UITSPRAAK. Het College van Bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het instellingsbestuur gemachtigde: de heer mr. E.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITSPRAAK. Het College van Bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het instellingsbestuur gemachtigde: de heer mr. E."

Transcriptie

1 UITSPRAAK in het geding tussen: Het College van Bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het instellingsbestuur gemachtigde: de heer mr. E. Boerma en de Studentenraad van A, verweerder, hierna te noemen de Studentenraad (SR) gemachtigde: de heer mr. L.J.M. van Westerlaak 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift van 26 november 2015, ingekomen op 27 november 2015 en aangevuld op 26 januari 2016, heeft het instellingsbestuur een instemmingsgeschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot een voorgenomen besluit van het instellingsbestuur van 20 april 2015, aangepast op 22 juni 2015 tot wijziging van het Profileringsfondsbeleid. Verweerder heeft een verweerschrift d.d. 6 januari 2016 ingediend, ingekomen op 7 januari De mondelinge behandeling van het geschil heeft plaats gevonden op 4 februari Het instellingsbestuur werd vertegenwoordigd door de heer C, rector en mevrouw D, beleidsmedewerker, bijgestaan door de gemachtigde. De SR werd vertegenwoordigd door de heer E, voorzitter, mevrouw F, voorzitter commissie Financiële Ondersteuning Studenten (FOS-commissie) en de heer G, lid FOS-commissie, bijgestaan door de gemachtigde. Beide partijen hebben een pleitnotitie overgelegd. Naar aanleiding van het ter zitting verhandelde, zijn partijen door de Commissie in de gelegenheid gesteld om nader overleg te voeren over één van de voorliggende geschilpunten, te weten de motivering van het bedrag dat studenten uit landen die niet behoren tot de Europese Economische Ruimte (niet-eer studenten) en die aanspraak maken op de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (FOS-regeling) per maand zullen ontvangen. Dit overleg heeft plaats gehad waarna de SR op 18 februari 2016 aan de Commissie heeft meegedeeld dat hij zich inmiddels op dit punt voldoende geïnformeerd acht door het instellingsbestuur. Voorts heeft de Commissie bij brief van 4 februari 2016 het onderzoek na de zitting heropend en de SR verzocht nadere informatie over een ter zitting door de SR betrokken stelling te verschaffen. Aan de SR is de vraag voorgelegd of hij het geschil per geschilpunt behandeld wenst te zien dan wel of hij, zoals aanvankelijk het geval was, van mening is dat de weigering in te stemmen met de voorgestelde wijzigingen in of in verband met het Profileringsfonds, gezamenlijk en voor het geheel door de Commissie beoordeeld dient te worden. De SR heeft bij brief van 9 februari 2016 de Commissie meegedeeld dat hij zijn stelling dat de Commissie een oordeel dient te geven over de geschilpunten gezamenlijk en voor het geheel, handhaaft / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 1 van 9

2 2. FEITEN Met ingang van het studiejaar is de Wet studievoorschot hoger onderwijs in werking getreden. Deze wet houdt onder meer een wijziging in van de Wet Studiefinanciering 2000, die met name ziet op de afschaffing van de basisbeurs en de introductie van een leenstelsel voor studenten. Deze wijziging, die cohort-gewijs wordt ingevoerd, heeft gevolgen voor twee regelingen die verband houden met het zogenoemde Profileringsfonds A. Het betreft de Regeling Financiële Ondersteuning Studenten (FOS-regeling) inclusief Topsport en de Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen H. De FOS-regeling is een door het instellingsbestuur vastgestelde regeling op grond waarvan aan studenten financiële ondersteuning wordt verleend wanneer zij als gevolg van bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen. Deze bijzondere omstandigheden zijn in de regeling benoemd en zijn bijvoorbeeld ziekte, zwangerschap, het bedrijven van topsport of het lidmaatschap van de SR. De Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen H betreft een door het instellingsbestuur vastgestelde regeling, die dient om studenten te compenseren voor hetgeen zij aan basisbeurs en aanvullende beurs zouden hebben gekregen indien de master als tweejarige opleiding zou zijn erkend. In verband met de nieuwe regels voor studiefinanciering heeft het instellingsbestuur besloten de hiervoor genoemde regelingen aan te passen. In het kader van de besluitvorming hieromtrent heeft het instellingsbestuur de werkgroep Studievoorschot ingesteld en deze werkgroep opdracht gegeven een advies uit te brengen over de gevolgen van de invoering van de Wet studievoorschot hoger onderwijs. De werkgroep is daarbij gevraagd in haar advies op een negental afzonderlijke punten in te gaan. De werkgroep heeft op 1 april 2015 advies uitgebracht. Vervolgens heeft het instellingbestuur op 20 april 2015 op basis (en gedeeltelijk in afwijking) van dit advies een voorgenomen besluit tot wijziging van het Profileringsfondsbeleid genomen dat op dezelfde datum ter instemming is voorgelegd aan de SR. Op 21 mei 2015 heeft een overlegvergadering tussen partijen plaats gehad. Vervolgens hebben partijen op 28 mei 2015 informeel overleg gevoerd en heeft het instellingsbestuur op 1 juni 2015 een schriftelijke reactie op vragen van de SR gegeven. Op 12 juni 2015 heeft de SR het instellingsbestuur meegedeeld dat hij zijn instemming aan het voorstel van het instellingsbestuur onthoudt. Hierop heeft op 12 juni 2015 wederom informeel overleg tussen partijen plaats gehad en op 17 juni 2015 heeft de SR een alternatief voorstel aan het instellingsbestuur voorgelegd. Het instellingsbestuur heeft bij brief van 22 juni 2015 aan de SR gereageerd op het onthouden van instemming door de SR en heeft daarbij zijn voorstel op enkele punten aangepast. Bij brief van 25 juni 2015 heeft de SR gereageerd en zijn besluit om niet in te stemmen met het (inmiddels enigszins gewijzigde) voorstel van het instellingsbestuur gehandhaafd. Daarop heeft het instellingsbestuur op 2 juli 2015 besloten het geschil met de SR voor te leggen aan de Commissie. Bij memo van 3 juli 2015 heeft het instellingsbestuur de Raad van Toezicht verzocht te onderzoeken of het mogelijk is een procedure bij de Commissie te voorkomen door het vinden van een oplossing in der minne / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 2 van 9

3 Op 6 juli 2015 heeft de Raad van Toezicht overleg gevoerd met partijen over de kernpunten van het geschil. In het overleg heeft de Raad van Toezicht een schikkingsvoorstel gedaan dat hij bij brief van 15 juli 2015 aan partijen heeft bevestigd. Bij brief van 27 augustus 2015 heeft de SR het schikkingsvoorstel afgewezen. Op 26 oktober 2015 heeft het instellingsbestuur de SR schriftelijk een overzicht verschaft van de geschilpunten, alsmede van de punten waarover partijen het eens zijn. De SR heeft bij brief van 11 november 2015 hierop gereageerd. Tot slot heeft het instellingsbestuur bij schrijven van 26 november 2015 het geschil aanhangig gemaakt bij de Commissie. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Het instellingsbestuur stelt dat drie geschilpunten partijen verdeeld houden. Het eerste geschilpunt betreft het niet uitbreiden van de Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen H met een geldelijke compensatie voor de OV-component. Daarover voert het instellingsbestuur het volgende aan. Het voorgenomen besluit houdt op dit onderdeel geen aanpassing van de regeling in, omdat ook voorheen geen geldelijke compensatie werd geboden voor de OV-component. Er is ook geen aanleiding dit te veranderen. Het instellingsbestuur is vrij om vast te stellen of een vergoeding wordt verstrekt en zo ja, hoe hoog deze vergoeding is. De student lijdt geen schade door de verlenging van de studieduur wanneer hij/zij nominaal studeert, dat wil zeggen de studie afrondt binnen de daarvoor gestelde termijn van vier jaar. Het tweede geschilpunt betreft de hoogte van het uniforme maandbedrag voor de uitkeringen uit het Profileringsfonds op basis van de FOS-regeling bestuursactiviteiten en topsport voor Nederlandse en EER-studenten. Het voorgenomen besluit houdt in dat wat betreft de compensatie voor bestuursactiviteiten en topsport wordt overgestapt van individuele compensatie, die is afgestemd op de specifieke situatie van een bepaalde student, naar uniforme compensatie in de vorm van een vast maandbedrag voor iedere in aanmerking komende student. Uniforme compensatie zorgt volgens het instellingsbestuur voor verlichting van de administratieve belasting van de organisatie en sluit bovendien beter aan bij de huidige praktijk. Uitgangspunt is dat deze verandering budgettair neutraal dient te verlopen. Bij het bepalen van het vaste maandbedrag is op basis van het advies van de meerderheid van de werkgroep Studievoorschot aansluiting gezocht bij de oude basisbeurs, te weten een bedrag van 286,- Het instellingsbestuur volgt daarbij de filosofie van de Wet studievoorschot die ervan uitgaat dat een student investeert in zichzelf en derhalve zijn studie voor een groot deel zelf financiert. Hierbij past de keuze voor het voorgenomen Profileringsbeleid. De Wet studievoorschot is geen aanleiding voor verhoging van de door de universiteit geboden compensatie. Om de SR tegemoet te komen, is na onderhandelingen met de SR besloten het vaste maandbedrag te verhogen naar 300,- en in een later stadium is dit verhoogd naar 320,-. Daarbij is het uitgangspunt geweest dat het instellingsbestuur wil stimuleren dat studenten deelnemen aan bestuursactiviteiten en topsport. Een groot deel van de universiteiten heeft gekozen voor een lager vast maandbedrag gebaseerd op de basisbeurs van 286,-. Bovendien stelt een aantal universiteiten in tegenstelling tot A aanvullende voorwaarden voor aanspraak op uitkeringen uit het Profileringsfonds. De hoogte van het voorgestelde maandbedrag komt overeen met het advies van de minderheid van de werkgroep Studievoorschot en representeert het over afgelopen jaar gemiddelde uitgekeerde maandbedrag op basis van de huidige FOS-regeling. Het instellingsbestuur merkt daarbij op dat onderwijsinstellingen in het hoger onderwijs vrij zijn om de hoogte en duur van de uitkeringen uit het Profileringsfonds vast te stellen en dat zij mogen differentiëren naar verschillende groepen studenten. Studenten mogen onder het nieuwe stelsel / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 3 van 9

4 onbeperkt bijverdienen en de wetgever heeft ook het verschil in uitkering tussen thuiswonende en uitwonende studenten laten varen. Dit toont aan dat de relatie tussen werkelijke kosten en studiefinanciering voortaan losser is. De universiteit blijft studenten ondersteunen bij bestuursactiviteiten en topsport en verandert niets aan de reeks van erkende bestuursactiviteiten. De leden van de SR ontvangen naast de bestuursbeurs voor de duur van twaalf maanden ook vacatiegeld van 1107,22 per jaar en een forfaitaire vergoeding van 596,72 per jaar. Voor een studentenraadslid komt de totale compensatie daarmee neer op 462,- per maand. Het derde geschilpunt betreft het verschil in kosten tussen EER-studenten en niet-eer-studenten. Niet EER-studenten hebben hogere kosten en bevinden zich in een ongunstigere financiële positie dan Nederlandse en EER-studenten, vanwege hoger collegegeld, hogere reiskosten, visumkosten en vaak hogere woonkosten. Daarnaast hebben deze studenten geen mogelijkheid om bij te verdienen en hebben zij geen aanspraak op gunstige leenvoorwaarden. Daarbij komt dat het instellingsbestuur ook op dit punt beleidsvrijheid heeft, op grond van de artikelen 7.51 t/m 7.51i WHW. Het instellingsbestuur mag de hoogte en duur van de uitkeringen uit het Profileringsfonds zelf bepalen. De SR stelt dat er geen sprake is van drie, maar van vijf geschilpunten. Met betrekking tot de twee niet door het instellingsbestuur genoemde geschilpunten wijzigt het instellingsbestuur volgens de SR de betreffende regelingen verdergaand dan waartoe de wijziging van de Wet studiefinanciering noodzaakt. Het eerste geschilpunt betreft de indexatie. Het aangeboden bedrag in het kader van de FOSregeling is op geen enkele wijze geïndexeerd en ook niet gerelateerd aan de koopkracht van studenten. Dit levert, op termijn, een forse achteruitgang voor studenten op en is bovendien een beleidswijziging. Over het tweede geschilpunt, het niet uitbreiden van de Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen in H met een geldelijke compensatie voor de OV-component, stelt de SR dat blijkens het verzoekschrift het instellingsbestuur blijkbaar het punt van de vergoeding van OV-kosten honoreert. Hiermee kan de SR leven. Overigens is dit volgens de SR ook logisch en overeenkomstig de WHW (artikel 7.51a). Anders handelen zou strijd met dit wetsartikel opleveren. Het derde geschilpunt betreft de overstap van individuele vergoeding naar een uniform maandbedrag voor de uitkeringen uit het Profileringsfonds op basis van de FOS-regeling bestuursactiviteiten en topsport voor Nederlandse en EER-studenten. De SR is van oordeel dat het instellingsbestuur het doet voorkomen alsof de SR hiermee zonder meer akkoord is gegaan. Dat is echter niet het geval. De SR is akkoord gegaan met een dergelijke overstap, maar onder de voorwaarde dat dan het maandbedrag hoog genoeg moest zijn. Aan deze voorwaarde is niet voldaan. Over de hoogte van het maandbedrag, dat het vierde geschilpunt vormt, voert de SR aan dat het voorstel een gedegen fundament mist, althans een fundament toegesneden op de nieuwe situatie onder het leenstelsel. Het voorstel lijkt slechts gebaseerd op de uitgaven onder het oude systeem. Een overzicht van de bestuursbeurs die door andere universiteiten wordt toegekend, laat zien dat in de nieuwe situatie de bedragen veelal (beduidend) hoger zijn komen te liggen. De SR vreest een toename van ongelijkheid tussen studenten als gevolg van de beleidswijzigingen. De toegang tot besturen, commissies en topsport wordt bedreigd. Studenten zullen vanwege de voorgestelde beleidswijzigingen een enorm financieel gat moeten overbruggen. Te verwachten valt dat een gemiddelde student verantwoordelijk zal worden voor 2/3 van de kosten en zijn of haar ouders voor 1/3. Dit vergt een grotere investering van studenten en maakt / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 4 van 9

5 studeren wezenlijk duurder. De SR neemt als grondslag voor de bepaling van de hoogte van het maandbedrag het door het Nibud voor studenten vastgestelde budget voor levensonderhoud. Dit bedrag is gesteld op 1112,- per maand. Daarvan moet 1/3 gedekt worden door de FOS-regeling, zijnde 373,- 1/3 door de aanvullende beurs en 1/3 door ouders of een lening/aanvullende beurs. Er is sprake van een groot verschil in vergoeding in de oude en de nieuwe situatie. Door het financiële gat dat ontstaat, zullen studenten in de toekomst waarschijnlijk afzien van bestuursfuncties. Het vijfde geschilpunt betreft het verschil in kosten tussen EER-studenten en niet-eer-studenten. Tot indiening van het verzoekschrift heeft het instellingsbestuur nooit een overzicht van de (meer)kosten van internationale (niet-eer)studenten in vergelijking met andere studenten gepresenteerd. In het verzoekschrift wordt nu voor het eerst een overzicht verschaft, maar nog steeds is onduidelijk hoe en waarom tot precies het dubbele bedrag aan compensatie wordt gekomen. Een berekening ontbreekt. 4. OORDEEL VAN DE COMMISSIE De bevoegdheid van de Commissie, alsmede de omvang van het verzoek tot toestemming om als instellingsbestuur een besluit te nemen Bevoegdheid Overgelegd is het I, zoals dat luidt per 24 februari Artikel 30 lid 1, aanhef en onder c, van het I bepaalt dat het instellingsbestuur de voorafgaande instemming behoeft van de SR voor elk door het instellingsbestuur te nemen besluit tot vaststelling of wijziging van het beleid van het instellingsbestuur bij toepassing van artikel 7.51 WHW (Profileringsfonds) en de regeling inzake financiële ondersteuning studenten, als bedoeld in artikel 7.51, vierde lid, WHW. Dit reglementsartikel is gelijkluidend aan artikel 9.33 lid 1, sub g WHW. Artikel 7.51 lid 4 WHW is vervallen. Met ingang van 18 juli 2014 is de Wet tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een aantal redactionele verbeteringen en technische wijzigingen alsmede tot wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 in verband met enkele samenhangende technische aanpassingen in werking getreden. Eén van de wijzigingen die deze wet heeft aangebracht betreft een vervanging van het tot dan toe geldende artikel 7.51 WHW door twee paragrafen. Daarbij is de tekst van voorheen artikel 7.51 lid 4 WHW opgenomen in artikel 7.51a WHW. De Commissie constateert dat deze verandering ten onrechte niet is verwerkt in (artikel 9.33 lid 1 sub g van) de WHW en in artikel 30 lid 1, aanhef en onder c van het I. Inmiddels is op 9 december 2015 een wetsvoorstel tot (onder andere) wijziging van de WHW op dit punt ingediend (Kamerstukken II 2015/ , Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een verbeterde regeling voor het gezamenlijk verzorgen van hoger onderwijs door Nederlandse en buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs, alsmede vanwege enkele andere wijzigingen ter bevordering van de internationalisering van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek)). In dit wetsvoorstel is onder andere een voorstel tot aanpassing van artikel 9.33 lid 1 WHW opgenomen, waarbij in artikel 9.33 lid 1 sub g WHW de verwijzing naar artikel 7.51 lid 4 WHW wordt gewijzigd in een verwijzing naar artikel 7.51a WHW. De Commissie zal daarom in dit geding artikel 30 lid 1 aanhef en onder c van het I alsmede artikel 9.33 lid 1 sub g WHW zo lezen dat het instellingsbestuur de voorafgaande instemming behoeft van de SR voor elk door het instellingsbestuur te nemen besluit tot vaststelling of wijziging van het / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 5 van 9

6 beleid van het instellingsbestuur bij toepassing van artikel 7.51 WHW (Profileringsfonds) en de regeling inzake financiële ondersteuning studenten, als bedoeld in artikel 7.51a WHW. Ingevolge artikel 9.40 lid 2 WHW legt het medezeggenschapsorgaan dan wel het orgaan dat beslissingsbevoegd is, nadat gebleken is dat een minnelijke schikking door (in dit geval) de Raad van Toezicht niet mogelijk is, een gerezen geschil voor aan de geschillencommissie. De SR heeft instemming onthouden aan de voorgestelde wijzigingen van (onderdelen van) het Profileringsfonds. Daarop heeft het instellingsbestuur, nadat gebleken was dat een minnelijke schikking door de Raad van Toezicht niet tot een positief resultaat heeft geleid, het geschil voorgelegd aan de Commissie. Aldus is de Commissie bevoegd kennis te nemen van het geschil. Omvang van het verzoek tot toestemming om als instellingsbestuur een besluit te nemen Hangende het geschil voor de Commissie zijn partijen op onderdelen tot overeenstemming gekomen. Het instellingsbestuur heeft in het verzoekschrift naar voren gebracht het vaste WU maandbedrag van de FOS-compensatie jaarlijks te zullen indexeren. Ter zitting heeft de SR zijn bezwaar tegen het niet indexeren van het bedrag van de FOS-compensatie niet langer gehandhaafd. De Commissie zal dit punt derhalve buiten behandeling laten. Voorts hebben partijen nader overleg gevoerd over het verschil in kosten tussen EER-studenten en niet-eer-studenten. Bij brief van 18 februari 2016 heeft de SR de Commissie meegedeeld zich per saldo alsnog voldoende geïnformeerd te achten op het punt van de motivering van het bedrag dat niet-eer studenten die aanspraak maken op de FOS-regeling bestuursactiviteiten en topsport per maand zullen ontvangen. Ook dit punt zal de Commissie daarom verder buiten behandeling laten. Het voorgaande betekent dat het geschil zich toespitst op twee punten, namelijk het niet uitbreiden van de Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen in H met een geldelijke compensatie voor de OVcomponent en de hoogte van het uniforme maandbedrag voor de uitkeringen uit het Profileringsfonds op basis van de FOS-regeling bestuursactiviteiten en topsport voor Nederlandse en EER-studenten. Hierbij overweegt de Commissie dat twee door de SR genoemde geschilpunten, namelijk de overstap van een individuele vergoeding naar een uniforme vergoeding en de hoogte van de vergoeding, samen te beschouwen zijn als één geschilpunt aangaande de FOS-regeling. Het toetsingskader De Commissie dient bindend uitspraak te doen of het instellingsbestuur toestemming wordt verleend de in het geding zijnde onderdelen van het Profileringsfondsbeleid vast te stellen. De Commissie geeft slechts toestemming indien de beslissing van de SR om geen instemming te verlenen onredelijk is of indien de voorgenomen beslissing van het instellingsbestuur wordt gevergd door zwaarwegende organisatorische, economische of sociale redenen (artikel 9.40 lid 5 WHW). De Commissie heeft ter zitting aan de orde gesteld de geschilpunten afzonderlijk te behandelen. Verzoeker en verweerder hebben daarmee ingestemd. Desgevraagd door de Commissie heeft de SR na heropening van het onderzoek kenbaar gemaakt dat hij zijn stelling handhaaft dat de Commissie een oordeel dient te geven over de geschilpunten als een gezamenlijk voorstel van het instellingsbestuur, waarop instemming is gevraagd. De geschilpunten worden hieronder afzonderlijk behandeld. Na de behandeling wordt een oordeel gegeven over de vraag of de beslissing om geen instemming te verlenen onredelijk is. De Commissie toetst alleen aan het criterium van de onredelijkheid, omdat van zwaarwegende / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 6 van 9

7 organisatorische, economische of sociale redenen voor de voorgenomen beslissing van het instellingsbestuur niet is gebleken. LCG medezeggenschap voor Het geschil Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen H niet uitbreiden met geldelijke compensatie OV-component Over het niet uitbreiden van de Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen in H met een geldelijke compensatie voor de OV-component overweegt de Commissie als volgt. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is de Commissie gebleken dat deze regeling een groep studenten betreft die geen recht meer heeft op een vergoeding van de OV-jaarkaart en dat het maximaal 150 studenten betreft. Voorts heeft het instellingsbestuur ter zitting naar voren gebracht dat deze groep vergelijkbaar is met de groep studenten J, die wel recht heeft op vergoeding van de OV-jaarkaart. De Commissie neemt in aanmerking dat sprake is van een door verandering van wetgeving opgetreden nieuwe situatie en dat het instellingsbestuur, in het licht van het advies van de Werkgroep Studievoorschot om de vergoeding toe te kennen, zich niet zonder meer heeft kunnen beroepen op continuering van de bestaande praktijk. Ten slotte is ter zitting gebleken dat het budget voor de vergoeding weliswaar onderdeel uitmaakt van het Profileringsfonds, maar dat het binnen dat budget een geoormerkt onderdeel betreft. Dit betekent dat het een afzonderlijk te identificeren budget betreft en dat het door het instellingsbestuur gehanteerde uitgangspunt van budgetneutraliteit in zoverre niet speelt. Gezien het advies van de werkgroep studievoorschot, alsmede de door het instellingsbestuur vergelijkbaar geachte situatie van studenten J met studenten H, acht de Commissie de redelijkheid van de motivering van het instellingsbestuur om geen geldelijke compensatie voor de OVcomponent voor de studenten van het 2 de studiejaar masteropleidingen H niet opwegen tegen de op zichzelf niet onredelijke weigering om hiermee in te stemmen. Hoogte van het uniforme maandbedrag uitkering FOS-regeling bestuursactiviteiten en topsport Over het geschilpunt aangaande (de hoogte van) het uniforme maandbedrag voor de uitkeringen uit het Profileringsfonds op basis van de FOS-regeling bestuursactiviteiten en topsport voor Nederlandse en EER-studenten overweegt de Commissie als volgt. De Commissie stelt vast dat de SR het niet eens is met het voorstel van het instellingsbestuur om dit bedrag op 320,- vast te stellen. Het argument van de SR dat sprake is van een zeer grote terugval in inkomsten, namelijk 554,70 acht de Commissie niet juist, omdat de basisbeurs van 286,- voor alle (gezien de cohort-gewijze invoering nieuwe) studenten vervalt en dus niet alleen voor de studenten die gebruik kunnen maken van de FOS-regeling. Wel zullen studenten door de invoering van het nieuwe stelsel in de regel in grotere mate op andere wijze, bijvoorbeeld door te lenen, in de kosten van hun studie moeten voorzien, maar ook dit geldt voor alle studenten en niet slechts voor de studenten die bestuursactiviteiten of topsport verrichten en daarom in aanmerking komen voor de FOS-regeling. Voorts heeft de SR weliswaar gesteld dat de toegankelijkheid van besturen, commissies en topsport wordt bedreigd, maar de SR spreekt hierover slechts een vermoeden uit en heeft hij zijn standpunt op dit onderdeel niet gemotiveerd. Daarbij komt dat het instellingsbestuur naar voren heeft gebracht de regeling te zullen monitoren en voorts heeft toegezegd dat over twee jaar een evaluatie van de aanpassingen van de regelingen van het Profileringsfonds als in dit geschil aan de orde, zal plaatsvinden / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 7 van 9

8 De Commissie acht de motivering door de SR van de hoogte van het door haar voorgestane hogere, uniforme maandbedrag door gebruikmaking van de berekening van het Nibud niet doorslaggevend, mede in het licht van alle door het Nibud in aanmerking genomen kosten. Het Nibud geeft een indicatie van de kosten waarmee een student rekening heeft te houden. Een dergelijk bedrag hoeft geen uitgangspunt voor een tegemoetkoming als hier aan de orde te vormen. Ook gaat de Commissie voorbij aan het beroep door de SR op regelingen die andere universiteiten getroffen hebben, omdat sprake is van zodanig verschillende regelingen met zoveel verschillende voorwaarden en beperkingen per universiteit dat een vergelijking tussen deze regelingen in redelijkheid niet mogelijk is. Het geheel overziend en uitgaande van de beleidsvrijheid die het instellingsbestuur ter zake toekomt, acht de Commissie de argumenten van het instellingsbestuur aangaande de hoogte van het uniforme maandbedrag voor de uitkeringen uit het Profileringsfonds op basis van de FOSregeling bestuursactiviteiten en topsport voor Nederlandse en EER-studenten, gelegen in het invoeren van een uniforme regeling met een maandbedrag dat overeenkomt met het uitgekeerde gemiddelde maandbedrag van de afgelopen jaren, redelijker dan de argumenten van de SR om hiermee niet in te stemmen. Gelet hierop komt de Commissie niet toe aan de beoordeling van de vraag of het bedrag niet uniform had mogen worden vastgesteld. De SR heeft zijn instemming als geheel geweigerd. Aan de Commissie is gevraagd om toestemming aan het instellingsbestuur te verlenen om de beslissing over het geheel van de voorstellen te nemen. Desgevraagd heeft de SR nogmaals duidelijk gemaakt dat het geschil als geheel door de Commissie beoordeeld dient te worden. De Commissie is van oordeel dat, gezien het grote belang gelegen in de aanpassing van de FOSregeling, afgezet tegen het in dit verband beperktere belang van de aanpassing van de Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen H, de SR in redelijkheid niet zijn instemming aan het voorgenomen besluit van het instellingsbestuur over aanpassing van het Profileringsfondsbeleid heeft kunnen onthouden. Om die reden zal de Commissie toestemming verlenen aan het instellingsbestuur om de beslissing te nemen over de twee voorstellen, zoals hieronder geformuleerd. 5. BESLISSING Op grond van bovenstaande overwegingen geeft de Commissie toestemming aan het instellingsbestuur om de beslissing te nemen over de volgende twee onderdelen van een voorgenomen besluit van het instellingsbestuur: - geen uitbreiding van de Regeling 2 de studiejaar masteropleidingen H met een geldelijke compensatie voor de OV-component; - vaststelling van de hoogte van het uniforme maandbedrag uitkering FOS-regeling bestuursactiviteiten en topsport op 320,-. Aldus gedaan te Utrecht op 29 maart 2016 door mr. S.F.M. Wortmann, voorzitter, mr. K.P. Piena en mr. drs. F. Veenstra leden, in aanwezigheid van mr. J.A. Breunesse, secretaris. mr. S.F.M. Wortmann voorzitter mr. J.A. Breunesse secretaris / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 8 van 9

9 Tegen deze uitspraak staat op grond van artikel 9.46 WHW beroep open bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam. Het beroep wordt ingediend binnen een maand na de datum van de uitspraak. Op grond van artikel 9.46 lid 4 WHW kan het beroep uitsluitend worden ingesteld op de grond dat de Commissie een onjuiste toepassing heeft gegeven aan de wet / uitspraak d.d. 29 maart 2016 pagina 9 van 9

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

Bezwarencommissie CAO-VO SAMENVATTING

Bezwarencommissie CAO-VO SAMENVATTING 103959 Interpretatiegeschil taakbeleid SAMENVATTING De A heeft een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot het taakbeleid en navolging van de. De Commissie is niet bevoegd om zich uit te

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) 105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) 104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107249 16.03 Het besluit om de premie voor de IPAP-regeling voortaan voor eigen rekening van de werknemers te laten komen is een wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid (artikel

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J. SAMENVATTING 105053 - Geschil nakoming voorwaarde aan instemming; HBO De MR heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de nakoming door het instellingsbestuur van een voorwaarde verbonden aan de instemming

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105603 - Geschil bevoegdheid A t.a.v. wijziging van het college-blok systeem; WO

SAMENVATTING. 105603 - Geschil bevoegdheid A t.a.v. wijziging van het college-blok systeem; WO SAMENVATTING 105603 - Geschil bevoegdheid A t.a.v. wijziging van het college-blok systeem; WO In verband met de aanpak van studiesucces heeft de decaan besloten tot wijziging van het collegeblok system

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract

Nadere informatie

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. 108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107152 - De lessentabel van deze school is onderdeel van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; partijen hebben voldoende concreet belang bij het verzoek tot uitspraak in dit interpretatiegeschil.

Nadere informatie

106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR.

106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR. 106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad en de

Nadere informatie

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. 108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105338/105386 - Geschil m.b.t. instemmingsrecht FSR t.a.v. OER-en faculteit; WO

SAMENVATTING. 105338/105386 - Geschil m.b.t. instemmingsrecht FSR t.a.v. OER-en faculteit; WO SAMENVATTING / - Geschil m.b.t. instemmingsrecht FSR t.a.v. OER-en faculteit; WO De FSR heeft niet ingestemd met het voorstel van de decaan om de toelatingseis voor de honoursprogramma's van de bacheloropleidingen

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding

Nadere informatie

Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO

Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO 103239 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO Het College van Bestuur heeft een nieuwe model-oer vastgesteld waarin

Nadere informatie

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2013 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor de

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E.

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E. 103134 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil wijziging BBR en reorganisatie WO College van Bestuur en Universiteitsraad verschillen van mening over de vraag welke bevoegdheid de Universiteitsraad en de Dienstraad

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H.

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H. 108261 - Instemmingsgeschil samenvoeging klassen. Het betreft een wijziging van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; het besluit is nietig en mag niet uitgevoerd worden. UITSPRAAK in het

Nadere informatie

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster 103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/136

Zaaknummer : 2013/136 Zaaknummer : 2013/136 Rechter[s] : mr. van der Spoel Datum : 28 november 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Tilburg Trefwoorden : Afdoening buiten zitting, begeleiding, [instellings] collegegeld,

Nadere informatie

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104464 - Interpretatiegeschil VO - artikel 16 lid 2 onder a en b WMS (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid en criteria verdeling middelen over voorzieningen op (boven)schools niveau) De

Nadere informatie

Jaarverslag 2011/2012 1

Jaarverslag 2011/2012 1 Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2011/2012 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (hierna: het college van bestuur), verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (hierna: het college van bestuur), verweerder. Zaaknummer : 2012/016 Rechter(s) : mrs. Olivier, Mollee, Kleijn Datum uitspraak : 12 juni 2012 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, gelijkheidsbeginsel,

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (fusie school) en artikel 13 onder b WMS (verandering grondslag school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (fusie school) en artikel 13 onder b WMS (verandering grondslag school) SAMENVATTING 105783 13.07 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (fusie school) en artikel 13 onder b WMS (verandering grondslag school) Aangaande de fusie zijn onder meer onderwijsinhoudelijk,

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging

Nadere informatie

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten

de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verder te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. A. Joosten 107337 - Het bevoegd gezag heeft niet in redelijkheid in afwijking van het advies van de GMR tot zijn besluit over de directiestructuur kunnen komen omdat onvoldoende gewicht is toegekend aan het belang

Nadere informatie

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6

UITSPRAAK / uitspraak d.d. 26 februari 2018 pagina 1 van 6 107962 - Nalevingsgeschil. Het bevoegd gezag hoeft de kosten voor het raadplegen van een extern deskundige niet te vergoeden, omdat niet gebleken is dat de kosten redelijkerwijze noodzakelijk waren. UITSPRAAK

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) SAMENVATTING 105501- Adviesgeschil PO - artikel 11 onder c WMS (beëindiging werkzaamheden belangrijk deel van de school) In een overlegvergadering met de deelraad van een nevenvestiging van de school,

Nadere informatie

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van het X College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 104590 - Adviesgeschil VO- artikel 11 onder h WMS (aanstelling schoolleiding) De MR heeft negatief advies uitgebracht over een voorgenomen besluit tot benoeming van de waarnemend rector tot

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag Samenvatting inzake 102143 Instemmingsgeschil met betrekking tot taakbeleid ROC. De PMR heeft geweigerd instemming te verlenen aan een voorstel Taakbeleid vanwege de door het bevoegd gezag in het geregelde

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:1194

ECLI:NL:RBDHA:2016:1194 ECLI:NL:RBDHA:2016:1194 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 21-04-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7854 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 1 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Deelexamencommissie Notarieel Recht,

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO

SAMENVATTING Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO SAMENVATTING 104224 - Instemmingsgeschil instellen centrale stafeenheid; HBO Het College van Bestuur heeft met instemming van de MR een strategisch plan vastgesteld voor de periode 2009-2012. Vervolgens

Nadere informatie

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK 108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR 08.017 Samenvatting uitspraak Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder b en f en (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid, beleid organisatie) en artikel 12 lid 1 onder b en h WMS (samenstelling van de

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) SAMENVATTING 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) De PMR heeft niet ingestemd met de voorgestelde benoemingsprocedure voor de schoolleiding omdat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:2567

ECLI:NL:RBNNE:2016:2567 ECLI:NL:RBNNE:2016:2567 Instantie Datum uitspraak 20-05-2016 Datum publicatie 25-07-2016 Zaaknummer LEE 15/3982 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden

van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden U I T S P R A A K 12-17 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Talen en Culturen van Japan,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/204 en 204.1

Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Zaaknummer : 2014/204 en 204.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 28 december 2014 Partijen : Appellant en Radboud Universiteit Nijmegen Trefwoorden : Aanmaning ter voldoening Betalingsverplichting

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van A, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen het instellingsbestuur gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van A, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen het instellingsbestuur gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105864 - Interpretatiegeschillen over bevoegdheid Hogeschoolraad t.a.v. vaststelling onderwijskader Bacheloropleidingen en bevoegdheid Academieraad over internationaliseringsplan Academie;

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-1 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/020 en 020.1

Zaaknummer : 2013/020 en 020.1 Zaaknummer : 2013/020 en 020.1 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 23 april 2013 Partijen : Verzoekster tegen Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, [instellings]collegegeld,

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 4 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie ADVIES Rolnummer: RP98.038 DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE

Nadere informatie

UITSPRAAK. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voortgezet onderwijs van A, verder te noemen de GMR

UITSPRAAK. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voortgezet onderwijs van A, verder te noemen de GMR 107108 UITSPRAAK in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voortgezet onderwijs van A, verder te noemen de GMR en het College van Bestuur van A, gevestigd te B, verweerder, hierna

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van

Zaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van Zaaknummer : CBHO 2014/302 Rechter(s) : mrs. Borman, Troostwijk en Kleijn Datum uitspraak : 23 september 2015 Partijen : Appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : aanmelden bekostiging belangenafweging

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:73. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie

ECLI:NL:CRVB:2017:73. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie ECLI:NL:CRVB:2017:73 Instantie Datum uitspraak 04-01-2017 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1380 WSF Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de Examencommissie van Tilburg School of Economics

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) 08.005 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) De PMR heeft ingestemd met het maken van een ínhaalslag ten aanzien van de benoemingen in LC-functies

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.

108477/ Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. 108477/108497 - Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge. UITSPRAAK in het geding tussen: de (personeelsgeleding van de) medezeggenschapsraad

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan) SAMENVATTING 104694 - Instemmingsgeschil VO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school of een onderdeel daarvan) De deelraad heeft zijn instemming onthouden aan het voorgenomen besluit om een afdeling

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO SAMENVATTING 104849 - Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO Een aantal ouders klaagt erover dat de directeur onzorgvuldig heeft gehandeld door aan de MR een

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) 08.010 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) Het bevoegd gezag heeft een notitie vastgesteld waarin is opgenomen dat bij incidentele

Nadere informatie

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR 103532 Instemmingsgeschil begroting School HBO S AMENV ATTING De deelraad heeft geweigerd in te stemmen met de begroting omdat volgens hem uit de begroting blijkt dat het taakbeleid van de School is gewijzigd,

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn

REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn REGLEMENT PROFILERINGSFONDS Theologische Universiteit Apeldoorn Preambule. Het college van bestuur heeft deze regeling getroffen op grond van artikel 7.51 1 van de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106715 15.08 De OMR heeft niet in redelijkheid instemming kunnen onthouden aan de vaststelling van de onderwijstijd; de MR heeft adviesrecht over de regeling van de vakantie. in het geding tussen: UITSPRAAK

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/297 Rechter(s) : mr.borman Datum uitspraak : 28 april 2016 Partijen : appellante en CBE Rijksuniversiteit Groningen

Zaaknummer : CBHO 2015/297 Rechter(s) : mr.borman Datum uitspraak : 28 april 2016 Partijen : appellante en CBE Rijksuniversiteit Groningen Zaaknummer : CBHO 2015/297 Rechter(s) : mr.borman Datum uitspraak : 28 april 2016 Partijen : appellante en CBE Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanwezigheidsverplichtingen buitenland combinatietabel

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden : Afwijzing, bindend negatief studieadvies, BNSA, herkansing

Nadere informatie

UITSPRAAK. de [naam verzoeker] van de Stichting [naam stichting], verzoeker, hierna te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de [naam verzoeker] van de Stichting [naam stichting], verzoeker, hierna te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. W.H. 108042/108145 UITSPRAAK in het geding tussen: de [naam verzoeker] van de Stichting [naam stichting], verzoeker, hierna te noemen de GMR gemachtigde: de heer mr. W.H. Hogerzeil en de Raad van Toezicht van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-151 d.d. 11 mei 2012 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. A.M.T. Wigger en mevrouw. mr. J.W.M. Lenting, leden, met de heer

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 4 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Examencommissie Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te

Nadere informatie