College bouw ziekenhuisvoorzieningen
|
|
- Mathijs de Kooker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus GB Utrecht T (030) F (030) E cbz@bouwcollege.nl Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus EJ DEN HAAG I Datum 8 juli 2002 Kenmerk Nic Uw brief van Afdeling Bouwzaken Uw kenmerk Betreft Signaleringsrapport Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Hierbij doen wij u toekomen het signaleringsrapport Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen. In het signaleringsrapport wordt een overzicht gegeven van een aantal onderzoeken dat de afgelopen jaren door en in opdracht van het Bouwcollege is verricht. In een afrondend onderzoek is op verzoek van het Bouwcollege door prof. Rutten nagegaan of een indicatie kan worden gegeven voor de maximaal toelaatbare binnenluchttemperatuur op basis van in de literatuur bekende gegevens en op basis van contacten met onderzoekers op het gebied van de thermische behaaglijkheid bij patiënten. Prof. Rutten concludeert met name dat, om een acceptabel klimaat te kunnen handhaven, zogenaamde topkoeling in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen noodzakelijk is. Voor het overige wordt verwezen naar bijgaand rapport dat door het Bouwcollege op 8 juli 2002 is vastgesteld. Hoogachtend, de algemeen secretaris, de voorzitter, mr. T. Vroon H.A. de Boer Printdatum: 22 juli 2002 Wijzigingsdatum: 19 juli 2002 Bezoekadres Churchilllaan GV Utrecht
2 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport SIGNALERINGSRAPPORT inzake THERMISCHE BEHAAGLIJKHEID IN VERPLEEGHUIZEN Uitgebracht aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Vastgesteld door het College bouw ziekenhuisvoorzieningen op 8 juli 2002 Voorbereid door de Commissie Bouw Cbz/nr C:\TEMP\ doc
3 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1 2. VOORGESCHIEDENIS Onderzoek door het bureau van het Bouwcollege Onderzoek prof. Luscuere Second opinion prof. Rutten 3 3. VERVOLGONDERZOEK Overwegingen Randvoorwaarden Onderzoeksvragen 5 4. RESULTATEN 6 5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 8 6. LITERATUUR 9 Bijlage: rapport Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen in Nederland in de zomersituatie (Prelude b.v., 14 juni 2002) Cbz/nr C:\TEMP\ doc
4 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport 1. INLEIDING In dit signaleringsrapport is een groot aantal onderzoeken samengevat welke door of in opdracht van het Bouwcollege zijn uitgevoerd op het gebied van thermische (on)behaaglijkheid voor patiënten (somatisch en psychogeriatrisch) in verpleeghuizen onder zomeromstandigheden. De belangrijkste conclusies van de laatste studie van prof.ir. P.G.S. Rutten zijn in dit signaleringsrapport opgenomen. Deze laatste rapportage is tevens als bijlage toegevoegd. 1
5 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport 2. VOORGESCHIEDENIS Reeds vanaf 1998 wordt door het Bouwcollege aandacht besteed aan het binnenklimaat in verpleeghuizen. Dit naar aanleiding van publicaties in grote landelijke dagbladen alsmede kamervragen. Deze waren gebaseerd op een publicatie in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG), d.d. 8 november 1997, getiteld Toegenomen sterfte van verpleeghuispatiënten bij extreme buitenluchttemperatuur: toename groter bij hitte dan bij koude van V. Borst, J.M.G.A. Schols en J.P. Mackenbach. [B1] 2.1 Onderzoek door het bureau van het Bouwcollege In een aantal onderzoeken [ B2,3,4,5,6] welke door het bureau van het Bouwcollege in de vorm van praktijkinventarisaties en enquêtes zijn gedaan bij verpleeghuizen is gebleken dat het binnenklimaat in met name de zomersituatie door het personeel en de bewoners soms als een probleem wordt ervaren. Uit deze inventarisatie kon niet worden afgeleid dat topkoeling als de oplossing voor het probleem van de hoog oplopende temperatuur kon worden genoemd. Dit werd naar alle waarschijnlijkheid mede veroorzaakt door het ontbreken van allerlei organisatorische maatregelen in een meerderheid van de geënquêteerde verpleeghuizen zoals een heetweerprotocol en een consequent gevoerd zonneschermbeleid. Uit het onderzoek is wel een overzicht samengesteld van organisatorische maatregelen die in verpleeghuizen uitgevoerd kunnen worden om de temperatuurstijging in de ruimten zoveel mogelijk te beperken. Om tot hardere criteria te komen voor het te handhaven binnenklimaat, eventueel aan te brengen bouwkundige en installatietechnische voorzieningen en mogelijke alternatieve oplossingen voor de beheersing van het binnenklimaat, zijn een aantal onderzoeksvoorstellen geformuleerd: - duidelijker criteria voor het binnenklimaat in de zomerperiode. - omvang van de problematiek inclusief mogelijke kostenconsequenties. - inventariseren van mogelijke alternatieve installatietechnische oplossingen. - een evaluatie uitvoeren naar de ervaringen tijdens zomerperiodes bij enkele verpleeghuizen die in de voorbereidingsfase doorgerekend zijn met een gevalideerd computerprogramma en positief beoordeeld zijn aangaande een acceptabel binnenklimaat. Met name dit laatste punt bleek na verdere uitwerking zeer arbeidsintensief. Het zou betekenen dat uitvoerige meetprogramma s zouden moeten worden uitgevoerd om alle interne en externe variabelen welke invloed hebben op het thermisch gedrag te meten en te registreren. Ook het resultaat van deze inspanningen zou slechts een beperkt resultaat hebben, namelijk dat aangetoond zou kunnen worden dat het reeds algemeen erkende en gevalideerde computerprogramma waarmee binnenluchttemperaturen berekend kunnen worden valide is. 2.2 Onderzoek Luscuere De eerste drie onderdelen van het verdere onderzoek zijn uitgevoerd door prof.ir. P.G. Luscuere. [B7] Het criterium voor de maximale toelaatbare binnenluchttemperatuur in de zomerperiode dat hij hieruit afleidde was gebaseerd op de statistische analyses van Borst. [B1] Stijging van de mortaliteit zou optreden boven een bepaalde GMW waarde van 22.5 o C (de GMW waarde is de gemiddelde maximale weektemperatuur. Dit is het gemiddelde van zeven optredende dagelijkse temperatuurmaxima). Op grond van berekeningen werd gesteld dat de stijging van de 2
6 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport gemiddelde binnenluchttemperatuur ten opzichte van deze gemiddelde maximale weektemperatuur 5 o C bedroeg. De conclusie werd hierbij getrokken dat in een gemiddeld verpleeghuis een binnenluchttemperatuur 27.5 o C nooit zou mogen worden overschreden. Uitgegaan zou daarbij moeten worden van de heetste zomer in de afgelopen 50 jaar, namelijk 1994, voor het uitvoeren van dimensioneringsberekeningen. Op basis van dit ontwikkelde criterium zijn daarna in voornoemd onderzoek alternatieve oplossingen onderzocht en zijn de kostenconsequenties hiervan nagegaan. 2.3 Second opinion Rutten Met name de afleiding van het bovenvermelde criterium leidde tot nader onderzoek. Dit is uitgevoerd door prof.ir. P.G.S. Rutten, hoogleraar binnenmilieu aan de Technische Universiteit te Eindhoven. De conclusie van dit nadere onderzoek [B8] was dat het criterium van een maximaal toelaatbare binnenluchttemperatuur van 27.5 o C onvoldoende hard was om te kunnen handhaven. Op verzoek van het Bouwcollege is in samenspraak met prof. Rutten een onderzoekplan ontwikkeld waarmee een criterium voor de maximaal toelaatbare temperatuur kon worden aangegeven op basis van de in de literatuur bekende gegevens 3
7 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport 3. VERVOLGONDERZOEK Het onderzoek [B9] is uitgevoerd door prof.ir. P.G.S. Rutten en dr.ir. J.L.M.Hensen, respectievelijk hoogleraar binnenmilieu en wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. 3.1 Overwegingen De overwegingen die aan dit vervolgonderzoek ten grondslag liggen, waren de volgende: - bewezen is dat gemiddelde buitenluchttemperaturen (GMW-waarden) boven een bepaald niveau in 1994 leidden tot een gemiddeld verhoogde mortaliteit over de 150 bestaande verpleeghuizen; - van deze verpleeghuizen is bekend dat ze het hele scala omvatten van bouwfysisch zeer matig tot goed; - van deze verpleeghuizen is verder bekend dat maatregelen om te komen tot beperking van de warmtelast, zoals heetweerprotocollen en een consequent gevoerd zonneschermgebruik, nauwelijks waren ingevoerd; - literatuuronderzoek leverde alleen kwalitatieve, maar geen kwantitatieve gegevens op ten aanzien van stijging van mortaliteit bij hogere luchttemperaturen; - het onderzoek van Borst kan zoals uit het second opinion rapport gebleken is niet leiden tot een goed onderbouwd wetenschappelijk criterium, waarmee eenduidig het verband kan worden gelegd tussen de binnenluchttemperatuur en een stijging van mortaliteit; - onderzoek geeft aan dat het ontwikkelen van betrouwbare criteria op grond van huidige kennis niet mogelijk is, dan wel aan tal van hypothesen onderhevig is. 3.2 Randvoorwaarden Naast bovenstaande overwegingen zijn er tevens een aantal randvoorwaarden, die sinds 1994 veranderd zijn, en wel: - in nieuwbouwplannen voor verpleeghuizen wordt standaard uitgegaan van een goede bouwfysische schil, beperkt glasoppervlak, elektrisch bedienbare buitenzonwering, een steenachtige constructie (thermische massa) en, indien mogelijk, van thermisch open plafonds; - nieuwbouwplannen voor verpleeghuizen worden door het Bouwcollege beoordeeld op de bouwfysische kwaliteit, waardoor de optredende temperatuurstijging zoveel mogelijk beperkt wordt. Dit houdt in dat het huidige verpleeghuisbestand bouwfysisch zeker niet overeenkomt met de doorsnede van de verpleeghuizen van 1994; - al vele jaren wordt door het Bouwcollege geadviseerd om in verpleeghuizen de luchtbehandelingsinstallaties zodanig te ontwerpen dat koeling later toegepast kan worden (lege koelsectie in de luchtbehandelingskast); - vanaf 2001 is het toegestaan de kosten voor het aanbrengen van een koelinstallatie in verpleeghuizen in de bouwaanvraag op te nemen; 4
8 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport 3.3 Onderzoeksvragen Op grond van bovenstaande overwegingen en randvoorwaarden zijn de volgende onderzoeksvragen gedefiniëerd. 1 Wat is bekend uit literatuuronderzoek over metabolisme en kledingweerstand van oudere, bedlegerige, vrijwel niet mobiele patiënten? 2 Bereken de gevoeligheid van ouderen voor hogere temperaturen De berekeningen uitvoeren met het model van Fanger, waarop ook de huidige internationale norm met betrekking tot thermische behaaglijkheid de NEN-ISO 7730 is gebaseerd. Indicatief zijn hieruit gevoeligheden aan te geven voor afwijkende binnencondities. (Dit model van Fanger is binnen de Westerse wereld een algemeen aanvaard rekenkundig model gebaseerd op een groot aantal praktijkmetingen, waarmee de mate van tevredenheid van gebruikers als maatstaf kan worden genomen bij het beoordelen van het thermisch binnenklimaat. Het resultaat van het model van Fanger, de voorspelde gemiddelde uitspraak Predicted Mean Vote (PMV), is een getal tussen 3 en +3 dat de gemiddelde thermische waardering van een grote groep personen voorspelt. Een situatie wordt als behaaglijk gedefiniëerd indien de PMV-waarde ligt tussen 0,5 en +0,5. Wanneer onder alle omstandigheden aan deze voorwaarden moet worden voldaan, kan dit leiden tot grote en dure klimaatinstallaties. Daarom wordt toegestaan dat gedurende een bepaald percentage (10% van de werktijd) deze PMV-waarde mag worden overschreden.) 3 Hoe groot is de kans op zeer hoge buitenluchttemperaturen gedurende zomerperiodes over de afgelopen 40 jaar? (Hierbij wordt opgemerkt dat bij het ontwerp van een klimaatinstallatie voor zomeromstandigheden in de utilitaire bouw algemeen wordt uitgegaan van een gemiddelde zomer, namelijk 1964). 4 Bereken voor een bouwfysisch goed ontworpen verpleegkamer op diverse oriëntaties voor een gemiddeld jaar de optredende binnenluchttemperaturen zowel met als zonder topkoeling. 5
9 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport 4. RESULTATEN 4.1 Literatuuronderzoek In een literatuuronderzoek aangevuld met directe contacten met vooraanstaande onderzoeksinstituten op het gebied van thermische behaaglijkheid in de wereld, is een overzicht samengesteld van het activiteitenniveau, metabolisme en kledingweerstand (clo-value) van liggende, zittende en lopende patiënten. Een belangrijke conclusie hierbij is dat met name voor liggende patiënten de acceptabele temperatuur lager dient te zijn dan voor zittende en lopende patiënten. De thermisch isolerende werking van het bed verdrievoudigt de effectieve thermische weerstand van de kleding van bedlegerige mensen ten opzichte van gebruikelijke kleding in woon-werkomstandigheden. 4.2 Berekeningen met het model van Fanger Bij berekeningen met het Fanger model betekent dit dat een PMV waarde van 0.5 voor een liggende patiënt wordt bereikt bij 25.5 o C. Op basis van gebruikelijke modellen en criteria voor thermische behaaglijkheid leidt dit tot een gewenst binnentemperatuurbereik van 22.5 tot 25.5 o C. 4.3 Frequentie van optredende buitenluchttemperaturen In overzichten over een periode van 40 jaar ( ) zijn de frequenties van optredende buitenluchttemperaturen gegeven zowel voor een driedaags voortschrijdend gemiddelde maximale dagtemperatuur als voor een weekgemiddelde maximale dagtemperatuur. Extreme zomers komen gemiddeld 1 keer per 10 jaar voor. De frequentie is echter toegenomen gedurende het laatste decennium. Uit de simulatie van de binnenluchttemperaturen voor de zomers van blijkt dan ook dat het aantal overschrijdingsuren per jaar gestegen is gedurende het laatste decennium. 4.4 Berekende binnenluchttemperaturen in verpleeghuiskamers zonder en met topkoeling Voor een normale verpleeghuiskamer (de uitgangscondities en de randvoorwaarden staan vermeld in B8) zijn over een periode van 40 jaar berekeningen uitgevoerd van de optredende binnenluchttemperaturen. Variabelen hierbij zijn verder: de oriëntaties van het vertrek, berekeningen met en zonder verlaagd plafond en berekeningen met en zonder een installatie voor topkoeling. De belangrijkste resultaten zijn aldus samen te vatten: - Topkoeling geeft een aanzienlijke reductie in het aantal overschrijdingsuren voor de thermische behaaglijkheidgrens van 25 o C.Voor een gemiddelde zomer (1964) wordt het aantal overschrijdingsuren met 70% gereduceerd (van 300 naar 80) en voor een extreme zomer (1995) met ca. 50% (van 900 naar 420). - De regeling van de topkoeling is kritisch in het verder terugbrengen van dit aantal overschrijdingsuren. Een verlaging van het inschakelpunt van de topkoeling van de bovengrens van thermische behaaglijkheid (25 o C) naar de ondergrens (22 o C) leidt tot een verdere reductie van het aantal overschrijdingsuren met 50% in een extreme zomer (220 uren in plaats van 420). 6
10 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport - De invloed van het weglaten van een akoestisch plafond op de overschrijdingsuren is beperkt tot een verdere15-20% reductie. 7
11 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport 5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN - Deze studie ondersteunt de reeds in gang gezette maatregelen waardoor topkoeling in nieuw te bouwen verpleeghuizen mogelijk is. Dit beleid zal worden gecontinueerd. - Topkoeling is noodzakelijk voor alle zomers ervan uitgaande dat nieuw te bouwen verpleeghuizen een hoge bouwfysische kwaliteit hebben. Voor de gemiddelde zomer is topkoeling op zich voldoende om de overschrijdingsuren binnen aanvaardbare grenzen te houden. Voor extreme zomers is het optimaliseren van het inschakelpunt van de topkoeling uitermate belangrijk. Door de regeling van de topkoeling te optimaliseren met betrekking tot de inschakeltemperatuur en de mate van tempering van de buitenluchttemperatuur kan het aantal overschrijdingsuren aanzienlijk worden verminderd, waardoor een acceptabel klimaat kan worden gehandhaafd. Het aantal overschrijdingsuren van 25 o C komt dan op 220 en van 27 o C op 30 voor een jaar. Het is natuurlijk belangrijk om hierbij de buitenluchttemperaturen in een extreme zomer als randvoorwaarde te nemen, en niet het standaard referentiejaar Voor langetermijnontwikkelingen dient rekening te worden gehouden met een toenemende kans op extreme zomers. Bovendien ligt het in de lijn der verwachting dat met toenemende welvaart ook de comforteisen van bewoners zullen toenemen. - Het bureau van het Bouwcollege zal betrokken worden bij de aanpassing van de Nederlandse richtlijnen: Ontwerp binnencondities en thermische behaaglijkheid van gebouwen, van de Stichting ISSO. - Ontwikkelingen en research op het gebied van thermische behaaglijkheid voor ouderen zullen worden gevolgd aan de hand van nationale en internationale congressen op het gebied van binnenklimaat. 8
12 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen Signaleringsrapport 6. LITERATUUR - B1. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG), d.d. 8 november 1997, getiteld Toegenomen sterfte van verpleeghuispatiënten bij extreme buitenluchttemperatuur: toename groter bij hitte dan bij koude van V. Borst, J.M.G.A. Schols en J.P. Mackenbach. V. Borst. Hittebestendig?. Sterfte onder verpleeghuisbewoners tijdens hitteperioden. Scriptie in het kader van de opleiding tot verpleeghuisarts aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Raamsdonkveer, mei B2.Cbz. Onderzoek inzake de klimatologische situatie in verpleeghuizen. 22 april Voortgangsnotitie - B3. Cbz. Binnenklimaat in verpleeghuizen in de zomersituatie. 4 november Aanbiedingsnotitie. - B4. Cbz. Binnenklimaat in verpleeghuizen en ziekenhuizen. 3 november Voortgangsnotitie. - B5. Cbz. Binnenklimaat in verpleeghuizen en ziekenhuizen. 2 februari Voortgangsnotitie. - B6. Cbz. Binnenklimaat in verpleeghuizen. 27 juni Voortgangsnotitie. - B7. Luscuere. Prof.ir. P.G. Raadgevend technies buro Van Heugten bv. Eindrapportage onderzoeksrapport Verpleeghuizen in de kou. 6 juni B8. Rutten. Prof.ir. P.G.S.; Hensen. Dr.ir. J.L.M. Second opinion op het concept eindrapport verpleeghuizen in de kou van door Raadgevend Technies buro Van Heugten BV. 8 juni B9. Eindrapport. Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen in Nederland in de zomersituatie. Prelude B.V. 14 juni
13 Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen in Nederland in de zomersituatie Rapport aan: College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen CBZ Postbus GB Utrecht 14 juni 2002 PRelude B.V.
14 Rapport: Thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen in Nederland in de zomersituatie Opdrachtgever: College Bouw Ziekenhuis Postbus GB Utrecht Contact persoon: Rapporteur: ir H.J.Nicolaas Prelude B.V. Lingsforterweg BB Arcen Tel: Auteurs: prof.ir P.G.S. Rutten doc.dr.ir J.L.M. Hensen PRelude rapport nr: Datum rapportage: 14 juni 2002 Pagina s: Illustraties: Tabellen: Bijlagen: Alle opdrachten van Prelude B.V. worden aanvaard en uitgevoerd volgens RVOI, laatste uitgave en inclusief de supplementen. Niets van de inhoud van dit rapport mag aan derden ter hand worden gesteld zonder voorafgaande toestemming van zowel de opdrachtgever als PRelude B.V. PRelude B.V. Page 1 of 50
15 Samenvatting Dit rapport beoogt inzicht te verschaffen in de volgende relevante aspecten voor het ontwerpen van verpleeghuizen in Nederland met betrekking tot thermische behaaglijkheid van verpleeghuisbewoners: 1. Zomerse binnencondities nodig voor thermische behaaglijkheid van bedlegerige en minder-mobiele verpleeghuisbewoners. 2. Statistische gegevens van zomerse buitenluchttemperaturen gedurende een voldoende lange periode. 3. Optredende binnentemperaturen in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen met en zonder topkoeling in gemiddelde en extreme zomers. 4. Thermische behaaglijkheid in bovenstaande verpleeghuizen. De onderzoeksmethodiek omvat gericht literatuuronderzoek en computer simulatie van thermische behaaglijkheid in verpleeghuizen, statistische analyse van buitenluchttemperatuur over een periode van 40 jaar, computer simulatie van zomerse binnenluchttemperaturen in een overeenkomstige periode, en evaluatie van de resultaten ter voorspelling van de thermische behaaglijkheid in bouwfysisch goed ontworpen verpleegkamers met en zonder topkoeling in gemiddelde en extreme zomers in Nederland. Dit heeft geleid tot de volgende hoofdconclusies van het onderzoek: Uit literatuuronderzoek en computersimulatie van thermische behaaglijkheid blijkt: 1. De thermisch isolerende werking van het bed verdrievoudigd de effectieve thermische weerstand van de kleding van bedlegerige mensen ten opzichte van gebruikelijke kleding in woon-werkomstandigheden. 2. Op basis van gebruikelijke modellen en criteria voor thermische behaaglijkheid leidt dit tot een gewenst binnentemperatuurbereik van o C. Uit statische analyse van weergegevens blijkt: 3. Het middelen van maximale dagtemperaturen over 3 dagen of per week resulteert in verwaarlozing van de hogere waarden. Bijvoorbeeld gedurende 40 jaar zijn er maar 3 weken (21 dagen) met weekgemiddelde maximum temperatuur boven de 30 o C, terwijl er in werkelijkheid 93 dagen zijn geweest met een maximum dagtemperatuur boven de 30 o C. Uit simuleren van binnentemperaturen blijkt: 4. De keuze van de berekeningsperiode voor de zomer is uitermate belangrijk. De overschrijdingsuren voor 25 o C in extreme zomers zoals 1975, 1976, 1994 en 1995 zijn ongeveer driemaal zo hoog als voor het vaak gebruikte referentiejaar PRelude B.V. Page 2 of 50
16 5. Topkoeling geeft een aanzienlijke reductie in het aantal overschrijdingsuren voor de thermische behaaglijkheidgrens van 25 o C. Voor een gemiddelde zomer (1964) wordt het aantal overschrijdingsuren met 70% gereduceerd (van 300 naar 80) en voor een extreme zomer (1995) met ca. 50% (van 900 naar 420). 6. De regeling van de topkoeling is kritisch in het verder terug brengen van dit aantal overschrijdingsuren. Een verlaging van het inschakelpunt van de topkoeling van de bovengrens van thermische behaaglijkheid (25 o C ) naar de ondergrens (22 o C) leidt tot een verdere reductie van het aantal overschrijdingsuren met 50% in een extreme zomer (220 uren in plaats van 420). 7. De invloed van weglaten van akoestisch plafond op de overschrijdingsuren is beperkt tot een verdere15-20% reductie. Uit evaluatie van bovenstaande blijkt: 8. Topkoeling is noodzakelijk voor alle zomers. Voor de gemiddelde zomer is topkoeling op zich voldoende om de overschrijdingsuren binnen aanvaardbare grenzen te houden. Voor extreme zomers is het optimaliseren van het inschakelpunt van de topkoeling uitermate belangrijk. De overschrijdingsuren van 25 o C liggen dan bij 220 en van 27 o C op 30 uren voor een jaar. 9. Uit de simulatie van de zomers van blijkt dat de overschrijdingsuren gestegen zijn gedurende het laatste decennium. We bevelen het volgende aan: 1. Toepassing van topkoeling nadrukkelijk te overwegen, met als uitgangspunt dat nieuw te bouwen verpleeghuizen een hoge bouwfysische kwaliteit hebben. 2. De regeling van de topkoeling te optimaliseren met betrekking tot de inschakeltemperatuur en de mate van tempering van de buitenluchttemperatuur, om ook gedurende extreme zomers een acceptabel thermisch binnenklimaat te kunnen handhaven. Het is natuurlijk belangrijk om hierbij de buitenluchttemperaturen in een extreme zomer als randvoorwaarde te nemen, en niet het standaard referentiejaar Voor lange termijn ontwikkelingen rekening te houden met een toenemende kans op extreme zomers. Bovendien ligt het in de lijn der verwachting dat met toenemende welvaart ook de comforteisen van bewoners zullen toenemen. PRelude B.V. Page 3 of 50
17 Inhoud Samenvatting 2 1 Inleiding 5 2 Samenvatting van onderzoeksactiviteiten 5 3 Conclusies 7 4 Aanbevelingen 10 Literatuur 11 Bijlagen: 1 Conclusies Second Opinion Verpleeghuizen in de kou 12 2 Literatuuronderzoek 14 3 Voorspellingen thermische behaaglijkheid 16 4 Buitenluchttemperatuur De Bilt Computermodel verpleegkamers 26 6 Simulaties en resultaten 28 7 Correlatie maximale binnen- en buitenluchttemperatuur 45 PRelude B.V. Page 4 of 50
18 1 Inleiding Dit rapport betreft een vervolgstudie op Verpleeghuizen in de kou door Raadgevend Technies Buro Van Heugten bv, de Second Opinion door Rutten en Hensen (2001), en het daarop volgende overleg met het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen. De belangrijkste conclusies uit het voorgaande werk zijn samengevat in bijlage 1. Het doel van de vervolgstudie is om inzicht te geven in de volgende zaken. 1. Onder welke zomerse binnenmilieu condities is er sprake van thermische behaaglijkheid voor bedlegerige en minder-mobiele verpleeghuisbewoners. 2. Statistische gegevens van zomerse buitenluchttemperaturen in Nederland gedurende een voldoende lange periode. 3. Optredende binnentemperaturen in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen met en zonder topkoeling 1 in gemiddelde en extreme zomers. 4. Voorspellingen ten aanzien van thermische behaaglijkheid in gemiddelde en extreme zomers in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen met en zonder topkoeling. 2. Samenvatting van de onderzoeksactiviteiten Om op deze vragen een antwoord te geven zijn de volgende onderzoeksactiviteiten verricht. Onder welke zomerse binnenmilieu condities is er sprake van thermische behaaglijkheid voor bedlegerige en minder-mobiele verpleeghuisbewoners. 2.1 Gericht literatuuronderzoek naar spreiding in kledingweerstand en metabolisme van verpleeghuisbewoners; i.c. oudere, bedlegerige of vrijwel niet-mobiele patiënten. Zie bijlage Computersimulatie van thermische behaaglijkheid bij verpleeghuisbewoners op basis van de resultaten uit bovengenoemd literatuuronderzoek. Het voorspellen van de gevoeligheid van verpleeghuisbewoners voor binnentemperaturen die afwijken van optimale condities. Zie bijlage 3 1 Topkoeling is in principe een beperkte koelcapaciteit overeenkomend met de hoeveelheid voelbare warmte die aan de toegevoerde buitenlucht ontrokken moet worden om die 5 K in temperatuur te doen dalen. PRelude B.V. Page 5 of 50
19 Statistische gegevens van zomerse buitenluchttemperaturen in Nederland gedurende een voldoende lange periode. 2.3 Statistische analyse van de luchttemperatuur gegevens voor De Bilt per uur gedurende 40 jaar van 1 januari 1961 t/m 31 december 2000 waarbij de volgende kengetallen zijn bepaald: maximum luchttemperatuur per dag, 3- daags voortschrijdend gemiddelde maximum dagtemperatuur, en weekgemiddelde maximum dagtemperatuur. Zie bijlage 4 Optredende binnentemperaturen in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen met en zonder topkoeling in gemiddelde en extreme zomers. 2.4 Bouwen en kalibreren van computermodellen voor een tweetal bouwfysisch goed ontworpen verpleegkamers met en zonder topkoeling. Zie bijlage Simulaties ter voorspelling van de optredende binnenluchttemperaturen gedurende 40 jaar, een referentie jaar en een warmer dan gemiddeld jaar. De simulaties zijn uitgevoerd voor zinvolle permutaties van diverse geveloriëntaties, met en zonder akoestisch plafond, met en zonder topkoeling. Zie bijlage Statistische analyse van de voorspelde binnentemperaturen in relatie tot de onder 2.3 genoemde kengetallen. Zie bijlage 7 Voorspellingen ten aanzien van thermische behaaglijkheid in gemiddelde en extreme zomers in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen met en zonder topkoeling. 2.7 Evaluatie van de samenhang tussen de onder 2.1 t/m 2.6 genoemde resultaten. PRelude B.V. Page 6 of 50
20 3. Conclusies Uit deze onderzoeken worden de volgende conclusies getrokken. Onder welke zomerse binnenmilieu condities is er sprake van thermische behaaglijkheid voor bedlegerige en minder-mobiele verpleeghuisbewoners. 3.1 Uit literatuuronderzoek blijkt dat de thermische weerstand van kleding bij bedlegerige verpleeghuisbewoners aanzienlijk hoger is dan bij mensen in normale woon- en werkomgeving. Door de thermisch isolerende werking van het bed is de effectieve thermische weerstand in de orde van 2 3 clo voor bedlegerige mensen versus clo in woon-werkomstandigheden. 3.2 De op simulaties gebaseerde voorspellingen ten aanzien van thermische behaaglijkheid van verpleeghuisbewoners zijn samengevat in onderstaande tabel. Hieruit blijkt de temperatuurrange van o C te voldoen voor alle onderzochte situaties. Opgemerkt moet worden dat deze voorspellingen gelden voor een zogenaamde predicted mean vote (PMV) range van Bij gezonde mensen komt dit overeen met een predicted percentage of dissatisfied (PPD) van 10%. Uit literatuur blijkt overigens dat bij gelijke PMV de PPD voor zieke mensen hoger is dan voor gezonde mensen. Tabel 3.1 Thermisch behaaglijke operatieve temperatuur (To 2 ) in de zomersituatie uitgaande van een Predicted Mean Vote (PMV) van +/- 0.5 (zie Bijlage 3) patiënt in bed met laken + zomerdeken patiënt in bed met alleen laken patiënt zittend in stoel patiënt niet in bed en in stoel o C o C o C o C Statistische gegevens van zomerse buitenluchttemperaturen in Nederland gedurende een voldoende lange periode. 3.3.Om de gedachte te bepalen komen temperaturen boven de 20 o C gemiddeld 50 dagen per jaar voor, boven de 25 o C gemiddeld 12 dagen per jaar, en boven de 30 o C gemiddeld 1 dag per jaar. 3.4 Door de weekgemiddelde maximum dagtemperatuur te hanteren in plaats van de maximum dagtemperatuur op zichzelf, worden hoge waarden afgekapt. Ter illustratie, gedurende 40 jaar zijn er maar 3 weken (21 dagen) met gemiddelde maximum temperatuur boven de 30 o C, terwijl er in 2 Operatieve temperatuur is de temperatuur van een uniforme, iso-thermische, zwarte omgeving waarin een persoon dezelfde hoeveelheid warmte zou uitwisselen door straling en convectie als in de werkelijke, niet-uniforme omgeving. PRelude B.V. Page 7 of 50
21 werkelijkheid 93 dagen zijn geweest met een maximum dagtemperatuur boven de 30 o C. Optredende binnentemperaturen in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen met en zonder topkoeling in gemiddelde en extreme zomers. 3.5 De keuze van de berekeningsperiode voor de zomer is uitermate belangrijk. Ter illustratie, de overschrijdingsuren van 25 o C binnenluchttemperatuur voor de extreme zomers van 1975, 1976, 1994 en 1995 zijn ongeveer drie maal zo veel als voor het vaak gebruikte referentiejaar Dit geldt zowel voor topkoeling (900 versus 300 uur overschrijding van 25 o C) als zonder topkoeling (400 versus 80 uur overschrijding van 25 o C). 3.6 Over de periode blijkt een toename van het aantal overschrijdingsuren per jaar gedurende het laatste decennium. 3.7 Topkoeling resulteert in een aanzienlijke reductie van de overschrijdingsuren. Zoals geïllustreerd in Tabel 3.2, in de orde van 50% gedurende extreme zomers en in de orde van 70% in een gemiddelde zomer. Tabel 3.2 Overschrijdingsuren van 25 o C binnenluchttemperatuur voor standaardvertrek met west oriëntatie 1964 extreme zomer (1995) topkoeling topkoeling met zonder met (inschakelpunt 22 o C) met (inschakelpunt 25 o C ) zonder akoestisch met plafond zonder Door de topkoeling reeds in werking te stellen bij de ondergrens van de bandbreedte voor thermische behaaglijkheid (inschakelpunt bij 22 o C, zie tabel 3.1) in plaats van de bovengrens (25 o C ) wordt de bufferwerking van de thermische massa vergroot en de piekkoellast verlaagd. Dit resulteert in een reductie van nogmaals 50% van de overschrijdingsuren voor extreme zomers, zoals te zien is in Tabel Voor een gemiddelde zomer blijkt dat het weglaten van een akoestisch plafond leid tot een verdere reductie van overschrijdingsuren in de orde grootte van 15% tot 20% Voor een gemiddelde zomer (1964) blijkt de invloed van de geveloriëntatie relatief groot te zijn te zijn. Ter illustratie, uitgaande van topkoeling, zijn de overschrijdingsuren van 25 o C binnenluchttemperatuur voor noord oriëntatie 45, voor oost en zuid 60, en voor west 80. PRelude B.V. Page 8 of 50
22 3.11 Er bestaat een lineair verband tussen de gemiddelde maximale binnenluchttemperatuur gedurende een bepaalde dag en de bijbehorende maximale buitenluchttemperatuur. Het maakt hierbij niet uit of de maximale buitenluchttemperatuur wordt betrokken op die dag, het voorschrijdend gemiddelde van 3 dagen (3DRMM) of de betreffende week (MMW). Echter de spreiding om dit gemiddelde in de maximale binnenluchttemperatuur is aanzienlijk en neemt toe naarmate de periode van middeling korter is. Bovendien blijkt dat er geen eenduidig verband bestaat tussen de maximale binnentemperatuur en het kengetal voor de maximale buitentemperatuur Bij topkoeling is de maximale binnenluchttemperatuur gedurende een bepaalde dag minder sterk afhankelijk van de bijbehorende maximale buitenluchttemperatuur. Bovendien wordt de spreiding van de maximale binnenluchttempatuur bij een bepaalde maximale buitenluchttemperatuur kleiner door toepassing van topkoeling. Voorspellingen ten aanzien van thermische behaaglijkheid in gemiddelde en extreme zomers in bouwfysisch goed ontworpen verpleeghuizen met en zonder topkoeling Uit tabel 3.2 blijkt dat voor alle zomers topkoeling noodzakelijk is. Het aantal overschrijdingsuren voor thermische behaaglijkheid bij toepassing van topkoeling is aangegeven in onderstaande tabel. Tabel 3.3 Overschrijdingsuren van 25 o C en 27 o C binnenluchttemperatuur voor standaardvertrek met west oriëntatie en akoestisch plafond 1964 extreme zomer (1995) topkoeling vanaf 25 o C 22 o C 25 o C overschrijdings 25 o C uren boven 27 o C Voor de gemiddelde zomer is topkoeling voldoende om het aantal overschrijdingsuren binnen aanvaardbare grenzen te houden Extreme zomers komen gemiddeld 1 keer per 10 jaar voor. De frequentie is echter toegenomen gedurende het laatste decennium. Gedurende extreme zomers is het aantal overschrijdingsuren (420) onacceptabel bij standaardregeling van de topkoeling. Dit aantal kan echter sterk worden gereduceerd door het topkoeling-inschakelpunt te verlagen van 25 o C naar 22 o C binnenluchttemperatuur. PRelude B.V. Page 9 of 50
23 4. Aanbevelingen We bevelen het volgende aan: 4.1 Met als uitgangspunt dat nieuw te bouwen verpleeghuizen een hoge bouwfysische kwaliteit hebben, bevelen we toepassing van topkoeling aan. 4.2 Om ook gedurende extreme zomers een acceptabel thermisch binnenklimaat te kunnen handhaven is het nodig om de regeling van de topkoeling te optimaliseren met betrekking tot de inschakeltemperatuur en de mate van tempering van de buitenluchttemperatuur. Het is natuurlijk belangrijk om hierbij de buitenluchttemperaturen in een extreme zomer als randvoorwaarde te nemen en niet het standaard referentiejaar Voor lange termijn ontwikkelingen is het sterk aan te bevelen rekening te houden met een toenemende kans op extreme zomers. Bovendien ligt het in de lijn der verwachting dat met toenemende welvaart ook de comforteisen van bewoners zullen toenemen. PRelude B.V. Page 10 of 50
24 Literatuur ASHRAE Handbook of Fundamentals, Ch. 8 Thermal Comfort, American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers, Atlanta. ASHRAE Handbook of Applications, Ch. 7 Health Care Facilities, American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers, Atlanta. ASHRAE Standard 55 Thermal environmental conditions for human occupancy, American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers, Atlanta. Fanger Thermal comfort, analysis and applications in environmental engineering, McGraw-Hill, New York. ISO Standard 8996 Ergonomics -- Determination of metabolic heat production, International Organization for Standardization. ISO Standard Moderate thermal environments - Determination of the PMV and PPD indices and specification of the conditions for thermal comfort, International Organization for Standardization. McCullough E A, P J Zbikowski and B W Jones Measurement and prediction of the insulation provided by bedding systems, in ASHRAE Transactions, Vol 93, Part 1, pp , American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers, Atlanta. Olesen B W Guidelines for comfort, in ASHRAE Journal, nr. 8, pp , American Society of Heating, Refrigerating and Air-Conditioning Engineers, Atlanta. Parsons K C and L H Webb Thermal Comfort Requirements for People with Physical Disabilities, Rutten P G S en J L M Hensen Second Opinion concept eindrapport Verpleeghuizen in de kou van 15 april 2001 door Raadgevend Technies Buro Van Heugten BV, PRelude rapport nr , aan College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen. PRelude B.V. Page 11 of 50
25 Bijlage 1 Conclusies Second Opinion Verpleeghuizen in de kou De conclusies van Rutten en Hensen in Second Opinion - Verpleeghuizen in de kou zijn: Uit dit onderzoek worden de volgende conclusies getrokken (gegroepeerd naar onderzoeksvraag). Ligt de grens waarboven een significante stijging van de mortaliteit van de betreffende verpleeghuisbewoners is vast te stellen bij een GMWwaarde van 22,5 ºC? 1. De exacte (zo die bestaat) grenswaarde waarboven de mortaliteit significant stijgt kan alleen worden vastgesteld wanneer meer gelijkwaardige (over hetzelfde verpleeghuisbestand) mortaliteitsgegevens beschikbaar zijn over andere jaren, ook met zulke hoge temperaturen. 2. Op basis van de beperkte thans beschikbare gegevens van met name het jaar 1994 lijkt er sprake te zijn van een grenswaarde van ca C. Bewijs van de significantie van dat jaar is ons vooralsnog onbekend. 3. Uit de literatuur volgt dat voor de relatie mortaliteit en temperatuur kennelijk een periodeduur van drie dagen relevant is. De waarde van GMW is evenwel sterk afhankelijk van de periodeduur en of deze wordt gebaseerd op kalenderweken of voortschrijdende gemiddelden. Zowel de SIG Zorginformatie als de KNMI bieden de mogelijkheid om mortaliteit en weergegevens alsnog voor kortere perioden te analyseren. Is de conclusie juist dat voor een gemiddeld verpleeghuis de maximaal toelaatbare binnentemperatuur 27,5 ºC mag bedragen? 1. Beschouwingen van een alternatieve onderzoekswerkwijze duiden erop dat het criterium voor 27,5 C voor de maximale binnentemperatuur (om in het bestaande bestand van verpleeghuizen de mortaliteit niet significant te laten stijgen bij hogere temperaturen) voorbarig en arbitrair is. Op welke wijze kan, indien het antwoord op b) ontkennend is, een criterium voor de maximaal toelaatbare binnentemperatuur worden gegeven? Een gedetailleerd onderzoekplan is voorgesteld in bijlage 3. Dit plan bestaat uit de volgende stappen: 1. Bepaling van de GMW grenswaarde 2. Bepaling van representatieve verzameling van verpleegkamers. 3. Bepaling van het criterium voor maximale toelaatbare temperatuur. Hier worden twee verschillende strategieën voorgesteld om het criterium te bepalen. Voor beide strategieën is onderzoek vereist om de consequenties, ook de economische, in kaart te brengen en de PRelude B.V. Page 12 of 50
26 haalbaarheid vast te stellen. 4. Bepaling van toegestane overschrijdingsuren. 5. Bepaling van ontwerprichtlijnen voor de nieuwbouw. Het is uitermate belangrijk dat het verpleegkamerbestand qua samenstelling op zijn minst gelijk blijft in kwaliteit. Daarom kan een van de twee voorgestelde strategieën slechts worden toegepast voor bestaande bouw. Richtlijnen moeten worden samengesteld voor duurzaam en gezonde nieuwbouw. Deze conclusies zijn vervolgens in overleg met College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen in de volgende algemene conclusies verwoord: Bewezen is dat gemiddelde buitenluchttemperaturen (GMW-waarden) boven een bepaald niveau leiden tot verhoogde mortaliteit gemiddeld over de 150 bestaande verpleeghuizen in Van deze verpleeghuizen is bekend dat ze het hele scala omvatten van bouwfysisch zeer matig tot goed. Van deze verpleeghuizen is bekend dat maatregelen om te komen tot beperking van de warmtelast, zoals Heet Weer Protocollen nauwelijks waren ingevoerd. Literatuurrecherches leverden allen kwalitatieve maar geen kwantitatieve gegevens op ten aanzien van stijging van mortaliteit bij hogere luchttemperaturen. Onderzoek geeft aan dat het ontwikkelen van betrouwbare criteria complex is. Het onderzoek van Borst kan niet leiden tot een goed onderbouwd wetenschappelijk criterium waarmee éénduidig het verband kan worden gelegd tussen de binnenluchttemperatuur, het comfort en een stijging van mortaliteit. Nieuwbouwplannen voor verpleeghuizen gaan standaard uit van een goede bouwfysische schil, beperkte glasoppervlak, elektrisch bedienbare buitenzonwering, een steenachtige constructie (thermische massa) en open plafonds. Nieuwbouwplannen voor verpleeghuizen worden door het CBZ beoordeeld op de bouwfysische kwaliteit hetgeen de optredende temperatuurstijging zoveel mogelijk beperkt. Dit houdt in dat de huidige nieuwe verpleeghuizen bouwfysisch zeker niet overeen komen met doorsnede van de verpleeghuizen van Tevens wordt al jaren geadviseerd om in verpleeghuizen de luchtbehandelinginstallaties zodanig te ontwerpen dat koeling later toegepast kan worden.(d.w.z. een lege koelsectie in de LB-kast) Vanaf 2001 is het toegestaan de kosten voor het aanbrengen van een koelinstallatie in voornoemde verpleeghuizen in de aanvraag op te nemen. PRelude B.V. Page 13 of 50
27 Bijlage 2 Literatuuronderzoek Het al dan niet thermisch behaaglijk zijn van een bepaalde omgeving wordt bepaald door omgevingsfactoren en persoonsgebonden factoren. De belangrijkste omgevingsfactoren zijn luchttemperatuur, gemiddelde stralingstemperatuur, relatieve vochtigheid, en luchtsnelheid. De belangrijkste persoonsgebonden factoren zijn thermische weerstand van de kleding en metabolisme (vooral afhankelijk van activiteiten niveau). In Bijlage 3 worden voorspellingen gedaan ten aanzien van de gewenste omgevingsfactoren voor verpleeghuisbewoners, te weten oudere, bedlegerige of vrijwel niet-mobiele patiënten. Deze bijlage beschrijft de resultaten van een gericht literatuuronderzoek met betrekking tot te hanteren waarden voor de persoonsgebonden factoren: metabolisme en kledingweerstand van oudere, bedlegerige of vrijwel nietmobiele patiënten. Het bronnenmateriaal omvat o.a. de internationale normen op het gebied van thermische behaaglijkheid, de literatuur database van de American Society of Heating, Refrigeration and Air-Conditioning Engineers (ASHRAE), de International Science Citation Index, en diverse technische en algemene zoekmachines op het world-wide-web. Daarnaast is ook rechtstreeks contact opgenomen met een aantal bekende onderzoekers op het gebied van thermische behaaglijkheid bij patienten zoals Prof Ken Parsons, Human Thermal Environments Laboratory, Loughborough University, UK, Dr Jorn Toftum en Dr Thomas Lund-Madsen, International Centre for Indoor Environment and Energy, Technical University Denmark, Prof Elizabeth A. McCullough, Institude for Environmental Research, Kansas State University, en Dr Gail Brager, Center for the Built Environment, University of California. De resultaten kunnen als volgt worden samengevat. Activiteitenniveau en metabolisme Tabel 2.1 Activiteitenniveau en metabolisme, uit ASHRAE Handbook of Fundamentals, Chapter 8 Thermal Comfort. Resting W.m -2 met Sleeping Reclining Seated, quiet Standing, relaxed PRelude B.V. Page 14 of 50
28 Tabel 2.2 Activiteitenniveau en metabolisme, uit: ISO Standard 8996 Ergonomics Determination of metabolic heat production. Activity W.m -2 W Resting Tabel 2.3 Activiteitenniveau en metabolisme, uit: ASHRAE Standard 55 Thermal environmental conditions for human occupancy Activity W.m -2 met Reclining Seated and quiet Sedentary activity Standing, relaxed Thermische weerstand van kleding Tabel 2.4 Thermische weerstand van kleding, uit: ASHRAE Handbook of Fundamentals, Chapter 8 Thermal Comfort Garment Description I clu,i (clo) sleeveless, short gown (thin) 0.18 sleeveless, long gown (thin) 0.20 short-sleeved hospital gown 0.31 special care long-sleeved, long gown (thick) 0.46 long-sleeved pyjamas (thick) 0.57 winter short-sleeved pyjamas (thin) 0.42 summer long-sleeved, long wrap robe (thick) 0.69 long-sleeved, short wrap robe (thick) 0.48 short-sleeved, short robe (thick) 0.34 Tabel 2.5 Thermische weerstand van beddegoed, uit: McCullough E A, P J Zbikowski and B W Jones Measurement and prediction of the insulation provided by bedding systems. Insulation characteristics of bedding systems I T (clo) at 94.1 % BSAC Sheet 1.9 Sheet + Blanket 2.8 resp. 2.3 summer Sheet + Bedspread (ripcord bedspread) 2.4 Sheet + Bedspread (quilted bedspread) 3.3 winter Sheet + Comforter 4.0 BSAC = body surface area covered by bedding system PRelude B.V. Page 15 of 50
29 Bijlage 3 Voorspellingen thermische behaaglijkheid De huidige internationale normen met betrekking tot thermische behaaglijkheid, zoals ISO 7730 (1990) en de aanstaande uitgave van ASHRAE 55 (Olesen 2000), zijn gebaseerd op de theorie en het rekenmodel van Fanger (1970). Uit diverse studies, zoals bijvoorbeeld door Parsons en Webb (1997), is gebleken dat de theorie van Fanger in principe ook geldig is voor mensen met fysieke gebreken zoals in het geval van verpleeghuisbewoners. Aangezien thermische behaaglijkheid sterk samenhangt met de warmtehuishouding van de mens, ligt het in de lijn der verwachting dat de normale theorie niet zal kloppen wanneer de warmtehuishouding is verstoord, zoals bijvoorbeeld bij patienten met een verhoogde lichaamstemperatuur. Bovengenoemd rekenmodel (zoals o.a. geformuleerd in ISO 7730 (1990) kan worden gebruikt om de optimale operatieve temperatuur (To) te voorspellen, die behoort bij een bepaalde waarde van de zogenaamde Predicted Mean Vote (PMV). De PMV is de gemiddelde beoordeling van de thermische omgeving door een grote groep personen met allemaal dezelfde kledingweerstand en hetzelfde activiteitenniveau. PMV=0 komt overeen met een neutrale beoordeling. PMV=0.5 correspondeert met een gemiddelde beoordeling beetje warm. PMV=-0.5 correspondeert met een gemiddelde beoordeling beetje koel. In termen van Predicted Percentage of Dissatisfied, komen de waarden 0.5 < PMV < 0.5 overeen met minder dan 10% ontevredenen binnen een grote groep personen met allemaal dezelfde kledingweerstand en hetzelfde activiteitenniveau. Overigens bleek uit het onderzoek van Parsons en Webb (1997) dat bij mensen met fysieke gebreken welliswaar de PMV gelijk blijft, maar dat de PPD hoger is; m.a.w. bij PMV=0.5 is PPD>10%. De voorspellingen kunnen als volgt worden samengevat. Tabel 3.1 Thermisch behaaglijke operatieve temperatuur (To) op basis van kledingweerstand (clo) en metabolisme (met) uit Bijlage 2 Zomer Winter Voor- en najaar clo patient in bed met laken + deken To (PMV=0) To (PMV= -0.5) To (PMV= +0.5) clo patient in bed met alleen laken To (PMV=0) To (PMV= -0.5) To (PMV=+0.5) clo patient uit bed met zittend in stoel To (PMV=0) To (PMV= -0.5) To (PMV= +0.5) clo patient uit bed met bewegend To (PMV=0) To (PMV= -0.5) To (PMV= +0.5) PRelude B.V. Page 16 of 50
30 De voorspellingen voor PMV=0 zijn grafisch weergegeven in Figuur 3.1. Hieruit blijkt duidelijk dat met name de situatie van bedlegerige patienten geheel valt buiten het normale gebied geldend voor de normale woon- en werksituatie. Figuur 3.1 Optimale operatieve temperatuur op basis van de voorspellingen in Hoofdstuk 3 voor PMV=0, d.w.z. PPD < 5%. Ter vergelijking, ASHRAE (1999) beveelt aan voor patientenkamers in verpleeghuizen gedurende het hele jaar T o = 24 o C en voor special care verpleeghuizen T o = o C PRelude B.V. Page 17 of 50
31 Bijlage 4 Buitenluchttemperatuur De Bilt In deze bijlage wordt nader ingegaan op de uurlijkse luchttemperatuur gegevens voor De Bilt van 1 januari 1961 t/m 31 december 2000 (40 jaren = dagen = uren). Zoals numeriek geïllustreerd in Tabel 4.1 zijn de volgende kengetallen bepaald. Voor iedere afzonderlijke dag is de maximum luchttemperatuur (daily maximum of DM) bepaald. In bovenvermelde periode is die maximaal 34.7 o C en minimaal 10.9 o C (d.w.z. op de koudste dag was de maximum luchttemperatuur 10.9 o C). Het 3-daags voortschrijdend gemiddelde maximum dagtemperatuur (3- day running mean maximum of 3DRMM) De weekgemiddelde (zaterdag t/m vrijdag) maximum dagtemperatuur (mean maximum week of MMW). Tabel 4.1 Illustratie van de berekening van bovengenoemde kengetallen. Daily Max [degc] 3DRMM [degc] MMW [degc] Date Weekday 01/01/ Sun /01/ Mon /01/ Tue /01/ Wed /01/ Thu /01/ Fri /01/ Sat /01/ Sun /01/ Mon /01/ Tue /01/ Wed /01/ Thu /01/ Fri In Tabel 4.2 zijn de frequentieverdelingen en cumulatieve verdelingen te zien over de periode De figuren op de daarop volgende pagina s tonen dezelfde informatie maar dan grafisch en uitgedrukt in aantal uren gemiddeld per jaar. PRelude B.V. Page 18 of 50
32 Tabel 4.2 Frequentieverdeling en cumulatieve verdeling over de periode van maximum dagtemperatuur (daily maximum of DM), 3-daags voortschrijdend gemiddelde maximum dagtemperatuur (3-day running mean maximum of 3DRMM) en weekgemiddelde (zaterdag t/m vrijdag) maximum dagtemperatuur (mean maximum week of MMW).. DM Cummul. Freq. 3DRMM Cummul. Freq. MMW Cummul. Freq. Interval [degc] DM Freq. 3DRMM Freq. MMW Freq. -11 to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to to PRelude B.V. Page 19 of 50
Nieuwe wegen in comfort van kantoorgebouwen. Door: ir. E.N. t Hooft
Nieuwe wegen in comfort van kantoorgebouwen Door: ir. E.N. t Hooft 1 INHOUD PRESENTATIE Inleiding Binnenmilieu Thermisch comfort Beoordelingsmethoden Consequenties ATG-methode Conclusie 2 FASEN IN BOUWPROCES
Nadere informatieBinnenklimaat in de zorg wie z n zorg?! Roberto Traversari TNO Centrum Zorg en Bouw
Binnenklimaat in de zorg wie z n zorg?! Roberto Traversari TNO Centrum Zorg en Bouw Heeft u het warm? Wellicht wel na het beantwoorden van de volgende vragen voor uw situatie Wat is volgens U het binnenklimaat?
Nadere informatieThermische comfortonderzoek nabij de balie in Flux Technische Universiteit Eindhoven van Aarle, M.A.P.; Diepens, J.F.L.
Thermische comfortonderzoek nabij de balie in Flux Technische Universiteit Eindhoven van Aarle, M.A.P.; Diepens, J.F.L. Gepubliceerd: 17/04/2015 Document Version Uitgevers PDF, ook bekend als Version of
Nadere informatieAdaptief thermisch comfort verklaard met Fanger-model
Adaptief thermisch comfort verklaard met Fanger-model Over thermisch comfort is de Predicted Mean Vote (PMV; Predicted Percentage of Dissatisfied (PPD)) een alom bekende en veel gebruikte prestatie-indicator
Nadere informatieTHERMISCH COMFORT VAN TUFSTENEN LEEFRUIMTES IN CAPPADOCIË
THERMISCH COMFORT VAN TUFSTENEN LEEFRUIMTES IN CAPPADOCIË Petra Briggen en Lisje Schellen, Technische Universiteit Eindhoven, unit Building Physics and Systems Binnen dit onderzoek is het thermisch comfort
Nadere informatieIntroductie 4/25/2013. Impacts of climate change on the indoor environmental and energy performance of buildings Klimaatadaptatiemaatregelen op
4/25/2013 Kennisconferentie Deltaprogramma 2013 Impacts of climate change on the indoor environmental and energy performance of buildings op Part of Climate Proof Cities consortium of the gebouwniveau:
Nadere informatieJBo/ /NRe Rotterdam, 29 januari 2003
Notitie 20021236-4: Het ClimaRad ventilatieconcept en het thermische binnenklimaat in de zomerperiode. JBo/20021236-4/NRe Rotterdam, 29 januari 2003 1. Inleiding. In opdracht van Brugman Radiatoren is
Nadere informatiePRAKTIJKONDERZOEK THERMISCH COMFORT
PRAKTIJKONDERZOEK THERMISCH COMFORT VERGELIJKING VAN DE ATG-METHODE MET DE GTO-METHODE IN DE PRAKTIJK ir. M. van Beek, TU Delft faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, momenteel werkzaam bij Peutz
Nadere informatieDe invloed van een dynamisch binnenklimaat op thermisch comfort en productiviteit
De invloed van een dynamisch binnenklimaat op thermisch comfort en productiviteit ir. Lisje Schellen L.Schellen@tue.nl NVvA 27-11-2009 Inhoud Inleiding Experiment Methoden Resultaten Discussie Conclusie
Nadere informatieThermisch Binnenklimaat als Gebouwprestatie
Thermisch Binnenklimaat als Gebouwprestatie Kees (ir. A.C.) van der Linden Matthijs (M.) Kerssemakers Technische Universiteit Delft 1 Atze (ir. A.C.) Boerstra Arjen (ir. A.K.) Raue Boerstra Binnenmilieu
Nadere informatieNIVEAU 3: ANALYSE. INLEIDING Expertise
SOBANE methode: Thermische omgevingsfactoren NIVEAU 3: ANALYSE INLEIDING Expertise PREVENTION Doelstellingen Het risico van thermische belasting of ongemak evalueren onder de omstandigheden die tijdens
Nadere informatieWanneer is het te warm om te werken?
Bewaakt permanent het binnenklimaat van gebouwen Evalueert van op afstand de werking van de installaties Optimaliseert samen met u het energieverbruik Wanneer is het te warm om te werken? METIZ T. +32
Nadere informatieTekst: Cees van de Sande
Het lijkt zo vanzelfsprekend als we zeggen dat klaslokalen zijn gemaakt om optimaal te kunnen leren. Helaas is dat niet altijd het geval. Het klimaat in klaslokalen kan zelfs een negatief effect op de
Nadere informatie~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen"
~omazo..... j\ Hoofdbedrijfs(hap l'v Ambachte'ß -c TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen" AUTOMATISCHE ZONWERING BESPAART ENERGIE EN VERBETERT BINNENKLIMAAT Automatische zonwering kan op kantoor en
Nadere informatieVoorbeeld. Preview NEN-EN-ISO Gematigde thermische binnenomstandigheden.
Nederlandse NEN-EN-ISO 7730 Gematigde thermische binnenomstandigheden. Bepaling van de PMV- en de PPD-waarde en specificatie van de voorwaarden voor thermische behaaglijkheid (ISO 7730:1994) Moderate thermal
Nadere informatieCondens niet binnen maar buiten
Condens niet binnen maar buiten Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Artikel voor De BouwAdviseur 4 juni 1999 Condens op de ruit van een auto is een normaal verschijnsel. Condens op de
Nadere informatieIs adaptieve thermische behaaglijkheid relevant voor de Nederlandse situatie? 1
Is adaptieve thermische behaaglijkheid relevant voor de Nederlandse situatie? 1 Doc.dr.ir. Jan Hensen 2 en Ing. Lada Centnerova, PhD 3 Samenvatting De oorspronkelijke bedoeling van dit artikel was het
Nadere informatie3 november 2014. Inleiding
3 november 2014 Inleiding In 2006 publiceerde het KNMI vier mogelijke scenario s voor toekomstige veranderingen in het klimaat. Het Verbond van Verzekeraars heeft vervolgens doorgerekend wat de verwachte
Nadere informatieSamenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05
Nadere informatieBinnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten
Binnenlucht kwaliteit in verpleegtehuizen en het effect op de verspreiding van infectieziekten Marije te Kulve BEZO 14-10-2013 Supervisors: Prof.dr. H.S.M. Kort, TU/e Dr.ir. M.G.L.C. Loomans, TU/e Ir.
Nadere informatieNatuurlijke ventilatie van leslokalen
Natuurlijke ventilatie van leslokalen Seminar Actiflow - CFD in de bouw 20 mei 2011 ir. Henk Versteeg Inhoud presentatie Introductie LBP SIGHT Binnenmilieu basisscholen Ventilatie basisschool De Schakel
Nadere informatieDe rekenresultaten laten zien
Nieuwe beoordelingsmethode thermische binnenklimaat Thermische behaaglijkheid in kantoren Sinds kort is er in Nederland, naast de TO en GTOmethode, een nieuwe methode beschikbaar om het thermische binnenklimaat
Nadere informatieKlimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland
Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering
Nadere informatieInterieur klimaatanalyse
Interieur klimaatanalyse 2 en 3 maart 2015 in Amersfoort Uitgevoerd door: Prof. Dr. Ing. Peter Marx, Beuth Hochschule, Berlin Dipl. Ing. Matthias G. Bumann, DIMaGB, Berlin S A M EN V A T T I N G EN C O
Nadere informatieNieuwe Nederlandse comfortnormen nader bekeken
Nieuwe Nederlandse comfortnormen nader bekeken Normen en richtlijnen voor thermisch comfort, waaronder ISO 7730, worden voortdurend bijgewerkt en aangepast. Dit artikel geeft een beknopt overzicht van
Nadere informatieBinnenklimaateisen: waar gaat het binnen Europa naar toe?
Binnenklimaateisen: waar gaat het binnen Europa naar toe? ir. Atze Boerstra BBA Binnenmilieu www.binnenmilieu.nl IBPSA TVVL TUE 14 september 2006, Eindhoven Richting ADAPTATIE alias met de buitentemperatuur
Nadere informatie2. EISEN BINNENKLIMAAT
2. EISEN BINNENKLIMAAT 2.1 Kwaliteit Als veel van het binnenklimaat afhangt, zoals bij de productie van micro-elektronische componenten, teelt van klimaatgevoelige gewassen, conservering van onvervangbare
Nadere informatieDe winst van een gezond binnenklimaat
De winst van een gezond binnenklimaat Wat hebben 5.000.000.000 en de huisstofmijt met elkaar te maken? Dat ontdekt u in het komende half uur! Het spel De prijs Proefvraag 1. Heeft u thuis een gezond binnenklimaat?
Nadere informatieONE. Simulations. Onderzoeksrapport CFD Simulaties. Klimaat in een klaslokaal voorzien van een Easy-Klima klimaatplafond. Datum: 17 oktober 2012
Onderzoeksrapport CFD Simulaties Klimaat in een klaslokaal voorzien van een Easy-Klima klimaatplafond Datum: 17 oktober 2012 BV T: +31 (0)715680900 Schipholweg 103 F: +31 (0)715289559 2316 XC Leiden E:
Nadere informatiePersoonlijke beïnvloeding van het binnenklimaat: effect op comfort, gezondheid & productiviteit
Bouwfysica Kennisdag NVBV 14 juni 2017 Persoonlijke beïnvloeding van het binnenklimaat: effect op comfort, gezondheid & productiviteit dr.ir. Atze Boerstra HOE HET BEGON IN AUTO S BIJNA NOOIT BINNENKLIMAATKLACHTEN,
Nadere informatieAdaptieve thermisch comfort richtlijnen in het buitenland
Adaptieve thermisch comfort richtlijnen in het buitenland ir. Atze Boerstra, BBA Boerstra Binnenmilieu Advies ISSO symposium Thermisch Binnenklimaat 10 november 2005 Rigide eis oude normen: Winter binnen:
Nadere informatieCondensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing
Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Condens niet binnen maar buiten Condens op de ruit van een auto is een normaal verschijnsel.
Nadere informatieOmgevingsfactoren op de arbeidsplaatsen De temperatuur
Omgevingsfactoren op de arbeidsplaatsen De temperatuur Dr. Maurits De Ridder D.G. Humanisering van de arbeid, FOD WASO Vakgroep maatschappelijke gezondheidkunde, Universiteit Gent Belgian Society for Occupational
Nadere informatieDYNAMISCHE SIMULATIES NOOD AAN KWALITEITSKADER?
DYNAMISCHE SIMULATIES NOOD AAN KWALITEITSKADER? IBPSA 18/3/2019 Ing. Geert Bellens Adviseur comfort en binnenklimaat sinds 2003 2003-2007: Projectleider duurzaam bouwen Eerste ervaringen met passiefkantoren,
Nadere informatieWat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen?
Wat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen? Pagina 1 van 6 Inhoud Inhoud... 2 Klimaatklachten... 3 Welke klachten zijn het meestal?... 3 Klimaatonderzoek kan klimaatklachten verbeteren...
Nadere informatieMaisonette woning links Maisonette woning rechts
Temperatuuroverschrijding berekening Om te bepalen of het in de zomer te warm wordt in de woningen is ervoor gekozen om een temperatuuroverschrijding berekening te maken. Deze berekening geeft aan hoe
Nadere informatieProf. Dr. H.A.M. (Hein) Daanen. Warm Aanbevolen. Defensie en Veiligheid. Faculteit Bewegingswetenschappen, VU Amsterdam
Prof. Dr. H.A.M. (Hein) Daanen Warm Aanbevolen Defensie en Veiligheid Faculteit Bewegingswetenschappen, VU Amsterdam Overzicht TNO Thermoregulatie Warmtebalans Problemen met kou en hitte Normen 2 TNO is
Nadere informatieKlimatiseringsconcepten voor de toekomst
Klimatiseringsconcepten voor de toekomst Klimaatinstallaties in bijv. kantoren worden in de praktijk ontworpen op basis van computersimulaties, waarbij gebruik wordt gemaakt van ruim 40 jaar oude weergegevens
Nadere informatieTemperatuur oppervlaktewater,
Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde watertemperatuur
Nadere informatieDe minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, In het overleg op 27 september met de leiding van de Gezondheidsraad bracht u
Nadere informatiebestbuildingconcept Ingenieursbureau voor comfort en energie in gebouwen
Oververhitting in scholen: aandachtspunten Zeer vaak krijgen wij de vraag om de oververhitting van een school te bestuderen. Dit gebeurt via een dynamische simulatie waarbij een aantal typelokalen worden
Nadere informatieRobuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid
Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De
Nadere informatieKlimaatverandering & schadelast. April 2015
Klimaatverandering & schadelast April 2015 Samenvatting Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek, onderdeel van het Verbond, heeft berekend in hoeverre de klimaatscenario s van het KNMI (2014) voor klimaatverandering
Nadere informatieTemperatuur oppervlaktewater,
Indicator 1 maart 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde watertemperatuur
Nadere informatieKengetallen. E-5 MPR-Kwaliteit. Inleiding. MPR 24 uur. 4 Betekenis van MPR 24 uur
Kengetallen E-5 MPR-Kwaliteit Inleiding Via Melkproductieregistratie (MPR) worden gegevens over de melk-, vet en eiwitproductie van de veestapel verzameld. Deze gegevens zijn de basis van managementinformatie
Nadere informatieAdaptieve Temperatuurgrenswaarden
Adaptieve Temperatuurgrenswaarden Praktijkonderzoek naar de nieuwe Nederlandse richtlijn voor de beoordeling van het thermische binnenklimaat in kantoorgebouwen Marco van Beek Augustus 2006 Adaptieve Temperatuurgrenswaarden
Nadere informatieGebouwprestatiesimulaties voor passieve klimaatadaptatiemaatregelen: studie voor een rijwoning
Gebouwprestatiesimulaties voor passieve klimaatadaptatiemaatregelen: studie voor een rijwoning Twan van Hooff (a,b), Bert Blocken (a,b), Jan Hensen (a), Harry Timmermans (c) (a) Building Physics and Services,
Nadere informatieBlootstelling aan hitte bij zelfstandig wonende ouderen
Met subsidie van Blootstelling aan hitte bij zelfstandig wonende ouderen GGD Gelderland-Midden Joris van Loenhout Moniek Zuurbier GGD Groningen Amanda le Grand Frans Duijm Universiteit Utrecht Gerard Hoek
Nadere informatieRgd. Thermohygrisch comfort
Rgd 2 Thermohygrisch comfort Het thermohygrisch comfort in de huisvesting moet zodanig zijn dat de gezondheid van gebruikers en bezoekers niet nadelig beïnvloed wordt en een optimale uitvoering van het
Nadere informatieIs het te heet in school? 1
Is het te heet in school? 1 In scholen loopt de temperatuur vaak erg hoog op. Een binnentemperatuur boven 25 graden heeft een duidelijk ongunstige invloed op het leerproces. Als de temperatuur dagen lang
Nadere informatieDe variatie van de Performance Ratio van zonnestroom installaties volgens de Siderea PV Simulator.
SIDEREA adviesburo voor duurzame energie. opbrengstberekeningen en simulaties voor zonnestroom. De variatie van de Performance Ratio van zonnestroom installaties volgens de Siderea PV Simulator. Inleiding
Nadere informatieBijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt
Bijlage 1 Toelichting kwantitatieve analyse ACM van de loterijmarkt 1 Aanpak analyse van de loterijmarkt 1. In het kader van de voorgenomen fusie tussen SENS (o.a. Staatsloterij en Miljoenenspel) en SNS
Nadere informatieRapport Geluidsniveaumetingen bij Oosterpark
Rapport Geluidsniveaumetingen bij Oosterpark Update dd. 26 oktober 2018 (versie 2) Update dd. 19 november 2018 (versie 3 ; hoofdstuk 4 toegevoegd) 1. Inleiding In het kader van de discussie rond de bomenkap
Nadere informatieKenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen
Nadere informatieEen rekentool voor de architect
Koelen door middel van (nacht)ventilatie Een rekentool voor de architect P4 Peiling Paula van den Brom 1320025 12 december 2012 Begeleiders: Wim van der Spoel Peter van den Engel Lab coordinator: Regina
Nadere informatieCopyright SBR, Rotterdam
Zon en ramen Zon en ramen Regels voor de keuze van raamgrootte en zonwering voor gebouwen zonder mechanische koeling 74 I Stichting Bouwresearch / Kluwer Technische Boeken B.V. - Deventer - Antwerpen
Nadere informatieEen effectieve donormailing: vooral personen tussen de 45 en 49 jaar Zomer 2006
Deze factsheet is geschreven door RD Friele en R Coppen van het NIVEL in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. Versie
Nadere informatieMeteorologische gegevens,
Bron: KNMI (2010, 2011). Indicator 30 november 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Voor
Nadere informatieGevolgen nieuwe referentieklimaatjaren volgens NEN 5060
Gevolgen nieuwe referentieklimaatjaren volgens NEN 5060 Voor de beoordeling van het thermische comfort in gebouwen wordt gebruik gemaakt van simulatieprogramma s waarmee het gebouw op vertrekniveau, inclusief
Nadere informatieApril Effecten van salderen tussen handhavingspunten
April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart
Nadere informatieCirculaire THERMISCHE OMGEVINGSFACTOREN
OVERMATIGE KOUDE EN WARMTE PRINCIPE Codex V.1 behandelt de blootstelling aan thermische omgevingsfactoren tijdens het en heeft tot doel de nemers te beschermen tegen extreme thermische omgevingsfactoren.
Nadere informatieOPENBAAR EIND RAPPORT
Project titel WiFi II JIP (wave impacts on fixed wind turbines II joint industry project) Project nummer : TEW0314003 (MARIN ref 28845) Versie : Versie 1 31032017 Project coördinator : Project partners
Nadere informatieTechnical Inspection Service
Technical Inspection Service Bijlage XX bij de Vraagspecificatie Werkzaamheden TIS Gebouwinstallaties Versie 2.0 13-04-2012 Van Auteur TIS Branchevereniging R.G.D. Kenmerk Versie 2.0 Datum 13/04/2012 Bestand
Nadere informatiePresentatie CFD-simulatie
Presentatie CFD-simulatie Raadhuis Gemeente Castricum Martin Eimermann en Robert Rodenburg maandag 1 oktober 2007 Inleiding Vintis installatieadviseurs BV Het ontwerp Doel simulatie 2 Agenda Wat is comfort?
Nadere informatieStudie naar energiebesparing en thermisch gedrag van een Balco glazen balkon
Studie naar energiebesparing en thermisch gedrag van een Balco glazen balkon Door: Joop Neinders (ir.) Ingenieursbureau ter Horst (IBTH B.V.) Boekelose Stoomblekerij 49, 7548 ED, Enschede, Nederland 2
Nadere informatie25 jaar NVBV gefeliciteerd! THERMISCH COMFORT TOEN EN NU STRENGERE EISEN, BETERE GEBOUWEN? Peter Wapenaar
21 mei 2015 25 jaar NVBV gefeliciteerd! THERMISCH COMFORT TOEN EN NU STRENGERE EISEN, BETERE GEBOUWEN? Peter Wapenaar Hoe was het voordien? Bouwkundig: -Isolatie na oliecrisis -Dubbel glas / Thermopane
Nadere informatieMeer comfort en minder energiegebruik met intelligente zonlichtregulering. Wouter Beck Hunter Douglas Europe
1 Meer comfort en minder energiegebruik met intelligente zonlichtregulering Wouter Beck Hunter Douglas Europe 2 Onderwerpen Zonlicht de grootste vrije energiestroom op aarde Invloed van zonlicht op comfort,
Nadere informatieCollege bouw ziekenhuisvoorzieningen
College bouw ziekenhuisvoorzieningen Postbus 3056 3502 GB Utrecht T (030) 298 31 00 F (030) 298 32 99 E cbz@bouwcollege.nl I www.bouwcollege.nl SIGNALERINGSRAPPORT inzake WONEN EN ZORG OP MAAT Uitgebracht
Nadere informatieTevredenheidsnormering HBO-monitor
Tevredenheidsnormering HBO-monitor Inleiding In de HBO-monitor zijn vragen geformuleerd waarmee afgestudeerden hun mening kunnen uiten over hun positie op de arbeidsmarkt en tevredenheid over de genoten
Nadere informatieCompetentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde
Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))
Nadere informatieEvacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw
Evacuatie van bedlegerige patiënten uit een gebouw Afstudeeronderzoek TU/e 27 juni 2013 Ir. N. (Niels) Strating www.chri.nl Agenda Introductie Cauberg-Huygen Inleiding Experimenten Experimentele Resultaten
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieWij maken uw gebouw beter Een beter comfort en binnenklimaat Een lager energieverbruik en CO2 uitstoot. Waarom passiefscholen soms te warm worden
Wij maken uw gebouw beter Een beter comfort en binnenklimaat Een lager energieverbruik en CO2 uitstoot Waarom passiefscholen soms te warm worden Een passiefschool, comfortabel toch? De Tijd 14/9/2016 Nog
Nadere informatieAdaptieve Temperatuurgrenswaarden (ATG)
Adaptieve Temperatuurgrenswaarden (ATG) Deel 1: Theoretische achtergronden van de nieuwe richtlijn voor de beoordeling van het thermisch binnenklimaat S.R. Kurvers, 1,2, A.C. van der Linden 1, A.C. Boerstra
Nadere informatieGevoelstemperatuur, voetballen bij extreme kou.
Gevoelstemperatuur, voetballen bij extreme kou. Geert Groen (KNMI) February 22, 2011 Abstract In de pers werd in februari 2011 ingegaan op het wel of niet spelen van de wedstrijd van FC Twente tegen Rubin
Nadere informatieComfortklachten. Hoe objectief meten en hoe de oorzaak vaststellen?
Comfortklachten Hoe objectief meten en hoe de oorzaak vaststellen? Wie is Testo? Opgericht in 1957 Wereldwijd marktleider in de productie en verkoop van draagbare meetapparatuur 2.300 medewerkers wereldwijd
Nadere informatieDe waardering van het thermische binnenklimaat in de praktijk
De waardering van het thermische binnenklimaat in de praktijk Dennis Faas BSc. 3 4 De waardering van het thermische binnenklimaat in de praktijk De waardering van het thermische binnenklimaat in de praktijk
Nadere informatieBESTEMMINGSPLAN STEEGSCHE VELDEN OOST TE BEST DOVE GEVELS EN GELUIDSCHERM A2 EN RINGWEG (80 KM/UUR)
BESTEMMINGSPLAN STEEGSCHE VELDEN OOST TE BEST DOVE GEVELS EN GELUIDSCHERM A2 EN RINGWEG (80 KM/UUR) GEMEENTE BEST 5 december 2012 076719270:A - Definitief 110501.201503.1030 Bestemmingsplan Steegsche
Nadere informatieTCGM Praktijkrichtlijn
TCGM Praktijkrichtlijn TEMPERATUUR- EN VOCHT- INVLOEDEN BIJ VLAKPLAATMETINGEN Documentcode: TCGM 03 Datum publicatie 1-0-01 VSL biedt onderdak aan de vier Technische Commissies (TC's) die in Nederland
Nadere informatieNotitie. Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad dvv Betreft: Windhinder
Notitie Datum: 5 februari 2013 Project: Oude Haagweg Uw kenmerk: - Locatie: Den Haag Ons kenmerk: V040746ad.00002.dvv Betreft: Windhinder Versie: 01_001 Inleiding In opdracht van Madevin te Den Haag is
Nadere informatiePilot alternatief vervoer West, tussentijdse evaluatie. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN
Pilot alternatief vervoer West, tussentijdse evaluatie T. Klompmaker De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN 8426 2 6791288 Geachte heer, mevrouw, Met deze brief informeren wij u over
Nadere informatieMeteorologische gegevens,
Bron: KNMI. Indicator 1 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 bedroeg de
Nadere informatieResultaten Conjuntuurenquete 2018
Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere
Nadere informatieONTWERP. Reconstructiebesluit Centrumhalte West. Inrichtingsplan Bussen over West
ONTWERP Reconstructiebesluit Centrumhalte West ten behoeve van het Inrichtingsplan Bussen over West Besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Groningen Nummer: 6008786 Datum:
Nadere informatieOPLEIDING DUURZAAM GEBOUW : PASSIEF EN (ZEER) LAGE ENERGIE
OPLEIDING DUURZAAM GEBOUW : PASSIEF EN (ZEER) LAGE ENERGIE Dag 1.4 Comfortcriteria LENTE 2013 Stéphan Truong Beheerder van de opleiding voor rekening van Leefmilieu Brussel TRAINING.IBGEBIM@ecorce.be 2
Nadere informatieOfferte. Inleiding. Projectopdracht
Offerte aan van Directeur MEVA drs. C.E. M., Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Centrum voor Beleidsstatistiek, Centraal Bureau voor de Statistiek onderwerp Offerte Inkomenspositie Chronisch
Nadere informatieThermische Betonkern Activering Handboek TBA
Uw comfort, onze missie! WTH Vloerverwarming is de toonaangevende leverancier van vloer- en wandsystemen voor verwarmen en koelen. Al meer dan 30 jaar ontwikkelt, produceert en verkoopt WTH met succes
Nadere informatieBeoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen in Nieuwland, Amersfoort. November 2009 GGD Midden-Nederland
Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen in Nieuwland, Amersfoort November 2009 GGD Midden-Nederland Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen
Nadere informatieRegeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg
Catergorie Geestelijke gezondheidszorg: verslavingszorg Regeling referentiekader basiskwaliteitseisen bestaande voorzieningen voor verslavingszorg Regeling College bouw ziekenhuisvoorzieningen tot wijziging
Nadere informatieNORMSTELLING IONISERENDE STRALING UIT BOUWMATERIALEN BEZIEN VANUIT DE PRAKTIJK
NORMSTELLING IONISERENDE STRALING UIT BOUWMATERIALEN BEZIEN VANUIT DE PRAKTIJK synthese tussen milieu, bouwen en wonen Betonvereniging c l u Ir Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving
Nadere informatieStatistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn
Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel
Nadere informatieParkeerbehoefte berekenen, niet schatten
(Bijdragenr. 71) Parkeerbehoefte berekenen, niet schatten Sjoerd Stienstra (ir. Sj. Stienstra Adviesbureau stedelijk verkeer BV) Samenvatting: Parkeerkentallen geven slechts een globale benadering van
Nadere informatieMonitoring van werkelijke comfortbeleving?
Monitoring van werkelijke comfortbeleving? Citation for published version (APA): Kemenade, van, P. L. W., Loomans, M. G. L. C., Opschoor, S., & Hensen, J. L. M. (2014). Monitoring van werkelijke comfortbeleving?
Nadere informatieNieuwe EPBD gerelateerde binnenmilieunorm
Binnenmilieu Atze Boerstra, Bjarne Olesen, Olli Seppänen Input voor ontwerp en energieprestatieberekening Nieuwe EPBD gerelateerde binnenmilieunorm De Europese Organisatie voor Normalisatie (CEN) heeft
Nadere informatieTemperature- and cloud-distribution during daytime for aircraft cooling capacity at Schiphol, climatology 1990-2009. Dirk Wolters
Temperature- and cloud-distribution during daytime for aircraft cooling capacity at Schiphol, climatology 1990-2009 Dirk Wolters April 8, 2010 Abstract On request of an airline-company regarding cooling
Nadere informatieSamenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2
Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht
Nadere informatieBesluit MT Dienst Huisvesting
Nummer : Bijlage 26 bij besluitnr. 108 Datum : 9-08-2007 Afzender : Y. de Weerd - Vastgoed Advisering Kenmerk : DH_VA_002 In deze beleidsnotitie wordt het beleid van de Dienst Huisvesting met betrekking
Nadere informatie1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling
Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen
Nadere informatie