Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO"

Transcriptie

1 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil bevoegdheid GV en SR m.b.t. toelatingseis aansluitende masteropleidingen in model-oer WO Het College van Bestuur heeft een nieuwe model-oer vastgesteld waarin de mogelijkheid vervalt dat een student op in de OER vastgestelde voorwaarden alvast begint met een aansluitende masteropleiding zonder in het bezit te zijn van het bachelorgetuigschrift. De GV en SR menen dat er sprake is van een wijziging van het Instellingsplan en het Studentenstatuut, waarvoor de GV en SR respectievelijk de SR instemmingsrecht hebben. Door in de model-oer de zogenoemde regel 'BSc-vóór-MSc' op te nemen geeft het College van Bestuur naar de mening van de Commissie een voorschrift aan de decanen die de OER-en dienen vast te stellen. Het voorschrift is een richtlijn als bedoeld in artikel 9.5 WHW en betreft de coördinatie van de toelatingseisen voor de aansluitende masteropleidingen. Er is geen rechtstreeks instemmingsrecht GV en/of SR ten aanzien van een richtlijn aan de decanen. De richtlijn is geen wijziging van het Instellingsplan aangezien het Instellingsplan niet de toelatingseisen voor de aansluitende masteropleidingen vermeldt. Het hebben van het bachelorgetuigschrift als enige toelatingseis kan ook niet gezien worden als een wijziging van de strategische koers van de universiteit. De nieuwe regel dient wel te leiden tot een wijziging van het Studentenstatuut waarvoor de SR instemminsgrecht heeft. Omdat de SR geen rechtstreeks instemmingsrecht heeft t.a.v. de richtlijn c.q. de model-oer of de toelatingseisen voor de aansluitende masteropleidingen, is het instemmingsrecht van de SR beperkt tot de wijze waarop de desbetreffende toelatingseis in het Studentenstatuut wordt opgenomen. Dientengevolge staat de nog door te voeren wijziging van het Studentenstatuut niet aan de inwerkingtreding van de richtlijn in de weg. Het subsidiair voorgelegde instemmingsgeschil oordeelt de Commissie niet-ontvankelijk omdat er geen voorstel ter instemming aan de SR is voorgelegd UITSPRAAK in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur dan wel A en de Gezamenlijke Vergadering en de Centrale Studentenraad van A, verweerders, hierna te noemen de Gezamenlijke Vergadering en de Studentenraad gemachtigden: mr W. Brussee en mr. W. Lindeboom 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij verzoekschrift met bijlagen van , ingekomen op , heeft het College van Bestuur een interpretatiegeschil, subsidiair een instemmingsgeschil, aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot de beslissing van het College van Bestuur om in het nieuwe model van de Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen op te nemen dat studenten alleen tot een aansluitende masteropleiding worden toegelaten als zij het bachelorgetuigschrift in bezit hebben (de zogenoemde BSc-vóór-MSc regel). De regel zal gelden voor studenten die vanaf september 2006 aan A gaan studeren en wordt effectief per september Verweerders hebben een verweerschrift met bijlagen d.d ingediend. Pagina 1 van 6

2 De mondelinge behandeling vond plaats op Het College van Bestuur werd vertegenwoordigd door C, directeur Bestuurlijke en Juridische Zaken A, vergezeld van D, bestuurlijk juridisch adviseur, E, directeur Onderwijs- en Studentenzaken en F, secretaris Overlegzaken De Gemeenschappelijke Vergadering en de Studentenraad werden vertegenwoordigd door mr. W. Lindeboom, vergezeld van G, voorzitter Ondernemingsraad, H, voorzitter Studentenraad en J, secretaris Studentenraad. Het College van Bestuur heeft een pleitnotitie overgelegd. Verweerders hebben een pleitnotitie alsmede het Studentenstatuut overgelegd. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN De Commissie gaat op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht uit van de volgende, als gesteld en niet of onvoldoende weersproken en door de Commissie in deze procedure relevant geachte, tussen partijen vaststaande feiten. A is een openbare universiteit waarop de Wet op de ondernemingsraden van toepassing is. Ten behoeve van de medezeggenschap van de studenten binnen de universiteit en haar faculteiten, is op instellingsniveau een Studentenraad ingesteld en zijn op het niveau van de faculteiten Facultaire Studentenraden ingesteld. De leden van de Ondernemingsraad en de leden van de Studentenraad vormen de Gezamenlijke Vergadering als bedoeld in artikel 9.30a lid 1 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Het College van Bestuur heeft in 1999 een model Onderwijs- en examenregeling (OER) opgesteld. Thans heeft het College van Bestuur een nieuwe model-oer vastgesteld, waarin, naast enkele aanpassingen van praktische aard, de mogelijkheid vervalt dat een student op in de OER vastgelegde voorwaarden alvast begint met een aansluitende masteropleiding zonder in het bezit te zijn van het bachelorgetuigschrift. Tussen partijen is discussie ontstaan over de vraag of de Gezamenlijke Vergadering en/of de Studentenraad instemmingsrecht heeft ten aanzien van deze BSC-vóór-MSC regel. Nadat in een laatste overleg van geen overeenstemming werd bereikt, heeft het College van Bestuur een interpretatiegeschil aan de Commissie voorgelegd en daarbij subsidiair verzocht om, ingeval de Commissie zou oordelen dat de Gezamenlijke Vergadering en/of de Studentenraad terzake instemmingsrecht hebben/heeft, te toetsen of het College van Bestuur bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn voorstel heeft kunnen komen. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN Het College van Bestuur geeft aan dat hij op grond van artikel 9.5 WHW jo artikel 9.15 lid 1 onder a WHW de bevoegdheid heeft om een richtlijn aan de decanen te geven met betrekking tot de onderwijs- en examenregelingen (OER-en). Het College van Bestuur heeft daaraan in 1999 uitwerking gegeven door het opstellen van een model-oer. In het thans voorbereide nieuwe model vervalt de mogelijkheid dat een student op in de OER vastgestelde voorwaarden alvast begint met een aansluitende masteropleiding zonder het bezit van een bachelorgetuigschrift. Met de Gezamenlijke Vergadering en de Studentenraad is uitvoerig overleg gevoerd doch zij hebben in dezen geen instemmingsrecht. Het gaat om het al dan niet gebruik maken van de wettelijke afwijkingsmogelijkheid van artikel 7.30a WHW. De decaan heeft de bevoegdheid om de OER vast te stellen en de regel BScvóór-MSc dient in de OER te worden opgenomen. Voor zover het College van Bestuur daaraan richting wenst te geven, dient dat te geschieden in de vorm van een richtlijn. Indien de decaan zich niet aan de richtlijn houdt, kan het College van Bestuur het besluit van de decaan vernietigen of schorsen. De richtlijn leidt niet tot een wijziging van het Instellingsplan. Het Instellingsplan is een strategisch document dat bestemd is voor de overheid en dat het beleid van A op hoofdlijnen betreft. De richtlijn BSc-vóór-MSC hoort daar niet in thuis. Voorts is de regel BSc-vóór-MSc een uitvoeringsmaatregel van een reeks van beleidsvoornemens, die in diverse documenten, zoals het Rapport Focus op Onderwijs en het Instellingsplan, zijn aangekondigd en waarmee de Gezamenlijke Vergadering heeft Pagina 2 van 6

3 ingestemd. Het betreft een vervolgstap op het kwaliteitsbeleid dat daar geformuleerd staat, namelijk te komen tot verdere uitbouw van de internationale dimensie van het onderwijs en de noodzaak om het hele curriculumontwerp van zowel de bachelor- als de masteropleidingen tot een motiverend en studeerbaar programma om te vormen. De BSc-vóór-MSc regel leidt evenmin tot een wijziging van het Studentenstatuut: de studie wordt niet gewijzigd aangezien de curricula van zowel de bachelor- als masteropleiding hetzelfde blijven. Ten aanzien van het opleidingsspecifieke deel van het Studentenstatuut ligt het instemmingsrecht bij de betrokken Facultaire Studentenraad. Instemmingsrecht op het Studentenstatuut betekent echter niet dat de Studentenraad instemmingsrecht heeft op alle in het Statuut opgenomen regelingen zelf. De Studentenraad heeft alleen instemmingsrecht op die regelingen waarop hij een wettelijk instemmingsrecht heeft, anders zou de Studentenraad via een omweg instemmingsrecht krijgen op regelingen als Regels en richtlijnen van de examencommissie en dat is in strijd met de wet. Voorts geeft het College van Bestuur aan dat binnen de opleidingen wordt onderzocht of de richtlijn dient te leiden tot een wijziging van de OER-en en dat dit van opleiding tot opleiding zal verschillen. Indien er sprake zal zijn van wijzigingen in de OER-en, zullen de Facultaire Studentenraden de hun toekomende rechten kunnen uitoefenen. Voor het geval de Commissie oordeelt dat de Gezamenlijke Vergadering en/of de Studentenraad instemmingsrecht hebben/heeft, verzoekt het College van Bestuur de Commissie het instemmingsgeschil te behandelen. Daartoe heeft het College van Bestuur gemotiveerd aangegeven dat hij in alle redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. Volgens het College van Bestuur is behandeling van het instemmingsgeschil in overeenstemming met de procedureafspraken die terzake door partijen zijn gemaakt. De Gezamenlijke Vergadering en de Studentenraad geven aan dat de decaan op grond van artikel 9.15 lid 1 sub a bevoegd is tot het vaststellen van de OER en dat de bevoegdheid van het College van Bestuur tot het geven van richtlijnen alleen ziet op de wijze van totstandkoming van de OER. Het instemmingsrecht ten aanzien van de OER-en ligt bij de Facultaire Studentenraden. Als het College van Bestuur de BSc-vóór-MSc dwingend wil opleggen, dan dient dat dus te gebeuren via het Instellingsplan, anders zou er nergens meer sprake zijn van een medezeggenschapsbevoegdheid ten aanzien van deze belangrijke beleidswijziging. Voorts dient de beleidwijziging te leiden tot een wijziging van het Studentenstatuut, ten aanzien waarvan de Studentenraad instemmingsrecht heeft. Met betrekking tot het subsidiaire aangemelde instemmingsgeschil, voeren de Gezamenlijke Vergadering en de Studentenraad aan dat, vanwege het ontbreken van een verzoek om instemming, er niet vanuit kan worden gegaan dat zij hun instemming aan een voorgenomen besluit hebben onthouden. Zij betwisten dat er bepaalde procedureafspraken zijn gemaakt die behandeling van een instemmingsgeschil zouden mogelijk maken. 4. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE A. Het interpretatiegeschil A.1. De bevoegdheid en de ontvankelijkheid A is aangesloten bij deze Commissie. De bevoegdheden van de Gezamenlijke Vergadering zijn geregeld in artikel 9.30a WHW en het Reglement Gezamenlijke Vergadering. Artikel 9.30a lid 4 WHW voorziet in de mogelijkheid dat het College van Bestuur een instemmingsgeschil met de Gezamenlijke Vergadering aan de Commissie voorlegt. Artikel 5.6 Reglement Gezamenlijke Vergadering bepaalt echter dat geschillen bedoeld in hoofdstuk 9, titel 2, paragraaf 3 van de WHW worden voorgelegd aan de Commissie voor geschillen bedoeld in art WHW en dat op de behandeling van het geschil de artikelen 9.40 t/m 9.45 WHW van toepassing zijn. Op grond van deze verwijzing naar de WHW-geschillen die zich voordoen tussen het College van Bestuur en de Universiteitsraad dient het er naar het oordeel van de Commissie voor te worden gehouden dat de geschillenregeling van de WHW, inclusief interpretatiegeschillen, naar Pagina 3 van 6

