-fadjr hem bereikte en hij was Djoenoeb (staat van grote onreinheid) van zijn vrouw, vervolgens waste hij zich, en vaste. Onderwerp van de hadieth Dat wie de ochtend bereikt en djoenoeb is, dat hij zich wast en vast, en dit heeft geen effect op zijn vasten. Betekenis van bepaalde bewoordingen in de hadieth (hij) al-fadjr bereikte : betekenend, al-fadjr (dageraad) bereikte hem en hij was in staat van grote onreinheid (djoenoeb) van zijn vrouw - m.a.w. door de gemeenschap met zijn vrouw -, vervolgens waste hij zich en vaste. Algemene betekenis van de hadieth Aa isah en Oem Salamah informeren dat (de tijd van) al-fadjr de Profeet sallallaahoe alayhie wa sallam bereikte terwijl hij djoenoeb was (in staat van grote onreinheid) door gemeenschap met zijn vrouw, vervolgens waste hij zich en vaste hij. De Fiqh (begrip) van de hadieth Ten eerste: Er onstond een meningsverschil m.b.t. deze zaak in de tijd van de Metgezellen - ridhwaanoellaahi alayhim en het was zo dat Aboe Hoerayrah fatwa uitsprak dat degene tot wie al-fadjr hem bereikt en hij is djoenoeb (in staat van grote onreinheid), dat hij dan geen vasten heeft. Vervolgens toen Marwaan amier (leider) was over Madinah, zond hij een brief naar Aa ishah en Oem Salamah - radiya Allaahoe anhoema waarin hij hen vroeg (over deze kwestie): En zij zeiden:

3 Al-Fadjr bereikte de Profeet sallallaahoe alayhie wa sallam terwijl hij djoenoeb was van zijn vrouw, vervolgens waste hij zich, en vaste. Vervolgens toen het Aboe Hoerayrah - radiya Allaahoe anhoe bereikte wat zij zeiden, kwam hij terug op die uitspraak. Vervolgens vernoemde hij dat hij dit overleverde aan al- Fadhl ibn al- Abbaas, of Oesaamah ibn Zayd, vervolgens ontstond er hierover al-idjmaa (consensus), m.a.w. over hetgeen wat deze hadieth voortbrengt (aan regelgeving). En dit dus deze hadieth van Aa ishah en Oem Salamah is superieur over de hadieth van Aboe Hoerayrah op een aantal vlakken: Het eerste vlak: Dat deze hadieth overgeleverd is via meerdere wegen in as-sihaah, en as- Soenan, en al-masaanid, en al-ma aadjim, met één bewoording, i.t.t. de hadieth van Aboe Hoerayrah. Het tweede vlak: Dat er bij de interne prive aangelegenheden die te maken hebben met de relatie van de Profeet - sallallaahoe alayhie wa sallam met zijn echtgenotes, voorrang wordt gegeven aan de overleveringen die afkomstig zijn van zijn echtgenotes. Want zij hebben hierover meer kennis dan anderen, omdat zij in aanraking komen met deze zaken van de Profeet sallallaahoe alayhie wa sallam. Het derde vlak: Want hetgeen wat zij overleveren hierover getuigt ook al-qoer aan al- Kariem, aangezien Allaah zegt: الص ي ام الر ف ث إ ل ى ن س ا ي ك م ه ن ل ب اس ل ك م و أ نت م ل ب اس ل ه ن أ ح ل ل ك م ل ي ل ل ي ل ة ة Het is u veroorloofd, om op de nacht van het vasten tot uw vrouwen in te gaan. Zij zijn een gewaad voor u en gij zijt haar een gewaad... al-baqarah 187 Tot aan de Woorden van Allaah: م ن ال خ ي ط ف الا ن ب اش ر وه ن و اب ت غ وا م ا ك ت ب الل ه ل ك م و ك ل وا و اش ر ب وا ح ت ى ي ت ب ي ن ل ك م ال خ ي ط الا ب الا بي ض الا س و د م ن ال ف ج ر ث م أ ت م وا الص ي ام إ ل ى ال لي ال لي ل ل

4 ...Daarom moogt gij nu tot haar ingaan en betrachten, hetgeen Allah u heeft verordend; en eet en drinkt, totdat bij de dageraad de witte draad zich onderscheidt van de zwarte draad. Voltooit dan het vasten tot het vallen van de avond... al-baqarah 187 En hierin (in het vers) zit er toestemming voor gemeenschap tot aan het laatste moment van de nacht. En de noodzakelijke gevolgtrekking hiervan is dat het reinigen niet vervult kan worden behalve pas na de opkomst van al-fadjr. En dus wordt het hier duidelijk dat dit een getuigenis en ondersteuning is voor de hadieth van Aa ishah en Oem Salamah radiya Allaahoe anhoe dat wie ontwaakt en djoenoeb is, zich dient te wassen, en dan vast. En dit is wat men noemt dilaalat oel-ishaarah (bewijsvoering d.m.v. gevolgtrekking) bij de Oesoeliyyien (de geleerden van oesoel al-fiqh). En het is vernoemd door een groep van de mensen van kennis dat er vervolgens hierna al-idjmaa (consensus) bereikt is over deze kwestie. Ten tweede: En er kan gehaald worden uit hun bewoording :: djoenoeb van zijn vrouw het opheffen van een twijfel, en dat is dat men zou kunnen zeggen, dat zijn djanaabah (staat van grote onreinheid) een gevolg was van (natte) dromen. Zij verwijderden deze twijfel door (te vermelden) dat dit kwam door gemeenschap met zijn vrouw. En dit kan ook gehaald worden uit een andere zaak, en dat is dat (natte) dromen afkomstig zijn van de spelletjes van Shaytaan, en hij heeft (met deze spelletjes) geen toegang tot de Profeten - salawaatoellaahi wa salaamoehoe alayhim. Ten derde: De geleerden hebben ook verschild in : al-haa idh (de ongestelde vrouw) die rein wordt vóór al-fadjr, en het reinigen (d.m.v. de grote wassing) achterwege laat totdat ze de ochtend bereikt: En de meesten van hen (djoemhoer) beschouwen het verplicht voor haar om het vasten tot stand te brengen, en ze staan het toe voor haar ongeacht of ze het (reiningen) nu express laat of door vergeetachtigheid. En Moehammed ibn Moesallamah zonderde zich uit (met zijn mening), en hij zei; het is niet toegestaan voor haar, en het is aan haar om het in te halen, en om boetedoening te verrichten. En dit allemaal is m.b.t. de uitsteller, maar wat betreft degene die at-toehr (de reinheid) gezien heeft, en vervolgens initiatief neemt (om te reinigen), en vervolgens komt al-fadjr tot haar voordat zij het (reinigen) kon vervolmaken, dan heeft Maalik (hierover) gezegd;

5 deze is zoals degene tot wie het komt en zij is haa idh (ongesteld), de dag is voor haar als een niet vastendag. Einde. Afkomstig van al- Oeddah. Ik zeg (Shaykh an-nadjmie): Wat correct is, is dat wanneer zij het teken van at-toehr (reinheid) zag voor het opkomen van al-fadjr, dan heeft zij dezelfde status als die van degene die gemeenschap had voor al-fadjr, wanneer al-fadjr is opgekomen en zij heeft haar reiniging niet kunnen vervolmaken, de waarheid is dan dat zij zich reinigt en (gewoon) vast. Maar wanneer zij het teken van at-toehr (de reinheid) niet ziet, behalve nadat al- fadjr is opgekomen, dan is deze dag voor haar als een niet vastendag, net zoals de haa idh. En bij Allaah is het succes.

Vergelijkbare documenten

UITLEG MEDINA BOEK (1)

UI UITLEG MEDINA BOEK (1) 1): : LES 7 DOOR: HOESAYN IBN AHMAD DOCENT ARABISCH AAN DE UNIVERSITEIT IN MEDINA Dit is een vertaling van de uitleg van het bekende boek Lessen Arabisch voor niet-arabisch sprekenden