De VOORZITTER: De vergadering is geopend. Ik heet u allen hartelijk welkom. Kunnen wij de agenda ongewijzigd vaststellen?

Transcriptie

1 N O T U L E N VAN DE VERGADERING VAN 12 MEI Voorzitter: de heer R.J.G. Bandell, burgemeester. Wnd. Griffier: mevrouw L.D.H. Arlman-Rosier Wethouders: de heren drs. A.T. Kamsteeg, J.H. Lagendijk, F.J. van den Oever, J.W. Spigt en D.A. van Steensel. In deze vergadering zijn aanwezig geweest 34 leden en wel: de dames J.L.M. van Benthem en J. van den Bergh-Wapperom, de heren G.E. Cobelens en J.J.W. van Dongen, mevrouw J. Heijmans, de heren A.G. Hoogerduijn en A. Karapinar, mevrouw D. Koppens-van Leeuwen, de heer W. van der Kruijff, de dames L.J. Kuhlemeier-Booij en C.M.L. Lambrechts, de heren M.P.P.M. Merx, H. Mostert, W.J.M. Nederpelt, D. Pols en J.C. Rakhorst, mevrouw M.C. Ruisch, de heer D.F.M. Schalken-den Hartog, mevrouw K.J. Schellekens-v.d. Meijde, de heer P.H. Sleeking, mevrouw N. de Smoker-van Andel, de heren O. Soy, W. van der Spoel, B. Staat, S. Tasgin, H.J. Tazelaar, P.J.T. Tiebosch, C.A. van Verk en D.E. Vermeulen, mevrouw V.I. Versluis, de heer H.P.A. Wagemakers de dames S.M. Wemmers-Wanrooij, E.C. van Wenum-Kroon en G. Yanik alsmede de heer A.G. van Zanten. Afwezig zijn: mevrouw Y.A.J. van den Berg-Pupovic, de heer J.C.C. Bruggeman, de dames K.M. Rusinovic en C. Safranti en de heer H.S. Weidema. Mevrouw V.I. Versluis is afwezig vanaf uur. 1. OPENING EN VASTSTELLEN AGENDA De VOORZITTER: De vergadering is geopend. Ik heet u allen hartelijk welkom. Kunnen wij de agenda ongewijzigd vaststellen? De heer VAN ZANTEN: Ik wil een verzoek doen, mijnheer de voorzitter. Bij de bespreking van de raadsinformatiebrief over energiebesparing openbare verlichting hebben wij aangekondigd op de onderwerpen Nacht van de Nacht en Earth Hour te zullen terugkomen. Wij hebben ons standpunt daarover verwoord in een motie, die door veel van de in deze raad vertegenwoordigde partijen wordt ondersteund. Ik wil u deze motie nu graag overhandigen. De VOORZITTER: Deze motie, die vreemd is aan de orde van de vergadering, gaat over de verlichting en opwarming van de aarde, de Nacht van de Nacht en Earth Hour. De tekst van de motie luidt als volgt: De gemeenteraad van Dordrecht, in vergadering bijeen op 12 mei 2009; overwegende dat: - de Stichting Natuur en Milieu en de provinciale milieufederaties bij brief van 17 maart 2008 hebben verzocht medewerking te verlenen aan de vijfde landelijke Nacht van de Nacht op zaterdag 24 oktober 2009; - het Wereld Natuurfonds burgers en steden oproept meer aandacht te besteden aan de relatie tussen verlichting en de opwarming van de aarde en daarvoor sinds 2007 Earth Hour organiseert; constaterend dat: - de gemeente actief meedoet aan de vermindering van de effecten die verlichting heeft op het milieu door energiezuinige straatverlichting te installeren; - de gemeente hier samen met maatschappelijke organisaties een voorbeeldfunctie vervult; - deelname aan deze actie expliciet aandacht oplevert voor de schoonheid van de donkere nacht en de effecten voor het milieu; draagt het college op: aan de hiervoor genoemde acties Nacht voor de Nacht en Earth Hour actief deel te nemen; beeldbepalende locaties, zoals het stadhuis en de Grote Kerk, tijdens deze acties onverlicht te laten; hieraan tijdig en breed publiciteit en aandacht te schenken; en gaat over tot de orde van de dag. 1

2 Deze motie is ondertekend door de fractie van de PvdA, de fractie-karapinar, het CDA, BVD, ECO- Dordt/D66, VSP en GroenLinks. Ik stel voor deze motie aan het einde van de vergadering te behandelen. Aldus wordt besloten. De heer MOSTERT: Mijnheer de voorzitter. U hebt gevraagd of de agenda ongewijzigd kan worden vastgesteld. Mijn vraag is bij welk agendapunt u het interpellatiedebat wilt plannen. De VOORZITTER: Het interpellatiedebat staat bij de ingekomen stukken en de lijst van ter inzage gelegde stukken. Ik kan daarover nu al vast een mededeling doen. Omdat ik weet dat op de tribune mensen zitten die zeer geïnteresseerd zijn in de hosteldiscussie, stel ik voor de agenda zo in te richten, dat het hoofdpunt het masterplan Stadswerven is, wij vervolgens over het hostel zullen spreken en daarna het interpellatiedebat aan de orde komt. Ik veronderstel dat wij daarover vanavond voldoende ruimte zullen hebben. Kan de raad zich in dit voorstel vinden? Aldus wordt besloten. De heer TAZELAAR: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag een korte verklaring afleggen voordat u agendapunt 7, het hostel, aan de orde stelt. De VOORZITTER: U mag bij dat agendapunt een verklaring afleggen. Ik moet dat wel even noteren, anders vergeet ik het. De agenda wordt met inachtneming van de daarin aangebrachte wijzigingen vastgesteld. De VOORZITTER: Ik moet u mededelen dat afwezig zijn mevrouw Rusinovic, de heer Bruggeman, mevrouw Yvonne van den Berg en mevrouw Safranti. De heer Weidema heeft mij zojuist per sms laten weten dat het redelijk met hem gaat, maar hij zich nog niet in staat acht deze vergadering bij te wonen. Ik heb hem gezegd dat ik u allen de groeten van Hilton zal overbrengen. Hij heeft het zwaar. De heer Soy heeft aangegeven later te zullen komen. Ik zie met vreugde dat de heer Pols in ons midden is. 2. OVERHANDIGEN BRIEF RAAD AAN ZET DOOR NESTOR VAN DE RAAD De heer MOSTERT: Mijnheer de voorzitter, geacht college. Bij de behandeling van het dossier Stadswerven, begin 2008, werd geconstateerd dat het college op sommige momenten heeft nagelaten de raad adequaat te informeren, met als gevolg dat de raad niet in de positie is gebracht om zijn controlerende rol te kunnen vervullen. Het college heeft met name nagelaten de raad bij calamiteiten terstond op de hoogte te stellen. Tegelijkertijd werd geconstateerd dat de raad op bepaalde momenten zelf heeft nagelaten zijn controlerende rol te vervullen, terwijl dit op basis van de informatie van het college wel had gekund. Onze constateringen hebben op 1 april 2008 geleid tot het aannemen van de motie Raad aan zet, waarin het Presidium wordt gevraagd voorstellen uit te werken om de controlerende rol van de raad te versterken. Tijdens de conferentie Raad aan zet in Soesterberg op 18 en 19 september 2008 heeft de raad gewerkt aan de versterking van zijn eigen functioneren. Daarbij is enerzijds gekeken naar wat de raad kan aanpakken, zoals het agendamanagement en het in bepaalde gevallen optreden als collectief. Anderzijds is gekeken naar wat de raad van het college en de onderlinge samenwerking verwacht. De visie van de raad op de onderlinge samenwerking tussen raad en college is neergelegd in deze brief, die ik u als nestor van de raad zo dadelijk zal aanbieden. In deze brief staat niet alleen wat de raad van het college verwacht, maar het college wordt daarin ook uitgenodigd zijn visie op de samenwerking met de raad te geven. In de brief wordt het college eveneens uitgenodigd voor een gesprek op woensdag 24 juni, s avonds, waarin het tot een uitwisseling van gedachten daarover zal moeten komen. Als het goed is, hebt u deze datum al in uw agenda genoteerd. De precieze tijd en plaats en het programma volgen nog. 2

3 Bij dezen wil ik u de brief overhandigen. De VOORZITTER: Als burgemeester ben ik de enige persoon die lid is van beide organen, stemhebbend in het college maar niet stemhebbend als voorzitter van de raad. Het gebeurt zelden dat ik een aan het college gerichte brief in ontvangst neem die ik zelf heb ondertekend. De leden van het college hebben de afspraak voor 24 juni genoteerd. Met beide petten op wil ik zeggen dat ik het belangrijk vind een avond aan dit onderwerp te wijden en spreek ik de hoop uit, dat dit overleg in het belang van een goed bestuur van deze gemeente tot betere afspraken over en weer zal leiden. Ik dank de heer Mostert voor de wijze waarop hij mij deze brief als nestor van de raad heeft overhandigd. Het is uitstekend te constateren dat de gehele raad achter de inhoud van de brief staat. Wij vinden dat normaal in onze stad, maar dat is niet overal gebruikelijk. Bedankt! 3. INGEKOMEN STUKKEN EN LIJST TER INZAGE De VOORZITTER: Op uw tafels ligt een exemplaar van het Burgerjaarverslag. U zult begrijpen dat het Burgerjaarverslag bij het Stadsjaarverslag hoort. Het Stadsjaarverslag, dat vandaag door het college is vastgesteld en nu wordt gedrukt, zult u een dezer dagen ontvangen. Dit zal waarschijnlijk een lange vergadering worden en als u even het gevoel hebt dat u iets anders wilt zien, kunt u het Burgerjaarverslag doorbladeren. De stukken die u op uw tafels hebt aangetroffen gaan over het interpellatieverzoek. Door de fractie van de PvdA zijn aanvullende vragen gesteld en ik heb met de fractie afgesproken dat de vragen in het debat mondeling zullen worden beantwoord. BETREKKING HEBBEND OP DE BEVOEGDHEDEN VAN DE RAAD a. Verzoek tot interpellatie van de fracties de fractie BVD, VVD, CDA, VSP, Eco-Dordt/D66, GroenLinks, PvdA en ChristenUnie/SGP op initiatief van de fractie BVD inzake de recente publicaties over de situatie bij Drechtwerk. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de interpellatie toe te staan. b. Vragen ex art. 40 van het Reglement van Orde van mevrouw L.J. Kuhlemeier-Booij en de heer P.H. Sleeking namens de fractie BVD over de vestiging van het Diaconaal Aandachtcentrum aan de Singel. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder b genoemde brief door te geleiden naar het college van burgemeester en wethouders om op de gebruikelijke wijze voor de beantwoording zorg te dragen. c. Brief van Stichting Stadswerf Dordrecht met daarin een uitnodiging voor een gesprek op 6 mei 2009 over het masterplan Stadswerven. d. Bekendmaking van de fracties Eco-Dordt en D66 over hun samenvoeging tot de nieuwe fractie Eco-Dordt/D66. e. Jaarverslag Commissie van Toezicht op het Openbaar Onderwijs f. Brief van het ministerie van Buitenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de inwerkingtreding wijziging Gemeente- en Provinciewet in verband met evaluatie dualisering gemeente- en provinciebestuur. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder c t/m f genoemde brieven voor kennisgeving aan te nemen. g. Brief van de heer C. Venderbos inzake de besluitvorming rond de locatiekeuze van het hostel. 3

4 h. Bezwaar van mevrouw N. van Meerten tegen de realisatie van een parkeergarage aan het Kromhout. i. Bezwaar van de dames A.H. te Veldhuis en E.C. te Veldhuis tegen de realisatie van een parkeergarage aan het Kromhout. j. Bezwaar van de dames H. te Veldhuis en K.R. te Veldhuis tegen de realisatie van een parkeergarage aan het Kromhout. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder g t/m j genoemde brieven indien de raad dat nodig acht te betrekking bij de behandeling van deze onderwerpen in de raads- en commissievergaderingen. BETREKKING HEBBEND OP DE BEVOEGDHEDEN VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS k. Brief van Vereniging Dordrechts Manege inzake de continuïteit van de Dordrechtse manege. De heer SCHALKEN-DEN HARTOG: Mijnheer de voorzitter. BVD zou graag zien dat de brief met het antwoord wordt doorgeleid naar de agendacommissie. Mevrouw RUISCH: Mijnheer de voorzitter. Misschien is dit niet gepast, maar ik vraag mij af hoe wij deze paardendiarree in toom kunnen houden. Onze mailbox zit iedere dag vol met mails over dit onderwerp. Mevrouw DE SMOKER: De fractie van Eco-Dordt/D66 sluit zich bij het verzoek van BVD aan. De heer TAZELAAR: Dat geldt ook voor de VSP. De VOORZITTER: De brief wordt in handen gesteld van het college en het antwoord krijgt u uiteraard. Volgens mij moet het de Vereniging Dordrechts Manege inmiddels duidelijk zijn dat geen enkel raadslid en geen enkel collegelid niet doordrongen is van haar verzoek, wat niet wil zeggen dat dit verzoek per definitie wordt ingewilligd. Iedereen weet dat deze kwestie speelt en pas over enige jaren realiteit zou kunnen worden. Beter vroeg erbij dan te laat. Dat is het gevoel. Er komt een antwoord en dat antwoord zal ongetwijfeld aanleiding tot discussie geven. l. Bezwaarschrift van leerlingen van de Ds.J. Bogermanschool tegen de bushokjes Alfa en Omega. De heer MOSTERT: Mijnheer de voorzitter. Het zal u niet verwonderen dat ik graag een afschrift van het antwoord op deze brief wil hebben. De VOORZITTER: Ik zeg u dat toe. Deze toezegging strekt zich uit tot de brief die niet aan de raad is gericht en via het bevoegd gezag van de school tot u is gekomen. Op die manier zult u het dossier compleet hebben. m. Brief van Invalidensportvereniging De Drechtsteden inzake het vervallen van een ID-baan. Mevrouw LAMBRECHTS: Mijnheer de voorzitter. Wij willen graag een afschrift van het antwoord op deze brief ontvangen. De heer WAGEMAKERS: De fractie van BVD zal de agendacommissie op korte termijn het voorstel doen dit onderwerp in een bredere context te bespreken. Mevrouw RUISCH: Ook wij willen graag een afschrift van het antwoord op deze brief ontvangen. De VOORZITTER: Ik neem aan dat de fractie van BVD ook een kopie van het antwoord wil ontvangen. De heer WAGEMAKERS: De brief is al beantwoord. Het antwoord is bij de brief gevoegd. 4