4 analogie van toepassing is op geschillen tussen het College van Bestuur en de Gezamenlijke Vergadering. Een analoge redenering geldt ten aanzien van de Studentenraad die op grond van de in artikel 9.30 lid 3 WHW bedoelde medezeggenschapsregeling voor studenten is ingesteld. De bevoegdheid van de Studentenraad is geregeld in het Reglement Studentenraad. Artikel 5.6 Reglement Studentenraad bevat een identieke bepaling als deze in artikel 5.6 reglement Gezamenlijke vergadering: geschillen bedoeld in hoofdstuk 9, titel 2, paragraaf 3 van de WHW worden voorgelegd aan de Commissie voor geschillen bedoeld in art WHW en op de behandeling van het geschil zijn de artikelen 9.40 t/m 9.45 WHW van toepassing. Het verschil van mening over de bevoegdheid van de Gezamenlijke Vergadering c.q. de Studentenraad ten aanzien van de BSc-vóór-MSc regel komt neer op een verschil van mening over de interpretatie van bepalingen in artikel 9.30a lid 2 en het Reglement Gezamenlijke Vergadering en het Reglement Studentenraad, zodat er sprake is van een interpretatiegeschil als bedoeld in artikel 9.40 lid 1 aanhef en onder d WHW. Nu het College van Bestuur het verschil van mening met de Gezamenlijke Vergadering en de Studentenraad heeft voorgelegd aan de Commissie, is de Commissie bevoegd van het geschil kennis te nemen en is het College van Bestuur in zijn verzoek ontvankelijk. A.2. Het toetsingskader interpretatiegeschil De instemmingsbevoegdheden van de Gezamenlijke Vergadering zijn vastgesteld in artikel 9.30a lid 2 WHW jo artikel 6.2 Reglement Gezamenlijke Vergadering. De instemmingsbevoegdheden van de Studentenraad zijn vastgesteld in artikel 5.1 Reglement Studentenraad. Aldus dient de Commissie op grond van art WHW bindend uit te spreken welke interpretatie dient te worden gegeven aan het bepaalde in de WHW dan wel het Reglement Gezamenlijke Vergadering en het Reglement Studentenraad waarover partijen van mening verschillen. A.3 Het interpretatiegeschil inhoudelijk De Commissie dient in dit interpretatiegeschil te beoordelen of de Gezamenlijke Vergadering en/of de Studentenraad op basis van de WHW en/of de geldende Reglementen instemmingsrecht heeft ten aanzien van de invoering van de zogenoemde BSc-vóór-MSc regel. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is de Commissie gebleken dat de invoering van de regeling BSc-vóór-MSc primair door het College van Bestuur plaatsvindt door een wijziging van de model-oer welke geldt voor de decanen bij het vaststellen van de OER-en van hun opleidingen. Vraag is of de wijziging van die model-oer zodanig is dat deze in feite neerkomt op dan wel dient te leiden tot een wijziging van het Instellingsplan dan wel het Studentenstatuut, waarvoor de Gezamenlijke Vergadering respectievelijk de Studentenraad instemmingsrecht heeft. Dienaangaande overweegt de Commissie dat de toelatingseisen voor de aansluitende masteropleidingen zijn geformuleerd in artikel 7.30a lid 1, eerste volzin WHW: voor inschrijving voor aansluitende masteropleidingen geldt als toelatingseis het getuigschrift van de desbetreffende bacheloropleiding. De laatste volzin van art. 7.30a lid 1 WHW bepaalt dat in afwijking van de eerste volzin de examencommissie kan besluiten dat degene die voor een bacheloropleiding is ingeschreven toch wordt ingeschreven voor de aansluitende masteropleiding onder de voorwaarde dat is voldaan aan bij de OER van de desbetreffende masteropleiding te stellen eisen. Door in de model-oer de regel BSc-vóór-MSc op te nemen, geeft het College van Bestuur een voorschrift aan de decanen die de OER-en dienen vast te stellen, inhoudende dat in de OER-en van de aansluitende masteropleidingen alleen het bachelorgetuigschrift als toelatingseis geldt. Indien de decaan zich bij de vaststelling van de OER niet houdt aan de richtlijn, staat op grond van artikel 9.24 WHW voor het College van Bestuur de mogelijkheid tot vernietiging of schorsing van het besluit van de decaan open. Het voorschrift BSc-vóór-MSc kan naar het oordeel van de Commissie worden aangemerkt als een richtlijn met betrekking tot de coördinatie van de vaststelling van de OER-en als bedoeld in artikel 9.5 WHW. In artikel 9.5 WHW is immers bepaald dat het College van Bestuur richtlijnen kan vaststellen met het oog op de organisatie en coördinatie van de uitoefening van onder meer de in artikel 9.15 lid 1 WHW bedoelde bevoegdheid van de decaan tot vaststelling van de OER. Opname van de regel BScvóór-MSc in de model-oer geschiedt juist met het oog op de coördinatie van de toelatingseisen voor alle aansluitende masteropleidingen. Niet valt in te zien dat het begrip coördinatie in artikel 9.5 WHW Pagina 4 van 6

