Ergtherapeutisch Team: Studenten: Mattanja van Dormael Marieke Kaufman. Senioradviseur Sandra Jellema

Transcriptie

1 Ergtherapeutisch Team: Studenten: Mattanja van Dormael Marieke Kaufman Senioradviseur Sandra Jellema Opdrachtgever/Contactpersoon Joanne Blaak Mirjam Stoter Linda van Vulpen

2 Til jij er zwaar aan? Fysieke Belasting en de weg naar beleid, scholing en individueel protocol DATUM: Januari ERGOTHERAPEUTISCH TEAM Studenten: Mattanja van Dormael Marieke Kaufman Senioradviseur Sandra Jellema Opdrachtgever/Contactpersoon Joanne Blaak Mirjam Stoter Linda van Vulpen Copyright Hogeschool van Amsterdam TIL JIJ ER ZWAAR AAN?

3 VOORWOORD In opdracht van CWZW-MiddenNederland breed, locatie, hebben wij voor ons afstudeerproject van de Hogeschool van Amsterdam, instituut ergotherapie, onder andere dit beleid bij het project fysieke belasting voor als toegepast product ontwikkeld. Binnen was er behoefte aan een up-to-date beleid fysieke belasting, cursus fysieke belasting en een gedigitaliseerd individueel transferprotocol om de fysieke (over)belasting van de verpleging en verzorging van te minimaliseren. Hiervoor is een adviesteam vanuit de Hogeschool van Amsterdam bestaande uit twee vierdejaars studenten Ergotherapie (junioradviseurs) en een docent van de opleiding Ergotherapie (senioradviseur) gevormd om met deze vraagstelling aan de slag te gaan. Dit beleid is bij het project fysieke belasting is dan ook één onderdeel van drie deelopdrachten, van het project fysieke belasting, waarvoor een toegepast product is ontwikkeld. De twee andere deelprojecten zijn een cursus fysieke belasting en het digitaliseren van een individueel transferprotocol. Naast deze toegepaste producten is het geheel beargumenteerd door middel van een theoretische onderbouwing. Het gehele project is uitgevoerd vanuit (ergotherapeutische) literatuur, modellen en interventies, meeloopdagen en een nauwe samenwerking met verschillende betrokkenen van. Wij willen graag iedereen bedanken die aan de totstandkoming van dit product een bijdrage heeft geleverd. Mattanja van Dormael Marieke Kaufman Januari TIL JIJ ER ZWAAR AAN?

4 INHOUD VOORWOORD 1 INHOUD 2 INLEIDING 1 1. INSCHATTING SITUATIE FYSIEKE ZORGZWAARTE FYSIEKE OVERBELASTING IN DE INSTELLING RI&E 2 2. ALGEMEEN BELEID BEGROTING BEZETTING MONITORING 3 3. ORGANISATIE EN PRIMAIR PROCES GRENZEN VOOR FYSIEK BELASTENDE ACTIVITEITEN OMGAAN MET EEN TRANSFERPROBLEEM TRANSFERCOMMISSIE TRANSFERCOÖRDINATOREN TRANSFERSPECIALISTEN ANDERE DISCIPLINES INDIVIDUEEL TRANSFERPROTOCOL 5 4. BIJZONDERE SITUATIES AGRESSIE ZWANGERE WERKNEMERS VERPLAATSEN VAN GEVALLEN BEWONERS VERPLAATSEN OVERLEDEN BEWONERS 6 5. TRAINING EN INSTRUCTIE INHOUD VAN DE CURSUS ORGANISATIE CURSUS 7 6. HULPMIDDELEN HULPMIDDELEN INVENTARISATIE EVALUATIE ONDERHOUD TILLIFT RISICOVOLLE HANDELING AANSCHAF NIEUWE HULPMIDDELEN 8 7. ERGONOMIE EN OMGEVING INRICHTINGSNORMEN 9 BIJLAGEN 10 BIJLAGE 1 VAL PROTOCOL BIJLAGE 2 HULPMIDDELENINVENTARISATIELIJST BIJLAGE 3 PROCEDURE AANSCHAF HULPMIDDELEN BIJLAGE 4 PROCEDURE TRANSFERPROBLEEM TIL JIJ ER ZWAAR AAN?

