(6.3) a. Kim koopt altijd maar huizen. b. Kims altijd maar huizen kopen (begint mij te irriteren).(vgl. *Kims kopen altijd maar huizen...

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "(6.3) a. Kim koopt altijd maar huizen. b. Kims altijd maar huizen kopen (begint mij te irriteren).(vgl. *Kims kopen altijd maar huizen..."

Transcriptie

1 Opdrachten bij Zinsleer, hoofdstuk 6 Vragen die gemarkeerd zijn met het symbool detective ( ) zijn pittige verdiepingsvragen waarbij je moet puzzelen op de gegevens. Maak je geen zorgen als je deze nog niet zelfstandig kunt beantwoorden. 1. Bekijk de volgende paren zinnen uit het Nederlands: (6.1) a. Kim koopt een huis. b. Kim een huis kopen? (Dat nooit!) (vgl. *Kim kopen een huis?) (6.2) a. (Ik zag dat) Kim een huis kocht. b. (Ik zag) Kim een huis kopen. (6.3) a. Kim koopt altijd maar huizen. b. Kims altijd maar huizen kopen (begint mij te irriteren).(vgl. *Kims kopen altijd maar huizen...) (6.4) a. Kim kocht een huis. b. Kim heeft een huis gekocht. (6.5) a. Kim gaat huizen kopend door het leven. b. *Kim gaat kopend huizen door het leven. Beantwoord nu de volgende vragen: a. Het werkwoord kopen staat in deze zinnen soms vóór het object (VO) en dan weer erachter (OV). Welke twee factoren zijn blijkbaar relevant voor de volgorde van het werkwoord en het object? Of het object voor het werkwoord staat, hangt af van twee factoren: (i) de finietheid van het werkwoord en (ii) of de zin een hoofd- of bijzin is. Factor (i) zie je in (6.1) en (6.3). In het a-voorbeeld is het werkwoord finiet en gaat het vooraf aan het object, in het b-voorbeeld is het werkwoord niet-finiet en volgt het op het object. In (6.5.a) zie je hetzelfde: het a-voorbeeld bevat een niet-finiet hoofdwerkwoord en dat volgt op het object. In het b-voorbeeld gaat het hoofdwerkwoord vooraf aan het object, maar de zin is ongrammaticaal. De generalisatie is dus: object > niet-finiet werkwoord. Factor (ii) zie je in (6.1.a) en (6.2.a): in (6.1.a) staat het finiete werkwoord koopt in een hoofdzin en gaat het vooraf aan het object. In (6.2.a) staat het finiete werkwoord kocht in een bijzin en volgt het op het object. b. Is er een volgorde (OV of VO) die je op grond van deze zinnen als de ongemarkeerde volgorde van de Nederlandse zin zou willen beschrijven? De VO-volgorde lijkt meer gemarkeerd omdat die alleen bij finiete werkwoorden in hoofdzinnen voorkomt. In alle andere gevallen - finiete werkwoorden in bijzinnen, 1

2 infinitieven ( het hele werkwoord ) in hoofd- en bijzinnen, voltooid deelwoorden in hoofden bijzinnen, tegenwoordig deelwoorden in hoofd- en bijzinnen, nominalisaties (dat chocola (O) eten (V) ( is irritant)) staat het object voor het werkwoord. De positie van het finiete werkwoord in een hoofdzin is af te leiden met een verplaatsingsregel: V2 (zie 5.1). 2. Een oefening over agreement. De data komen uit het Lakhota, een Noord-Amerikaanse taal uit de Sioux-familie (bewerkt naar Van Valin 1985). Bekijk eerst de zinnen in (6.6) en beantwoord de vragen die er onder staan (het teken Ø geeft de afwezigheid van een prefix aan dat er in andere vormen van het werkwoord wel staat). (6.6) a. wičháša ki mathó wã Ø-Ø-kté man de beer een 3SG:OB-3SG:SU-doden De man doodde een beer. b. mathó wã wičháša ki Ø-Ø-kté beer een man de 3SG:OB-3SG:SU-doden Een beer doodde de man. c. wičháša ki mathó óta wičhá-ø-kté man de beer veel 3PL:OB-3SG:SU-doden De man doodde veel beren. a. Met welke argumenten van het werkwoord vertoont het werkwoord agreement? Het werkwoord vertoont agreement met zowel het subject als het object. Dat zie je aan de glossen: in (6.6.a) en (6.6.b) staat twee keer het morfeem weergegeven, dat betekent dat het een nulmorfeem is, oftewel een onzichtbaar morfeem. Deze worden geglost als 3SG:OB en 3SG:SU, waaruit je kunt opmaken dat het werkwoord met object en subject agreement heeft. In (6.6.c) zie je het morfeem wičhá, dat wordt geglost als 3PL:OB, en het nulmorfeem, dat wordt geglost als 3SG:SU. Ook hier heeft het werkwoord dus agreement met zowel object als subject. b. Op welke manier wordt de agreement in het Lakhota uitgedrukt? Met prefixen op het werkwoord. Vaak zijn het nulmorfemen, alleen in (6.6.c) is er een overt (zichtbaar) prefix. c. Bekijk nu de zinnen in (6.7), vergelijk ze met die in (6.6), en probeer uit te vinden hoe het komt dat zin (6.7a) en (6.7b) grammaticaal zijn, maar zin (6.7c) en (6.7d) niet. (6.7) a. wičháša ki ixʔé óta Ø-yãke man de steen veel 3SG:SU-zien De man zag veel stenen. b. wičháša ki mathó óta wičhá-ø i-yãke 2

