Het Verhaal van de Vier Stieren Anwar Al-Awlaki

Transcriptie

1 Het Verhaal van de Vier Stieren Anwar Al-Awlaki 1

2 Het Verhaal van de Vier Stieren Anwar Al-Awlaki 2

3 In de Naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle, Voorzeker, alle lof is aan Allāh, we prijzen Hem, zoeken Zijn Hulp en vragen Hem om Vergiffenis. We zoeken toevlucht bij Allāh tegen het kwade van onze zielen en tegen het slechte van onze handelingen. Wie door Allāh geleid wordt, er is niemand die hem kan misleiden, en wie door Allāh misleid wordt, er is niemand die hem kan leiden. Ik getuig dat er geen god is dan Allāh en ik getuig dat Muhammad Sallallāhu 'alayhi wa Sallam Zijn dienaar en Boodschapper is. ي ا ا ي ه ا ال ذ ين ا م ن وا ات ق وا الل ه ح ق ت ق ات ه و لا ت م وت ن ا لا و ا نت م م س ل م ون O jullie die geloven, vreest Allāh vol ware godsvrees voor Hem, en sterft niet anders dan als Moslims. (Āli 'Imrān; 102) ي ا ا ي ه ا الن اس ات ق وا ر ب ك م ال ذ ي خ ل ق ك م م ن ن ف س و اح د ة و خ ل ق م ن ه ا ز و ج ه ا و ب ث م ن ه م ا ر ج الا ك ث يرا و ن س اء و ات ق وا الل ه ال ذ ي ت س اءل ون ب ه و الا ر ح ام ا ن الل ه ك ان ع ل ي ك م ر ق يب ا O mensheid, vreest jullie Heer Die jullie schiep uit één enkele ziel (en die) daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voortkomen. En vreest Allāh in Wiens Naam jullie elkaar (om hulp) vragen en (onderhoudt) de familiebanden. Voorwaar, Allāh is de Waker over jullie. (An-Nisā; 1) 'Umar ibn Al-Khattāb radiyallāhu 'anhu vroeg Ubay ibn Ka'b radiyallāhu 'anhu: Wat is de betekenis van Taqwā? Ubay ibn Ka'b zei: O Ameer Al-Mu'mineen, heb jij (wel eens) gelopen in een veld vol doornige planten? 'Umar zei: Ja. Ubay ibn Ka'b zei: Wat deed je? 'Umar antwoordde: Ik tilde mijn kleding op en ik was heel voorzichtig. Ubay ibn Ka'b zei: Dat is Taqwā. Wij lopen in een veld dat vol staat met doornige planten. Shaytān en zijn volgelingen zullen proberen je te verleiden en je uitnodigen naar het slechte. Het hebben van Taqwā in de Dunyā is dus het optillen van je kleding en voorzichtig zijn, zodat je het slechte niet zal aanraken. En dit is de betekenis van Taqwā, en we vragen Allāh ons te doen behoren tot de Muttaqeen. Beste broeders en zusters, er is een bekend verhaal een gelijkenis die ik jullie zal vertellen. Het kan zijn dat je het eerder hebt gehoord, maar er zijn een aantal leringen die we uit dit verhaal kunnen trekken. Het gaat als volgt: 3

4 Er waren vier stieren, één van hen was wit en de andere drie waren zwart. Ze leefden in een gevaarlijke omgeving, omgeven door wolven. De manier waarop ze zichzelf beschermden, was door altijd samen te zijn; ze bleven altijd bij elkaar, ze pasten op elkaar en iedereen hield een oogje in het zeil. En (op deze manier) overleefden zij, ook al was de omgeving omringd door wilde dieren. Maar op een dag hadden de drie zwarte stieren een bijeenkomst, en ze zeiden: Deze witte stier verraadt ons. Omdat wij zwart zijn, kan niemand ons zien wanneer we ons s nachts proberen te verschuilen, maar de vijand kan de witte stier wel zien, dus waarom laten we hem niet gewoon gaan? Wij drieën zullen samen zijn en laten we de witte stier gewoon weg laten gaan, want hij veroorzaakt teveel problemen. Dus vanaf die dag hielden de drie zwarte stieren zich afzijdig en de arme witte stier was alleen. Ze boycotten de witte stier. Nu, de wolf is erg slim. Hij was in staat de verdeeldheid onder deze stieren te ontdekken. Dus viel hij de witte stier aan en terwijl hij zijn vlees aan het verslinden was, deden de drie zwarte stieren niets. Ze keken ernaar, terwijl hun broeder aan stukken werd gescheurd! De volgende nacht viel de wolf de drie zwarte stieren aan. Waarom? Omdat ze nu één man minder waren, of eigenlijk, één stier minder. Dus ze waren niet net zo sterk als ze de dag ervoor waren. Omdat zij hun broeder de witte stier gedumpt hebben, viel de wolf nu hen aan en was in staat één van de zwarte stieren te grijpen. En nu hebben we er nog maar twee over. De volgende nacht was het dus nog makkelijker voor de wolf, omdat er slechts twee over waren, dus at hij één van hen. En toen, op de laatste nacht, was er nog maar één stier over en hij probeerde als een dolle te vluchten voor de wolf, maar nu heeft de stier geen beschermer en geen helper. De wolf achtervolgt het met vertrouwen en hij weet dat deze stier moe zal worden en neer zal vallen; er is niets dat de stier kan doen. Niemand die hem kan helpen. Dus de wolf loopt blij en met vertrouwen rond, hij stoot de stier neer en greep hem bij zijn nek, en terwijl hij dat deed en de stier zijn laatste woorden uitsprak, deed hij een zeer belangrijke uitspraak; een uitspraak die een grote lering bevat en waar wij van kunnen leren. Deze zwarte stier zei, terwijl hij op sterven lag: Ik ben gegeten op de dag dat de witte stier werd gegeten. Met andere woorden: Ik heb in mijn testament geschreven dat de dag dat ik toestond dat de witte stier gegeten werd, dat (dat het moment was dat) ik stierf. Ik sterf niet nu, ik sterf niet vandaag, ik stierf toen ik de wolf toestond de witte stier te eten. Broeders en zusters, ik weet zeker dat sommigen van jullie al een aantal leringen uit dit verhaal hebben getrokken. Ik zal er nu een aantal behandelen inshā Allāh. Eerste lering: De Ummah Dit verhaal is een goede voorstelling en nabootsing van de huidige situatie van de Ummah. Dit is precies wat er gebeurt. We kijken toe hoe de ene Moslimnatie na de andere valt. Wij kijken toe, zitten achterover en doen niets. Toen Filisteen (van ons) werd 4

5 afgenomen, deden we niets. En toen kwam de ene natie na de andere in de problemen; je hebt Kashmīr, je hebt Tsjetsjenië, de Moslims in de Filippijnen, en nu hebben we 'Irāq, en de Ummah doet niets. De Ummah kijkt toe, terwijl 'Irāq verslonden wordt. Het zal daar niet bij blijven, want het zal overspoelen naar andere landen zoals Syrië en alleen Allāh weet wie de volgende is! Deze landen zijn ons dus niet vandaag afgenomen, ze zijn een lange tijd geleden al afgenomen. Toen wij toestonden een Moslimnatie te laten vallen, hebben we toegestaan dat ieder van ons hetzelfde zal overkomen. Tweede lering: Eenheid Dit (verhaal) toont ons de gevolgen van verdeeldheid. Toen deze stieren niet bij elkaar bleven toen zij de vijand toestonden één van hen te grijpen is dit wat er met hen gebeurde; ze werden allen verslagen. Beste broeders en zusters, Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam heeft de Ummah een vergelijking gegeven. Hij zei: De gelovigen zijn in hun onderlinge liefde, vriendelijkheid en barmhartigheid als het lichaam: wanneer een lichaamsdeel pijn heeft, is de gehele rest erin betrokken door slapeloosheid en koorts. 1 Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam zegt hier dat wanneer je vinger verwond is of wanneer je voet verwond is, elk deel van het lichaam verwond is en je die pijn voelt; je kan niet slapen! En je lichaam krijgt koorts, omdat jouw lichaam de bacteriën in de infectie probeert te bevechten. Het probeert de vijand te bevechten, dus het hele lichaam wordt in dat proces betrokken. Dat is de beschrijving die Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam de Ummah gaf. Dus als een Moslim in het Oosten, of in het Westen, of het Zuiden of het Noorden of het nou in het midden van het lichaam of in de bovenkant is, of het nou in de vingers of in de tenen is jij dient dezelfde pijn te voelen alsof het jouw eigen familie overkomt. Als je alleen bezorgd bent om je eigen veiligheid en de veiligheid van jouw directe familie, dan is er iets mis. Dan ben je niet werkelijk deel van het lichaam. Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam zegt dat de Ummah één lichaam is, het doet er niet toe of zij opgesplitst zijn in verschillende politieke staten of dat zij in verschillende groepen (opgesplitst) 2 zijn, of dat zij een andere Madhhab volgen, zolang deze persoon maar een Moslim is; en een Moslim is iemand die een correct geloof in Allāh 'Azza wa Jall heeft, iemand die niet afwijkt; dat is een Moslim. Het punt is dat we het soms zien als, Alleen ik en mijn groep zijn Moslim. Waarom? Omdat hij niet mijn Jamā'ah volgt, hij volgt mijn weg niet. Zolang je niet kunt bewijzen dat die Moslim een Kāfir is, is hij een Moslim. Zolang je geen bewijs hebt dat zo n 1 Overgeleverd door An-Nu'mān ibn Bashīr radiyallāhu 'anhu, Sahīh Muslim, boek 32, nr Met verschillende groepen wordt hier absoluut niet het opsplitsen in verschillende sekten bedoeld, aangezien dit strikt verboden is in de Islām. Deze Ummah zal zich opsplitsen in 73 verschillende sekten, allen zullen in de Hel zijn, behalve één, en dat is de groep die de Weg van de Profeet en zijn Metgezellen volgt; alle andere groeperingen zijn afgedwaald van het Rechte Pad en hebben innovaties aan de Deen toegevoegd; hoe kunnen zij dan onze broeders en zusters zijn terwijl de Profeet Sallallahu 'alayhi wa Sallam heeft gezegd dat degene die iets toevoegt aan deze Deen niet tot hem behoort? 5

6 persoon een Murtad 3 is, is hij een Moslim; of hij nou tot dezelfde Madhhab of dezelfde groep of hetzelfde land behoort, dat doet er allemaal niet toe. Nu hebben we het allemaal over het belang van eenheid. Als we het hebben over eenheid in de zin van het hebben van één groep en afstand nemen van al deze verschillende Jama'āt en om van alle Madhāhib af te komen en dat we allemaal kopieën van elkaar moeten zijn; dat is iets onmogelijks. Wat wij bedoelen met eenheid is dat, hoewel jouw taak in Islamitisch werk anders kan zijn en de Madhhab die jij volgt anders kan zijn, echter, jij bent er om je broeder te helpen wanneer hij in nood is; dat is eenheid. Je kunt werkzaam zijn op verschillende vakgebieden, je kunt verschillende dingen doen, want wij hebben verschillende dingen nodig; de Ummah heeft tegenwoordig alles nodig. We hebben een tekortkoming en gebrek op elk gebied. Daarom hebben we Moslims nodig die deze taken vervullen, en daarom zal ons vakgebied anders zijn. Sommigen richten zich op da'wa, sommigen richten zich op 'Ilm, sommigen richten zich op 'Ibāda; mensen zijn verschillend. Niet iedereen kan een kopie van elkaar zijn. Mensen hebben verschillende capaciteiten. Sommigen worden goede geleerden, sommigen worden goede imams, sommigen worden goede leraren en sommigen worden een goede adviseur; mensen zijn verschillend. Sommigen zijn goed in werken, ze zijn niet zo goed in spreken en de theorie, ze zijn goed in het verrichten van het dagelijkse werk dat de Moslims nodig hebben. Iedereen vervult een rol, en we dienen dat te waarderen. Dus wat er bedoelt wordt met eenheid, is dat wanneer jouw broeder in nood is, dat jij toespringt om hem te helpen; dat is eenheid. Ongeacht wat zijn ideologie is, zolang hij een Moslim is. Dat is eenheid. We dienen dus de betekenis van de hadīth dat de Ummah als één lichaam is; wanneer een enkel lichaamsdeel pijn heeft, heeft het hele lichaam pijn te volbrengen. Je hoort de pijn en het lijden te voelen wanneer je ziet wat jouw broeders