Verbetering van de uitkomsten van taaltherapie bij afasiepatiënten. door transcranial Direct Current Stimulation (tdcs)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verbetering van de uitkomsten van taaltherapie bij afasiepatiënten. door transcranial Direct Current Stimulation (tdcs)"

Transcriptie

1 Verbetering van de uitkomsten van taaltherapie bij afasiepatiënten door transcranial Direct Current Stimulation (tdcs) José de Jong Bachelorthese Klinische Neuropsychologie Universiteit van Amsterdam Studentnummer: Begeleider: Lotte Talsma Datum: 23 juni 2014 Aantal woorden: 6664

2 Abstract In deze literatuurstudie wordt gezocht naar antwoord op de vraag of transcranial Direct Current Stimulation (tdcs), een niet-invasieve manier om het brein te stimuleren, de uitkomsten van taaltherapie bij afasie kan verbeteren. Vijftien tdcs opstellingen komen aan bod. Stimulatie middels de anode (atdcs) van taalgebieden van de linkerhemisfeer (LH) blijkt een additioneel effect te hebben op de resultaten van de taaltherapie, vooral bij chronische afasiepatiënten. Stimulatie middels de cathode (ctdcs) op homologe taalgebieden in de rechterhemisfeer (RH) lijkt dit additionele effect eveneens te hebben, voor zowel chronische patiënten als patiënten in de subacute fase na een CVA. In follow up onderzoek is de duurzaamheid van effecten van atdcs van de LH gemeten tot soms wel drie maanden na het experiment. De kwaliteit van dit soort van onderzoek kan verbeteren door de tdcs stimulatie af te stemmen op individuele patiënten, een groter aantal deelnemers te laten participeren en generalisatie meer te betrekken bij de onderzoeksvraag, zodat de tot nog toe hoopvolle uitkomsten resulteren in gebruik van deze techniek in de klinische praktijk. 2

3 Inhoudsopgave Abstract 2 Inhoudsopgave 3 Inleiding 4 Anodale Stimulatie (atdcs) van de Linkerhemisfeer (LH) 9 Anodale Stimulatie (atdcs) en Cathodale (ctdcs) van de Rechterhemisfeer (RH) 15 atdcs van de RH 15 ctdcs van de RH 16 Bihemisferische Stimulatie: atdcs van LH en ctdcs van RH 19 Conclusie en Discussie 21 Literatuur 26 Bijlage: supplement met drie tabellen in apart pdf. 3

4 Inleiding Nederland telt naar schatting afasiepatiënten. Elk jaar komen daar ongeveer 9500 patiënten bij voornamelijk als gevolg van een Cerebro Vasculair Accident (CVA), een infarct of bloeding in de hersenen. Tot aan zes maanden na het CVA spreekt men van de subacute fase, daarna van de chronische fase (Afasie Vereniging Nederland). In de subacute fase kan spontaan herstel van de afasie plaatsvinden, voor het grootste gedeelte in de periode van twee weken tot drie maanden na het CVA. Ongeveer een vijfde van alle patiënten herstelt spontaan van de afasieklachten (Niewold, 2006). De term afasie, afgeleid van het Griekse woord aphatos, betekent letterlijk geen spraak en is gedefinieerd als een verworven taalstoornis, veroorzaakt door focaal hersenletsel. De stoornis omvat de taalproductie en het taalbegrip zowel bij gesproken als geschreven taal. Het vermogen woorden op te roepen, anomie, is beperkt ten gevolge van het hersenletsel. Als er grammaticale stoornissen in de productie zijn, dan is over het algemeen ook het vermogen om complexe zinnen te begrijpen aangetast. Afasie wordt onderscheiden van spraakstoornissen, die betreffen de articulatie. In de Engelse literatuur is vaak sprake van het begrip speech wat een ruimere betekenis heeft als het Nederlandse begrip spraak, namelijk de gesproken taalproductie (Bastiaanse, 2011). Bij 95 tot 98 procent van de rechtshandige mensen is taal gerepresenteerd in de linkerhersenhelft (LH). Bij ongeveer 70 procent van de linkshandige mensen is dit eveneens het geval. Een laesie in de LH is meestal de oorzaak van afasie. Twee gebieden in de LH zijn vernoemd naar artsen die voor het eerst de taalfunctie ervan ontdekten, Broca en Wernicke. Als een patiënt een laesie heeft in of in de buurt van het gebied van Broca, gelegen in de linker frontaalkwab, zal de articulatie moeizaam zijn en is er sprake van agrammatisme. De patiënt gebruikt dan korte zinnen die vooral bestaan uit inhoudswoorden (zelfstandig 4

5 naamwoorden en werkwoorden) in een eenvoudige syntactische structuur (telegramstijl). Dit wordt wel aangeduid als non-fluent. Bij beschadiging van het gebied van Wernicke is de taalproductie over het algemeen vloeiend ( fluent ) en goed gearticuleerd, maar treden er vaak fonologische (omwisseling van klanken) en semantische (ander inhoudswoord gebruiken) parafasieën op. In ernstige gevallen is de patiënt niet meer te begrijpen en heeft hij geen foutenbesef (Bastiaanse, 2011; Niewold, 2006). Voor 1950 was post mortem onderzoek, zoals bijvoorbeeld Broca dat verrichtte, de enige manier om de plaats van de laesie en de taalfuncties in de hersenen te relateren. Hierna maakten belangrijke ontwikkelingen in de neurologie het mogelijk de hersenen in vivo te bestuderen. Penfield en Roberts gebruikten bijvoorbeeld elektrische stimulaties tijdens operaties ter verlichting van epilepsie aanvallen, om te voorkomen dat ze per ongeluk belangrijke taalgebieden verwijderden. Andere voorbeelden zijn de neuro imaging technieken, CT-scanning en Magnetic Resonance Imaging (MRI), die gebruikt worden om laesies zichtbaar te maken. Met fmri scanning kunnen hersengebieden gedetecteerd worden die actief zijn tijdens de uitvoering van bepaalde taken (Bastiaanse, 2011). Met de noninvasieve stimulatie technieken Trans Magnetische Stimulatie (TMS) en transcraniale Direct Current Stimulation (tdcs) bleek het mogelijk niet alleen gebieden te observeren maar ook te moduleren of uit te schakelen. Hierdoor kreeg men nog beter inzicht in de functies van bepaalde hersengebieden. Transcranial direct current stimulation (tdcs) is een neuromodulatie techniek. Dit betekent dat door het toedienen van stroom op de schedel de rustpotentiaal van de neuronen van het zenuwweefsel onder de electrode veranderd kan worden. Door op de schedel twee electroden te plaatsen, de positieve anode en de negatieve cathode, kan er een laag voltage stroom (1 à 2 ma), die door een aangesloten batterij geleverd wordt, van de anode naar de 5

6 cathode lopen. De twee electroden zijn gemaakt van sponsachtig, goed geleidend materiaal, met een gebruikelijke oppervlakte van 5 bij 7 cm. De anode verhoogt de excitatie van de neuronen in het gebied waarboven de anode geplaatst is en de cathode vermindert deze excitatie. Dit heeft de verandering op de rustpotentiaal tot gevolg. De electrode die niet als actieve electrode wordt gebruikt heet de referentie electrode. Deze wordt meestal op een plek aan de andere kant, contralateraal, buiten de schedel geplaatst, zodat deze electrode geen zelfstandig effect heeft maar alleen dient om de stroom te geleiden door het brein. Uit dierstudies is gebleken dat deze excitatie, of inhibitie van excitatie, verandering teweeg brengt in zowel spontaan vuurgedrag van neuronen als de gevoeligheid voor responsiviteit op synaptische input van afferente neuronen. Aangezien er effecten zijn die zeker een uur duren kan de werking niet alleen toegerekend worden aan het primaire mechanisme op de rustpotentiaal van het neuronale membraam. tdcs modificeert de synaptische micro omgeving en de geobserveerde effecten lijken op die aan leren geassocieerd zijn, long term potentiation (LTP) en de tegenpool long term depression (LTD) (Nitsche, 2011). Mits aan standaardprocedures wordt voldaan, is tdcs een veilige techniek. Deze procedures betreffen de sterkte van het voltage, de duur van de stimulatie, de plaatsing van electroden en uitsluiting van bepaalde patiënten, bijvoorbeeld epileptici of mensen met een implantaat van metaal (Stagg & Nitsche, 2011). Afasie is een diep ingrijpende handicap vanwege het beperken van de communicatieve functies en het daarmee samenhangend sociaal functioneren van de patiënten. Uiteraard heeft dit eveneens grote consequenties voor de mensen in de omgeving van de patiënt. Om afasieklachten te verhelpen of te verminderen krijgen patiënten taaltherapie, Speech and Language Therapy (SLT). Hoe intensiever de therapie is, hoe beter het resultaat ervan (Brady, 2012). Problematisch hierbij is dat de meer intensieve therapieën lastig vol te houden zijn voor de patiënten waardoor de resultaten niet optimaal zijn (Holland 6

7 & Crinion, 2012). Een uitweg uit dit dilemma zou kunnen zijn om de effecten van de SLT te versterken door de toepassing van tdcs tijdens de SLT. Wanneer tdcs de SLT kan verbeteren zijn er mogelijk minder uren therapie nodig voor eenzelfde herstel of is er een betere kwaliteit van het herstel mogelijk met een gelijk aantal uren SLT. De werking van tdcs is behalve bij dieren ook bij mensen onderzocht. Bij tdcs experimenten met gezonde proefpersonen bleken deze beter te presteren op taalopdrachten wanneer taalgebieden in de LH werden gestimuleerd met tdcs dan wanneer deze stimulatie niet plaatsvond. Bij patiënten die door een CVA waren getroffen en bewegingsstoornissen hadden, bleken experimenten met tdcs van het motorgebied M1 tijdens therapie extra verbeteringen te geven dan de therapie zonder deze stimulatie. Deze bevindingen hebben aanleiding gegeven voor het onderzoek met tdcs bij afasiepatiënten (Fiori et al., 2011; Monti et al., 2013). In deze literatuurstudie staan de experimenten centraal die de laatste jaren naar verbetering van SLT bij afasie met behulp van tdcs verricht zijn. De literatuurstudie gaat in op de gebruikte tdcs methodiek, de duur van eventuele behaalde effecten en de generalisatie van deze effecten. In de eerste paragraaf komt de stimulatie via de anode (atdcs) van de LH aan bod. Het theoretische idee hierbij is dat door stimulatie aan de randen van de laesies de nog aanwezige taalfuncties verbeterd worden en de taaltherapie meer effect heeft. In de tweede paragraaf wordt gekeken naar het onderzoek van tdcs van de RH. Er zijn verschillende manieren om dit te doen, stimulering van de homologe taalgebieden middels atdcs en vermindering van de excitatie door de cathode op deze gebieden te plaatsen, ctdcs. Beide manieren worden in een aparte subparagraaf uitgewerkt. In het geval van de atdcs van de RH is de theorie dat deze hersenhelft net als de LH taalfuncties heeft en dat deze, zeker in geval van ernstige beschadigingen aan de LH, beter kunnen functioneren bij stimulatie. De rationale voor de ctdcs van de RH is dat deze gezonde hersenhelft na een 7

8 CVA een inhiberende invloed uitoefent op het functioneren van de LH. Dit kan mogelijk door ctdcs opgeheven worden (You, Kim, Chun, Jung & Park, 2011). Een laatste paragraaf is gewijd aan zeer recent bihemisferisch onderzoek waarbij beide hemisferen onderhevig zijn aan tdcs, de anode verhoogt dan de excitatie in de met taal geassocieerde hersengebieden in de LH en de cathode vermindert de excitatie de homologe gebieden in de RH (Marangolo et al., 2014). 8

9 Anodale (atdcs) van de Linkerhemisfeer Wanneer de cortex gestimuleerd wordt middels atdcs depolariseert het membraam van de neuronen van de gestimuleerde cortex, en worden er vervolgens op synaptisch niveau LTP-achtige veranderingen geobserveerd. Hierdoor kan leren plaatsvinden (Stagg et al, 2011). Mogelijk kunnen spraak- en taaltherapieën (SLT) een groter effect hebben op de taalverbetering van afasiepatiënten door deze stimulatie. Bij gezonde proefpersonen wordt effect op taalgebied gevonden (Fiori et al., 2011), bij CVA patiënten is verbetering van de bewegingstherapie gevonden als het motorgebied in de hersenen, M1, gestimuleerd wordt (Monti et al. 2013; Floeel, 2014). In deze paragraaf worden experimenten besproken waarbij belangrijke taalgebieden, het gebied van Broca en het gebied van Wernicke in de linker hemisfeer (LH) worden gestimuleerd met atdcs. De vraag is of de SLT voor afasiepatiënten hierdoor beter resultaten oplevert. (In tabel 1 van het supplement bij deze studie is een overzicht van de kenmerken en resultaten van de tdcs studies van de LH opgenomen.) Van de acht experimenten die gebieden in de LH stimuleerden met tdcs was dat van Monti et al. (2008) het eerste experiment. Zij vonden geen effect van atdcs van de frontotemporale cortex bij acht chronische non-fluent afasiepatiënten in een within subjects onderzoek. De patiënten benoemden voor en na de stimulatie evenveel woorden in de sham conditie als in de atdcs conditie. De atdcs was echter eenmalig, zonder SLT en duurde 10 minuten. Volgens Baker, Rorden en Fridriksson (2010) was dit een te korte stimulatie voor het vinden van leereffecten. In het onderzoek van Baker et al. werd wel een effect gevonden van de atdcs stimulatie. Zij stimuleerden dagelijks gedurende vijf dagen 20 minuten terwijl een SLT gevolgd werd. Na vijf dagen werd een groter aantal getrainde plaatjes correct benoemd in de atdcs conditie dan in de sham conditie. Dit effect was direct na de vijfde sessie aanwezig, en bleek behouden in de follow up van het onderzoek die een week later 9

10 plaatsvond. Naast de 25 in de SLT getrainde plaatjes onderzochten Baker et al. of het effect zich generaliseerde naar 50 niet getrainde plaatjes. Dat bleek niet het geval. Baker et al. concludeerden na bestudering van de uitkomsten van individuele patiënten dat de generalisatie mogelijk wel gevonden zou worden wanneer er een andere maat genomen zou worden, namelijk reactietijd in plaats van aantal correct benoemde plaatjes. Zeker omdat de afasie mild was in de onderzoeksgroep en sommige proefpersonen hierdoor tegen de maximale score aan zaten, had een gevoeliger maat mogelijk meer inzicht gegeven. In het volgende experiment van deze onderzoeksgroep, dat van Fridriksson, Richardson, Baker, en Rorden (2011), werd behalve voor een andere maat ook voor een homogenere groep patiënten gekozen. De follow up tijd werd verlengd van 1 week naar drie weken. Qua methodiek was het onderzoek vergelijkbaar met dat uit Fridriksson et al. vonden een vermindering in de reactietijd na stimulering met atdcs in vergelijking met de sham stimulering. Deze meting vond ook plaats direct na de vijfde sessie. Ondanks de andere maat werd dit effect niet gevonden voor de niet-getrainde 50 afbeeldingen, het effect generaliseerde zich dus niet. Het gevonden effect op de wel getrainde inhoud bleek in dit experiment eveneens duurzaam, net als in het eerdere experiment van 2010, ondanks dat de follow up nu drie weken na het onderzoek plaatsvond. Een andere onderzoeksgroep voerde eveneens een aantal experimenten uit met atdcs van de LH. Het eerste experiment van deze groep was dat van Fiori et al. (2011). De drie non-fluent afasiepatiënten die aan dit experiment deelnamen, trainden in zowel de atdcs conditie als de sham conditie individuele, en in elke conditie andere, lijsten van 40 woorden. Nu werd het gebied van Wernicke gestimuleerd. Zowel de reactietijden als de accuraatheid van het benoemen van woorden was beter in de atdcs conditie dan in de sham conditie. De trainingssessies hadden dezelfde inhoud als de tests, er werd dus niet gekeken naar generalisatie in dit experiment. Wel was er een follow up van het onderzoek om te bezien of 10

11 de gevonden effecten terug te vinden waren na drie weken. Dat was inderdaad het geval. Een ander onderzoek van deze groep, Marangolo et al. (2011), betrof eveneens een kleine patiëntgroep van drie deelnemers. In dit onderzoek werd het gebied van Broca gestimuleerd en kregen de patiënten een taaltraining gericht op het uitspreken van lettergrepen en woorden. Ook hier werd een grotere vooruitgang gevonden in de conditie waarin atdcs plaatsvond vergeleken met de sham conditie. In de follow up studie werd hier het effect na twee maanden nog teruggevonden. In een experiment van 2 jaar later vonden Marangolo et al. (2013) eveneens effect bij een atdcs opstelling voor chronische non-fluent afasie patiënten. In dit onderzoek, met een within subjects design, kregen de 10 deelnemers vijf dagen, twee keer per dag een SLT training. Er waren drie condities, atdcs van het Wernicke gebied, atdcs van het Broca gebied en een sham stimulatie van óf het Wernicke óf het Broca gebied. De stimulatie vond tegelijk plaats met een zogenaamde conversatietherapie, die na de 20 minuten tdcs-stimulatie nog 40 minuten doorliep. Aan de hand van drie video s met als inhoud dagelijkse onderwerpen, zoals bijvoorbeeld een etentje in een restaurant, werden de patiënten gestimuleerd door de therapeut om te spreken. De gesproken taal werd gescoord in categorieën als betekenisvolheid, complete zinnen en gebruik van werkwoorden. De stimulering van het Broca gebied bleek effectief te zijn, er werd meer betekenisvolle taal, meer zinnen en meer werkwoorden gevonden in de gesproken taal in deze atdcs conditie als in de sham conditie. Marangolo et al. zochten in dit onderzoek expliciet naar generalisatie. In de tests betrokken ze video s die niet in de SLT besproken waren. Hier werd het effect naar wel gegeneraliseerd. Dat het van belang is het juiste gebied te stimuleren, namelijk het gebied dat de bepaalde taak ook uitvoert blijkt uit het niet vinden van effect in de conditie met de atdcs van het gebied van Wernicke. Daar werd geen verschil gevonden vergeleken met de sham conditie. Deze uitkomst was als verwacht vanwege de betrokkenheid van het gebied van 11

12 Broca, en niet dat van Wernicke, bij het herstel van informative words, zoals de onderzoekers ze noemden. Dit idee lag eveneens ten grondslag aan het gebruik van de MRI scans in de al eerder genoemde experimenten van de onderzoeksgroep van Baker et al. (2010). Zij zochten aan de hand van de individuele MRI scans bij iedereen de hersengebieden op die het best gestimuleerd konden worden, aan de randen van de laesies, de zogenaamde perilesionale gebieden. Als de stimulatie plaatsvindt boven de laesie zelf, er zelfs helemaal mee samenvalt, dan heeft de stimulatie geen effect. Wanneer er een gebied gestimuleerd wordt wat niet gebruikt wordt voor een bepaalde taak dan heeft de stimulatie eveneens geen effect. Wanneer er meerdere sessies plaatsvonden van SLT met tegelijkertijd atdcs werd in alle bovengenoemde experimenten effect gevonden van atdcs van de LH. Dit gold niet voor het experiment van Polanowska, Lesniak, Seniow, Czepiel, en Czlonkowska (2013). In dit experiment betrof het patiënten in de subacute fase, tussen één en zes maanden na het CVA. Daarnaast verschilde het experiment van de eerder genoemde onderzoeken in het studiedesign, between subjects, en het feit dat de spraak en taaltherapie (SLT) niet tegelijk maar na de tdcs plaatsvond. Dit laatste hoeft een effect echter niet in de weg te zitten omdat de werking van tdcs langer kan aanhouden (Nitsche et al., 2008). Polanowska et al. vonden een groot trainingseffect voor beide condities, de sham conditie en de atdcs conditie. Er waren echter geen verschillen in het benoemen van de plaatjes tussen de twee groepen, en geen verschillen tussen de beide groepen in de reactietijd, de tijd voordat een plaatje werd benoemd. Alleen in de follow up studie na drie weken zagen Polanowska et al. een verschil, de reactietijd t.o.v. de baseline meting was blijvend significant verminderd in de atdcs groep en dit was niet het geval in de sham groep. De conclusie dat de trainingseffecten voor wat betreft de reactietijd duurzamer zijn voor de atdcs vergeleken met die van de sham is in dit geval gerechtvaardigd. De discrepantie tussen de bevindingen van Polanowska et al. en de 12

13 eerder genoemde onderzoeken hebben waarschijnlijk te maken met de subacute fase waarin de patiënten zich bevinden. Juist in deze fase vindt spontaan herstel plaats na een CVA (Niewold, 2006). Dit heeft mogelijk tot gevolg dat de verschillen tussen de sham conditie en de atdcs conditie minder groot zijn. In het experiment van Polanowska et al. (2013) werd alleen een effect gevonden van de atdcs gevonden in de follow up gegevens. Een ander experiment waar geen effect gevonden werd van atdcs op corticale taalgebieden van de LH was dat van You et al. (2011). Deze patiënten bevonden zich net als die van Polanowska et al. in de subacute fase. In deze fase zijn er sowieso verbeteringen, dus de stimulatie heeft dan mogelijk nauwelijks extra effect. Daarbij geeft You et al. zelf aan dat vier proefpersonen in de groep die de LH stimulatie kreeg necrose (afsterving van zenuwweefsel) hadden in het gestimuleerde gebied. Op een totaal aantal van zeven proefpersonen is dat een groot verschil. Mogelijk is dit de reden dat er geen effect van de atdcs is gevonden in plaats van de subacute staat, mogelijk spelen beide factoren een rol. In de hierboven beschreven experimenten wordt bij het merendeel, vijf van de acht, een effect gevonden van de atdcs stimulering van de LH. De getrainde woorden of de gesprekken worden beter opgehaald, sneller en / of vaker benoemd in de stimulerende conditie als in de sham conditie (Baker et al., 2010; Fiori et al., 2011; Fridriksson et al., 2011; Marangolo et al., 2011; Marangolo et al., 2013). In al deze experimenten bleken de positieve effecten een later stadium nog zichtbaar. De follow up termijnen verschilden in tijd van één week tot 3 maanden na het experiment, maar de effecten waren in alle follow ups blijvend. De effecten bleken zich over het algemeen niet te generaliseren naar een andere inhoud als die getraind was. Het generaliseren naar een andere inhoud is voor het kunnen gebruiken in het dagelijks leven van de patiënten, van belang. Zowel Baker et al. als Fridriksson et al. die dit expliciet in hun experiment hadden opgenomen, vonden geen generalisatie effect voor de 13

14 niet bestudeerde woorden (50 van de 75) die gelijktijdig met de bestudeerde woorden getest werden, direct na de vijfde (en laatste) sessie. Baker et al. vonden wel een trend, er werden meer niet-getrainde items correct benoemd in de atdcs conditie vergeleken met de sham conditie. In het experiment van Marangolo et al. (2013) werd wel generalisatie van het effect gevonden naar gesprekken over de video s die niet in de training aan bod waren gekomen. Het lijkt erop dat stimulatie met atdcs van de taalgebieden in de LH gedurende SLT vooral werkt bij chronische afasie patiënten. De werkzaamheid van tdcs stimulatie stijgt niet uit boven dat zichtbaar bij spontaan herstel met training in de subacute fase na een CVA. Dit komt waarschijnlijk omdat spontaan herstel juist in die fase plaatsvindt (Niewold, 2006). Voor wat betreft de duurzaamheid van het effect kan geconcludeerd worden dat de effecten tot aan drie maanden zichtbaar kunnen zijn en dat dit duurzaamheidseffect zich vooral laat zien op de getrainde inhoud. Voor zover het niet getrainde inhoud betrof, was het er alleen bij de video s van Marangolo et al. (2013), die gespreksstof bevatte die op het dagelijks leven was gericht. Deze conclusies hebben uiteraard consequenties voor een eventueel protocol bij klinische toepassing: in de subacute fase pas je nog geen atdcs toe over de LH en een op het dagelijks leven gerichte inhoud van de SLT lijkt beter voor de generalisatie van het effect. Van belang is verder dat de laesies goed in kaart worden gebracht en het gebied wat geassocieerd is met de taak wordt gestimuleerd op het gezonde weefsel wat daar nog aanwezig is, zodat het maximale effect van de stimulatie bereikt kan worden. 14

15 Anodale (atdcs) en Cathodale Stimulatie (ctdcs) van de Rechterhemisfeer De besproken experimenten uit de vorige paragraaf waarbij de taalgebieden van de linkerhemisfeer met tdcs werden gestimuleerd gaven steun voor de theorie dat stimulatie van perilesionaal weefsel de prestaties van de SLT kan verbeteren bij chronische afasiepatiënten. Dit effect is duurzaam tot wel drie maanden na de stimulatie. In deze paragraaf komen vijf studies aan bod die de tdcs van de homologe taalgebieden van de RH onderzochten. (In tabel 2 van het supplement bij deze literatuurstudie is een overzicht van de kenmerken en resultaten van deze tdcs studies opgenomen.) atdcs van de RH Deze eerste subparagraaf betreft de twee studies die de anodale stimulatie van de RH onderzochten. De motivatie voor deze tdcs opstelling is de observatie in imaging studies tijdens afasietherapie dat niet alleen de LH actief is, maar ook de homologe taalgebieden van de RH (Floeel et al., 2011). Mogelijk nemen homologe taalgebieden in de RH taalfuncties over nadat de LH onherstelbaar beschadigd is en / of heeft de RH eveneens een aandeel in taalfuncties. Analoog aan de studies uit de vorige paragraaf wordt gekeken of SLT trainingen die op dit hersengebied een beroep doen, ook effectiever zijn door atdcs. Het eerste experiment wat besproken wordt is dat van Vines, Norton en Schlaug (2011). Zij deden onderzoek bij zes chronische afasiepatiënten met dusdanig ernstig beschadigd weefsel van de LH dat stimulatie van de homologe taalgebieden van de RH de enige mogelijkheid van therapie was. Hiervoor gebruikten zij een beproefde SLT, de Melodic Intonation Therapie (MIT), gebaseerd op het gebruik van zangerige intonatie en ritme (tappen op lettergrepen) bij de SLT oefeningen. De RH is geassocieerd met muzikale informatieverwerking, vaak blijkt dat afasiepatiënten liedteksten wel kunnen zingen maar niet kunnen uitspreken. Vines et al. mat de tijd die de proefpersonen nodig hadden voor bepaalde fluency taken (bijvoorbeeld tellen van 1 tot 20, of het noemen van de weekdagen) na een 15

16 MIT training met sham tdcs en na die van een MIT training gecombineerd met atdcs. De atdcs bleek de prestatie van de MIT te verbeteren, de tijd waarin de fluency taken werden verricht was meer verminderd ten opzichte van de baselinetest in de atdcs conditie vergeleken met die tijd in de sham conditie. Het onderzoek van Vines et al. had geen follow up en generalisatie van het effect was geen onderwerp in dit onderzoek. Het tweede experiment dat het effect van atdcs van de RH op de SLT bij afasiepatiënten onderzocht was dat van Floeel et al. (2011). Dit experiment had een within subjects design. Twaalf chronische afasie patiënten volgden in elke conditie (sham, atdcs RH en ctdcs RH) gedurende drie opeenvolgende dagen een training. In de trainingen, die twee uur duurden, benoemden zij plaatjes. Elke eerste twintig minuten van het trainingsuur ontvingen ze de atdcs stimulatie. Voor elke conditie werden 15 exclusieve trainingsplaatjes gebruikt. In de test, die direct na de sessies van een bepaalde conditie plaatsvond, werd de getrainde set beoordeeld. Er bleek een groot effect voor de training zelf, te zien aan de prestatie in de sham conditie, die gemiddeld verbeterde met 82% ten opzichte van de baseline meting. In de atdcs conditie was dit 89%. Dit is een significant effect ten opzichte van de sham conditie. Het effect bleef behouden bleek uit de follow up na twee weken. Voor zover het mogelijk is op basis van de hierboven besproken twee studies iets algemeens te zeggen over atdcs van de RH, lijkt het erop dat deze vorm van tdcs een additioneel effect heeft op de SLT. Dit effect bleek duurzaam voor in ieder geval twee weken bij het experiment van Floeel et al. (2011). Vines et al. (2011) verrichtten geen follow up onderzoek en geen van beide experimenten onderzochten of de effecten gegeneraliseerd konden worden. Daar kunnen dus geen uitspraken over gedaan worden. ctdcs van de RH Alle tot nog toe besproken onderzoeken betroffen stimulatie middels atdcs van hersengebieden die geassocieerd zijn aan taalfuncties: in de eerste paragraaf die van de LH in 16

17 de vorige subparagraaf die van de RH. In deze subparagraaf komen drie studies aan de orde die een ctdcs van homologe taalgebieden van de RH onderzochten. Het idee hierachter is dat het evenwicht tussen de twee hersenhelften na een CVA verstoord is door een te sterke inhibitie vanuit de RH op de LH (transcallosal inhibition). De taalfuncties van de LH zullen verbeteren als deze inhibitie wordt opgeheven. Door de excitatie van de neuronen van de RH te verminderen kunnen ze de inhibitie op de LH niet meer veroorzaken. De taalgebieden in de LH worden zo via een omweg gestimuleerd (You et al. 2011). De studies betroffen zowel afasiepatiënten in de subacute fase na de CVA, (You et al. 2011), als patiënten in de chronische fase (Kang, Kim, Sohn, Cohen, & Paik, 2011; Floeel et al., 2011). De eerste studie werd gedaan door You et al. (2011). Na tien dagelijkse afasietrainingen van 30 minuten met ctdcs vonden You et al. een meer verbeterde gemiddelde score op auditief begrip in de groep die de ctdcs stimulatie kreeg vergeleken met de groep die de sham stimulatie ontving. Dit is opmerkelijk, omdat dat zou betekenen dat de ctdcs wel effect heeft in deze subacute fase bovenop het al gebruikelijke spontane herstel. Dit in tegenstelling tot de stimulatie met atdcs van de LH, waar geen effect gevonden werd (You et al.). Het tweede experiment werd uitgevoerd door Kang et al.(2011). Zij stimuleerden met ctdcs het homologe gebied van Broca bij 10 chronische afasie patiënten, terwijl ze een training volgden om woorden op te halen (wordretrieval). Deze groep ontving dezelfde training met een sham stimulatie op deze plek. De ctdcs had effect, het benoemen van plaatjes ging beter in deze conditie dan in de sham conditie. De reactietijden waren eveneens sneller in de ctdcs conditie dan in die van de sham, deze laatste bevinding duidde echter op een trend en geen significant resultaat. Tot slot het experiment van Floeel et al. (2011). Zij vonden eveneens effect bij een stimulatie met ctdcs van de cortex van de RH. De 12 chronische afasie patiënten volgden 17

18 gedurende drie opeenvolgende dagen een training van twee uur om plaatjes te benoemen. In de test die na elke conditie plaatsvond werd de getrainde set beoordeeld. Er bleek een groot trainingseffect te zijn, in de sham conditie was er ook vooruitgang ten opzichte van de baseline waarin geen enkel plaatje benoemd kon worden, maar de ctdcs had additionele effecten op die van de sham conditie. Deze bleken niet duurzaam in de follow up na twee weken. Het zijn niet veel experimenten, slechts drie, die de effecten van ctdcs van de homologe taalgebieden op de RH onderzocht hebben, maar er lijkt wel van een effect sprake te zijn. Opvallend is dat dit niet alleen bij chronische patiënten maar ook bij afasiepatiënten in de subacute fase na de CVA het geval is (You et al., 2011). Dit in tegenstelling tot wat uit de subparagraaf naar voren kwam die de atdcs studies besprak van de LH, waarin er niet of nauwelijks effecten waren bij patiënten in de subacute fase (Polanowska et al., 2013; You et al., 2011). Voor de mogelijke implementatie van de tdcs techniek in de klinische praktijk is dit belangrijke informatie. Het zou kunnen betekenen dat er wel met ctdcs van de RH gewerkt moet worden in de subacute fase maar niet met atdcs van de LH, omdat de eerste vorm van tdcs een extra effect geeft bovenop het spontane herstel wat in deze fase het grootst is, en de tweede vorm niet. Zowel Kang et al. (2011) als Floeel et al. (2011) vonden effect bij chronische patiënten. Alleen Floeel et al. onderzochten of het effect blijvend was, wat niet het geval bleek. Dit is uiteraard ook belangrijk informatie voor de klinische praktijk. Als effecten niet blijvend zijn is het mogelijk niet raadzaam om deze vorm van tdcs te implementeren in de klinische praktijk. 18

19 Bihemisferische Stimulatie: atdcs van LH en ctdcs van RH In de vorige twee paragrafen zijn monosferische tdcs opstellingen onderzocht (óf atdcs óf ctdcs). Zowel de atdcs van de LH als de atdcs van de RH bleken afasietherapieën te kunnen verbeteren. Maar niet alleen stimulatie met de anode had effect op de SLT. Het verminderen van de excitatie van neuronaal weefsel middels ctdcs van de RH bleek de afasietherapie eveneens te verbeteren. Wanneer de conclusie is dat atdcs van taalgebied in de LH én ctdcs van het homologe taalgebied in de RH beide effect hebben, dan is dat mogelijk ook het geval voor de combinatie van de twee mono opstellingen in één tdcs opstelling, atdcs van de LH met ctdcs van de RH. Marangolo et al. (2014) onderzochten het effect van een dergelijke opstelling, die bihemisferisch genoemd wordt vanwege een stimulatie op twee hersenhelften. In het bihemisferische experiment van Marangolo et al. (2014) werd het gebied van Broca (LH) van zeven chronische afasie patiënten gestimuleerd met atdcs, terwijl tegelijkertijd de cathode een vermindering van de excitatie van de neuronen teweegbracht in het homologe Broca gebied (RH). Deze stimulatie vond plaats gedurende de eerste 20 minuten van de in totaal anderhalf uur durende taaltherapie. Dezelfde groep ontving eveneens een sham stimulatie. In deze sham conditie werd de stroom van 2mA na 30 seconde uitgezet. In vergelijking met de sham conditie was er meer verbetering in de bihemisferische conditie op zowel het beschrijven van afbeeldingen, het gebruik van werkwoorden als het benoemen van plaatjes (zelfstandig naamwoorden). Dit effect werd na de follow up van de studie, die een week later plaatsvond, behouden. Marangolo et al. (2014) vinden net als de experimenten met atdcs van de LH en de experimenten met ctdcs van de RH een effect bij de bihemisferische stimulatie op de SLT. Een effect wat na een week behouden bleek. Uit het experiment valt niet af te leiden of het effect groter is dan een mono tdcs opstelling, bijvoorbeeld alleen de atdcs van de LH of de 19

20 ctdcs van de RH. Deze vraag kwam niet aan bod in het onderzoek, maar is wel interessant, omdat het gebruik van de techniek gericht is op het zo groot mogelijk maken van de verbetering van de SLT van afasiepatiënten op de meest efficiënte manier. 20

21 Conclusie en Discussie De tdcs experimenten die in deze studie besproken zijn gaven antwoord op de vraag of deze techniek een verbetering van taaltherapieën (SLT) tot stand kon brengen. Er waren hierbij twee hoofdgedachten, die tot een verschillende tdcs opstelling leidden. De eerste hoofdgedachte betreft een anodale stimulatie van de taalgebieden, atdcs, terwijl de taaltherapie plaatsvindt. Vooral de LH komt hiervoor in aanmerking, omdat daar de taalfuncties gelateraliseerd zijn (Bastiaanse, 2011), maar soms ook de RH omdat specifieke taalfuncties hier uitgevoerd worden. Dit laatste is vooral van belang bij afasiepatiënten met grote laesies in de LH, zij hebben immers geen of heel weinig gezond weefsel meer in de LH (Vines et al., 2011). De tweede hoofdgedachte betreft een cathodale stimulatie van de RH, terwijl er een taaltherapie plaatsvindt. Dit kan de te sterke inhibitie van de LH opheffen waardoor deze beter gaat functioneren. Deze inhibitie wordt veroorzaakt door de RH na een CVA en vindt transcollosiaal plaats (You et al., 2011). Het lijkt er op dat atdcs van de LH (Baker et al., 2010; Fiori et al., 2011; Fridriksson et al., 2011; Marangolo et al., 2011; Marangolo et al., 2013) én atdcs van de RH (Floeel et al., 2011; Vines et al., 2011) de resultaten van de taaltherapie bij chronische patiënten kunnen verbeteren. Bij patiënten in de subacute fase na de CVA stijgt deze verbetering niet of nauwelijks uit boven het effect van spontaan herstel (Polanowska et al., 2013; You et al., 2011). ctdcs van de RH lijkt eveneens de resultaten van taaltherapie te verbeteren, hier zowel bij patiënten in de subacute fase (You et al., 2011) als bij die in de chronische fase (Floeel et al., 2011; Kang et al., 2011). Ook in de bihemisferische tdcs werd dit resultaat gevonden. In dit onderzoek waren chronische afasiepatiënten de proefpersonen (Marangolo et al., 2014). De verbetering van de SLT door de tdcs techniek is van belang, maar ook de vraag of die verbetering duurzaam is en de vraag of het effect zich generaliseert. Dit laatste wordt 21

22 onderzocht door te kijken of ook andere taaluitingen dan die getraind zijn, in bijvoorbeeld minder tijd gezegd worden of beter benoemd worden. Voor het gebruik van de tdcs techniek in de klinische praktijk is dit essentieel, zonder de duurzaamheid en de generalisatie heeft de techniek geen praktische bruikbaarheid in het dagelijks leven. Een aantal experimenten namen deze vragen mee in de opzet van het onderzoek. De duurzaamheid werd onderzocht in zogenaamde follow up sessies. Voor de atdcs van de LH en de RH werden duurzaamheidsresultaten gevonden van 1 week tot aan 2 maanden (Baker et al., 2010; Fiori et al., 2011; Floeel et al., 2011; Fridriksson et al., 2011; Marangolo et al., 2011; Marangolo et al., 2013). Voor de ctdcs van de RH werd in drie van de vier onderzoeken geen follow up gedaan. Floeel et al., 2011 deden een follow up en vonden na twee weken nog resultaat van de ctdcs. De resultaten lijken dus duurzaam te zijn in de tijd. De generalisatie werd in drie experimenten expliciet onderzocht, waarmee bedoeld wordt dat het als vraag opgenomen was en in de methodiek meegenomen (Baker et al., 2010; Fridriksson et al. 2011; Marangolo et al. 2013; ). Dit waren alle drie experimenten met atdcs van de LH. Alleen in het onderzoek van Marangolo et al. werd een generalisatie effect gevonden. Zij verklaarden dat generalisatie effect vooral door de inhoud van de training en de tests, die de dagelijkse realiteit dicht benaderde. Het betrof video's waarover in gesprek werd gegaan. Van belang voor het gebruik van tdcs in de klinische praktijk lijkt een SLT inhoud die dichtbij het dagelijks leven ligt. Er zijn in deze literatuurstudie verschillende tdcs opstellingen aan bod gekomen, monohemisferisch op de LH of RH, anodaal of cathodaal en bihemisferisch. Het roept de vraag op welke opstelling nu het meeste resultaat zal geven wanneer ze gelijktijdig met de SLT wordt uitgevoerd. Heeft bijvoorbeeld de bihemisferische opstelling het opgetelde effect van de monohemisferische atdcs plus ctdcs opstelling? Marangolo et al. (2014) hebben dit 22

23 niet opgenomen in hun bihemisferische studie, maar voor de toekomst kan dit een interessant onderzoek zijn. Er zijn wel twee onderzoeken besproken in deze literatuurstudie die twee monohemisferische opstellingen in hun opzet hadden (naast de sham opstelling), het onderzoek van You et al. (2011) en het onderzoek van Floeel et al. (2011). You et al. vond wel een verbetering van de SLT voor de ctdcs van de RH, maar geen effect van de atdcs van de LH. Een conclusie zou kunnen zijn dat ctdcs bij patiënten in de subacute fase wel resultaat zou hebben en atdcs niet. Het studiedesign was echter een between subjects design met slechts zeven patiënten per groep. You et al. zagen een groot verschil bij de deelnemers, vier van de zeven patiënten in de atdcs conditie hadden onder de stimulatie electrode necrose, dit was in de ctdcs conditie maar bij een patiënt het geval. Dit maakt het moeilijk de conclusie te rechtvaardigen dat de ctdcs van de RH betere resultaten van de SLT geeft als de atdcs van de LH. In het onderzoek van Floeel et al. werd zowel een ctdcs als een atdcs van de RH uitgevoerd. In dit onderzoek werd een 'within subject' design gehanteerd. Zij vonden voor beide tdcs opstellingen resultaat, ze verbeterden de SLT training. Het effect van de atdcs was geprononceerder als dat van de ctdcs. In de follow up was het resultaat van de ctdcs niet meer zichtbaar. atdcs van de LH lijkt dus een beter resultaat te geven. Ingezoomd op de data veranderde deze conclusie na exclusie van één patiënt die zowel in de sham conditie als in de ctdcs conditie geen enkele vooruitgang boekte, maar wel in de atdcs conditie. De gemiddelde vooruitgang in de ctdcs conditie was ruim 80% was. Deze patiënt bleek claustrofobisch te zijn. Wat precies de reden was voor de uitzonderlijk slechte scoring is in het artikel niet terug te vinden. De conclusies veranderen wanneer deze patiënt niet meegeteld wordt. Dan blijken de ctdcs en de atdcs niet zoveel meer te verschillen (zie ook tabel 3 in het bijgevoegde supplement voor de data). Om meer te weten over verschillen tussen de soorten van tdcs opstellingen op de resultaten van SLT is meer onderzoek nodig 23

24 wat hier speciaal op gericht is. Dit onderzoek moet in ieder geval naast de sham de tdcs opstellingen bevatten die vergeleken worden. Het aantal proefpersonen moet verhoogd worden. De problemen zoals hierboven geschetst, hebben sterk te maken met het aantal proefpersonen, als het aantal verhoogd wordt hebben outliers en verschillen tussen proefpersonen minder effect op het uiteindelijke resultaat. De conclusies die dan verbonden worden aan de uitkomsten van experimenten hebben dan meer waarde. Er is meer mogelijk om onderzoek op dit vlak te verbeteren. In de studies die ten grondslag liggen aan deze literatuurstudie wordt een zogenaamd basic assumption model gebruikt, toenemende versus afnemende excitatie van neuronen onder de anode respectievelijke de cathode. Andere modellen, de zogenaamde forward models, computermodellen van de elektrische stroom tijdens tdcs, geven een accuraat inzicht en laten soms zien dat deze basis assumpties niet valide zijn. Het zou goed zijn om deze assumptiemodellen te gebruiken bij de opzet en interpretatie van tdcs onderzoek (Brunoni, 2012). Voorwaarde hiervoor is dat de forward models uitgekristalliseerd moeten zijn en betekenis kunnen hebben voor het huidige tdcs onderzoek. Opmerkelijk was dat er zo snel al effect gevonden werd van taaltherapieën gecombineerd met tdcs. Bekend is dat SLT pas resultaat heeft als er zeer intensief gewerkt wordt en er een forse investering van tijd is (Brady, 2012). Als er na een zeer beperkt aantal SLT sessies al wel resultaten gevonden worden van de SLT in de sham conditie, dan is dat niet in lijn met de bevindingen van Brady. Mogelijk is dit een placebo effect van de sham conditie, het onverwachte resultaat van de SLT zou dan ontstaan omdat de proefpersonen alleen al beter presteren door het idee van extra stimulatie. Om dit te controleren is een extra conditie met alleen SLT therapie zonder welke vorm van stimulatie dan ook noodzakelijk. Dan wordt een beter inzicht verkregen in het verschil tussen alleen SLT en SLT met tdcs (sham en / of echt). Een andere verklaring voor het SLT resultaat in de sham conditie na een 24

25 beperkt aantal SLT sessies is een bias in de patiëntgroep. Het is voorstelbaar dat de patiënten die instemmen met dit soort onderzoek gemotiveerder zijn. Om hier meer zicht op te kunnen krijgen is informatie nodig over het aantal patiënten dat is gevraagd deel te nemen aan het onderzoek en het deel daaruit wat dit verzoek heeft afgeslagen. Dit zou dan vergeleken kunnen worden met de gegevens van die vraag in ander SLT onderzoek. Het gebruik van tdcs techniek in de klinische praktijk bij afasie is nog ver weg, de gevonden resultaten tot nog toe stemmen hoopvol, maar er is nog veel werk te verrichten voordat de techniek bruikbaar is. Met name op het terrein van generalisatie. Marangolo et al. (2013) waren de enige die hier resultaten op vonden en te weinig onderzoeken hadden dit als onderzoeksvraag opgenomen. Als de resultaten zich niet generaliseren naar taal gebruikt in het dagelijks leven heeft tdcs voor de afasiepatiënten geen nut. Verder is er vooral ook onderzoek nodig met grotere aantallen patiënten, zodat er meer power is en beweringen over werkzaamheid met meer kracht gedaan kunnen worden. De techniek heeft veel voordelen, zo lijkt het in de toekomst haalbaar voor de patiënt tdcs zelf toe te passen zonder dat daar altijd een hulpverlener bij nodig is. Dit is een groot pluspunt van de techniek en motiverend voor de patiënt. SLT oefeningen kunnen dan met behulp van tdcs met meer resultaat ook thuis uitgevoerd worden. Gezien het aantal mensen dat te maken heeft met afasie en de impact op het leven van deze aandoening en gezien de positieve invloed van de tdcs techniek op de resultaten van de taaltherapieën voor afasiepatiënten is het zeer gerechtvaardigd verder te investeren in deze onderzoeksvraag. 25

26 Literatuur Afasie Vereniging Nederland. Opgehaald 2/6/2014, van Baker, J. M., Rorden, C., & Fridriksson, J. (2010). Using transcranial direct-current stimulation to treat stroke patients with aphasia. Stroke, 41, doi: /strokeaha Bastiaanse (2011). Afasie. (1st ed.) Bohn Stafleu van Loghum. Brady, M. C., Kelly, H., Godwin, J., & Enderby, P. (2012). Speech and language therapy for aphasia following stroke. Cochrane Database of Systematic Reviews, (5) Brunoni, A. R., Nitsche, M. A., Bolognini, N., Bikson, M., Wagner, T., Merabet, L.,... Fregni, F. (2012). Clinical research with transcranial direct current stimulation (tdcs): Challenges and future directions. Brain Stimulation, 5, doi: /j.brs Fiori, V., Coccia, M., Marinelli, C. V., Vecchi, V., Bonifazi, S., Ceravolo, M. G.,... Marangolo, P. (2011). Transcranial direct current stimulation improves word retrieval in healthy and nonfluent aphasic subjects. Journal of Cognitive Neuroscience, 23, Floeel, A. (2014). tdcs-enhanced motor and cognitive function in neurological diseases. NeuroImage, 85, doi: /j.neuroimage Floeel, A., Meinzer, M., Kirstein, R., Nijhof, S., Deppe, M., Knecht, S., & Breitenstein, C. (2011). Short-term anomia training and electrical brain stimulation. Stroke, 42, doi: /strokeaha Fridriksson, J., Richardson, J. D., Baker, J. M., & Rorden, C. (2011). Transcranial direct current stimulation improves naming reaction time in fluent aphasia A double-blind, sham-controlled study. Stroke, 42, doi: /strokeaha

27 Holland, R., & Crinion, J. (2012). Can tdcs enhance treatment of aphasia after stroke? Aphasiology, 26, doi: / Kang, E. K., Kim, Y. K., Sohn, H. M., Cohen, L. G., & Paik, N. (2011). Improved picture naming in aphasia patients treated with cathodal tdcs to inhibit the right broca's homologue area. Restorative Neurology and Neuroscience, 29, doi: /rnn Marangolo, P., Fiori, V., Calpagnano, M. A., Campana, S., Razzano, C., Caltagirone, C., & Marini, A. (2013). tdcs over the left inferior frontal cortex improves speech production in aphasia. Frontiers in Human Neuroscience, 7 doi: /fnhum Marangolo, P., Fiori, V., Gelfo, F., Shofany, J., Razzano, C., Caltagirone, C., & Angelucci, F. (2014). Bihemispheric tdcs enhances language recovery but does not alter BDNF levels in chronic aphasic patients. Restorative Neurology and Neuroscience, 32, doi: /rnn Marangolo, P., Marinelli, C. V., Bonifazi, S., Fiori, V., Ceravolo, M. G., Provinciali, L., & Tomaiuolo, F. (2011). Electrical stimulation over the left inferior frontal gyrus (IFG) determines long-term effects in the recovery of speech apraxia in three chronic aphasics. Behavioural Brain Research, 225, doi: /j.bbr Monti, A., Cogiamanian, F., Marceglia, S., Ferrucci, R., Mameli, F., Mrakic-Sposta, S.,... Priori, A. (2008). Improved naming after transcranial direct current stimulation in aphasia. Journal of Neurology Neurosurgery and Psychiatry, 79, doi: /jnnp Monti, A., Ferrucci, R., Fumagalli, M., Mameli, F., Cogiamanian, F., Ardolino, G., & Priori, A. (2013). Transcranial direct current stimulation (tdcs) and language. Journal of Neurology Neurosurgery and Psychiatry, 84, doi: /jnnp Niewold, Č 1. (2006). Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase / česke niewold. Utrecht : LOT ; Amsterdam : Universiteit van Amsterdam Host]). 27

28 Nitsche, M. A. (2011). Beyond the target area: Remote effects of non-invasive brain stimulation in humans. The Journal of Physiology, 589(13), doi: /jphysiol Polanowska, K. E., Lesniak, M. M., Seniow, J. B., Czepiel, W., & Czlonkowska, A. (2013). Anodal transcranial direct current stimulation in early rehabilitation of patients with poststroke non-fluent aphasia: A randomized, double-blind, sham-controlled pilot study. Restorative Neurology and Neuroscience, 31, doi: /rnn Stagg, C. J., & Nitsche, M. A. (2011). Physiological basis of transcranial direct current stimulation doi: / Vines, B. W., Norton, A. C., & Schlaug, G. (2011). Non-invasive brain stimulation enhances the effects of melodic intonation therapy. Frontiers in Psychology, 2 doi: /fpsyg You, D. S., Kim, D., Chun, M. H., Jung, S. E., & Park, S. J. (2011). Cathodal transcranial direct current stimulation of the right wernicke's area improves comprehension in subacute stroke patients. Brain and Language, 119, 1-5. doi: /j.bandl

Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase?

Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase? Heeft Transcraniële Direct Current Stimulatie (tdcs) een toegevoegd effect op de afasie behandeling in de sub-acute fase? Kerstin Spielmann dr. W.M.E. van de Sandt-Koenderman Prof. Dr. G.M. Ribbers R o

Nadere informatie

Transcraniële direct current stimulatie (tdcs) als behandeling voor afasie in de vroege fase na een CVA

Transcraniële direct current stimulatie (tdcs) als behandeling voor afasie in de vroege fase na een CVA Transcraniële direct current stimulatie (tdcs) als behandeling voor afasie in de vroege fase na een CVA Kerstin Spielmann W.M.E. van de Sandt-Koenderman M.H. Heijenbrok-Kal G.M. Ribbers R o t t e r d a

Nadere informatie

High Definition transcranial Direct Current Stimulation als mogelijke hulp bij afasie-herstel

High Definition transcranial Direct Current Stimulation als mogelijke hulp bij afasie-herstel STEM-, SPRAAK- EN TAALPATHOLOGIE Vol. 20, 2015, pp. 27-43 32.8310/Special issue/2015-27 c University of Groningen Press High Definition transcranial Direct Current Stimulation als mogelijke hulp bij afasie-herstel

Nadere informatie

Hoe kunnen we het rendement van stoornisgerichte afasietherapie verhogen? recente ontwikkelingen

Hoe kunnen we het rendement van stoornisgerichte afasietherapie verhogen? recente ontwikkelingen Hoe kunnen we het rendement van stoornisgerichte afasietherapie verhogen? recente ontwikkelingen Mieke van de Sandt-Koenderman Zeist, 10-11-12 Rotterdam Erasmus Medisch Centrum Revalidatie, Neurologie

Nadere informatie

Inhoud. predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling predictiemodel afasie predictiemodel afasie conclusies aanbeveling

Inhoud. predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling predictiemodel afasie predictiemodel afasie conclusies aanbeveling VOORSPELLEN VAN VERBAAL COMMUNICATIEVE VAARDIGHEID VAN AFASIEPATIËNTEN NA KLINISCHE REVALIDATIE AfasieNet Netwerkdag 31.10.2014 Marieke Blom-Smink Inhoud predictie predictie afasie predictiemodel ontwikkeling

Nadere informatie

Hersenstimulatie na CVA: een stimulerende gedachte?

Hersenstimulatie na CVA: een stimulerende gedachte? Hersenstimulatie na CVA: een stimulerende gedachte? Kennisnetwerk CVA Nederland 30 November 2018 Drs. Z.D. Jonker Motorisch leren Natuurlijk herstel Motor training Hersenstimulatie Deep Brain Stimulation

Nadere informatie

Methoden hersenonderzoek

Methoden hersenonderzoek Methoden hersenonderzoek Beschadigingen Meting van individuele neuronen Elektrische stimulatie Imaging technieken (Pet, fmri) EEG Psychofarmaca/drugs TMS Localisatie Voorbeeld: Het brein van Broca s patient

Nadere informatie

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt

Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie. Marie-Anne Vanderhasselt Train uw Brein: Cognitieve Training als een behandeling voor depressie Marie-Anne Vanderhasselt Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R., Namur, V., Lotufo, P.A., Bensenor, Vanderhasselt, M.A., De Raedt, R.,

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Veranderingen in Hersenconnectiviteit na Functieherstel van een Beroerte: Hoe Herorganiseren de Hersenen zich bij Afasiepatiënten?

Veranderingen in Hersenconnectiviteit na Functieherstel van een Beroerte: Hoe Herorganiseren de Hersenen zich bij Afasiepatiënten? Veranderingen in Hersenconnectiviteit na Functieherstel van een Beroerte: Hoe Herorganiseren de Hersenen zich bij Afasiepatiënten? Justin Steenhuis 4 juni 2012 Instituut: Universiteit van Amsterdam Studentnummer:

Nadere informatie

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014 Evy Visch-Brink Dutch version CAT Comprehensive Aphasia Test, 2004 Kate Swinburn, Gillian Porter, David Howard CAT-NL, 2014 Evy Visch-Brink, Dorien

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting HET BEGRIJPEN VAN COGNITIEVE ACHTERUITGANG BIJ MULTIPLE SCLEROSE Met focus op de thalamus, de hippocampus en de dorsolaterale prefrontale cortex Wereldwijd lijden ongeveer 2.3

Nadere informatie

ATP. NVLF congres 18 november R. Bastiaanse M.M.V.M. Van Groningen-Derksen S. Nijboer M. Taconis N. Verwegen M.Zwaga

ATP. NVLF congres 18 november R. Bastiaanse M.M.V.M. Van Groningen-Derksen S. Nijboer M. Taconis N. Verwegen M.Zwaga ATP NVLF congres 18 november 2011 R. Bastiaanse M.M.V.M. Van Groningen-Derksen S. Nijboer M. Taconis N. Verwegen M.Zwaga 275,- Verkrijgbaar bij Bohn Stafleu van Loghum Opzet presentatie Wat is het auditief

Nadere informatie

SMTA. Uitgangspunt SMTA. Innovaties in de Geriatrische Revalidatie Symposium UNO-VUmc Martine Verkade en Joost Hurkmans 1

SMTA. Uitgangspunt SMTA. Innovaties in de Geriatrische Revalidatie Symposium UNO-VUmc Martine Verkade en Joost Hurkmans 1 Madeleen de Bruijn, muziektherapeut Martine Verkade, logopedist SMTA SPEECH MUSIC THERAPY FOR APHASIA Speech Music Therapy for Aphasia Uitgangspunt SMTA Combinatiebehandeling van logopedie en muziektherapie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen Samenvatting 166 HOOFDSTUK 1 Introductie Na een armamputatie wordt vaak, om functionaliteit te behouden, een prothese voorgeschreven. Echter, 30% van de voorgeschreven protheses wordt niet gebruikt. 1-4

Nadere informatie

SAMENVATTING. Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56

SAMENVATTING. Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56 SAMENVATTING Schiemanck_totaal_v4.indd 133 06-03-2007 10:13:56 Schiemanck_totaal_v4.indd 134 06-03-2007 10:13:56 Samenvatting in het Nederlands Beroerte (Cerebro Vasculair Accident; CVA) is een veel voorkomende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose

Nederlandse samenvatting proefschrift Renée Walhout. Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Nederlandse samenvatting proefschrift Veranderingen in de hersenen bij Amyotrofische Laterale Sclerose Cerebral changes in Amyotrophic Lateral Sclerosis, 5 september 2017, UMC Utrecht Inleiding Amyotrofische

Nadere informatie

Kijk eens in het brein!

Kijk eens in het brein! Kijk eens in het brein! Hersenen en taal Hersenen als onderzoeksdomein Cognitief proces als onderzoeksdomein bouwstenen, chemie anatomie localisatie functies fasen en verloop cognitief proces neurale representatie

Nadere informatie

Een beroerte, wat nu?

Een beroerte, wat nu? Een beroerte, wat nu? U bent opgenomen in het VUmc op de zorgeenheid neurologie, omdat u een beroerte heeft gehad. Wat is een beroerte? Een beroerte wordt in vaktaal een CVA genoemd: een Cerebro Vasculair

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie Nederlandse samenvatting Lateralisatie en schizofrenie 255 256 De twee hersenhelften, de hemisferen, van het menselijke brein verschillen zowel in vorm als in functie. In sommige hersenfuncties, zoals

Nadere informatie

Quotes revalidatiegeneeskunde. Overzicht. Fases taalherstel na een beroerte I. Fases taalherstel na een beroerte I

Quotes revalidatiegeneeskunde. Overzicht. Fases taalherstel na een beroerte I. Fases taalherstel na een beroerte I Quotes revalidatiegeneeskunde Timing van taaltherapie en De Rotterdamse Afasie Therapie Studies Femke Nouwens Logopedist en klinisch linguïst Coördinator Rotterdamse Afasie Therapie Studie (RATS) -3/PhD

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 188 Type 1 Diabetes and the Brain Het is bekend dat diabetes mellitus type 1 als gevolg van hyperglykemie (hoge bloedsuikers) kan leiden tot microangiopathie (schade aan de kleine

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Talking Heads: De Anatomie van de Taal. Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg

Talking Heads: De Anatomie van de Taal. Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe K.U. Leuven Dienst Neurologie, UZ Gasthuisberg 1 Voor 1810 Vicq d Azyr, Traité d Anatomie et Physiology 1786 Diderot et d Alembert, Encyclopedia,

Nadere informatie

Nederlands tijdschrift voor. Themanummer Afasie

Nederlands tijdschrift voor. Themanummer Afasie Nederlands tijdschrift voor Themanummer Afasie juni 2015 06 Van de gasthoofdredacteur Dr. Evy Visch-Brink De inhoud van dit themanummer wordt tot op de bodem gerechtvaardigd door het volgende citaat uit

Nadere informatie

Transcraniële magnetische stimulatie

Transcraniële magnetische stimulatie Transcraniële magnetische stimulatie S.F.W. Neggers (PhD) Hersencentrum Rudolf Magnus UMC Utrecht Transcraniële magnetische stimulatie Korte magnetische puls als gevolg van ~15cm grote spoel op het hoofd

Nadere informatie

Taalverwerking in relatie tot geheugen

Taalverwerking in relatie tot geheugen Taalverwerking in relatie tot geheugen Van fundamenteel onderzoek naar klinische toepassing Vitória Piai Radboud University, Donders Centre for Cognition Radboud University Medical Center, Department of

Nadere informatie

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE Samenvatting versie voor mensen met afasie en naasten Afasie is een taalstoornis, geen intelligentiestoornis Juli 2017 1 van 23 Inhoud Inleiding... 3 H1:

Nadere informatie

Uitgangsvragen en aanbevelingen

Uitgangsvragen en aanbevelingen Uitgangsvragen en aanbevelingen behorende bij de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van afasie bij volwassenen. De aanbevelingen dienen te worden gelezen in relatie tot de tekst in de desbetreffende

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Wat verandert er in het zenuwstelsel als een dier iets leert? Hoe worden herinneringen opgeslagen in de hersenen? Hieraan ten grondslag ligt het vermogen van het zenuwstelsel om

Nadere informatie

Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte.

Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte. Schema Afasie Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 11 De logopedist

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

PLS is een broertje van ALS

PLS is een broertje van ALS PLS is een broertje van ALS Juni 2018 Wetenschappelijk onderzoek specifiek naar primaire laterale sclerose (PLS) gebeurt slechts op zeer kleine schaal. Deze motorneuronziekte is zo zeldzaam, dat het moeilijk

Nadere informatie

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling SCHEMA AFASIE Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 4 Wat is voor

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Neurowetenschappen, taal en het onderwijs: Een verstandshuwelijk?

Neurowetenschappen, taal en het onderwijs: Een verstandshuwelijk? Neurowetenschappen, taal en het onderwijs: Een verstandshuwelijk? Esli Struys, CLIN, VUB Seminarie VLOR, 25 oktober 2012 30-10-2012 1 Overzicht -Mind, Brain, Language & Education (MBLE): mogelijkheden,

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei Afasie Informatie voor familieleden Ziekenhuis Gelderse Vallei Een van uw naasten is in de afgelopen periode opgenomen in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Er is door de logopedist een afasie geconstateerd.

Nadere informatie

Op het scherp van de snede

Op het scherp van de snede Op het scherp van de snede Naam: Arnaud Vincent Functie: Neurochirurg, ErasmusMC, Rotterdam Neurochirugie Inleiding/geschiedenis functies hersenen methoden/techniek operaties In de hersenen: GLIOMEN Rondom

Nadere informatie

www.revarte.be Etiologische factor

www.revarte.be Etiologische factor www.revarte.be Etiologische factor Etiologische factor Etiologische factor Etiologische factor Etiologische factor Etiologische factor TIJD Plasticiteit - Leren Acuut Chronisch Fylo-/Ontogenese Verandering

Nadere informatie

Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe. Inleiding: Taalprocessen hebben een plaats in de hersenen

Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe. Inleiding: Taalprocessen hebben een plaats in de hersenen Talking Heads: De Anatomie van de Taal Rik Vandenberghe Inleiding: Taalprocessen hebben een plaats in de hersenen De hypothese van het equipotentialisme, die stelt dat de hersenen op hun geheel instaan

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE?

De Hersenen. Historisch Overzicht. Inhoud college de Hersenen WAT IS DE BIJDRAGE VAN 'ONDERWERP X' AAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE? De Hersenen Oriëntatie, september 2002 Esther Wiersinga-Post Inhoud college de Hersenen historisch overzicht (ideeën vanaf 1800) van de video PAUZE neurofysiologie - opbouw van neuronen - actie potentialen

Nadere informatie

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch

Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch Het begrijpen van heterogeniteit binnen de ziekte van Alzheimer: een neurofysiologisch perspectief Inleiding De ziekte van Alzheimer wordt gezien als een typische ziekte van de oudere leeftijd, echter

Nadere informatie

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie?

Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Nijmeegs Kenniscentrum Is cognitive gedragstherapie voor het chronisch vermoeidheidssyndroom ook effectief als groepstherapie? Jan-Frederic Wiborg, Jose van Bussel, Agaat van Dijk, Gijs Bleijenberg, Hans

Nadere informatie

Altijd Wat. Muziek en taal. Overeenkomsten muziek en taal. Zingen ingang tot spreken

Altijd Wat. Muziek en taal. Overeenkomsten muziek en taal. Zingen ingang tot spreken HersenletselCongres 2014 3 november Disclosure belangen sprekers (potentiële) belangenverstrengeling Geen De betrokken relaties bij dit project zijn: CLUSTER C Sponsoring of onderzoeksgeld: Al zingend

Nadere informatie

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel

Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel Comprehension and production of verbs in aphasic speakers Jonkers, Roel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag

Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag Inge de Koning, Klinisch Neuropsycholoog Erasmus MC Primair progressieve afasie: varianten - Progressieve niet-vloeiende afasie (PNFA)

Nadere informatie

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst Vandaag Programma (webshop afasienet.com) 14.15-14.30 Ontvangst Even voorstellen 14.30-15.15 Lezing over de klinische implicaties van het proefschrift 15.15-15.45 Discussie over toepassen van gebaren in

Nadere informatie

Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Introductie en inhoud Onderliggende research Voorwaarden

Nadere informatie

Samenvatting in Nederlands

Samenvatting in Nederlands * Samenvatting in Nederlands Samenvatting in Nederlands Dit proefschrift is gebaseerd op gegevens verkregen uit het FuPro-CVA onderzoek (Functionele Prognose bij een cerebrovasculair accident (of beroerte)).

Nadere informatie

Spiegeltherapie. Martine Eckhardt, fysiotherapeut/bewegingswetenschapper Rijndam revalidatiecentrum

Spiegeltherapie. Martine Eckhardt, fysiotherapeut/bewegingswetenschapper Rijndam revalidatiecentrum Spiegeltherapie Martine Eckhardt, fysiotherapeut/bewegingswetenschapper Rijndam revalidatiecentrum Plasticiteit v.d. hersenen 7 jarig Turks meisje Op drie-jarige leeftijd oa taalgebieden verwijderd Tweetalig

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In het promotieonderzoek dat wordt beschreven in dit proefschrift staat schade aan de bloedvaten bij dementie centraal. Voordat ik een samenvatting van de resultaten geef zal ik

Nadere informatie

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de Rick Helmich Cerebral Reorganization in Parkinson s disease (proefschrift) Nederlandse Samenvatting De ziekte van Parkinson is een neurologische ziekte waarbij zenuwcellen in een specifiek deel van de

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

Taalherstel na intensieve revalidatie is beter te voorspellen: Wie wordt er beter van?

Taalherstel na intensieve revalidatie is beter te voorspellen: Wie wordt er beter van? Taalherstel na intensieve revalidatie is beter te voorspellen: Wie wordt er beter van? Marieke Blom-Smink R o t t e r d a m N e u r o r e h a b i l i t a t i o n R e s e a r c h RoNeRes Zal ik weer kunnen

Nadere informatie

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer

Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Integratie van functionele en moleculaire beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer Achtergrond De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer (Alzheimer s disease - AD) is een neurodegeneratieve ziekte

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 203 Nederlandse samenvatting Wittere grijstinten Klinische relevantie van afwijkingen in de grijze stof in multipele sclerose, zoals afgebeeld met MRI Multipele sclerose (MS) is

Nadere informatie

Figuur 1: Verwijzing naar de verschillende locaties met betrekking tot het systeem voor de plaatsing van de elektrodes.

Figuur 1: Verwijzing naar de verschillende locaties met betrekking tot het systeem voor de plaatsing van de elektrodes. Neurofeedback en de resonantie van het brein met Ir. G. Roozemond van het Neurotherapie Centrum in Hilversum. Na enige tijd realiseer ik me dat ik meer wil weten over het effect van de hoge frequenties

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 135

Samenvatting. Samenvatting 135 Samenvatting 135 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een zoektocht naar de ecologische validiteit (de waarde van onderzoeksresultaten bij toepassing in het dagelijks leven) van executieve functie

Nadere informatie

Afdeling neurologie NDT. Een behandelconcept voor patiënten met een CVA

Afdeling neurologie NDT. Een behandelconcept voor patiënten met een CVA Afdeling neurologie NDT Een behandelconcept voor patiënten met een CVA Inleiding Deze folder is bestemd voor familie en/of relaties van patiënten welke getroffen zijn door een CVA (Cerebro Vasculair Accident).

Nadere informatie

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington

EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington EEG tijdens geheugenactivatie een onderzoek naar vroege hersenveranderingen bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Huntington In Nederland wordt het aantal patiënten met dementie geschat op meer

Nadere informatie

nederlandse samenvatting

nederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

Hoe u met fysiotherapie de lichamelijke problemen door een beroerte vermindert

Hoe u met fysiotherapie de lichamelijke problemen door een beroerte vermindert Hoe u met fysiotherapie de lichamelijke problemen door een beroerte vermindert Wat is een beroerte (CVA) precies? De medische term voor een beroerte is CVA, wat staat voor cerebro vasculair accident. Letterlijk

Nadere informatie

WORD IK SLIMMER DOOR TE BEWEGEN?

WORD IK SLIMMER DOOR TE BEWEGEN? WORD IK SLIMMER DOOR TE BEWEGEN? HET EFFECT VAN BEWEGEN OP ONZE COGNITIEVE VERMOGENS Prof. Eric Kerckhofs Neurologische Revalidatie & Revalidatiepsychologie ekerckh@vub.be 28-11-17 1 DE CENTRALE VRAAGSTELLING

Nadere informatie

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van

weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen Het is aangetoond dat compensatietraining (het aanleren van Richtlijn Cognitieve revalidatie Niveau A (1) Het is aangetoond dat.. Aandacht Het is aangetoond dat aandachtstraining gedurende de eerste 6 weken na het ontstaan van het hersenletsel niet zinvol is. Geheugen

Nadere informatie

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress.

Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Block 1: Basic emotions, Brain structures and Stress. Vraag 1 (10 punten) A. Wat is het Circuit van Papez en welke hersenstructuren maken hier deel van uit? (5 punten) B. Welke extra hersenstructuren zijn

Nadere informatie

Het meten van loopkarakteristieken

Het meten van loopkarakteristieken SAMENVATTING Ongeveer 45% van alle mensen na een beroerte valt tenminste één keer per jaar. Een val kan leiden tot tijdelijk letsel zoals een gebroken heup. Ook leidt vallen bij mensen met een beroerte

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex

Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex Nederlandse samenvatting GABAerge neurotransmissie in de prefrontale cortex De prefrontale cortex (PFC) is een hersengebied betrokken bij cognitieve functies als planning, attentie en het maken van beslissingen.

Nadere informatie

Hersenonderzoek en intelligentie

Hersenonderzoek en intelligentie 45 Hersenonderzoek en intelligentie U werkt als psycholoog-onderzoeker aan de universiteit. Binnenkort bezoekt u samen met een collega het symposium Hersenen en intelligentie. U hebt afgesproken dat ieder

Nadere informatie

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E.

Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Speaking of Reading. The Role of Basic Auditory and Speech Processing in the Manifestation of Dyslexia in Children at Familial Risk B.E. Hakvoort Samenvatting Dyslexie komt voor bij ongeveer 3 tot 10%

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase Utrecht: LOT

Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase Utrecht: LOT UvA-DARE (Digital Academic Repository) Spontaan herstel van afasie in en na de acute fase Niewold, C. Link to publication Citation for published version (APA): Niewold, C. (2006). Spontaan herstel van

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Afasie. Dienst Logopedie & Afasiologie. GezondheidsZorg met een Ziel

Patiënteninformatie. Afasie. Dienst Logopedie & Afasiologie. GezondheidsZorg met een Ziel i Patiënteninformatie Dienst Logopedie & Afasiologie Afasie GezondheidsZorg met een Ziel Wat is afasie? Afasie is een verworven taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel. We lichten de belangrijkste

Nadere informatie

Vertraagt een hoge dosis creatine het begin van de Ziekte van Huntington? Waarom creatine?

Vertraagt een hoge dosis creatine het begin van de Ziekte van Huntington? Waarom creatine? Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Vertraagt een hoge dosis creatine het begin van de Ziekte van Huntington?

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Behandelovereenkomst rtms

Behandelovereenkomst rtms Behandelovereenkomst rtms Dit formulier dient tijdens de eerste intakeafspraak zowel door uzelf als door uw therapeut te worden ondertekend. Let op: Print dit formuliervoorafgaand aan het intake gesprek

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Samenvatting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2 Samenvatting 125 Samenvatting Hoofdstuk 1 Gedurende de laatste 20 jaar is binnen de IVF de aandacht voornamelijk uitgegaan naar de verbetering van zwangerschapsresultaten. Hierdoor is er te weinig aandacht

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

Wat leren sjoelen door kinderen met CP kan betekenen voor meedoen in sport

Wat leren sjoelen door kinderen met CP kan betekenen voor meedoen in sport Wat leren sjoelen door kinderen met CP kan betekenen voor meedoen in sport John van der Kamp Faculteit Bewegingswetenschappen, VU Amsterdam Institute of Human Performance, University of Hong Kong inhoud

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Wat is afasie. Hans Goossens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/30444

Wat is afasie. Hans Goossens. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/30444 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Hans Goossens 24 November 2011 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/30444 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Taal in context. Autisme. Autisme. Overzicht Neurobiological insights into language comprehension in autism: Context matters

Taal in context. Autisme. Autisme. Overzicht Neurobiological insights into language comprehension in autism: Context matters Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

STEM-, SPRAAK- EN TAALPATHOLOGIE BERICHTEN CONFERENTIEVERSLAG - IRCCS SUMMER SCHOOL ON APHASIA REHABILITATION 2011

STEM-, SPRAAK- EN TAALPATHOLOGIE BERICHTEN CONFERENTIEVERSLAG - IRCCS SUMMER SCHOOL ON APHASIA REHABILITATION 2011 STEM-, SPRAAK- EN TAALPATHOLOGIE Vol. 17, No. 03, 2012, pp. i-v 32.8310/03/1712-i c Groningen University Press BERICHTEN 17-03 CONFERENTIEVERSLAG - IRCCS SUMMER SCHOOL ON APHASIA REHABILITATION 2011 Van

Nadere informatie

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do

Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het do Samenvatting Bij epilepsiechirurgie streeft men naar complete verwijdering of disconnectie van de epileptogene zone met behoud van eloquente hersengebieden. Het doel is immers om de aanvallen te stoppen

Nadere informatie

Executieve functiestoornissen bij afasie: Implicaties voor therapie en prognose

Executieve functiestoornissen bij afasie: Implicaties voor therapie en prognose Executieve functiestoornissen bij afasie: Implicaties voor therapie en prognose Frank Paemeleire Als afasie enkel een taalstoornis is waarom slagen dan zo weinig personen erin om zich non-verbaal duidelijk

Nadere informatie

Sandra Veenstra. www.bsl.nl

Sandra Veenstra. www.bsl.nl Sandra Veenstra www.bsl.nl De toepassing van EMDR bij somatische klachten zoals chronische pijn Sandra Veenstra Jaarbeurs Utrecht, 27-09-13 Lichamelijke klachten geschikt voor behandeling met EMDR Wanneer

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom

Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom Voorspellende factoren voor terugkeer naar werk en arbeidsongeschiktheid na behandeling voor colorectaal carcinoom KRING BIJEENKOMST 2 OKTOBER 2017 Chantal den Bakker Onderzoeksvraag Welke factoren zijn

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Het (on)meetbare brein

Het (on)meetbare brein Het (on)meetbare brein Proost op de wetenschap, SPUI25 Lukas Snoek Universiteit van Amsterdam Even voorstellen... Wie ben ik? Lukas Snoek, promovendus psychologie ("Brein & Cognitie") aan de UvA Interesse

Nadere informatie

De overeenkomsten tussen de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington

De overeenkomsten tussen de ziekte van Parkinson en de ziekte van Huntington Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Succesvolle gentherapiestudie bij de ziekte van Parkinson geeft

Nadere informatie