3 man de beer veel 3PL:OB-3SG:SU-zien De man zag veel beren. c. * wičháša ki ixʔé óta wičhá-ø-yãke man de steen veel 3PL:OB-3SG:SU-zien (bedoeld: De man zag veel stenen. ) d. * ixʔé ki hená hokšíla wã Ø-pi-phá steen de DEM jongen een 3SG:OB-3PL:SU-treffen (bedoeld: Die stenen troffen een jongen. ) Het werkwoord vertoont in (6.6) agreement met zowel het subject als het object. Dat zie je aan de prefixen op het werkwoord. Op grond daarvan zou je verwachten dat er in (6.7.b) ook agreement met zowel subject als object is. Dat klopt. Voor (6.7.c) verwachten we eveneens agreement met subject en object, maar deze zin is ongrammaticaal. De juiste vorm is (6.7.a), met alleen agreement met het subject. De relevante observatie is dus: in (6.7.b) is er wel agreement met het object, in (6.7.a) niet. Daar moeten we een verklaring voor geven. (6.7.b) en (6.7.a/c) verschillen alleen in de keus van het object: een woordgroep die iets als veel beren betekent versus een woordgroep die iets als veel stenen betekent. Kennelijk vertoont het werkwoord alleen agreement met een object als dat naar een levend wezen verwijst. Extra toelichting voor de liefhebber (dit kun je op grond van het boek niet weten): het object moet animaat (= levend) zijn. Zo n animacy-restrictie (= de beperking dat een verschijnsel alleen optreedt bij levende wezens) komt in meer talen voor. In (6.7.d) vertoont het werkwoord agreement met zowel het object als het subject. Dat is wat we zouden verwachten op grond van (6.6), maar de zin is ongrammaticaal. (6.7.d) verschilt van (6.6) in de keus van het subject: een woordgroep die iets betekent als die stenen in (6.7.d) versus een woordgroep die iets betekent als de man of een beer in (6.6). Dit verschil is vergelijkbaar met het verschil dat hierboven is genoemd: in (6.7.d) is het subject niet levend, in (6.6) wel. Kennelijk vertoont het werkwoord alleen agreement met een subject als dat naar een levend wezen verwijst. Extra toelichting voor de liefhebber (dit kun je op grond van het boek niet weten): de animacy-restrictie geldt in deze taal dus zowel voor agreement met het subject als voor agreement met het object. 4. De volgende zin uit het Latijn, aangebracht op een balustrade van het Nijmeegse Valkhof ( bevat een aantal discontinue constituenten (zie 6.2.2). Gebruik de glossen (met name de kenmerken naamval, getal, en geslacht) en de vertaling, om die discontinue constituenten te identificeren. Toelichting (dit is dus geen onderdeel van het antwoord): een discontinue constituent is een constituent die uit elkaar staat, waarbij de woordgroep dus wordt onderbroken door andere woorden. Voorbeeld: Ik wacht altijd uren op mijn zusje Op mijn zusje wacht ik altijd uren % Mijn zusje wacht ik altijd uren op (maar mijn broertje is altijd op tijd) 3