5 zou beperkt zijn tot de wijze van totstandkoming van de OER-en, zoals door de verweerders is betoogd. De WHW noch de Reglementen van verweerders, voorzien in een rechtstreeks instemmingsrecht van de Gezamenlijke Vergadering en/of de Studentenraad ten aanzien van richtlijnen voor de decanen als bedoeld in artikel 9.5 WHW. Voorts kan de regeling BSc-vóór-MSc naar het oordeel van de Commissie niet worden aangemerkt als een wijziging van het Instellingsplan. Het overgelegde Instellingsplan biedt daarvoor geen aanknopingspunten: Hoofdstuk 4 betreft het Onderwijs waaronder in punt 4.4 de masteropleidingen behandeld worden en waarin ten aanzien van de toegang tot de masteropleidingen niet meer staat vermeld dan dat de drie TU s gezamenlijk een matrix hebben vastgesteld die van alle masteropleidingen beschrijft met welke vooropleiding studenten er toegang hebben. Wijziging van de model-oer voor wat betreft de toelating voor de aansluitende masteropleidingen, leidt derhalve niet tot een wijziging van het Instellingsplan. De visie van het College van Bestuur, dat het Instellingsplan een strategisch document is waar de bedoelde richtlijn niet in thuis hoort, kan de Commissie dan ook onderschrijven: het hebben van het bachelorgetuigschrift als enige toelatingseis voor de aansluitende masteropleiding, kan, gelet op de gelijkluidende toelatingseis in de eerste volzin van artikel 7.30a WHW, bezwaarlijk worden aangemerkt als een wijziging van de strategische koers van de universiteit. Daar komt bij dat de nieuwe model-oer nog steeds voorziet in een zogenoemde hardheidsclausule op grond waarvan de decaan in individuele gevallen de vrijheid behoudt om van de toelatingseis af te wijken. Op dat punt is de model-oer niet gewijzigd. De regel BSc-vóór-MSc dient naar het oordeel van de Commissie wel te leiden tot een wijziging van artikel 2.5 van het Studentenstatuut. Immers, genoemd artikel vermeldt nu nog - als uitzondering op het hebben van een bachelorgetuigschrift als toelatingseis voor de aansluitende masteropleiding - dat de examencommissie de student met nog enkele openstaande vakken in de Bacheloropleiding kan toestaan al te starten in de Masteropleiding. De Studentenraad heeft op grond van artikel 5.1 aanhef en onder a Reglement Studentenraad instemmingsrecht op de vaststelling of wijziging van het Studentenstatuut. Het College van Bestuur heeft aangegeven het van belang te achten dat nieuwe studenten per , voor wie de regeling per zal gaan gelden, bij aanvang van hun studie op de hoogte zijn van de regel BSc-vóór-MSc. De regel zal dus in het Studentenstatuut moeten worden opgenomen. De Studentenraad heeft echter geen rechtstreeks instemmingsrecht ten aanzien van de vaststelling of wijziging van een richtlijn c.q. de model-oer of de toelatingseisen voor de aansluitende masteropleidingen. Derhalve is de Commissie van oordeel dat het instemmingsrecht van de Studentenraad op dit punt is beperkt tot de wijze waarop de desbetreffende toelatingseis in het Studentenstatuut wordt opgenomen. Dientengevolge staat de nog door te voeren wijziging van het Studentenstatuut niet aan de inwerkingtreding van de richtlijn in de weg. B. Het instemmingsgeschil Met betrekking tot het subsidiair voorgelegde instemmingsgeschil, overweegt de Commissie dat het College van Bestuur de BSc-vóór-Msc regel niet als voorstel ter instemming aan de Studentenraad heeft voorgelegd en dat de Studentenraad ter zitting heeft aangegeven niet akkoord te kunnen gaan met behandeling van een instemmingsgeschil. Gelet hierop en nu bovendien niet is gebleken dat partijen terzake zogenoemde procedure-afspraken hebben gemaakt als door het College van Bestuur betoogd, dient het verzoek van het College van Bestuur tot behandeling van een instemmingsgeschil, niet-ontvankelijk verklaard te worden. 5. OORDEEL Op grond van bovenstaande overwegingen is de Commissie van oordeel dat de beslissing van het College van Bestuur om in de model-onderwijs- en examenregeling Masteropleiding van A op te nemen dat studenten alleen tot een aansluitende masteropleiding worden toegelaten indien zij in het bezit zijn van het bachelorgetuigschrift, een richtlijn aan de decanen is, als bedoeld in artikel 9.5 WHW, welke niet valt onder het instemmings- of adviesrecht van de Gezamenlijke Vergadering dan wel van de Studentenraad. Pagina 5 van 6

