Inloop Vanaf uur en uur is de inloop. Jassen gaan in een luizentas/cape aan de kapstok en tassen in de bak eronder.

Transcriptie

1 Informatiekaart groep 3A Op deze informatiekaart vindt u de belangrijkste informatie voor komend schooljaar. Voor elke groep wordt er een informatiekaart gemaakt. Hierop kunt u in één keer alle belangrijke zaken van de groep vinden, wie de leerkrachten zijn en hoe u ze kunt bereiken, welke vakken zijn er en welke onderwerpen komen aan bod. Leerkracht Rian van der Mije aanwezig: maandag t/m vrijdag rian.vandermije@jl.nu Inloop Vanaf uur en uur is de inloop. Jassen gaan in een luizentas/cape aan de kapstok en tassen in de bak eronder. Bij de ingang staat de leerkracht en zeggen we elkaar goedemorgen en geven we elkaar een hand. Hierdoor is er met elk kind persoonlijk contact. De kinderen zetten hun 10-uurtje zelf in de bak. Blijven kinderen tussen de middag over dan mag het eten en drinken in een speciale bak voor het overblijven. Deze bakken bewaren we in de koelkast tot uur. Algemeen De buitendeuren van de school zijn onder schooltijd gesloten. U kunt aanbellen en dan wordt de deur open gedaan. Vanaf uur en uur is er een inloop. Op de trappen geldt dan éénrichtingsverkeer. Om 8.30 uur en uur starten de lessen. Het is fijn als we ouders telefonisch kunnen bereiken en via de . Gevonden voorwerpen worden bij de administratie gebracht. Verjaardag: Als uw kind jarig is, mag hij/zij trakteren in de klas. We vieren de verjaardag rond uur. Uw kind mag langs de leerkrachten van de groepen op dezelfde verdieping en als hij/zij het leuk vindt ook langs de directie. De leerkracht(en) van de groep is(zijn) het eerste aanspreekpunt voor ouders/kinderen. Indien gewenst kan een afspraak gemaakt worden met de zorgcoördinator(juf Lydia), de teamleider van de betreffende bouw(juf Rian voor bouw 1-2-3) of de directie(juf Charis). 10-uurtje Rond uur eten en drinken we een gezond tussendoortje. Melk, vruchtensap of water met een stuk fruit, groente of een gezonde boterham. Op woensdag nemen we alleen fruit/groente mee om te eten. Overblijf Tussen de middag kan uw kind overblijven. Voor aanmelding of vragen kunt u contact opnemen met: overblijf.bommelstein@jl.nu Voor- en naschoolse opvang We vinden het fijn als we weten welke kinderen (incidenteel) naar de opvang gaan. Geeft u het door aan de leerkracht? Bewegingsonderwijs De kinderen gymmen 2 keer per week, op dinsdag en donderdag. Ze gymmen in gymkleding en gymschoenen. Na het gymmen gaan de kinderen kort onder de douche waarbij ze de haren droog houden. Mogen kinderen niet mee gymmen, geeft u het door aan de leerkracht?

