Atlas voor gemeenten Postbus GP UTRECHT T F E I
|
|
- Fien Lambrechts
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Stadsfoto PURMEREND
2
3 Stadsfoto Purmerend
4 Atlas voor gemeenten Postbus GP UTRECHT T F E info@atlasvoorgemeenten.nl I Atlas voor gemeenten, Utrecht, 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
5 Stadsfoto Purmerend Kansen en problemen van Purmerend in kaart gebracht, verklaard en vergeleken
6
7 Inhoud Samenvatting en conclusies 7 1 Wat is een stadsfoto? 14 2 Overlast en onveiligheid in Purmerend Aard van de problemen Achtergronden van de problemen 22 3 Arbeidsparticipatie in Purmerend Aard van de arbeidsparticipatie Achtergronden van arbeidsparticipatie 31 4 De economie van Purmerend Aard van de economische situatie Achtergronden van werkgelegenheidsgroei 42 5 De bevolkingssamenstelling van Purmerend Aard van de bevolkingssamenstelling Achtergronden van de bevolkingssamenstelling 51 6 Het woonklimaat in Purmerend 60 5
8 6
9 Samenvatting en conclusies Purmerend was in de gouden 17 de eeuw een weliswaar kleine maar economisch belangrijke stad in de Republiek. Daarna volgde een lange periode van stagnatie. In 1622 had Purmerend 2556 inwoners en in Pas sinds van de 19 de eeuw, en vooral sinds de jaren 60, groeit Purmerend weer. De explosieve groei van de laatste decennia (zie onderstaande figuur) heeft echter geen economische, maar een puur beleidsmatige achtergrond: Purmerend is in de jaren zestig door het ministerie van VROM aangewezen als één van de Nederlandse groeikernen, 2 met als doel de bevolkingsgroei in de regio Amsterdam op te vangen. 3 Figuur: Explosieve bevolkingsgroei Purmerend 800 Totale bevolkingsomvang (index, 1960 = 100) Purmerend Nederland : inwoners Bevolkingsgroei gecorrigeerd voor gemeentegrenscorrecties Bron: Atlas obv data CBS 1 J. de Vries, A. van der Woude, 1995: Nederland De eerste ronde van moderne economische groei (Balans, Amsterdam). 2 E. de Bruijne, F. Knol, 2001: Gewenste groei. Bevolkingsgroei en sociaal-ruimtelijke ontwikkelingen in ex-groeikernen (Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag). 3 Zie voor een analyse van de discussie destijds: In plan Joop Den Uyl werd Amsterdam een metropool, in: De Volkskrant 10 oktober
10 Inmiddels is Purmerend qua omvang de 37 ste gemeente van Nederland, maar het behoort niet tot de steden die vallen onder het Grotestedenbeleid (GSB). De vraag is of dat terecht is. Om die vraag te kunnen beantwoorden wordt Purmerend in deze Stadsfoto allereerst vergeleken met het gemiddelde van de G27, de GSB-steden exclusief de vier grote steden (G4). Purmerend behoort ook niet tot de zogenoemde Ortega-gemeenten, vijf new towns en groeikernen die zijn voorgesorteerd om in aanmerking te komen voor het nieuwe stedelijk beleid. Die Ortega-gemeenten zouden te maken hebben met specifieke new town problematiek, die vraagt om preventief beleid. De vraag is of Purmerend nu en in de toekomst verschoont blijft van dergelijke new town problematiek.om ook die vraag te kunnen beantwoorden wordt Purmerend in deze Stadsfoto ook vergeleken met een benchmark van de andere (voormalige) groeikernen in Nederland: Almere, Alkmaar, Capelle aan den IJssel, Duiven, Haarlemmermeer, Hellevoetsluis, Helmond, Hoorn, Houten, Huizen, Lelystad, Nieuwegein, Purmerend, Spijkenisse, Westervoort en Zoeterrmeer. 4 In onderstaande tabel is ter verduidelijking een overzicht opgenomen van de genoemde GSB-steden, de Ortega-gemeenten en de groeikernen. 4 E. de Bruijne, F. Knol, 2001: Gewenste groei. Bevolkingsgroei en sociaalruimtelijke ontwikkelingen in ex-groeikernen (Sociaal en Cultureel Planbureau, Den Haag). 8
11 Positionering Purmerend ten opzichte van andere steden en groeikernen Inw oners G SB G roeikern O rteg a Amsterdam X Rotterdam X Den Haag X Utrecht X Eindhoven X Tilburg X Almere X X Groningen X Breda X Nijmegen X Apeldoorn X Enschede X Haarlem X Arnhem X Zaanstad X Amersfoort X Haarlemmermeer X X s-hertogenbosch X Zoetermeer X X Dordrecht X M aastricht X Leiden X Zwolle X Emmen X Ede X Deventer X Sittard-Geleen X Alkmaar X X Leeuwarden X Venlo X Heerlen X Helmond X X Hengelo X Purmerend X Schiedam X Spijkenisse X Lelystad X X Almelo X Hoorn X Capelle aan den IJssel X Nieuwegein X Houten X Huizen X Hellevoetsluis X Duiven X W estervoort X 9