4 Op mijn zusje is een woordgroep (je kunt het voor de pv zetten en het heeft een syntactische functie: voorzetselvoorwerp), maar in het laatste zinnetje (dat niet voor alle sprekers grammaticaal is; vandaar het procent-symbool) staat die uit elkaar: mijn zusje is vooropgeplaatst, maar op is achtergebleven. In het laatste zinnetje is op mijn zusje dus een discontinue woordgroep. (6.8) Quem da-bi-s haec possi-t welke-acc:sg:masc geven-fut-2sg DEM:ACC:NTR:PL kunnen:ctf:pres-3sg qui dare cuncta locu-m? REL:NOM:SG:MASC geven allemaal-acc:ntr:pl plaats-acc:sg:masc Welke plaats kun je geven (i.e. noemen) die dit alles kan geven (i.e. bieden)? Het antwoord hieronder is nogal uitgebreid. Wat in het rood staat, is uitleg om je te helpen tot het goede antwoord te komen. In zwart staat het antwoord dat je in feite moet geven. Je vindt discontinue woordgroepen door (i) te kijken naar kenmerken in de glossen, (ii) te kijken naar de vertaling van de woorden in de glossen, en (iii) te kijken naar de vertaling van de zin. (i) Als voor meerdere woorden dezelfde kenmerken worden geglost, dan kan het zijn dat ze bij dezelfde woordgroep horen. Bij de glossen zie je dat quem en locum allebei geglost worden als accusatief mannelijk enkelvoud (ACC:MASC:SG). Dat is een aanwijzing dat ze samen een woordgroep vormen. Verder zie je dat de kenmerken ACC:NTR:PL (accusatief onzijdig meervoud) twee keer voorkomen: een keer bij haec (dat behalve accusatief onzijdig meervoud, ook nog demonstratief (=aanwijzend)) is, en nog een keer bij cuncta. Dat is een aanwijzing dat deze woorden samen een woordgroep vormen. (ii) Verder zie je (in de glosse) dat quem welke betekent en locum plaats ; het een is dus een determinator (vraagwoorden zijn determinatoren) en het ander een zelfstandig naamwoord. Je weet dat de DP bestaat uit een determinator en een zelfstandig naamwoord, ook dat is dus een aanwijzing dat ze bij elkaar horen. haec wordt geglost als een aanwijzend voornaamwoord en cuncta als allemaal. Beide zijn over het algemeen onderdeel van een DP, ook dat is dus een aanwijzing dat ze bij elkaar horen. (iii) Ten slotte zie in de vertaling dat de woorden welke en plaats bij elkaar worden genomen: welke plaats. quem en locum horen dus bij elkaar en zijn dus een constituent. Maar ze staan niet bij elkaar, het is dus een discontinue constituent. Ook haec en cuncta worden vertaald alsof ze bij elkaar horen: dit alles. Ook deze woorden zijn dus een constituent, en doordat ze uit elkaar staan, een discontinue constituent. NB De zin bestaat uit een hoofdzin en een relatiefzin. De relatiefzin is haec possit qui dare cuncta die dit allemaal/alles kan geven. Met de volgorde van de elementen van de relatiefzin is dus nogal wat gegoocheld (het Latijn heeft een behoorlijk 4

5 vrije woordvolgorde). Qui is het relatief pronomen, en quem locum het hoofd van de relatiefconstructie (zie 3.4 over relatiefzinnen). De discontinue constituenten zijn quem locum (want beide geglost als ACC:MASC:SG en de woorden betekenen welke en plaats, woorden die vaak samen voorkomen in een DP. Ze zijn ook vertaald als 1 DP welke plaats.) en haec cuncta (want beide geglost als ACC:NTR:PL en de woorden zijn een determinator en kwantor (allemaal), woorden die vaak samen voorkomen in een DP. Ze zijn ook vertaald als 1 DP dit alles.) 5. In de volgende zinnen is het onderstreepte woord telkens het subject. Bewijs dat door de infinitieftest toe te passen, die besproken wordt onder (i) op p (6.9) a. Jan leest een boek Jan probeert [ een boek te lezen ] Jan moet verdwijnen in de bijzin en was dus subject in de oorspronkelijke zin. c. Het regent Het dreigt [ te gaan regenen ] Het moet verdwijnen in de bijzin en was dus subject in de oorspronkelijke zin. NB In de bijzin is het hulpwerkwoord gaan toegevoegd. Zonder dat woord loopt de zin niet fraai, maar dat is voor de opdracht niet relevant. 1 d. De zittende president werd herkozen De zittende president hoopt [ herkozen te worden] De zittende president moet verdwijnen in de bijzin en was dus subject in de oorspronkelijke zin. 6. In (6.10) hebben we van de zin Bevers bouwen dammen NPs gemaakt (nominalisatie). Je ziet dat sommige nominalisaties geslaagd zijn, en andere niet. Hoe zou je deze verschijnselen kunnen gebruiken als test om subjecten en objecten in het Nederlands te identificeren? (6.10) a. *het bevers dammen bouwen b. het dammen bouwen van bevers c. *het bevers bouwen van dammen d. het bouwen van/*door dammen van/door bevers e.?? het bouwen van bevers van dammen In rood: denkstappen die je leiden naar het antwoord. In zwart: het feitelijke antwoord. In (6.10) merken we het volgende op: (6.10) a. *het bevers dammen bouwen Subject ( bevers ) en object ( dammen ) kunnen niet tegelijkertijd als NP/DP in een nominalisatie worden opgenomen. Uit (6.10.c) kun je opmaken dat het subject überhaupt niet als NP/DP in een nominalisatie kan staan (cf. * het mensen lachen) 1 Voor sommigen verandert daardoor ook de betekenis: iets uit het dreigement dat iets zal gaan regenen. Deze betekenis is niet beoogd. 5