5 INLEIDING Voor u ligt het beleid fysieke belasting. Om verschillende redenen is een beleid fysieke belasting noodzakelijk in zorginstellingen, zo staat in de Arbo-wet het volgende: De arbeid wordt zodanig georganiseerd, de arbeidsplaats wordt zodanig ingericht, een zodanige productie- en werkmethode wordt toegepast of zodanige hulpmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen, worden gebruikt, dat de fysieke belasting geen gevaren met zich kan brengen voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemer. In de CAO V&V arbeid en gezondheid (2005) staat tevens het volgende beschreven: De werkgever voert een preventief beleid, dat erop is gericht om de mate van blootstelling van werknemers aan fysieke overbelasting terug te dringen. Vanuit dit kader en actuele ontwikkelingen op het gebied van fysieke belasting is dit beleid opgesteld en vorm gegeven. Het doel van dit beleid is om de fysieke belasting en zo ook ziekteverzuim, incidenten of fysieke klachten binnen te minimaliseren en een gezond werkklimaat voor de werknemers te creëren op het gebied van fysieke belasting. De structuur van het beleid fysieke belasting is gebaseerd op de BeleidsSpiegel, die beschreven is in het Werkpakket Fysieke Belasting uitgegeven door Sectorfonds, Zorg en Welzijn. Hierdoor zal het beleid eenvoudig jaarlijks te toetsen zijn met hulp van de BeleidsSpiegel, RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) en TilThermometer. Vanuit het Werkpakket Fysieke Belasting zijn een aantal adviezen en richtlijnen gegeven en deze zijn grotendeels overgenomen. Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van bestaande afspraken en overeenkomsten die al binnen gelden. Dit beleid fysieke belasting is adviserend naar. Dit betekent niet dat alle adviezen geheel vrijblijvend gelden, daar onze adviezen gebaseerd zijn op wettelijke vastgestelde eisen. Momenteel is het beleid gebaseerd op de situatie binnen CWZW-MiddenNederland locatie De Blinkert. Zoals al genoemd betreft het eveneens wettelijke vastgestelde eisen waardoor het beleid gemakkelijk geïmplementeerd kan worden binnen CWZW-MiddenNederland. Wij hopen dat dit beleid zal bijdragen aan een gezond werkklimaat binnen het CWZW-Midden Nederland, locatie en in de toekomst meerdere locaties kan dienen. TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 1

6 1. INSCHATTING SITUATIE Om inzicht te krijgen in de instelling is er een inschatting gemaakt van de fysieke zorgzwaarte, is de laatste RI&E van 2003/2004 bekeken en is er gekeken naar de fysieke (over)belasting die nu voorkomt in de instelling Fysieke zorgzwaarte De zorgzwaarte is in oktober 2005 binnen geïnventariseerd m.b.v. de TilThermometer. Hieruit is gebleken dat de zorgzwaarte voornamelijk op de afdeling Somatiek over het algemeen hoog is. De zorgzwaarte op de afdeling Psychogeriatrie lijkt mee te vallen. Dit zegt echter niets over de fysieke overbelasting op deze afdeling Fysieke overbelasting in de instelling Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat gezien de zorgvraag/zorgzwaarte de fysieke belasting in de zorg hoog is. Uit de TilThermometer en uit observaties is gebleken dat deze fysieke overbelasting ook in voorkomt. Vanuit deze gegevens kunnen we concluderen dat het belangrijk is om de omgang met fysieke belasting beleidsmatig vast te leggen en actie te ondernemen om de fysieke belasting te minimaliseren RI&E In september 2003/2004 is er een RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) afgenomen. Hierin zijn verschillende aandachtspunten benoemd. Het blijkt dat de RI&E 2003/2004 niet meer actueel is i.v.m. veranderingen binnen. Reglementen RI&E De RI&E dient actueel te zijn en jaarlijks geëvalueerd te worden in samenspraak met de Ondernemingsraad en P&O. 2. ALGEMEEN BELEID Behalve de specifieke invulling van het beleid fysieke belasting, beschreven in hoofdstuk 3, zijn er algemene aspecten die in dit hoofdstuk benoemd worden. Dit zijn aspecten die als voorwaarde voor een goede uitvoer van dit beleid nodig zijn, zoals begroting, bezetting en monitoring/evaluatie van het beleid Begroting In de begroting zal jaarlijks een bedrag gereserveerd moeten worden voor het terugdringen van fysieke belasting. Hieronder staan een aantal aspecten, die we nu al kunnen voorzien. De kosten zullen verder uitgewerkt moeten worden bij het maken van de begroting door de teamleiders in samenspraak met de manager. Eenmalige kosten - Opstartkosten cursus/aanschaf cursusmateriaal - Aanschaf individueel protocolprogramma - Externe scholing transferspecialisten Jaarlijks terugkomende kosten - Aanschaf/onderhoud hulpmiddelen - Uren voor het afnemen van de TilThermometer en de BeleidsSpiegel - Benodigdheden cursusmateriaal - Directe werkuren voor cursist en cursusleider TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 2