12 Belangrijkste kansen en problemen van Purmerend - veel banengroei - gevarieerde sectorale structuur - files frustreren bereikbaarheid van banen in toenemende mate - gunstige ligging - veel last van files Economie Economie Agglomeratie Agglomeratie en en stedelijkheid stedelijkheid Atlas voor gemeenten Arbeidsparticipatie Arbeidsparticipatie - lage werkloosheid - te hoge jeugdwerkloosheid Overlast Overlast & & onveiligheid onveiligheid - weinig leefbaarheidsproblemen - wel specifieke problemen in de directe woonomgeving, zoals vernielingen, bekladding en overlast van jongeren Bevolkingssamenstelling Bevolkingssamenstelling Woonomgeving Woonomgeving - relatief hoog inkomen - relatief weinig hoogopgeleiden en creatieve klasse (human capital) - relatief veel éénoudergezinnen - natuurlijke ligging - relatief weinig voorzieningen - relatief kleine woningen - veel sociale huur en hoogbouw Kansen in blauw, problemen in rood. Bron: Atlas voor gemeenten 10
13 Met deze STADSFOTO worden de kansen en problemen van Purmerend in kaart gebracht. Aan de Stadsfoto liggen econometrische modellen ten grondslag, waarmee verschillen tussen steden in Nederland worden geanalyseerd. 5 Door dat analytische fundament is het mogelijk om in de STADSFOTO met een relatief gering aantal indicatoren, een zo compleet mogelijk beeld te schetsen van de (achtergronden van) de kansen en problemen waar Purmerend mee te maken heeft. Dat beeld is in bovenstaand schema sterk vereenvoudigd samengevat met de meest pregnante (achtergronden van) problemen en de meest uitgesproken kansen voor Purmerend. De conclusies uit de STADSFOTO zijn weergegeven in het schema van het zogenoemde ANALYSEMODEL VOOR DE STAD. Dat analysemodel was het fundament onder deze STADSFOTO. Met dat schema worden de interacties in de stad in één oogopslag duidelijk, en daarmee de mogelijke consequenties van de belangrijkste karakteristieken van Purmerend. Economisch gezien lijkt er niet veel aan de hand te zijn met Purmerend, zo blijkt uit de blauwe tekst in het samenvattende schema. De stad ligt gunstig ten opzichte van de economische centra in de Randstad. Er zijn voor de inwoners van Purmerend dan ook relatief veel banen beschikbaar, waardoor de werkloosheid er laag is. En ook met de leefbaarheidsproblemen in de woonomgeving valt het in Purmerend wel mee. Op dit moment is ook de aantrekkingskracht van Purmerend op kansrijke bevolkingsgroepen nog bovengemiddeld. Maar die aantrekkingskracht wordt vrij eenzijdig bepaald door de gunstige ligging van Purmerend ten opzichte van Amsterdam. En er zijn ontwikkelingen die zorgen baren, en er op wijzen dat het met de aantrekkingskracht van Purmerend achteruit gaat. Zeker in een tijd met ontspanning op de woningmarkt en stagnerende bevolkingsgroei waardoor woonconsumenten meer te kiezen hebben is dat een zorgwekkende ontwikkeling. Als er niets verandert krijgt Purmerend naar verwachting te maken met typische new town problematiek. 6 De filedruk s ochtends de stad uit en s avonds de stad in neemt toe. En ook het gebrek aan historiciteit en historisch gegroeide stedelijke voorzieningen kunnen de aantrekkingskracht van de stad op kansrijke bevolkingsgroepen op termijn gaan belemmeren. 5 Zie hiervoor: G.A. Marlet, E.M. Bosker, C.M.C.M. van Woerkens, 2008: De schaal van de stad. Stadsspecifieke kansen en problemen, en het schaalniveau waarop ze spelen (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). Download via 6 Vgl. Gerard Marlet, 2009: De nieuwe stad (VOC Uitgevers, Nijmegen). 11