5 De VOORZITTER: Wij komen daarop terug. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder k t/m g genoemde brieven ter afhandeling in handen van het college van burgemeester en wethouders te stellen. n. Brief van het CNV inzake de betekenis van het sociaal akkoord over de economische crisis voor de begroting van o. Jaarverslag Jeugd Preventie Team p. Brief van wethouder J.W. Spigt namens het bestuur van Drechtwerk inzake de veiligheidssituatie bij Drechtwerk. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de onder n t/m p genoemde brieven voor kennisgeving aan te nemen. OVERIGE q. Lijst van ter inzake liggend stukken. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de lijst onder q voor kennisgeving aan te nemen. 4. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 31 MAART EN 21 APRIL 2009, VAN DE ADVIESCOMMISSIE VAN 24 EN 31 MAART 2009 EN VAN DE BESLOTEN VERGADERING VAN DE ADVIESCOMMISSIE VAN 24 MAART 2009 De heer STAAT: Mijnheer de voorzitter. Op bladzijde 3 van de notulen van 31 maart staan onder punt 5 stemverklaringen over de motie gratis openbaar vervoer. Ik verzoek in mijn woordvoering de woorden zijn fractie in hij te wijzigen. De VOORZITTER: Volgens mij is die wijziging overeenkomstig de werkelijkheid. De notulen van de raadsvergadering van 31 maart 2009 worden met inachtneming van de aangebrachte wijziging vastgesteld. De notulen van de raadsvergadering van 21 april 2009, van de adviescommissie van 24 en 31 maart 2009 en van de besloten vergadering van de adviescommissie van 24 maart 2009 worden ongewijzigd vastgesteld. 5. AANWIJZEN (PLV) LEDEN PRESIDUM EN AGENDACOMMISSIE, VASTSTELLEN AANTAL LEDEN DRECHTRAAD EN VERDELEN STEMGEWICHT De VOORZITTER: Het is bijzonder dat twee fracties, als gevolg van besluiten van hun ledenvergadering, tijdens een raadsperiode besluiten samen te gaan. Afsplitsingen maken wij wel af en toe mee, maar het samengaan van Eco-Dordt en D66 is echt een bijzonder gebeuren. Dit besluit leidt ertoe dat er een aantal wijzigingen in vertegenwoordigingen moet komen, conform het ontwerpbesluit dat voor u ligt. Mevrouw N. de Smoker-van Andel wordt met 30 stemmen voor, 1 stem tegen en 2 blanco stemmen tot plaatsvervangend lid van het Presidium benoemd. De heer J.J.W. van Dongen wordt met 31 stemmen voor, 1 stem tegen en 1 blanco stem tot plaatsvervangend lid van de agendacommissie benoemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt overigens conform het voorstel van het college van burgemeester en wethouders besloten. 5

6 De VOORZITTER: Ik wens de leden van de nieuwe fractie veel succes bij hun onderlinge samenwerking. De heer Soy komt ter vergadering. De heer TAZELAAR: Mijnheer de voorzitter. Wij vinden het niet zo erg, maar er gebeurt nogal eens iets als stemmingen aan de orde zijn. Wij hebben vastgesteld dat het voorkomt dat mensen zich naar een ander stemkastje verplaatsen om daar hun stem uit te brengen. De VOORZITTER: Het kost soms moeite, maar iedereen zit daarna weer op de juiste plek. De heer TAZELAAR: Mijn insteek is: zit iedereen wel op de juiste plek? De VOORZITTER: Volgens mij inmiddels wel. De plek is aan de computer gekoppeld. Stukken ter bespreking 6. MASTERPLAN STADSWERVEN (132239) In vervolg op de behandeling in de vergadering van de adviescommissie op 31 maart, die is voortgezet op 21 april jl., behandeling in tweede termijn, gevolg door debat en besluitvorming over het masterplan en de wijze waarop met de elementen van de visie van Nautisch Kwartier is en zal worden omgegaan. Bij de besluitvorming kunnen worden betrokken de briefwisseling met en de presentatie van de Stichting Stadswerf Dordrecht ( g, en ), de brief van wethouder Spigt met betrekking tot de nautische elementen (148801) en de brief van Woningstichting Progrez (155851). Mevrouw HEIJMANS: Mijnheer de voorzitter, geachte raadsleden, andere aanwezigen. Denkend aan Stadswerven zie ik aan de brede rivier een kwalitatief hoogwaardige wijk, grenzend aan de binnenstad. Met deze parafrasering van het beroemde gedicht van Marsman wil de PvdA-fractie de hoop uitspreken, dat de ambitie die Stadswerven bij de aanvang van het project opriep ondanks de wijzigingen nog steeds aanwezig is. In het algemeen kunnen wij zeggen dat de unieke ligging aan het water en dichtbij de binnenstad van Dordt tot uitdrukking moet komen, met als doel een levendige en leefbare wijk voor bewoners en andere gebruikers uit Dordrecht en de regio te realiseren. Ik zal hierna op de verschillende onderdelen van het masterplan Stadswerven ingaan. Ik begin met de brug. De brug die op de kop van Stadswerven moet komen is essentieel voor de verbinding met de binnenstad en daarmee voor de levendigheid van Stadswerven. Wij vinden het onbestaanbaar dat Rijkswaterstaat nog steeds niet duidelijk heeft aangegeven of een brug op deze plek wordt toegestaan. Indien het niet mogelijk blijkt daar een brug te realiseren, zal dat grote gevolgen hebben voor de toekomstige wijk. Wij willen graag van de wethouder horen dat hij begrijpt dat op dat moment sprake zal zijn van een nieuwe situatie en hij de consequenties van het niet geven van toestemming door Rijkswaterstaat met de raad zal moeten bespreken. Het masterplan is een plan voor het realiseren van 1450 woningen met een grote variëteit aan woningtypen en verschillende woningsferen. Hiermee wordt nagenoeg geheel voldaan aan de wensen die de raad tijdens de bespreking van de nota Ambities en Uitgangspunten Stadswerven in september 2008 uitte. Stadswerven zou ook een levensloopbestendige wijk worden. In de adviescommissie hebben wij aangegeven, dat woonservicevoorzieningen niet in het plan mogen ontbreken. Wij vragen het college uitdrukkelijk op zoek te gaan naar partijen die woonservicevoorzieningen kunnen realiseren. Kijkend naar de invulling van de ruimte zien wij dat de in het masterplan getekende footprints aangeven waar de woningen moeten komen. Het uit het totaaloverzicht naar voren komende beeld lijkt erg stenig en massaal. Wij hebben dat van diverse kanten gehoord, maar wij gaan ervan uit dat de werkelijkheid minder massaal en stenig zal worden. De bouwblokken die nu in het masterplan getekend staan, zullen naar verwachting uiteindelijk speelser en gevarieerder worden als de architecten eenmaal aan de slag gaan, zeker als de architectuur zoals is afgesproken bij de 6