6 Bedoelde toelatingseis dient wel te leiden tot een wijziging van artikel 2.5 van het Studentenstatuut, waarvoor de Studentenraad op grond van artikel 5.1 lid 1 aanhef en onder a Reglement Studentenraad instemmingsrecht heeft. Deze nog door te voeren wijziging van het Studentenstatuut staat echter niet aan de invoering van de richtlijn in de weg. Het subsidiaire verzoek van het College van Bestuur tot behandeling van een instemmingsgeschil, oordeelt de Commissie niet-ontvankelijk. Aldus gedaan te Utrecht op 24 juli 2006 door mr. R.J. Hoekstra, voorzitter, drs. H.J. Brinkman en mr. H.A. Veenema, leden, in aanwezigheid van mr. H.E. Mertens, secretaris. mr. R.J. Hoekstra voorzitter mr. H.E. Mertens secretaris Het dictum van de uitspraak is reeds per faxberichten van 4 juli 2006 aan partijen medegedeeld. Tegen de uitspraak staat binnen een termijn van 6 weken, te rekenen vanaf de dag na de dag van verzending van de uitspraak, beroep open bij de sector bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag. Pagina 6 van 6

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E.

in het geding tussen: het College van Bestuur van A, gevestigd te B verzoeker, hierna te noemen het College van Bestuur gemachtigde: mr. W.E. 103134 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil wijziging BBR en reorganisatie WO College van Bestuur en Universiteitsraad verschillen van mening over de vraag welke bevoegdheid de Universiteitsraad en de Dienstraad

Nadere informatie

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster 103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.

Nadere informatie

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M.

in het geschil tussen: de medezeggenschapsraad van het A College te B, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. E.J.M. S AMENV ATTING 08.023 / 104010 Interpretatiegeschil VO - artikel 4 lid 3, artikel 21 lid 2 en artikel 2 jo 11 onder h WMS m.b.t. de medezeggenschapsstructuur, de procedure van vaststelling van medezeggenschapsdocumenten,

Nadere informatie

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling)

Samenvatting uitspraak. Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Samenvatting uitspraak 08.019 Interpretatiegeschil VO artikel 10 onder b WMS (wijziging onderwijs- en examenregeling) Het bevoegd gezag heeft besloten het schoolexamenvak Maatschappijleer te verplaatsen

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) 104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

SAMENVATTING. in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 104234 - Interpretatiegeschil start duale opleiding; HBO Geschil over de vraag of de MR instemmingsrecht heeft ten aanzien van ene voorgenomen besluit te starten met enkele duale opleidingen

Nadere informatie

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van Onderwijsgroep A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104485 - Interpretatiegeschil VO - artikel 12 lid 1 en onder k WMS (regeling op gebied van arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim of reïntegratiebeleid) Het bevoegd gezag heeft het contract

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad vana te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107152 - De lessentabel van deze school is onderdeel van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; partijen hebben voldoende concreet belang bij het verzoek tot uitspraak in dit interpretatiegeschil.

Nadere informatie

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR

SAMENVATTING. in het geding tussen: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad van A, verzoeker, hierna te noemen de GMR SAMENVATTING 104464 - Interpretatiegeschil VO - artikel 16 lid 2 onder a en b WMS (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid en criteria verdeling middelen over voorzieningen op (boven)schools niveau) De

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) 105291-12.09 Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder b WMS (beleid grondslag van de school) Ter versterking van de (katholieke) identiteit van de stichting heeft het bevoegd gezag in 2008 besloten dat

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid)

SAMENVATTING. 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) SAMENVATTING 104176 - Instemmingsgeschil VO - artikel 12 lid 1 onder o WMS (regeling aanstellingsbeleid) De PMR heeft niet ingestemd met de voorgestelde benoemingsprocedure voor de schoolleiding omdat

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over

Nadere informatie

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR

de Hogeschoolmedezeggenschapsraad van A, verweerder, hierna te noemen de HMR 103532 Instemmingsgeschil begroting School HBO S AMENV ATTING De deelraad heeft geweigerd in te stemmen met de begroting omdat volgens hem uit de begroting blijkt dat het taakbeleid van de School is gewijzigd,

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) 08.010 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 lid 1 onder h WMS (wijziging taakbelasting binnen het personeel) Het bevoegd gezag heeft een notitie vastgesteld waarin is opgenomen dat bij incidentele

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt

Nadere informatie

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer

Inleiding Universiteiten Hogescholen Beroep bij de Ondernemingskamer Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2013 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor de

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

Interpretatiegeschil functiebouwwerk art WHW en reglementsbepaling HBO

Interpretatiegeschil functiebouwwerk art WHW en reglementsbepaling HBO 103244 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10.24 WHW en reglementsbepaling HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aan zien van de vaststelling van

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen het bevoegd gezag De MR en heeft over een voorgenomen nieuwbouw op lokatie K. positief advies afgegeven. Nadat het advies was uitgebracht, is het bevoegd gezag teruggekomen op dit voorgenomen besluit. Het terugkomen op

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105603 - Geschil bevoegdheid A t.a.v. wijziging van het college-blok systeem; WO

SAMENVATTING. 105603 - Geschil bevoegdheid A t.a.v. wijziging van het college-blok systeem; WO SAMENVATTING 105603 - Geschil bevoegdheid A t.a.v. wijziging van het college-blok systeem; WO In verband met de aanpak van studiesucces heeft de decaan besloten tot wijziging van het collegeblok system

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

De Commissie neemt kennis van medezeggenschapsgeschillen zoals omschreven in de artikelen 9.30 lid 6, 9.30a lid 4 en 9.40 leden 1 en 4 WHW.

De Commissie neemt kennis van medezeggenschapsgeschillen zoals omschreven in de artikelen 9.30 lid 6, 9.30a lid 4 en 9.40 leden 1 en 4 WHW. Landelijke commissie voor geschillen inzake universitaire medezeggenschapsaangelegenheden Jaarverslag 2009 Inleiding De Commissie is ingesteld door de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. in het geschil tussen: het College van bestuur van het ROC A te B, hierna te noemen het bevoegd gezag Samenvatting inzake 102143 Instemmingsgeschil met betrekking tot taakbeleid ROC. De PMR heeft geweigerd instemming te verlenen aan een voorstel Taakbeleid vanwege de door het bevoegd gezag in het geregelde

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding)

SAMENVATTING Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) SAMENVATTING 104917 - Adviesgeschil en interpretatiegeschil PO - artikel 11 onder h WMS (aanstelling of ontslag van de schoolleiding) De MR heeft een negatief advies over een voorgenomen besluit tot ontslag

Nadere informatie

Jaarverslag 2011/2012 1

Jaarverslag 2011/2012 1 Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap Hoger Onderwijs Jaarverslag 2011/2012 Inleiding Ingevolge de Wet Versterking Besturing van 4 februari 2010, geldt met ingang van 1 september 2010 voor

Nadere informatie

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR

de Personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van C, te B, verweerder, hierna te noemen de PMR Het bevoegd gezag deelde uren aan het personeel toe voor algemene schooltaken, zoals vergaderingen. Hierbij werd een vaste voet gehanteerd die het bevoegd gezag nu wil laten vallen. Het bevoegd gezag is

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H.