14 Bovendien blijkt Purmerend die negatieve elementen minder dan andere new towns te compenseren met positieve kenmerken op het gebied van de woningvoorraad: Purmerend biedt in vergelijking met andere groeigemeenten relatief kleine woningen, en veel sociale huur en hoogbouw. Het risico bestaat dat Purmerend in een neerwaartse spiraal terecht komt. Een afnemende aantrekkingskracht op kansrijke bevolkingsgroepen heeft mogelijk namelijk drie belangrijke risico s voor de stad in zich: 1. Als er niets verandert, en de bevolking harder blijft groeien dan het voorzieningenniveau, neemt de relatieve aantrekkingskracht van Purmerend op termijn naar verwachting steeds verder af. Dat zorgt ervoor dat de koopkracht en daarmee de vraag naar dergelijke voorzieningen niet veel toeneemt, waardoor het aanbod weer verder achter blijft, etc. 2. Relatief minder hoogopgeleiden onder de bevolking betekent automatisch ook minder menselijk kapitaal (human capital). Dat menselijk kapitaal is een belangrijke voorspeller voor toekomstige economische groei. In de VS kennen steden met veel menselijk kapitaal niet alleen gemiddeld genomen meer economische groei, ze zijn ook beter in staat zich snel te herstellen van een economische recessie. 7 Als het gebrek aan human capital ook de werkgelegenheidsgroei in Purmerend die nu nog groot is gaat belemmeren is dat niet alleen ongunstig voor de aantrekkingskracht op kansrijke bevolkingsgroepen, maar kan dat ook zorgen voor een oplopende werkloosheid. Vooral de (grote groep) jongeren in Purmerend zal in de problemen kunnen komen omdat in steden met weinig koopkracht en weinig binnenstedelijke voorzieningen als gevolg van achterblijvende bestedingen in de lokale economie (trickle down) 8 juist de banengroei voor laagopgeleiden en jongeren (in de lokale horeca en de detailhandel) blijkt te stagneren De achterblijvende aantrekkingskracht van Purmerend zorgt er niet alleen voor dat kansrijke bevolkingsgroepen er minder graag gaan wonen, maar ook dat minder kansrijke bevolkingsgroepen zoals 7 E.L. Glaeser, 2005: Reinventing Boston: , Journal of Economic Geography, 5, 2, Aghion, P., Bolton, P., 1997: A theory of trickle-down growth and development, in: The Review of Economic Studies. 64, p Zie: G.A. Marlet, C.M.C.M., van Woerkens, 2007: The Dutch Creative class and how it fosters urban employment growth, in: Urban Studies, 44, 13,
15 éénoudergezinnen er als gevolg van de krappe en dus dure markt voor koopwoningen in traditionele steden zoals Amsterdam steeds meer gaan wonen. Dat heeft niet alleen consequenties voor de sociaal-economische positie van de bevolking, maar ook voor de leefbaarheid in de woonomgeving. Uit deze STADSFOTO bleek dat vooral problemen die over het algemeen kunnen worden toegeschreven aan jongeren, zoals vernielingen, bekladding én overlast van jongeren zich in Purmerend veelvuldig voordoen. Het risico bestaat dat die problemen de komende jaren verder zullen toenemen. Het beeld van Purmerend dat uit deze STADSFOTO volgt is dus niet uitgesproken negatief, maar er doemen wel een aantal structurele problemen op. Net als veel andere new towns en groeikernen lijkt Purmerend zijn aantrekkingskracht op kansrijke bevolkingsgroepen te verliezen. Daardoor kan Purmerend het zowel economisch als op het gebied van leefbaarheid en veiligheid steeds moeilijker gaan krijgen. Het doomscenario is dat Purmerend steeds minder aantrekkelijk wordt als woonstad, en er relatief steeds meer minder kansrijke mensen gaan wonen, die er steeds minder kans hebben op werk, zodat ook de leefbaarheid steeds verder onder druk zal komen te staan, etc. Dat risico is extra groot nu het erop lijkt dat de woningmarkt in Nederland door recessie, bevolkingsstagnatie en woningbouw elders in de Randstad 10 langdurig zal ontspannen zodat er meer keus komt voor de woonconsument, en mogelijk zal blijken dat Purmerend als woonstad voor veel huishoudens geen eerste keus is. 10 Ministerie van VROM: 2008: Structuurvisie Randstad Naar een duurzame en concurrerende Europese Topregio (Den Haag). 13
16 1 Wat is een stadsfoto? Steden hebben te maken met kansen en problemen die specifiek zijn voor stedelijke gebieden. Zo biedt een stad over het algemeen meer economische kansen dan een niet-verstedelijkt gebied. Maar de stad heeft vaak ook te maken met typisch stedelijke problemen als sociaal-economische achterstanden, overlast en onveiligheid. In de publicatie De schaal van de stad. Stadsspecifieke kansen en problemen, en het schaalniveau waarop ze spelen (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht 2008) worden de kansen en problemen van Nederlandse steden geanalyseerd, en worden de achtergronden ervan achterhaald. Op basis van een theoretisch model en empirische analyses biedt deze publicatie een gedetailleerd beeld van de achtergronden van de kansen en problemen waarmee steden te maken hebben. De basis voor dat onderzoek vormt het zogenoemde ANALYSEMODEL VOOR DE STAD dat op de volgende pagina is weergegeven. De in dat theoretische model veronderstelde verbanden tussen de verschillende kenmerken van steden zijn in het onderzoek voor de Nederlandse steden empirisch getoetst. De uitkomsten uit het onderzoek laten allereerst zien dat de mate waarin de steden kampen met overlast en onveiligheid te maken heeft met een complexe combinatie van de kwaliteit van de woonomgeving, de samenstelling en sociaal-economische positie van de bevolking en de geografische ligging van een stad. Vooral steden die een combinatie kennen van enerzijds een economisch kansrijke omgeving en anderzijds een hoge werkloosheid blijken veel problemen te kennen. Dat empirische resultaat leidt tot de conclusie dat naast veiligheidsbeleid en fysieke ingrepen in de stad de aanpak van sociaal-economische achterstanden in de steden een effectief middel kan zijn voor het structureel en duurzaam oplossen van de leefbaarheidsproblemen in de stad. 14
17 Het analysemodel voor de stad Bron: Atlas voor gemeenten 15
18 De hoge (langdurige) werkloosheid waar veel steden mee kampen kan volgens het onderzoek vooral worden verklaard uit de kenmerken van de bevolking relatief veel allochtonen en groepen laagopgeleiden en uit de beschikbaarheid van passend werk. De aanpak van die achterstanden vraagt dan ook om maatregelen aan zowel de aanbodkant van de arbeidsmarkt het vergroten van het kennis- en vaardighedenniveau van de bevolking als de vraagkant: het beter bereikbaar maken van banen voor de inwoners van de steden. Voor het beter bereikbaar maken van banen en het aanpakken van de mismatch op de arbeidsmarkt gaat het niet zozeer om het stimuleren van de wijkeconomie, als wel om de kwaliteit van het stedelijke en regionale arbeidsmarktbeleid. 11 De aantrekkingskracht van een stad op hoogopgeleiden en mensen uit de midden- en hogere inkomensgroepen is volgens de uitkomsten van het onderzoek afhankelijk van enerzijds de kwaliteit van de woningen en de mate van overlast en onveiligheid in de woonomgeving. Anderzijds wordt die aantrekkingskracht bepaald door het voorzieningenniveau in de stad, de economische kansen en de natuurlijke kwaliteiten die de regio biedt. Die economische kansen in de steden blijken op hun beurt ook weer afhankelijk te zijn van de samenstelling van de bevolking in de stad, én van de sectorale structuur en de mate van agglomeratie. Beleid dat steden wil helpen die kansen te verzilveren, richt zich dan ook niet alleen op het verbeteren van de woningvoorraad en de leefbaarheid in de steden maar ook op het verbeteren van het voorzieningenniveau in de stad én op de (regionale) bereikbaarheid van mensen en bedrijven. Van een analysemodel voor de stad naar een stadsfoto Het resultaat van dat onderzoek is een zo gedetailleerd mogelijk beeld van de achtergronden van de kansen en problemen waar Nederlandse steden gemiddeld mee te maken hebben. De uitkomsten uit het empirische onderzoek boden echter ook een uitgelezen kans om een STADSFOTO, een analyse per stad, mee te maken. De genoemde kansen en problemen zijn kenmerkend voor steden, maar tussen steden zijn er grote verschillen. Om die reden is er bijvoorbeeld niet één recept om stedelijke problemen mee op te lossen en stedelijke kansen te helpen verzilveren. Het optimale beleidsrecept zal per stad verschillen. Om dat recept zo goed mogelijk te kunnen afstemmen op de specifieke situatie 11 Zie ook: G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2008: Werk aan de wijk, in: Atlas voor gemeenten 2008, thema leefbaarheid (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). 16
19 in de stad, is kennis van die specifieke omstandigheden het startpunt. De STADSFOTO kan daarbij behulpzaam zijn. In deze STADSFOTO worden de scores van Purmerend weergegeven op de indicatoren die er meetbaar toe doen bij het verklaren van de kansen en problemen van de stad. Op die manier wordt onder andere in beeld gebracht welke factoren een verklaring bieden voor de overlast en onveiligheid in de stad. En bovendien laat de STADSFOTO zien welk deel van die overlast en onveiligheid juist niet verklaard wordt door die achtergronden. Dat onverklaarde deel, het zogenoemde residu, kan iets zeggen over stadsspecifieke factoren die niet in de algemene modellen konden worden meegenomen. Maar het kan ook een indicatie zijn voor succesvol of minder succesvol beleid. De STADSFOTO bevat niet alleen een analyse van de verklaringen voor, en het onverklaarde deel van, het niveau van overlast en onveiligheid, maar ook van de (langdurige) werkloosheid en werkgelegenheidsgroei in Purmerend, en voor de bevolkingssamenstelling van de stad. Dat zijn de vier van de zes blokken uit het ANALYSEMODEL VOOR DE STAD waarvoor een verklaringmodel is ontwikkeld. Van de overige twee blokken uit het schema Woonomgeving en Agglomeratie & stedelijkheid worden in de STADSFOTO diverse indicatoren gepresenteerd die van belang zijn voor het verklaren van de (andere) kansen en problemen in de stad, ze worden echter zelf niet verklaard. Aan agglomeratie en stedelijkheid wordt overigens géén apart hoofdstuk gewijd omdat de indicatoren die daarbij horen (omvang van de stad en de agglomeratie) in de andere hoofdstukken voldoende aan bod komen. Concreet beantwoordt de STADSFOTO de volgende vragen: 1. Hoe scoort Purmerend op de specifieke stedelijke kansen en problemen die in het ANALYSEMODEL VOOR DE STAD zijn aangegeven met de zes blokken: Agglomeratie & stedelijkheid, Economie, Arbeidsparticipatie, Overlast & onveiligheid, Bevolkingssamenstelling en Woonomgeving? 2. Wat verklaart de werkgelegenheidsgroei in Purmerend? 3. Wat verklaart het werkloosheidsniveau in Purmerend? 4. Wat verklaart de overlast en onveiligheid in Purmerend? 17
20 5. Wat verklaart de bevolkingssamenstelling van Purmerend? In alle gevallen worden zoals gezegd alleen indicatoren gepresenteerd die er meetbaar toe doen. Het voordeel van het gebruiken van empirische modellen voor de selectie van indicatoren waarop Purmerend in deze STADSFOTO wordt vergeleken, is dat alleen indicatoren zijn opgenomen die bewezen van belang zijn voor steden. Een nadeel van het gebruik van de kwantitatieve modellen is dat ze vanzelfsprekend gemaakt zijn met landsdekkende gegevens. Dat betekent automatisch ook dat landsdekkende beschikbaarheid van data een voorwaarde is voor opname in de modellen. Lokale gegevens en factoren die niet goed meetbaar zijn, ontbreken als gevolg daarvan noodgedwongen in deze STADSFOTO. In het vervolg van deze STADSFOTO worden de blokken uit het ANALYSEMODEL VOOR DE STAD per hoofdstuk één voor één ingevuld en besproken. Waar mogelijk worden daarbij ook achtergronden en verklaringen in kaart gebracht (de bovenstaande vragen 2 tot en met 5). 18
21 2 Overlast en onveiligheid in Purmerend De STADSFOTO begint met het in kaart brengen van de problemen in Purmerend op het gebied van overlast en onveiligheid. Overlast en onveiligheid zijn op twee niveaus onderzocht: de problemen en de achtergronden van de problemen. De problemen beperken zich tot de aard van de overlast en onveiligheid in de stad. De achtergronden zijn de kenmerken van de stad op het gebied van economie, arbeidsparticipatie, bevolkingssamenstelling en woonomgeving die statistische samenhang met die problemen vertonen. In paragraaf 2.2 van deze STADSFOTO is geprobeerd de achtergronden en oorzaken van de problemen in Purmerend te ontrafelen. Maar eerst worden in de volgende paragraaf de leefbaarheidsproblemen in kaart gebracht. 