6 b. het dammen bouwen van bevers Subject kan wel als PP ( van bevers ) in de nominalisatie voorkomen; de PP staat dan achter het werkwoord. Het object kan wel als NP/DP in de nominalisatie staan, en staat dan voor het werkwoord. c. *het bevers bouwen van dammen Als subject als NP/DP in de nominalisatie staat (voor het werkwoord) en object als PP (achter het werkwoord), is de nominalisatie ongrammaticaal in de bedoelde betekenis. d. het bouwen van/*door dammen van/door bevers Als subject en object als PP in de nominalisatie staan (achter het werkwoord), krijgt het object het voorzetsel van en het subject het voorzetsel van of door. e.?? het bouwen van bevers van dammen Als subject en object als PP in de nominalisatie staan (achter het werkwoord), staat het subject het liefst voor het object. (Een vraagteken voor een zin betekent dat die niet volledig acceptabel is maar ook niet ongrammaticaal; twee vraagtekens betekent dat ook, maar de zin is minder acceptabel dan een zin met slechts één vraagteken). Dit levert de volgende tests op: Als het argument als NP/DP in de nominalisatie kan staan, is het een object; Als het argument niet als NP/DP in de nominalisatie kan staan, is het een subject; Als het argument als PP in de nominalisatie kan staan en het kan het voorzetsel van of door als hoofd hebben, is het een subject; Als het argument als PP in de nominalisatie kan staan en het kan het voorzetsel van maar niet door als hoofd hebben, is het een object; Als er twee PP-argumenten in de nominalisatie staan, is het eerste waarschijnlijk een object en het tweede een subject. 7. Op p van hoofdstuk 5 hebben we gezien dat het indirect object en het direct object hiërarchisch georganiseerd zijn: het indirect object zit hoger in de boom dan het direct object. Dan verwacht je dus dat de asymmetrieën tussen het subject en het object (besproken op p ) ook bestaan tussen het indirect object en het direct object. Bespreek in dit verband de verschijnselen in (6.11) (NB het eerste zinsdeel is telkens het subject): Toelichting (dus geen onderdeel van het antwoord): woordgroepen als ook maar iemand zijn negatief polaire uitdrukkingen (NPU; ook wel negatief polaire items genoemd (NPI)). Dat wil zeggen dat ze alleen voor kunnen komen als er ook een negatief element in de zin voorkomt. Oftewel: een NPU moet gelicentieerd worden door een negatief element, zoals niet of niemand. Zonder zo n element is de zin ongrammaticaal (zie ook subjecttest (iii) op p. 193): * Harry kent ook maar iemand met een chihuahua Niemand kent ook maar iemand met een chihuahua 6

7 Het licentiëren van een NPU is aan een aantal eisen gebonden. In deze opdracht maak je kennis met een daarvan. In rood: denkstappen die je leiden naar het antwoord. In zwart: het feitelijke antwoord. Aan de zinnen in (6.11) valt het volgende op: (6.11) a. [Niemand] heeft [ook maar iemand] [geld] gegeven Als het negatieve element het subject is en de NPU het IO, dan is de zin grammaticaal. Een NPU-IO kan dus gelicentieerd worden door een subject. Dat mag geen verrassing zijn: we wisten al dat het subject die NP is die de eigenschappen van de andere kan controleren (zie test (iii) op p. 1113). b. [Niemand] heeft [mij] [ook maar iets] gegeven Als het negatieve element het subject is en de NPU het DO, dan is de zin grammaticaal. Een NPU-DO kan dus gelicentieerd worden door een subject. Dat mag geen verrassing zijn: we wisten al dat het subject die NP is die de eigenschappen van de andere kan controleren (zie test (iii) op p. 1113). c. [Ik] heb [niemand] [ook maar iets] gegeven Dit voorbeeld geeft nieuwe informatie. Als het negatieve element het IO is en de NPU het DO, dan is de zin grammaticaal. Een NPU-DO kan dus gelicentieerd worden door een IO. Kennelijk staat IO hoger in de boom dan DO. d. *[Ook maar iemand] heeft [niemand] [geld] gegeven Als het negatieve element het IO is en de NPU het subject, dan is de zin ongrammaticaal. Een NPU-subject kan dus niet gelicentieerd worden door een IO. Dat mag geen verrassing zijn: we weten dat het subject hoger in de boom staat dan de andere argumenten. We weten ook dat een NPU een negatief element vereist dat hoger in de boom staat (zie zin (46b) in hoofdstuk 6). e. *[Ook maar iemand] heeft [mij] [niets] gegeven Als het negatieve element het DO is en de NPU het subject, dan is de zin ongrammaticaal. Een NPU-subject kan dus niet gelicentieerd worden door een DO. Dat mag geen verrassing zijn: we weten dat het subject hoger in de boom staat dan de andere argumenten. We weten ook dat een NPU een negatief element vereist dat hoger in de boom staat (zie zin (46b) in hoofdstuk 6). f. *[Ik] heb [ook maar iemand] [niets] gegeven (f) en (c) zijn de voorbeelden waar het om gaat. Als het negatieve element het DO is en de NPU het IO, dan is de zin ongrammaticaal. Als beide objecten NP/DP s zijn, kan een NPU- IO dus niet gelicentieerd worden door een DO. DO staat dus niet hoger in de boom dan IO. 7

8 Deze observaties kunnen als volgt worden samengevat: Een NPU-subject kan niet gelicentieerd worden door enig object; Een NPU-IO kan gelicentieerd worden door een negatief subject, maar niet door een negatief DO; Een NPU-DO kan gelicentieerd worden door een negatief subject en door een negatief IO. Dat wijst erop dat de NP/DP s op verschillende hoogtes in de boom staan: het subject het hoogst, boven IO en DO; het IO lager dan het subject maar hoger dan het DO, en het DO lager dan subject en IO, zoals hieronder schematisch is weergegeven: 9. Als we in het Nederlands twee deelzinnen coördineren, dan kunnen we in de tweede deelzin het subject weglaten als dat verwijst naar hetzelfde element als het subject van de eerste deelzin: (6.10) [Jan kwam thuis] en [ (hij) pakte een boterham] Zoals beschreven op p. 195 kunnen we dat gegeven gebruiken om het subject te vinden. Voor het IJslands bevestigt dat de conclusie van dat het element met de quirky naamval een subject is. Leg dat uit aan de hand van voorbeeld (6.11): (6.11) a. Mér líkar vel við hana ik:dat leuk.vinden met haar Ik vind haar leuk. b. Ég sá stúlkuna og (mér) líkaði vel við hana ik:nom zag het.meisje:acc en ik:dat leuk.vinden:past met haar Ik zag het meisje en (ik) vond haar leuk. In zin (6.11.b) is de zin in (6.11.a) gecoördineerd en is het het tweede conjunct. mér mag daarbij weggelaten worden. Dit laat zien dat het het subject is, ook al heeft het niet de naamval die het subject meestal krijgt; alleen het subject mag namelijk weggelaten worden. Dat mér een andere vorm heeft dan ég in het eerste conjunct, doet er kennelijk niet toe. 8

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

begrip van de syntaxis

begrip van de syntaxis begrip van de syntaxis Understanding Syntax van Maggie Tallerman voor het Nederlands bewerkt en vermeerderd door Jan-Wouter Zwart versie 1.0 Groningen, juli 2003 Voorbericht Deze syllabus bevat een bewerking

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Agrammatische Broca-afasie wordt meestal veroorzaakt door een hersenbeschadiging in (de omgeving) van het gebied van Broca (Brodmann s areas 44 en 45). Hierdoor krijgt de patiënt

Nadere informatie

zinsleer begrip van de syntaxis Jan-Wouter Zwart Understanding Syntax van Maggie Tallerman voor het Nederlands bewerkt en vermeerderd door

zinsleer begrip van de syntaxis Jan-Wouter Zwart Understanding Syntax van Maggie Tallerman voor het Nederlands bewerkt en vermeerderd door zinsleer begrip van de syntaxis Understanding Syntax van Maggie Tallerman voor het Nederlands bewerkt en vermeerderd door Jan-Wouter Zwart versie 2.1 Groningen, juli 2011 Voorbericht Deze syllabus bevat

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 7 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 7 2/121 Vandaag: vierde college Regeer- en Bindtheorie (4/6) 3/121 Vorige colleges:! structuur van alle woordgroepen (X -theorie) XP YP X X ZP specifier

Nadere informatie

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen

Ontleden. a) het onderwerp b) het gezegde c) de voorwerpen (lijdend en meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp) d) de bepalingen Ontleden 1. Ontleden is een vorm van syntactische analyse die traditioneel op lagere en middelbare scholen onderwezen wordt (werd). Deze traditionele zinsontleding gaat terug op de Nederlandse spraakkunst

Nadere informatie

Inleiding. Syntaxis: de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen.

Inleiding. Syntaxis: de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen. Zinnen 2 Inleiding Syntaxis: de combinaties van woorden tot woordgroepen en zinnen. Wat voor rol spelen de kenmerken van de woorden hierbij? Wat voor soort woordvolgordes vinden we? Hoe kunnen die woordvolgordes

Nadere informatie

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig

Nadere informatie

Hoe identificeer je constituenten?

Hoe identificeer je constituenten? 5 Hoe identificeer je constituenten? In hoofdstuk 1 hebben we het idee geïntroduceerd dat zinnen structuur hebben; nu komen we in meer detail op dat onderwerp terug. We hebben in hoofdstuk 4 gezien dat

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding. VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

Zinnen. 3.1 Eenvoudige zinnen en de notie finietheid. 3.1.1 Deelzinnen en eenvoudige zinnen

Zinnen. 3.1 Eenvoudige zinnen en de notie finietheid. 3.1.1 Deelzinnen en eenvoudige zinnen 3 Zinnen In dit hoofdstuk beginnen we met het onderwerp van de rest van het boek: de analyse van de interne structuur van zinnen. We introduceren hier het onderscheid tussen EENVOUDIGE ZINNEN die uit één

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt

A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali. geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt Summary 352 12. Samenvatting A Grammar of Tadaksahak, a Northern Songhay Language of Mali geeft een beschrijving van de taal Tadaksahak, die gesproken wordt door de Idaksahak, een groep van ongeveer 30.000

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20984 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hosono, Mayumi Title: Object shift in the Scandinavian languages : syntax, information

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3

OPA-methode. Inhoud. 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2. Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 OPA-methode Inhoud 1. De OPA-methode maakt uw zinnen leesbaar 2 Zinnen bestaan uit zinsdelen 3 U kunt zinnen altijd in de vier OPA-volgordes schrijven 5 PP in taal 2001 versie april 2001 1 1. De OPA-methode

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

(werkwoordelijk gezegde)

(werkwoordelijk gezegde) Grammatica 1F Grammatica 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

De constituent die niet bestaat Over het antecedent van betrekkelijke bijzinnen

De constituent die niet bestaat Over het antecedent van betrekkelijke bijzinnen De constituent die niet bestaat Over het antecedent van betrekkelijke bijzinnen Mark de Vries In zijn voorwoord bij In verband met de zin schrijft Jan: Ik heb in dit boek [ ] geprobeerd de traditionele

Nadere informatie

Inleiding: Combinaties

Inleiding: Combinaties Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door een scholier 781 woorden 9 maart 2018 9 2 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands Formuleren Misleidende tweelingen: als/dan Dan: vergrotende trap

Nadere informatie

De vele makkes van Taalproblemen van nu

De vele makkes van Taalproblemen van nu De vele makkes van Taalproblemen van nu Henk Wolf Veel taalboekjes die op de markt zijn, zijn om te huilen. Ze staan vol met incorrectheden, verheffen stijladviezen tot absolute regels en hangen aan elkaar

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 4 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 4 2/111 Vandaag: eerste college Regeer- en Bindtheorie (1/6) 3/111 Vandaag:! inhoudelijk gedeelte (een paar onderdelen van de theorie)! theoretisch

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

3,7. Dubbelop: Tautologie: Pleonasme: Contaminatie: Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni keer beoordeeld.

3,7. Dubbelop: Tautologie: Pleonasme: Contaminatie: Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni keer beoordeeld. Samenvatting door een scholier 1713 woorden 8 juni 2010 3,7 7 keer beoordeeld Vak Nederlands FOUTENLIJST.: Dubbelop: Onjuiste herhaling: Als een vast voorzetsel ten onrechte twee keer word gebruikt, is

Nadere informatie

Zinnen 1. Henriëtte de Swart

Zinnen 1. Henriëtte de Swart Zinnen 1 Henriëtte de Swart Combinaties Taal maakt combinaties op verschillende niveaus: Fonemen combineren tot morfemen (creëren van betekenis) Morfemen combineren tot woorden (complexe betekenissen)

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 12

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 12 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 12 2/96 Vandaag: derde college Minimalisme (3/4) 3/96 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Iets over het taalvermogen

Iets over het taalvermogen 8 Iets over het taalvermogen 8.1 Hoe maak je een zin? In de voorafgaande hoofdstukken hebben we het uitsluitend gehad over taal, en niet over de taalgebruiker. Voor veel mensen is taal (bijvoorbeeld de

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20916 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20916 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20916 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bobuafor, Mercy Title: A grammar of Tafi Issue Date: 2013-05-30 Samenvatting Dit

Nadere informatie

Onderlinge relaties in de zin

Onderlinge relaties in de zin 6 Onderlinge relaties in de zin 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk onderzoeken we de relaties die er binnen de deelzin bestaan tussen naamwoordgroepen en werkwoorden. Alle talen hebben intransitieve zinnen

Nadere informatie

Combinaties. Stof bij dit college

Combinaties. Stof bij dit college Combinaties Taal maakt combinaties op verschillende niveaus: Fonemen combineren tot morfemen (creëren van betekenis) Morfemen combineren tot woorden (complexe betekenissen) Woorden combineren tot woordgroepen,

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/44090 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Petrollino, S. Title: A grammar of Hamar : a South Omotic language of Ethiopia

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN 20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN De vijf ergerlijkste taalfouten Radio 1 kan (1) er van / ervan meespreken. Vraag de luisteraar niet aan welke taalfouten en clichés hij (2) hem / zich ergert, want je (3) word

Nadere informatie

Nadat Susan gedronken had, verdampte het water. Zonder haar kwamen er geen bijdragen binnen

Nadat Susan gedronken had, verdampte het water. Zonder haar kwamen er geen bijdragen binnen Samenvatting Dit proefschrift gaat over de manier waarop mensen hun grammaticale kennis van hun moedertaal gebruiken terwijl ze luisteren en lezen. Het onderzoek concentreert zich op een bepaald type zinnen

Nadere informatie

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet.

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet. Voornaamwoorden Door Henk Wolf. Groningen, 2014. In dit artikeltje leer je wat voornaamwoorden zijn, welke soorten voornaamwoorden er bestaan en welke kenmerken elk van die soorten heeft. Wat zijn voornaamwoorden?

Nadere informatie

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.

DE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }. 1 DE SAMENGESTELDE ZIN Voordat een zin als samengestelde zin ontleed kan worden, moet hij eerst als enkelvoudige zin ontleed zijn, d.w.z. in een zin met maar één persoonsvorm ( en andere zinsdelen). Een

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1.2.3 Trappen van vergelijking 20 INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden

Nadere informatie

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE

DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE SECUNDAIR ONDERWIJS Kroniek van de begeleider Ik wens jullie eerst en vooral een energierijk 2013 met veel geluk zowel op persoonlijk vlak als professioneel.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Correct formuleren

Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting door L. 781 woorden 11 december 2012 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling VZ wordt twee keer gebruikt.

Nadere informatie

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section )

Samenvatting. (Summary in Dutch. For a summary in English, see section ) 524 Samenvatting (Summary in Dutch. For a summary in English, see section 1.2.4.) Dit proefschrift beschrijft de grammatica van het Sheko. Het Sheko is een Omotische taal in het zuidwesten van Ethiopië

Nadere informatie

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.

Nadere informatie

Syntactische processen

Syntactische processen 7 Syntactische processen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien hoe talen bij het onderscheiden van grammaticale relaties gebruik maken van twee belangrijke systemen, het nominatief/ accusatief-systeem

Nadere informatie

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Loopt vader met moeder in het park?

Loopt vader met moeder in het park? Oefening 3 Maak van de gewone zin een vraagzin. Kleur de persoonsvorm lichtblauw. 1. Vader loopt met moeder in het park. Loopt vader met moeder in het park? 2. Morgen ga ik boodschappen doen. Soms begint

Nadere informatie

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren Formuleren Muiswerk Formuleren is een programma dat aandacht besteedt aan de belangrijkste stof die in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs veelal aan de orde komt. Doelgroep Formuleren Formuleren

Nadere informatie

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen. Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Toets grammaticale termen met sleutel

Toets grammaticale termen met sleutel Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij

Nadere informatie

tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen

tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen 2.1 Meervoud pluralis Op weg naar A2: tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen Niet-telbare woorden hebben geen meervoud: rijst, muziek,

Nadere informatie

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur.

Hiermee wijs je een speciaal iemand of iets aan. Je begint met de ene zinsstructuur en maakt de zin af in een andere zinsstructuur. Kernwoordenlijst Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanwijzend Achtervoegsel Afleiding Anakoloet (ontspoorde zin) Beknopte bijzin Bepaling van gesteldheid Betrekkelijk Bezittelijk Bijstelling Bijvoeglijk naamwoord

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde

1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde 1e Deeltentamen Inleiding Taalkunde 28/05/2009 13.15-16.15 Dit tentamen heeft 5 vragen. Je hebt drie uur de tijd om deze te beantwoorden. Vergeet niet je naam en studentnummer steeds duidelijk te vermelden.

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Dit proefschrift handelt over de grammatica van betrekkelijke bijzinnen in andere woorden: de syntaxis van relativisatie. 1 Een voorbeeld van zo n zinsconstructie is gegeven

Nadere informatie

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens

Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in Language: A Typological Study S.C. Leufkens Transparency in language. A typological study Sterre Leufkens Een taal kun je zien als een verzameling vormen (woorden, zinnen, klanken, regels),

Nadere informatie

TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN

TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN Blz. Onderwerp 2 Zelfstandig naamwoord 3 Betrekkelijk voornaamwoord 4 Bijvoeglijk naamwoord 5 Gezegde 6 Koppelwerkwoord 7 Lijdend en meewerkend voorwerp 8 Onderwerp 9 Persoonlijk

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen -b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord

Nadere informatie

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11

LTX016B05. Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis. College 11 LTX016B05 Nieuwe ontwikkelingen in de syntaxis College 11 2/68 Vandaag: tweede college Minimalisme (2/4) 3/68 Minimalisme! voortzetting van de generatieve syntaxis (1991-heden)! kernidee: de grammatica

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica

Nadere informatie

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. Wordorder. We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. 2. SVO In de taalkunde wordt Engels als een SVO-taal beschouwd, vanwege de volgorde van woorden in een zin. SVO staat voor Subject,

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/42365

Nadere informatie

i n h o u d Inhoud Inleiding

i n h o u d Inhoud Inleiding V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken

Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken Samenvatting Nederlands Formuleren/Spreken Samenvatting door een scholier 1612 woorden 27 november 2006 6,8 15 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands Spreken: Spreken

Nadere informatie

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten Grammatica 2F Grammatica 2F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

8. Logogrammen. Soemer. Uitbreiding

8. Logogrammen. Soemer. Uitbreiding 8. Logogrammen Soemer Ongeveer 5 duizend jaar geleden woonde in Zuid-Oost Irak een volk dat de Soemeriërs werd genoemd. Zelf noemden ze hun land ki-en-gir, het land van de beschaafde heersers. De Soemeriërs

Nadere informatie

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is

Nadere informatie

Een onderzoek naar het subject in het Nederlandse taalgebruik van Portugese moedertaalsprekers.

Een onderzoek naar het subject in het Nederlandse taalgebruik van Portugese moedertaalsprekers. Een onderzoek naar het subject in het Nederlandse taalgebruik van Portugese moedertaalsprekers. Ghislaine Groenewegen Bachelorscriptie Nederlandse taal en cultuur Begeleiding: -Dr. J.M. van Koppen -Drs.

Nadere informatie

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

DE NOMINALE GROEP of NOMINALE CONSTITUENT (NC)

DE NOMINALE GROEP of NOMINALE CONSTITUENT (NC) DE NOMINALE GROEP of NOMINALE CONSTITUENT (NC) 1. Definitie De nominale groep of nominale constituent (NC) bestaat principieel uit één woordgroep (soms één enkel woord) (i) die begint noch eindigt met

Nadere informatie

A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin!

A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin! A. Coördinatie / nevenschikking = HOOFDZIN + HOOFDZIN Een hoofdzin heeft dezelfde grammaticale constructie als de simpele zin! 7 CONJUNCTIES * EN * MAAR *WANT *OF (betekenis: koffie of thee) * DUS * NOCH

Nadere informatie

PRINCIPES VAN DE NEDERLANDSE WOORDVOLGORDE Magda Devos, Universiteit Gent

PRINCIPES VAN DE NEDERLANDSE WOORDVOLGORDE Magda Devos, Universiteit Gent PRINCIPES AN DE NEDERLANDSE WOORDOLGORDE Magda Devos, Universiteit Gent De Nederlandse woordvolgorde beantwoordt aan verschillende soorten principes: syntactische of structuurprincipes, semantisch-relationele

Nadere informatie