7 binnenstad aansluit. Wij vragen u aandacht te hebben voor de architectuur. Wij willen de ambitie blijven behouden dat Stadswerven een kwalitatief hoogwaardige wijk wordt. De PvdA kan, met uitzondering van de ontbrekende woonservicevoorzieningen en de waarborg voor de kwaliteit akkoord gaan met het aantal woningen, het stratenplan, de globale bouwhoogtes en de footprints. Het volgende onderwerp waarover ik iets wil zeggen is Urban Flood Management, UFM. De PvdA stemt met genoegen in met het UFM-project, de pilot, maar verwacht dat nog meer waterbestendig bouwen mogelijk en vooral noodzakelijk zal zijn. Zeker omdat het hierbij gaat om een buitendijks gebied, is het voor de gehele wijk van belang dat hoge waterstanden in de toekomst geen problemen zullen opleveren. Kortom: wat ons betreft mag het Urban Flood Management worden uitgebreid. De heer VAN DONGEN: Ik wil u een vraag stellen. U pleit voor uitbreiding voor het Urban Flood Management, waarmee ik het van harte eens ben. Doelt u op de bebouwing op het land of, zoals nu is ingebracht, aan de kant van de haven? Waar ziet u binnen dit plan nog kansen voor het realiseren van het Urban Flood Management? Mevrouw HEIJMANS: Wij pleiten voor Urban Flood Management in het gehele plan. Ik ben geen architect en heb geen verstand van Urban Flood Management en van waterbestendig bouwen, maar ik ben ervan overtuigd dat er veel meer mogelijkheden zijn om waterbestendig te bouwen dan de mogelijkheden die in het voorliggende plan zijn aangegeven. Ik wil de architecten graag uitdagen daarvan iets moois te maken. De heer VAN DONGEN: Ik stel vast dat wij het daarover eens zijn. Mevrouw HEIJMANS: Dat is mooi! Ik kom bij de openbare ruimtes. De PvdA is van mening, dat de Punt een uniek gebied binnen Europa - openbaar gebied met een bovenstedelijke functie moet blijven. Dit gebied moet uniek blijven. Het zou jammer zijn als daar, zoals dat in andere steden is gebeurd, een woontoren zou worden neergezet. Wij zijn van mening dat een hotelaccommodatie met congresruimte niet uniek genoeg is voor deze locatie. De uniciteit van de Punt zou op die manier verloren gaan. Het idee van een plein aan het water wijzen wij zeker niet af, maar wij zijn van mening dat de Punt veel meer uitstraling moet krijgen dan nu in het plan voorzien is. Wij denken bijvoorbeeld aan een goed geoutilleerde openluchtvoorziening voor podiumkunsten, zoals in Bregenz, of een andere voorziening die tussen Rotterdam en Breda duidelijk ontbreekt. De openheid van het beeld van de rivier op de achtergrond moet behouden worden en publiek toegankelijk blijven. Overigens kunnen wij ons voorstellen dat de invulling van de Punt en de ontwikkeling van de brug in één geïntegreerd ontwerp gecombineerd worden. Wij dagen de architecten en bruggenbouwers uit daarvan iets moois te maken. De rotonde. In het plan wordt aangegeven dat de rotonde best iets later kan worden aangelegd en is zelfs de vraag opgeworpen of de rotonde wel nodig is. Wij zouden graag zien dat de rotonde voor de aanvang van de bouwperiode wordt aangelegd, omdat de verkeersafwikkeling tijdens de bouw daardoor beter zal verlopen. Wij weten dat de financiering van de aanleg van de rotonde niet in de plannen voor Stadswerven is meegenomen. De kosten daarvan zouden bijvoorbeeld ten laste van het fonds bovenwijkse voorzieningen kunnen komen. Dat brengt mij bij een veelbesproken onderwerp: het Nautisch Kwartier. De PvdA vindt het begrijpelijk dat de Biesboschhal, gelet op de centrale ligging in het gebied, grenzend aan geplande woningen, beter voorzieningen ten behoeve van het wonen en de gehele wijk kan herbergen dan bedrijvigheid ten behoeve van een kenniscentrum. De plaats van de Biesboschhal is, gezien de centrale ligging, geschikt voor wijkse en bovenwijkse voorzieningen. Het kenniscentrum zien wij meer als een stedelijke of zelfs bovenstedelijke voorziening en wij zijn van mening dat de bedrijvigheid, die de Stichting Stadswerf Dordrecht graag wil realiseren, niet past op de plaats van de Biesboschhal. Het voorstel van het college het kenniscentrum inclusief de bedrijvigheid op het Wervenpark Oost onder te brengen is voor ons acceptabel, maar wij verbinden daaraan wel de voorwaarde dat het mogelijk moet zijn gebruik te maken van waterfaciliteiten. 7

8 Mevrouw RUISCH: U hebt gezegd dat u de Biesboschhal niet geschikt vindt als locatie voor het kenniscentrum. Kunt u de mening van uw fractie daarover inkleuren? Mevrouw HEIJMANS: Ik meen dat al te hebben gedaan. Wij zijn van mening dat het kenniscentrum een stedelijke of zelfs bovenstedelijke voorziening is. De Biesboschhal, die redelijk centraal ligt ten opzichte van de woningen die op Stadswerven zullen worden gebouwd, is naar ons oordeel meer geschikt voor wijkse voorzieningen of misschien wel licht bovenwijkse voorzieningen. Wij zijn van mening dat het Wervenpark Oost beter geschikt is als locatie voor de bedrijvigheid die bij het kenniscentrum bedacht is. Wij willen de onderdelen onderwijs en bedrijvigheid, beide gerelateerd aan het water, graag in het uiteindelijke plan opgenomen zien, omdat wij van mening zijn dat die onderdelen Stadswerven een meerwaarde geven. Daarbij denken wij aan nautisch of water gerelateerd technisch onderwijs op tenminste MBO-niveau, in combinatie met jachtbouw, maar wij staan ook open voor andere combinaties en kunnen daarom instemmen met het voorgestelde haalbaarheidsonderzoek en de businesscase voor het Wervenpark Oost. Uiteraard vragen wij om een maximale inspanning van de zijde van de gemeente voor het realiseren van het kenniscentrum, maar daarnaast vragen wij ook van de Stichting Stadswerf Dordrecht een maximale positieve inspanning. Tot nu toe lijkt de opstelling van de Stichting Stadswerf op een alles of niets-opstelling en wij vrezen dat die opstelling bij de verdere onderhandelingen tot niets zal leiden, wat wij niet willen. Ik herhaal dat wij de onderdelen onderwijs en bedrijvigheid graag op Stadswerven gerealiseerd zien. Omdat verder uitstel voor niemand wenselijk is, wil ik hieraan toevoegen dat wij het liefst zien dat nog voor de zomervakantie een intentieovereenkomst wordt getekend. Indien voor realisatie van onderdelen van het Nautisch Kwartier extra budget noodzakelijk is, verwachten wij daarvoor een separaat voorstel. De plannen voor Holland Experience zijn aan de plannen voor het Nautisch Kwartier gekoppeld. Voor wat de PvdA betreft hebben die plannen geen prioriteit, omdat de tot nu toe daarover ontvangen informatie ons niet heeft kunnen overtuigen van het nut, de noodzaak en de meerwaarde van Holland Experience. Ik kom bij de financiën. Wij hebben kennisgenomen van de vertrouwelijke stukken, maar ook van de wens van het college inzake budgettaire neutraliteit. Wij hebben kunnen lezen dat aan het plan een aantal financiële risico s kleeft. Om die reden zouden wij graag zien dat een conceptovereenkomst mocht het zo ver komen aan een second opinion wordt onderworpen. Wij willen immers een solide overeenkomst met zo weinig mogelijk risico s. Wij realiseren ons dat extra wensen van de raad tot extra kosten kunnen leiden. Indien wij van de budgettaire neutraliteit afzien, willen wij dat de raad daarvoor in ieder geval separate voorstellen krijgt voorgelegd. Wij blijven uitgaan van een financieel haalbaar stedenbouwkundig plan. Ik ga afronden en herhaal de belangrijkste punten uit mijn betoog. Beslispunt 1: de PvdA stemt in met het masterplan en de opdracht de hierin vervatte hoofdlijnen in een stedenbouwkundig plan uit te werken, met de aantekening dat de rotonde wat ons betreft eerder mag worden aangelegd, in het stedenbouwkundig plan meer kwalitatieve uitstraling moet worden gerealiseerd, het Urban Flood Management op meer uitgebreide schaal moet plaatsvinden, woonservicevoorzieningen niet mogen ontbreken, de Punt meer uitstraling moet krijgen bijvoorbeeld door een openluchtvoorziening voor podiumkunsten en de conceptovereenkomst wordt onderworpen aan een second opinion alvorens de raad gevraagd wordt daarmee in te stemmen. Beslispunt 2: wij stemmen in met het haalbaarheidsonderzoek en de businesscase in Wervenpark Oost mits er voor de zomervakantie een intentieovereenkomst ligt tussen de gemeente, OCW en de Stichting Stadswerf over de te realiseren onderdelen van het Nautisch Kwartier aan het wervenpark. De heer MERX: Mijnheer de voorzitter. Het masterplan is een globaal raamwerk dat, voor zo ver wij dat kunnen beoordelen, binnen de gestelde financiële kaders is gerealiseerd. Dit masterplan geeft slechts de structuur aan, hoewel de foto s en tekeningen wellicht anders doen vermoeden. Op het feit dat wij daardoor in verwarring zijn gebracht, zal ik zo dadelijk terugkomen. 8

9 De verleiding in details te treden is groot, maar wij moeten ons er rekenschap van geven dat de uitvoering van dit plan twintig jaar zal vergen en in die periode veel kan gebeuren. Stadswerven is een wijk met een hoge ambitie, een wijk waarover wij al een aantal jaren praten, een wijk waarin het water en de historie voelbaar moeten zijn, een wijk waarin wij bijzondere aspecten willen hebben die de wijk nog aantrekkelijker zullen maken dan zij al is. Natuurlijk hebben wij daarover in de fractie gesproken en onze gedachten over de mogelijkheden op de Punt laten gaan. Wat willen wij daar hebben? Ik zal eerlijk zijn: wij zijn er niet uit gekomen. Als wij daar bijvoorbeeld een hoge toren neerzetten, komen wij met de molen in de knoop. Wij hebben ons wel gerealiseerd dat dit nu al een bijzondere locatie is en de ligging deze wijk bijzonder maakt. Wij moeten ervoor zorgen dat wij op deze locatie geen misplaatste wijk neerzetten. Wij moeten daar een wijk met smoel en met uitstraling realiseren, een wijk die recht doet aan de bijzondere positie van deze locatie. Het is de vraag of wij ons twintig jaar lang het hoofd zullen moeten breken over een bijzonder iets op de Punt. Nogmaals: deze locatie is al bijzonder. De heer VAN DONGEN: Mijnheer de voorzitter. De heer Merx heeft er terecht op gewezen dat dit een bijzondere locatie is. Wij hebben aantal excursies naar andere in ontwikkeling zijnde wijken gemaakt en zijn tot de conclusie gekomen dat, als wij op deze locatie op een goede, positieve manier een landmark of een momentum kunnen realiseren, dat landmark een uitstraling zal hebben voor de gehele wijk. Zo n landmark kan zelfs identiteitsbepalend zijn voor een wijk. Begrijp ik goed dat het plein dat nu in de plannen staat naar de mening van de VVD voldoende uitstraling heeft om de wijk haar identiteit te geven? De heer MERX: Ik wil daarover heel eerlijk zijn. Wij hebben ons daarover het hoofd gebroken, maar zijn er niet uit gekomen. De heer VAN DONGEN: Ik neem het u niet kwalijk dat u er niet uit bent gekomen. De heer MERX: Dank u zeer. Als je daarover nadenkt, realiseer je je dat deze locatie zo uniek is, dat de wijk daardoor al een enorme impuls krijgt. Als iemand met het lumineuze idee komt op de Punt of op een andere plek een fantastische publiekstrekker te realiseren, waardoor de wijk nog meer smoel krijgt, een publiektrekker die recht doet aan de bijzondere positie van die wijk, zullen wij daarover zeker serieus meedenken. Natuurlijk moeten wij wel aan de kosten denken, maar op voorhand zijn wij daar niet tegen. Ik heb alleen willen benadrukken dat deze locatie naar haar aard al bijzonder is. Hoe waarderen wij dit plan tegen de achtergrond van het gegeven dat het realiseren ervan zeker twintig jaar zal vergen? Zoals gezegd zijn wij door het masterplan in verwarring gebracht, niet alleen door de tekst, maar ook de door de foto s en de tekeningen. Overigens reken ik dat mijzelf aan. Iemand heeft al aangeboden mij uit te leggen wat sommige woorden betekenen. Mevrouw Heijmans heeft zojuist iets over de robuustheid, de stenigheid, de hoekigheid, het bunkergehalte, van de tekeningen gezegd. De tekeningen hebben ons niet vrolijk gestemd. Wij hebben daarover in de commissie gesproken en de wethouder heeft ons met de hand op het hart beloofd dat de foto s en tekeningen niet letterlijk moeten worden