2 Ondersteuning Binnen de groep kan de onderwijsassistente, juf Bianca, kinderen individueel of in kleine groepjes begeleiden met opdrachten vanuit het lesprogramma. Zo kunnen kinderen pre-teaching, extra in-oefening, extra hulp maar ook extra uitdaging krijgen. Ondersteuningsgroep Kinderen die het programma van de groep onvoldoende kunnen volgen, kunnen in aanmerking komen voor de ondersteuningsgroep. Ze krijgen hier begeleiding van juf Rebecca en er wordt gekeken welke stof geschikt is om aan te bieden en te oefenen. (dit gaat altijd in overleg met de zorgcoördinator juf Lydia) Met ouder(s)/verzorger(s) wordt besproken of hun kind hiervoor in aanmerking komt. Meer- en hoogbegaafdengroep Kinderen die hoog- of meer-begaafd zijn en niet voldoende hebben aan de uitdaging in de lesstof van de groep, kunnen eenmaal in de week naar de PLUSgroep of vier keer in de week naar de hoogbegaafdengroep. Zij krijgen dan werk dat aansluit bij hun onderwijsbehoefte(n) en leren met gelijkgestemden opdrachten en activiteiten uit te voeren. Voor plaatsing in de meer- en hoogbegaafdengroep hanteren we een protocol waarin voorwaarden gesteld worden. Zelfstandig werken Voor het zelfstandig werken leren we de kinderen om te gaan met uitgestelde aandacht, zelf stil werken, te werken aan de weektaak. Op de weektaak, die in groep 3 de berentrap heet, staan verplichte opdrachten die alle kinderen maken en af moeten hebben in de week. Daarnaast staan er ook extra opdrachten op voor kinderen die extra moeten oefenen of juist extra uitdaging nodig hebben. Een eigen taak maakt het mogelijk om kinderen specifiek werk te geven dat past bij wat hij/zij nodig heeft. Samenwerkend leren Van en met elkaar leren vinden we belangrijk. De kinderen doen regelmatig samenwerkend leer-vormen. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen leren gezamenlijk verantwoordelijk te zijn voor het proces en het product en dat ze voor een goed resultaat van elkaar afhankelijk zijn en ieder hier een aandeel in heeft. We werken in duo s, doen actieve opdrachten als wandel-wissel- uit of schrijven via de placemat op wat we allemaal van een onderwerp weten. Instructie en niveaus Met de basisvakken werken de kinderen in verschillende niveaus: Voor Veilig leren Lezen: de maangroep de raketgroep de zongroep Voor rekenen: de instructie onafhankelijke groep de instructie gevoelige groep de instructie afhankelijke groep. De kinderen krijgen een instructie die past bij hun niveau. Voor kinderen die moeite hebben met de lesstof is er extra instructie, in-oefening en begeleiding. Voor kinderen die meer aankunnen dan de basisstof zijn er uitdagende opdrachten en werkboeken, het PLUSwerk. ZIEN; volgen van de Sociaal emotionele ontwikkeling De leerkrachten vullen een vragenlijst van ZIEN in. De uitkomsten op de onderdelen betrokkenheid en welbevinden zijn de belangrijkste graadmeters hoe een kind in zijn/haar vel zit. Eventueel pestgedrag door het kind of bij het kind kan worden geconstateerd. Vanuit de uitkomsten wordt de leerkracht gewezen op mogelijke acties en krijgt deze handelingsadviezen om toe te passen. Deze handelingsadviezen kunnen groeps-breed zijn maar ook op individueel niveau. Voor handelingsadviezen op individueel niveau vindt een gesprek plaats met de ouder(s)/verzorger(s) en wordt een plan van aanpak opgesteld. Toetsen en observaties We volgen de leerlingen bij het spelen en werken in de groep d.m.v. observaties. Schriftelijk werk wordt bekeken, gecorrigeerd en eventueel (door het kind) verbeterd. De stof kan getoetst worden met methode gebonden toetsen om te kijken of het kind de stof voldoende beheerst. De kinderen worden hun basisschoolloopbaan gevolgd met de methode onafhankelijke toetsen van CITO. Op deze manier krijgt het kind en krijgen de ouders, leerkrachten een beeld hoe het kind het doet t.o.v. de landelijke norm.

3 Rekenen We werken met de methode Alles Telt. In een schooljaar zijn er 6 blokken. Van groep 1/2 naar groep 3 In groep 1 en 2 hebben de kinderen op speelse wijze gewerkt aan getalbegrip, meetkunde (construeren met blokken, papier), meten (meten met stroken) en tijdsbesef. In groep 3 gaan de kinderen verder met deze leerlijnen. Optellen en aftrekken Naast getalrelaties en getalbegrip leren de kinderen ook rekenen tot en met 20. Kinderen maken daarbij gebruik van hun vingers, het rekenrek en geld. Voor het eerst maken de kinderen kennis met het plus- en het minteken. Weetje Wist u dat de kinderen bij het rekenen tot 10 wel 132 sommen uit hun hoofd moeten maken? Dit zijn 66 optel- en 66 aftreksommen. Met de splitsingen erbij (10 = 8 +..) zijn het zelfs 198 sommen. Dat is behoorlijk veel en daarom neemt het rekenen tot 10 en het oefenen van de sommen een belangrijke plaats in groep 3 in. Vermenigvuldigen Aan het einde van groep 3 wordt er een begin met vermenigvuldigen gemaakt. De kinderen krijgen vragen als Welke groepjes zie je? en 'Hoeveel groepjes?'. Overige leerlijnen In groep 3 leren de kinderen de basis van het klokkijken (hele en halve uren) en doen ze ervaring op met meten en meetkunde. Bij meten wordt de lengte van bijvoorbeeld potloden opgemeten met een kralenliniaal. Bij meetkunde leren de kinderen bijvoorbeeld om halve voorwerpen heel te maken met behulp van een spiegel en blokkkenbouwsels na te bouwen en te beschrijven. Het geldrekenen start in groep 3 met de introductie van de euromunten. Eerst introduceren we de euromunten 1 en 2. De kinderen bekijken hoe de munten eruit zien, en leren dat je 2 munten van één euro kunt inwisselen voor 1 munt van twee euro en andersom. Bedragen tot 10 euro tellen met munten van 1 en 2 euro en het betalen met deze munten komt uitgebreid aan bod. Vervolgens wordt het biljet van 5 euro geïntroduceerd, en daarna het biljet van 10 euro en tot slot in blok 5 het biljet van 20 euro. Hoe betaal je?, Hoeveel krijgen ze terug?, Hoeveel euro tekort?, Hoeveel samen?, Kan het ook anders? zijn steeds weer terugkerende activiteiten. Hoeveel krijgen ze terug? Het geldrekenen leent zich er uitstekend voor om te spelen en uit te beelden. Winkeltje spelen is dan een goede vorm van inleving in de situatie. Materialen De kinderen werken met concreet materiaal (handen, eierdozen, fiches, geld, dobbelstenen) en met modellen zoals de splitsflat.

