Het dwangakkoord buiten faillissement

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het dwangakkoord buiten faillissement"

Transcriptie

1 Het dwangakkoord buiten faillissement In hoeverre doet het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II recht aan de waarde van de fundamentele beginselen van het Nederlands insolventierecht? Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Privaatrecht Traject Commerciële rechtspraktijk Rozemarijn Claessen Studentnummer: Begeleider: Aart Jonkers

2 Inhoudsopgave Voorwoord Lijst van afkortingen Hoofdstuk 1 introductie Hoofdstuk 2 Fundamentele beginselen van Nederlands insolventierecht Hoofdstuk 3 Huidige situatie met betrekking tot herstructureren door middel van akkoorden Hoofdstuk 4 Wetsvoorstel Continuïteit Ondernemingen II Hoofdstuk 5 De vernieuwingen van WCO II en de fundamentele beginselen. Conclusie Literatuurlijst 2

3 Voorwoord 3

4 Hoofdstuk 1 Introductie 1.1. Probleemstelling De consultatieperiode voor het wetsvoorstel Wet Continuïteit Ondernemingen II (WCO II) is sinds 15 december 2014 is geëindigd op en het voorstel zal nu ter advies worden voorgelegd aan de Raad van State. Het maakt deel uit van het Wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht dat bestaat uit drie pijlers. De pijlers zijn:(i) fraudebestrijding, (ii) versterking van het reorganiserend vermogen van bedrijven en (iii) modernisering van de faillissementsprocedure. Het wetsvoorstel dat in dit onderzoek centraal staat ziet op een dwangakkoord buiten faillissement en maakt deel uit van de tweede pijler. Deze pijler is opgedeeld in drie wetsvoorstellen. Het eerste wetsvoorstel Wet continuïteit ondernemingen I, was gericht op het incorporeren van de pre-pack, het derde wetsvoorstel zal gericht zijn op regelingen ter bevordering van de voortzetting van een onderneming in faillissement. 1 Het WCO II betreft een voorstel om dwangakkoorden buiten faillissement mogelijk te maken. Dit houdt in dat, indien een onderneming in zwaar weer verkeerd, maar nog wel levensvatbaar is, zij een akkoord kan sluiten met haar schuldeisers. Een dergelijk akkoord houdt een herstructurering van de schulden in. Vernieuwend hieraan is, dat schuldeisers met zekerheidsrechten ook kunnen worden betrokken in het akkoord, dat schuldeisers worden verdeeld in klassen en dat de rechter het akkoord algemeen verbindend kan verklaren voor alle schuldeisers. De veranderingen die, indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, worden doorgevoerd hebben mogelijk een negatief op de verschillende fundamentele beginselen van het Nederlands Insolventierecht. In deze bijdrage zal worden onderzocht wat de huidige waarde is van de fundamentele beginselen en of het Wetsvoorstel hieraan voldoende gehoord geeft Onderzoeksvragen De hoofdvraag die in dit onderzoek wordt beantwoordt is: In hoeverre doet het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II recht aan de waarde van de fundamentele beginselen van het Nederlands insolventierecht? Deelvragen: 1. Wat zijn de fundamentele beginselen van het Nederlands insolventierecht en wat hebben zij nog voor waarde gelet op vele uitzonderingen? 2. Welke mogelijkheden zijn er op dit moment om door middel van een akkoord herstructureringen door te voeren? 3. Welke veranderingen worden doorgevoerd met het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II? 4. Hoe werken de veranderen van het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II door in het ligt van de fundamentele beginselen Afbakening Dit onderzoek heeft betrekking op de waarde van de fundamentele beginselen van het insolventierecht en het wetsvoorstel continuïteit ondernemingen II. Vanwege de beperkte ruimte zullen er keuzes gemaakt worden om bepaalde aspecten die hier mee samen kunnen hangen niet te behandelen Onderzoeksmethode 1 Van den Berg 2014 p. 1 4

5 Hoofdstuk 2 De fundamentele beginselen van het Nederlands insolventierecht Het verhaalsrecht op alle goederen, de gelijkheid van schuldeisers en het fixatiebeginsel zijn de fundamentele beginselen van het Nederlands insolventierecht. 2 Door Vriesendorp worden hier ook nog partijautonomie, contractsvrijheid, publiciteit, proportionaliteit en een goede procesorde aan toegevoegd. 3 Voor deze scriptie zal ik mij echter uitsluitend richten op de drie eerder genoemde, hoewel dit niet betekent dat de andere geen invloed hebben op het insolventierecht Verhaalsrecht op alle goederen Het uitganspunt is dat een schuldeiser zijn vordering op alle goederen, dus op alle zaken en alle vermogensrechten van de schuldenaar kan verhalen. 4 Het faillissement omvat derhalve het gehele vermogen van de schuldenaar. 5 Dit is het vermogen op moment van de faillietverklaring vermeerderd met het vermogen dat tijdens faillissement verworven wordt Uitzonderingen De wet of een overeenkomst kan bepalen dat een schuldeiser zich op sommige goederen niet kan verhalen en dus buiten de faillissementsboedel vallen. 7 Het gaat om roerende zaken voor de eerste levensbehoeften en goederen tot enig onderwijs of nodig zijn voor de beoefening van de kunsten en wetenschap. 8 Deze uitzonderingen worden gerechtvaardigd met het argument dat deze gezamenlijk tot doel hebben om te waarborgen dat de schuldenaar kan blijven voorzien in zijn levensonderhoud door te blijven beschikken over de hoogstnoodzakelijke goederen. 9 Daarnaast zijn er bepaalde vermogens bestanddelen die buiten de faillissementsboedel vallen vanwege hun bestemming of vanwege zodanige verknochtheid met de schuldenaar zodanig dat het op basis van redelijkheid en billijkheid niet gerechtvaardigd is als schuldeisers zich er op kunnen verhalen. 10 Naast de wettelijk geregelde uitzonderingen kunnen de schuldeisers ook contractuele afspraken maken met de schuldenaar die leiden tot een beperking in de verhaalsmogelijkheden. Dit kan door middel van het sluiten van een akkoord waar schuldeisers meestal een deel van hun vordering kwijtschelden of het opnemen een beding dat verhaalsbenadeling van andere schuldeisers tot gevolg heeft. 11 Daarnaast kunnen er ook goederen aan de boedel worden onttrokken omdat er zekerheidsrechten 2 Reehuis & Heisterkamp Vriesendorp 2013 p. 6 4 Artikel 3:276 BW jo. 3:1 BW 5 Artikel 20 Fw. 6 Polak 2011 p Artikel 3:276 BW en artikel 21 Tekst en Commentaar 8 Artikel 447 en Artikel 448 Rv. Hieronder vallen bed, beddengoed, kleding, drinken en eten voor een maand en gereedschappen die dienen voor de uitoefening van een persoonlijk bedrijf. Gereedschappen zijn alle zaken die voor ambachtslieden en werklieden onmisbaar zijn om hun werkzaamheden te kunnen verrichten (HR 28 maart 1997, NJ 1997/453); In de faillissementswet zijn de uitzonderingen opgenomen in artikel 21, 22 en 22a. 9 HR 22 november 2002, NJ 2003/32 m.nt. P. Van Schilfgaarde. 10 HR 22 november 2002, NJ 2003/32 m.nt. P. Van Schilfgaarde. 11 De Hoge Raad heeft hieromtrent wel bepaald dat dit onder omstandigheden nietig kan zijn omdat het in strijd kan zijn met art. 20 FW omdat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. HR 12 april 2013, NJ 2013/224 (Megapool) 5

6 op rusten. Dit wordt gerechtvaardigd met het beroep op contractsvrijheid en dat partijen vrij zijn om hun rechtsverhouding zelf in te richten Waarde van het algemeen verhaalsrecht De uitzonderingen op het algemeen verhaalsrecht zijn summier en goed gerechtvaardigd. Het is van groot belang dat een schuldenaar kan blijven voorzien in zijn levensbehoefte. De goederen die op basis hiervan buiten het verhaalsrecht van de schuldeisers vallen zijn waarschijnlijk ook niet van zodanige waarde dat zij grote invloed zullen hebben op de boedel in zijn gehaal. Voor goederen die aan verhaal worden onttrokken door middel van een akkoord of zekerheidsbeding zal dat waarschijnlijk wel het geval zijn. Dit wordt echter gerechtvaardigd door het beginsel van contractsvrijheid en dat partijen vrij zijn om zelf hun rechtsverhouding in te richten zoals zij zelf wenselijk achten. Naar mijn mening dient aan de contractsvrijheid veel belang gehecht te worden. Zowel vanuit juridisch oogpunt als uit economisch oogpunt. Het veranderd echter indien partijen gedwongen worden tot deelname aan een akkoord Gelijkheid van schuldeisers Schuldeisers hebben onderling een gelijk recht om uit de opbrengst van de goederen van de schuldenaar te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering, behoudens door de wet erkende redenen van voorrang. 14 Het beginsel wordt meestal aangehaald met de Latijnse benaming, de paritas creditorum. 15 Er moet echter, stelt Wessels, een onderscheid gemaakt worden tussen beide begrippen. Paritas creditorum wil alleen zeggen dat schuldeisers, die gelijke rechten hebben, gelijk behandeld moeten worden, niet dat zij die rechten ook kunnen doen gelden. 16 Binnen faillissement moeten schuldeisers hun vorderingen ter verificatie indienen bij de curator er krijgen daarmee, indien de vordering wordt erkend, een recht op een evenredig deel van de netto-executieopbrengst van de boedel Uitzonderingen Door middel van voorrang en voorrechten wordt de gelijkheid van schuldeisers doorbroken. 18 Voorrang wordt toegekend aan de rechten van pand, hypotheek en andere in de wet aangegeven gronden. Voorrechten vloeien voort uit de wet en rusten op bepaalde goederen of op alle goederen van het vermogen van de schuldenaar Pandrecht & Hypotheek Pand- en hypotheekhouders worden vanwege hun speciale positie binnen het faillissement ook wel separatisten genoemd. Zij kunnen hun rechten blijven uitoefenen alsof er geen sprake is van faillissement. 20 Dit houdt in dat ze het recht van parate executie kunnen blijven uitoefenen, het goed waarop het pand- of hypotheekrecht rust verkopen en zich daarna op de opbrengst verhalen F. Verstijlen, Contract en boedelschuld tussen partijautonomie en paritas, NJB 2013/1930 p (p ) 13 Hier wordt op verder gegaan in hoofdstuk 5 14 artikel 3:277 BW, Dit gebeurd wel na de voldoening van de kosten van executie 15 Vriesendorp 2013, p Wessels 2012 p Polak 2011 p Artikel 3:278 BW 19 Vriensendorp Artikel 57 lid 1 Fw en Polak 2011 p. 173 e.v. 21 art. 3:268 lid 1 BW Het hypotheekrecht wordt uitgewonnen via openbare verkoop ten overstaan van een notaris of onderhandse verkoop, mits de voorzieningenrechter hiervoor akkoord heeft gegeven (artikel 3:287 BW). Voor de uitwinning van een pandrecht is verkoop in het openbaar de hoofdregel, maar 6

7 Degene die een beperkt recht hebben op een goed van de schuldenaar, welk recht vanwege de uitoefening van het pand- of hypotheekrecht is vervallen, kunnen hun recht slechts in beperkte mate uitoefenen. Zij mogen zich buiten faillissement verhalen op de executie opbrengst. (art. 3:282 3:8 BW en 57 lid 2 en 182 Fw.) Voorrechten Pand en hypotheek gaan boven voorrecht, maar voorrechten hebben onderling een gelijke rang, tenzij de wet anders bepaald. Er wordt onderscheid gemaakt tussen voorrechten op bepaalde goederen en voorrechten die rusten op alle goederen in het vermogen van de schuldenaar. 22 De voorrechten op bepaalde goeden hebben een sterker recht en hebben in bijzondere gevallen zelfs een hogere rang dat een pandrecht op hetzelfde goed Overige rechten Faillissement heeft geen gevolgen voor het bestaan van het retentierecht. 24 Een schuldeiser met een retentierecht kan zijn vorderingen met voorrang boven allen, tegen wie het recht kan worden uitgeoefend, verhalen. 25 Daarnaast nemen houders van rechten als een eigendomsvoorbehoud, levering onder ontbindende voorwaarde of reclamerecht een positie in die gelijkenissen vertoont met die van de separatisten. De rechthebbenden kunnen hun goederen ondanks faillissement terugvorderen van de curator Versterking van het pandrecht De ontwikkeling van een extensieve interpretatie van de vestigingsvereisten heeft geleid tot een zeer sterke positie van het pandrecht op vorderingen. Kort gezegd kunnen alle vorderingen bij voorbaat verpand worden aan de geldschieter, meestal de bank, waardoor er weinig iets overblijft voor de concurrente schuldeiser. 27 Ten eerste dient de bepaalbaarheidseis niet strikt te worden uitgelegd. De vordering hoeft niet in de pandakte te worden gespecificeerd, voldoende is als achteraf kan afwijkende verkoop is ook mogelijk (art. 3:250 en 3:251 BW). Onderhandse verkoop zal vaak door de curator gebeuren waarna de waarde wordt afgedragen aan de pand- of hypoheekhouder. Er is dan wel een verplichting tot betaling van een vergoeding voor de verrichte werkzaamheden, maar meedelen in de faillissementskosten is niet nodig. 22 Artikel 3:280 BW; Voorrechten op bepaalde goederen zijn bij voorbeeld vorderingen die strekken tot voldoening van kosten die zijn gemaakt op het behoud van een goed te waarborgen (art. 3:287 BW). Of vorderingen die voortvloeien uit een aannemingsovereenkomst met betrekking tot een bepaalde zaak (art. 3:285 BW). Voorrechten op alle goederen worden opgesomd in artikel 3:288 BW. Hieronder vallen onder meer kosten van faillietverklaring en lijkbezorging, maar het bevat ook een voorrecht voor de werknemer die een vordering heeft ten aanzien van zijn loon of pensioen. 23 Artikel 3:287 BW 24 Artikel 60 lid 1 Fw. het retentierecht is de bevoegdheid die in de bij de wet aangegeven gevallen aan de schuldeisers toekomt om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat de vordering wordt voldaan (art. 3:290 BW). 25 Artikel 3:292 BW; De curator heeft de keuze tussen enerzijds verkoop van de zaak na opeising waarbij de retentor zijn voorrang op de executie-opbrengst behoudt, of anderzijds de vordering aan de retentor te voldoen, waardoor het goed terug valt in de boedel. In het eerste geval deelt de retentor mee in de faillissementskosten en moet hij zijn vordering ter verificatie indienen. De retentor kan wel een redelijke termijn stellen voor de curator om over te gaan tot handelen. Gebeurt er tijdens deze termijn niets, dan verkrijgt de retentor het recht van parate executie en kan hij het goed zelf gaan verkopen en zich daarna verhalen op de opbrengst. 26 Polak 2011 p Biemans

8 worden welke vordering wordt bedoeld. 28 Zelfs als op basis van een generieke omschrijving van de vordering de boekhouding van de pandgever voor nadere specificaties dient te worden geraadpleegd, doet dit niet af aan de voldoende bepaalbaarheid van de vorderingen. 29 Ten tweede behoudt de stil pandhouder zijn mededelings- en inningsbevoegdheid in faillissement. 30 Een curator mag deze rechten niet frustreren en is verplicht om alle informatie te verstrekken die nodig is om daadwerkelijk mededeling te doen, zij het tegen een redelijke vergoeding voor de gemaakte kosten. 31 Voor een professionele partij, zoals een bank, komt dit meestal neer op een termijn van twee weken 32 Bovenstaande heeft uiteindelijk geleid tot het gebruik van de verzamelpandakte. 33 Tot slot heeft de Hoge Raad het gebruik van deze verzamelpandakte goedgekeurd en de technische en economische bezwaren hiertegen ongegrond verklaard. 34 Er geen sprake is van een onredelijk bezwarend volmachtbeding of van verboden belangen conflicten. De vorderingen voldoen, ook door middel van deze constructie, nog steeds aan het vereiste van voldoende bepaaldheid. 35 Bovendien kan de constructie ook niet achteraf worden aangetast door een beroep op paulianeus handelen. 36 De praktijk heeft behoefte aan een vlot functionerend kredietverkeer en is gebaat bij de verpandingsconstructie. Daarbij genieten ook de gewone schuldeisers voordeel bij een ruime financiering door banken Speciale aandacht voor voorrecht van de fiscus Het bodem(voor)recht van de Belastingdienst heeft als doel te verzekeren dat de Belastingdienst niet met lege handen komt te staan bij het verhalen van niet betaalde belastingvorderingen. De Belastingdienst mag zich met voorrang verhalen roerende zaken die zich op de bodem van de belastingschuldige vinden. 38 Dit botst indien er ook een stil pandrecht op goederen rust, wat leidt tot de strijd om de bodemzaken. 39 In de regel komt het voorrecht van de Belastingdienst in rang ná een pand- of hypotheekrecht. 40 Dit is slechts anders in dien het gaat om een bodemzaak. 41 Pandhouders en andere rechthebbende op bodemzaken, moeten een melding maken bij de Belastingdienst indien zij hun recht op de bodemzaak willen uitoefenen, of zodanige handelingen willen verrichten waardoor de bodemzaak niet meer als bodemzaak te 28 HR 14 oktober 1994, NJ 1995/447 (Spaarbank Rivierenland/Gispen q.q.); In casu werd er gebruik gemaakt van een computerlijst. 29 HR 20 september 2002, NJ 2004/182 (Mulder q.q./rabo Alphen aan den Rijn) 30 HR 17 februari 1995, NJ 1996/471 (Mulder q.q./clbn) 31 HR 30 oktober 2009 NJ 2010/96 (Hamm q.q./abn Amro) 32 HR 22 juni 2006, NJ 2007/520 (ING/Verdonk q.q.) 33 Biemans 2015, Kort gezegd houdt dit in, dat de pandgever een volmacht verleent voor toekomstige verpandingen door middel van het ondertekenen van een stampandakte. Hierdoor worden in één dagelijks te registreren pandakte alle vorderingen van alle pandgevers verpand, met een verwijzing naar stampandaktes die de bank (pandhouder) in zijn bezit heeft 34 Biemans HR 3 februari 2012, NJ 2012/261 (Dix q.q./ing) 36 HR 1 februari 2013, NJ 2013/156 (Van Leuveren q.q./ing), artikel 42 en 47 Fw. 37 HR 1 februari 2013, NJ 2013/156 (Van Leuveren q.q./ing) 38 Van Hees Biemans Artikel 21 lid 1 Fw en artikel 3:279 BW 41 Biemans Het bodemvoorrecht gaat niet boven hypotheek, want het ziet op roerende zaken op de bodem en een hypotheek kan krachtens art. 3:.. alleen op onroerende zaken worden gevestigd. 8

9 kwalificeren is. 42 De bodemverhuurconstructie is hiermee zodanig aan banden gelegd dat het praktisch nut ervan is ontnomen. 43 De meningen zijn verdeeld over deze versterking van de positie van de Belastingdienst. Beekhoven van den Boezem stelt, dat het een grove inbreuk is op het Burgerlijk Wetboek, de Faillissementswet en de structuur van het Nederlands goederenrecht. 44 Van Hees is van mening dat op deze manier juist wordt voorkomen dat er inbreuk wordt gemaakt op de wettelijke voorrechten door onwettelijke constructies Waarde van de gelijkheid van schuldeisers Naar aanleiding van het bovenstaande, het grote aantal voorrangsrelen en voorrechten, rijst de vraag of met al deze uitzonderingen het beginsel van gelijkheid van schuldeisers nog wel voldoet aan de waarde die we er in beginsel aan hechten. Er dient duidelijk gekeken worden naar wat er daadwerkelijk met gelijkheid wordt bedoelt. Dit wordt vaak summier omschreven met de zin dat schuldeisers een gelijk recht hebben om te worden voldaan naar evenredigheid van ieders vordering. Deze interpretatie is naar mijn mening gedateerd. Ik sluit mij aan bij de benadering van Wessels dat de gelijkheid van schuldeisers gezien moet worden als een onderlinge gelijkwaardigheid en geen onderlinge gelijkheid. Hij stelt dat het beginsel niet als een hard and fast rule moet worden gehandhaafd en geeft de volgende argumenten. Ten eerste laat de praktijk zien dat, gelet op het uitkeringspercentage op concurrente vordering, het belang van de gelijkheid tot een minimum is gedaald. Daarnaast geeft hij aan dat andere gelijkheidsbeginsels in ons rechtssysteem ook hun uitzonderingen kennen, en die geaccepteerd worden. Waarom zou dit bij de gelijkheid van schuldeisers anders dienen te zijn. Ten slotte stelt hij dat zowel de Faillissementswet als de Hoge Raad het beginsel niet strikt toepassen en meerdere uitzonderingen bevatten. 46 Het idee dat de gelijkheid van schuldeisers alleen kan worden gewaarborgd als de paritas creditorum strikt gehanteerd wordt is niet (meer) verenigbaar met de praktijk. Dit maakt het tot een statisch begrip wat kan leiden tot het verkeerd toepassen en weinig toepasselijkheid in de praktijk. Juist om de achterliggende gedachte, het voorkomen van ongerechtvaardigde verhaalsbenadeling, te kunnen waarborgen is het nodig om soepel met het begrip om te gaan. Zodat de gelijkheid of de gelijkwaardigheid kan worden behouden, maar op een manier die aansluit bij de huidige praktijk. Wel wordt wel eens gezegd dat de uitzonderingen hierboven genoemd, zoals de zekerheidsrechten geen true exception op de paritas creditorum zijn. Dit omdat ze namelijk niet eens tot de boedel kunnen worden gerekend. En dus niet eens aan de gezamenlijke crediteuren zouden kunnen worden uitgekeerd Fixatiebeginsel 42 Beekhoven van den Boezem Beekhoven van den Boezem Alternatief van Beekhoven: schrap het bodem(voor)recht van de Belastingdienst en geef hem daarvoor in geval van faillissement in de plaats een standaard procentuele afdracht door pandhouders en andere zekerheidsgerechtigden van de opbrengst van alle (bodem)zaken waarop zij rechten hebben. Dit alternatief wordt door Van Hees aangevuld door het percentage over alle goederen te berekenen en het af te dragen aan de curator zodat eerst alle boedelschulden kunnen worden voldaan. 45 art. 22bis Iw en Van Hees Wessels Rizwaan Jameel Mokal Priority as Pathology: The Pari Passu Myth Cambridge Law Journal 2001 (November) p.4 9

10 Het fixatiebeginsel houdt in dat de rechtspositie van schuldenaar en schuldeisers, voor zover betrokken bij de boedel, wordt gefixeerd. 48 De schuldenaar verliest zijn beschikkings- en beheersbevoegdheid over zijn vermogen wat maakt dat de curator vanaf dat moment belast is met de vereffening van de failliete boedel. 49 Het faillissement is een algemeen beslag op de boedel. 50 Indien niet zou worden gefixeerd dan leggen alle individuele schuldeisers zo snel mogelijk beslag, wat leidt tot een ongelijke bevoordeling van de ene schuldeiser boven de ander. 51 Het fixatiebeginsel heeft invloed op enerzijds de wijze waarop schuldeisers hun vordering geldend maken (formeel) en anderzijds de rangorde van de vorderingen onderling (materieel) Uitzonderingen Het fixatiemoment van de boedel heeft tot gevolg, dat er onderscheid wordt gemaakt tussen schulden die vóór het moment van faillietverklaring zijn ontstaan en schulden die daarna zijn ontstaan Faillissementsvorderingen In de regel kunnen vorderingen ontstaan vóór faillissement wel worden ingediend voor verificatie en vorderingen ontstaan ná faillissement niet. Laatstgenoemde delen niet mee in de verdeling van de faillissementsopbrengst. 53 Dat betekend dat schuldeisers met vorderingen die op of na die dag zijn ontstaan deze niet meer ter verificatie kunnen indienen. 54 Een uitzondering bestaat voor vorderingen die tijdens faillissement ontstaan, maar voortvloeien uit een al bestaande rechtsverhouding, deze dienen faillissementsvorderingen te worden gekwalificeerd. 55 Dit is een rechtstreekse inbreuk op het fixatiebeginsel, maar wordt gerechtvaardigd met het argument dat een schuldeiser die al voor faillissement een rechtsverhouding had met de schuldenaar niet met lege handen mag komen te staan Boedelvorderingen Boedelvorderingen zijn schulden die een onmiddellijke aanspraak geven op de boedel. Dit kan op grond van de wet, doordat de curator de schuld is aangegaan in zijn hoedanigheid of doordat de schuld een gevolg is van het handelen van de curator in strijd met een verbintenis of verplichting. 57 Voor deze boedelvorderingen geldt 48 Vriesendorp 2013 p. 49 De fixatie werkt terug tot aan uur op de dag dat het faillissement door de rechter word uitgesproken, artikel 23 Fw een artikel 68 FW 50 Artikel 20 Fw 51 Boekraad 1997 p. en Van Amsterdam 2015 (bb 2015/2) 52 Van Galen 1996 p Boekraad heeft een andere visie op dit onderscheid. Naar zijn mening is er een materieel en formeel aspect. Namelijk de fixatie van de verhaalspositie van schuldeisers, waardoor benadeling door rechtshandelingen verricht na faillietverklaring niet meer kan (materieel) en het feit dat uitsluitend schuldeisers die ten tijde van de faillietverklaring een vordering hebben opkomen in faillissement (Boekraad 1997 p. 13 en 14). Rijckenberg is stelt echter dat de onderscheidende benamingen van materieel en formeel enigszins ongelukkig zijn en pleit voor de benaming van een actief en passief aspect (Rijckenberg 2009 p. 133) 53 Rijckenberg 2009 p J.J. Van Hees Het fixatiebeginsel in faillissement (boek A-T-D). P HR 19 april 2013 Koot Beheer/Tideman q.q NJ 2013/ F. Verstijlen, Contract en boedelschuld tussen partijautonomie en paritas, NJB 2013/1930 p (p ) 57 HR 19 april 2013 Koot Beheer/Tideman q.q NJ 2013/291; Lange tijd werden boedelvorderingen aangemerkt aan de hand van het toedoencriterium dat wil zeggen dat elke schuld die het gevolg is van het handelen van de curator ten behoeve van de boedel als boedelschuld werd aangemerkt (W.J.M. van Andel en T.T. van Zanten Over wederkerige overeenkomsten en boedelschulden. Beschouwingen naar aanleiding van HR 19 april 2013 inzake Koot Beheer/Tideman q.q. TvI 2013/26) (HR Van Galen q.q./circle Plastics) 10

11 overigens wel dat ze naar evenredigheid van de omvang van ieders vordering worden voldaan, behoudens de daarvoor geldende redenen voorrang. 58 Boedelvorderingen ontstaan dus ná faillissement, maar kunnen toch worden voldaan vanuit de boedel. Dit betekend dat de situatie waarin de concurrente schuldeisers veranderd, wat een inbreuk is op het fixatiebeginsel. Dit wordt gerechtvaardigd met het argument dat deze schulden zijn ontstaan ter afwikkeling van het faillissement. Als deze kosten niet kunnen worden voldaan stokt het systeem, wordt het faillissement niet afgewikkeld en krijgen de concurrent schuldeisers helemaal geen uitkering De onmiskenbare vergissing De Hoge Raad heeft in haar jurisprudentie geoordeeld dat indien er sprake is van een betaling aan de failliet die geschied op basis van een onmiskenbare vergissing de curator deze zo spoedig mogelijk dient terug te storten zonder te wachten op de afwikkeling van de boedel en zonder een faillissementsbijdrage te eisen. Van een onmiskenbare vergissing kan uitsluitend sprake zijn indien de betaling na faillietverklaring onverschuldigd is verricht zonder dat er een rechtsgrond bestaat of bestaan heeft. 59 Op die manier kan de curator ook niet veronderstellen dat er mogelijk wel een verplichting zou kunnen zijn geweest. 60 Het later vervallen van de rechtsgrond valt hier niet onder. Deze uitzondering wordt gerechtvaardigd met het argument dat het handelen in overeenstemming is met de hetgeen in het maatschappelijk verkeer als betamelijk wordt beschouwd en dat de curator in zijn bijzondere positie rekening moet houden met alle gerechtvaardigde gevallen. Het feit dat er krachtens de wet geen voorrang is verbonden aan een vordering tot onverschuldigde betaling doet hier niet aan af Waarde van het fixatiebeginsel Het achterliggende doel van het fixatiebeginsel is de boedel onttrekken aan de invloed van schuldenaar en schuldeisers. 62 Het moment waarop de boedel wordt gefixeerd is duidelijk en aan de hand van die situatie dient het faillissement te worden afgewikkeld. Er bestaat tevens geen twijfel over de interpretatie van het begrip fixatie. Fixeren houdt in dat de toestand wordt vastgezet en dat er achteraf geen wijzigingen meer kunnen worden aangebracht. In het huidige systeem wordt toch inbreuk gemaakt op het fixatiebeginsel. Deze worden allen gerechtvaardigd en nodig om in de praktijk de boedel te kunnen vereffenen, maar dat maakt niet dat het geen uitzonderingen. Immers het idee dat schuldeisers niet benadeeld kunnen worden door rechtshandelingen verricht na faillissement krijgt minder waarde doordat de verschillende vorderingen voorrang verkrijgen boven de 58 De Hoge Raad heeft in zijn arrest De Ranitz/Ontvanger het negatieve preferentiestelsel in beginsel ook van toepassing verklaard op de boedelschulden. De Hoge Raad gaat verder dat eerst kosten die gemaakt zijn ter vereffening en executie van de boedel eerst moeten worden voldaan om zo de netto-opbrengst te krijgen. Hieronder valt ook het salaris van de curator; HR 28 september 1990, NJ 1991/305 (De Ranitz/Ontvanger). 59 HR 5 september 1997, NJ 1998/437 (Onvanger/Hamm q.q.) en HR 8 juni 2007, NJ 2007/419 (Van de Werff q.q./blg) Van dit soort gevallen zal sprake zijn in twee gevallen. Ten eerste wanneer het duidelijk is dat de betaling betrekking heeft op een al eerder voldane schuld en ten tweede indien er sprake is van een zodanige afwijking van het bedrag dat dit alleen door middel van een verschrijving of vergissing kan zijn gebeurd. 60 Boekraad HR 5 september 1997, NJ 1998/437 (Onvanger/Hamm q.q.) 62 F. Verstijlen, Contract en boedelschuld tussen partijautonomie en paritas, NJB 2013/1930 p (p ) (proefschrift, de Faillissementscurator) 11

12 concurrente schuldeisers. Zo blijft er minder over voor de boedel, wat leidt dat er minder kan worden verdeeld. Naar mijn mening dient het fixatiebeginsel te worden gezien als een instrument dat wordt ingezet om de executie en de verdeling van het vermogen via de paritas creditorum te realiseren. 63 Een mogelijkheid om dit te bewerkstelligen is het verschuiven van de fixatiegrens naar het moment waarop de vorderingen ter verificatie dienen te worden ingediend. 64 Zo kunnen in beginsel alle vorderingen worden ingediend en worden problemen zoals hierboven vermeden. 65 De curator dient wel vanaf de faillietverklaring beheers- en beschikkingsbevoegd over de boedel te worden. De schorsing incasso- en executiemaatregelen van schuldeisers dient tevens te worden gehandhaafd Tussenconclusie In dit hoofdstuk zijn uitgebreid de drie belangrijkste fundamentele beginselen van het faillissement besproken met de bedoeling te onderzoeken wat de waarde is van deze beginselen in de huidige tijd en praktijk. Geconcludeerd kan worden is dat geen van de drie beginselen hun belang binnen het faillissement hebben verloren. Wel is de manier waarop de beginselen hun uitwerking krijgen aan vernieuwing toe. Alhoewel het recht om verhaal te halen op alle goederen van de schuldenaar weinig verandering heeft ondergaan, wordt het toch geconfronteerd met de veranderingen van de andere beginselen. Om het beginsel van gelijkheid van schuldeisers te kunnen waarborgen moet gelijkheid veranderd worden in gelijkwaardigheid. Er moet op een soepele manier worden omgegaan met het begrip, zodat het geen statisch instituut wordt waar de praktijk niet meer mee kan werken. Voor het fixatiebeginsel moet naar mijn mening de instrumentalistische benadering van Rijckenberg worden gevolgd, om zodoende het faillissement op de juiste manier te kunnen afwikkelen. Samenvattend moeten de beginselen dus mee veranderen met de tijd en praktijk. In hoofdstuk 5 zal worden onderzocht hoe de fundamentele beginselen en het nieuwe wetsvoorstel op elkaar aansluiten. 63 Rijckenberg 2009 p. 64 F. Verstijlen, Contract en boedelschuld tussen partijautonomie en paritas, NJB 2013/1930 p (p ) 65 Dit sluit aan bij het idee van Van Hees om in beginsel alle vorderingen die opkomen voordat het faillissement eindigt mee te laten delen in de executieopbrengst. Beperkingen moeten uitsluitend worden gehanteerd indien er sprake is van fraude of indien de schuldeiser er opzettelijk voor heeft gezorgd dat zijn schuld voor het eindigen ontstond terwijl hij wist of behoorde te weten dat de schuldenaar failliet was verklaard. Naar zijn mening dient er per geval een belangenafweging gemaakt te worden waarbij grote waarde moet worden gekend aan de rechtszekerheid. (Van Hees 2000 p. 136 en 137) 12

13 Hoofdstuk 3 De huidige situatie met betrekking herstructurering door middel van akkoorden. Binnen het huidige recht kan een schuldenaar een akkoord sluiten in faillissement en buiten faillissement. Naast deze genoemde akkoorden is het ook mogelijk om bij surseance van betaling en schuldsanering akkoorden te sluiten met schuldeisers, maar zoals eerder genoemd, zal ik mij uitsluitend richten op de faillissementsprocedure Faillissementsakkoord Het faillissementsakkoord 66 beoogt gerechtelijke vereffening te voorkomen door met schuldeisers een verdeling overeen te komen. 67 Het wordt gekwalificeerd als een meerpartijen-overeenkomst, 68 maar wordt beheerst door de faillissementswet. 69 De strekking van het akkoord dient te worden uitgelegd aan de hand van bedoelingen van partijen. 70 Meestal zal het akkoord een aanbod voor een gedeeltelijke betaling bevatten, als dan niet door middel van een getrapt systeem 71, waarna de schuldeisers finale kwijting zullen geven Procedure Het akkoord wordt aangeboden aan de schuldeisers door de gefailleerde die hiertoe bevoegd is. 73 Deze expliciete vermelding van de bevoegdheid is opgenomen omdat de schuldenaar zijn beheers- en beschikkingsbevoegdheid is verloren door de faillietverklaring Aanbieding, verificatie en stemming Tijdens de verificatievergadering stemmen de schuldeisers over het akkoord, van de vergadering wordt een proces-verbaal opgemaakt. 75 Het akkoord moet voorafgaande aan de stemming gedeponeerd zijn bij de griffie van de rechtbank 76 Bovendien moet het gelijktijdig worden aangeboden aan de curator en de schuldeiserscommissie. Beide dienen een advies uit te brengen, zodat de schuldeisers een afgewogen keuze kunnen maken, voordat zij overgaan tot stemmen. 77 Het akkoord wordt aangenomen, indien de meerderheid van de concurrente schuldeisers voor stemt, mits deze samen tenminste de helft van het totale bedrag van 66 Het akkoord wordt naast faillissementsakkoord ook wel aangeduid als dwangakkoord of gerechtelijk akkoord Polak 2011 hfst Wessels 2013 p HR 18 mei 1990, NJ 1991/412 en Van der Feltz II 1897 p Vriesendorp Op basis van de bekende Haviltex-formule, HR 13 december 1981, NJ 1981/635 (Haviltex) Vriesendorp Hier worden bijvoorbeeld kleine schuldeisers volledig voldaan en grotere schuldeisers krijgen een percentage toegekend. Dit wordt ook wel een gestaffeld akkoord genoemd. Vriesendorp 2013 hfst Vriesendorp 2013, p Artikel 138 Fw. Bij rechtspersonen is het bestuur bevoegd tot het aanbieden van het akkoord, tenzij het gaat om een akkoord dat grote invloed heeft op de structuur en de organisatie van de rechtspersoon. In dat geval is de vergadering van aandeelhouders bevoegd. Dit volgt uit de artikelen 2:130 en 3:240 BW. Voor het bestuur van een vereniging is het art. 2:45 BW en voor het bestuur van de stichting art. 2:291 BW 74 Vriesendorp 2013 en art. 23 Fw. 75 In het proces-verbaal van de vergadering worden de inhoud van het akkoord, de namen van de stemgerechtigde schuldeisers met hun stemgedrag, de uitslag van de stemming en overige belangrijke omstandigheden vermeld. Dit proces-verbaal wordt ook gedeponeerd bij de griffie en is voor iedereen in te zien. Dit volgt uit artikel 148 Fw. Gedurende acht dagen kunnen voorstemmende schuldeisers en de failliet om verbetering vragen indien blijkt dat het akkoord ten onrechte als verworpen in beschouwd (art. 149 Fw.) Wessels 2013 p art. 139 lid 1 Fw.; Wessels 2013 p art. 139 lid 2 en art. 140 Fw 13

14 de vorderingen representeren. 78 Daarnaast kan het akkoord door de rechtercommissaris worden vastgesteld als ware het aangenomen. 79 Het is van belang dat het akkoord voorziet in een aanbod waarin alle vorderingen worden meegenomen. 80 Voor vaststelling door de rechter is vereist dat tenminste driekwart van de aanwezige erkende en voorwaardelijke toegelaten concurrente schuldeisers voorstemmen én het akkoord is verworpen is door een of meer tegenstemmede schuldeisers. Dit terwijl zij in redelijkheid niet tot dit stemgedrag kunnen komen. Alle omstandigheden worden meegewogen, maar het zwaartepunt ligt bij de vermogensvergelijking. 81 Schuldeisers zijn echter niet vrij om hun stem zo te gebruiken dat het misbruik van bevoegdheid oplevert, in strijd is met de redelijkheid en billijkheid of onrechtmatig is jegens de schuldenaar, curator of andere schuldeisers Stemgerechtigdheid Alleen erkende en voorwaardelijk toegelaten concurrente schuldeisers zijn stemgerechtigd, ook als zij niet opkomen in het faillissement. 83 Preferente schuldeisers, boedelschuldeisers en seperatisten zijn niet gebonden aan het akkoord en zijn daarom uitgesloten van de stemming. 84 De groep schuldeisers van wie de vordering wordt betwist en waarmee nog geen schikking is bereikt is ook uitgesloten van stemming. De rechter-commissaris kan hun vordering wel voorwaardelijk toelaten Homologatie Na de stemming volgt de homologatieprocedure bij de rechter. 86 Deze is gericht op een snelle beslissing omtrent de goedkeuring van het akkoord waarbij de rechter een grote discretionaire bevoegdheid toekomt, mits het oordeel duidelijk gemotiveerd is. 87 Bovendien moet de beschikking omtrent de homologatie moet met voldoende redenen zijn omkleed en uitgesproken zijn ter openbare terechtzitting. 88 De rechterlijke tussenkomst heeft als doel het waarborgen van de belangen van de concurrente schuldeisers. 89 Het akkoord wordt door de rechter gehomologeerd, tenzij er redenen zijn voor afwijzing. 90 Hiervoor zijn imperatieve weigeringsgronden 91 en facultatieve weigeringsgronden 92. De rechter kan daarnaast ambtshalve het akkoord weigeren 78 Artikel 145 Fw. Wessels 2013 p. 39 Deze maatstaf dateert uit Vóór die tijd moest er voor gestemd worden door een gekwalificeerde meerderheid. Deze maatstaf was er om de belangen van de minderheid te beschermen. Dit is nu geïncorporeerd in het vereiste van het bedrag. 79 Artikel 146 Fw. 80 Wessels 2013 p Dit is een vergelijking tussen het percentage dat schuldeisers met vereffening van de boedel zouden krijgen en het percentage dat zou worden uitgekeerd met het akkoord. Vriesendorp 2013 art. 146 fw. 82 rb Den Bosch 16 september 2011, JOR 2012/ Artikel 157 Fw. 84 Artikel 143 Fw. Dit is uitsluitend anders, indien zij vooraf definitief afstand hebben gedaan van hun voorrang. Dit zal echter niet vaak voorkomen. Vriesendorp 2013 p.310 en Wessels 2013 p Artikel 125 Fw. 86 Artikel 150 Fw. 87 HR 26 augustus 2003, NJ 2004/549 (Intercomm/UPC) 88 Wessels 2013 p. 53 en art. 71 lid 2 Fw 89 De schuldeisers verliezen hun aanspraak op de failliet. Ook indien ze tegen hebben gestemd of in zijn geheel niet op de hoogte waren van het akkoord. Vriesendorp 2013+/_ p Vriesendorp 2013 p Artikel 153 Fw; Het gaat hier om situaties, waarbij de boedel aanmerkelijk groter is dan het bedrag dat wordt uitbetaald bij akkoord; de nakoming niet voldoende is gewaarborgd; het akkoord tot stand is gekomen door bedrog, begunstiging van een of meer schuldeisers of andere oneerlijke middelen; of indien het akkoord wordt aangeboden in een secundaire procedure en de curator het akkoord in de hoofdprocedure heeft geweigerd. Is er hiervan sprake dan moet de rechter het akkoord weigeren; Vriesendorp Artikel 153 lid 3 Fw. Wessels 2013, p

15 indien de bovengenoemde gronden niet kunnen worden toegepast, maar de totstandkomingsprocedure wel bedenkingen oproept. Er wordt dan getoetst of er sprake is van formele onzorgvuldigheid. 93 Naast de formele onzorgvuldigheden kan het akkoord ook geweigerd worden indien er inhoudelijke gebreken zijn Gevolgen akkoord Zodra het akkoord is gehomologeerd en het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan eindigt het faillissement. 95 Dit maakt dat de schuldenaar weer volledig beheers- en beschikkingsbevoegd is over zijn vermogen. 96 Het akkoord wordt gehonoreerd en de uitkeringen worden gedaan aan de schuldeisers. Bij verwerping van het akkoord volgt geen homologatie en treedt van rechtswege de staat van insolventie in. 97 Het is dan niet mogelijk om nog een akkoord aan te bieden. 98 Het vonnis tot homologatie biedt een executoriale titel voor de schuldeisers. 99 Het niet nakomen van het akkoord leidt tot een tekortkoming van de schuldenaar wat leidt tot een verplichting tot schadevergoeding Knelpunten Op het eerste gezicht lijkt het faillissementsakkoord een geschikt middel om de schulden van de onderneming te herstructureren. De schuldenaar krijgt weer de bevoegdheid over de boedel, de onderneming wordt niet ontbonden maar kan worden voortgezet en er blijven uitsluitend natuurlijke verbintenissen over. 101 De schuldenaar krijgt vaak een hoger uitkeringspercentage dan in faillissement en de afwikkeling van een akkoord gaat in de regel een stuk sneller dan de afwikkeling van een faillissement. 102 Er zijn echter naast de hierboven genoemde voordelen ook nadelen die de werking van het akkoord in de praktijk zeer bemoeilijken. Dit valt mede te verklaren door het feit dat separatisten, preferente schuldeisers en boedelschuldeisers niet aan het akkoord gebonden zijn. 103 Daarnaast heeft faillissement een stigma en is de faillietverklaring openbaar. 104 Dit leidt vaak tot reputatieschade, verlies van werkgelegenheid en vooral tot waardevernietiging. 105 De waardedaling volgt uit de combinatie van de lange voorbereidingstijd met de stagnering van de onderneming. 106 Hierdoor is het moeilijk om schuldeisers te overtuigen dat de 93 Hiervan is sprake indien er belangrijke schuldeisers van stemming waren uitgesloten, schuldeisers zijn niet opgeroepen, er onregelmatigheden waren in de toelating tot de stemming of indien er een preferente schuldeiser heeft meegestemd; Wessels 2013 p. 61 en HR 15 maart 1940 NJ 1940 p Wessels noemt hier de volgende voorbeelden. Na faillissement blijkt dat concurrente schuldeisers meer baten kunnen ontvangen dan waar ze ten tijde van het sluiten van het akkoord vanuit waren gegaan. Dit kan zo zijn indien er bij een liquidatie-akkoord onvoldoende rekening is gehouden met niet erkende of onbekende schuldeisers, indien het akkoord een begunstigingen van derden inhoudt of indien het akkoord onvoldoende rekening heeft gehouden met de preferente schuldeisers en de overige faillissementskosten Wessels 2013 p Artikel 161 Fw. en Vriesendorp 2013 p. 313 nr Vriesendorp p. 313 nr art. 173 fw. 98 Artikel 154 Fw. Hiermee wordt voorkomen dat de schuldenaar eerst kan peilen hoe de stemverhoudingen zijn met een akkoord met een zeer lage uitbetaling. Daarnaast wordt ook voorkomen dat de schuldenaar het faillissement kan uitstellen door steeds een nieuw akkoord aan te bieden. Vriesendorp 2013 p. 309 en Van der Feltz II p. 186, Wessels p Art. 159 en Vriesendorp 2013 nr. 280 p art. 6:47 e.v. BW en Vriesendorp 2013 p Wessels 2013 p Wessels 2013 p Hierdoor blijft het overgrote deel van het totaal aan vorderingen buiten het bereik van het akkoord, waardoor de utiliteit in principe verdwijnt 104 Vriesendorp 2013 nr Van Amsterdam Koster

16 onderneming een doorstart kan maken als het akkoord met succes kan worden uitgevoerd Onderhands akkoord Een onderhands akkoord 107 biedt de mogelijkheid om zonder gerechtelijke tussenkomst vrijwillig tot een oplossing komen over de problematische financiële situatie van de schuldenaar. 108 Het onderhands akkoord is tevens een meerpartijen-overeenkomst. 109 In een ideale wereld geven alle schuldeisers hun vordering volledig vrij (volledige kwijtschelding), maar vaak zal er sprake zijn van partiele kwijtschelding of opschorting van de vordering Procedure Het is aan de schuldenaar om afspraken te maken met zijn schuldeisers. De civielrechtelijke regels zijn van toepassing op de totstandkoming van het onderhands akkoord. Dit voor zover de strekking van de bepalingen zich niet verzetten tegen de aard van de overeenkomst. 111 Om het akkoord te laten slagen is nodig dat alle schuldeisers, zowel concurrente schuldeisers als preferente schuldeisers, instemmen met het akkoord. Het akkoord is namelijk alleen bindend voor de schuldeisers die er mee in hebben gestemd. Schuldeisers die weigeren zijn er niet aan gebonden en behouden hun vordering. Dit kan de werking van het akkoord frustreren. 112 Een schuldeiser is vrij om het aanbod tot het akkoord te weigeren, tenzij er sprake is van een van de beperkingen Ten eerste kan de weigering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn of in strijd zijn met het idee dat de schuldeiser en schuldenaar zich jegens elkaar naar deze eisen moeten gedragen. 114 Ten tweede kan het weigeren onder omstandigheden worden aangemerkt als misbruik van bevoegdheid. 115 Ten derde kan de weigering een onrechtmatige daad zijn, indien het in strijd is met ongeschreven recht zoals in het maatschappelijk verkeer betaamt. 116 Het algemene verbintenis recht biedt de basis voor de beantwoording van de vragen inzake aangaan, uitvoering en eventuele ontbinding van het akkoord Gerechtelijke interventie De schuldenaar kan bij de rechter vorderen dat schuldeisers gedwongen worden tot deelname aan een onderhands akkoord. Daarnaast kan een schuldenaar een verbod op het uitvoeren van de incasso- en executiemaatregelen of een bevel tot medewerking 107 Dit wordt ook wel een buitengerechtelijk of informeel akkoord genoemd Vriesendorp 2013, p Wessels 2013 p Wessels 2013 p Bij opschorting wordt de terugbetaling uit te spreiden over een langere termijn, maar geen korting overeen te komen op de hoofdsom. Zo wordt een adempauze gecreëerd. Dit heeft een positief effect op de liquiditeit, maar niet op de solvabiliteit van de onderneming. Vriesendorp 2013, Hfst Dit hoedt verband met het feit dat veel bepalingen van het overeenkomstenrecht op tweepartijenverhoudingen zijn toegesneden. Wessels 2013, p Wessels 2013, p Wessels 2013, p art. 6:2 lid 2 jo art 6:248 lid 2 BW. 115 art. 3:13 BW; Hier kom ik verder op terug in paragraaf art. 6:162 lid 2 BW. 117 Wessels 2013, p. 104; Ten eerste wordt bepaald dat een partij heeft ingestemd met een akkoord aan de hand van de door de Hoge Raad geconstrueerde Haviltex-formule: Het hangt in beginsel af van wat beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomst de zin die zij daar een inde gegeven omstandigheden mochten toekennen, hebben afgeleid HR 13 december 1981, NJ 1981/635 (Haviltex) Daarnaast geldt ook het leerstuk van de afgebroken onderhandelingen, zoals naar voren komt in HR 18 juni 1982 NJ 1983/723 (Plas/Valburg). In dit arrest staat kortgezegd, dat er een mogelijkheid tot schadevergoeding bestaat, indien de onderhandelingen tussen partijen zover gevorderd waren dat de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid met zich mee brengt dat de partijen niet zonder meer uit elkaar kunnen gaan 16

17 vorderen bij de rechter. 118 Dit om frustratie van de werking van het akkoord door schuldeisers tegen te gaan Bevel tot medewerking aan onderhands akkoord De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een bevel tot medewerking aan een onderhands akkoord slechts onder zeer bijzondere omstandigheden kan worden toegewezen en dat hierbij terughoudendheid is geboden. Het is aan de schuldenaar om te bewijzen dat hij onevenredig in zijn belangen is geschaad en dat de schuldeisers naar redelijkheid niet tot weigering van het akkoord hebben kunnen komen. 120 De situatie dat de schuldeiser de slechte financiële positie van de schuldenaar kende of behoorde te kennen, is over het algemeen niet voldoende om het weigering als misbruik van bevoegdheid aan te merken. 121 Er volgt een belangenafweging tussen het belang van de schuldeiser bij voldoening van de vordering door verhaal op alle goederen en het belang van de schuldenaar die bij instemming met akkoord een faillissement kan voorkomen. Indien een akkoord voldoet aan de hierna genoemde criteria is het weigeren hiervan in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het akkoord moet deugdelijk zijn onderbouwd; inzicht geven in het maximaal te behalen resultaat; zijn opgesteld en begeleid door een onafhankelijke deskundige; aannemelijk maken dat bij faillissement crediteuren minder zullen ontvangen; laten zien dat de schuldenaar opofferingen heeft gemaakt; aangeven dat de werkgelegenheid behouden blijft; vergelijkbare crediteuren gelijk behandelen; en tot slot moet het akkoord zijn aanvaardt door een gekwalificeerde meerderheid. 122 Deze criteria zijn in lagere wetgeving ontwikkeld. 123 Soedira is sceptisch en is van mening dat elk akkoord zelfstandig moet worden beoordeeld. Ze stelt dat als deze lijn verder wordt gevolgd het algemene uitgangspunt dat een onderhands akkoord juist geen dwangakkoord is, zijn waarde verliest Knelpunten Een van de knelpunten is de mogelijkheid van een hold-out strategie. 125 Schuldeisers kunnen op een strategische manier stemmen of wegblijven bij de stemming om deze te manipuleren in hun voordeel. 126 Dit geeft aan dat een onderhands akkoord in de praktijk alleen tot stand kan komen als alle schuldeisers unaniem voor stemmen. Daarnaast ontbreekt fixatie van de boedel waardoor schuldeisers activa kunnen blijven onttrekken aan de boedel en er geen curator wordt aangesteld die toezicht houdt op de 118 Vriesendorp 2013, p Volgens Vriesendorp kan dit enerzijds doordat de weigering van een enkele schuldeiser ook zorgt dat andere schuldeisers hun instemming intrekken waardoor het oplossen van het financiële probleem onmogelijk wordt. Anderzijds kan een schuldeiser tijdens de onderhandelingen incasso- en executiemaatregelen uitvoeren waardoor de continuïteit van de activiteiten in gevaar komt. Dit ontneemt het praktisch nut van het akkoord. Vriesendorp 2013, p HR 12 augustus 2005, NJ 2006/230 (Groenemeijer/Payroll) r.o De Hoge Raad overwoog hierbij dat de bijzondere voorwaarden en waarborgen die de faillissementswet bevat voor een faillissementsakkoord niet gelden voor het onderhands akkoord. Die regels leiden er bij een faillissementsakkoord toe dat vanwege het rechterlijk toezicht, schuldeisers die niet voor het akkoord hebben gestemd toch aan kunnen worden verbonden. HR 12 augustus 2005, NJ 2006/230 (Groenemeijer/Payroll) 122 Rb. Almelo 4 februari 1998, JOR 1998/66 nt. Soedira en van der Heijden Voor een verdere uitwerking per criterium verwijs ik u naar Wessels 2013 p. 119 e.v. 123 Wessels 2013 p. 120 en Van der Heijden Rb. Almelo 4 februari 1998, JOR 1998/66 nt. Soedira 125 R. Hermans en R. Vriesendorp, Dwangakkord in insolventie: vrijheid in gebondenheid? TvI 2014/ Schuldeisers kunnen hebben meestal als uitsluitend belang voldoening van hun eigen vordering. Het zal hun vaak niet uitmaken of de onderneming wel of niet voort zal bestaan. Tenzij de onderneming een zo n grote afnemer is dat zij daar persoonlijk ook financiële tegenvallers zullen krijgen. Is dit niet het geval dan zal het moeilijker zijn om overeen te komen dat zij hun vordering vrijgeven of genoegen nemen met een lager percentage. 17

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring Inhoud I 1 2 3 4 5 5a II 6 7 8 9 10 12 13 14 15 16 Algemeen Drie procedures Het faillissement De surseance van betaling De schuldsanering natuurlijke personen Commissie Insolventierecht Herijking van het

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

Week 5 Hoorcollegeaantekeningen Handelsrecht. HC 7, , Faillissement I

Week 5 Hoorcollegeaantekeningen Handelsrecht. HC 7, , Faillissement I Week 5 Hoorcollegeaantekeningen Handelsrecht HC 7, 13-05-2019, Faillissement I Introductie De Faillissementswet is gemaakt in 1893. Deze wet wordt dus al meer dan 100 jaar gebruikt. Er is één hele belangrijke

Nadere informatie

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL

AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL AFWIKKELING VAN DE FAILLISSEMENTSBOEDEL EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE KATHOLIEKE UNIVERSITEIT NIJMEGEN,

Nadere informatie

Executie van het retentierecht

Executie van het retentierecht Executie van het retentierecht mr. Jacob Henriquez mr. Teije van Dijk AKD Aangeboden door WEKAbouw Kennisbank Contracteren in de bouw www.weka-bouw.nl @2011 Weka Uitgeverij B.V. - 1 - Inleiding Het retentierecht

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken

INHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers

Nadere informatie

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Monografieen Privaatrecht Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Mr. A.M.J. van Buchem-Spapens Mr. Th.A. Pouw Achtste druk Kluwer - Deventer - 2008 Inhoud Lijst van afkortingen XI I. INLEIDING

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/78022

Nadere informatie

Inleiding. 2 Zie Curatoren Imtech N.V. 18 augustus Curatoren Imtech N.V. 21 augustus 2015.

Inleiding. 2 Zie Curatoren Imtech N.V. 18 augustus Curatoren Imtech N.V. 21 augustus 2015. Inleiding De afgelopen tijd zijn in Nederland veel faillissementen uitgesproken waarbij de nodige werknemers waren betrokken. Een voorbeeld hiervan is het moederbedrijf Royal Imtech N.V. dat op 13 augustus

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding Onderwerp en vraagstelling Doel en methode Verhouding tot eerder onderzoek Plan van behandeling 7

Hoofdstuk 1 Inleiding Onderwerp en vraagstelling Doel en methode Verhouding tot eerder onderzoek Plan van behandeling 7 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF AFKORTINGEN V XVII Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Onderwerp en vraagstelling 1 1.2 Doel en methode 3 1.3 Verhouding tot eerder onderzoek 6 1.4 Plan van behandeling 7 DEEL I Het

Nadere informatie

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Monografieén Privaatrecht Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Mr. A.M.J. van Buchem-Spapens Mr. Th.A. Pouw Zevende druk Deventer - 2004 Inhoud Lijst van afkortingen XI I. INLEIDING

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid tot homologatie van een onderhands akkoord om een dreigend faillissement af te wenden (Wet homologatie onderhands akkoord

Nadere informatie

HC 12, , Handelsrecht

HC 12, , Handelsrecht HC 12, 28-05-2018, Handelsrecht Artikel 23 Beheers- en beschikkingsonbevoegd betekent dat de failliet niets meer mag kopen, maar ook niet mag verkopen, dit staat in artikel 23 Fw. Dit ten behoeve van de

Nadere informatie

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990

Bodem(voor)recht fiscus. De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodem(voor)recht fiscus De inhoud van artikel 22bis IW 1990 Bodemvoorrecht art. 21 lid 1 IW 1990: s Rijks schatkist heeft een voorrecht op alle goederen van de belastingschuldige art. 3:279 BW: pand en

Nadere informatie

Masterscriptie. De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement

Masterscriptie. De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement Masterscriptie De verhaalsmogelijkheid van pandhouders in faillissement Student: (Michael) A.J.M. Dekkers ANR: 90.33.06 Datum: 27 juli 2010 Universiteit van Tilburg Faculteit der Rechtsgeleerdheid Master

Nadere informatie

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.

14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten. 14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering

Nadere informatie

WCO II: Een doorbraak? Johan Jol

WCO II: Een doorbraak? Johan Jol WCO II: Een doorbraak? Johan Jol 1 programma Wat er aan voorafging FD 12 November 2012 het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementswet WCO I (pre-pack) en WCO II (akkoord) Specifieke bepalingen WCO

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein

Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein Jutd 2015/0020 Overzicht van actuele ontwikkelingen op goederen- en faillissementsrechtelijk terrein

Nadere informatie

Correctiemodel. SPD Bedrijfsadministratie RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7

Correctiemodel. SPD Bedrijfsadministratie RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel RECHT MAANDAG 5 OKTOBER 2015 13.10-15.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens B / 7 Opgave 1 (20 punten) Nee

Nadere informatie

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator

RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator RBC Failliet, wat gebeurt er met het veld? Nationaal Sportvelden Congres 24 november 2011 Ralf van der Pas advocaat / curator Wat is een faillissement? Art. 20 Faillissementswet (FW): 2 Het faillissement

Nadere informatie

Mijn klant is failliet... wat nu?

Mijn klant is failliet... wat nu? Mijn klant is failliet... wat nu? Mijn klant is failliet... wat nu? Je kunt zelf je bedrijf goed op orde hebben, maar wat doe je als je klant failliet gaat? Goed geïnformeerd zijn is het halve werk en

Nadere informatie

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement

Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Hamm q.q./abn AMRO: Inning van stil verpande vorderingen tijdens faillissement M.L. Tuil Published in Maandblad voor Vermogensrecht 2010, p. 21-25

Nadere informatie

HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN?

HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HUURDER FAILLIET; VOOR WIE ZIJN DE KOSTEN? HOGE RAAD 19 APRIL 2013 LJN: BY6108 PROGRAMMA: Verplichtingen van de huurder (artikel 7:218 en 7:224 BW) Faillissement en beëindiging van de huurovereenkomst

Nadere informatie

De overeenkomst in het insolventierecht

De overeenkomst in het insolventierecht RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN De overeenkomst in het insolventierecht Proefschrift ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus,

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.18/16/103 NL:TZ:0000005951:F001 03-05-2016 mr. J.M. Sprangers mr. P Molema Algemeen Gegevens onderneming Snezana B.V., gevestigd

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG TEVENS EINDVERSLAG Inzake : VAN DIJK GROND-, SLOOP- EN STRAATWERKEN B.V. Faillissementsnummer : C/05/13/228 F Datum faillissement : 9 april 2013 Rechter-Commissaris : Mr. P.F.A.

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.02/11/747 NL:TZ:0000013824:F001 06-12-2011 mr. S.B.M. Tilman mr. M Pellikaan Algemeen Gegevens onderneming Middelborch B.V. Activiteiten

Nadere informatie

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 12 september 2007

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 12 september 2007 DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Annavast B.V. Faillissementsnummer : 07/513 F Datum uitspraak : 12 september 2007 Curator : mr. L.I. Boes Rechter-Commissaris :

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk

Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk 28 februari 2017 Leergang Contracteren: zekerheden Academie voor de Rechtspraktijk prof. mr J.B. Spath Zekerheden Opzet 1. Goederenrechtelijke zekerheid a. Pand- en hypotheek b. Eigendomsvoorbehoud (incl.

Nadere informatie

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN:

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN DE FAILLISSEMENTEN VAN: 1. J.FA. DE VEER BEHEER B.V. en 2. ACI PRINTING COMPANY B.V. Gegevens onderneming en Faillissementsnummer

Nadere informatie

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ;

Pandgever en Pandhouder hierna tevens gezamenlijk te noemen Partijen en ieder afzonderlijk Partij ; PANDAKTE VORDERINGEN DE ONDERGETEKENDEN, 1. LITIFUND 2 B.V., een besloten vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Breda en kantoorhoudende aan de Ceresstraat 4, 4811 CC Breda, Nederland,

Nadere informatie

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN INTER TAALTRAININGEN B.V.

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN INTER TAALTRAININGEN B.V. VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN INTER TAALTRAININGEN B.V. Gegevens onderneming : De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTER TAALTRAININGEN

Nadere informatie

Voorontwerp Insolventiewet vanuit het bancaire standpunt. Johan T. Jol

Voorontwerp Insolventiewet vanuit het bancaire standpunt. Johan T. Jol Voorontwerp Insolventiewet vanuit het bancaire standpunt Johan T. Jol Indeling Historie en toekomst van het Voorontwerp Principiële vraag: Noodzaak? Reactie op een aantal concrete voorstellen Historie

Nadere informatie

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr E. Doornhein

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr E. Doornhein TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Karoro Holding B.V. Faillissementsnummer : 08/466 F Datum uitspraak : 26 september 2008 Curator : mr E. Doornhein Rechter-commissaris

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3010 Vragen van de leden

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.18/16/103 NL:TZ:0000005951:F001 03-05-2016 mr. J.M. Sprangers mr. P Molema Algemeen Gegevens onderneming Snezana B.V., gevestigd

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73a Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73a Fw.) Dit verslag is identiek aan het digitaal ingediende verslag Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73a Fw.) Datum: 5 september 2013 Nummer: 32 Gegevens gefailleerde : Groninger Scheepstimmer-

Nadere informatie

roef EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN DA ALFIO B.V. DE DATO advocaten

roef EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN DA ALFIO B.V. DE DATO advocaten roef advocaten EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN DA ALFIO B.V. DE DATO 20 mei 2016 Algemene gegevens Gegevens onderneming: Da Alfio B.V. gevestigd aan de Prof. Van

Nadere informatie

Datum 27 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke rechtspositie banken bij insolventie

Datum 27 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de sterke rechtspositie banken bij insolventie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON (ex art. 73a Fw) Nummer: 2 Datum: 31 mei 2012 Gegevens gefailleerde: de heer Willem van der Schaft Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht Faillissementsnummer

Nadere informatie

Juridisch Schuldeisersakkoorden Hoe problematische schulden te herstructureren?

Juridisch Schuldeisersakkoorden Hoe problematische schulden te herstructureren? Juridisch Schuldeisersakkoorden Hoe problematische schulden te herstructureren? Harjo Bakker en Matthy van Paridon Mr. H.J. Bakker en mr. drs. M.J. van Paridon zijn beiden advocaat bij RWV Advocaten te

Nadere informatie

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET

DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET DERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Denim Brakes & Tyres B.V. Faillissementsnummer : F 152/2010 Datum uitspraak : 13 april 2010 Datum verslag : 3 december 2010 Curator

Nadere informatie

Nummer: 10 Datum: 14 mei 2013

Nummer: 10 Datum: 14 mei 2013 Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 10 Datum: 14 mei 2013 Gegevens onderneming: Timmerfabriek Barsema Tolbert BV Faillissementsnummer: F 10/324 Datum uitspraak: 7 december

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/232 NL:TZ:0000005568:F001 19-04-2016 mr. W. Ploeg mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming A.J. Valk Holding B.V. Activiteiten

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG LISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW)

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG LISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG LISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) F In het faillissement van : Bouwbehoud B.V. Faillissementsnummer : Verslagnummer : 2 Datum uitspraak : 26 juni 2012 Curator Rechter Commissaris

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.05/16/118 NL:TZ:0000012182:F001 17-02-2016 Mr. M. Timmer mr. JSW Lucassen Algemeen Gegevens onderneming H.H.J. Hieltjes Beheer B.V.

Nadere informatie

Het Akkoord. Herstructurering van het passief van ondernemingen naar Nederlands, Engels en wenselijk recht

Het Akkoord. Herstructurering van het passief van ondernemingen naar Nederlands, Engels en wenselijk recht Het Akkoord Herstructurering van het passief van ondernemingen naar Nederlands, Engels en wenselijk recht Naam: Jim Schoenmaeckers Studentnummer: 5976170 Adres: Telefoonnummer: Email adres: Begeleider:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BY6108

ECLI:NL:HR:2013:BY6108 ECLI:NL:HR:2013:BY6108 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 19-04-2013 Datum publicatie 19-04-2013 Zaaknummer 12/00081 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BY6108,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:5387

ECLI:NL:RBDHA:2017:5387 ECLI:NL:RBDHA:2017:5387 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 19-05-2017 Zaaknummer C/09/525833 / FT RK 17/160 en 17/161 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 3 februari 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 3 februari 2015 Dit verslag ziet uitsluitend op hetgeen zich in de afgelopen verslagperiode heeft voorgaan. Daar waar de nummering ontbreekt, zijn de betreffende onderwerpen niet (langer) van toepassing en wordt voor

Nadere informatie

DERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE DE FAILLISSEMTEN VAN 1. MYHYPOTHEEK B.V. 2. MYHYPOTHEEK HOLDING B.V.

DERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE DE FAILLISSEMTEN VAN 1. MYHYPOTHEEK B.V. 2. MYHYPOTHEEK HOLDING B.V. DERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE DE FAILLISSEMTEN VAN 1. MYHYPOTHEEK B.V. 2. MYHYPOTHEEK HOLDING B.V. Gegevens onderneming Faillissementsnummer : 1. De besloten

Nadere informatie

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11 INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten

Nadere informatie

Wat betekent het faillissement voor u?

Wat betekent het faillissement voor u? 1 Wat betekent het faillissement voor u? U bent persoonlijk failliet verklaard. In dit informatie-vel kunt u algemene informatie vinden over: 1. Wat houdt een faillissement in; 2. Hoger beroep of verzet

Nadere informatie

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr. E. Doornhein

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr. E. Doornhein VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Mattata Amsterdam B.V. Faillissementsnummer : 08/470 F Datum uitspraak : 26 september 2008 Curator : mr. E. Doornhein Rechter-Commissaris

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Invoeringswet Boeken 3-6 Nieuw B.W. eerste gedeelte, bevattende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de

Nadere informatie

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr E. Doornhein

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2008 : mr E. Doornhein TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Mattata Company B.V. Faillissementsnummer : 08/469 F Datum uitspraak : 26 september 2008 Curator : mr E. Doornhein Rechter-commissaris

Nadere informatie

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE DE FAILLISSEMTEN VAN 1. MYHYPOTHEEK B.V. 2. MYHYPOTHEEK HOLDING B.V.

VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE DE FAILLISSEMTEN VAN 1. MYHYPOTHEEK B.V. 2. MYHYPOTHEEK HOLDING B.V. VIERDE GECONSOLIDEERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE DE FAILLISSEMTEN VAN 1. MYHYPOTHEEK B.V. 2. MYHYPOTHEEK HOLDING B.V. Gegevens onderneming Faillissementsnummer : 1. De besloten

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/283 NL:TZ:0000006167:F001 17-05-2016 mr. F.A.M Nowee mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Hofstede Veenendaal B.V.,

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 7 Datum: 23 juni 2015. Gegevens onderneming: Stari Beheer B.V. Faillissementsnummer: C/01/12.586 F Datum uitspraak: 19 juni 2012 Curator:

Nadere informatie

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2009 : mr. E. Doornhein

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2009 : mr. E. Doornhein VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Karoro Holding B.V. Faillissementsnummer : 08/466 F Datum uitspraak : 26 september 2009 Curator : mr. E. Doornhein Rechter-Commissaris

Nadere informatie

Verslagperiode 10 augustus 2012 tot en met 1 februari 2013 Bestede uren in verslagperiode 3,10 uur (tot en met 1 februari 2013)

Verslagperiode 10 augustus 2012 tot en met 1 februari 2013 Bestede uren in verslagperiode 3,10 uur (tot en met 1 februari 2013) FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ART. 73A FW Nummer 4 de verslag Datum 1 februari 2013 Gegevens onderneming Rob van Beek Beheer BV (kvk 20118207) Faillissementsnummer 11 / 632 F Datum uitspraak 1 november 2011

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon -------------------------------------------------------------------------------------------------

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ------------------------------------------------------------------------------------------------- Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ------------------------------------------------------------------------------------------------- Nummer : 2 Datum : 21 september 2015 Gegevens onderneming

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/397 NL:TZ:0000008309:F002 12-07-2016 mr. W. Ploeg mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Krijn Kroeze Beheer B.V. Activiteiten

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.10/17/4 NL:TZ:0000010174:F003 03-01-2017 Mr.drs. M. Hoogendoorn mr. de Winkel Algemeen Gegevens onderneming Libbenga Equipment B.V.,

Nadere informatie

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- TWEEDE FAILLISSEMENTSVERSLAG TEVENS EINDVERSLAG Inzake : VAN DIJK HOLDING B.V. Faillissementsnummer : C/05/13/255 F Datum faillissement : 16 april 2013 Rechter-Commissaris : Mr. P.F.A. Bierbooms Curator

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan AN Loosdrecht

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON. Vermeerlaan AN Loosdrecht OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON (ex art. 73a Fw) Nummer: 3 Datum: 12 september 2012 Gegevens gefailleerde: de heer Willem van der Schaft Vermeerlaan 13 1231 AN Loosdrecht Faillissementsnummer

Nadere informatie

DE AAN DE RECHTBANK TOEGEZONDEN PAPIEREN VERSIE VAN DIT VERSLAG IS IDENTIEK AAN DE DIGITALE INGEDIENDE VERSIE DAARVAN

DE AAN DE RECHTBANK TOEGEZONDEN PAPIEREN VERSIE VAN DIT VERSLAG IS IDENTIEK AAN DE DIGITALE INGEDIENDE VERSIE DAARVAN DE AAN DE RECHTBANK TOEGEZONDEN PAPIEREN VERSIE VAN DIT VERSLAG IS IDENTIEK AAN DE DIGITALE INGEDIENDE VERSIE DAARVAN FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum:25 augustus 2010 Gegevens onderneming : M.C.

Nadere informatie

OPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW

OPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW OPENBAAR VERSLAG RECHTSPERSOON ALS BEDOELD IN ARTIKEL 73A FW In het faillissement van de besloten vennootschappen: VAN DER AART PERSONEEL & ORGANISATIE B.V. statutair gevestigd en kantoorhoudende te Drachten,

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4. EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4. EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4. EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET In dit verslag wordt veelvuldig verwezen naar de eerdere openbare verslagen. In het geval tekst uit de eerdere verslagen is blijven

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.17/15/198 NL:TZ:0000001809:F001 08-12-2015 mr. C. Geffroy mr. H.J. Idzenga Algemeen Gegevens onderneming Bij vonnis van de Rechtbank

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NR. 4 EX ARTIKEL 73A FAILLISSEMENTSWET NAAM FAILLISSEMENT : Delta Bouw Nederland B.V. : nader te noemen Delta. INSCHRIJVINGSNUMMER KVK : 09138959 FAILLISSEMENTSNUMMER : 12/300

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG FAILLISSEMENTSVERSLAG Faillissementsverslag nummer 3 d.d. 14 januari 2014 Gegevens onderneming : Rolien Vastgoed B.V. Faillissementsnummer : 10/13/357 Datum uitspraak : 9 april 2013 Curator Rechter-commissaris

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 3A Fw.) Betreft Verslagnummer Datum verslag Insolventienummer F.16/14/900 Toezichtzaaknummer NL:TZ:0000008318:F001 Datum uitspraak 0-10-2014 R-C Curator

Nadere informatie

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN TAXI LAGERBERG B.V.

ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN TAXI LAGERBERG B.V. ZESDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN TAXI LAGERBERG B.V. Gegevens onderneming : de besloten vennootschap Taxi Lagerberg B.V. Faillissementsnummer : F.13/12/348

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON EX ARTIKEL 73 A Fw

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON EX ARTIKEL 73 A Fw OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG NATUURLIJK PERSOON EX ARTIKEL 73 A Fw Verslagnummer: 3 Datum: 8 september 2011 Insolventienummer : 11.68 F Naam schuldena(a)r(en) : Eric Paul Beekhuiszen Handelsonderneming

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Nummer: 4 (eindverslag). Datum: 20 januari 2015. Gegevens onderneming: Putters Nest Beheer B.V. Faillissementsnummer: C/01/13/736 F Datum

Nadere informatie

VIJFDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET

VIJFDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET VIJFDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73 a FAILLISSEMENTSWET In het faillissement van AlleKleur B.V., statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te (1013 CP) Amsterdam, aan de Van Diemenstraat 170,

Nadere informatie

Veelontvangers. FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 19 Datum: 23 september 2014. Gegevens gefailleerde : René Johannes van den Berg, 1.

Veelontvangers. FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 19 Datum: 23 september 2014. Gegevens gefailleerde : René Johannes van den Berg, 1. FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 19 Datum: 23 september 2014 Gegevens gefailleerde : René Johannes van den Berg, geboren 11juni1957, wonende te (1223 NH) Hilversum aan de Anthony Fokkerweg 124 Faillissementsnummer

Nadere informatie

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht

Nadere informatie

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW)

OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG (EX ART. 73A FW) In het faillissement van : Faillissementsnummer : 15/12/567 F. Verslagnummer : 2 Datum uitspraak : 30 oktober 2012 Curator Rechter Commissaris Activiteiten

Nadere informatie

De inhoud van het papieren verslag is gelijk aan die van het digitale verslag.

De inhoud van het papieren verslag is gelijk aan die van het digitale verslag. Zevende openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Campo Beheer B.V. De inhoud van het papieren verslag is gelijk

Nadere informatie

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN PAYENZ B.V.

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN PAYENZ B.V. VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN PAYENZ B.V. Gegevens onderneming : De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PAYENZ B.V., statutair gevestigd

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon ------------------------------------------------------------------------------------------------- Nummer : 3, tevens eindverslag Datum : 21 december 2015 Gegevens

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/125 NL:TZ:0000004614:F001 23-02-2016 Mr. M.H. de Vries mr. C.P. Lunter Algemeen Gegevens onderneming People Testing B.V. (tot

Nadere informatie

Verslagdatum: 1 augustus 2012 Nummer: 10. Algemene gegevens Gegevens gefailleerde : de besloten vennootschappen Drents Groningse

Verslagdatum: 1 augustus 2012 Nummer: 10. Algemene gegevens Gegevens gefailleerde : de besloten vennootschappen Drents Groningse Dit verslag is identiek aan het digitaal ingediende verslag Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73a Fw.) Verslagdatum: 1 augustus 2012 Nummer: 10 Algemene gegevens Gegevens gefailleerde

Nadere informatie

Jefko Elektro BV h.o.d.n. Jefko Techniek (kvk: 20100705) 25 maart 2015 voorlopige surseance van betaling Mr J.A. Velenturf

Jefko Elektro BV h.o.d.n. Jefko Techniek (kvk: 20100705) 25 maart 2015 voorlopige surseance van betaling Mr J.A. Velenturf FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ART. 73A FW Nummer Derde openbare verslag Datum 24 november 2015 Gegevens onderneming Faillissementsnummer Datum uitspraak Curator Rechter-Commissaris (Senior) Juridisch medewerker

Nadere informatie

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast?

Outlets in moeilijkheden. gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast? Outlets in moeilijkheden gerechtelijke reorganisatie : werkbare oplossing of ongepast? Debat : Bart De Moor vs Eddy Van Camp Moderator : Frank Taildeman De "WCO" : Fout vakjargon WCO : Wet op de Continuïteit

Nadere informatie

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13

1 Inleiding Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 Inhoud Afkortingen 7 Voorwoord 9 1 Inleiding 11 1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid 11 1.2 Executoriale titel en verhaalsbeslag 13 2 Rangorde 17 2.1 Algemeen 17 2.2 Voorrechten 19 2.3 De andere in

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37715

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG

FAILLISSEMENTSVERSLAG FAILLISSEMENTSVERSLAG Faillissementsverslag nummer 4 d.d. 19 mei 2014 Gegevens onderneming : Rolien Vastgoed B.V. Faillissementsnummer : 10/13/357 Datum uitspraak : 9 april 2013 Curator Rechter-commissaris

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/283 NL:TZ:0000006167:F001 17-05-2016 mr. F.A.M Nowee mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Hofstede Veenendaal B.V.,

Nadere informatie

VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN INTER TAALTRAININGEN B.V.

VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN INTER TAALTRAININGEN B.V. VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN INTER TAALTRAININGEN B.V. Gegevens onderneming : De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter Taaltrainingen

Nadere informatie