7 2.2. Bezetting In 3.1 zijn praktijkrichtlijnen beschreven met betrekking tot de uitvoer van activiteiten. Het gevolg van deze richtlijnen is dat er in bepaalde situaties met meer zorgverleners gewerkt moet worden om fysieke overbelasting te voorkomen. Daarom zal er in de bezetting op de werkvloer rekening gehouden moeten worden met de richtlijnen beschreven in 3.1. Deze richtlijnen moeten nageleefd kunnen worden Monitoring Vanwege veranderingen binnen de instelling zal er jaarlijks gekeken moeten worden of het beleid fysieke belasting nog voldoet. De volgende lijsten zullen jaarlijks moeten worden afgenomen: - BeleidsSpiegel - TilThermometer - RI&E onderdeel fysieke belasting Aan de hand van de bovengenoemde lijsten zal er een plan van aanpak in overeenstemming met de OR opgesteld en nageleefd moeten worden. Hoofdstuk 1 van dit beleid moet als gevolg hiervan herschreven worden en het totale beleid fysieke belasting moet worden geëvalueerd. Deze jaarlijkse evaluaties worden ook beschreven in de CAO V&V arbeid en gezondheid 2005 en in de Arbo-wet. 3. ORGANISATIE EN PRIMAIR PROCES In dit hoofdstuk worden de specifieke afspraken en organisatorische aspecten aangegeven die op van toepassing zijn Grenzen voor fysiek belastende activiteiten In de CAO V&V arbeid en gezondheid staat beschreven dat er gewerkt moet worden volgens de praktijkrichtlijnen. Hieronder zijn de praktijkrichtlijnen beschreven zoals ze gelden binnen. Tillen Maximaal 15 kg. Duwen en trekken - Trekken/duwen met 1 hand maximaal 15 kg - Trekken/duwen met 2 handen maximaal 25 kg - Trekken/duwen vanuit vingergrip 5 kg Manoeuvreren Bij het in beweging zetten van een object niet meer dan 20 kg. Statische belasting Niet langer dan 1 minuut werken met een gedraaide of meer dan 30 graden voorover of zijwaarts gebogen romp. (Knibbe, et al., 2002; CAO V&V arbeid en gezondheid, 2005) 3.2. Omgaan met een transferprobleem Indien er een probleem is m.b.t. fysieke belasting of een transfer dient de procedure Transferprobleem in het kwaliteitshandboek geraadpleegd te worden. Deze procedure is ook beschreven in bijlage 4. TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 3

8 3.3. Transfercommissie Er is binnen het CWZW MN gekozen om een transfercommissie op te richten. Het oprichten van een transfercommissie wordt vanuit verschillende onderzoeken en rapporten aanbevolen. Met name in de Prego! (gids met tips om fysieke belasting te verminderen) wordt er uitgebreid op de transfercommissies ingegaan. (Knibbe, et al., 2003) Deelnemers transfercommissie - Voorzitter van de transfercommissie, tevens praktijkopleider - Transfercoördinator regio Baarn - Transfercoördinator regio Utrecht - Transfercoördinator regio Maarssen - Fysiotherapeut op afroepbasis (consultbasis) - Ergotherapeut (Voorstel tot samenstellen van een Transfercommissie 2005 ) Stroomschema voor Zorgverleners Transfercoördinatoren CWZW MN Praktijkopleider/ Voorzitter Transferspecialist Transfercoördinator Transfercommissie Ergotherapie Fysiotherapie 3.4. Transfercoördinatoren Taken transfercoördinatoren De taken worden in overleg en onder begeleiding van de direct leidinggevende uitgevoerd. - Begeleiden en implementeren: Begeleidt de invoering van en bewaakt de uitvoering door de transferspecialisten op de eigen werkplek. Geeft uitleg en bewaakt samen met de direct leidinggevende en transferspecialisten het gebruik van het materiaal dat de fysieke belasting kan minimaliseren. - Adviesfunctie: Dient als vraagbaak binnen de regio voor de transferspecialisten m.b.t. problemen rond fysieke belasting. Vraagt waar nodig advies aan collega s transfercoördinatoren, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, arts, regiomanager of legt de vraag voor aan de transfercommissie. - Signaalfunctie: Signaleert knelpunten en onderneemt actie hierop. In de transfercommissie worden deze knelpunten besproken. - Inwerken: Draagt zorg voor het inwerken van nieuwe transferspecialisten of doet dit in samenwerking met de betreffende transferspecialisten. - Hulpmiddelen beheer: Draagt zorg voor het bijhouden van de aanwezigheid van til/transferhulpmiddelen volgens een til/transfer-hulpmiddeleninventarisatielijst. Daarbij is hij/zij verantwoordelijk voor het jaarlijkse onderhoud aan de til/transferhulpmiddelen waarvoor onderhoudscontracten zijn opgesteld. (Voorstel tot samenstellen van een Transfercommissie (2005).) TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 4

9 3.5. Transferspecialisten Taken transferspecialisten Alle taken worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de direct leidinggevende. - Signaleert op de werkplek of er problemen zijn m.b.t. fysieke belasting en meldt of bespreekt deze met de transfercoördinator. - Helpt en wijst collega s op juiste houding en gebruik van hulpmiddelen. - Is eerste aanspreekpunt van collega s m.b.t. het beleid fysieke belasting. - Kan via de transfercoördinator knelpunten c.q. problemen ter sprake brengen binnen de transfercommissie. - Ontvangt jaarlijks deskundigheidsbevordering m.b.t. het beleid fysieke belasting. (Voorstel tot samenstellen van een Transfercommissie (2005).) 3.6. Andere disciplines Ergotherapie en fysiotherapie: Voor problemen m.b.t. transfers kan er advies gevraagd worden aan de ergotherapeut. De ergotherapeut kan afhankelijk van de vraag deze doorspelen naar de fysiotherapeut. Indien er problemen zijn met een transfer dien de Procedure transferprobleem beschreven in bijlage 4 gevolgd te worden Individueel transferprotocol In eerste instantie zal de EVV er het protocol samenstellen, bij eventuele problemen zal de transferspecialist ingeschakeld worden. Mocht de transferspecialist en de EVV er er niet uit komen kan de Ergotherapie gecontacteerd worden (zie ook procedure transferprobleem ). Het protocol zal ieder MDO geëvalueerd en eventueel aangepast worden. Indien er tussentijds grote verandering plaatsvinden is de EVV er verantwoordelijk voor de door te voeren verandering in het protocol. De EVV ers dienen geïnstrueerd te worden in het gebruik en invullen van het protocol. TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 5

10 4. BIJZONDERE SITUATIES 4.1. Agressie Agressie kan fysieke belasting, werkdruk en psychische belasting vergroten. Indien er sprake is van agressie van een cliënt moet er in de eerst plaats voor versterking gezorgd worden. Daarnaast moet er gehandeld worden volgens het protocol veilig werken Zwangere werknemers De verplichting, beschreven in het Arbobesluit 2002, van de werkgever om de arbeid van een zwangere werknemer en werknemer tijdens lactatie zodanig te organiseren dat de arbeid voor die werknemer geen gevaren met zich kan brengen voor haar veiligheid en gezondheid en geen terugslag kan veroorzaken op de zwangerschap of lactatie, houdt ten minste in dat: - De noodzaak tot bukken, hurken of knielen bij de arbeid voor de zwangere werknemer zoveel mogelijk wordt voorkomen. In de laatste drie maanden mogen zwangere werknemers niet worden verplicht dagelijks meer dan eenmaal per uur te hurken, knielen, bukken of staande voetpedalen te bedienen; - De noodzaak tot handmatig tillen van gewichten bij de arbeid door de zwangere of pas bevallen werknemer tot drie maanden na de bevalling zoveel mogelijk wordt beperkt en, als er toch handmatig gewichten getild worden: 1.Het in één handeling te tillen gewicht gedurende de gehele zwangerschap en de periode tot drie maanden na de bevalling minder dan 10 kilogram bedraagt; 2.Vanaf de twintigste week van de zwangerschap gewichten van meer dan 5 kilogram niet meer dan 10 keer per dag worden getild; 3.Vanaf de dertigste week van de zwangerschap gewichten van meer dan 5 kilogram niet meer dan 5 keer per dag worden getild Verplaatsen van gevallen cliënten Indien een cliënt gevallen is dient er gehandeld te worden volgens het valprotocol beschreven in bijlage 1 Valprotocol Verplaatsen van overleden cliënten Het verplaatsen van een overleden cliënt in de eerste plaats te gebeuren door de begrafenisondernemer. Indien de overleden cliënt zich niet in het bed bevindt zal de overleden cliënt met een tillift naar het bed vervoerd moeten worden. Vanaf hier neemt de begrafenisondernemer het over Zware cliënten (> 120 kg) Er wordt gewerkt aan een beleid voor zware cliënten. Op het moment dat dit beleid afgerond is adviseren wij in dit transferbeleid daarnaar te verwijzen. Bovendien adviseren wij de volgende aspecten in het beleid zware cliënten te laten voorkomen. Wij adviseren om een procedure op te stellen waarin naar voren komt dat als een cliënt boven de 120 kg zich aanmeldt of als een huidige cliënt van in de buurt van dit gewicht komt er geïnventariseerd wordt of de aanwezig hulpmiddelen dit gewicht verantwoord aan kunnen. Indien er hulpmiddelen zijn die niet voldoen dienen er maatregelen genomen te worden zoals overgaan op huur of koop van bepaalde hulpmiddelen. TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 6

11 5. TRAINING EN INSTRUCTIE Door verschillende instanties wordt periodieke scholing op de werkvloer geadviseerd. De inspectie gezondheidszorg zegt dat scholing voor het omgaan met een tillift een structureel karakter moet hebben. Daarbij wordt in de CAO V&V beschreven dat de werkgever verplicht is tot scholing (welke scholing staat niet beschreven). De Arbo-wet beschrijft dat er doeltreffend onderricht gegeven moet worden over het handmatig hanteren van lasten. Aan de hand van o.a. het bovenstaande is er gekozen om binnen een cursus te geven aan het verplegend en verzorgend personeel Inhoud van de cursus In de cursus komt als belangrijkste naar voren het omgaan met fysieke belasting. Hiervoor zijn kennis, attitude en vaardigheden nodig. Deze zullen tijdens de cursus gedoceerd en geoefend moeten worden. Daarbij is het belangrijk dat de zorgverleners leren rekening houden met hun eigen belasting en belastbaarheid, elkaar feedback te geven en te ondersteunen Organisatie cursus Elke zorgverlener moet minimaal twee dagdelen per jaar training volgen. Bij de cursus zal de afdeling Somatiek en Psychogeriatrie, gescheiden moeten worden. De cursus mag per bijeenkomst maximaal 3 uur duren. Indien er langdurig zieke werknemers of nieuwe werknemers zijn die cursussen gemist hebben, zal er gekeken moeten worden naar de mogelijkheid van een herhaling van de cursus. De cursus is verplicht voor alle medewerkers maar heeft geen toetsvorm. TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 7

12 6. HULPMIDDELEN 6.1. Inventarisatie hulpmiddelen Om een goed overzicht te kunnen hebben van de aanwezige hulpmiddelen wordt er door de transfercoördinator een lijst bijgehouden van de aanwezige hulpmiddelen op de verschillende afdelingen. Voor de hulpmiddeleninventarisatielijst zie bijlage Evaluatie Volgens de CAO V&V 2005 dient er jaarlijks een TilThermometer afgenomen te worden. Hierin wordt in grote lijnen het aantal hulpmiddelen versus de zorgzwaarte gemeten. Daarbij moet de hulpmiddeleninventarisatielijst uit 6.1 geëvalueerd worden op eventuele veranderingen Onderhoud Het onderhoud en inspectie van tilliften en tilbanden dient d.m.v. onderhoudscontracten periodiek geregeld te zijn. Tillift en tilband Periodieke inspectie van hulpmiddelen dient te worden uitgevoerd zo vaak als door de fabrikant wordt aangegeven. Maar minstens één keer per jaar. Met periodieke inspectie wordt een visueel onderzoek bedoeld (in het bijzonder van de lagers, het liftmechanisme met alle toebehoren, de remmen, de bediening, de veiligheidsvoorziening en de persoonsondersteuningsmiddelen), functietesten plus alle onderhoudsmaatregelen (bijvoorbeeld het afstellen van de remmen, afdichtingen en borgingen) Elke inspectie dient gepaard te gaan met een belastingtest van een liftcyclus met de maximale belasting. (Knibbe, 2002) Periodieke inspecties mogen alleen worden uitgevoerd door geschikte en specifiek opgeleide personen die goed bekend zijn met het onderwerp, gebruik en verzorging van de lift. De wijze waarop de periodieke inspectie wordt uitgevoerd moet vermeld zijn in het handboek dat bij de lift wordt geleverd. (Knibbe, 2002) Elke aanwijzing in het belang van de veiligheid van de lift moet genoteerd worden, bij voorkeur in een logboek, dat bewaard dient te worden door de persoon die verantwoordelijk is voor reparatie en onderhoud van de lift. Informatie over te nemen maatregelen, als reactie op genoteerde aanwijzingen dienen eveneens te genoteerd worden in het logboek. (Knibbe, 2002 en ISO 10535, 1998) 6.4. Tillift risicovolle handeling Het gebruik van een tillift mag volgens de Inspectie gezondheidszorg gezien worden als een risicovolle handeling. (Verder consequenties m.b.t. dit punt zal later worden ingevuld wanneer wij aanvullende informatie van de praktijkopleider van hebben verkregen.) 6.5. Aanschaf nieuwe hulpmiddelen Bij de aanschaf van nieuwe hulpmiddelen zijn er verschillende disciplines betrokken: - Zorgverleners - Transferspecialisten - Transfercoördinator - Teamleider - Ergotherapie Indien aanschaf van een hulpmiddel nodig is dient de Procedure aanschaf hulpmiddelen beschreven in het kwaliteitshandboek en bijlage 3 gevolgd te worden. TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 8

13 7. ERGONOMIE EN OMGEVING 7.1. Inrichtingsnormen Bij verbouwing en inrichting moet er rekening gehouden worden met het mogelijke gebruik van hulpmiddelen. Omdat er verloop is in bewoning binnen, is het goed richtlijnen aan te geven waarmee er bij de inrichting van de kamers rekening gehouden moet worden. Richtlijnen inrichting woon/slaapkamer Bij woon/slaapkamer zorgtaken moet er aan 3 kanten van het bed gewerkt kunnen worden. De minimale vrije ruimte die nodig is aan weerszijden van het bed moeten bij elkaar opgeteld minimaal 220 zijn. Dit betekent dat bijvoorbeeld aan een zijde van het bed 90 cm en aan de andere zijde 130 cm vrije ruimte is. Verder mogen er geen losliggende kleedjes op de vloer in de woon/slaapkamer liggen deze maken het moeilijk om met hulpmiddelen in de kamer te rijden. (Knibbe, 2002) TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 9

14 BIJLAGEN BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 VALPROTOCOL HULPMIDDELENINVENTARISATIELIJST PROCEDURE AANSCHAF HULPMIDDELEN PROCEDURE TRANSFERPROBLEEM TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 10

15 BIJLAGE 1 VALPROTOCOL Valprotocol Wat te doen na een val? 1. Situatie nauwkeurig observeren 2. Vragen of de cliënt ergens pijn heeft 3. Kijken naar de stand van armen en benen Heeft de cliënt pijn, zichtbare verwondingen, liggen de benen in een abnormale stand of vertrouw je het gewoon niet (bijvoorbeeld omdat de cliënt duizelig is), consulteer dan eerst een arts. Met gebruik van de tillift Als het nodig is om de cliënt te verplaatsen en je wilt dit doen met een tillift, dan kun je de tilband op de gebruikelijke wijze onder de cliënt aanbrengen: 1. Leg een kussen op de hoofdsteun van de tilband. Dat is comfortabeler voor de cliënt 2. Ga op je knieën zitten en trek aan beide beenslips. 3. Zo kun je de cliënt over een korte afstand verplaatsen tot je genoeg ruimte hebt om de transfer met de tillift uit te voeren. 4. Spreid de poten van de tillift. 5. Rijd de tillift nu tot aan de voeten van de cliënt. Begeleid de benen over de achterzijde van het onderstel. Nu bevinden de benen van de cliënt zich licht gebogen aan één zijde naast de mast van de tillift. 6. Breng het tiljuk van de lift naar beneden, zo ver dat je de bevestigingspunten van de tilband zonder sjorren vast kunt maken aan het tiljuk. 7. Verwijder het kussen en begeleid de cliënt nu met de tillift van de vloer naar bijvoorbeeld een bed. Zonder gebruik van de tillift Als de cliënt nog redelijk mobiel is, begeleid je de cliënt via: 1. Een kantelbeweging van rug- naar zijlig en vervolgens van zij- naar buiklig. 2. Daarna help je de cliënt naar een kruiphouding. 3. Zet een stoel vóór de cliënt waar hij net de handen op kan steunen en houd een extra stoel beschikbaar die je achter de cliënt neer kunt zetten om op te zitten. 4. Begeleid vervolgens de cliënt naar schutterstand : een knie nog op de grond het andere been naar voren, als de cliënt zich nu optrekt aan de stoel, kun je de cliënt begeleiden naar een staande houding. 5. Schuif de andere stoel achter de cliënt zodat hij kan gaan zitten. TIL JIJ ER ZWAAR AAN?

16 BIJLAGE 2 HULPMIDDELENINVENTARISATIELIJST Hulpmiddeleninventarisatielijst Hulpmiddel Stalift Afdeling somatiek Afdeling PG Groeneveld Oosterhei Cantonpark Beukendal 7 Linden 3 eiken Aantal totaal Passieve tillift Hoog/laag Douchestoelen Elektrisch Hydraulisch Douchestoelen Easyslide Glijlakens Draaischijf Bea Overige hulpmiddelen

17 BIJLAGE 3 PROCEDURE AANSCHAF TIL/TRANSFERHULPMIDDELEN PROCEDURE AANSCHAF HULPMIDDELEN Wat is het: Naam: Doel: Versienummer: Datum vastgesteld Opmerkingen: Procedure eigenaar: Procedure Aanschaf nieuwe hulpmiddelen Onduidelijkheden bij aanschaf verminderen Geldig tot (dus evalueren voor): Nr. Titel procedurestap Omschrijving procedurestap Verantwoordelijke 1 Signaleren probleem Er is een probleem via de procedure Transferspecialist transferprobleem geanalyseerd of de transferspecialist heeft gesignaleerd dat er til/transferhulpmiddelen nodig zijn en neemt contact op met de transfercoördinator 2 Contact ergotherapie De transfercoördinator neemt contact op Transfercoördinator en teamleider met de ergotherapie en met de teamleider. 3 Inventariseren De teamleider bekijkt de budgettaire Teamleider mogelijkheden mogelijkheden. 4 Inventariseren De ergotherapie bekijkt het probleem en Ergotherapeut mogelijkheden oriënteert zich op mogelijke hulpmiddelen. 5 Overeenstemmen De teamleider en de ergotherapie Ergotherapeut mogelijkheden overleggen met elkaar over de mogelijkheden. 6 Aanschaffen De ergotherapie beslist over de aanschaf en geeft opdracht aan leverancier. Ergotherapeut TIL JIJ ER ZWAAR AAN?

18 BIJLAGE 4 PROCEDURE TRANSFERPROBLEEM PROCEDURE TRANSFERPROBLEEM Wat is het: Naam: Doel: Versienummer: Datum vastgesteld Opmerkingen: Procedure eigenaar: Procedure Transferprobleem Problemen m.b.t. transfers op een systematische manier aanpakken Geldig tot (dus evalueren voor): Nr. Titel procedurestap Omschrijving procedurestap: Verantwoordelijke 1 Signaleren probleem De verplegenden en verzorgenden Zorgverleners signaleren een probleem in de zorgverlening en neemt contact op met de betrokken transferspecialist. 2 Analyseren probleem De transferspecialist analyseert met de Transferspecialisten zorg het probleem en neemt contact op met de ergotherapie. 3 Analyseren probleem De ergotherapeut analyseert in Ergotherapeut samenspraak met de zorg en de transferspecialist het probleem. 4 Inschakelen andere De ergotherapeut schakelt zo nodig een Ergotherapeut disciplines andere discipline in zoals fysiotherapie. 5 Oplossing De ergotherapeut komt tot een oplossing, Ergotherapeut en brengt een advies uit. Indien het gaat om de aanschaf van een hulpmiddel gaat de procedure verder met de procedure aanschaf van een til/transfer hulpmiddel bij stap 4. 6 Advies Het advies van de ergotherapeut wordt opgenomen in het zorgdossier/zorgplan/individueel transferprotocol. EVV er TIL JIJ ER ZWAAR AAN? 1