4 Methode veilig leren lezen Leerlijn technisch lezen In de eerste zes kernen van Veilig leren lezen worden alle letters aangeleerd en wordt de elementaire leeshandeling geoefend. De methode is zo opgebouwd dat het aantal letters dat beheerst moet worden, niet te snel toeneemt. Het automatiseren van de letterkennis is voor alle kinderen een belangrijk tussendoel. Zodra de grafeem-foneemkoppeling correct en vlot verloopt, worden met die letters nieuwe woorden gelezen. De automatisering van de woordherkenning is een belangrijk aspect dat door alle kernen heen aandacht krijgt. Daarmee wordt bedoeld dat het proces van woordherkenning snel en zonder veel inspanning verloopt. Bij de eerste zes kernen is het hoofddoel van het technisch lezen het correct en vlot herkennen van eenvoudige, klankzuivere, eenlettergrepige woorden. Vanaf kern 7 begint een nieuwe fase in het proces van de leesontwikkeling. Dan komen complexere woordtypen aan bod (woorden met clusters, woorden met spellingpatronen en meerlettergrepige woorden) en krijgt ook het vloeiend lezen meer aandacht. In het schema op pagina 2 kunt u zien welke letters en woordtypen in de twaalf kernen van Veilig leren lezen aan bod komen. Leerlijn spellen Het doel van het spellingonderwijs in de eerste zes kernen van Veilig leren lezen is het op het gehoor correct kunnen schrijven van klankzuivere km-, mk en mkm-woorden. Lezen en spellen gaan in deze kernen bijna gelijk op, al zal het spellingproces steeds iets achterlopen op het leesproces. Als vanaf kern 7 de niet-klankzuivere woorden op leesniveau worden aangeboden, groeien de leerlijnen lezen en spellen uit elkaar. Het aanbod in de leerlijn lezen wordt gevolgd door een periode van oefenen in de leerlijn spellen, met enkele kernen later de controle van de spellingbeheersing. Klankzuivere woorden kunnen bestaan uit één of meer lettergrepen. Bij de eenlettergrepige woorden kan het aantal medeklinkers aan het begin en/of aan het eind variëren (pas, stap, kast). Er zijn meerlettergrepige woorden waarvan de samenstellende delen geheel klankzuiver zijn (voetbal, tuinhek, bloembol), maar veel meerlettergrepige woorden zijn niet geheel klankzuiver: de schrijfwijze wijkt op een of meer punten af van de klankstructuur. Slechts een klein deel van deze spellingafwijkingen hoeft aan het eind van Veilig leren lezen te worden beheerst. In onderstaand schema is te zien wanneer bepaalde typen woorden in de leerlijn lezen aan bod komen en wanneer ze in de leerlijn spellen beheerst moeten worden. Leerlijn begrijpend lezen Het begrijpen van een tekst is in hoge mate afhankelijk van de technische leesvaardigheid van de lezer, zijn woordenschat en de achtergrondkennis waarover hij beschikt. Het technisch lezen moet een behoorlijk niveau bereikt hebben voor het net zo gemakkelijk is om een zelfgelezen tekst te begrijpen als een tekst die wordt voorgelezen. In de eerste zes kernen wordt daarom veel aandacht besteed aan begrijpend luisteren en aan activiteiten die te maken hebben met het aanleren van strategieën voor begrijpen lezen en stellen: 1. activeren van voorkennis: dit bevordert tekstbegrip en vergroot de kans dat eventuele informatie onthouden wordt; 2. leggen van betekenisrelaties: relatie tekst-illustratie, structuur van het verhaal, woordenschat; 3. leggen van verwijsrelaties; verwijswoorden. Leerlijn woordenschat Er bestaat een sterk verband tussen woordenschat en begrijpend lezen. Hoe eerder aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van woordenschat, hoe groter de kans op succes. Nieuwe woorden moeten niet geïsoleerd worden aangeboden. In Veilig leren lezen zijn de ankerverhalen een context voor een eerste aanbieding. Herhaling in verschillende contexten is nodig voor het beklijven van nieuwe woorden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verhaalwoorden (woorden die voorkomen in het ankerverhaal en waarvan de betekenis noodzakelijk is voor het begrijpen van het verhaal) en themawoorden (de doelwoorden van de leerlijn woordenschat). Leerlijn functioneel schrijven Het zelf kunnen schrijven van een zin of een korte tekst biedt kinderen de gelegenheid om geschreven taal te kunnen benutten in functionele zin, namelijk het overbrengen van een boodschap. Daarom wordt in Veilig leren lezen ook aan deze belangrijke vaardigheid aandacht besteed. Goed kunnen spellen is een voorwaarde voor creatief schrijven. Daarom wordt in kern 1 t/m 6 meer tijd besteed aan spelling dan aan creatief schrijven. Het schrijven van een zin is veel complexer dan het schrijven van een woord. Daarom wordt pas na kern 6 gestart met het leren schrijven van een zin. Dit wordt in kern 7 t/m 12 stapsgewijs opgebouwd en uitgebreid.

5 Leefstijl Voor de sociaal emotionele ontwikkeling werken we schoolbreed met de methode Leefstijl. We willen een positieve groepssfeer bevorderen als basis voor verdere ontwikkeling. We leren door het te doen (ervaringsgericht) Er zijn 6 thema s die elk leerjaar behandeld worden: De groep? Dat zijn wij (over sfeer en omgang in de groep) Praten en luisteren (over communicatie) Ken je dat gevoel? (over gevoelens) Ik vertrouw op mij (over zelfvertrouwen) Iedereen is anders, allemaal gelijk (over diversiteit) Lekker gezond(over gezondheidsvaardigheden) Protocol gedrag en Sta op.. methode Op Bommelstein hebben we een protocol gedrag. In het protocol worden stappen gevolgd bij ongewenst gedrag. Bij het voortduren van ongewenst gedrag worden ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte gesteld en een plan van aanpak besproken om dit gedrag te stoppen. Bij geconstateerd pestgedrag volgen we de Sta op methode in de groep om het pesten te stoppen. Trefwoord Elke dag besteden we aandacht aan Trefwoord; de methode voor godsdienstige vorming en actief burgerschap. Voor een aantal weken staat een thema centraal en er worden (bijbel)- verhalen voorgelezen, gesprekken gehouden, gedichtjes voorgedragen en liedjes gezongen. BAVI lezen Belevend Avi lezen; in elke groep zijn er volop verschillende leesboeken van meerdere niveau. Het zelf lezen staat driemaal per week op het rooster. Kinderen kunnen kiezen uit leesboeken, luisterboeken, informatieboeken, stripboeken etc. Ieder jaar zorgen we ervoor dat er weer nieuwe leesboeken worden aangeschaft. Verkeer Met de methode Wijzer door het verkeer wordt aangesloten bij verkeerssituaties waarmee de kinderen te maken kunnen krijgen. Schrijven We werken met de methode Novoskript. Naast het goed en netjes leren schrijven wordt aandacht besteed aan de motorische vaardigheid van kinderen. We schrijven de letters die bij Veilig Leren lezen worden aangeboden Letters worden nog niet aan elkaar verbonden De kinderen schrijven met potlood. Engels Dit schooljaar starten we met de methode Take it Easy. Het vertrouwd raken met het luisteren en spreken van Engels staat hierbij centraal. De native speaking co-teacher start elk thema met een filmpje van een kwartier. Aansluitend kan je kiezen voor het Picture book, Song, Words, Games, Copies, Draw, Search of Lessons. Digibord: Groep 3 en 4 werken we volledig met het digibord. Muziek/drama/dans We besteden aandacht aan muziek door muziek te maken, te beluisteren, te zingen, te bewegen op muziek, te dansen etc. Voor drama krijgen de kinderen les van een docent van Pier K. en zullen we als leerkrachten ook lessen geven. Tekenen/handvaardigheid Elke week staat tekenen en/of handvaardigheid op het programma. We laten de kinderen met verschillende materialen werken, besteden aandacht aan diverse technieken en vinden creativiteit en het op de juiste manier uitwerken van de opdracht belangrijk. De kunstwerken worden in de klas en in de school opgehangen. e

6 Excursies vanuit het lesprogramma: bezoek aan de bibliotheek de kaasboerderij de kinderboerderij of de Heemtuin Dagdeel meedraaien in de groep We vinden het leuk als ouders zich opgeven om een dagdeel mee te draaien in de groep. U kunt hiervoor een afspraak maken met de leerkracht. Bommelstein Berichten Actuele weetjes over de jaargroep, het lesprogramma en activiteiten in de school worden in de tweewekelijkse uitgave van de Bommelstein Berichten naar uw mailadres gestuurd. Ziekmelden Wanneer uw kind ziek is, graag voor 8.30 uur ziekmelden via