en zusters in andere delen van de wereld overkomt. Je hoort bezorgd te zijn om wat er in Filisteen en 'Irāq gebeurt. Je hoort bezorgd te zijn om wat er in Kashmīr gebeurt, ook al is het jouw land niet. En sommige van deze Moslimlanden hebben onderling problemen; ze hebben oorlogen, ze hebben politieke problemen, maar als Moslimzijnde dient het voor jou niets uit te maken. Deze overheden hebben problemen met elkaar, maar de Moslims in dat land zijn mijn broeders. Dat is hoe je er tegenaan dient te kijken. Wij dienen die bezorgdheid voor de Moslim Ummah dus te hebben. Degene die niet bezorgd is om de Moslims, behoort niet tot hen. Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam heeft gezegd: Ieder zal zijn met degenen van wie hij houdt. 4 Op de Dag des Oordeels zul je zijn met degenen van wie je houd. Als je liefde koestert voor de Moslims, zul je op de Dag des Oordeels met de Moslims zijn. Als je liefde koestert voor de Kuffār, zul je op de Dag des Oordeels met de Kuffār zijn. Zo werkt het. Dat is de Rechtvaardigheid van Allāh. Iemand die van de Moslims houdt, zal met de Moslims zijn, en zal hen volgen waar zij ook gaan. En dat is waarom op de Dag des Oordeels Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam heeft gezegd: Allāh zal tegen de mensen zeggen: Volg de goden die jullie aanbaden. Dus degene die het kruis aanbad, 3 Een afvallige. 4 Overgeleverd door 'Abdullāh radiyallāhu 'anhu, Sahīh Al-Bukhārī, volume 8, boek 73, nr

7 zal het kruis volgen, en degene die een afgod aanbad, zal die afgod volgen. Allāh zegt tegen hen: Als jullie Mij niet aanbaden, dan kun je niet van Mij verwachten dat Ik jullie de beloning geef. Ga naar jullie goden en vraag hen jullie op deze Dag te belonen. Want Allāh is Rechtvaardig; deed je het voor Hem, dan zal Hij je belonen, maar als je het voor iemand anders deed, ga dan naar die andere god en vraag hem om de beloning. En er is geen god naast Allāh. Derde lering: De gevolgen van verraad. De gevolgen van het in de steek laten van een Moslim. Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam heeft gezegd: Een Moslim is de broeder van een Moslim. Hij doet hem geen onrecht aan en laat hem niet in de steek. Hij bedriegt hem niet en veracht hem niet. 5 En in een andere hadīth staat: Een Moslim is de broeder van een Moslim. Hij doet hem geen onrecht aan en hij geeft hem niet over aan de vijand. 6 Je geeft een Moslim niet over aan de vijanden van Allāh 'Azza wa Jall! En deze hadīth is Sahīh, hij staat in Bukhārī en Muslim. Deze drie stieren uit het verhaal gaven de witte stier over aan de vijand. Door dit te doen, dachten zij zichzelf veilig te stellen. Zij dachten dat ze veilig zouden zij als ze deze witte stier overgaven. Deze witte stier was opvallend, hij veroorzaakte veel problemen, hij werd beschuldigd een terrorist te zijn, dus laat hem gaan, we willen niets met hem te maken hebben. Laat hem naar de gevangenis gaan. Maar het punt is dat zij niet beseffen dat zij de volgende zullen zijn. Jij zal als volgende in het vooruitzicht worden gehouden. Dus broeders, als jullie jezelf willen beschermen nu hebben we het niet over iets doen voor je broeders die onderdrukt worden als jullie jezelf willen beschermen, horen jullie daarmee op te houden. Jullie dienen zulke dingen stoppen te gebeuren, want zodra je toestaat dat één Moslim gevangen wordt genomen, zal Allāh jou niet meer helpen. Je verliest (hiermee) de Hulp van Allāh. Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam heeft gezegd: Wie in deze wereld een gelovige van een zorg verlost, zal door Allāh op de Dag des Oordeels van één van zijn zorgen verlost worden. Hij die het lot van iemand die hulp nodig heeft verlicht, diens lot zal door Allāh in deze wereld en het Hiernamaals verlicht worden. 