UITSPRAAK. de Ondersteuningsplanraad van de Stichting A te F, verzoeker, hierna te noemen de OPR gemachtigde: de heer mr. W.H. 107862 18.01 Instemmingsgeschil en nalevingsgeschil. De OPR heeft geen instemmingsrecht op een wijziging van de rechtsvorm van het samenwerkingsverband. Het verzoek tot naleving is afgewezen. in het geding

Nadere informatie

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106912 UITSPRAAK in het geding tussen: het bestuur van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag en de deelmedezeggenschapsraad van C te B, verweerder, hierna te noemen de DMR 1.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-147 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de [naam], appellant tegen het Bestuur der

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen)

Samenvatting. Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) 08.014 Samenvatting Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder j WMS (beleid m.b.t. toelating van leerlingen) De OMR heeft aan de Commissie de vraag voorgelegd of het besluit tot toelating van een groep

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de regionale scholengemeenschap A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR SAMENVATTING 105174 - Adviesgeschil VO - artikel 11 onder a WMS (wijzigen lessentabel) De MR heeft een adviesgeschil ingediend omdat het bevoegd gezag in afwijking van het advies van de MR twee projecturen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105338/105386 - Geschil m.b.t. instemmingsrecht FSR t.a.v. OER-en faculteit; WO

SAMENVATTING. 105338/105386 - Geschil m.b.t. instemmingsrecht FSR t.a.v. OER-en faculteit; WO SAMENVATTING / - Geschil m.b.t. instemmingsrecht FSR t.a.v. OER-en faculteit; WO De FSR heeft niet ingestemd met het voorstel van de decaan om de toelatingseis voor de honoursprogramma's van de bacheloropleidingen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 0 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Psychologie, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam

Zaaknummer : 2014/282 en Datum uitspraak : 26 januari 2015 : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Zaaknummer : 2014/282 en 282.1 Rechter[s] : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2015 Partijen : Verzoeker en Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : [onderzoek] Adviseur Bijzondere omstandigheden Finale

Nadere informatie

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR

UITSPRAAK. de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de PMR 107249 16.03 Het besluit om de premie voor de IPAP-regeling voortaan voor eigen rekening van de werknemers te laten komen is een wijziging van de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid (artikel

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van A, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen het instellingsbestuur gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van A, gevestigd te C, verweerder, hierna te noemen het instellingsbestuur gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105864 - Interpretatiegeschillen over bevoegdheid Hogeschoolraad t.a.v. vaststelling onderwijskader Bacheloropleidingen en bevoegdheid Academieraad over internationaliseringsplan Academie;

Nadere informatie

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J.

SAMENVATTING. de medezeggenschapsraad van de Hogeschool A te C, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: mr. L.C.J. SAMENVATTING 105053 - Geschil nakoming voorwaarde aan instemming; HBO De MR heeft een geschil voorgelegd met betrekking tot de nakoming door het instellingsbestuur van een voorwaarde verbonden aan de instemming

Nadere informatie

106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR.

106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR. 106794-02.07 De tijdelijke waarneming van de directiefunctie dient op verschillende gronden voor advies voorgelegd te worden aan de (P)MR. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad en de

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

REGLEMENT STUDENTENRAAD

REGLEMENT STUDENTENRAAD REGLEMENT STUDENTENRAAD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: de wet, de WHW: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Nadere informatie

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school)

SAMENVATTING Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) SAMENVATTING 105529 - Adviesgeschil PO - artikel 11 onder f WMS ( vaststelling of wijziging beleid m.b.t. organisatie van de school) Nadat de Commissie in een eerdere procedure (105501) had uitgesproken

Nadere informatie

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO

SAMENVATTING Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO SAMENVATTING 104849 - Klacht over onzorgvuldig handelen directie en MR bij invoering continue rooster; PO Een aantal ouders klaagt erover dat de directeur onzorgvuldig heeft gehandeld door aan de MR een

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

S A ME NV AT T I NG UIT S P R AA K

S A ME NV AT T I NG UIT S P R AA K 103552 S A ME NV AT T I NG Adviesgeschil en interpretatiegeschil invoering nieuwe functies VO De geschillen hebben betrekking op het besluit om aan één van de Colleges van de school de functie van coördinerend

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Toelatingscommissie

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag

UITSPRAAK. het College van Bestuur van A gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag 106715 15.08 De OMR heeft niet in redelijkheid instemming kunnen onthouden aan de vaststelling van de onderwijstijd; de MR heeft adviesrecht over de regeling van de vakantie. in het geding tussen: UITSPRAAK

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 1 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. 107612 De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school. in het geding tussen: de heer A en mevrouw B, verzoekers, gemachtigde:

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 6 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

SAMENVATTING. de Centrale Studentenraad van de Universiteit van A (A), verzoeker, hierna te noemen de Centrale Studentenraad of de CSR

