Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt:

Transcriptie

1 Openbare versie AANTEKENEN MET ONTVANGSTBEVESTIGING De Vestelier financiële diensten V.O.F. De heer XXXXXXXXX Laan door de Veste ZZ HELMOND Tevens per gewone briefpost en per Datum 22 juni 2010 Pagina 1 van 13 Betreft Last onder dwangsom De Vestelier financiële diensten V.O.F. (verg.nr ) Geachte heer Xxxxxxxxx, Inzake bovengenoemd onderwerp bericht de Autoriteit Financiële Markten (AFM) u als volgt: 1. Inleiding De AFM heeft geconstateerd dat De Vestelier financiële diensten V.O.F. (De Vestelier) geen gevolg heeft gegeven aan het informatieverzoek van de toezichthouders van de AFM (de toezichthouders) ex artikel 1:72, eerste lid, Wet op het financieel toezicht (Wft) juncto artikel 5:16 Algemene wet bestuursrecht (Awb) als vervat in haar brief van 2 juni 2010 (kenmerk TGFO-XXXX ). Deze informatie was deels al opgevraagd in de brief van 26 april 2010 en deels tijdens het onderzoek op 29 april 2010, ten kantore van de AFM. Om deze redenen heeft de AFM besloten om aan De Vestelier op grond van artikel 1:79, eerste lid, onderdeel d Wft een last onder dwangsom op te leggen, wegens overtreding van artikel 5:20 Awb. Het onderhavige besluit is als volgt opgebouwd. Allereerst beschrijft de AFM in paragraaf 2 de relevante feiten. Vervolgens wordt in paragraaf 3 een beoordeling van de feiten gegeven. In paragraaf 4 is het besluit beschreven. Tot slot volgt in paragraaf 5 de rechtsgangverwijzing. In bijlage 1 is het wettelijk kader opgenomen en in bijlage 2 het inventarisatieformulier vakbekwaamheid. 2. Feiten Op 30 januari 2006 doet De Vestelier een vergunningaanvraag voor het bemiddelen in hypothecair krediet, levensverzekeringen en schadeverzekeringen. De heer Xxxxxxxxx is beleidsbepaler bij De Vestelier. De heer Xxxxxxxxx is tevens (mede)beleidsbepaler bij de onderneming Xxxxxxx xxxxxxxxxxx (Xxxxxxx) xxxxxxxx xxxxxxxxxxxx een vergunning door de AFM wordt verleend om te bemiddelen in consumptief krediet, hypothecair krediet, elektronisch geld, spaarrekeningen, betaalrekeningen, levensverzekeringen en schadeverzekeringen en om te adviseren en/of orders door te geven in rechten van deelneming in een beleggingsinstelling. De andere beleidsbepaler van Xxxxxxx is de heer Xxxxxxxxx. De heer Xxxxxxxxx is tevens feitelijk leidinggevende van Xxxxxxx. Stichting Autoriteit Financiële Markten Kamer van Koophandel Amsterdam, nr Kenmerk van deze brief: TGFO-XXXX Bezoekadres Vijzelgracht 50 Postbus GS Amsterdam Telefoon Fax

2 Pagina 2 van 13 De AFM verleent op 16 augustus 2006 per brief, kenmerk TT-XXX , de vergunning voor het bemiddelen in hypothecair krediet, levensverzekeringen en schadeverzekeringen aan De Vestelier. Op 15 november 2007 verzoekt de Vestelier om een vergunninguitbreiding voor het bemiddelen in spaarrekeningen. De AFM breidt de vergunning van De Vestelier op 17 januari 2008 uit, kenmerk brief TT-XXX , met het bemiddelen in spaarrekeningen. Op 12 september 2008 verzoekt De Vestelier om uitbreiding van de vergunning voor het adviseren en/of orders door te geven in rechten van deelneming in een beleggingsinstelling, hetgeen wordt verleend. Xxxxxxx meldt de heer Xxxxxxxxx af als (mede)beleidsbepaler op 8 juni 2009 (ontvangen door de AFM op 11 juni 2009). Door het afmelden van de heer Xxxxxxxxx, wordt de heer Xxxxxxxxx de enige beleidsbepaler van Xxxxxxx. Op 25 november 2009, ontvangen door de AFM op 26 november 2009, doet Xxxxxxx een verzoek tot een collectieve vergunning. Het betreft hier het aanmelden van een aangesloten onderneming genaamd x xxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx. In het kader van de collectieve vergunningaanvraag van Xxxxxxx heeft de AFM op 1 maart 2010 een gesprek met de heer Xxxxxxxxx en de heer Xxxxxxxxx ten kantore van de AFM. Tijdens dit gesprek komt ook de algemene gang van zaken bij De Vestelier en Xxxxxxx ter sprake. Op 8 maart 2010 voert de AFM bij Xxxxxxx een onderzoek uit in het kader van de collectieve vergunningaanvraag. Dit onderzoek vindt plaats in het kantoor van De Vestelier, gevestigd aan de Laan door de Veste 1 te Helmond. Dit vanwege het feit dat Xxxxxxx voornamelijk operationeel is vanuit het privé-adres van de heer Xxxxxxxxx. De aanleiding van dit onderzoek is gelegen in de uitnodiging van de heer Xxxxxxxxx tijdens het onderzoek van 1 maart De uitnodiging is door de heer Xxxxxxxxx gedaan om beter verschillende aspecten van de bedrijfsvoering van Xxxxxxx en De Vestelier uit te kunnen leggen. Het gaat om hier om nadere uitleg met betrekking tot de inrichting van een eventueel collectief vergunninghouderschap door Xxxxxxx, het adviestraject van Xxxxxxx en De Vestelier en de dagelijkse gang van zaken binnen de ondernemingen. De focus tijdens dit onderzoek ligt op de collectieve vergunningaanvraag van Xxxxxxx. Nadat uitgebreid uitleg is gegeven door de heer Xxxxxxxxx en de heer Xxxxxxxxx over deze aanvraag en antwoord is gegeven op de vragen van de toezichthouders, besluit de heer Xxxxxxxxx uiteindelijk om af te zien van de collectieve vergunningaanvraag. Op 10 maart 2010 bevestigt de heer Xxxxxxxxx dit ook per aan de AFM. Tijdens het onderzoek op 8 maart 2010 heeft de heer Xxxxxxxxx ook een selectie van hard copy cliëntdossiers van Xxxxxxx naar De Vestelier meegenomen. Tijdens het onderzoek is er inzage in deze dossiers. Gezien de verwevenheid van De Vestelier en Xxxxxxx, verzoeken de toezichthouders van de AFM ook om inzage te verkrijgen in het CRM-systeem met de digitale cliëntdossiers van de Vestelier. Dit blijkt op dat moment niet mogelijk te zijn omdat de server kapot is volgens de heer Xxxxxxxxx.

3 Pagina 3 van 13 Op 15 april 2010 besluiten de toezichthouders om nogmaals een, telefonisch aangekondigd, onderzoek uit te voeren bij De Vestelier en Xxxxxxx, ten kantore van De Vestelier. Ditmaal ligt de focus van het onderzoek op het adviestraject van De Vestelier en Xxxxxxx en de beheerste en integere bedrijfsvoering van beide bedrijven. Tijdens dit onderzoek is naar zeggen van de heer Xxxxxxxxx de server van De Vestelier nog altijd kapot. Hierdoor is het niet mogelijk om toegang te krijgen tot het CRM-systeem met de digitale cliëntdossiers. Wel krijgen de toezichthouders inzage in de aanwezige hard copy cliëntendossiers van De Vestelier. Deze dossiers blijken echter voor het overgrote deel te dateren van vóór In het kader van de beheerste en integere bedrijfsvoering geeft de heer Xxxxxxxxx aan dat bepaalde informatie, waaronder de klachtendossiers van De Vestelier, niet op het kantoor aanwezig zijn, maar op het privé-adres van de heer Xxxxxxxxx. Om toch inzage te verkrijgen in de voor de AFM relevante informatie in het kader van het adviestraject en de beheerste en integere bedrijfsvoering biedt de heer Xxxxxxxxx aan om inzage ten kantore van de AFM te verschaffen. Door de toezichthouders wordt de voorwaarde gesteld dat dan alle gevraagde en verder relevante informatie door De Vestelier en Xxxxxxx naar de AFM moet worden meegenomen of dat inzage in de gevraagde documenten mogelijk gemaakt zal worden. Op 22 april 2010 kondigt de AFM telefonisch het onderzoek van 29 april 2010 ten kantore van de AFM aan bij de heer Xxxxxxxxx. Tijdens dit telefoongesprek worden reeds enkele documenten genoemd die door De Vestelier en Xxxxxxx moeten worden opgeleverd tijdens het onderzoek van 29 april Zo wordt bijvoorbeeld genoemd dat dat er productieoverzichten door Xxxxxxx en De Vestelier moeten worden opgeleverd. In de brief van 26 april 2010, kenmerk TGFO-XXXX , is het informatieverzoek voor het onderzoek van 29 april 2010 nader gespecificeerd. Zo is onder andere de volgende informatie opgevraagd: een productieoverzicht, inzage in de financiële administratie, inzage in de diploma s van de feitelijk leidinggevende(n), de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor 2010 en het bijbehorende betalingsbewijs van de premie van De Vestelier, het aandeelhoudersregister van de xxxx xxxxxxxxx xxxxxxxx de klachtendossiers van 1 januari 2008 tot op heden van De Vestelier en het CRM-syteem met de cliëntendossiers van De Vestelier. Deze brief is op 26 april 2010 tevens per verzonden aan de heer Xxxxxxxxx. In deze brief wordt een termijn gesteld voor het opleveren van het productieoverzicht van De Vestelier. De uiterlijke datum voor aanlevering is woensdag 28 april 2010 om uur via het adres van de medewerker toezicht mevrouw Xxxxxxxxxxxx. Op 28 april 2010 omstreeks uur levert de heer Xxxxxxxxx een overzicht van de cliënten van De Vestelier aan via de . Het overzicht bevat de namen van cliënten, de adressen en telefoonnummers. Het betreft echter geen productieoverzicht zoals gevraagd is in het informatieverzoek van 26 april Op 28 april 2010 is er verscheidene malen telefonisch contact met de heer Xxxxxxxxx om via een stand-alone computer van de AFM het mogelijk te maken om inzage te verschaffen in de CRM-systemen van De Vestelier en Xxxxxxx. Dit blijkt echter niet mogelijk te zijn door de beveiligingssystemen van de AFM. Er is afgesproken, zoals ook reeds vermeld is in het informatieverzoek van 26 april 2010, dat tijdens het onderzoek van 29 april 2010 De Vestelier en Xxxxxxx zelf zorg moeten dragen voor alle benodigde faciliteiten (een laptop, printer en internetverbinding) om toegang te verlenen tot hun CRM-systemen.

4 Pagina 4 van 13 Op 29 april 2010 vindt het vervolgonderzoek inzake De Vestelier en Xxxxxxx ten kantore van de AFM plaats. De heer Xxxxxxxxx is door persoonlijke omstandigheden niet bij dit gesprek aanwezig. De heer Xxxxxxxxx is echter gevolmachtigd om inzage te verschaffen in de CRM-systemen van De Vestelier en Xxxxxxx. Tevens overhandigt de heer Xxxxxxxxx verschillende documenten. Doordat De Vestelier en Xxxxxxx geen productieoverzichten hebben opgeleverd, hebben de toezichthouders aangegeven dat een goede dossierselectie niet mogelijk is. In overleg met de heer Xxxxxxxxx is besloten om het gehele CRM-systeem van De Vestelier te kopiëren. Echter dit blijkt zeer lastig te zijn door de draadloze internetverbinding die het downloaden van een dergelijk bestand bemoeilijkt. Met de heer Xxxxxxxxx wordt naar aanleiding van dit onderzoek, met betrekking tot De Vestelier, afgesproken dat hij op dinsdag 4 mei 2010 de onderstaande informatie aanlevert: - De beroepsaansprakelijkheidsverzekering van De Vestelier voor de jaren 2009 en Ook de nota s en het betalingsbewijs moeten overlegd worden (via een ); - De ontbrekende diploma s van de feitelijk leidinggevende(n) van De Vestelier (via een ); - De aandeelhoudersregisters van de xxx. xxxxxxxxx xxxxxxxxx (via een ); - De schriftelijke bevestiging (met handtekening) van de heer Xxxxxxxxx dat de klachtenadministratie volledig is. Mocht de klachtenadministratie niet volledig zijn dan moet dit worden aangevuld en moeten de klachtendossiers worden meegestuurd (via een of per post); en - Een DVD met een kopie van het CRM-systeem van De Vestelier (per post). In het informatieverzoek van 26 april 2010 wordt ook de inzage in de financiële administratie van Xxxxxxx en De Vestelier gevorderd. Echter de heer Xxxxxxxxx weigert tijdens het onderzoek van 29 april 2010 om deze inzage te verlenen. Op 29 april 2010 wordt door de heer Xxxxxxxxx het aandeelhoudersregister van de xxxx xxxxxxxxx xxxxxxx g d. Op 4 mei 2010 worden door de heer Xxxxxxxxx de diploma s van de feitelijk leidinggevende(n) van De Vestelier, en een overzicht van de klachten van cliënten van De Vestelier g d. Tevens is er in de bijlage een document te vinden waarin brieven, gericht aan en van XXXXXX XXXXXX, inzake de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van De Vestelier zijn opgenomen. Ook is in de de volgende zin opgenomen: Het klachtendossier is bijgewerkt volgend dhr xxxxxxxxx Op 6 mei 2010 is per aangetekende post de DVD en een begeleidend schrijven van De Vestelier ontvangen. In de begeleidende brief is opgenomen dat: Bijgaand treft u aan de DVD met het dossier van De Vestelier Financiële Diensten. Echter deze DVD blijkt leeg te zijn. Op 2 juni 2010 wordt er door toezichthouders aan De Vestelier aangetekend een informatieverzoek verzonden, kenmerk TGFO- XXXX , om de gevraagde informatie alsnog te verkrijgen. De toezichthouders verzoeken om de volgende informatie te verstrekken: - Een DVD met een kopie van het CRM-systeem van De Vestelier; - Een ondertekende schriftelijke verklaring van de heer Xxxxxxxxx dat de klachtenadministratie van De Vestelier, zoals deze is g d op dinsdag 4 mei 2010, volledig en naar waarheid is.

5 Pagina 5 van 13 Mocht deze administratie niet volledig zijn dan wordt De Vestelier verzocht om deze aan te vullen en de klachtendossiers op te sturen naar de AFM; - Alle diploma s die de leidinggevende personen binnen De Vestelier behaald hebben. Deze diploma s moeten goed leesbaar zijn en er mogen geen diploma s ontbreken. In de bijlage is een inventarisatieformulier ten aanzien van de vakbekwaamheid opgenomen dat dient te worden ingevuld; - Schriftelijk bewijs dat De Vestelier gedurende 2010 een volledige dekking heeft gehad van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van XXXXX XXXXXX; - Een kopie van de financiële administratie van De Vestelier vanaf 1 januari 2008 tot op heden. In het informatieverzoek is opgenomen dat deze informatie uiterlijk op 9 juni 2010 volledig door te AFM dient te zijn ontvangen. Op 17 juni 2010 heeft de AFM geen informatie van De Vestelier ontvangen. Uit Track & Trace van TNT Post blijkt dat de brief van 2 juni 2010 niet is afgehaald. 3. Beoordeling van de feiten Om te kunnen vaststellen of en in hoeverre De Vestelier voldoet aan haar zorgplicht jegens cliënten overeenkomstig artikel 4:23 Wft en of er sprake is van een beheerste en integere bedrijfsvoering artikel 4:15 Wft, is het noodzakelijk dat de bij brief van 2 juni 2010 gevraagde informatie aan de AFM wordt verstrekt. Tot op heden - en onder verwijzing van bovenstaand feitencomplex - heeft de AFM niet alle gevraagde informatie van De Vestelier ontvangen. Daarmee heeft De Vestelier het bepaalde in artikel 5:20 Awb overtreden. De AFM kan in een geval als onderhavige, waarbij gevraagde informatie niet wordt verstrekt, op grond van artikel 1:79, eerste lid onderdeel d Wft, een last onder dwangsom opleggen om te bewerkstelligen dat de gevraagde informatie alsnog wordt ontvangen. Aangezien De Vestelier niet heeft voldaan aan een wettelijke verplichting om gegevens te verstrekken, wordt het onderhavige besluit op grond van artikel 4:8, tweede lid, Awb, genomen zonder dat De Vestelier in de gelegenheid wordt gesteld een zienswijze op het besluit te geven. 4. Besluit Op grond van het voorgaande heeft de AFM besloten aan De Vestelier op grond van artikel 1:79, eerste lid onderdeel d Wft een last onder dwangsom op te leggen wegens overtreding van het bepaalde in artikel 5:20 Awb, teneinde het hierna beschrevene te bewerkstelligen: Binnen 5 werkdagen na dagtekening van deze brief dient De Vestelier alsnog volledig te voldoen aan het informatieverzoek van 2 juni De Vestelier dient de volgende informatie te verstrekken: - Een DVD met een kopie van het CRM-systeem van De Vestelier;

6 Pagina 6 van 13 - Een ondertekende schriftelijke verklaring van de heer Xxxxxxxxx dat de klachtenadministratie van De Vestelier, zoals deze is g d op dinsdag 4 mei 2010, volledig en naar waarheid is. Mocht deze administratie niet volledig zijn dan wordt De Vestelier verzocht om deze aan te vullen en de klachtendossiers op te sturen naar de AFM; - Alle diploma s die de leidinggevende personen binnen De Vestelier behaald hebben. Deze diploma s moeten goed leesbaar zijn en er mogen geen diploma s ontbreken. In bijlage 2 van de deze last onder dwangsom is een inventarisatieformulier ten aanzien van de vakbekwaamheid opgenomen dat dient te worden ingevuld; - Schriftelijk bewijs dat De Vestelier gedurende 2010 een volledige dekking heeft gehad van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van xxxxxxxx xxxxxxxxx; - Een kopie van de financiële administratie van De Vestelier vanaf 1 januari 2008 tot op heden. De dwangsom bedraagt (zegge: duizend euro) voor iedere kalenderdag of gedeelte daarvan na de genoemde begunstigingstermijn dat De Vestelier niet voldoet aan voornoemde last, tot een maximum van (zegge: twintigduizend euro). De gevraagde informatie dient te worden verzonden aan de AFM t.a.v. mevrouw Xxxxxxxxxxxx xxxxx, Postbus 11723, 1001 GS te Amsterdam. De vastgestelde hoogte van de dwangsom en het maximaal te verbeuren bedrag staan in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom. Het feit dat ondanks herhaald verzoek de gevorderde informatie niet is verstrekt, heeft immers tot gevolg dat de AFM niet kan beoordelen of en, zo ja, in hoeverre sprake is van overtreding van enige bepaling uit de Wft of onderliggende regelgeving. De AFM wordt daardoor belemmerd in de adequate uitoefening van haar toezicht. De dwangsom is na het verbeuren onmiddellijk opeisbaar door de AFM. Het maken van bezwaar schorst de werking van de beschikking niet. De AFM zal de eventuele kosten van aanmaning tot betaling van de verbeurde dwangsom, eventuele kosten van invordering en de eventuele wettelijke rente voor rekening van De Vestelier doen komen. Als de dwangsom wordt verbeurd, zal de AFM het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom openbaar maken. Dit gebeurt op grond van artikel 1:99, eerste lid, Wft. De AFM heeft geen aanwijzingen dat eventuele openbaarmaking in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het toezicht dat de AFM houdt op de naleving van de Wft. Als De Vestelier bij de voorzieningenrechter een verzoek indienen om de openbaarmaking op te schorten, wordt de openbaarmaking uitgesteld tot er een uitspraak is van de voorzieningenrechter. Als het besluit openbaar wordt gemaakt, gebeurt dit door: a. publicatie op de website van de AFM; en b. publicatie in een persbericht; en, als dit naar het oordeel van de AFM wenselijk is, c. publicatie van dit persbericht in één of meerdere landelijke en/of regionale dagbladen.

7 Pagina 7 van 13 Ad a. Als dit besluit op de website van de AFM wordt gepubliceerd, worden eventuele vertrouwelijke gegevens verwijderd. De AFM is van oordeel dat in het onderhavige besluit de grijs gemarkeerde gegevens vertrouwelijk zijn. Die informatie zal dan ook in de publicatie worden afgeschermd. Indien De Vestelier meent dat bepaalde andere gegevens ook als vertrouwelijk moeten worden aangemerkt, kan De Vestelier dit binnen een termijn van drie werkdagen na dagtekening van deze brief aan de AFM kenbaar maken. Ad b/c. Hierbij vindt u de tekst van het persbericht dat de AFM zal publiceren als de dwangsom wordt verbeurd: AFM legt last onder dwangsom op aan De Vestelier financiële diensten V.O.F. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft op 22 juni 2010 een last onder dwangsom opgelegd aan: De Vestelier financiële diensten V.O.F. (De Vestelier), gevestigd op het adres Laan door de Veste 1, 5708 ZZ te Helmond. De last onder dwangsom is opgelegd, omdat De Vestelier niet voldaan heeft aan de informatieverzoeken van de toezichthouders van de AFM. De Vestelier is om informatie verzocht, om te kunnen vaststellen of en in hoeverre De Vestelier voldoet aan haar zorgplicht jegens cliënten overeenkomstig artikel 4:23 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en of er sprake is van een beheerste en integere bedrijfsvoering (artikel 4:15 Wft). De Vestelier heeft de verzochte informatie niet binnen de gestelde termijn geleverd en is daarom verplicht de dwangsom te betalen. De verzochte informatie moet nog steeds aan de AFM worden geleverd. Bij vragen of klachten kunt u contact opnemen met het Meldpunt Financiële Markten van de AFM: (0,05 euro per minuut). De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren. De AFM bevordert zorgvuldige financiële dienstverlening aan consumenten en ziet toe op een eerlijke en efficiënte werking van kapitaalmarkten. Ons streven is het vertrouwen van consumenten en bedrijven in de financiële markten te versterken, ook internationaal. Op deze manier draagt de AFM bij aan de welvaart en de economische reputatie van Nederland. 5. Hoe kunt u bezwaar maken? Iedere belanghebbende kan tegen deze beschikking bezwaar maken door binnen zes weken na bekendmaking daarvan een bezwaarschrift in te dienen bij de AFM, t.a.v. Juridische Zaken, Postbus 11723, 1001 GS, Amsterdam. Een bezwaarschrift kan ook per fax (alleen naar faxnummer xxxxxxxxx), per (alleen naar e- mailadres xxxxxxxxxxxxx) of door middel van het formulier op de website van de AFM ( worden ingediend. Aan deze elektronische wijze van verzending stelt de AFM nadere eisen die op haar website worden toegelicht. Dat een bezwaarschrift niet aan andere AFM-faxnummers of AFM- adressen wordt verzonden dan de hier genoemde, is één van die eisen. De AFM zal het bezwaarschrift alleen inhoudelijk in behandeling nemen als aan bedoelde eisen is voldaan.

8 Pagina 8 van 13 De AFM wijst erop dat het maken van bezwaar niets afdoet aan de verplichting om aan deze last onder dwangsom te voldoen en evenmin aan de eventuele verplichting om verschuldigde dwangsommen te betalen. Als u nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de heer xxxxxxxxxxxxxxx op telefoonnummer xxxxxxxxxx of mevrouw Xxxxxxxxxxxx op telefoonnummer xxxxxxxxxx. Hoogachtend, Autoriteit Financiële Markten xxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxx

9 Pagina 9 van 13 Bijlage 1: Het wettelijk kader Wet op het financieel toezicht (Wft) In artikel 1:72 Wft is het volgende bepaald: 1. Met het toezicht op de naleving van de bij en krachtens deze wet gestelde regels zijn belast de bij besluit van de toezichthouder aangewezen personen. 2. Van een besluit als bedoeld in het vorige lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. In artikel 1:79 Wft is het volgende bepaald: 1. De toezichthouder kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van een overtreding van: a. voorschriften, gesteld ingevolge de in de bijlage bij dit artikel genoemde artikelen; b. de prospectusverordening; c. verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro (PbEG L 244); en d. artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. 2. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid. In artikel 1:99 Wft is het volgende bepaald: 1. De toezichthouder maakt een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom ingevolge deze wet openbaar wanneer een dwangsom wordt verbeurd, tenzij de openbaarmaking van het besluit in strijd is of zou kunnen komen met het doel van het door de toezichthouder uit te oefenen toezicht op de naleving van deze wet. 2. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking van het besluit opgeschort totdat er een uitspraak is van de voorzieningenrechter. In artikel 4:15 Wft is het volgende bepaald: 1. Een financiëledienstverlener die niet het bedrijf van financiële instelling, kredietinstelling of verzekeraar uitoefent, richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt. 2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid. Deze regels hebben betrekking op: a. integriteit, waaronder wordt verstaan: 1. het tegengaan van het begaan van strafbare feiten en andere wetsovertredingen door de financiële dienstverlener of zijn werknemers die het vertrouwen in de financiële dienstverlener of in de financiële markten kunnen schaden; en 2. het nemen van maatregelen met betrekking tot andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwerpen die tot de integere uitoefening van het bedrijf van een financiële dienstverlener worden gerekend; en

10 Pagina 10 van 13 b. ordelijke en transparante financiële marktprocessen, zuivere verhoudingen tussen marktpartijen en zorgvuldige behandeling van cliënten en consumenten, waaronder wordt verstaan: 1. het waarborgen van de informatieverstrekking aan cliënten of consumenten; en 2. het waarborgen van de zorgvuldige behandeling van cliënten of consumenten. 3. Het ingevolge het tweede lid, aanhef en onderdeel b, bepaalde is van overeenkomstige toepassing op financiëledienstverleners die het bedrijf van financiële instelling, kredietinstelling of verzekeraar uitoefenen. 4. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt. In artikel 4:23 Wft is het volgende bepaald: 1. Indien een financiële onderneming een consument of, indien het een financieel instrument of verzekering betreft, cliënt adviseert of een individueel vermogen beheert: a. wint zij in het belang van de consument onderscheidenlijk de cliënt informatie in over diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid, voorzover dit redelijkerwijs relevant is voor haar advies of het beheren van het individuele vermogen; b. draagt zij er zorg voor dat haar advies of de wijze van het beheer van het individueel vermogen, voorzover redelijkerwijs mogelijk, mede is gebaseerd op de in onderdeel a bedoelde informatie; en c. licht zij, indien het advisering betreft met betrekking tot financiële producten die geen financiële instrumenten zijn, de overwegingen toe die ten grondslag liggen aan haar advies voorzover dit nodig is voor een goed begrip van haar advies. 2. Indien een financiële onderneming bij het verlenen van een financiële dienst die geen beleggingsdienst is, een consument of, indien het een verzekering betreft, cliënt niet adviseert, maakt zij dat bij aanvang van haar werkzaamheden ten behoeve van de consument onderscheidenlijk de cliënt aan deze kenbaar. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot: a. de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en de wijze waarop deze informatie wordt ingewonnen; b. de wijze, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, waarop een beleggingsonderneming bij haar advies over financiële instrumenten of het beheren van het individueel vermogen rekening houdt met de ingewonnen informatie; c. de wijze waarop de toelichting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt gegeven; en d. de wijze waarop de financiële onderneming de consument onderscheidenlijk de cliënt kenbaar maakt dat zij niet adviseert. 4. De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het op grond van het derde lid bepaalde, voor zover dat geen betrekking heeft op het adviseren over financiële instrumenten of het beheren van een individueel vermogen, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die dit artikel beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.

11 Pagina 11 van 13 Algemene wet bestuursrecht (Awb) In artikel 1:3 Awb is het volgende bepaald: 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking wordt verstaan: een besluit dat niet van algemene strekking is, met inbegrip van de afwijzing van een aanvraag daarvan. 3. Onder aanvraag wordt verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen. 4. Onder beleidsregel wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. In artikel 4:8 Awb is het volgende bepaald: 1. Voordat een bestuursorgaan een beschikking geeft waartegen een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd naar verwachting bedenkingen zal hebben, stelt het die belanghebbende in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen indien: a) de beschikking zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en b) die gegevens niet door de belanghebbende zelf ter zake zijn verstrekt. 2. Het eerste lid geldt niet indien de belanghebbende niet heeft voldaan aan een wettelijke verplichting gegevens te verstrekken. In artikel 5:13 Awb is het volgende bepaald: Een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. In artikel 5:16 Awb is het volgende bepaald: Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen. In artikel 5:20 Awb is het volgende bepaald: 1. Een ieder is verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. 2. Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit. In artikel 8:81 Awb is het volgende bepaald: 1. Indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. 2. Indien bij de rechtbank beroep is ingesteld, kan een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan door een partij in de hoofdzaak.

12 Pagina 12 van Indien voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, kan een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan door de indiener van het bezwaarschrift, onderscheidenlijk door de indiener van het beroepschrift of door de belanghebbende die geen recht heeft tot het instellen van administratief beroep. 4. De artikelen 6:4, derde lid, 6:5, 6:6, 6:14, 6:15, 6:17 en 6:21 zijn van overeenkomstige toepassing. De indiener van het verzoekschrift die bezwaar heeft gemaakt dan wel beroep heeft ingesteld, legt daarbij een afschrift van het bezwaar- of beroepschrift over. 5. Indien een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan nadat bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld en op dit bezwaar of beroep wordt beslist voordat de zitting heeft plaatsgevonden, wordt de verzoeker in de gelegenheid gesteld beroep bij de rechtbank in te stellen. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt gelijkgesteld met een verzoek dat wordt gedaan hangende het beroep bij de rechtbank.

13 Pagina 13 van 13 Bijlage 2: Inventarisatieformulier vakbekwaamheid Inventarisatieformulier vakbekwaamheid Hieronder dient u, per product, de naam van de feitelijk leidinggevende en de behaalde diploma s te vermelden. Vervolgens dient u aan te geven of de PE-certificaten zijn behaald. Wanneer u voor één of meerdere onderstaande producten geen vergunning heeft kunt u volstaan met niet van toepassing. Product Schadeverzekeringen Levensverzekeringen 2 Consumptief krediet Hypothecair krediet 2 Naam feitelijk leidinggevende Behaalde diploma s PE-certificaten behaald? 1 Ja/nee Ja/nee Ja/nee Ja/nee Elke feitelijk leidinggevende dient ook in het bezit te zijn van een PE-certificaat basismodule. De AFM verzoekt u kopieën mee te zenden van alle bovengenoemde diploma s en PE-certificaten (incl. basismodule) van de feitelijk leidinggevende(n). 1 Doorhalen wat niet van toepassing is. 2 Voor zowel het product levensverzekeringen als voor het product hypothecair krediet is sinds 1 oktober 2007 aanvullende vakbekwaamheid voor beleggen vereist. De AFM verzoekt u in dat geval om een kopie van een diploma waaruit blijkt dat uw onderneming beschikt over deze vakbekwaamheid. Als u na deelintrekking geen vergunning meer heeft voor hypothecair krediet dan wel levensverzekeringen vervalt automatisch uw vrijstelling voor het Nationaal Regime, en zal deze registratie (indien van toepassing) worden doorgehaald.