7 Ieder van ons weet dat we het in ons eentje niet kunnen maken. Zonder de Hulp van Allāh kunnen we nergens heen. Als je de Hulp van Allāh wil, schiet jouw Moslimbroeder dan te hulp. Dat is hoe je jezelf zal beschermen. Als jij hem (jouw Moslimbroeder) verraad en in de steek laat, denk dan niet dat dat jouw vijand tevreden zal stellen. Nee, dat zal het niet! De vijand zal doorgaan. Neem dit als regel: Shaytān zal nooit voldaan zijn, hij zal nooit blij zijn, totdat hij in staat is de gehele Ummah te vernietigen. Niets zal de Shaytān bevredigen. Als je hem op alle mogelijke manieren 5 Overgeleverd door Abū Hurayra radiyallāhu 'anhu, Sahīh Muslim. 6 Overgeleverd door 'Abdullāh ibn 'Umar radiyallāhu 'anhu, Sahīh Al-Bukhārī, volume 3, boek 43, nr. 622 en volume 9, boek 85, nr. 83; Sahīh Muslim, boek 32, nr Overgeleverd door Abū Hurayra radiyallāhu 'anhu, Sahīh Muslim. 7

8 tevreden probeert te stellen, zal dat niet werken! Hij is onze vijand geweest sinds de tijd van Ādam 'alayhis-salām en hij zal onze vijand blijven tot aan de Dag des Oordeels. Denk niet dat je hem tevreden zal stellen en hem stil kan houden door hem één van jouw broeders te voeden. Nee! Zijn honger wordt nooit gestild en zijn dorst wordt nooit gelest. Als wij vandaag een Moslim in nood verraden of in de steek laten, wees dan verzekerd dat Allāh ons morgen in de steek zal laten. En broeders en zusters, wat betreft degenen onder jullie die in het Westen wonen; jullie leven in een dilemma. Jullie kinderen groeien op in een niet-islamitische omgeving en jullie zullen niet voor altijd bij hen blijven, jullie zullen komen te overlijden. Op een dag zul je sterven en zul je hen achterlaten. En alleen Allāh weet wat hun lot zal zijn. Misschien zullen ze opgroeien en niet-moslims worden, dat is een mogelijkheid. We vragen Allāh dat geen van onze kinderen van het Rechte Pad afdwaalt, maar het punt is dat jullie dienen te investeren in de toekomst van jullie kinderen. Jullie dienen iets voor hen te investeren om er zeker van te zijn dat zij zullen voortzetten op het Rechte Pad. 8 Je wil niet verantwoordelijk gesteld worden op de Dag des Oordeels en dat Allāh tegen je zegt: Jullie zijn degenen die jullie families naar dit land hebben gebracht, daarom zijn jullie verantwoordelijk voor wat zij in de toekomst doen. En jullie zullen verantwoordelijk zijn voor de generaties en generaties die erna komen. Je wil dus in je kinderen investeren. En de manier waarop je dat doet, is door op te komen voor jouw broeder die hulp nodig heeft. Allāh zal er dan voor jou en je kinderen zijn. Rasūlullāh Sallallāhu 'alayhi wa Sallam zei in de hadīth van Ibn 'Abbās radiyallāhu 'anhu: Waak over (de voorschriften van) Allāh en Hij zal over jou waken. 9 En hoe gebeurt dat? Ibn Rajab Al-Hanbalī legt de hadīth uit. Hij zegt: 1. Als jij waakt over de voorschriften van Allāh, zal Allāh over jou waken door jou weg te houden van slechte verlangens en twijfels in Imān; 2. Als jij waakt over de voorschriften van Allāh wanneer je jong bent, zal Allāh over jou waken wanneer je oud bent; 3. Als jij waakt over de voorschriften van Allāh, zal Allāh over jouw kinderen waken. En Ibn Rajab geeft een voorbeeld (van het laatste punt). Hij zei: 8 Hier maakt Imām Anwar een heel belangrijk punt. Veel ouders zien de gevaren van het opgroeien in het Westen niet in. Zij denken dat ze hun kinderen wel onder controle hebben, maar het tegendeel is echter waar. Kijk naar de toestand van onze kinderen die hier in het Westen zijn opgegroeid, hoeveel van hen volgen werkelijk de Weg van de Profeet Sallallāhu 'alayhi wa Sallam en zijn Metgezellen? En de ouders zijn hier onder andere de oorzaak van; zij hebben het toegestaan dat hun kinderen hier opgroeien en zich met de Kuffār mengen en hun giftige gedachtegoed overnemen. Ook vinden vele ouders, zonder dat zij het doorhebben, de Dunyā belangrijker voor hun kinderen dan Al-Ākhira. Hoeveel ouders weerhouden hun kinderen ervan die wel hun Deen willen praktiseren zoals Allāh het hen bevolen heeft te doen om dit te doen? Zij vinden zaken als school en werk belangrijker dan het opvolgen van verplichtingen zoals Da'wa, Hijra en Jihād. Allāhul Musta'ān! 9 Overgeleverd door At-Tirmidhī. 8

9 In Sūrat Al-Kahf, in het verhaal van Mūsā en Al-Khidhr toen Al-Khidhr de muur die op het punt stond in te storten, herbouwde vroeg Mūsā hem waarom hij dat deed: Waarom herbouw jij deze muur terwijl deze mensen ons er niet voor zullen betalen? Wat zei Al-Khidhr daarop? Al-Khidhr zei: Deze muur behoort toe aan twee wezen en eronder ligt een schat. Ik herbouwde het, want als de muur instort, zullen de mensen de schat van de wezen afnemen. Maar als ik het herbouw, dan kunnen de wezen, wanneer zij ouder worden en volwassen zijn, hun schat eruit halen. En dan geeft hij de reden waarom. Hij zei: De reden waarom ik het herbouwde, is omdat hun vader rechtschapen was. Deze wezen hebben nog niet de leeftijd van de puberteit bereikt om verantwoordelijk gehouden te worden, dus hoe kun je weten of zij Sāliheen zijn of niet? De reden waarom Allāh hun schat voor hun beschermd heeft, is omdat hun vader rechtschapen was. De vader is overleden, maar Allāh 'Azza wa Jall zorgt voor zijn kinderen en Allāh 'Azza wa Jall stuurt Al-Khidhr helemaal naar die stad om de muur voor deze twee wezen te herbouwen. Waarom? Omdat de vader rechtschapen was. Dus Allāh zal niet alleen voor je kinderen zorgen tijdens jouw leven, Allāh zal voor hen zorgen nadat jij bent overleden. Wat is er beter dan dat? Daarom dienen we te waken over de voorschriften van Allāh. Denk niet dat je door onder te duiken veilig zal zijn; dat ben je niet. Jij zal de volgende zijn. Beste broeders en zusters, nu hebben we het over deze kwestie in het algemeen gehad, echter, sommige specifiek in jouw stad, in jouw eigen buurt. We hebben het niet over de dingen die in 'Irāq of in Filisteen of ergens anders gebeuren. In jouw eigen stad, en in dit land, zijn vele Moslims gearresteerd. Wanneer je het hebt over Guantanamo Bay enzovoort; er is een Guantanamo Bay in dit land. 10 Er zijn 524 Moslims gearresteerd onder de nieuwe wetten en slechts twee van hen hebben een zaak gekregen. Je hebt over de 520 Moslims, opgesloten in de gevangenis en daar aan hun lot worden overgelaten en weg liggen te rotten, terwijl zij geen enkele misdaad hebben begaan! En zij worden daar uiteindelijk maanden aan hun lot overgelaten om daar in die cellen te rotten. Wat heb jij voor hen gedaan?! Jouw Noord-Afrikaanse broeders hebben in dit land niemand om hen te helpen, en de Moslimgemeenschap in dit land doet helemaal niets voor hen en zij worden daar jaren aan hun lot overgelaten. Een broeder vertelde mij over de omstandigheden van hun families. Dit zijn arme broeders en zusters, hun families worden achtergelaten zonder enige huisbewaarder, en zij leiden een leven van armoede en niemand doet iets voor hen! En onlangs zijn er een aantal Britten gearresteerd; naderhand zijn zij weer vrijgelaten, want er was niets tegen hen. En één van hen werd tijdens zijn arrestatie door de politie in elkaar geslagen, terwijl hij helemaal geen weerstand bood. Hij deed zijn handen omhoog en de politie stormde binnen en begon hem in elkaar te slaan. En wat deden ze toen? Nadat hij bloedde en een blauw oog had, en er kwam bloed uit zijn oren en er zat bloed in zijn urine, hield de politie hem in de houding van sujūd en zeiden tegen hem: Waar is jouw God nu? 11 Een belediging voor de Islām, een belediging voor onze godsdienst, een belediging voor 10 Het gaat hier over Amerika. 11 Imām Anwar spreekt hier over Babar Ahmad, die later opnieuw is opgepakt en vandaag de dag nog steeds vastzit in de gevangenissen van de onrechtvaardigen. Moge Allāh zijn vrijlating en de vrijlating van alle Moslims bespoedigen! 9

10 onze Ummah! Je moet iets doen! Je kunt niet gewoon blijven zitten en toekijken! Dit is een belediging voor onze godsdienst, het is niet slechts een belediging tegenover de broeder; het is een belediging tegenover de Islām. Jij zet iemand in sujūd en zegt hem: Waar is jouw god? Allāhu Akbar, probeer jij Allāh uit te dagen? Allāh is Rechtvaardig, Allāh 'Azza wa Jall is Al-'Adhīm (de Geweldige), Al-Qawiy (de Sterke), en Allāh zal Zichzelf wreken. Allāh heeft ons niet nodig. Maar het punt is dat wij zulke dingen niet toe kunnen staan te gebeuren terwijl wij toekijken. We zitten daar gewoon toe te kijken en doen niets, denkende dat we door onder te duiken en stil te blijven veilig zullen zijn. Als je daar nu niet mee ophoud, kan het jou overkomen, kan het jouw vrouw overkomen en kan het jouw eigen dochter overkomen. Je dient er ter plekke mee op te houden, voordat het erger wordt. Je dient dus al datgene te doen wat in jouw vermogen ligt. Het is een verantwoordelijkheid die aan je nek hangt, het is iets dat je jouw Moslimbroeders verschuldigd bent, en als je jouw Ummah iets verschuldigd bent, ben je Allāh verschuldigd. Denk niet dat onze godsdienst slechts iets theoretisch is en dat we ons afkeren van wat de Ummah overkomt. Dat is waarom de Moslims in Spanje, Spanje verloren hadden. Al-Maqarrī, een klassieke Moslimhistoricus, zei en dit was terwijl de Moslimsteden ten val werden gebracht: De Moslimsteden werden binnengevallen door de Kruisvaarders, de ene stad na de andere, en de ene na de andere werd ten val gebracht, en wanneer je de moskeeën in Andalus binnenloopt, hoor je niets over wat de Moslims overkomt. Niemand praat erover in de Khutba, niemand praat erover tijdens de lessen, niets! De geleerden praten over theoretische zaken en zij laten de Ummah in de steek, en de Ummah wordt verraden, en zij doen niets. Ibn Hazm Al-Andalusī, de beroemde geleerde uit Al-Andalus, was zo gefrustreerd hierover en was de situatie van de geleerden en de imams van Al-Andalus zo zat, hij zei: Laat je niet misleiden door deze Fussāq (corrupte mensen) die beweren geleerden te zijn, terwijl zij schapenhuiden dragen over de harten van wolven. Hij zei: Wat zijn zij aan het doen? Zij doen niets voor de Ummah. De Ummah wordt ten val gebracht, er wordt tegen de Ummah gevochten, het land van Al-Andalus wordt binnengevallen en zij hebben het over geheel andere zaken. Wij dienen dus op te staan, wij dienen ons te mobiliseren, wij dienen te verenigen, wij dienen op te staan en onze stem te laten horen, en dit is een 'Ibāda; het is een 'Ibāda die je verricht. Dit is een 'Ibāda; door je broeders te helpen, aanbidt je Allāh. En Allāh zal het voor jou bewaren, in de Dunyā en in Al-Ākhira zal je ervoor beloont worden. En je zal het nodig hebben, want de Ummah gaat door (tijden van) fitan 12, ieder van ons gaat door (tijden van) fitan. We vragen Allāh ons te beschermen, onze families te beschermen en onze nakomelingen te beschermen. En vrede en zegeningen zij met onze Profeet Muhammad, zijn familie en zijn metgezellen. 12 Beproevingen. 10