genomen en in feite een goed voorbeeld zijn van hoe het niet moet. Wij zijn van mening dat het plan in ieder geval niet moet worden zoals op de foto s en tekeningen is aangegeven. Wij missen elke connectie met de binnenstad, brug of geen brug. Deze blokkendozen hebben helemaal niets met de binnenstad te maken. Als bij het stedenbouwkundig plan soortgelijke blokkendozen aan de orde komen, zullen wij ons daartegen verzetten. Het plan voor Stadswerven moet een plan zijn met een architectuur die recht doet aan het karakter van de wijk die wij daar willen hebben: een wijk met een verbinding met de binnenstad. De footprints vinden wij aantrekkelijk: verschillende wijkjes met een verschillend karakter kunnen in dit gebied reuring brengen. De teksten geven aan dat geen sprake zal zijn van een eenheidsworst. De footprints geven aan dat er interessante wijkjes binnen een groter geheel zullen verrijzen. Mevrouw Heijmans is al uitvoerig op de publieksgerichte voorzieningen ingegaan. De heer Van Dongen heeft gevraagd of wij een plein met een terrasje, een paar stoeltjes en een kroeg op de Punt voldoende vinden. Nee, dat vinden wij niet voldoende, maar de vraag wat daar dan wel zou moeten 9

10 worden gerealiseerd kunnen wij niet beantwoorden. Uitsluitend een plein doet naar onze mening geen recht aan de bijzondere ligging van dit gebied. De heer VAN DONGEN: Ik denk niet dat wij degenen zijn die moeten verzinnen welke voorziening wel recht doet aan deze locatie. Daarom neem ik het u ook niet kwalijk dat u er niet uit komt. Mijn voorstel is een aantal architecten en anderen uit te dagen met een plan voor een bijzonder iets op deze plek te komen. De heer MERX: Zeker, daarmee ben ik het absoluut eens. Op de Punt en de Biesboschhal zal ik zo dadelijk in het kader van de Stichting Stadswerf terugkomen. Ik wil nu eerst een enkele opmerking maken over het proces, waarover ik in de commissie al het een en ander heb gezegd. Wij zijn er zo langzamerhand van overtuigd geraakt dat Progrez en de Stichting Stadswerf zich niet op alle momenten serieus genomen voelen. Ik druk mij voorzichtig uit. De Stichting Stadswerf heeft overigens in opdracht van de gemeente een plan gemaakt en ik heb het gevoel dat alleen nog maar via de raad met het college wordt gecommuniceerd. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Natuurlijk zijn alle raadsleden zeer geïnteresseerd in wat de Stichting Stadswerf van plan is, maar het kan niet zo zijn dat de raadsleden in de komende twintig jaar als mediator moeten gaan fungeren. Daar willen wij niet aan. Het plan van de stichting met de drieeenheid onderwijs, bedrijfsleven en expositie en dergelijke vinden wij interessant. Wij zijn van mening dat dit plan van meerwaarde kan zijn voor Stadswerven. Gelet op de veranderde economische situatie is het wel de vraag of de partijen die destijds gezegd hebben aan deze ontwikkelingen te willen bijdragen onderwijs, de Hiswa en andere nog steeds volop achter de plannen staan en bereid zijn de hand aan de ploeg te slaan als het op concrete uitvoering aankomt. Toen ik deze vraag de vorige week stelde was het antwoord ja, maar ik wil dit graag zeker weten. Het plan moet immers ingevuld worden, het kan niet bij plannen blijven. In de loop van het proces willen wij daarover meer duidelijkheid krijgen. Is de Biesboschhal de enige plek waar deze voorziening kan worden gerealiseerd? Het antwoord van de stichting op die vraag is volmondig ja. De stichting wil deze hal voor de toekomst behouden. Ik heb wel eens gezegd dat de Biesboschhal er naar mijn persoonlijke mening niet uitziet, maar ik realiseer mij ook dat veel Dordtenaren die daar ooit gewerkt hebben daarbij veel emoties hebben. Los van persoonlijke overwegingen is het belangrijk recht te doen aan die emoties en er zijn voorbeelden in het land van hallen die er ook niet uitzagen, waarvan iets bijzonders is gemaakt. Wat ons betreft is het echter niet per se noodzakelijk dat de stichting daar wordt gehuisvest. Wij zijn van mening dat de stichting een plek moet krijgen waar zij haar plannen, binnen de daarvoor gestelde randvoorwaarden, kan uitvoeren en het Wervenpark Oost zou daarvoor geschikt kunnen zijn als daar bootjes kunnen aanleggen. De stichting heeft van Rijkswaterstaat begrepen dat dit op het Wervenpark Oost niet mogelijk is en de wethouder heeft toegezegd daarover met Rijkswaterstaat in overleg te zullen treden. Dat daar bootjes kunnen aanleggen is natuurlijk wel een voorwaarde voor het kunnen realiseren van de plannen van de stichting. Wat Holland Experience betreft kan ik mij bij de woorden van mevrouw Heijmans aansluiten. Ook wij hebben signalen gekregen die erop duiden, dat een keuze voor Holland Experience wellicht niet de meest gelukkige keuze is die wij kunnen maken. Holland Experience is niet overal even succesvol geweest. Ook wij zijn van mening dat wij Holland Experience nog eens goed moeten overwegen. Tenslotte: over het besprokene in besloten vergaderingen kan ik niets zeggen. Dat is simpel. Wij willen één stap verder gaan dan mevrouw Heijmans. Wij vragen alle fracties in deze raad ons voorstel te steunen dat de raad, op het moment waarop het college ons het contract met de wensen en bedenkingen zal voorleggen, via de griffie een second opinion zal aanvragen. Voor wat betreft de financiële en juridische risico s ben ik namelijk niet geheel gerustgesteld. Meer kan ik daarover op dit moment niet zeggen. Wij pleiten ervoor dat de raad zijn verantwoordelijkheid neemt en het contract door een andere partij laat beoordelen. Dat kan geen kwaad en gelet op de lange looptijd van dit plan is het belangrijk dat wij enige zekerheid hebben. Wij stemmen met het voorliggende plan in. Mochten daarop moties en amendementen worden ingediend, dan zullen wij daarover in onze tweede termijn ons oordeel vellen. 10

11 De heer SLEEKING: Mijnheer de voorzitter. De raad stort zich telkens weer vol enthousiasme op het dossier Stadswerven. Volgens mij doen wij dat omdat wij allemaal blijven geloven in deze unieke locatie, die ook wat ons betreft een van de nieuwe visitekaartjes van onze stad kan worden. Ik benadruk het woord kan, want voldoende aandacht voor het programma van eisen en de kwaliteit zijn ook voor de fractie van BVD essentieel. Evenals de vorige sprekers wil ik naar voren brengen dat de presentatie van het masterplan verdeelde reacties heeft opgeroepen, niet alleen omdat de samenwerking met de partners die in eerste instantie was aangekondigd niet goed van de grond is gekomen de samenwerkende partners zijn min of meer buitenspel gezet, maar ook door de uitstraling van het masterplan. Gesproken is over blokkendozen, Oost-Europese uitstraling en een uitgekleed concept. Wij werden er ook niet warm van. Waarop zegt de raad nu precies ja? Ik denk dat dit het punt is waarover de discussie zojuist gaande was. Hoe globaal is dit plan? Wat verwachten wij ervan? Wij kunnen nu wel ja zeggen, maar wij verwachten dat straks een heel ander plan uit de bus komt dan het plan dat nu voorligt. Dat is natuurlijk een vreemde gang van zaken. De raad wordt gevraagd ja te zeggen tegen het aantal woningen, het voorzieningenvolume, het stratenplan, de globale bouwhoogte, de bruggen, de wijze waarop zal worden omgegaan met reliëf, water, groen en de openbare ruimte, de UFM en de footprints waar de opstallen zullen worden gerealiseerd. Kortom: de raad wordt gevraagd in te stemmen met de structuurelementen van het plan, maar nog wel wat meer dan dat zou ik zeggen. De wethouder heeft in zijn beantwoording aangegeven dat in de verhoudingen nog wel kan worden geschoven, maar ik heb niet het idee dat in de visie van de wethouder en het college nog grote verschuivingen in de structuur en in de onderlinge samenhang en verhoudingen aan de orde kunnen komen. Ik heb de indruk dat die min of meer vastliggen. Gelet op het feit dat wij over een termijn van twintig jaar spreken, kunnen wij ons afvragen of dat wel realistisch is. Bij alle plannen waarvan de uitvoering lange tijd in beslag neemt, zien wij dat de plannen gaandeweg worden bijgesteld. Wij hebben de verwachting dat dit ook bij dit plan aan de orde zal zijn. Wij proberen met een zonnebril op naar deze plannen te kijken, in de hoop en verwachting dat straks inderdaad een stadswijk zal worden gerealiseerd waarover wij allemaal enthousiast zullen zijn. Wij willen door met het project Stadswerven als een gevarieerde wijk met diverse functies op basis van het programma van eisen, waarover de raad eerder heeft gesproken. Elementen die de kwaliteit en diversiteit van het plan kunnen versterken zijn inderdaad de bruggen. De brug aan de noordkant is op dit moment een armoedig bruggetje. Dat bruggetje heeft geen uitstraling die past bij een plan van hoge kwaliteit waarmee wij een hoge ambitie willen uitstralen, het is geen brug waarmee wij de verbinding met de historie van de binnenstad willen leggen. Ongetwijfeld moet voor deze brug een andere brug in de plaats komen. Over de invulling van de Punt is door de voorgaande sprekers al het nodige gezegd. In dit verband is gesproken over de toevoeging van horeca, onderwijs, faciliteiten voor de watersport en woonzorgzones, waarvoor tot mijn geruststelling ook de PvdA-fractie een aantal malen heeft gepleit. Wij sluiten ons van harte bij dat pleidooi aan. Aan de andere kant zijn er de ideeën van de Stichting Stadswerf, die slechts matig uit de verf zijn gekomen en niet zijn gesitueerd op de locaties waarvoor de stichting een voorkeur heeft uitgesproken. Bij de verdere planvorming willen wij meer aandacht vragen voor de ideeën van de Stichting Stadswerf en de bijzondere locatie van de Punt. Wij zouden het liefst zien dat het voorstel wordt gedaan meerdere partijen uit te nodigen met ideeën te komen. Dat voorstel zou het karakter van een prijsvraag kunnen hebben en ertoe kunnen leiden, dat enkele mensen worden geselecteerd die de plannen zullen uitwerken. Natuurlijk zullen daaraan kosten verbonden zijn. Te zijner tijd zullen wij met elkaar bespreken welk bedrag wij over hebben voor het op deze locatie realiseren van de gewenste kwaliteit. De uitkomst kan het plan zijn daar bijzondere bebouwing te realiseren, maar ook een bijzondere functie is mogelijk en dit zou ook een aantrekkelijk Puntpark met horeca en terrassen kunnen worden. De oproep van mevrouw Heijmans van de PvdA de Punt als openbaar gebied te handhaven wordt door ons ondersteund. 11

12 De heer VAN DONGEN: Begrijp ik goed dat de heer Sleeking een prijsvraag wil uitschrijven voor de invulling van dit gebied? De heer SLEEKING: Dat klopt. Voor de Punt heb ik die suggestie al eerder gedaan. De heer VAN DONGEN: Ik stel vast dat ik u goed heb begrepen. Ik meende dat u een andere opvatting had over prijsvragen. De heer SLEEKING: Ik vind prijsvragen een uitstekend middel om creativiteit los te maken. Dat is een geheel andere invalshoek dan de prijsvraag waarover wij eerder hebben gesproken. Prijsvragen, van welke orde dan ook, moeten natuurlijk wel op de juiste manier worden georganiseerd. De heer VAN DONGEN: Ik prijs uw flexibiliteit van geest. De heer SLEEKING: Wij hadden en hebben nog steeds grote zorgen over de financiële risico s en de overeenkomst kan wat ons betreft alleen ondertekend worden als de risico s beperkt en beheersbaar zijn. Wij sluiten ons daarom aan bij de oproep van de fracties van de PvdA en de VVD, die erop hebben gewezen dat in dezen een rol voor de raad is weggelegd en de raad op het juiste moment een second opinion zal moeten laten uitvoeren. De heer Merx heeft er terecht op gewezen dat wij veel in beslotenheid hebben moeten bespreken en veel geheime stukken hebben ingezien. Van die mogelijkheid hebben wij ruimschoots gebruik gemaakt. De door ons naar aanleiding daarvan gemaakte afwegingen en de discussie die daarover in beslotenheid is gevoerd, kunnen niet wij niet bij de vanmiddag te voeren discussie betrekken. Dat kan de vraag oproepen hoe wij kunnen instemmen met een plan waarin de risico s, in de openbaarheid althans, nauwelijks aan de orde komen. Dat vind ik een probleem. Omdat er nog geen overeenkomst ligt, zijn er nog geen risico s, maar wij willen daarover op enig moment wel volledig transparant verantwoording afleggen. Wat gaan wij in de tussentijd met het gebied doen? Het gebied ligt er op het ogenblik zielig bij, hoewel het groen er welig tiert. Het zou zonde zijn als dit gebied voor zo n lange periode braak zou blijven liggen. Hier en daar zijn activiteiten die nog enige tijd kunnen worden gehandhaafd, maar ik denk dat wij ook eens zouden moeten bezien welke mogelijkheden er in de komende twee decennia bijvoorbeeld op het gebied van evenementen op deze locatie zijn. Wij zitten nog steeds een beetje met de kermis in onze maag. De Spuiboulevard is daarvoor naar onze mening niet de meest aangewezen locatie. Wellicht kunnen wij bekijken of wij voor de komende tien jaar een plek op de Stadswerven kunnen vinden waar wij een kermis kunnen organiseren. Dat geldt ook voor andere evenementen. Hier en daar een groene inrichting en misschien komt het stadsstrand van de PvdA ook nog om de hoek kijken. De rol van de raad moet helder zijn op weg naar een uitgewerkt stedenbouwkundig plan. De fractie van BVD wil voor aanvang van elke nieuwe bouwfase de concrete bouwplannen en de actuele financiële stand van zaken naar de raad teruggekoppeld zien. Bij elke nieuwe bouwfase willen wij opnieuw kunnen wegen op welke manier wordt omgegaan met de visie van de raad, het programma van eisen en de visie van de Stichting Stadswerf en het Nautisch Kwartier. Wij leggen de raad op die twee aspecten een amendement voor. Onze fractie zal niet alleen bij het stedenbouwkundig plan, bij de second opinion, maar ook bij elke bouwfase opnieuw afwegen of voldoende kwaliteit en diversiteit aanwezig zijn om ermee akkoord te kunnen gaan. De door de voorgaande sprekers gemaakte opmerkingen over Holland Experience ondersteunen wij. Ook wij achten dat aspect op dit moment twijfelachtig. In deze termijn wil ik het hierbij laten. De VOORZITTER: Door de fractie van BVD is het volgende amendement ingediend: De raad van de gemeente Dordrecht, in vergadering bijeen op 12 mei 2009; kennis genomen hebbend van het voorgelegde ontwerpraadsbesluit nr. PM/2009/293 overwegende dat: - het wenselijk is dat de visie van de Stichting Stadswerf wordt meegenomen in de gefaseerde ontwikkeling van Stadswerven; 12

13 - de raad in zijn controlerend taak de vinger aan de pols kan houden indien bij aanvang van een nieuwe bouwfase de grondexploitatie en andere financieel-economische aspecten kunnen worden meegewogen; acht het wenselijk dat hiertoe de volgende wijzigingen ter besluitvorming worden opgenomen: 1. in te stemmen met het voorgestelde masterplan De Stadswerven, nieuwe stedelijkheid voor Dordrecht, een en ander op basis van budgettaire neutraliteit; opdracht te geven de hierin vervatte hoofdlijnen verder uit te werken in een stedenbouwkundig plan en in een latere fase in een bijstelling van het bestemmingsplan en dat voor aanvang van elke nieuwe bouwfase de actuele financieel-economische stand van zaken teruggekoppeld zal worden aan de raad; 2. in te stemmen met hoe in de gefaseerde realisatie van Stadswerven bij aanvang van elke bouwfase wordt gewogen op welke wijze met de visie van het Nautisch Kwartier zal worden omgegaan en uit te spreken binnen zes maanden na vaststelling van het raadsbesluit een andere rapportage te verwachten met betrekking tot de vestigings- en combinatiemogelijkheden van onder andere het kenniscentrum Nautisch Kwartier en Holland Experience-onderzoeken, uitmondend in een haalbaarheidsonderzoek en een businesscase in Wervenpark Oost en de opname van de visie van de Stichting Stadswerf Dordrecht daarin; en gaat over tot de orde van de dag. Dit amendement kan onderwerp van de beschouwing uitmaken. De heer VAN DER KRUIJFF: Mijnheer de voorzitter. Ik denk dat het goed is het dossier Stadswerven in de juiste context te zetten en aan te geven waar wij vandaan komen. Dit dossier, dat inmiddels zeven jaren beslaat, laat zich lezen als een boek. In dat boek zien wij drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk heet Hoofd in de wolken. Dit dossier begon ongeveer zeven jaar geleden met een ambitieuze droom. Wij zijn naar Dublin en naar Newcastle geweest op zoek naar een bijzonder gebied met een landmark. Wij hebben het ook over Brugge gehad. Wij waren op zoek naar een publiekstrekker. Wij moesten durf tonen, als overheid vooroplopen en investeren. Vervolgens hebben wij een eerste investeringsstap gezet. Wij waren niet kinderachtig: door ambitieus te zijn zet je andere partijen in beweging. Wij wilden variatie in functie: wonen, werk, scholen, cultuur, ateliers en ik zou dat haast vergeten een theater. Allerlei bijzondere voorzieningen passeerden de revue, zo ook de ideeën van de Stichting Stadswerf. Wij hebben een aantal randvoorwaarden geformuleerd: deze nieuwe stadswijk moet een aanvulling zijn op de binnenstad, geen competitie, geen uitholling, maar juist een versterking. Vandaar de brug. Kortom: ambitieuze plannen en een hoge inzet. Het hoofd in de wolken! Dat heeft heel wat jaren geduurd. Anderhalf jaar geleden begon hoofdstuk 2, dat Plat op je gezicht heet. Anderhalf jaar geleden kwamen wij erachter dat sprake was van een financieel en een inhoudelijk debacle. Wij hadden veel ambities, wij hebben gerekend en getekend en meenden zelfs opbrengst uit de grondexploitatie te kunnen halen en op die manier het theater deels te kunnen financieren. Wat bleek? Er moesten vele miljoenen bij! Anderhalf jaar geleden bleek dat op basis van allerlei rechten, situaties en belangen van partijen waaraan moest worden tegemoetgekomen in plaats van een harmonieus geheel een soort lappendeken was ontstaan. Bij de ideevorming rondom alle stukjes in die lappendeken bleek, dat tekenen en rekenen niet samen waren opgegaan. Het geheel overschreed onze financiële mogelijkheden. Er was sprake van een deceptie, een debacle. Er kwam geen landmark, geen theater en geen publiekstrekker. Vandaag begint hoofdstuk 3. Hoofdstuk 3 heet Weer met beide benen op de grond. Waar staan wij gezien de kaders? Wij hebben het over budgettaire neutraliteit gehad. Dat klinkt mooi, maar dat geeft wel beperkingen. Als van budgettaire neutraliteit wordt uitgegaan, kan niet alles. Het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit in ogenschouw nemend, is het CDA van mening dat een realistisch plan voorligt dat samenhang laat zien. Wij kunnen zuur doen over het feit dat niet alles kan dat heb ik in andere woordvoeringen gehoord en het plan is wellicht ook teleurstellend, maar gelet op waar wij vandaan komen is het wel begrijpelijk dat het college ons dit plan heeft voorgelegd. Budgettair neutraal als leidend thema met daarnaast een via een raadsmotie mogelijk beroep op extra financiële ruimte. Die mogelijkheid is er. 13