SAMENVATTING. de Centrale Studentenraad van de Universiteit van A (A), verzoeker, hierna te noemen de Centrale Studentenraad of de CSR SAMENVATTING 103705 Advies en Interpretatiegeschil m.b.t. richtlijnen decanen WO De richtlijnen ex art. 9.5 WHW zijn genomen in het kader van invoering en implementatie van een nieuw administratief studenteninformatiesysteem

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J

SAMENVATTING UITSPRAAK. A, B, C, D, E, F, G, werknemers van ROC H, gevestigd te I, verzoekers, hierna te noemen de werknemers gemachtigde: de heer J SAMENVATTING 106262 - Geschil over toepassing vakantieregeling werkgever; BVE Het geschil is in goed overleg tussen partijen aan de Commissie voorgelegd (N-7 cao bve). De werkgever heeft gaandeweg het

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van de A te B, verzoeker, hierna te noemen de MR 08.017 Samenvatting uitspraak Interpretatiegeschil PO artikel 11 onder b en f en (hoofdlijnen meerjarig financieel beleid, beleid organisatie) en artikel 12 lid 1 onder b en h WMS (samenstelling van de

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van

Nadere informatie

Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam

Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam Procedure medezeggenschap bij wijzingen in het onderwijsaanbod Science in Amsterdam Inleiding Aan de medezeggenschapsorganen 1 van de faculteiten FALW (VU), FEW (VU) en FNWI (UvA) kunnen voorstellen worden

Nadere informatie

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.

Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. 108524 - Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3-0 87

U I T S P R A A K 1 3-0 87 U I T S P R A A K 1 3-0 87 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO

Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO 106770-15.06 Sluiting dislocatie valt onder organisatiebeleid en op die grond heeft de MR adviesrecht; PO in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van de rooms-katholieke basisschool A te

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-2 4 8 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0-1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Bachelor Examencommissie Instituut Politieke Wetenschappen,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 1 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen

Inleiding Samenstelling van de Commissie Aangesloten scholen en instellingen Landelijke commissie voor geschillen medezeggenschap onderwijs BVE en HBO Jaarverslag 2010 Inleiding De Commissie was bevoegd voor de behandeling van medezeggenschapgeschillen in de sectoren BVE en HBO.

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van obs A, te G, verzoeker, hierna te noemen de MR gemachtigde: de heer mr. W.D. Berkhout 107643 17.04 De opheffing van (een deel van) de school is zó ingrijpend dat het bevoegd gezag de MR daar in een zo vroeg mogelijk stadium bij moet betrekken. Dat is ten onrechte niet gebeurd. in het geding

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 5 9 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H.

UITSPRAAK. de deelraad van [school], gevestigd te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de DR gemachtigde: de heer mr. M.H. 108261 - Instemmingsgeschil samenvoeging klassen. Het betreft een wijziging van het schoolplan waarvoor de MR instemmingsrecht heeft; het besluit is nietig en mag niet uitgevoerd worden. UITSPRAAK in het

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. 108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam

Zaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 0 2 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder

Nadere informatie

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school.

geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. 108740 - geschil over toelating leerling. Het conflictueuze verleden met de moeder is nu geen grond om de leerling niet toe te laten tot de school. in het geding tussen: ADVIES de heer [naam], verzoeker

Nadere informatie

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht

Nadere informatie

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J.

De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J. De Landelijke geschillencommissie medezeggenschap onderwijs (mr. Ch. H. Stokman-Prins, mr. drs. F.H.J.G. Brekelmans, drs. Th.A.J. Brugman) UITSPRAAK IN HET INTERPRETATIEGESCHIL TUSSEN: de oudergeleding

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

Zaaknummers : 2011/019 en 019.1

Zaaknummers : 2011/019 en 019.1 Zaaknummers : 2011/019 en 019.1 Rechter : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 14 februari 2011 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : CRIHO, differentiatie instellingscollegegeld,

Nadere informatie

Voor zover appellant aldus beoogt te betogen dat de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde als één opleiding

Voor zover appellant aldus beoogt te betogen dat de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde als één opleiding Zaaknummer : 2013/216 Rechter[s] : mrs. Loeb, Nijenhof, Van der Spoel Datum uitspraak : 20 maart 2014 Partijen : Naam en Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : BaMa-structuur, [instellings-] collegegeld,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3-0 3 0 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder 107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 5 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Bacheloropleiding Fiscaal Recht, verweerder

Nadere informatie

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art. Zaaknummer: 1997/209 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Nijenhof Datum uitspraak: 14 januari 1998 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Trefwoorden: Vertrouwensbeginsel, terugwerkende

Nadere informatie

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK

Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK 108079 18.06 Adviesgeschil over het ontslag van een schoolleider, na mediation. UITSPRAAK in het geding tussen: de medezeggenschapsraad van Openbare Scholengemeenschap [naam school]te [vestigingsplaats],

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie