Gezond of ongezond? Het effect van visuele en tekstuele frames op de intentie om gezonder te eten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gezond of ongezond? Het effect van visuele en tekstuele frames op de intentie om gezonder te eten"

Transcriptie

1 Gezond of ongezond? Het effect van visuele en tekstuele frames op de intentie om gezonder te eten Student: Ashley den Toom Studentnummer: Docent: Charlotte Blom Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap Afstudeerproject Persuasieve Communicatie 7886 Woorden

2 Abstract Ondanks alle gezonde invloeden is nog steeds een groot deel van de bevolking te zwaar. Het lijkt erop dat de campagnes die nu gevoerd worden niet helpen. Het doel van dit onderzoek is dan ook om te onderzoeken welk visueel en welk tekstueel frame tot een hogere intentie leidt om gezond te eten. Het visueel frame is hier het positief of negatief afbeelden van een foto, het positieve frame is een foto met een vrouw met een gezond uiterlijk en het negatieve frame is een foto met een vrouw met overgewicht. Het tekstuele framen is het framen van tekst in de vorm van een vraag of stelling. Er wordt gebruik gemaakt van het sociale medium Instagram, omdat steeds meer mensen actief zijn op dit medium. Ook is gekeken of geslacht en het Body Mass Index (BMI) een invloed hebben op het effect van de frames. Er is gebruik gemaakt van een experiment, waarbij de participanten (N = 160) werden blootgesteld aan een van de drie condities. Uit het onderzoek blijkt dat geen van de frames voor een hogere intentie zorgt om gezond te eten, ook heeft het BMI geen invloed op het effect van framen op de intentie om gezond te eten. Geslacht heeft een invloed op het effect van het tekstuele framen. Inleiding Gezond eten is tegenwoordig een echte trend geworden. Het ziet ernaar uit dat heel Nederland in de ban is van gezonde producten en daarmee een gezonde levensstijl (Het Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2014). Er wordt door hen veel gebruik gemaakt van sociale media en via deze media gezocht naar informatie en inspiratie wat betreft gezond eten en leven. Zo zijn tegenwoordig meer dan 1,4 miljoen Nederlanders actief op Instagram (Marketingfacts, 2014) en zijn er op Instagram al vele bloggers te vinden met een account volledig gefocust op gezond eten en een gezonde levensstijl (Frankwatching, 2014). Dit medium wordt dan ook vaak gebruikt om informatie te vinden over gezonde voeding. Die informatie wordt met Instagram gecommuniceerd door middel van afbeeldingen (Mijn Online Identiteit, 2014), het is daarom interessant om het gebruik van afbeeldingen bij campagnes via Instagram te onderzoeken. Echter, ondanks alle gezonde invloeden van bloggers op Instagram, is nog steeds een schrikbarend aantal Nederlanders te zwaar (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2014). Bijna de helft (48,3 %) van de bevolking is te zwaar, waarvan zelfs 12,7 % aan obesitas lijdt. Overgewicht verhoogt de kans op hart- en vaatziekten en zelfs de kans op sommige vormen van kanker. Overgewicht is daarmee doodsoorzaak nummer vijf wereldwijd. Uit deze gegevens blijkt dat een gezonde levensstijl nog niet iedereen heeft bereikt. Het is letterlijk van 2

3 levensbelang dat hier actie op wordt ondernomen. Het is dan ook interessant om te kijken welk bericht via Instagram bij mensen tot een hogere intentie leidt om gezond te eten. Deze berichten kunnen op verschillende manieren worden geformuleerd, dit wordt ook wel framen genoemd. In dit onderzoek wordt de focus gelegd op het gebruik van frames, hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen visuele en tekstuele frames. Tekstueel framen is het selecteren van woorden en visueel framen is het op een specifieke manier afbeelden van een foto wat ervoor zorgt dat mensen bepaalde gevoelens of meningen bij dat onderwerp vormen (Framingmymessage, z.d.). Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden om een positieve of negatieve attitude te wekken bij het publiek over een bepaald onderwerp. Verder wordt gekeken of deze vormen van framing een ander effect zullen hebben op mannen in vergelijking met vrouwen en of ze een ander effect zullen hebben op mensen met een hoog BMI (BMI van 25 of hoger, vanaf 30 obesitas) dan op mensen met een normaal BMI (BMI tussen 18,5 en 25) (Voedingscentrum, z.d.). Er kan namelijk worden verondersteld dat mannen en vrouwen en mensen met een hoge of normale BMI anders betrokken zijn tot gezond eten. De mate van betrokkenheid blijkt volgens Rothman, Salovey, Antone, Keough en Martin (1993) samen te hangen met het effect van het soort frame dat is ingezet. Het doel van dit onderzoek is om kennis en inzicht te verkrijgen over welke manier van framen bij de bevolking tot een hogere intentie leidt om gezond te eten en daarmee overgewicht en obesitas tegen te gaan. Dit wordt gedaan door middel van een experiment. Het conceptueel model van dit experiment is terug te vinden aan het eind van het Theoretisch Kader. De onderzoeksvraag luidt: Welk visuele frame en welk tekstuele frame leidt tot een hogere intentie om gezond te eten en wat is de invloed van het geslacht en de hoogte van het BMI hierop? Er zijn verschillende manieren om teksten en afbeeldingen te framen. Een manier van framen waar al veel onderzoek naar is gedaan zijn de effecten van positief en negatief framen op gedrag (Kahneman & Tversky, 1979; Meyerowitz & Chaiken, 1987; Rothman et al., 1993). Ook een tekst geformuleerd als vraag of als stelling kan als een vorm van framing worden opgevat (Glock, Müller & Ritter, 2012; Müller et al., 2014). Bij beide onderzoeken, naar vraag versus stelling, werd echter het gedrag met betrekking tot roken onderzocht en stond niet de intentie om gezond te gaan eten centraal. Met dit onderzoek kan gekeken worden of de resultaten die werden gevonden bij het gedrag stoppen met roken hetzelfde zullen zijn 3

4 wanneer het gedrag intentie om gezond te eten wordt onderzocht. Dit onderzoek onderscheidt zich onder andere ook nog van andere onderzoeken door te kijken naar de effecten van het gebruik van positief en negatief afgebeelde foto s. Veel onderzoek is al verricht naar het framen van teksten in een negatieve dan wel positieve manier, er is echter nog weinig onderzoek verricht die naar de invloed van dit soort framing bij afbeeldingen kijkt. Op deze punten kan dit onderzoek dus een aanvulling vormen voor wetenschappelijke literatuur. Eventuele conclusies kunnen ook weer leiden tot vervolgonderzoek. Het effect van framen van afbeeldingen is ook voor bedrijven en overheden een relevant onderwerp om naar te kijken. Niet alleen omdat via sociale media veel gebruik wordt gemaakt van afbeeldingen, maar ook omdat mensen zich vaker afbeeldingen kunnen herinneren dan teksten en dit zorgt er voor dat informatie langer blijft hangen (Nelson, Reed & Walling, 1976). Bij significante resultaten van dit onderzoek kan dit meegenomen worden bij volgende gezondheidscampagnes om zo de effectiviteit hiervan te vergroten en deze doeltreffender te maken om overgewicht verder tegen te gaan en mensen gezonder te laten eten. Ook het onderzoeken van de mogelijke verschillen tussen de hoogte van het BMI en tussen man en vrouw is relevant, zodat hier verschillende strategieën voor kunnen worden opgesteld. Naast de overheid kunnen ook producenten van gezonde producten deze resultaten gebruiken om hun marketingstrategieën aan te passen en hiermee de effectiviteit te vergroten. Theoretisch Kader In deze paragraaf worden theorieën en literatuur gepresenteerd die betrekking hebben op dit onderzoek en de keuzes voor de opgestelde hypothesen onderbouwen. Allereerst worden gezonde voeding en de meest recente cijfers en feiten over sociale media weergegeven. Vervolgens wordt ingegaan op het concept framen. Dit is onderverdeeld in het framen op een positieve dan wel negatieve manier van afbeeldingen en het gebruik van stellingen of vragen over bepaalde content. Hierna wordt een overzicht gegeven van de effecten van de hoogte van het BMI en het geslacht op de intentie om gezonder te eten in relatie tot framen. Afsluitend staat het conceptuele model van dit onderzoek afgebeeld. Gezonde voeding en sociale media (Instagram) In dit onderzoek houdt gezond eten in dat mensen voldoende gevarieerd eten en de producten eten die aangeraden worden door het Voedingscentrum. De intentie tot gezond eten houdt dan ook in dat de participanten bereid zijn dit gedrag uit te voeren. Gezond eten wordt tegenwoordig flink gepromoot via sociale media. Sociale media zijn online platformen 4

5 waarbij men wereldwijd informatie en gegevens kan delen. Onder sociale media vallen onder andere Facebook, Twitter en Instagram. Sociale media zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Volgens cijfers uit 2008 is 75 % van alle internetgebruikers actief op sociale media. Buiten de jongeren is ook de leeftijdscategorie jaar steeds actiever via sociale media (Kaplan & Haenlein, 2010). Uit voorgaand onderzoek blijkt dat dertigers een groep zijn die steeds zwaarder worden en te maken krijgen met obesitas (Blokstra, Smit & Verschuren, 2006). Het is dan ook interessant het effect van sociale media te onderzoeken. Op Instagram zijn nu wereldwijd meer dan 80 miljoen gebruikers actief. Dagelijks worden door deze 80 miljoen gebruikers samen ongeveer 5 miljoen foto s geüpload en worden er zelfs per seconde 575 foto s geliket (Gaikar, 2012). Het is daarom interessant om te kijken wat voor invloed Instagram heeft op de intentie op gezond te eten. In dit onderzoek wordt dan ook gekeken naar het sociale mediumkanaal Instagram en worden afbeeldingen op een bepaalde manier geframed. Framing Positief versus negatief Framen is het selecteren van bepaalde informatie over een onderwerp en deze op een specifieke manier inkleuren, zodat het publiek dit mogelijk ook zo gaat interpreteren (de Boer & Brennecke, 2009). Een van de twee vormen van framing die in dit onderzoek is gebruikt is het positief of negatief framen van content, dit wordt beschreven in de Prospect Theory. Echter, er is nog geen onderzoek verricht naar de effecten van framen met slechts afbeeldingen. De Prospect Theory en onderstaande studies hadden betrekking op het framen van teksten. Het positief dan wel negatief framen is ook mogelijk in de vorm van afbeeldingen. Een voorbeeld van een positief afgebeeld frame met betrekking tot gezond eten is een vrouw met gezond gewicht, een negatief afgebeeld frame kan dan bijvoorbeeld een vrouw zijn met overgewicht. De Prospect Theory gaat over het positief of negatief framen van bepaalde content. De theorie houdt in dat mensen bereid zijn risico s te nemen wanneer ze iets te verliezen hebben, maar dat ze risico s vermijden wanneer er winst te verkrijgen is (Kahneman & Tversky, 1979; Tversky & Kahneman, 1981). Risico nemend gedrag is bijvoorbeeld het laten uitvoeren van een borstonderzoek. Wanneer iemand dit gedrag namelijk niet vertoont loopt diegene het risico om er te laat achter te komen dat hij of zij ziek is. Een voorbeeld van risicomijdend gedrag is gezonder gaan eten om een slechte gezondheid te mijden (Meyerowitz & Chaiken, 1987). Uit het onderzoek van Kahneman en Tversky blijkt dat indien risicomijdend gedrag 5

6 wordt gepromoot een positief frame beter werkt dan een negatief frame. En dat content wat op een negatieve manier geformuleerd is beter werkt dan een positieve formulering wanneer risicovol gedrag wordt getoond. Er bestaan onderzoeken die deze Prospect Theory hebben meegenomen in hun onderzoek om te kijken welke manier effectiever is om de intentie tot bepaald gedrag te verhogen. Echter, deze onderzoeken laten verschillende resultaten zien wat betreft welk frame effectiever is volgens Maheswaran en Meyers-Levy (1990) en Rothman et al. (1993). Zo concluderen Meyerowitz en Chaiken (1987), die onderzoek deden naar de effecten van verschillende frames wat betreft borstonderzoek, dat een negatief frame de beste manier is om de intentie tot borstonderzoek te verhogen. Uit onder andere het onderzoek van Mathur, Jain, Hsieh, Lindsey en Maheswaran (2013), Garcia-Retamero en Cokely (2011), Pavey en Churchill (2014), Morton, Rabinovich, Marshall en Bretschneider (2011), Galesic en Garcia-Retamero (2011) en Baek, Shen en Reid (2013) blijkt echter dat een positief frame het meest effectief is. Volgens Rothman et al. (1993) blijkt zelfs dat een negatief als ook een positief frame effectief is; dit hangt af van het gedrag dat wordt gepromoot. In het onderzoek van Rothman et al. (1993) werd namelijk gekeken naar zowel het detecteren van huidkanker door middel van borstonderzoek als ook naar het mijden van huidkanker door middel van het gebruik van zonnebrandcrème, hierbij bleek dat voor het detecteren een negatief frame beter werkte en voor preventie een positief frame effectiever was. Het soort gedrag dat wordt gepromoot, preventie of detectie, is een oorzaak voor de verschillende uitkomsten van deze onderzoeken (Rothman et al., 1993). In dit onderzoek wordt de focus gelegd op preventief gedrag, namelijk het voorkomen van de negatieve consequenties van overgewicht. Er wordt uitgegaan van dezelfde effecten van framen bij afbeeldingen als bij teksten als het gaat om preventief gedrag. Daarom wordt verondersteld dat, gebaseerd op de Prospect Theory en de onderzoeken gericht op preventief gedrag, een positief frame ook bij afbeeldingen tot een hogere intentie leidt om gezond te eten dan een negatief frame. De eerste hypothese luidt als volgt: H1: Een positief frame leidt tot een hogere intentie om gezond te eten dan een negatief frame. Vraag versus stelling Framen is niet alleen een tekst op een positieve of negatieve manier presenteren, maar het kan bijvoorbeeld ook zijn dat een tekst als vraag of stelling wordt geformuleerd. Uit voorgaande onderzoeken werd geconcludeerd dat boodschappen in de vorm van vragen beter gebruikt 6

7 kunnen worden om bepaald gedrag te voorkomen of te stoppen dan boodschappen geformuleerd als stellingen (Glock, Müller, Ritter, 2012; Müller et al., 2014; Krischler & Glock, 2015; Gainsbury, Aro, Ball, Tobar & Russell, 2015), het ging hier om het gedrag stoppen met roken. Een verklaring voor de uitkomsten van deze onderzoeken was dat mensen defensieve reacties zullen krijgen bij stellingen. Er wordt hen namelijk iets opgelegd en het voelt voor hen dat daarmee hun vrijheid wordt geschonden. Wanneer in deze gevallen vragen worden geformuleerd, gaat men er over nadenken en denken ze dat ze zelf tot de conclusie zijn gekomen om zich gezonder te gaan gedragen. Tevens zorgen vragen voor een hogere risico perceptie dan stellingen. Dit draagt ook bij aan de intentie tot verhoging van bepaald gedrag (Glock, Müller & Ritter, 2012; Müssweiler & Neumann, 2000). Stoppen met roken is net als gezond gaan eten een voorbeeld van preventief gedrag. Er wordt daarom uitgegaan van dezelfde effecten voor het gedrag om gezond te gaan eten. Op basis van deze gegevens luidt de tweede hypothese als volgt: H2: Een frame in de vorm van een vraag leidt tot een hogere intentie om gezond te eten dan een frame in de vorm van een stelling. Het effect van BMI Een andere verklaring dan het soort gedrag dat wordt gepromoot voor de verschillende resultaten wat betreft de effecten van framing op bepaald gedrag is de mate van betrokkenheid van mensen (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990; Rothman et al., 1993; Jepson & Chaiken, 1990; Chaiken, 1992). Uit vorig onderzoek is gebleken dat de mate van betrokkenheid bij een bepaald onderwerp een invloed heeft op het effect van het soort frame (positief of negatief) dat wordt gebruikt (Maheswaran & Meyers-Levy, 1990; Rothman et al., 1993). De resultaten uit het onderzoek van Rothman et al. (1993) en Li, Cheng en Fung (2014), waarbij preventief gedrag werd onderzocht, laten zien dat een positief frame bij mensen die meer betrokken zijn beter zou werken dan een negatief frame. Bij mensen die minder betrokken zijn werden geen effecten gevonden. Een verklaring voor dit laatste was dat mensen die minder betrokken zijn, minder gevoelig zijn voor framing omdat zij minder op details letten. In dit onderzoek wordt preventief gedrag getoond; er wordt dus uitgegaan van de conclusie die is gevormd door Rothman et al. (1993). Namelijk dat de afbeelding met de gezond uitziende vrouw bij mensen met een hoge betrokkenheid tot een hogere intentie tot bepaald gedrag leidt dan de afbeelding met de vrouw met overgewicht. 7

8 Ook heeft betrokkenheid invloed op het effect van framen in de vorm van een vraag of een stelling. De defensieve reacties die ontstaan door stellingen worden nog meer verhoogd door de mate van betrokkenheid van een persoon tot het onderwerp. Een hoge betrokkenheid leidt tot sterkere defensieve reacties (Jepson & Chaiken, 1990; Chaiken, 1992). Teksten in de vorm van vragen voorkomen die defensieve reacties. Een tekst in de vorm van een stelling zal dan bij mensen die meer betrokken zijn tot een lagere intentie om gezond te eten leiden dan bij mensen die minder betrokken zijn, door de versterkte defensieve reacties. Voor een tekst in de vorm van een vraag kunnen geen uitspraken gedaan worden aan de hand van de beschikbare literatuur. Er is namelijk wel bewezen dat de vragen defensieve reacties voorkomen, maar niet dat vragen beter werken bij mensen die meer of minder betrokken zijn. Mensen met een hogere BMI zijn minder bezig met gezond eten (Guo, Warden, Paeratakul & Bray, 2004) en verwacht wordt dat deze mensen minder betrokken zullen zijn bij het onderwerp gezond eten. Mensen met een normale BMI zullen daarom over het algemeen meer betrokken zijn bij dit onderwerp. Een positief frame werkt bij deze groep beter om hun intentie te verhogen dan een negatief framen. En een stelling leidt bij mensen met een normaal BMI (hoge betrokkenheid) tot een lagere intentie dan bij mensen met een hoge BMI (lage betrokkenheid). Hieruit volgen de hypothesen: H3: Bij mensen met een normaal BMI leidt een positief frame tot een hogere intentie om gezond te eten dan een negatief frame. H4: Een frame in de vorm van een stelling leidt bij mensen met een normaal BMI tot een lagere intentie om gezond te eten dan bij mensen met een hoog BMI. Het effect van geslacht Verwacht wordt ook dat de variabele geslacht een invloed zal hebben op het effect van het soort frame dat wordt gebruikt. Wat betreft het onderwerp bescherming van de huid voor de zon is uit onderzoek gebleken dat vrouwen meer betrokken zijn bij dit onderwerp dan mannen (Rothman et al., 1993). Daarom was een positief frame bij vrouwen effectiever dan een negatief frame. Bij de mannen was er geen effect gevonden voor het framen. Net als bescherming van de huid voor de zon, valt gezond eten ook onder gedrag dat te maken heeft met het uiterlijk. Veel vrouwen zijn vaak bezig met hun gewicht en uiterlijk. De betrokkenheid om gezonder te gaan eten en daardoor overgewicht te voorkomen zal daarom bij vrouwen waarschijnlijk ook hoger liggen. Zoals net boven vermeld werkt een positief 8

9 frame beter bij mensen die meer betrokken zijn dan een negatief frame, dit is dus het geval bij vrouwen. En zal een stelling bij mensen die meer betrokken zijn (vrouwen) tot een lagere intentie leiden dan bij mensen die minder betrokken zijn (mannen). Dit leidt tot de volgende hypothesen: H5: Bij vrouwen leidt een positief frame tot een hogere intentie om gezond te eten dan een negatief frame. H6: Een frame in de vorm van een stelling leidt bij vrouwen tot een lagere intentie om gezond te eten dan bij mannen. Conceptueel model Geslacht Frame (afbeelding) Negatief/positief Intentie tot gezond eten Frame (tekst) Vraag/stelling BMI Methode Onderzoeksmethode Voor dit onderzoek is gekozen om een experiment uit te voeren met alleen een nameting en daarbij gebruik te maken van een online vragenlijst. In dit onderzoek wordt namelijk gestreefd om een causaal verband aan te tonen tussen het soort frame dat wordt gebruikt en de intentie om gezond te eten. Dit kan alleen bereikt worden door gebruik te maken van een experiment (Boeije, t Hart & Hox, 2009). Een nadeel van een experiment is dat het gevonden causale verband veroorzaakt wordt door andere storende factoren, maar deze 9

10 worden in dit onderzoek uitgesloten door controlevariabelen. Een voordeel van een online vragenlijst is dat participanten in hun eigen tijd en op hun gemak de vragenlijst kunnen invullen. Een nadeel is dat er geen begeleiding kan worden gegeven wat betreft de vragen. Door het korte tijdsbestek en het gegeven dat met een online vragenlijst in korte tijd veel respondenten kunnen worden benaderd is gekozen voor een online vragenlijst (Rightmarktonderzoek, z.d.) Als design is gekozen voor een 2 (visueel frame: foto positief afgebeeld/foto negatief afgebeeld) x 2 (tekstueel frame: tekst geformuleerd als vraag/tekst geformuleerd als stelling) tussen groepen design. Dit zijn in totaal vier condities. Echter, dit onderzoek maakte deel uit van een groter geheel, waarbij slechts drie condities werden onderzocht. Daarom is voordat het onderzoek begon de vierde conditie weggelaten. Uiteindelijk zijn er hierdoor drie condities overgebleven; de conditie met een vraag en een positief frame, de conditie met een stelling en een positief frame en de conditie met een vraag en een negatief frame. Er is gekozen om de conditie met een negatief frame in combinatie met een stelling als frame weg te laten, hiervoor was geen speciale reden. Het weglaten van één van de condities heeft geen nadelige effecten voor het onderzoek. Er wordt namelijk niet gekeken naar een interactie effect tussen de twee onafhankelijke variabelen. Een reden voor deelname aan een groter geheel was om zo het aantal participanten te vergroten. Uiteindelijk is alleen de data meegenomen die van toepassing was voor dit onderzoek. Een voordeel van een tussen groepen design is dat alle participanten maar één uiting krijgen te zien. Hierdoor zijn de resultaten van de ene participant onafhankelijk van de resultaten van de andere participant en zullen er geen volgorde effecten, getrainde participanten en vermoeidheid ontstaan. Een nadeel van dit design zijn de verschillende persoonlijkheidskenmerken door de grote hoeveelheid participanten; dit zou de interne validiteit eventueel kunnen aantasten. Dit is opgelost door te controleren voor een aantal van deze kenmerken, namelijk leeftijd en opleiding. Samengevat bevatte dit onderzoek drie condities, deze worden verder besproken bij het manipulatiemateriaal. Steekproef en procedure Aan dit onderzoek hebben 220 participanten deelgenomen boven de leeftijd van 18 jaar, in totaal waren hiervan 160 participanten bruikbaar voor het onderzoek. Van de 160 participanten was 66,3 % vrouw en 33,7 % man. Om zoveel mogelijk participanten te kunnen werven is er niet gekozen voor een maximale leeftijd. De gemiddelde leeftijd van de participanten was 27 jaar (SD = 12,50), de jongste deelnemer was 18 jaar en de oudste 10

11 deelnemer was 74 jaar. Verder was 30,2 % lager opgeleid en had 69,8 % een HBO opleiding of hoger. Een ander kenmerk wat een grote rol speelde in dit onderzoek was de hoogte van de BMI (M = 23,29, SD = 3,32), 78,1 % had een normaal BMI en 21,9 % viel in de categorie van een hoog BMI. De participanten zijn benaderd door een oproep via Facebook waarin gevraagd werd of zij deel zouden willen nemen aan het experiment. De dataverzameling vond plaats in de periode van 3 tot 19 april De data is verzameld via een convenience sample, dit houdt in dat de participanten zijn gekozen doordat zij makkelijk te bereiken waren (Explorable.com, 2009) Voor een convenience sample is gekozen vanwege het korte tijdsbestek waarin de data verzameld moest worden en het lage budget (Conveniencesampling.net, 2015). Vervolgens is er gebruik gemaakt van het sneeuwbaleffect. Hierbij werd aan de deelnemers van het onderzoek gevraagd of zij de oproep ook op hun eigen account wilden delen. De vragenlijst werd via Qualtrics afgenomen. In totaal bestond deze vragenlijst uit 5 vragen en 13 stellingen. Allereerst kregen de participanten een korte toelichting over het onderzoek te zien en werden zij ingelicht over de ethische code. Hierin werd hen onder andere verzekerd dat hun anonimiteit werd gewaarborgd en dat ze konden stoppen met het onderzoek wanneer ze dat zelf wilden. Zodra de participanten het informed consent formulier hadden getekend, konden zij starten met het onderzoek. Voordat de participanten de manipulatie kregen te zien werden hen een aantal vragen over demografische kenmerken gesteld, namelijk over leeftijd, geslacht, opleiding, lengte en gewicht. In dit onderzoek waren er drie verschillende manipulaties, de participanten werden random aan één van de condities toegewezen. Na de manipulatie werd gevraagd naar hun intentie tot gezond eten om te kijken of de verschillende manipulaties voor andere effecten zorgden. De gehele vragenlijst met de drie manipulaties is te vinden in de bijlage. Manipulatiemateriaal Voor alle drie de condities in dit onderzoek was Instagram het medium dat werd gebruikt. Hierbij werden de participanten van twee condities blootgesteld aan het positieve visuele frame en de participanten van de andere conditie aan het negatieve visuele frame. Het visuele frame werd getoond op een positieve of negatieve manier. Het positieve frame hield hier een gezond uitziende vrouw in, dit is de positieve uitkomst die je zou kunnen krijgen wanneer iemand gezond gaat eten en leven. Het negatieve frame was een vrouw met overgewicht, wanneer mensen namelijk ongezond eten kan overgewicht een van de nadelige effecten daarvan zijn. 11

12 De andere onafhankelijke variabele tekstueel frame werd gemanipuleerd door bij twee condities onder de afbeelding een tekst over gezond gaan eten in een vraag te formuleren en bij de andere conditie werd deze tekst geformuleerd als stelling. De vraag was als volgt geformuleerd: Wil je je leefstijl verbeteren en daarmee je gezondheid?. En de stelling: Verbeter je leefstijl en daarmee je gezondheid. Een controlegroep werd niet meegenomen in dit onderzoek, de reden hiervoor was dat het verschil tussen de drie condities centraal stond. De eerste conditie bevatte het positief afgebeelde frame met daaronder de boodschap die geformuleerd was in een stelling. De tweede conditie kreeg hetzelfde positieve frame te zien, maar hier was de boodschap geformuleerd als vraag. Bij de derde conditie was de boodschap ook geformuleerd als vraag, maar deze conditie werd blootgesteld aan het negatief afgebeelde frame. In alle drie condities werd er fruit gegeten, zodat dit geen effect kon hebben op de resultaten. De verdeling van de drie condities is te zien in tabel 1. In de bijlage zijn ook de drie verschillende condities te zien. Pretest Om het manipulatiemateriaal te controleren van eventuele fouten en onduidelijkheden is het manipulatiemateriaal doorgenomen door medestudenten. Op basis van deze terugkoppeling zijn nog een aantal aanpassingen uitgevoerd. Pilottest Voor de pilottest zijn mensen verkregen door het gebruik van een convenience sample (n = 7), dit waren vrienden en kennissen. Aan de hand van de resultaten van deze test zijn nog een aantal aanpassingen verricht en is daarna gekozen om de dataverzameling te starten. Operationalisering Onafhankelijke variabelen Dit onderzoek bevatte twee onafhankelijke variabelen met ieder twee niveaus. De eerste onafhankelijke variabele was het visuele frame dat wordt gebruikt. In dit onderzoek was dat een positief of negatief frame dat werd gepresenteerd in een afbeelding. De tweede onafhankelijke variabele was het tekstuele frame dat bij de afbeelding was toegevoegd. Hier is gekozen voor een tekst geformuleerd als vraag of als stelling. Van beide onafhankelijke variabelen is een dummy variabele gemaakt. Bij het visuele frame had het negatieve frame de waarde 0 en het positieve frame de waarde 1. Bij het tekstuele frame had de vraag de waarde 0 en de stelling de waarde 1. 12

13 Afhankelijke variabele De afhankelijke variabele intentie tot gezond eten werd gemeten door middel van drie stellingen, namelijk Na het zien van de voorgaande Instagramfoto ben ik van plan de komende maand gezonder te gaan eten dan de afgelopen maand, Door het zien van de voorgaande Instagramfoto heb ik de behoefte om gezonder te gaan eten dan de afgelopen maand en Na het zien van de voorgaande Instagramfoto kan ik stellen dat de kans groot is dat ik de komende maand gezonder ga eten dan de afgelopen maand. Deze konden worden beantwoord op een 7-puntschaal, die liep van onwaarschijnlijk, tot waarschijnlijk (Sheeran, 2002) en werden gesteld na de blootstelling aan de manipulatie. De betrouwbaarheid van deze variabele was hoog (α = 0,97) (M = 2,63, SD = 1,61) hieruit blijkt dus dat deze variabele zeer betrouwbaar is. Van deze drie stellingen is daarna een 7-puntschaal geconstrueerd, hoe hoger de score op deze schaal hoe hoger de intentie is om gezond te eten. Modererende variabelen De modererende variabelen in dit onderzoek waren het geslacht en het BMI. De BMI werd berekend aan de hand van twee vragen, namelijk Wat is uw gewicht? en Wat is uw lengte?. Daarna is voor alle participanten de hoogte van het BMI berekend door middel van deze formule: gewicht / ((lengte x lengte) / 100) (Christelijke mutualiteit, z.d.). Deze variabele is daarna nog onderverdeeld in twee delen; normaal en hoog en was daardoor een ordinale variabele. Mensen met een te lage BMI zijn in dit onderzoek weggelaten, dit waren de mensen met een BMI onder de waarde 18,5. Dit is gedaan omdat niet bekend is waarom deze mensen last hebben van ondergewicht en of zij hierdoor een afwijkende perceptie hebben wat betreft gezond eten. Dit gaf een gemiddelde van M = 23,29 voor BMI (SD = 3,32) (BMI-Meter, z.d.). Van de variabelen geslacht en BMI zijn dummy variabelen gemaakt. Bij de variabele geslacht had man de waarde 0 en vrouw de waarde 1. Voor BMI had een normaal BMI de waarde 0 en een hoog BMI de waarde 1. Controlevariabelen Er is gecontroleerd voor de variabelen leeftijd en opleiding. Dit werd gedaan om er zeker van te zijn dat de gevonden resultaten te verklaren waren door de onafhankelijke en modererende variabelen en niet werden veroorzaakt doordat de verdeling in de groepen wat betreft deze controlevariabelen scheef waren verdeeld. 13

14 Manipulatiecheck In dit onderzoek is geen manipulatiecheck uitgevoerd, omdat de frames al zo duidelijk vastgelegd waren dat hier niet voor gecontroleerd hoefde te worden. Analyseplan Schaalconstructies De variabele intentie tot gezond eten bestond uit drie stellingen, deze stellingen zijn samengevoegd tot een schaal (Sheeran, 2002). Voor de variabele intentie tot gezond eten is uiteindelijk een betrouwbaarheidsanalyse uitgevoerd, om te controleren of de schaal die is opgezet een valide en betrouwbare meting vormt. Voordat de hypothesen en onderzoeksvragen werden onderzocht is eerst gekeken of de variabelen leeftijd en opleiding een samenhang hadden met de afhankelijke variabele intentie tot gezond eten. Hierbij is gebruik gemaakt van Pearson correlatie. Bij een significant effect voor een van de controle variabelen, werd deze variabele meegenomen als covariaat. Toetsen hypothesen Voor de analyses met betrekking tot het visuele framen zijn alleen conditie 2 en 3 meegenomen. Hierbij verschilde wel het visuele frame, maar het tekstuele frame was voor beide condities hetzelfde, namelijk een tekst geformuleerd als vraag. Voor de analyses van het tekstuele framen zijn alleen conditie 1 en 2 meegenomen. Hierbij was het tekstuele frame verschillend en was het visuele frame voor beide condities gelijk, namelijk een positief frame. Dit is gedaan zodat eventuele significante resultaten alleen te wijten waren aan het onderzochte frame. Om hypothese 1 te toetsen zijn de condities allereerst onderverdeeld in positief en negatief. Voor hypothese 2 werden de condities onderverdeeld in de groepen stelling en vraag. Bij beide hypothesen had de onafhankelijke variabele dan ook een nominaal niveau. De afhankelijke variabele was voor beiden hypothesen hetzelfde en had een ratio niveau. De toets die is uitgevoerd was een eenwegs ANOVA, de gemiddelden tussen de groepen werden namelijk vergeleken en het ging hier om één factor. Ook was er een verband gevonden met de controlevariabele leeftijd. Hypothese 3 en 4 hadden beiden de hoogte van het BMI als modererende variabele. Voor de hypothese 5 en 6 was de modererende variabele het geslacht. De modererende variabelen werden voor hypothese 4 en 6 meegenomen als onafhankelijke variabele. Om hypothese 4 en 6 te toetsen is gebruik gemaakt van een tweewegs ANCOVA. De 14

15 gemiddelden tussen de groepen werden namelijk vergeleken en het bevatte twee factoren; het tekstuele frame en de hoogte van het BMI bij hypothese 4 en het tekstuele frame en het geslacht bij hypothese 6. Bij hypothese 3 en 5 werd van de modererende variabelen maar één waarde meegenomen. Hierdoor werd de modererende variabele niet meegenomen als onafhankelijke variabele. Om deze hypothesen te toetsen is gebruikt gemaakt van een ANCOVA, waarbij de controlevariabele leeftijd is meegenomen. De Levene s test werd uitgevoerd om er zeker van te zijn dat de verschillen tussen de groepen niet al te groot waren en de resultaten dus niet door deze verschillen werden veroorzaakt. De resultaten van deze test zijn de vinden in de paragraaf Resultaten. Resultaten In totaal namen 220 participanten deel aan dit onderzoek. De 55 participanten die de laatste vraag intentie tot delen niet hebben beantwoord en de 9 participanten met een te lage BMI zijn aangegeven als missing en zijn niet meegenomen in het onderzoek. Van de in totaal 160 participanten was 66,3 % vrouw en 33,8 % man. De precieze aantal participanten per conditie zijn weergegeven in tabel 1. In tabel 2 is de verdeling van mannen en vrouwen over de verschillende condities te zien. Niet alleen het geslacht is in dit onderzoek scheef verdeeld, ook de gevolgde opleiding (30% lage opleiding, 70 % hoge opleiding), BMI (78,1% normale BMI, 21,9% hoge BMI) en leeftijd (60 % leeftijd tussen 20-29, 1,3% leeftijd vanaf 70) komen niet in gelijke mate voor in dit onderzoek. Echter, de steekproefverdeling over de drie condities is gelijk verdeeld, eventuele gevonden significante resultaten kunnen niet veroorzaakt zijn door de steekproefverdeling en zijn waarschijnlijk veroorzaakt door het manipulatiemateriaal. Er is een zwak verband tussen de intentie tot gezond eten en de leeftijd van de participanten. Deze correlatie was significant, r = +0,21, p = 0,008, tweezijdig en wordt dus meegenomen in de verdere analyses. Verder is er geen significante correlatie gevonden voor opleiding, r = -0,09, p = 0,271. Visuele frame H1: Een positief frame leidt tot een hogere intentie om gezond te eten dan een negatief frame. De onafhankelijke variabele is het visuele frame, hier is dat een positief of negatief frame. De afhankelijke variabele is de intentie tot gezond eten. De afhankelijke variabele is voor alle analyses hetzelfde. De variabele leeftijd is voor alle analyses meegenomen als covariaat, 15

16 omdat hier een verband voor was aangetoond met de afhankelijke variabele. De Levene s test was niet significant, F (1,102) = 0,01, p = 0,911. De resultaten uit de ANCOVA laten zien dat er geen significant effect is voor het visuele frame op de intentie tot gezond eten, F (1,101) = 0,06, p = 0,805. Wanneer mensen worden blootgesteld aan de afbeelding met de vrouw met gezond gewicht zorgt dit niet voor een verhoogde intentie om gezond te eten in vergelijking met de mensen die de afbeelding met de vrouw met overgewicht krijgen te zien, de hypothese moet dus worden verworpen. Tekstueel frame H2: Een frame in de vorm van een vraag leidt tot een hogere intentie om gezond te eten dan een frame in de vorm van een stelling. De onafhankelijke variabele is hier het tekstuele frame. Bij de ANCOVA is de Levene s test niet significant, F (1,105) = 0,00, p = 0,948. Uit de variantieanalyse blijkt dat het tekstuele frame geen significant effect heeft op de intentie om gezond te eten, F (1,104) = 0,849, p = 0,359. Een tekst geformuleerd als vraag leidt niet altijd tot een hogere intentie om gezond te eten in vergelijking met een tekst geformuleerd als stelling, de hypothese moet verworpen worden. BMI en visueel frame H3: Bij mensen met een normaal BMI leidt een positief frame tot een hogere intentie om gezond te eten dan een negatief frame. De onafhankelijke variabele is het soort frame, een positief of negatief frame. De moderator is hier het BMI. Echter, doordat de moderator bij deze analyse maar uit één waarde bestaat, heeft dit geen effect op de analyse wat betreft een tweede onafhankelijke variabele. Voor deze analyse is daarom een ANCOVA gebruikt met als de enige factor het visuele frame. De Levene s test is niet significant, F (1,79) = 0,06, p = 0,806. Bij de variantieanalyse is geen significant effect gevonden voor het visuele frame op de intentie om gezond te eten, F (1,78) = 0,04, p = 0,845. Wanneer mensen met een normaal BMI worden blootgesteld aan de afbeelding met de vrouw met gezond gewicht leidt dit niet altijd tot een verhoogde intentie om gezond te eten dan wanneer zij worden blootgesteld aan de afbeelding met de vrouw met overgewicht. De hypothese moet worden verworpen. 16

17 BMI en tekstueel frame H4: Een frame in de vorm van een stelling leidt bij mensen met een normaal BMI tot een lagere intentie om gezond te eten dan bij mensen met een hoog BMI. De onafhankelijke variabele is het tekstuele frame en de moderator is de hoogte van het BMI en is in de tweewegs-ancova gebruikt als onafhankelijke variabele. De Levene s test is niet significant, F (3, 103) = 1,78, p = 0,155. Bij ANCOVA is er geen significant effect gevonden voor het tekstuele frame, F (1, 102) = 0,00, p = 0,993, het BMI, F (1, 102) = 0,14, p = 0,709, en ook niet voor het interactie effect tussen het tekstuele frame en het BMI, F (1, 102) = 1,99, p = 0,162, op de intentie om gezonder te eten. Wanneer mensen met een normaal BMI worden blootgesteld aan de tekst geformuleerd als stelling leidt dit niet altijd tot een lagere intentie om gezond te eten dan bij mensen met een hoog BMI die aan dit frame worden blootgesteld, de hypothese moet worden verworpen. Geslacht en visueel frame H5: Bij vrouwen leidt een positief frame tot een hogere intentie om gezond te eten dan een negatief frame. De onafhankelijke variabele is het soort frame, positief of negatief. En de moderator is het geslacht. De moderator bevat in deze analyse maar één waarde, daarom kan een ANCOVA uitgevoerd worden, waarbij alleen het visuele frame als factor wordt meegenomen. De Levene s test is niet significant, F (1, 76) = 0,27, p = 0,604. Er is geen significant gevonden voor het visuele frame op de intentie om gezond te eten, F (1, 75) = 0,24, p = 0,147. Wanneer vrouwen worden blootgesteld aan de afbeelding met de vrouw met gezond gewicht hebben zij geen hogere intentie om gezonder te eten dan wanneer zij worden blootgesteld aan de afbeelding met de vrouw met overgewicht. De hypothese moet worden verworpen. Geslacht en tekstueel frame H6: Een frame in de vorm van een stelling leidt bij vrouwen tot een lagere intentie om gezond te eten dan bij mannen. De onafhankelijke variabele is het tekstuele frame en de moderator is het geslacht. Deze is bij de tweewegs-ancova meegenomen als onafhankelijke variabele. De Levene s test is niet significant, F (3, 103) = 1,12, p = 0,343. Er is geen significant effect gevonden voor het tekstuele frame op de intentie om gezonder te eten, F (1, 102) = 0,43, p = 0,513. Dit geldt ook voor het interactie effect tussen het tekstuele frame en het geslacht, F (1, 102) = 0,436, p = 0,511. Wel is er een significant effect gevonden voor het geslacht op de intentie om 17

18 gezonder te eten, F (1, 102) = 4,34, p = 0,040, ² = 0,03. Het tekstuele framen leidt bij vrouwen (M = 2,73, SD = 1,74) tot een hogere intentie tot gezond eten leidt in vergelijking met mannen (M = 2,28, SD = 1,38). Dit geldt zowel voor de vraag als voor de stelling, een overzicht hiervan staat afgebeeld in tabel 4. Wanneer vrouwen worden blootgesteld aan een tekst geformuleerd als stelling leidt dit tot een hogere intentie tot gezond eten in vergelijking met mannen. Dit is tegengesteld aan de hypothese en moet daarom verworpen worden. Ook ligt de intentie tot gezond eten bij vrouwen hoger dan bij mannen wanneer zij worden blootgesteld aan een tekst geformuleerd als vraag. Conclusie en discussie Conclusie In dit onderzoek stond de vraag Welk visuele frame en welk tekstuele frame leiden tot een hogere intentie om gezonder te eten en wat is de invloed van het geslacht en de hoogte van het BMI hierop?, centraal. Dit is onderzocht door middel van een experiment en de participanten onder te verdelen onder drie condities met verschillende frames, de opzet van deze frames is te vinden in tabel 1 in de bijlage. In totaal namen er 160 participanten deel aan dit onderzoek en de leeftijd van deze participanten was 18 jaar of ouder. Resultaten van dit onderzoek kunnen voor aanvullende informatie zorgen aan bestaande literatuur en nieuw inzicht bieden voor de overheid en bedrijven bij het opzetten van campagnes. Om de vraag te kunnen beantwoorden zijn er eerst een aantal hypothesen opgesteld en getoetst. De analyse van hypothese 1 laat zien dat een positief frame niet tot een hogere intentie om gezond te eten leidt dan wanneer een negatief frame wordt gebruikt. Dit is in tegenspraak met het onderzoek van Rothman et al. (1993), die stellen dat een positief frame beter werkt bij preventief gedrag. Een mogelijke verklaring voor dit verschil is dat in dit onderzoek geen onderscheid is gemaakt tussen mensen die al gezond eten en mensen die dat nog niet doen. Gezond eten is namelijk voor de mensen die dit wel al doen geen preventief gedrag meer. Het kan zijn dat positief framen of zelfs framen in het algemeen minder effect heeft bij deze mensen als het gaat om gezond eten. Uit de analyse van hypothese 2 blijkt dat een tekst geformuleerd als vraag niet tot een hogere intentie om gezond te eten leidt dan wanneer een tekst geformuleerd is als stelling. Dit komt niet overeen met de resultaten van het onderzoek van Glock, Müller en Ritter (2012) en dat van Müller et al. (2014). Zij stellen namelijk dat een tekst geformuleerd als vraag tot hogere intenties van bepaald gedrag leidt, doordat vragen voor minder defensieve reacties zorgen. Een verklaring waarom de resultaten niet overeenkomen is dat de tekst in dit 18

19 onderzoek niet heel opvallend was, de afbeelding stond meer centraal en trok hierdoor waarschijnlijk meer aandacht. Volgens de analyse van hypothese 3 leidt bij mensen met een normaal BMI een positief frame niet tot een hogere intentie om gezond te eten dan een negatief frame. Rothman et al. (1993) stellen dat bij mensen die meer betrokken zijn een positief frame beter werkt dan een negatief frame en uit het onderzoek van Guo et al. (2004) blijkt dat mensen met een hoger BMI minder bezig zijn met gezond eten. Hieruit kan geconcludeerd worden dat bij mensen met een normaal BMI een positief frame tot hogere intenties om gezond te eten moet leiden dan een negatief frame. Maar uit dit onderzoek blijkt dit niet het geval te zijn. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de betrokkenheid van mensen met een normale BMI niet altijd hoger is dan de betrokkenheid van mensen met een hoge BMI. Ook kan het zijn dat de mate van betrokkenheid bij mensen met een hoge BMI hoger ligt dan verwacht. De analyse van hypothese 4 laat zien dat een tekst geformuleerd als stelling bij mensen met een normaal BMI niet tot lagere intenties om gezond te eten leidt dan bij mensen met een hoog BMI. Dit is in tegenspraak met het onderzoek van Jepson en Chaiken (1990) en dat van Chaiken (1992), die stellen dat tekst geformuleerd als stelling voor versterkte defensieve reacties zorgt bij mensen die meer betrokken zijn. En zoals uit het onderzoek van Guo et al. (2004) blijkt dat mensen met hoog BMI minder betrokken zijn met gezond eten, zal een tekst geformuleerd als stelling tot lagere intenties leiden om gezond te eten bij mensen met een normaal BMI dan bij mensen met een hoog BMI. Dezelfde verklaring dat dit effect niet is gevonden geldt als bij hypothese 3 ook hier; de betrokkenheid van mensen met een normale BMI is waarschijnlijk niet altijd hoger dan de betrokkenheid van mensen met een hoog BMI en de mate van betrokkenheid kan bij mensen met een hoge BMI hoger liggen dan verwacht. Uit de analyse van hypothese 5 blijkt dat bij vrouwen een positief frame niet tot een hogere intentie om gezond te eten leidt dan een negatief frame. Dit is in tegenspraak met Rothman et al. (1993), die stelden dat een positief frame bij vrouwen tot een hogere intentie leidt dan een negatief frame. Een verklaring hiervan kan zijn dat niet alle vrouwen hoog betrokken zijn bij het onderwerp gezond eten en dat daarom een positief frame niet voor alle vrouwen effectiever is. Volgens de analyse van hypothese 6 leidt bij vrouwen een frame geformuleerd als stelling niet tot een lagere intentie om gezond te eten dan bij mannen. Dit komt niet overeen met het onderzoek van Jepson en Chaiken (1990), Chaiken (1992) en Rothman et al. (2013), volgens hen leidt een tekst geformuleerd als stelling bij vrouwen tot een lagere intentie om gezond te eten dan bij mannen. Maar in tegenstelling tot deze onderzoeken leidt in dit 19

20 onderzoek een stelling bij vrouwen tot een hogere intentie om gezond te eten in vergelijking met mannen. Dit geldt ook voor een frame in de vorm van een vraag. Een verklaring hiervoor kan zijn dat er een direct verband is tussen de intentie om gezond te eten en het geslacht, vrouwen hebben in vergelijking met mannen een hogere intentie om gezond te eten ongeacht het soort tekstuele frame (vraag of stelling) dat wordt gebruikt. Een antwoord op de vraag die centraal stond in dit onderzoek is dat geen van de frames tot een hogere intentie om gezond te eten leidt en dat de hoogte van het BMI hier ook geen invloed op heeft. Geslacht heeft wel een invloed wat betreft het tekstuele framen, vrouwen hebben bij beide tekstuele frames een hogere intentie om gezond te eten in vergelijking met mannen. Discussie Een aantal beperkingen van dit onderzoek kunnen mogelijk verklaren waarom niet is gevonden welk frame tot een hogere intentie leidt om gezond te eten. Deze beperkingen kunnen in vervolgonderzoek worden meegenomen om tot nog betere resultaten te komen. Allereerst is dat het onderscheid tussen mensen die al gezond eten en mensen die dat nog niet doen. Gezond gaan eten is preventief gedrag en de hypothesen zijn hierop gebaseerd. Daarom kan in vervolgonderzoek gekozen worden om alleen de mensen mee te nemen die nog niet gezond eten. Veel campagnes zijn er namelijk ook op gericht om het gedrag van juist deze mensen te veranderen. Om het tekstuele framen beter te onderzoeken kan in de toekomst worden gekozen om te teksten wat meer in beeld te brengen, deze stonden nu klein en onder de afbeelding waardoor de tekst wat minder opviel. Het kan zijn dat het tekstuele frame hierdoor nu minder effectief is geweest. Bij de hypothesen over BMI werd gevonden dat een positief frame niet beter werkt dan een negatief frame bij mensen met een normaal BMI en dat een stelling niet minder effectief is voor mensen met een normaal BMI dan voor mensen met een hoog BMI. Er werd in dit onderzoek van uitgegaan dat mensen met een normaal BMI meer betrokken zijn bij gezond eten, hier is echter niet voor gecontroleerd. In vervolgonderzoek kan daarvoor eventueel wel voor gecontroleerd worden, mocht er geen verschil zijn, dan kan daaruit geconcludeerd worden dat er geen ander frame voor deze twee verschillende groepen gebruikt hoeft te worden, wanneer het gaat om betrokkenheid. In vervolgonderzoek is het ook interessant om alleen de mensen te onderzoeken die een hoog BMI hebben en de mensen die 20

21 een lage betrokkenheid hebben bij gezond eten, dit zijn namelijk de doelgroepen waarbij wordt gestreefd naar verandering van gedrag. Uit dit onderzoek is gebleken dat bij vrouwen een positief frame niet beter werkt dan een negatief frame. De verklaring die hiervoor kan worden gegeven is dat gedacht werd dat vrouwen meer betrokken zijn bij het onderwerp gezond eten. Echter, hier is niet voor gecontroleerd. In vervolgonderzoek kan gekeken worden naar de betrokkenheid bij gezond eten bij vrouwen en mannen. Uit het onderzoek het tekstuele framen is geconcludeerd dat het tekstuele framen bij vrouwen voor een hogere intentie tot gezond eten leidt in vergelijking met mannen, ongeacht welk tekstueel frame wordt gebruikt. In vervolgonderzoek kan gekeken worden of dit inderdaad wordt veroorzaakt door het directe verband tussen geslacht en de intentie om gezond te eten, door in vervolgonderzoek de variabele geslacht constant te houden. Wat betreft het positief en negatief framen is niet gekeken naar de groepen die laag betrokken waren bij gezond eten, dat waren hier de mannen en de mensen met een hoog BMI. Een lage betrokkenheid had namelijk in vorig onderzoek geen effect. In vervolgonderzoek kan door middel van een voor- en nameting gekeken worden of het framen effect heeft gehad op de intentie om gezond te eten. 21

22 Literatuurlijst Artikelen Baek, T. H., Shen, L., & Reid, L. N. (2013). Effects of Message Framing in Anti Binge Drinking PSAs: The Moderating Role of Counterfactual Thinking. Journal of health communication, 18(4), Blokstra, A., Smit, H. A., & Verschuren, W. M. M. (2006). Veranderingen in leefstijlen risicofactoren voor chronische ziekten met het ouder worden: De Doetinchem Studie Boeije, H., t Hart, H., & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden. Den Haag: Boom Onderwijs. Chaiken, S. (1992). Defensive processing of personally relevant health messages. Personality and Social Psychology Bulletin, 18(6), De Boer, C., & Brennecke, S. I. (2009). Media en publiek. Boom Lemma uitgevers. Gaikar, V. "Picture Perfect: How to Use Instagram for Your Business." (2012). Gainsbury, S. M., Aro, D., Ball, D., Tobar, C., & Russell, A. (2015). Optimal content for warning messages to enhance consumer decision making and reduce problem gambling. Journal of Business Research. Galesic, M., & Garcia-Retamero, R. (2011). Communicating consequences of risky behaviors: Life expectancy versus risk of disease. Patient education and counseling, 82(1), Garcia-Retamero, R., & Cokely, E. T. (2011). Effective communication of risks to young adults: Using message framing and visual aids to increase condom use and STD screening. Journal of Experimental Psychology: Applied, 17(3), 270. Glock, S., Müller, B.C.N., & Ritter, S.M. (2012). Warning labels formulated as questions positively influence smoking-related risk perception. Journal of Health Psychology, 0(0), DOI: / Guo, X., et al. "Healthy eating index and obesity." European journal of clinical nutrition (2004): Jepson, C., & Chaiken, S. (1990). Chronic issue-specific fear inhibits systematic processing of persuasive communications. Journal of Social Behavior & Personality, 5(2), Kahneman, D., & Tversky, A (1979). Prospect theory: An analysis of decision under risk. Econometrica: Journal of the Econometric Society, 47,

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S

RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN. Bachelorscriptie. De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Bachelorscriptie De invloed van betrokkenheid op de effectiviteit van doelframing. Evelien Beeren S4517954 29-1-2016 Begeleidster: Anneke de Graaf Thema 3: Winst- en verliesframing

Nadere informatie

Kies mij, ik ben gezond!

Kies mij, ik ben gezond! Kies mij, ik ben gezond! Onderzoek naar het effect van framing van voedingsberichten op de intentie om gezond te eten, een bericht te delen en de gepercipieerde gezondheid van een product Sophie van Overeem

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

Eerst zien dan geloven!

Eerst zien dan geloven! Eerst zien dan geloven! Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal op koopintentie en productattitude. Afstudeerproject Persuasieve Communicatie Sophie de Jong (10416293)

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Energiedrankjes: een blikje overgewicht!

Energiedrankjes: een blikje overgewicht! Bachelorscriptie Energiedrankjes: een blikje overgewicht! Een experiment over de invloed van message framing en stemming op de attitude ten opzichte van het drinken van energiedrank en de intentie van

Nadere informatie

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap!

Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Alleen het aller sappigste fruit en niet gemaakt van geconcentreerd sap! Een onderzoek naar de effecten van voedingsclaims in reclame op de aankoopintentie van de consument Lisa Keizer 10179011 12-01-2014

Nadere informatie

Sport jij voldoende?

Sport jij voldoende? Sport jij voldoende? Een onderzoek naar het effect van de bron en het frame van een sportcampagne op de attitude tegenover sporten Lotte van den Berg (10554807) Bachelorthesis Persuasieve Communicatie

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding GEZOND ZENDEN Een onderzoek naar het effect van het type zender van Facebook berichten en de hoeveelheid likes op de koopintentie en de intentie om gezond te gaan eten. Tim Oostvogel 10088016 Afstudeerproject

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing.

De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Onderzoeksverslag Masterscriptie De Invloed van de Kwetsbaarheid van de Lezer van een Tekst ter Preventie van Hart- en Vaatziekten op de Effectiviteit van Framing. Lauret Gerner S4219910 30 januari 2017

Nadere informatie

Master s thesis Een onderzoek naar de invloed van message framing

Master s thesis Een onderzoek naar de invloed van message framing Master s thesis Een onderzoek naar de invloed van message framing op de overtuiging van individuen om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek naar darmkanker en welke rol risicoperceptie en de regulatieve

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

The Losses or the Gains?

The Losses or the Gains? The Losses or the Gains? Een onderzoek naar de invloed van message framing op de attitude en intentie ten opzichte van het eten van fruit. Ramy Malki Studie: Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Priming: toveren met taal

Priming: toveren met taal 1 Priming: toveren met taal Een onderzoek naar de effecten van priming via user-generated content op merkattitude en merkloyaliteit. Universiteit van Amsterdam Naam Daniël Visser Studentnr 10193758 Datum

Nadere informatie

Hoe frames de attitude en gedragsintentie om te stoppen met roken. beïnvloeden bij (on)gezonde mensen

Hoe frames de attitude en gedragsintentie om te stoppen met roken. beïnvloeden bij (on)gezonde mensen Running head: STOPPEN MET ROKEN: EFFECT VAN FRAMES EN LEVENSSTIJL Hoe frames de attitude en gedragsintentie om te stoppen met roken beïnvloeden bij (on)gezonde mensen Chamoetal Zeidler, 10531947 Universiteit

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence,

icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, icoach, een Web-based en Mobiele Applicatie voor Stoppen-met-roken: Verschillen tussen Gebruikersgroepen, Beïnvloedende Factoren voor Adherence, en het Verband tussen Adherence en Effect icoach, a Web-based

Nadere informatie

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een

Consumenten zijn steeds meer bezig met gezonder eten (GfK, 2013). Het gebruik van voedingsclaims op verpakkingen van ongezonde producten is daarom een Gezonde chips? Een onderzoek naar het effect van voedingsclaims en verpakkingsmateriaal van ongezonde voedingsmiddelen op de productattitude en de intentie om het product te kopen Sarah Braun 10074244

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie

BLAME THE FRAME. Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie 1 BLAME THE FRAME Een onderzoek naar het effect van message framing in een online vitaminewater advertentie op de koopintentie [Type text] [Type text] [Type text] Liselotte Vuijk 10608435 Docent: Eline

Nadere informatie

VOORLICHTING = VEILIG?

VOORLICHTING = VEILIG? VOORLICHTING = VEILIG? De invloed van seksuele voorlichting op middelbare scholen op het condoomgebruik onder studenten. Ilse Slabbekoorn 10753672 Communicatiewetenschap Afstudeerproject Bas van den Putte

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Framing van een gezondheidsboodschap

Framing van een gezondheidsboodschap Framing van een gezondheidsboodschap Een experimenteel onderzoek naar de rol van emoties en gewicht in de effectiviteit van een winst- en verliesframe bij een boodschap over het eten van minder suiker.

Nadere informatie

(hoofdstuk 2) vatting Samen

(hoofdstuk 2) vatting Samen The Multiple Environmental and Genetic Assessment of risk factors for venous thrombosis (MEGA studie) is een groot patiënt-controle onderzoek naar risicofactoren voor veneuze trombose. In deze studie zijn

Nadere informatie

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar

Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar - Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Wat motiveert om te sporten?

Wat motiveert om te sporten? Wat motiveert om te sporten? Een experiment naar de overtuigingskracht van de regulerende focus frames in gezondheidscommunicatie op de sportintentie. Carlyn Hendriks (10792953) Afstudeerproject Persuasieve

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Ik wil de opdracht van VORIG ACADEMISCH JAAR laten meetellen bij de bepaling van het eindcijfer:

Ik wil de opdracht van VORIG ACADEMISCH JAAR laten meetellen bij de bepaling van het eindcijfer: VOORBLAD VOOR EEN SCHRIFTELIJK TENTAMEN/TOETS Vaknaam: METHODEN VAN BEDRIJFSECONOMISCH ONDERZOEK Vakcode: 300012 Datum tentamen: 25/05/2011 Duur tentamen: 150 MINUTEN Docent: BOUGIE, OSINGA, STALPERS ANR

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Nationale Social Media Onderzoek 2019

Nationale Social Media Onderzoek 2019 Nationale Social Media Onderzoek 2019 Het grootste trendonderzoek van Nederland naar het gebruik en verwachtingen van social media #NSMO Uitgevoerd door: Newcom Research & Consultancy B.V. Auteurs: drs.

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Sportclubs en Sociale Media

Sportclubs en Sociale Media Sportclubs en Sociale Media Wilko de Graaf DSO, 7 november 2013 Sportclubs en Sociale Media Mike Muller en Wilko de Graaf Kenniskring Sport, Management en Ondernemen Domein Bewegen, Sport en Voeding Hogeschool

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015 Vergelijking met de Gezondheidsenquête Auteurs: Christianne Hupkens (CBS) Marieke Hiemstra (RIVM) Ellen de Hollander (RIVM) De Gezondheidsenquête

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Jongeren & hun levensstijl Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Conclusie Algemeen: Jongeren geven aan veel ongezond gedrag te vertonen. Met name roken

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Figuur 1 Precede/Proceed Model

Figuur 1 Precede/Proceed Model Nederlandse samenvatting Benzodiazepinen zijn geneesmiddelen die vooral bij angstklachten en slaapstoornissen worden voorgeschreven. Ze vormen de op één na meest voorgeschreven middelen in Nederland. Tien

Nadere informatie

Master thesis. Invloed van health message framing en kernel state op disengagement beliefs en de intentie om voldoende intensief actief te zijn

Master thesis. Invloed van health message framing en kernel state op disengagement beliefs en de intentie om voldoende intensief actief te zijn Master thesis Invloed van health message framing en kernel state op disengagement beliefs en de intentie om voldoende intensief actief te zijn Naam: Dilan Ünal Studentnummer: 10047301 Thesisbegeleider:

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

STOPPEN MET ROKEN WERKT BETER DAN NIET STOPPEN MET ROKEN

STOPPEN MET ROKEN WERKT BETER DAN NIET STOPPEN MET ROKEN STOPPEN MET ROKEN WERKT BETER DAN NIET STOPPEN MET ROKEN Een experimenteel onderzoek naar de rol van de formulering van het antecedent en de formulering van het consequent bij de framing-effecten van een

Nadere informatie

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

1 Conclusie en discussie 1

1 Conclusie en discussie 1 1 Conclusie en discussie 1 De gevolgtrekkingen uit de resultaten en een revisie op het onderzoek In dit hoofdstuk staan de conclusies en discussie centraal. Allereerst komt een korte terugblik aan bod,

Nadere informatie

I want you to work out!

I want you to work out! I want you to work out! Een experiment naar de persuasieve kracht van de bron, het frame en de sociale omgeving op de attitude ten opzichte van sport. Universiteit van Amsterdam - Communicatiewetenschap

Nadere informatie

Studentnummer: Communicatiewetenschap. Datum: Aantal woorden: 7409

Studentnummer: Communicatiewetenschap. Datum: Aantal woorden: 7409 De invloed van message framing en self-efficacy op de attitude, de intentie en de waargenomen gedragscontrole ten opzichte van de fruitconsumptie van volwassen Nederlanders Naam student: Lisa Stolp Studentnummer:

Nadere informatie

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico

Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Het begrijpelijk communiceren van een gezondheidsrisico Dr. Olga Damman Dr. Maaike van den Haak Nina Bogaerts, Msc Amber van der Meij, Bsc Prof.dr. Danielle Timmermans Quality of Care EMGO Institute for

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018

Statistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht

Nadere informatie

De invloed van goalframing op de attitude en gedragsintentie van twee gezondheidsgerelateerde boodschappen

De invloed van goalframing op de attitude en gedragsintentie van twee gezondheidsgerelateerde boodschappen 2018 Radboud Universiteit Mitchel van Schijndel S4222474 1 e beoordelaar: W.G. Reijnierse 2 e beoordelaar: J.M. Sanders [FRAMING IN GEZONDHEIDSCOMMUNICATIE] De invloed van goalframing op de attitude en

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Invloed van positieve versus negatieve frames op de aankoopintentie in groene reclames en de modererende rol van milieubewustzijn

Invloed van positieve versus negatieve frames op de aankoopintentie in groene reclames en de modererende rol van milieubewustzijn 12-01-2015 Invloed van positieve versus negatieve frames op de aankoopintentie in groene reclames en de modererende rol van milieubewustzijn Bachelor Thesis Universiteit van Amsterdam Communicatiewetenschap

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook

Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Gezondheidsclaims en gepercipieerde gezondheid op Facebook Een experimentele studie naar de gezondheidsperceptie van consumenten betreffende gezondheidsclaims over gezonde producten Lisa Baesjou 10175938

Nadere informatie

Beangstigende feiten en verhalen

Beangstigende feiten en verhalen Beangstigende feiten en verhalen Een onderzoek naar het effect van statistische en narratieve berichten in combinatie met waargenomen ernst en waargenomen vatbaarheid Michelle Huisman 10385037 Masterscriptie

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Winst- en verliesframing in gezondheidscommunicatie

Winst- en verliesframing in gezondheidscommunicatie RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN Winst- en verliesframing in gezondheidscommunicatie In hoeverre heeft de mate van betrokkenheid invloed op de effectiviteit van doelframing in gezondheidscommunicatie? Bachelorscriptie

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie?

Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie? PERSUASIEVE GEZONDHEIDSCOMMUNICATIE 1 Persuasieve gezondheidscommunicatie: hoe en door wie? Een experimenteel onderzoek naar de invloed van message framing en endorsement op de attitude tegenover fruit

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces

Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Risicoperceptie als moderator in de effectiviteit van winst- en verliesframes en de rol van het verwerkingsproces Naam: E-mail: Studentnr.: Instelling: Opleiding: Specialisatie: Eerste lezer: Tweede lezer:

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

De effectiviteit van de factor bekendheid met betrekking tot framing

De effectiviteit van de factor bekendheid met betrekking tot framing De effectiviteit van de factor bekendheid met betrekking tot framing Sanne van Zeijl Bachelor Scriptie - November 2016 Communicatie- en Informatiewetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Begeleid door

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie