RAMPBESTRIJDINGSPLAN HOOGWATER ZEELAND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAMPBESTRIJDINGSPLAN HOOGWATER ZEELAND"

Transcriptie

1 RAMPBESTRIJDINGSPLAN HOOGWATER ZEELAND OM DE EFFECTEN VAN OVERSTROMINGEN TE BEHEERSEN EN TE BESTRIJDEN

2 INHOUDSOPGAVE INLEIDING...3 Introductie...3 Doelstelling...3 Algemene werkwijze en hulpmiddelen...4 Opbouw en werkwijze van het plan...5 A ALGEMEEN KADER...6 A.1 Wettelijk en organisatorisch kader...6 A.2 Algemene beschrijving van het scenario...8 A.3 Scenariobeschrijvingen en maatgevende scenario s...8 A.4 Organisatie van de rampenbestrijding bij hoogwater...9 A.5 Voorbereiding op de rampenbestrijding hoogwater...9 A.6 Relatie met andere bestrijdingsplannen...9 B BESTUURLIJK KADER...11 B.1 Bestuurlijke organisatie...11 B.2 Samenwerking binnen de Provincie Zeeland...13 B.3 Interregionale samenwerking...14 B.4 Internationale samenwerking...15 B.5 Voorbereide bestuurlijke structuren en besluiten...15 B.6 Toepassing van het rampbestrijdingsplan...16 C BEHEER EN BORGING...17 C.1 Evaluatie van het rampbestrijdingsplan...17 C.2 Beheer...17 C.3 Oefenen...17 C.4 Informatie voor burgers...17 D OPERATIONEEL KADER...18 D.1 Inleiding...18 D.2 Nadere uitwerking scenario s...18 D.2.1 Basisscenario hoogwater D.2.2 Scenario dreigende dijkdoorbraak D.2.3 Scenario feitelijke overstroming D.3 Het raamwerk voor de operationele planvorming...20 D.4 Uitwerking uitgangspunten voor de voorlichting...22 D.4.1 Uitgangspunten D.4.2 Voorlichting vóór hoogwatercrisis D.5 Uitwerking organisatie van de ontruiming en evacuatie...23 D.5.1 Inleiding D.5.2 Evacuatieteam D.5.3 Verantwoordelijkheden D.5.4 Bevelvoering D.5.5 Incompatibiliteiten D.5.6 Operationele taken D.5.7 Dagelijkse werkzaamheden D.6 Bijzondere procesconsequenties...26 D.7 Nadere bijzonderheden...29 D.8 Nazorg...29 D.9 Processen en uitvoeringsplannen...29 E OPERATIONEEL PLAN...32 F BIJLAGEN...34 Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

3 INLEIDING INTRODUCTIE Voor u ligt het Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland. Rampbestrijdingsplannen worden ingevolge artikel 7 van de Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO) opgesteld voor dreigende rampen en zware ongevallen waarvan de plaats, de aard en de gevolgen voorzienbaar zijn. In het plan moet het geheel van de bij die ramp of dat zware ongeval te nemen maatregelen zijn opgenomen. De burgemeesters van de gemeenten in de Provincie Zeeland hebben besloten voor dreigende hoogwatersituaties vanuit de Noordzee een rampbestrijdingsplan op te stellen. Vanuit het verleden is verklaarbaar dat de gemeenten in de Provincie Zeeland een risico lopen voor overstroming door dreigende hoogwatersituaties vanuit de Noordzee. Een zeer zware stormvloed betekent voor Zeeland dreigend hoogwater. Van een stormvloed is sprake wanneer de waterstand door de wind wordt opgestuwd tot boven een bepaalde waterstand. Bij de uitvoering van het Deltaplan is de kust voor de Delta verkort en zijn de zeeweringen zo versterkt dat zij een belasting van een zeer zware stormvloed kunnen weerstaan. Volgens de statistische berekeningen kan zo n situatie gemiddeld eens per jaar voorkomen. De waterstand bij Vlissingen zou dan 5,30 meter boven Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.) zijn. De kans dat een stormvloed als bij de watersnoodramp van februari 1953 voorkomt is meer dan tien keer zo groot, namelijk gemiddeld 1/350 per jaar. De waterstand bij Vlissingen was destijds 4,55 meter boven N.A.P. De betrokken overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de veiligheid tegen overstromen, moeten goed zijn voorbereid op een dreigend hoogwater. De voorbereiding op de rampenbeheersing van hoogwater is gericht op alle schakels van de veiligheidsketen. Deze keten is opgebouwd uit de schakels pro-actie, preventie, preparatie, respons 1 en nazorg. Pro-actie omvat het voorkomen van structurele oorzaken van onveiligheid. Preventie is er op gericht de risico s zo klein mogelijk te houden en de gevolgen van eventuele ongevallen te beperken. Beide schakels komen tot uitdrukking in het risicobeleid voor de stormvloedbeheersing. De feitelijke rampenbestrijding heeft betrekking op de preparatie, de respons en de nazorg. Het Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland gaat in op deze onderdelen van het totale traject rampenbeheersing hoogwater in Zeeland. DOELSTELLING Het Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland heeft de volgende doelstellingen: 1. Het vastleggen van de voorbereide besluiten en maatregelen bij een dreigende of feitelijke overstroming als gevolg van hoogwater, een dijkdoorbraak en/of het niet meer functioneren van een waterkering; 2. De nadere uitwerking van de bestuurlijke en operationele coördinatie tussen de betrokken gemeenten, waterschappen, regionale hulpverleningsdiensten, provincies en rijksoverheid bij een dreigende of feitelijke overstroming in Zeeland; 3. Het voorbereiden en instandhouden van een organisatie, gericht op het optreden bij een dreigende of feitelijke overstroming in Zeeland. 1 Bron: Beleidsplan crisisbeheersing , Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

4 ALGEMENE WERKWIJZE EN HULPMIDDELEN Het Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland is totstandgekomen door een nauwe samenwerking en afstemming met het project Stormvloedbestrijding Zeeland. Door deze interactie is er voor gezorgd dat het risicobeleid wordt gevoed met relevante informatie waardoor de risico s beter kunnen worden ingeschat en zo mogelijk worden beperkt. De resultaten van het risicobeleid (onder meer de inundatiesimulaties gevolgd door schade- en slachtofferberekeningen) worden op deze wijze geïmplementeerd om de rampenbestrijding (planning) te verbeteren. Door evaluatie en terugkoppeling heeft het proces van de rampenbeheersing hoogwater een cyclisch karakter. In het kader van het onderzoek ten behoeve van het project Delta 2003 is besloten om voor een aantal dijkringen in Zeeland de overstromingen van 1953 te simuleren. Deze simulatie is in 2003 uitgevoerd met behulp van een overstromingsmodule, ook wel Delft-1D2D genaamd. In rivierenland wordt het HoogwaterInformatieSysteem (HIS) gebruikt om inundatiesnelheden en waterdiepten als gevolg van dijkdoorbraken te simuleren. De resultaten worden gebruikt bij het opstellen van evacuatieplannen en rampbestrijdingsplannen. Ook bij de ruimtelijke ordening kan de overstromingsmodule van het HIS een belangrijke rol spelen. Voor de studie naar de mogelijkheden om het aantal slachtoffers en schade als gevolg van een dijkdoorbraak te minimaliseren, zijn in de Provincie Zeeland verschillende berekeningen met HIS uitgevoerd. In het kader van het project Delta 2003 zijn de doorbraken in Zeeuwsch- Vlaanderen (dijkring 32), Zuid-Beveland (dijkring 31) en Tholen (dijkring 27) zoals opgetreden in 1953 gesimuleerd. Voor het opstellen van evacuatieplannen zijn voor dezelfde gebieden ook simulaties uitgevoerd met de voor 2003 geldende randvoorwaarden. Naar verwachting zullen in de toekomst soortgelijke detailstudies voor andere dijkringgebieden in de Provincie Zeeland worden uitgevoerd. Als onderdeel van het project Escape hebben de provincies Zeeland en Oost-Vlaanderen opdracht gegeven voor het ontwikkelen van een Decision Support System (DSS), waarmee men op een gestructureerde wijze wil komen tot besluitvorming bij een dreigende ramp of wanneer de ramp heeft plaatsgevonden. Volgens de doelstellingen moet het systeem toepasbaar zijn voor verschillende vormen van rampen (natuur, chemisch, nucleair of anderszins) en op verschillende schaalniveaus kunnen functioneren (lokaal en regionaal). Het DSS geeft voor de genoemde ramptypen een antwoord op de vraag hoeveel tijd er nodig is om een getroffen gebied te ontruimen en langs welke routes. In het kader van het rampbestrijdingsplan zullen we spreken over het EDSS (Evacuation Decision Support System). Het EDSS is gebaseerd op statische en dynamische informatiebronnen en biedt mogelijkheden om bepaalde modules later in te voegen, of gebruik te maken van extern aangeleverde informatie, zoals het HIS van RWS. De inhoud en structuur van het EDSS worden bepaald door een beslissingsboom die de kern vormt van een draaiboek waarin het handelen van het bevoegd gezag is vastgelegd. Het EDSS waarborgt dat de beslissingen in de juiste volgorde worden genomen en dat de vereiste informatie daadwerkelijk beschikbaar is. Het EDSS geeft niet alleen aan welke informatie op welk moment vereist is voor het nemen van een beslissing, maar levert ook de relevante beoordelingscriteria. Het EDSS kent een modulaire opbouw waardoor de gegevensbestanden op het juiste moment worden geraadpleegd. Bij het opstellen van het Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland heeft de projectorganisatie gebruik kunnen maken van de eerste versie van het EDSS. Gelet op de tijdsplanning om het rampbestrijdingsplan in februari 2005 te kunnen opleveren, is ervoor gekozen voor alle dijkringen in Zeeland een eerste niveau van uitwerking van de noodzakelijke maatregelen op te nemen. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

5 Aangezien het rampbestrijdingsplan voortdurend, maar ten minste één keer per jaar moet worden geactualiseerd, gaat de projectorganisatie er vanuit dat per jaar meer gedetailleerde uitwerkingen per dijkring volgens de methodiek met het EDSS in het plan kunnen worden opgenomen. Bij deze nadere detailleringen zullen de resultaten van de overstromingsmodellen vanuit het project Stormvloedbeheersing Zeeland worden betrokken. OPBOUW EN WERKWIJZE VAN HET PLAN Dit rampbestrijdingsplan is opgebouwd uit vier delen. In deel A wordt het algemeen kader geschetst. Daarbij wordt op hoofdlijnen stilgestaan bij de wettelijke en organisatorische aspecten van de rampenbestrijding en de gehanteerde systematiek. Deel B gaat in op het bestuurlijk kader. Hier worden alle relevante (bestuurlijke) organisaties en diensten beschreven. In deel C komen vervolgens de beheersaspecten van het plan aan bod. In de delen D en E vindt de operationele uitwerking van het plan plaats. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

6 A ALGEMEEN KADER In deel A wordt allereerst op hoofdlijnen het wettelijk en organisatorisch kader van de rampenbestrijding beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het (algemene) scenario en het risicomodel. Daarna wordt aandacht besteed aan de organisatie van de rampenbestrijding bij hoogwater en de voorbereiding daarop. Tot slot wordt de relatie met andere plannen beschreven. A.1 WETTELIJK EN ORGANISATORISCH KADER Door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is in 2003 het Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding uitgegeven. De teksten in deze paragraaf zijn grotendeels afkomstig uit het handboek. Voor meer informatie over het systeem van de rampenbestrijding in Nederland wordt verwezen naar het handboek. De WRZO vormt het wettelijk kader voor de rampenbestrijding. In deze wet worden de verantwoordelijkheden en taken van de te onderscheiden bestuurslagen (rijk, provincie en gemeente) in het kader van de rampenbestrijding benoemd, in aanvulling op de reguliere verantwoordelijkheden en taken zoals neergelegd in sectorale wetgeving. De WRZO regelt de bevoegdheden van bestuursorganen. Naast bestuursorganen spelen ook diverse operationele diensten een rol in de rampenbestrijding, met name brandweer, geneeskundige organisaties en politie. Deze zijn onderworpen aan eigen regelingen, waaronder de Brandweerwet 1985, de Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (WGHOR) en de Politiewet Daarnaast zijn diverse andere regelingen van belang. Het geheel aan wetgeving dat bij rampen en zware ongevallen van toepassing kan zijn, is daarmee verspreid over een groot aantal wettelijke bepalingen en andere voorschriften. De Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding 3 (WKR) bevat aanpassingen van de WRZO, de Brandweerwet 1985 en de Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (WGHR) Met de inwerkingtreding van de WKR is een periodieke beleids- en beheerscyclus van vaststelling, toetsing, wijziging, evaluatie en rapportage ontstaan waardoor de kwaliteit en de actualiteit van (bestrijdings)plannen is geborgd. Volgens artikel 1 van de WRZO moet onder een ramp of zwaar ongeval worden verstaan een gebeurtenis: Waardoor ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad; Waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. 2 3 Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (WGHOR): wetswijziging WGHR 1991, Brandweerwet 1985, Politiewet Door plaatsing in het Staatsblad van 6 mei 2004 heeft het ingediende voorstel WKR (en daarmee samenhangende uitvoeringsbesluiten) kracht van wet gekregen. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

7 In de Leidraad Maatramp 4 en de Leidraad Operationele Prestaties 5 zijn diverse ramptypen onderscheiden. Het gaat bij de ramptypen niet om voorspellingen of scenario s omtrent het soort ramp dat zal plaatsvinden. De typologie dient louter om de consequenties voor de voorbereiding op de rampenbestrijding zichtbaar te maken. In dit rampbestrijdingsplan wordt gewerkt met het ramptype Overstromingen. Rampenbestrijding is een activiteit van vele organisaties gezamenlijk. Ons land kent niet één afzonderlijke rampbestrijdingsorganisatie die uitsluitend met de rampbestrijdingstaak is belast. Daarvoor is deze taak ook te omvangrijk. Onderstaande figuur geeft een schematisch overzicht van de rampenbestrijding. Risicobeleid Risicobelei Voorbereiding rampenbestrijding Bestrijdin nazorg en nazor Bestrijding en Schematisch overzicht van de rampenbeheersing In dit schema wordt de voorbereiding op de rampenbestrijding centraal gesteld. De voorbereiding op de rampenbestrijding is een cyclisch proces dat start met het bepalen van het risicoprofiel van een bepaald gebied en dat eindigt met een evaluatie van het gevoerde beleid. Alle bestuurslagen hebben verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden ten aanzien van de voorbereiding op de rampenbestrijding. Op basis van de WRZO (artikelen 6 en 7) dient het College van Burgemeester en Wethouders het gemeentelijk rampenplan vast te stellen en stelt de burgemeester de rampbestrijdingsplannen vast. Het rampbestrijdingsplan is door alle Zeeuwse burgemeesters vastgesteld. In de daadwerkelijke bestrijding van rampen en zware ongevallen hebben de diverse bestuurslagen eigen verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden. Tijdens een ramp heeft de burgemeester (op grond van artikel 11 van de WRZO) de bevoegdheid alle bevelen of regels te geven die hij/zij nodig acht. De Waterstaatswet 1900 kent het algemeen bestuur van het waterschap (en andere beheerders van waterstaatwerken) ook een aantal bevoegdheden toe. In de bijlagen wordt uitgebreider stilgestaan bij de bijzondere bevoegdheden van de beheerders van de waterstaatswerken. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de bestuurslagen worden nader beschreven in deel B (Bestuurlijk kader). De basis van de rampenbestrijding bestaat uit de reguliere, dagelijkse organisatie van de gemeente(n) en de operationele diensten (brandweer, geneeskundige organisaties en politie), die in geval van een ramp opschalen tot een gecoördineerde rampbestrijdingsorganisatie. Dit opschalingsproces verloopt conform de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure (GRIP) Zeeland. Tijdens de rampenbestrijding kunnen vele rampbestrijdingsprocessen een rol spelen. Deze processen zijn verzamelingen van activiteiten gericht op eenzelfde resultaat. De uitvoering van rampbestrijdingstaken is in eerste instantie opgedragen aan de diensten die ook met de dagelijkse hulpverlening zijn belast. In deel D (Operationele uitwerking) worden de verschillende processen nader uitgewerkt voor dit rampbestrijdingsplan. 4 5 Ingenieurs/adviesbureau SAVE en Adviesbureau Van Dijke (AVD), Leidraad Maatramp, in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, AVD/SAVE/NivU/Nibra, in opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Leidraad Operationele Prestaties, Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

8 A.2 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN HET SCENARIO Een zware storm kan zeer hoogwater met een grote golfbelasting tot gevolg hebben. Deze combinatie leidt tot een grote mate van golfoverslag die zelfs tot een dijkdoorbraak kan leiden. Van een stormvloed is sprake wanneer de waterstand door de wind wordt opgestuwd tot boven een bepaalde waterstand. Er is sprake van hoogwater wanneer er door de meteorologische omstandigheden een zodanig hoge waterstand is bereikt dat de dijken en waterkeringen overstromen. Een overstroming kan ook plaatsvinden wanneer een dijk of waterkering bezwijkt ( dijkdoorbraak ) en de achterliggende polders overstromen. In het kader van de WRZO is er sprake van een ramp wanneer er bestuurlijke en operationele maatregelen noodzakelijk zijn om het leven van mensen en dieren te redden en mogelijke andere gevaarlijke situaties te beperken en te beheersen. Er kunnen hierbij twee situaties worden onderscheiden: een dreigende of feitelijke overstroming. Bij een dreigende overstroming bepaalt de waarschuwingstijd of een preventieve evacuatie van mensen en vee tot de mogelijkheden behoort. Een feitelijke overstroming kan plaatsvinden voordat een evacuatie (volledig) is uitgevoerd. In deze omstandigheden is een uitgebreide reddingsoperatie noodzakelijk om mensen en dieren in veiligheid te brengen en verdere uitbreiding van gevaren te voorkomen. Het rampbestrijdingsplan richt zich op overstromingen waarbij een binnendijks gebied in belangrijke delen meer dan één meter onder water kan komen te staan. Drie elementen bepalen het verloop van de gebeurtenissen: De prognose van de maximale waterstand van het dreigende hoogwater (met de bijbehorende golfbelasting) en het tijdsbestek waarbinnen hoogwaterwaarschuwingen kunnen worden gegeven; De prognose van de kwaliteit van de dijken en andere waterkeringen in relatie tot de aanvullende maatregelen die getroffen kunnen worden om de functies van de dijken en waterkeringen tijdig te versterken; De tijd (= waarschuwingstijd) en de middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van een preventieve evacuatie van het bedreigde of getroffen gebied. A.3 SCENARIOBESCHRIJVINGEN EN MAATGEVENDE SCENARIO S Voor de uitwerking van het rampbestrijdingsplan zijn de volgende scenario s geselecteerd: Een dreigend hoogwater (met een waarschuwingstijd van ten minste 18 uur) (basisscenario hoogwater); Een dreigende dijkdoorbraak (met een waarschuwingstijd van ten minste 6 uur) (dreigende dijkdoorbraak); Een feitelijke overstroming als gevolg van hoogwater, een dijkdoorbraak of het niet meer functioneren van een andere waterkering (basisscenario overstroming): o Eén dijk van één polder (kleine overstroming); o Eén of meerdere polders in meer dan één gemeente (middelgrote overstroming); o Meerdere polders in verschillende delen van de provincie (grote overstroming). Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

9 A.4 ORGANISATIE VAN DE RAMPENBESTRIJDING BIJ HOOGWATER Bij de rampenbestrijding bij (dreigend) hoogwater zijn de volgende organisatorische onderdelen van belang: De organisatie van de informatievoorziening over waterstanden aan direct betrokkenen in het kader van de stormvloedwaarschuwing; Het beheer van de kwaliteit van de dijken en andere waterkeringen en het (in operationele omstandigheden) functioneren van de calamiteitenorganisatie van de aangewezen beheerders van waterstaatswerken (waterschappen en RWS); De gemeentelijke en regionale rampbestrijdingsorganisatie teneinde tijdig een preventieve evacuatie te kunnen uitvoeren en bij een feitelijke overstroming de nodige hulp te kunnen verlenen. De organisatiestructuur, plannen, procedures en werkwijze van deze (bestuurlijke) organisaties en diensten zijn op elkaar afgestemd. A.5 VOORBEREIDING OP DE RAMPENBESTRIJDING HOOGWATER Het rampbestrijdingsplan is in samenwerking met alle betrokken diensten en organisaties totstandgekomen. In het rampbestrijdingplan wordt niet ingegaan op de voorbereiding en het functioneren van de SVSD en de beheerders van de waterstaatswerken (deze onderdelen zijn in specifieke bestrijdings- en/of calamiteitenplannen voorbereid). In het rampbestrijdingsplan is aangegeven op basis van welke informatie (tijdstip van verwachte hoogwaterstand of kwaliteit van de waterkering) het plan door het bevoegd gezag in werking wordt gesteld. Het plan bevat de organisatie en uitwerking van de bestuurlijke en operationele voorbereiding, besluiten en maatregelen van de gemeentelijke en regionale overheid bij een dreigende en feitelijke overstroming van nader bepaalde gebieden. Bij de voorbereiding is gebruik gemaakt van het EDSS. A.6 RELATIE MET ANDERE BESTRIJDINGSPLANNEN Het Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland is een rampbestrijdingsplan in het kader van artikel 7 van de WRZO. Het plan is vastgesteld door de burgemeesters van de gemeenten in de Provincie Zeeland. De inhoud van het rampbestrijdingsplan sluit aan op de uitwerking van de gemeentelijke rampenplannen (conform het modelplan Zeeland) en houdt rekening met de uitwerking van de (calamiteiten)plannen van de waterschappen en andere beheerders. In de rampbestrijdingsplannen van de BRZO-bedrijven en andere inrichtingen dient te zijn uitgewerkt welke maatregelen getroffen moeten worden ten tijde van hoogwatersituaties. BRZO staat voor Besluit Risico s Zware Ongevallen. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

10 In de provincie bevinden zich de volgende BRZO-bedrijven: Eastman Chemicals - Middelburg; Zuid-Chemie - Sas van Gent; YARA Sluiskil - Terneuzen; Dow Benelux - Terneuzen; Broomchemie - Terneuzen; Tota Raffinaderij Nederland - Borsele; Thermphos - Vlissingen; Sea Way Chemical Processing - Vlissingen; Petroplus (Oosterhavenweg) - Vlissingen; Petroplus Sloe - Vlissingen; Pechiney Nederland - Vlissingen; INVISTA Polyester BV - Vlissingen; De Rijke BV - Terneuzen; VPAK - Borsele; ATOFINA - Vlissingen. De volgende objecten beschikken ook over een rampbestrijdingsplan: Westerscheldetunnel (Terneuzen - Borsele); Kerncentrale Borsele. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

11 B BESTUURLIJK KADER In deel B wordt het bestuurlijk kader van de rampenbestrijding geschetst. Allereerst wordt op hoofdlijnen stilgestaan bij de bestuurlijke organisatie. Vervolgens worden de relevante provinciale, interprovinciale en internationale samenwerkingsverbanden opgesomd. Tot slot komen de voorbereide bestuurlijke structuren en besluiten aan bod en wordt het inwerking treden van het rampbestrijdingsplan beschreven. B.1 BESTUURLIJKE ORGANISATIE Afhankelijk van de aard en omvang van de (hoogwater)situatie wordt de hulpverleningsorganisatie door middel van opschaling uitgebouwd naar een bestrijdingsorganisatie in volle omvang. In de gemeentelijke rampenplannen worden onderstaande teams en functionarissen onderscheiden. Burgemeester Tijdens een ramp treedt het gemeentelijk rampenplan in werking en heeft de burgemeester, op grond van artikel 11 van de WRZO, het opperbevel. Dit houdt in dat de burgemeester de bevoegdheid heeft om in geval van een ramp, of bij een ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, alle bevelen of regels te geven die hij/zij nodig acht. Gemeentelijk Beleidsteam De burgemeester heeft zoals genoemd het opperbevel bij de bestrijding van een ramp in zijn gemeente. In verband met deze taak wordt de burgemeester bijgestaan door een team van adviseurs. Dit team wordt aangeduid als het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT). Het team is het adviesorgaan van de burgemeester. In het gemeentelijk rampenplan is beschreven dat het beleidsteam zitting neemt in het gemeentehuis. De plaats van het GBT wordt aangeduid als gemeentelijk beleidscentrum. In het kader van het rampbestrijdingsplan moet er rekening mee worden gehouden dat het gemeentehuis na een eventuele overstroming niet meer als beleidscentrum kan functioneren. Er moet een beroep worden gedaan op de voorbereide uitwijklocatie. Operationeel Leider Degene die de leiding over de brandweer heeft is belast met de operationele leiding. Onder verantwoordelijkheid van de burgemeester geeft hij leiding aan het totaal van de rampbestrijdingsorganisatie. Zijn taak is met name gericht op de coördinatie tussen de verschillende op de plaats van het incident optredende diensten. De Regionaal Commandant van Dienst (RCvD) van de Regionale Brandweer Zeeland vervult de functie van Operationeel Leider (OL). Indien de aard van de ramp of het zwaar ongeval daar aanleiding toe geeft, kan de burgemeester een functionaris van een andere operationele hulpverleningsdienst aanwijzen als OL 6. Gemeentelijk Managementteam Coördinatie van inzet en uitvoering door de gemeentelijke afdelingen wordt verricht door het Gemeentelijk Managementteam (GMT). Het GMT staat onder leiding van de gemeentesecretaris. 6 WRZO, artikel 11, lid 2. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

12 Regionaal Operationeel team Coördinatie van inzet en uitvoering door de operationele hulpverleningsdiensten wordt gedaan door het Regionaal Operationeel Team (ROT). Het ROT neemt zitting in het kantoor van de Regionale Brandweer Zeeland aan de Segeersingel 10 te Middelburg. De plaats van het ROT wordt aangeduid als het Regionaal Coördinatie Centrum (RCC). Het ROT bestaat uit vertegenwoordigers van de operationele hulpverleningsdiensten en overige bij de bestrijding betrokken instanties. De 2 e RCvD van de Regionale Brandweer Zeeland geeft leiding aan het ROT. Coördinerend burgemeester Bij een overstroming kunnen meer gemeenten betrokken zijn. Iedere burgemeester behoudt te allen tijde het opperbevel in zijn gemeente. Dit fundamentele recht van de burgemeester houdt verband met zijn politieke en bestuurlijke verantwoordelijkheid. Behoudens de gemeenten zijn de hulpverleningsdiensten regionaal georganiseerd. Voor een adequate bestrijding van de ramp is het noodzakelijk dat de hoofden van de operationele diensten niet worden geconfronteerd met tegenstrijdige (bestuurlijke) besluiten. Dit belang rechtvaardigt dat één van de burgemeesters belast is met de coördinatie van de bestuurlijke leiding van de rampenbestrijding indien er sprake is van een gemeentegrensoverschrijdende ramp. Deze burgemeester wordt aangeduid als coördinerend burgemeester. Om de inbreuk op het recht van de burgemeester zo min mogelijk geweld aan te doen, is de afspraak gemaakt dat de bij een gemeentegrensoverschrijdende ramp betrokken burgemeesters zo spoedig mogelijk in onderling overleg bepalen wie van hen als coördinerend burgemeester optreedt. In principe is dit de burgemeester van de gemeente waar de (dreigende) overstroming plaatsvindt. In deze situatie wordt tevens bepaald op welke wijze inhoud wordt gegeven aan de afstemming tussen de coördinerend burgemeester en de overige betrokken burgemeesters. Regionaal Beleidsteam De vertegenwoordigers van de operationele hulpverleningsdiensten nemen zitting in het beleidsteam van de coördinerend burgemeester. Dit team wordt het Regionaal Beleidsteam (RBT) genoemd. De overige beleidsteams gaan terug naar de kernbezetting, tenzij anders is overeengekomen. Commissaris van de Koningin Op grond van de Rampenwet kan de Commissaris van de Koningin aanwijzingen aan de burgemeester geven over het beleid inzake de bestrijding van de ramp. De Commissaris van de Koningin kan hiertoe overgaan indien bij een plaatselijke ramp bovengemeentelijke belangen in het geding zijn. Deze bevoegdheid tot het geven van aanwijzingen heeft de Commissaris van de Koningin ook wanneer zich een ramp voordoet die zich uitstrekt over het gebied van meer dan één gemeente. Daarnaast is de Commissaris van de Koningin belast met de coördinatie van verzoeken van de burgemeester om bijstand op grond van diverse wetten. In verband met deze taak is een Provinciaal Coördinatie Plan Zeeland opgesteld, waarin de taken en bevoegdheden van het bestuurlijke veiligheidsoverleg en de adviseurs van de Commissaris van de Koningin in de Veiligheidsstaf en de Cluster Veiligheid zijn uitgewerkt. Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties In crisis- en rampsituaties is de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (de minister) op rijksniveau verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. De minister treedt in dat geval op als coördinerend bewindspersoon. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

13 Op grond van de wet kan de minister aanwijzingen aan de Commissaris van de Koningin geven over het beleid inzake de bestrijding van de ramp. Overschrijding van de landsgrens verplicht de minister tot overleg met zijn collega van het betrokken land, alvorens aanwijzingen te geven. In aanvulling op het gemeentelijk rampenplan zijn de volgende functies en teams te onderscheiden. Evacuatieleider Bij een grootschalige evacuatie in verband met dreigend hoogwater wordt door de politie een evacuatieleider aangewezen. De evacuatieleider bereidt de evacuatie voor en draagt er zorg voor dat er coördinatie en afstemming plaatsvindt met de aan een evacuatie gerelateerde processen (zoals waarschuwen, voorlichting, registratie, verkeer regelen, gidsen, opvang en verzorging). Stormvloedwaarschuwingsdienst De Stormvloedwaarschuwingsdienst (SVSD) is belast met de uitgifte van de stormvloedwaarschuwingen aan de provincie, de gemeenten, de waterschappen, de hulpverleningsdiensten en de dienstkringen en scheepvaartdiensten van RWS. Op basis van de door de SVSD afgegeven waarschuwing en/of alarmering worden de voorbereide maatregelen uitgevoerd. B.2 SAMENWERKING BINNEN DE PROVINCIE ZEELAND Om een goede bestrijding van rampen mogelijk te maken is het nodig dat de burgemeester op tal van instanties een beroep kan doen. Hij kan bijvoorbeeld een beroep doen op andere gemeenten. In Zeeland worden intergemeentelijke pools gevormd voor bepaalde functies. Vanuit deze pools kan bijstand worden verleend in de uitvoering van de gemeentelijke en multidisciplinaire rampbestrijdingsprocessen. De Zeeuwse gemeenten en het Nederlandse Rode Kruis Zeeland zijn overeengekomen dat de systeemverantwoordelijkheid voor opvang en verzorging, in het kader van de openbare veiligheid Zeeland van de Zeeuwse gemeenten, in handen is van het Nederlandse Rode Kruis in Zeeland 7. Er bestaat tevens een Samenwerkingsovereenkomst openbare veiligheid Zeeland (14 december 1994) tussen de Commissaris van de Koningin van Zeeland, de Zeeuwse burgemeesters, dijkgraven en de Hoofdingenieur-directeur van RWS Zeeland 8. Deze overeenkomst heeft als doel het verlenen van personele en materiële bijstand bij de bestrijding van ongevallen en rampen. De bijstand door operationele diensten is geregeld in de desbetreffende organisatiewetten (Brandweerwet 1985, Politiewet 1993 en WGHOR). De intergemeentelijke samenwerking binnen de regio is verder uitgewerkt in de volgende regelingen: Gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer Zeeland; Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Gezondheidsdienst Zeeland. Voor de beschikbaarheid van reddingsvletten kan een beroep worden gedaan op de reddingsbrigades in Zeeland. Ook de vaartuigen van RWS, politie, bergingsbedrijven en andere diensten, organisaties en bedrijven zullen door de betreffende diensten worden ingeschakeld. 7 8 Overeenkomst inzake opvang en verzorging in het kader van de openbare veiligheid Zeeland (22 november, 1993). Deze wordt opgevolgd door het Veiligheidscollege. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

14 B.3 INTERREGIONALE SAMENWERKING De bijstand van parate diensten is in de Wetgeving Bijstandsbepalingen opgenomen. Enerzijds wordt in deze bepalingen een belangrijke rol toegekend aan de burgemeester, die steeds in eerste instantie bijstand aanvraagt bij de Commissaris van de Koningin. Anderzijds wordt een rol toegekend aan de Commissaris van de Koningin en de minister, die aanvragen beoordelen en daarover beslissen. De regeling van bijstand naar en uit andere provincies geschiedt door tussenkomst van de Commissaris van de Koningin in samenspel met de minister. Op deze wijze wordt een goede afstemming tussen de verschillende bestuurlijke niveaus beoogd. De bijstand door provinciale en rijksdiensten en door militairen is geregeld in de WRZO 9. De bijstand door operationele diensten is zoals genoemd geregeld in de desbetreffende organisatiewetten (Brandweerwet 1985, Politiewet 1993 en WGHOR). De onderlinge verlening van brandweerbijstand tussen gemeenten in de regio is geregeld in de Gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer Zeeland. De regeling voor de bijstandsverlening door andere brandweerregio s is vastgelegd in de artikelen 7, 8 en 9 van de Brandweerwet Deze regeling gaat er vanuit dat, als de binnenregionale bijstandsverlening tekort schiet, allereerst via de Commissaris van de Koningin een beroep wordt gedaan op het bijstandspotentieel van andere regionale brandweren. In het geval van de Provincie Zeeland zal bijstand van buiten de provincie moeten worden verleend. De commissaris richt daartoe een verzoek aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die zich tot de andere commissarissen zal wenden. Om een vlotte en uniforme toepassing van de bijstandsbepalingen mogelijk te maken is een Procedure Brandweerbijstand vastgesteld 10. De bijstandsverlening door de politie verloopt volgens de bepalingen zoals neergelegd in de artikelen 54, 55 en 57 van de Politiewet In situaties waarin de capaciteit van het regionale politiekorps voor het grootschalige optreden tijdens een ramp niet toereikend is, dient de burgemeester een aanvraag voor politiebijstand in bij de korpsbeheerder (in casu de burgemeester van Middelburg). De korpsbeheerder kan vervolgens bij de Commissaris van de Koningin een verzoek indienen om bijstand van politieregio s uit andere provincies. De artikelen 17 en 18 van de WGHOR voorzien in een regeling voor geneeskundige bijstand vanuit andere GHOR-regio s (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen), mocht de capaciteit van de eigen regio niet toereikend zijn. De burgemeester richt daartoe een verzoek aan de Commissaris van de Koningin. Verder geldt de systematiek zoals beschreven in de Brandweerwet Bij rampen en zware ongevallen kan ook de inzet worden verlangd van de reddingsvletten van de Reddingsbrigades Nederland. De bijstandsregeling daarvoor is in een circulaire vastgelegd. Deze regeling is eveneens afgeleid van de systematiek zoals beschreven in de Brandweerwet De WRZO voorziet in artikelen 15 tot en met 18 in regelingen voor bijstand van provinciale diensten (ook uit andere provincies), rijksdiensten en van militaire bijstand en steunverlening. Daarbij is er steeds een rol voor de Commissaris van de Koningin en, tenzij het de bijstand van de eigen provincie betreft, voor de minister. Een verzoek om bijstand van provinciale diensten van de eigen provincie richt de burgemeester tot de commissaris. Kan de commissaris niet aan het verzoek voldoen, dan verzoekt hij de minister om bijstand uit andere provincies. 9 WRZO, hoofdstuk IV, artikel 15, jo Procedure Brandweerbijstand, stb. 1989, nummer Circulaire EB2000/51225, 24 februari 2000 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

15 Een verzoek om bijstand van rijksdiensten richt de burgemeester tot de commissaris van zijn provincie, die zich op zijn beurt weer wendt tot de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze wendt zich tot de minister van het betrokken vakdepartement, die de nodige voorzieningen treft. Wanneer het potentieel van provinciale en/of rijksdiensten niet toereikend of ongeschikt is kan de commissaris een verzoek om militaire bijstand richten tot de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze wendt zich tot de Minister van Defensie, die de nodige maatregelen treft. Militaire bijstand is vastgelegd in het Voorschrift militaire bijstand en steunverlening in Nederland in vredestijd 12. B.4 INTERNATIONALE SAMENWERKING In een rampsituatie kan bijstand uit het buitenland verlangd worden. Hiertoe is met België een overeenkomst gesloten. De afspraken zijn vastgelegd in de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koningrijk België inzake wederzijdse bijstandverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen (14 november 1984) alsmede in de Eerste Aanvullende Overeenkomst (5 februari 1990) 13. In de overeenkomst tussen de Commissaris van de Koningin van de Provincie Zeeland en de gouverneur van respectievelijk de provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West- Vlaanderen (10 juni 1992) is de wederzijdse bijstandverlening nader geregeld. In aanvulling op de interventieplannen hebben de Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de Gouverneur van West-Vlaanderen en de Commissaris van de Koningin van de Provincie Zeeland het Rampenprotocol Euregio Scheldemond vastgesteld (14 april 2003). Het rampenprotocol heeft tot doel de grootschalige hulpverlening bij ongevallen en rampen in de Euregio Scheldemond beter af te stemmen aan beide zijden van de grens. Het rampenprotocol en het bijbehorende Handboek Euregionale Samenwerking Rampenbestrijding Scheldemond bieden een handreiking voor overheden en hulpdiensten en treden niet in de plaats van bestaande rampenplannen maar zijn daarop aanvullend waarin calamiteiten een grensoverschrijdend effect tot gevolg hebben. B.5 VOORBEREIDE BESTUURLIJKE STRUCTUREN EN BESLUITEN De basis van de rampenbestrijding bestaat zoals genoemd uit de reguliere, dagelijkse organisatie van de gemeente en operationele diensten (brandweer, geneeskundige organisaties en politie). In geval van een ramp wordt opgeschaald tot een gecoördineerde rampbestrijdingsorganisatie. Het opschalingsproces verloopt conform de GRIP Zeeland. De noodbevoegdheden van de burgemeester zijn neergelegd in de artikelen 175 (noodbevel), 176 (noodverordening) en 176a (bestuurlijke ophouding) van de Gemeentewet. De noodbevoegdheden geven de burgemeester de bevoegdheid om in geval van (dreigende) ernstige wanordelijkheden of rampen de maatregelen te nemen die hij noodzakelijk acht ter beperking van het gevaar of ter handhaving van de openbare orde. De voorbereide bestuurlijke besluiten zijn opgenomen in de bijlagen. 12 Voorschrift militaire bijstand en steunverlening in Nederland in vredestijd, Ministerie van Defensie, MP 11-10, circulaire. 13 Zie ook Nota Internationale aspecten van het beleid inzake brandweer en rampenbestrijding, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, december Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

16 B.6 TOEPASSING VAN HET RAMPBESTRIJDINGSPLAN Het Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland wordt toegepast wanneer één van de drie uitgewerkte scenario s in de Provincie Zeeland aan de orde is. Dit betekent dat in de betreffende gemeente qua opschaling ten minste GRIP-3 aan de orde is en dat de betreffende waterschappen conform de vigerende calamiteitenplannen de noodzakelijke maatregelen voor het behoud van de waterkeringen treffen. Indien er meerdere gemeenten worden bedreigd of zijn getroffen is GRIP-4 van toepassing. Wanneer de situatie hier aanleiding toe geeft kunnen in de GRIP-fasen 1 en 2 onderdelen van het rampbestrijdingsplan door de operationele diensten in werking worden gesteld. De burgemeester(s) van de gemeente(n) waarin het plan of delen daarvan in werking worden gesteld, worden van dit besluit door de operationele leiding in kennis gesteld. In alle situaties neemt de burgemeester het besluit om af te schalen naar de normale situatie en de toepassing van het rampbestrijdingsplan te beëindigen. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

17 C BEHEER EN BORGING In dit deel worden de beheersaspecten van het plan behandeld. Tevens wordt aandacht besteed aan het beoefenen van het plan. C.1 EVALUATIE VAN HET RAMPBESTRIJDINGSPLAN De burgemeesters stellen ten minste één maal in de vier jaar het rampbestrijdingsplan Hoogwater vast 14. Indien het plan dient te worden herzien en bijgewerkt neemt de Regionale Brandweer Zeeland hiertoe het initiatief. Daarbij wordt rekening gehouden met veranderingen die zich in de omgeving hebben voorgedaan, met veranderingen in de organisatie en taken in de rampenbestrijding en met nieuwe (technische) kennis en inzichten in de rampenbestrijding. C.2 BEHEER Het plan dient periodiek te worden geactualiseerd. De Regionale Brandweer Zeeland is door de burgemeesters gemandateerd het plan te wijzigen, voor zover het administratieve aanpassingen betreft (bijvoorbeeld redactionele aanpassingen, namen en telefoonnummers). De Regionale Brandweer Zeeland draagt zorg voor een spoedige en juiste verwerking van correcties van deze gegevens en voor rondzending van de gewijzigde bladen aan de betrokken instanties. C.3 OEFENEN Ten minste één keer per drie jaar wordt het plan, of onderdelen daarvan, beoefend. De Regionale Brandweer Zeeland neemt daartoe het initiatief. Ten miste éénmaal per drie jaar wordt een oefening verzorgd waarbij het rampbestrijdingsplan op juistheid, volledigheid en bruikbaarheid wordt getoetst. Opleiden en oefenen op alle niveaus is noodzakelijk om de kennis en vaardigheden van alle betrokkenen op het gewenste niveau te onderhouden. Voor een effectieve operationele rampenbestrijding is het noodzakelijk dat de betrokken (hulpverlenings)diensten op de hoogte zijn van hun te vervullen rol in het geheel. Oefening van bepaalde onderdelen van het plan helpt daarbij te meer daar hoogwater geen dagelijkse routine is. Afspraken aangaande het oefenen met de Belgische partners is uitgewerkt in het Euregionaal landsoverschrijdend oefenen Scheldemond, oefenbeleidsplan C.4 INFORMATIE VOOR BURGERS Het bevoegd gezag dient krachtens de WRZO betrokken burgers in te lichten over mogelijke incidenten. Hiertoe heeft het rampbestrijdingsplan voor belangstellenden vier weken ter inzage gelegen. Via kranten en huis-aan-huisbladen is een ieder hierop gewezen. 14 WRZO, artikel 4 lid, lid 1. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

18 D OPERATIONEEL KADER D.1 INLEIDING Het operationele gedeelte van het rampbestrijdingsplan is gebaseerd op de scenario s die in deel A zijn genoemd en die in de volgende paragraaf verder worden uitgewerkt. De operationele maatregelen bij de uit te werken scenario s schalen op naar mate een aangekondigde hoogwatersituatie kan overgaan naar een feitelijke overstroming. In de laatst genoemde situatie moeten alle processen van de gemeentelijke rampenplannen in principe worden opgestart. Bij de aankondiging van hoogwater worden uitsluitend de processen voor de alarmering en de leiding en coördinatie opgestart en worden de processen met betrekking tot waarschuwing, voorlichting en ontruimen en evacueren zonodig voorbereid. De feitelijke voorbereiding van de andere processen vindt plaats op basis van een inschatting van het gebied dat als gevolg van een dreigende dijkdoorbraak kan overstromen. In dit deel worden de scenario s beschreven en vindt de uitwerking plaats van de bijzondere procesconsequenties voor deze scenario s. D.2 NADERE UITWERKING SCENARIO S Voor de Provincie Zeeland worden in dit rampbestrijdingsplan de volgende scenario s bestuurlijk en operationeel voorbereid: Een dreigend hoogwater (met een waarschuwingstijd van ten minste 18 uur): (basisscenario hoogwater); Een dreigende dijkdoorbraak (met een waarschuwingstijd van ten minste 6 uur) (dreigende dijkdoorbraak); Een feitelijke overstroming als gevolg van hoogwater, een dijkdoorbraak of het niet meer functioneren van een waterkering (basisscenario overstroming): o Eén dijk van één polder (kleine overstroming); o Eén of meerdere polders in meer dan één gemeente (middelgrote overstroming); o Meerdere polders in verschillende delen van de provincie (grote overstroming). Kenmerkend voor deze scenario s is dat deze verdeeld kunnen worden in drie categorieën. In de eerste plaats is sprake van een situatie met een dreigende (en aangekondigde) hoogwatersituatie, waarvan alle instanties middels de waarschuwings- en alarmeringsprocedure op de hoogte kunnen zijn. Het volgende scenario heeft betrekking op een dreigende dijkdoorbraak. Dit scenario kan het gevolg zijn van de aangekondigde hoogwatersituatie, maar kan zich ook op andere momenten voordoen. Het is hierbij van belang hoe de dreiging in tijd en ruimte door de betrokken deskundigen wordt ingeschat. Het derde scenariotype heeft betrekking op een feitelijke overstroming. Dit kan het gevolg zijn van het (aangekondigde) hoge water, al dan niet vooraf gegaan door een (aangekondigde) dreiging van een dijkdoorbraak. Daarnaast kan er ook in andere omstandigheden sprake zijn van een dijkdoorbraak of overstroming van een polder. Bij de geselecteerde scenario s speelt de waarschuwingstijd en daarmee de beschikbare voorbereidingstijd voor het operationele optreden een belangrijke rol bij de effectiviteit en efficiency van de maatregelen die in het kader van de rampenbestrijding kunnen worden getroffen. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

19 D.2.1 BASISSCENARIO HOOGWATER Voor het basisscenario hoogwater kan de SVSD met een redelijke betrouwbaarheid van 10 tot 18 uur een indicatie geven van de verwachte waterstanden. Aan deze waterpeilen zijn de volgende waarschuwingen en alarmeringen gekoppeld. Waarschuwing Voor de sector Schelde geeft de SVSD een waarschuwing wanneer wordt verwacht dat een waterstand van N.A.P meter te Vlissingen (het zogeheten Waarschuwingspeil) wordt bereikt of overschreden. Dit peil heeft een gemiddelde kans van voorkomen van éénmaal per jaar. Stormvloedkering De stormvloedkering wordt gesloten indien bij de kering een waterpeil van ten minste N.A.P meter wordt verwacht. Dit waterpeil komt ongeveer overeen met een waterstand van N.A.P meter te Vlissingen. Alarmering Voor de sector Schelde geeft de SVSD een alarmering indien wordt verwacht dat een waterstand van N.A.P meter te Vlissingen (het zogeheten Alarmeringspeil) wordt bereikt of overschreden. Dit peil heeft een gemiddelde kans van voorkomen van éénmaal per zeven jaar. Waterstand N.A.P meter Indien wordt verwacht dat een waterstand van N.A.P meter te Vlissingen wordt bereikt of overschreden, geeft de directie Ruimte, Milieu en Water van de Provincie Zeeland hiervan bericht. De waarschuwingen en alarmering zijn verder opgenomen en uitgewerkt in de voorbereide plannen en instructies van de diensten en organisaties die belast zijn met taken in het kader van de stormvloedwaarschuwing. D.2.2 SCENARIO DREIGENDE DIJKDOORBRAAK Voor het scenario dreigende dijkdoorbraak worden de waarschuwingen gegeven door de beheerders van de waterkeringen. In combinatie met de meteorologische omstandigheden en de verwachte waterstanden geven de betreffende waterschappen en/of RWS een prognose af over de verwachte sterkte en stabiliteit van de waterkeringen. Om nog op een verantwoorde wijze de nodige maatregelen (preventieve evacuatie) voor de bevolking in de bedreigde polders te kunnen treffen, is een voorbereidingstijd van ten minste 6 uur gewenst. Wanneer de voorbereidingstijd korter is dan 6 uur is sprake van een acute dreiging. In deze omstandigheden zullen voor zover mogelijk de uitgangspunten van een voorbereide evacuatie worden gevolgd, maar moet er rekening mee worden gehouden dat er geen tijd is om alle maatregelen volgens de voorbereide plannen uit te voeren. Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

20 D.2.3 SCENARIO FEITELIJKE OVERSTROMING Wanneer waarschuwingen in het kader van de stormvloedwaarschuwing vooraf gaan aan een feitelijke overstroming, danwel dat de beheerders van de waterkeringen tijdig een signaal over de kwaliteit en sterkte hiervan hebben kunnen afgeven, is het aannemelijk dat al de nodige maatregelen in het bedreigde gebied zijn getroffen om slachtoffers en schade zoveel als mogelijk te voorkomen of te beperken. Het is in deze situaties aannemelijk dat een preventieve evacuatie is uitgevoerd en dat het gebied is voorbereid op een mogelijke overstroming. In alle andere gevallen gaat de uitwerking van het basisscenario overstroming er vanuit dat er rekening mee wordt gehouden dat niet alle maatregelen zijn getroffen en dat er gehandeld moet worden in een situatie waarin nog mensen en dieren in het overstroomde gebied aanwezig zijn. In deze omstandigheden kunnen de hulpverleners slechts met speciale middelen en vaartuigen de objecten in het overstroomde gebied bereiken. Alle processen in het kader van de rampenbestrijding moeten voor deze situaties worden opgestart. D.3 HET RAAMWERK VOOR DE OPERATIONELE PLANVORMING Uitgangspunten Bij en na een overstroming is het niet meer mogelijk in het getroffen gebied effectief en op grote schaal hulp te verlenen: de hulpvraag (aan bijzondere middelen c.q. vaartuigen) is vele malen groter dan het beschikbare hulpaanbod; Alle betrokkenen moeten er dus vooraf goed over hebben nagedacht hoe in deze omstandigheden kan en moet worden gehandeld en wat wel en niet vooraf veilig is te stellen; De overheid communiceert over dit proces door aan te geven wat van belang is, hoe er gewaarschuwd wordt en welke zaken collectief kunnen worden voorbereid; Een preventieve evacuatie van mens en dier die tijdig wordt aangekondigd en gestructureerd en begeleid wordt uitgevoerd staat garant voor de meest effectieve en efficiënte maatregelen; Anticipatie op zelfredzaamheid, begrip en inventiviteit van de betrokkenen ontlast de inspanningen van de overheidsdiensten; Uitstel van de beslissingen of te lang wachten met de uitvoering ervan leidt tot noodscenario s die niet meer goed uitvoerbaar zijn; De overheid is zelf ook slachtoffer: lokaal openbaar bestuur en operationele diensten kunnen ook niet in het overstroomde gebied blijven functioneren; Bestuur, hulpverlening en communicatie functioneren op afstand; Herstel van de waterkeringen heeft prioriteit (uitwerking in de calamiteitenplannen van de waterkering beheerders), daarna afvoeren van het water en het herstel van de nuts- en infrastructurele voorzieningen. De situatie Bij een overstroming moet rekening worden gehouden met een lokale waterstand van ten minste 1 tot 2 meter; Het is van belang te weten waar in de polders de gebieden, locaties, gebouwen, dijken en hoger gelegen punten ( de hoogtekaart als informatiebron ) zijn; In elk gebied bevinden zich locaties waar men in principe tijdelijk veilig kan verblijven, maar waar het niet mogelijk is om langer dan 24 uur te worden opgevangen ( vluchtheuvels ); Bij een overstroming functioneren de nutsvoorzieningen zoals gas, (drink)water, elektriciteit en kabel (communicatie en informatie) niet meer; Rampbestrijdingsplan Hoogwater Zeeland / vastgesteld

ALGEMEEN KADER A.1 WETTELIJK EN ORGANISATORISCH KADER

ALGEMEEN KADER A.1 WETTELIJK EN ORGANISATORISCH KADER A ALGEMEEN KADER In deel A wordt allereerst op hoofdlijnen het wettelijk en organisatorisch kader van de rampenbestrijding beschreven. Vervolgens wordt ingegaan op het (algemene) scenario en het risicomodel.

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Rampenprotocol Euregio Scheldemond

Rampenprotocol Euregio Scheldemond 1 Rampenprotocol Euregio Scheldemond H I E R N A G E N O E M D E P A R T I J E N, De Gouverneur van Oost-Vlaanderen, de heer H. Balthazer, De Gouverneur van West-Vlaanderen, de heer P. Breyne, Gedeputeerde

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen 25 juni 2007 Inhoudsopgave Inleiding... 1 1 Niveaus in de incident- en crisismanagementorganisatie... 1 1.1 Operationeel niveau...

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP) Inleiding Een goede coördinatie tussen betrokken hulpdiensten is bij de bestrijding van complexe incidenten van groot belang. Het model voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1985 88 Wet van 30 januari 1985, houdende regels inzake de rampenbestrijding en de voorbereiding daarop (Rampenwet) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

1 De coördinatie van de inzet

1 De coördinatie van de inzet 1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd

Nadere informatie

Functies en teams in de rampenbestrijding

Functies en teams in de rampenbestrijding B Functies en teams in de rampenbestrijding De burgemeester - De burgemeester heeft de eindverantwoordelijkheid voor en de algehele leiding bij het bestrijden van incidenten in de eigen gemeente; - De

Nadere informatie

OPERATIONEEL KADER D.1 INLEIDING D.2 NADERE UITWERKING SCENARIO S

OPERATIONEEL KADER D.1 INLEIDING D.2 NADERE UITWERKING SCENARIO S D OPERATIONEEL KADER D.1 INLEIDING Het operationele gedeelte van het rampbestrijdingsplan is gebaseerd op de scenario s die in deel A zijn genoemd en die in de volgende paragraaf verder worden uitgewerkt.

Nadere informatie

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD

A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD A 2015 N 51 PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 4 de augustus 2015, no. 15/2524, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Landsverordening rampenbestrijding D e G o u v e r n e u r v a

Nadere informatie

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur

Lokale eenheden. Lokale eenheden. burenhulp. 100 centrale. OVD opschaling. Gouverneur BIJLAGE 1 BIJSTAND BRANDWEER Lokaal incident Lokale eenheden succesvol Bestrijding gevolgen eenheden Lokale eenheden burenhulp Lokale eenheden Extra bijstand Massale ontplooiing GMZ Middelburg 100 centrale

Nadere informatie

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht. 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht 28-03-2011 Commissie Bestuur en middelen Welkom Veiligheidsregio NHN Wet veiligheidsregios Bezuinigingen Regionalisering brandweer Praktijk Veiligheidsregio Noord-Holland

Nadere informatie

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer

B1 - Basisplan en hoofdprocessen Inleiding en leeswijzer B1 - Basisplan en hoofdprocessen B1 0 Inleiding en leeswijzer Inleiding In het basisplan ligt het accent op de bestuurlijke, organisatorische en coördinerende elementen bij het bestrijden van een ramp

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord B2-0 Overzicht Samenvatting In dit deel is de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings- Procedure (GRIP) Noord-Holland Noord

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid gemeente Eindhoven Dienst Brandweer en Rampenbestrijding Raadsbijlage nummer xa Inboeknummer oxroox64r Beslisdatum Blkw 22 januari 2002 Dossiernummer 204.104 Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Verordening brandveiligheid en hulpverlening Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s 1 Infopunt Veiligheid In 2006 heeft de toenmalige Veiligheidskoepel een landelijk Referentiekader GRIP opgesteld. De op 1 oktober 2010

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Risico- en crisisbeheersing Brandweer Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland (GMK) Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK Wie

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Nr. 420 14 december 2015 Organisatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 254 Besluit van 24 juni 2010, houdende wijziging van de Ambtsinstructie commissaris van de Koning 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 RIS129203_04-JUL-2005 Gemeente Den Haag Ons kenmerk BRW/2005.34 RIS 129203 BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op: artikel 1, tweede lid, artikel

Nadere informatie

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44 Partijen, de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht, vertegenwoordigd door hun commissaris van de Koning, de veiligheidsregio

Nadere informatie

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren December 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Doelgroep... 2 4. Kritische proceselementen... 2 5. Uitvoering: activiteiten

Nadere informatie

Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding

Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding Overzicht Documentatie Rampenbestrijding Deel A: Rampenbestrijding A 1 A 2 Inhoudsopgave pag.nr. Deel A: Rampenbestrijding 1 Wettelijk en organisatorisch kader A1-1 1.1 Inleiding A1-1 1.2 Geschiedenis

Nadere informatie

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s Deze samenvatting is een verkorte en bewerkte versie van de conceptversie van de Wet op de Veiligheidsregio s (werktitel). Het betreft geen interpretatie of

Nadere informatie

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES CONVENANT SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES 2012 Ondergetekenden: 1. Het Slotervaart, gevestigd te Amsterdam, in deze rechtsgeldig

Nadere informatie

-- CONCEPT. Artikel I. De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd

-- CONCEPT. Artikel I. De Politiewet 2012 wordt als volgt gewijzigd -- CONCEPT Wijziging van de Politiewet 2012, de Wet veiligheidsregio s en de Tijdelijke wet ambulancezorg in verband met de wettelijke regeling van meldkamers (Wijzigingswet meldkamers) ==> zie voor relevante

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot de beperking en de bestrijding van calamiteiten Citeertitel: Calamiteitenverordening Vindplaats : AB 1989 no. 51 (Inwtr. AB 1992 no. 36) Wijzigingen:

Nadere informatie

Commissie Bestuur en Veiligheid, 5 februari 2007, agendapunt 12. onderwerp: Calamiteitenplannen storing gas en elektra

Commissie Bestuur en Veiligheid, 5 februari 2007, agendapunt 12. onderwerp: Calamiteitenplannen storing gas en elektra Commissie Bestuur en Veiligheid, 5 februari 2007, agendapunt 12 onderwerp: Calamiteitenplannen storing gas en elektra Inleiding Middels een rondje langs de veiligheidsregio s (in oprichting) is Essent

Nadere informatie

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1 Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond Organisatorisch deel Alarmering Deelproces 1 Gemeente Helmond Vastgesteld door burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2008 Inhoudsopgave organisatorisch deel

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer VERSIEBEHEER Vers i e Datum Auteur 0. 1 25-08- 2007 GAV 0.2 10-09-2007 ME, GAV 0. 3 11-10- 2007 GAV 0. 4 19-10-

Nadere informatie

GRIP-teams en kernbezetting

GRIP-teams en kernbezetting GR P Wat is GRIP? GRIP is de afkorting van Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure en staat voor: het snel en multidisciplinair organiseren van de juiste mensen en middelen die nodig

Nadere informatie

TOELICHTING. Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding

TOELICHTING. Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding TOELICHTING Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding Algemeen In 1985 heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten een modelverordening betreffende de organisatie en het beheer van de gemeentelijke

Nadere informatie

Introductie rampenplan Overzicht

Introductie rampenplan Overzicht Introductie rampenplan Overzicht Inleiding Dit deel vormt een introductie op het rampenplan. Inhoud Dit deel behandelt de volgende onderwerpen: Onderwerp Voorwoord en leeswijzer Onderdelen rampenplan:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding 2000 2004 Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inhoud: 1. Doelstelling pag. 3 2. Realisatie pag. 4 3. Begrippen pag. 5 4. Verantwoordelijkheid pag. 6 5. Pastorale verzorger pag. 7 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Toetsingskader en positiebepalingssystematiek (definitieve versie) Inhoudsopgave Inleiding. Verdeling in oordeel, hoofdonderwerpen, onderwerpen, hoofd- en subaspecten. Banden voor positiebepaling. Prestatieniveaus.

Nadere informatie

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten. BELEIDSPLAN 2011-2015 VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT Bijlage 3. Sturing en organisatie De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband

Nadere informatie

Een korte schets van het Nederlandse staatsbestel

Een korte schets van het Nederlandse staatsbestel Een korte schets van het Nederlandse staatsbestel Brandweerwet 1985 Wet Rampen en Zware Ongevallen Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen en Zware Ongevallen Een korte schets van het Nederlandse staatsbestel

Nadere informatie

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel BG.2A Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden Bijlagen 5 d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel Gewijzigde Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio

Nadere informatie

UITVOERINGSPLAN. December Intergemeentelijke bijstand Drenthe

UITVOERINGSPLAN. December Intergemeentelijke bijstand Drenthe UITVOERINGSPLAN December 2006 Intergemeentelijke bijstand Drenthe Inhoudsopgave Inleiding... 2 1 Algemeen... 3 1.1 Doel... 3 1.1.1 Onvoldoende personeel en materieel... 3 1.1.2 Bereikbaarheid en beschikbaarheid...

Nadere informatie

Crisisorganisatie uitgelegd

Crisisorganisatie uitgelegd GRIP Snelle opschaling, vaste teams, eenhoofdige leiding Wat kan er gebeuren? KNOPPENMODEL Meer tijd voor opschaling, maatwerk in teams en functionarissen GRIP 4 / 5 STRATEGISCH OPERATIONEEL / TACTISCH

Nadere informatie

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007 1 Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Brabant-Noord, in vergadering d.d. 28 februari 2007 bijeen; overwegende: 1. dat de Veiligheidsregio

Nadere informatie

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord"

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord RAADSVOORSTEL Onderwerp : Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord" Inleiding Momenteel kent de hulpverleningsdienst Brabant-Noord twee gemeenschappelijke regelingen, namelijk

Nadere informatie

Toelichting Rampenplan

Toelichting Rampenplan Toelichting Rampenplan De gemeente Stein heeft tot taak rampen te voorkomen en te bestrijden. Hoe de gemeente Stein dit denkt te doen staat beschreven in het Rampenplan gemeente Stein 2007. Het rampenplan

Nadere informatie

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs Bijlage: Organogram crisisorganisatie 04-06-2010 1 Inleiding De toets Basisscholing

Nadere informatie

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,. Artikel PM1 A.4 Bijlage 4 De Wet veiligheidsregio s wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van het artikel door een puntkomma, toegevoegd korpschef:

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A; CRU05.005 Provinciale Staten van Flevoland, Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/04.031361/A; Gelet op artikel 14 van de Wet op de waterkering en op de Provinciewet;

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen Deel VIII: Uitvoeringsplan Intergemeentelijke bijstand Drenthe

Rampenplan Gemeente Assen Deel VIII: Uitvoeringsplan Intergemeentelijke bijstand Drenthe Rampenplan Gemeente Assen Deel VIII: Uitvoeringsplan Intergemeentelijke bijstand Drenthe Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Nota bene. In de gemeente Assen zal bij een (dreigende) ramp of

Nadere informatie

December 2006. Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding

December 2006. Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding December 2006 Overzicht organisaties en diensten mogelijk betrokken bij de rampenbestrijding Overzicht betrokken diensten en organisaties Op basis van artikel 3, lid 5, onderdeel b van de Wet Rampen en

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

Handboek Incidentmanagement

Handboek Incidentmanagement Handboek Incidentmanagement NNVO 24-09- 13 2 Handboek Incidentmanagement 1. INLEIDING Voor je ligt het handboek Incident Management. Dit handboek kan je gebruiken om antwoorden te vinden op verschillende

Nadere informatie

Modelconvenant calamiteitenzender

Modelconvenant calamiteitenzender Modelconvenant calamiteitenzender Opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van provincies, veiligheidsregio s en regionale omroepen. Versie 1.0 d.d. 1 januari

Nadere informatie

December Deelproces Verslaglegging en archivering

December Deelproces Verslaglegging en archivering December 2006 Deelproces Verslaglegging en archivering Deelproces verslaglegging en archivering December 2006 Inhoudsopgave 1 Algemeen...2 2 Verslaglegging en dossiervorming...2 2.1 Doel...2 2.2 Doelgroep...2

Nadere informatie

Pastorale zorg bij rampen

Pastorale zorg bij rampen 2 Inho ud: 1. Doelstelling pag. 4 2. Realisatie pag. 5 3. Begrippen pag. 6 4. Verantwoordelijkheid pag. 7 5. Pastorale verzorger pag. 8 6. Taken pastorale verzorger pag. 8 7. Coördinator pastorale zorg

Nadere informatie

PLAN CRISISMANAGEMENT

PLAN CRISISMANAGEMENT PLAN CRISISMANAGEMENT Rampenplan van de gemeente Tilburg Vastgesteld door het college op 19 juli 2005 Productie: Informatie: Gemeente Tilburg, Concernstaf, afdeling Bestuursadvisering Johan Geijsels, bestuursadviseur

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

Inhoudsopgave Gemeentelijk Rampenplan

Inhoudsopgave Gemeentelijk Rampenplan Inhoudsopgave Gemeentelijk Rampenplan Inleiding, blz. Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Rampenplan, blz. Risico-inventarisatie en analyse, blz. Bestuurlijke en operationele coördinatie;

Nadere informatie

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen, VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING BRANDWEER PARKSTAD LIMBURG 2005 Het Algemeen Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg,

Nadere informatie

Juridische zaken. Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei

Juridische zaken. Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei Juridische zaken Opgesteld door: Ron Hendrikx, Waterschap Peel en Maasvallei Versie: 1.1, september 2012 Inhoudsopgave Onder Juridische Zaken zijn de voor het optreden tijdens calamiteiten, relevante,

Nadere informatie

3 Oppervlaktewater en waterkering

3 Oppervlaktewater en waterkering 3 Oppervlaktewater en waterkering Voor de Noordzee, zie bestuurlijke netwerkkaart Noordzee en zeescheepvaart crisistypen (dreigend) hoogwater (dreigend) laagwater (dreigende) waterverontreiniging en verontreiniging

Nadere informatie

Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003

Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003 Evaluatieverslag Hoogwater Maas december 2002/januari 2003 De hoogwaterperiode december 2002/januari 2003 is gestart op 30 december 2002 met de eerste melding door de RAC en is geëindigd op 5 januari 2003

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

Operationele Regeling VRU

Operationele Regeling VRU Operationele Regeling VRU Uitwerking van de Wet veiligheidsregio s over de organisatie en werking van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de Veiligheidsregio Utrecht. Vastgesteld

Nadere informatie

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Datum: 25-6-13 Onderwerp Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord Status Besluitvormend Voorstel Het college toestemming te verlenen tot het wijzigen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 19652 18 december 2009 Regeling tot wijziging van de Regeling provinciale risicokaart ten behoeve van de implementatie

Nadere informatie

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk Al jaren is het de dagelijkse praktijk om bij grote, complexe incidenten op te schalen binnen de GRIP-structuur. Deze structuur beschrijft in vier fasen de organisatie

Nadere informatie

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING CVDR Officiële uitgave van Hardenberg. Nr. CVDR2572_1 28 februari 2017 VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING De raad van de gemeente Hardenberg; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; 07.0003314 De raad van de gemeente Son en Breugel; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : 24-2007; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel

Nadere informatie

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening (Behorende bij bestuursafspraken gemeente Beverwijk met de Veiligheidsregio Kennemerland i.o.*) * De Veiligheidsregio Kennemerland

Nadere informatie

Rampenplan Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe d.d. 11 augustus 2009

Rampenplan Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe d.d. 11 augustus 2009 Rampenplan Vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe d.d. 11 augustus 2009 Inhoudsopgave DEEL 1: Organisatie rampenbestrijding Inleiding... 5 Karakter en doel

Nadere informatie

Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler)

Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler) gemeente Eindhoven Raadsnummer og.rzoso.ooz Inboeknummer osbstoooo3 Classificatienummer Do ssiernummer 439.102 2I december 2004 Raads informatiebrief (Bestuurlijke pijler) Betreft vaststelling van het

Nadere informatie

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s Kennispublicatie Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s De 8 meest gestelde vragen Infopunt Veiligheid Al langer wordt algemeen erkend dat de bestrijding van rampen en crisis niet binnen de eigen

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012

Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012 Bijlage 1 1. Inleiding Uniforme fasering Waterbeheerders Advies Commissie Crisisbeheersing Versie 9 10 januari 2012 1.1 Aanleiding Bij de bestrijding van incidenten en rampen zijn naast de algemeen bestuurlijke

Nadere informatie

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013 In het Slotdocument van het VGS-congres 2013 Gemeentesecretaris in Veiligheid staat een leidraad voor

Nadere informatie

Convenant Beschikbaarheid Marinekazerne Vlissingen

Convenant Beschikbaarheid Marinekazerne Vlissingen Convenant Beschikbaarheid Marinekazerne Vlissingen Samenwerkingsafspraken tussen Het Ministerie van Defensie en Veiligheidsregio Zeeland inzake gebruik van de Marinekazerne Vlissingen in het kader van

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR77824_1 8 november 2016 Verordening brandveiligheid en hulpverlening De raad van de gemeente Losser; gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de Brandweerwet

Nadere informatie

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem

B & W-nota. Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem Onderwerp Vaststelling Notitie Een kwaliteitsslag in de Rampenbestrijdingsorganisatie van Haarlem B & W-nota Portefeuille mr. J.J.H. Pop Auteur P. Abma Telefoon 023 5114489 E-mail: pabma@haarlem.nl PD/Veiligheid/2005/547

Nadere informatie

Specifiek Kader Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Specifiek Kader Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Specifiek Kader Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Gemeente Nijmegen Opgesteld door: Afdeling Veiligheid, Koen Delen Laatst geactualiseerd: 18 december 2011 Uiterste datum volgende

Nadere informatie

Stormvloedbewaking Draaiboek seizoen

Stormvloedbewaking Draaiboek seizoen Stormvloedbewaking Draaiboek seizoen 2005-2006 Directie Ruimte Milieu en Water Telefoon (+ 31) 0118-63 17 00 Fax (+ 31) 0118-63 47 56 Bezoekadres: Het Groene Woud 1 4330 Middelburg Postadres: Postbus 165,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 50 Besluit van 24 januari 2002 inzake rijksbijdragen in de kosten van het verlenen van bijstand en van de bestrijding van een ramp of zwaar ongeval

Nadere informatie

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht

Convenant calamiteitenzender. RTV Utrecht BIJLAGE A. bij VOORSTEL Convenant RTV-Utrecht Agendapunt 2013.03.25/07 Convenant calamiteitenzender RTV Utrecht 1 Versie februari 2013 1 Radio Rood - Moritz Ebinger, Museum Boijmans Van Beuningen Bijlage

Nadere informatie

Rampenplan van de gemeente Deel I Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen

Rampenplan van de gemeente Deel I Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen Rampenplan van de gemeente Deel I Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen 10 maart 2005 1 Versie 3.5 Inhoudsopgave Deel I: Organisatie voor de bestrijding van rampen en zware ongevallen...4

Nadere informatie

samenwerkjngsovereenkomst geneeskundige hulpverlening bij ongevalsen en rampen zuidholland-west.

samenwerkjngsovereenkomst geneeskundige hulpverlening bij ongevalsen en rampen zuidholland-west. ^ ^/c?o7lt &y f\z2+xt/'gi samenwerkjngsovereenkomst geneeskundige hulpverlening bij ongevalsen en rampen zuidholland-west. Tussen de gemeente Den Haacj, de Gemeenschappeiijke Gezondheidsdienst Westholland

Nadere informatie

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING

AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING AMBTSINSTRUCTIE COMMISSARIS VAN DE KONING Tekst zoals deze geldt op 24 januari 2011 BESLUIT van 10 juni 1994, houdende regels inzake de taken die de commissaris van de Koning op grond van artikel 126 Grondwet

Nadere informatie

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland Partijen A. De Veiligheidsregio s Twente, IJsselland, Noord- en Oost-Gelderland, Gelderland

Nadere informatie

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop Wet van 21 februari 1963, houdende regelen met betrekking tot de vrijmaking van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en ioniserende stralen uitzendende toestellen Hoofdstuk VI. Bepalingen

Nadere informatie

Concept-ontwerp Rampenwet 1980

Concept-ontwerp Rampenwet 1980 Concept-ontwerp Rampenwet 1980 Ministerie van Binnenlandse Zaken.Staatsuitgeverij, 's-gravenhage ISBN 90 12 02937 6 Concept-ontwerp Rampenwet, februari 1980 Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente. SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G201737 390433 / 390433 I. Drupsteen BVL Ke AGENDANUMMER BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN 08 - Inwoners en bestuur REDEN VAN

Nadere informatie

Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008)

Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008) Bijgewerkt t/m nr. 10 (Tweede Nota van Wijziging d.d. 15 december 2008) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Landelijk Convenant voor Regionale Samenwerkingsafspraken tussen de Drinkwatersector, Veiligheids- en Politieregio s

Landelijk Convenant voor Regionale Samenwerkingsafspraken tussen de Drinkwatersector, Veiligheids- en Politieregio s Landelijk Convenant voor Regionale Samenwerkingsafspraken tussen de Drinkwatersector, Veiligheids- en Politieregio s Partijen A. De veiligheidsregio, vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BRANDWEER-GHOR ZUID-LIMBURG.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BRANDWEER-GHOR ZUID-LIMBURG. Bijlage 4 bij brief U2008-159 d.d. 2 juli 2008: gemeenschappelijke regeling GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BRANDWEER-GHOR ZUID-LIMBURG. GEMEENSCHAPPELIJKE VERORDENING BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Convenant drinkwater tussen Evides, Brabant Water, Politie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland

Convenant drinkwater tussen Evides, Brabant Water, Politie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland Convenant drinkwater tussen Evides, Brabant Water, Politie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland Partijen A. De veiligheidsregio Zeeland, vertegenwoordigd door de voorzitter van het bestuur van de veiligheidsregio

Nadere informatie

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente Autorisatie OPSTELLERS: Barrett,Annelies Voorde ten, Jaqueline BIJDRAGE IN DE

Nadere informatie