Millatu Ibrāhīm Publicaties

Transcriptie

1

2 In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle. Titel: De vier principes, wat onderscheid maakt tussen de religie van de Muslimīn en de religie van de seculieren. Auteur: Ṣayg Alī al-guḋayr. Vertaling:. Datum: Ṡafar, 1440H. Millatu-ibrahim.nl Facebook 1

3 TRANSLITERATIE TABEL Letter Transliteratie Zin Betekenis ا ā Gezegend en Verheven is Hij. ب b Heilig en Verheven is Hij. ت t Machtig en Groot is Hij. ث ṭ Allāh s groet en vrede zij met hem. ج j Met hem is de groet en de vrede [van Allāh]. ح ḥ Vrede zij met hem. خ g Vrede zij met hen beide. د d Vrede zij met hen. ذ ḍ Moge Allāh tevreden met hem zijn. ر r Moge Allāh tevreden met haar zijn. ز z Moge Allāh tevreden met hen beide zijn. س s Moge Allāh tevreden met hen zijn. ش ṣ Moge Allāh genadig met hem zijn. ص ṡ Moge Allāh genadig met hen beide zijn. ض ḋ Moge Allāh genadig met hen zijn. ط ṫ ظ ż ع غ ġ ف f ق q ك k ل l م m ن n ه h و w, ū ي y, ī ء ' 2

4 Secularisme [saecularis, wereldlijk, tijdelijk]. De onverschilligheid, of verwerping, of uitsluiting van religie en religieuze overwegingen. - Merriam- Webster Woordenboek Het is de overtuiging dat religie en geloof geen invloed mogen uitoefenen op de maatschappij. - Mijnwoordenboek Wij willen een seculiere staat, niet een gilāfah. - Recep Tayyip Erdoğan 1 1 Geparafraseerd uit het interview met al-arabiya GM Turki Aldakhil, Daarin beweert hij ook dat het secularisme totaal niet botst met de Islām, en dit is een onbeschaamde leugen bedoeld om hun religie [secularisme] in een Islāmitisch jasje te stoppen. De Islām dicteert dat men voor elk oordeel terug dient te refereren naar de wetgeving van de Islām. Allāh zei: En als jullie over iets redetwisten, voer het dan terug naar Allāh en Zijn boodschapper, als jullie in Allāh en de laatste dag geloven. 4:59. Tafsīr [exegese] geleerde imām Ibn Kaṭīr zei over deze āyah: [als jullie in Allāh en de laatste dag geloven] wijst erop dat degenen die niet terug refereren naar het boek en de sunnah voor een oordeel in hun geschillen, geen gelovigen zijn in Allāh of in de laatste dag. Tafsīr Ibn Kaṭīr, 4:59. 3

5 VOORWOORD In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle. Voorwaar, alle lof is aan Allāh. Wij zoeken Zijn hulp en Zijn vergiffenis. Wij zoeken toevlucht bij Hem tegen het kwaad van onze eigen zielen en het kwaad van onze slechte daden. Wie Allāh leidt, zal nooit worden afgedwaald, en wie Allāh laat dwalen, zal nooit geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allāh alleen, zonder deelgenoten, en ik getuig dat Muḥammad Zijn dienaar en boodschapper is. ات ه و م و ن إ و أ نت م م س ل م ون ق وا ا ح ق ق ا ا ين آم ن وا ا ه ي ا O jullie die geloven, vrees Allāh zoals Hij gevreesd dient te worden. En sterf niet, behalve als Muslimūn. 2 ا ث ا ر ج ا ك م ه ا و ث م ن ه ج ا ز و ه خ ل ق م ن ة و اح د س و ن ف ل ق م م م ا ي خ وا ر ا اس ا ق ا ه ي ا يب ا م ر ل ي ام إ ن ا ن ع ح ا ر وا ا ا ي ساء ل ون ب ه و ق ا و ساء و O mensen, vrees jullie Heer Die jullie heeft geschapen uit één ziel, en daaruit heeft Hij zijn echtgenote geschapen. En uit hen beide verspreide Hij vele mannen en vrouwen. En vrees Allāh aan Wie jullie vragen en [verbreek niet de relaties van] de baarmoeders. Waarlijk, Allāh ziet voortdurend op jullie toe. 3 ن م و م و غ ف ر ل م ذ ن ال م و م وا ق و س د يدا ٧٠ ي ص ل ح ل م أ ق ول وا ا و ن وا ا ق ا ا ين آم ه ي ا ا ظ يم ا ع ز ق د ف از ف و ر سو ي ط ع ا و O jullie die geloven, vrees Allāh en spreek met passende woorden. 70 Hij zal voor jullie jullie daden succesvol laten zijn en Hij zal voor jullie jullie zonden vergeven. En wie Allāh en Zijn boodschapper gehoorzaamt, heeft zeker een grandioze overwinning behaald. 4 Voorwaar, het meest waarachtige woord is het boek van Allāh, en de beste leiding, is de leiding van Muḥammad. En de meest kwaadaardige zaken, zijn de geïnnoveerde zaken. En elke nieuwe uitgevonden zaak is een innovatie, en elke innovatie is een dwaling, en elke dwaling is in het vuur. Wat volgt: Dit is een korte essay omtrent [een aantal] principes zodat de Muslim in staat is om het verschil te herkennen tussen zijn grootse religie en tussen de nieuwe afgod, de hedendaagse 2 Sūrah āl Imrān, Sūrah an-nisā, 1. 4 Sūrah al-aḥzāb,

6 afgoderij: secularisme, met zijn verschillende soorten. 5 Om ervan weg te blijven, er barā ah [afkeer, haat en vijandschap] 6 tegen te hebben, hen ongelovig te verklaren, vijandschap tegenover hen te koesteren, hen te haten en jihād tegen hen te voeren, hetzij zij intellectuelen, academici, politici, leiders, journalisten, artiesten of [staats] vertegenwoordigers zijn, of het theorieën, overheden, systemen enzovoort zijn. Wij hebben, met de gunst van Allāh, de fatwā van ṣayg Nāṡir al-fahd toegevoegd als antwoord op de wijdverspreide misvatting van de seculieren omtrent de geclaimde geoorloofdheid van het verrichten van kufr [ongeloof] en ṣirk [afgoderij] omwille van maṡlaḥah voor de Islāmitische ummah. 5 Secularisme valt onder de bredere term: Liberalisme. 6 Refereer naar: De opheldering van de methodologie kwesties, hoofdstuk 2 voor een gedetailleerdere uitleg omtrent al-barā ah en zijn relatie m.b.t. de religie. 5

7 DE VIER PRINCIPES Het eerste principe: De polytheïsten, waarnaar de boodschapper gestuurd werd, bevestigden de Heerschappij van Allāh. Hij zei: ن م ص ار و ا ب ل ك السم ع و م ن م ض أ ا ر اء و ن الس م م ن ي ر ز ق م م ق ل أ ف ت ق ون ول ون ا ر ف سي ق م ن ي د ب ر ا م ت و خ ر ج ال م ي ت م ن م ن ال م ي ر ج ال ق ل ال و Zeg: Wie voorziet jullie vanuit de hemel en de aarde? Of Wie is Degene die de macht over het gehoor en het zicht heeft. En Wie brengt de levende voort uit de dode en Wie brengt de dode voort uit de levende? En wie regelt [alle] zaken? Zij zullen zeggen: Allāh. Zeg dan: Zullen jullie dan niet vrezen? 7 En Hij zei: ن ق ل ل م ظ يم ع ش ال ر ال ع ض ر ا م ن يه ا إ ن ك نت م ع ل م ون و سي ق ول ون ق ل أ ٨٤ ف ت ق ون ق ل أ ف ت ذ ك ر ون ٨٥ ق ل م ن ر ب الس م او ات الس ب ع و ر ب ول ون س ي ق و ار ع ل ي ه إ ن ك نت م ء و ه و ٨٧ ق ل م ن ي د ه م ل ك وت س ح ر ون ٨٦ ق ل ف ول ون ٨٨ س ي ق ع ل م و ن Zeg: Aan Wie behoort de aarde en wat zich daarin bevindt, als jullie het weten? 84 Zij zullen zeggen: Aan Allāh. Zeg: Trekken jullie er dan geen lering uit? 85 Zeg: Wie is de Heer van de zeven hemelen en de Heer van de geweldige troon? 86 Zij zullen zeggen: [Zij behoren toe] aan Allāh. Zeg: Zullen jullie dan niet vrezen? 87 Zeg: In Wiens Hand is de Heerschappij over alle zaken, en Hij beschermt, terwijl er tegen Hem geen beschermer is, als jullie het weten? 88 Zij zullen zeggen: Aan Allāh. Zeg: Hoe zijn jullie dan zo misleid? 8 En Hij zei: م ه إ و ون م ه م ب ا ؤ م ن أ ا ي و م 7 Sūrah Yūnus, Sūrah al-mu minūn,

8 En de meeste van hen geloven niet in Allāh, zonder dat zij deelgenoten toeschrijven. 9 Zelfs met dit allemaal bestreed de boodschapper hen, en verklaarde hij hen tot ongelovigen. Dit [d.w.z. hun geloof in de Heerschappij] liet hen niet de Islām binnentreden. En de seculieren, met uitzondering van de extremisten onder hen [d.w.z. de atheïsten], bevestigen [net als vele polytheïsten] de Heerschappij van Allāh, en zij verrichten bepaalde daden van aanbidding, maar dat laat hen alsnog niet de Islām binnentreden. Wat betreft de extremisten, zij zijn nog erger, want zij [beweren] geen god te hebben, geen heer, en dat het leven slechts materialistisch is 10. Het tweede principe: De boodschapper werd gestuurd naar een volk wat verschillende regelgevingen en mensgemaakte wetten hanteerden waarmee zij tussen henzelf oordeelden in geschillen en andere situaties. Daarnaast hadden zij onnozele gebruiken en tradities die zij volgden. En zij accepteerden de wetgeving en de leiding van Allāh niet. Hierom verklaarden Allāh en Zijn boodschapper hun ongeloof, bestreed hen en werden zij niet toegeschreven aan de Islām. En wat behoort tot hun wetgevingen is wat te vinden is in Zijn uitspraak: Recep Tayyip Erdoğan tijdens de 79 ste sterfdag herdenking van Mustafa Kemal Atatürk, waarin hij zei: Het respect van de natie voor Atatürk is oneindig... Hij heeft een waardevolle plek in de harten van ons volk. أ و ا ه م ج اد ل و م ن إ ون ن الش ي اط وح ل ي ه ن ه ل ف س ق ا ع ل وا م م ا ل م ي ذ ك ر اس م أ و ت ون م م ل وه م إ ن ت م أ طع Eet niet van datgene waarover de Naam van Allāh niet is uitgesproken, want waarlijk dat is zeker een verdorvenheid. En voorwaar, de duivels sporen hun helpers aan om met jullie te redetwisten. En als jullie hun zouden gehoorzamen, waarlijk dan zouden jullie zeker tot de polytheïsten behoren. 11 Hij zei ook omtrent Qurayṣ en degenen die hen volgen: 9 Sūrah Yūsuf, De seculieren/liberalen hebben waarlijk veelvoudige objecten, hetzij mensen, henzelf of grondwetten als goden genomen. Het is een religie met verschillende groepen zoals andere religies. 11 Sūrah al-an ām,

9 م ا ل ع وا ل ه م م ن ا ين و ل ذ ن ب ه ا و أ م ي ن ه م ن الظ ال م ل ه م ف ص ل ل ق ب ي م ة ال ء ه م أ م ل Of hebben zij deelgenoten die voor hen in de religie [zaken] legaliseren 12 waarvoor Allāh geen toestemming heeft gegeven? En was het niet vanwege een doorslaggevend woord [dat Allāh de bestraffing niet zal bespoedigen], dan was er zeker tussen hen geoordeeld. En waarlijk, voor de onrechtplegers zal er een pijnlijke bestraffing zijn. 13 أ م ع ذ اب En zo ook hebben de seculieren verschillende regelgevingen, mens-gemaakte wetten en bouwden zij lokale, regionale en internationale rechtbanken om te kunnen oordelen tussen henzelf in geschillen en andere kwesties. Daarnaast hebben zij onnozele gebruiken en tradities die zij volgen, wat zij beschaving, verlichting, en ontwikkeling noemen. Zij accepteren de wetgeving en de leiding van Allāh niet. Dus er is geen andere optie dan hen ongelovig te verklaren en barā ah tegen hen te hebben. Het derde principe: De boodschapper werd gestuurd naar een volk dat selectief zaken van de religie uitkoos; Zij zouden Allāh aanbidden in tijde van moeilijkheden, en in tijde van gemak zouden zij deelgenoten aan Hem toeschrijven. Allāh zei: ون إ ذ ا ه م م إ ال ا اه ف ل ك د ع و ا ا ل ص ا ين ف ل م ف إ ذ ا ر ب وا ال Wanneer zij dan aan boord gaan van het schip, roepen zij Allāh aan, de religie aan Hem alleen toegewijd. Maar wanneer Hij hen veilig aan land brengt, kennen zij deelgenoten aan Hem toe. 14 En zo waren zij ook gewoon om een aantal zaken aan Allāh toe te wijden en een aantal zaken aan hun afgoden, zoals het is gekomen in Zijn uitspraak: 12 Imām Ibn Kaṭīr zei over deze āyah: Het betekent: Zij volgen niet wat Allāh voor jou [o Muḥammad] heeft voorgeschreven in de rechtschapen religie. Integendeel, zij volgen wat hun duivels, van onder de mensen en de jinn, hen hebben voorgeschreven in het verbieden wat zij voor hen verboden hadden gemaakt van al-baḥīrah, as-sā ibah, al-waṡīlah en al-ḥām [soorten vee wat zij voor henzelf verboden om te gebruiken of te eten]. Zij legaliseerden ook het eten van het dode dier [d.w.z. die niet geslacht is], het bloed, gokken en soortgelijke zaken van dwaling, onwetendheid en valsheid. Tafsīr Ibn Kaṭīr, 42: Sūrah Ṣūrā, Sūrah al- Ankabūt, 65. 8

10 ا ل ذ و ا ب ز ع م ه م وا ذ ال ق ص يب ا ام ن ا ع ر ث و ذ ر أ م ن ا ن ا ا ل وا م م ع و ج En zij kennen aan Allāh, van wat Hij heeft geschapen van de oogst en het vee, een deel toe, en zeggen: Dit is voor Allāh - volgens hun bewering en dit is voor onze deelgenoten. 15 Wat betreft de seculieren, zij aanbidden Allāh in de moskee [door het gebed te verrichten], in de Ramaḋān [door te vasten], inzake het huwelijk en de scheiding, en andere individuele zaken. Wat betreft andere kwesties, dan keren zij terug naar hun [gefabriceerde] wetgevingen en dwalende gebruiken 16. Het vierde principe: De boodschapper werd gestuurd naar de polytheïsten terwijl zij vele verschillende heren hadden. Dus onder hen bevonden er zich die standbeelden en idolen aanbaden; onder hen bevonden er zich die de engelen aanbaden; onder hen bevonden er zich die de jinn aanbaden; onder hen bevonden er zich die de sterren aanbaden; onder hen bevonden er zich die het vuur aanbaden; onder hen bevonden er zich die Iṣā Ibn Maryam aanbaden; onder hen bevonden er zich die de profeten aanbaden; en onder hen bevonden er zich die de vromen aanbaden. Echter er was geen verschil omtrent hun oordeel, namelijk [zij zijn vervallen in] ongeloof, noch was er een verschil [omtrent het oordeel] in het bestrijden van hen. De seculieren zijn niet anders. Zij hebben vele objecten ter aanbidding genomen 17, en zij hebben zichzelf in verschillende groepen gesplitst afhankelijk van het object wat zij aanbidden. Onder hen zijn er degenen die de Amerikanen aanbidden; onder hen zijn er degenen die de Europeanen aanbidden; onder hen zijn er degenen die de Russen aanbidden; onder hen zijn er degenen die de nieuwe wereldorde aanbidden; onder hen zijn er degenen die de heersers aanbidden; onder hen zijn er degenen die de ideologieën aanbidden; onder hen zijn er degenen die het nationalisme en het 15 Sūrah al-an ām, Dus overpeins de angstaanjagende gelijkenis, in het selectief uitkiezen van regelgevingen van de religie, tussen de hedendaagse seculiere Muslimīn en de polytheïsten. 17 Door datgene boven de wetgeving van Allāh en Zijn boodschapper te verkiezen en te plaatsen. 9

11 patriottisme aanbidden; en onder hen zijn er degenen die hun leiders en theoristen aanbidden. EEN ANDERE KWESTIE Jamal Ahajjaj [Aboe Ismail] omhelst rabbijn Lody van de Kamp. Soortgelijk aan het bovenstaande, is er nog een andere dwalende sekte tevoorschijn gekomen in onze tijd, en zij zijn de brug van de seculieren, hun staarten en hun bedienden. Zij zijn: de modernisten. Zij behoren tot de extreme Murji ah 18 inzake īmān [geloof] en takfīr [het ongelovig verklaren], en inzake fiqh [jurisprudentie] zijn zij de mensen van begeerten, bevliegingen en losbandigheid. Zij geven toe aan de hedendaagse toestanden en comprimeren [in hun religie] tot het punt zij zanādiqah [buitensporige ketters] zijn geworden. TER AFSLUITING Wij willen graag [samenvattend] de woorden van ṣayg Abdurraḥmān Ibn Muḥammad ad-dawsarī hieraan toevoegen. Hij was, zover ik weet, één van de eerste om dit nieuwe idool, de hedendaagse afgoderij genaamd secularisme te ontmaskeren. Hij sprak erover in het einde van zijn aantekeningen van het boek Kaṣf aṣ-ṣubuhāt van ṣayg Muḥammad Ibn Abdil-Wahhāb, waarin hij het nieuwe idool, de hedendaagse afgoderij, ontmaskerde, net zoals hoe ṣayg Muḥammad Ibn Abdil-Wahhāb de afgoderij in zijn tijd ontmaskerde. Ṣayg Abdurraḥmān ad-dawsarī zei dat ṣayg Muḥammad Ibn Abdil-Wahhāb te maken had met de afgoderij in de vorm van het aanroepen van de doden, de afwezigen en de verheiliging van de graven. Daarna maakte hij een vermelding van de soorten afgoderij die verschenen met [misleidende] namen en titels om de onwetenden voor de gek te houden. Daarna zei hij dat zij [de ṫāġūt] zich gingen alliëren met de joden 18 De Murji ah geloven dat de handelingen geen onderdeel zijn van de essentie van īmān, derhalve geloven zij dat handelingen men niet uit de Islām kan plaatsen, tenzij het gepaard gaat met een innerlijke overtuiging [van ongeloof]. 10

12 en de majūs nadat zij de opkomst van de pure authentieke Islām begonnen te vrezen die ṣayg Muḥammad Ibn Abdil-Wahhāb en zijn volgelingen hadden gevestigd. Yasser Arafat met de rafiḋī ṫāġūt ayatullat al-khomeini. En op dat moment hadden zij al aanhangers verworven van onder hen die op ons lijken. Dus ontvlamde zij de onwetenden met opwindende slogans van nationalisme in elk deel van de Islāmitische landen. De hedendaagse afgoderij verscheen vervolgens met zijn aanbidding van materialen, begeerten en het heiligen van de eigen-ik. Onder het mom van nationalisme en patriottisme, werd er een nieuwe afvalligheid in de Islāmitische, en vooral in de Arabische wereld, gevormd. Met haar nationalistische principes en gedachtegangen, en kleurrijk versiert met haar schijnbare titels zoals genade terwijl het in werkelijkheid een verborgen bestraffing is. Na deze introductie, sprak ṣayg Abdurraḥmān ad-dawsarī over de betekenis van ilāhiyyah [goddelijkheid] en zijn fundamenten, namelijk: 1. Ongeloof in alles wat [naast Allāh] aanbeden wordt. 2. Het uitzonderen van Allāh in alle daden van aanbidding en het onderwerpen aan Zijn wetgeving. Daarna sprak hij over de realiteit van aanbidding, het houden omwille van Allāh, en het haten van de vijanden van de religie. Vervolgens sprak hij over de realiteit van de millah [religie] van Ibrāhīm, en zei: Met het [kennis over de millah van Ibrāhīm] komt men tot de conclusie dat de meerderheid van degenen zichzelf toeschrijven tot de Islām zijn vervallen in de hedendaagse afgoderij en wat zij hebben gebracht aan westerse principes en haar materialistische uiterlijk. Zij plaatsten de grenzen van de natie boven de grenzen van Allāh, en zij gaven henzelf het recht om hun eigen wetgeving en regelgevingen te kiezen van dat wat tegen wat Allāh en Zijn boodschapper hebben geoordeeld. Zij volgden degenen die hen hebben misleid van degenen die zij aanbaden met liefde en verheerlijking en beschouwde hen als heren naast Allāh, zoals Arabisme, nationalisme, en wat zij daaraan toevoegen van materialistische perspectieven. Daarna vermelde hij over de persoon die dacht dat het land als een heer naast Allāh was door de uitspraak: Jullie land, vestig het boven elke religie, verbreek het vasten en wees doof omwille ervan. En zij stonden het toe 11

13 om te alliëren met de vijanden van Allāh onder het mom van ras en land, en zij hieven het oordelen met de ṣarī ah op onder het mom van rotte ontwikkeling, elke ṫāġūt hiervoor aanbiddend. En van hun valse principes zijn: 1. De religie is voor Allāh, en het land is voor iedereen. 2. De religie is de relatie tussen de dienaar en zijn Heer alleen, en het heeft niks te maken met de andere aspecten van het leven. 3. De wil van de mensen is van de wil van Allāh. En hij vermeldde dat de afgestudeerden van deze koloniale scholen deze principes en concepten waarborgen in de verschillende lagen van de Islāmitische natie; en hij vermeldde dat één van de eerste middelen wat de kolonisten gebruikten om op ons hun cultuur te forceren middels deze scholen was. Daarna zei hij: Het is verplicht voor de Muslimīn, de jeugd en de ouderen, overheden en de mensen, om zich te verzetten tegen deze hedendaagse afgoderij en idool. [Einde samenvatting]. En Allāh weet het beter. Moge Allāh de groet en de vrede sturen naar onze profeet Muḥammad, zijn familie, en zijn metgezellen. 12

14 APPENDIX 1: HET VERRICHTEN VAN ONGELOOF OMWILLE VAN MAṠLAḤAH [VOORDEEL] Vraag & antwoord met de edele ṣayg Nāṡir al-fahd. VRAAG: Wanneer sommige van hen het leiderschap worden gegeven [d.w.z. de bevoegdheid om te regeren], dan knielen zij voor het graf van Atatürk 19 [moge Allāh hem vervloeken], omdat het een voorwaarde is waar men vanuit de grondwet niet onderuit kan komen. Sommige mensen, waaronder de leden in de jihādi groepen, zoals Ḥamas en andere, zeggen dat het toegestaan is om neer te knielen voor een idool in zo n situatie, omwille van de maṡlaḥah voor de ummah. Dus, wat is de regelgeving omtrent deze uitspraak, en wat is hier het antwoord op? ANTWOORD: Dit is een enorme belangrijke kwestie, en het is om geen enkele reden toegestaan om ongeloof te begaan, behalve in het geval van ikrāh [dwang] alleen, zoals vermeld is in de āyah 20. Dus eenieder die erin valt [het ongeloof] terwijl hij niet gedwongen wordt, op hem rust dan de vloek van Allāh, zelfs wanneer hij de intentie had om het goede te doen. Gezien het feit dat velen die zich affiliëren met de Islāmitische partij vanuit vele aspecten in ongeloof zijn vervallen bewerend dat het onder het mom van maṡlaḥah voor de Islām werd gedaan. Zoals het neerknielen van deze dwalende persoon richting deze ṫāġūt [Atatürk], als het bewezen is [dat dit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden], en zoals het zweren van een eed om de grondwet te respecteren. En zo ook het zoeken van een oordeel bij de mens-gemaakte wetten, het afschaffen van al-walā en al-barā [het houden en het haten omwille van Allāh] en andere zaken naast dat. 19 Mustafa Kemal Atatürk, de oprichter van de seculiere staat, was een afvallige en een vijand van Allāh en Zijn boodschapper. Hij heeft vele verschillende handelingen en uitspraken van ongeloof begaan. Waaronder de uitspraak in deze video, waarin hij spreekt over de nieuwe staats-principes en zegt: Maar, neem deze principes alstublieft niet aan als de dogma s [onbetwistbare overtuigingen] van de boeken die zogenaamd zijn neergezonden uit de hemelen. Daarnaast verklaarde hij in een handgeschreven brief dat de edele āyah: Lees in de Naam van jouw Heer, Degene die [alles] heeft geschapen. 96:1 onzin en een denkfout is, hij zei: De Arabieren die het dwaalbegrip van Lees in de Naam van jouw Heer in stand houden hebben geknoeid op basis van deze primitieve en onwetende symbooldevolutie in de beschaafde wereld, met name in regio s die rijk zijn aan beschaafde turken. 20 Allāh zei: Degene die ongelovig is geworden in Allāh, na zijn geloof [in Allāh], behalve degene die wordt gedwongen terwijl zijn hart rust op heeft in het geloof. Maar wie zijn borstkas openstelt voor het ongeloof, op hen rust de woede van Allāh. En voor hen is er een geweldige bestraffing. 16:106 13

15 Dus ik zal twee bewijzen vermelden omtrent dit onderwerp: 1. De methodologie van de profeet m.b.t. maṡlaḥah in da wah. 2. Het oordeel omtrent degene die een methodologie hanteert wat tegenstrijdig is aan zijn methodologie. Wat betreft het eerste bewijs: Het is de Makkānse periode 21. Dus op basis van de welbekende gevestigde kennis over wat er is gebeurd met de boodschapper en de metgezellen aan beproevingen en rampspoeden onder de leiding van de ongelovigen. Een groep onder hen werd vermoord, een andere groep onder hen werd gemarteld, een andere groep onder hen werd verdreven [uit hun huizen], zoals de emigratie naar Abessinië, en tot slotte, sommige werden omsingeld zoals de profeet en degenen die met hem waren in de verstopplek op de berg van Abī Ṫālib voor drie jaar! Zij werden zo hevig [omsingeld] dat zij zelfs takken opaten en soortgelijke dingen. Makkah werd destijds geregeerd door Abī Jahl en zijn metgezellen. Zij wouden niet dat de profeet hun afgoden ging aanbidden, echter zij wouden slechts dat hij zou zwijgen en stoppen met het beledigen van hen, het ongelovig verklaren van hen en hun voorouders, en soortgelijke zaken. Als zij [de ongelovigen] hun posities voor iets zoals dat [d.w.z. dat de Muslimīn stoppen met het ongelovig verklaren van hun en hun voorvaderen] wilden verlagen, dan zouden zij de eerste zijn om het te verlaten, en zijn metgezellen te geven wat zij wouden. Sterker nog, het is overgeleverd in de sīrah dat zij het leiderschap aan hem [de profeet ] hebben aangeboden, en het bewijs hiervoor is de uitspraak van Allāh: د وا ل و ت د ه ن ي د ه ن ون و Zij wensen dat jij zult toegeven [aan hun wensen], zodat zij vervolgens zullen toegeven [aan jouw wensen] De periode van zijn profeetschap vóór de emigratie naar al-madīnah. 22 Sūrah al-qalam, 9. 14

16 Behalve dat [in werkelijkheid] het grotere maṡlaḥah [voordeel] en het vasthouden aan het betrouwbare houvast het vasthouden aan tawḥīd en het hebben van barā ah tegen al datgene wat het bederft is. Het omvat het ongelovig zijn in de ṫāġūt. Op basis van de qiyās [analogie] van deze hedendaagse [afgedwaalde] personen, dan zou de maṡlaḥah van de da wah impliceren om aan de macht te blijven, zelfs al hij zich niet vasthoudt aan tawḥīd en het niet in standhoudt, en vele tenietdoeners van de Islām verricht. Wat betreft het tweede bewijs: Het is wat is overgeleverd omtrent de Gawārij 23. De aḥadīṭ zijn mutawātir [meervoudig in ketens] omtrent het criminaliseren van hen: ر ق ون م ن ا س م م Zij zullen de Islām verlaten 24 اء د يم الس م ت أ ق ت ل وا ت [De Gawārij] zijn de slechtste van de gedode die worden gedood onder de hemelen 25 ه ل ا ا ر ب أ Zij [de Gawārij] zijn de honden van de hel 26 طو لمن قتلهم Verheugende tijden voor eenieder die hen dood. 27 Naast dat, terwijl hij hun enorme daden van aanbidding had vermeld, zei hij : ي م ق و م ر ج حت ق ر ون ص لا ت م م ع ص لا ت ه م و ص ي ام م م ع ص ي ام ه م 23 De Gawārij geloven o.a. dat de Muslim die vervalt in een grote zonde daardoor een afvallige wordt. 24 Ṡaḥīḥ al-bugārī, Sunan Ibn Mājah, Sunan Ibn Mājah, Al-Mustadrak [al-ḥākim],

17 Er zal onder jullie een groep verschijnen, wiens gebeden jullie doet neerkijken op jullie gebeden, en wiens vasten jullie doet neerkijken op jullie vasten 28 Zij waren mensen van het nachtgebed, de gebeden en het reciteren van de Qur'ān. Dit is algemeen bekend op basis van hun sīrah, desondanks hadden de metgezellen unaniem besloten om hen te bestrijden en te criminaliseren. Het is welbekend dat zij slechts de intentie hadden om goed te doen, zij streefden naar de waarheid. Zij verheerlijkten de Islām en haar symbolen, en zij bleven weg van zonden, grote zonden, waar zij zelfs de verrichter ervan ongelovig verklaarden. Zelfs met dit alles, toen zij een andere methodologie hanteerden dan de methodologie van de profeet, baten hun grote hoeveelheid aanbiddingen niet, noch hun goede bedoelingen. Zij streefden naar de waarheid. Dus, wat dan te denken over de situatie van deze hedendaagse [verraders], die tenietdoeners hebben begaan die niet zijn verricht door de Gawārij. Zij hanteren een methodologie die in tegenstrijd is met de methodologie van de profeet en de metgezellen. Sterker nog, het is zelfs in tegenstrijd met de methodologie van de mensen van innovatie zoals die van de Gawārij en de Mu tazilah, de Zaydiyyah, de Aṣā irah en andere naast hen. Want niemand van hen stond het verrichten van ongeloof omwille van maṡlaḥah [voordeel] toe. En Allāh weet het beter. 28 Ṡaḥīḥ al-bugārī,