2.1 Aard van de problemen De leefbaarheidsproblemen in de stad zijn gemeten met gegevens over overlast en onveiligheid uit de Politiemonitor/Veiligheidsmonitor en uit de bestanden van processen-verbaal van aangifte van de politie (KLPD). De Politiemonitor/Veiligheidsmonitor lijkt voor velen misschien een onbetrouwbare bron omdat de steekproef ervan relatief klein is. De data uit de Politiemonitor/Veiligheidsmonitor zijn echter zodanig bewerkt en vergeleken met gegevens uit andere bronnen, zoals cijfers van de KLPD en de Enquête Leefbaarheid & Veiligheid, dat een statistisch betrouwbare uitspraak over de overlast- en onveiligheidssituatie wel degelijk mogelijk is. Van alle overlast- en onveiligheidsindicatoren is allereerst geanalyseerd of en in hoeverre ze van invloed zijn op de waardering van de woonomgeving van de inwoners van een stad. 12 Alleen de indicatoren die mensen meetbaar mee laten wegen in hun woongedrag zijn opgenomen in deze STADSFOTO. De figuren 2.1 en 2.2 laten zien met welke problemen Purmerend voornamelijk kampt. De staafjes in die figuren tonen de afwijking van het gemiddelde van de G27 en de overige groeigemeenten. Hoe verder het staafje naar rechts wijst, hoe meer het probleem zich in Purmerend in relatieve zin voordoet. Hoe verder het staafje naar links wijst, hoe minder groot de problemen zijn ten opzichte van de G27 en de overige groeigemeenten. 12 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de methode: G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2007: Op weg naar Early Warning. Omvang, oorzaak en ontwikkeling van problemen in de wijk (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). 19
22 Figuur 2.1 Aard van overlast en onveiligheid in Purmerend, 2007 geweldsmisdrijven rommel op straat vernieling openbare werken overlast door drugsgebruik overlast dronken mensen auto-inbraak overlast jongeren inbraak in woningen fietsendiefstal overlast van omwonenden bekladding De staafjes tonen de afwijking van het gemiddelde van de G27. Hoe verder het staafje naar rechts wijst, hoe groter de problemen. Hoe verder het staafje naar links wijst, hoe minder groot de problemen zijn ten opzichte van de G27. Bronnen: Politiemonitor/Veiligheidsmonitor, KLPD, CBS, bewerking Atlas voor gemeenten 20
23 Figuur 2.2 Overlast en onveiligheid in Purmerend vergeleken met andere groeikernen geweldsmisdrijven rommel op straat vernieling openbare werken overlast door drugsgebruik overlast dronken mensen auto-inbraak overlast jongeren inbraak in woningen fietsendiefstal overlast van omwonenden bekladding De staafjes tonen de afwijking van het gemiddelde van de overige groeikernen. Hoe verder het staafje naar rechts wijst, hoe groter de problemen. Hoe verder het staafje naar links wijst, hoe minder groot de problemen zijn ten opzichte van de overige groeikernen. Bronnen: Politiemonitor/Veiligheidsmonitor, KLPD, CBS, bewerking Atlas voor gemeenten 21
24 De leefbaarheidsindicatoren zijn in de grafieken op volgorde van belangrijkheid getoond. Dat wil zeggen dat de bovenste indicator voor overlast en onveiligheid het zwaarst weegt in de waardering die mensen hebben voor hun woonomgeving, en de onderste het minst zwaar. Purmerend heeft vooral te maken met leefbaarheidsproblemen die op een of andere manier te maken hebben met jongeren. Purmerend heeft meer dan de traditionele steden last van overlast van jongeren, vernielingen en bekladding. Dergelijke problemen op het gebied van overlast en onveiligheid zijn kenmerkend voor new towns. Als Purmerend wordt vergeleken met een gemiddelde van andere new towns en groeikernen blijkt dat de jeugdproblematiek minder groot is dan gemiddeld in die andere (voormalige) groeikernen. Alleen het aantal geweldsmisdrijven is in Purmerend groter dan gemiddeld in de groeikernen. Ten opzichte van de traditionele steden scoort Purmerend op dat punt weer gunstiger. Op alle andere categorieën van overlast en onveiligheid scoort Purmerend beter dan beide benchmarks. Er is in Purmerend relatief weinig overlast door drugsgebruikers en overlast van dronken mensen. Ook zijn er minder vermogensmisdrijven dan gemiddeld. 2.2 Achtergronden van de problemen Zoals gezegd bestaat de analyse in de STADSFOTO uit twee stappen: (1) het identificeren van de problemen met betrekking tot overlast en onveiligheid en (2) het opsporen van de achtergronden van die problemen. In deze paragraaf worden die achtergronden in kaart gebracht. Daarbij wordt aangesloten bij het in het vorige hoofdstuk besproken onderzoek waarin met kwantitatieve analyses is achterhaald welke kenmerken van een stad significant samenhangen met problemen op het gebied van overlast en onveiligheid. Als indicator voor overlast en onveiligheid is daarbij een gewogen samengestelde index op basis van de hierboven genoemde analyse en indicatoren gebruikt. In tabel 2.1 zijn de factoren opgesomd die daarmee significant samenhangen. Deze tabel heeft betrekking op de uitkomsten van een landelijke vergelijking, het gaat daarbij dus om gemiddelde verbanden. In figuur 2.3 wordt ingezoomd op de situatie in Purmerend. 22
25 Tabel 2.1 Wat zijn de achtergronden van overlast en onveiligheid? Samenhang met overlast en onveiligheid 2007 BEVOLKINGSSAMENSTELLING Aandeel jongeren 0-9 jaar - Aandeel jongeren jaar + Aandeel ouderen Aandeel Marokkanen + Aandeel Antillianen + Gevoel van saamhorigheid - Aandeel hogere inkomensgroepen - ARBEIDSPARTICIPATIE Aandeel langdurig werklozen (> 3 jr.) + Kruitvatindicator (aandeel langdurig werklozen in een kansrijke + omgeving) Kruitvatindicator jongeren (aandeel werkloze jongeren in een kansrijke omgeving) ECONOMIE Aandeel zelfstandigen - WOONOMGEVING Percentage hoogbouw + Percentage sociale huurwoningen + Tevredenheid met de bebouwde omgeving - Gemiddelde bouwperiode (woonerfjes) + Aantal winkels (voor dagelijkse boodschappen) + Aantal winkels met veel jongeren van jaar in de + buurt Aantal scholen voor basisonderwijs + Aantal cafés in de wijk + Nabijheid binnenstad + AGGLOMERATIE EN STEDELIJKHEID Omvang van de stad + De tabel is een gestileerde weergave van de uitkomsten uit de modellen waarmee de mate van overlast & onveiligheid in de steden wordt verklaard. Een + betekent dat die factor positief samenhangt met de mate van overlast en onveiligheid (hoe hoger de waarde van die factor, hoe meer overlast en onveiligheid dus). Een - betekent dat die factor negatief samenhangt met overlast en onveiligheid (hoe hoger de waarde van die factor, hoe minder overlast en onveiligheid dus). Bron: G.A. Marlet, M. Bosker, C.M.C.M. van Woerkens, 2008: De schaal van de stad. Stadsspecifieke kansen en problemen, en de schaal waarop ze spelen (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). + 23
26 Uit statistische analyses blijkt dat de samenstelling en sociaal-economische positie van de bevolking een belangrijke verklaring biedt voor de problemen op het gebied van overlast en onveiligheid. Steden met veel langdurige werklozen en een hoge jeugdwerkloosheid hebben over het algemeen te maken met meer overlast en onveiligheid. Ook steden waar veel jongeren tussen 10 en 19 jaar wonen, kennen vaak meer problemen. Het gebrek aan hogere inkomensgroepen, zelfstandigen, gezinnen met kinderen en ouderen is ook niet goed voor de stad, waarschijnlijk door de samenbindende werking die van die bevolkingsgroepen uitgaat. Het gaat hier overigens uitdrukkelijk om een statistische analyse van gemiddelden, niet van individuen. Op basis van die analyse mag de conclusie worden getrokken dat een buurt met veel langdurige werklozen (om die reden) te maken heeft met meer overlast. De conclusie die niet getrokken mag worden, is dat iedere langdurig werkloze per se overlast veroorzaakt. De indicatoren die in tabel 2.1 zijn opgesomd, hebben niet allemaal hetzelfde gewicht. De sociaal-economische compositie van de bevolking blijkt bijvoorbeeld zwaar te wegen in het verklaren van problemen op het gebied van overlast en onveiligheid. Hardnekkige werkloosheid in de stad leidt dus tot problemen, ongeacht de vraag of die werklozen autochtoon of allochtoon zijn. Bovenop die sociaal-economische achtergrond van de problemen blijken ook culturele aspecten nog een rol te spelen. Antillianen of Marokkanen in de buurt zorgen over het algemeen voor meer overlast, bovenop de extra overlast die ze al veroorzaken omdat ze meer dan gemiddeld werkloos zijn. Daarbij gaat het niet alleen om het aantal Antillianen of Marokkanen in de buurt zelf, maar in de omgeving (het zogenoemde ruimtelijke gemiddelde). Kennelijk veroorzaken die groepen juist niet alleen in de eigen woonomgeving problemen, maar ook daar net buiten. Van alle directe indicatoren voor de mate van sociale samenhang, verenigingsgraad en participatiegraad in de stad blijkt alleen de indicator saamhorigheid een verklaring te bieden voor de leefbaarheidssituatie. De indicator saamhorigheid geeft aan of mensen vinden dat ze in een buurt wonen met veel saamhorigheid. Indicatoren die de feitelijke contacten tussen wijk- en buurtgenoten aangeven, zoals participatie- en verenigingsgraad, hangen niet significant samen met leefbaarheid. Dat resultaat kan tot de conclusie leiden dat die sociale samenhang in het kader van leefbaarheid minder belangrijk is dan vaak wordt gedacht. 24
27 Naast bevolkingskenmerken biedt ook een aantal fysieke aspecten een verklaring voor leefbaarheidsproblemen. Zo blijken zich in wijken met veel flats en veel sociale woningbouw meer problemen voor te doen, maar ook in de zogenoemde bloemkoolwijken de wijken met woonerfjes die eind jaren zeventig, begin jaren tachtig gebouwd zijn. Daar is de onoverzichtelijkheid en anonimiteit waarschijnlijk een reden voor overlast. Ook zijn er rond cafés, scholen en winkels meetbaar meer problemen. Het feit dat een wijk in een grote stad ligt is tot slot op zich al reden voor meer overlast en onveiligheid. Dat laatste heeft te maken met de anonimiteit en lagere pakkans in steden en met het feit dat er in steden over het algemeen meer te halen valt dan in dorpen. De vraag is vervolgens welke van die achtergronden ook daadwerkelijk een verklaring bieden voor de leefbaarheidsproblemen, of het ontbreken daarvan, in Purmerend. De figuren 2.3 en 2.4 tonen de achtergronden van de problemen in Purmerend. De figuren laten zien welke categorie factoren een meer dan gemiddelde verklaring biedt voor de omvang van de problemen op het gebied van overlast en onveiligheid. De x-as geeft het gemiddelde van de G27 of de overige groeikernen weer. Hoe verder het staafje boven die x-as uitsteekt hoe belangrijker de categorie is voor het verklaren van de problemen op het gebied van overlast en onveiligheid in Purmerend. Tot slot blijft een onverklaard deel over: het residu. 25
28 Figuur 2.3 De achtergronden van de leefbaarheidsproblemen in Purmerend, vergeleken met de G27, ,5% 0,0% -0,5% -1,0% overlast en onveiligheid agglomeratie & stedelijkheid arbeidsparticipatie bevolkingssamenstelling economie (zelfstandigen) woonomgeving residu -1,5% -2,0% -2,5% -3,0% De donkere staaf laat zien in welke mate de overlast en onveiligheid (de hierboven besproken samengestelde index) in Purmerend afwijkt van het gemiddelde van de G27. De overige staafjes laten zien hoe die afwijking te verklaren is. Staafje omhoog: biedt belangrijke verklaring voor overlast en onveiligheid. Staafje naar beneden: biedt een belangrijke verklaring voor het ontbreken van overlast en onveiligheid. Figuur 2.4 De achtergronden van de leefbaarheidsproblemen in Purmerend, vergeleken met de overige groeikernen, ,5% 1,0% 0,5% 0,0% -0,5% -1,0% overlast en onveiligheid -1,5% agglomeratie & stedelijkheid arbeidsparticipatie bevolkingssamenstelling economie (zelfstandigen) woonomgeving residu -2,0% -2,5% -3,0% Idem, maar dan in vergelijking met de overige groeikernen ipv de G27. 26
29 Uit de figuren blijkt allereerst dat de mate van overlast en onveiligheid in Purmerend zoals gezegd minder groot is dan gemiddeld in de G27. Dat is aangegeven met de meest linker, donkere staaf. Die gunstige afwijking wordt verklaard door de omvang van Purmerend (grotere steden hebben alleen om die reden over het algemeen al meer onveiligheid) en omdat de werkloosheid er relatief laag is. Op basis van de bevolkingssamenstelling (veel jongeren) en de woonomgeving (veel sociale huur) zouden in Purmerend juist meer problemen dan gemiddeld in de Nederlandse steden (G27) verwacht mogen worden. Dat aantal jongeren tussen 10 en 19 jaar is in Purmerend overigens kleiner dan in veel andere groeikernen, hetgeen de belangrijkste verklaring biedt voor de gunstige afwijking te opzichte van die benchmark op het gebied van overlast en onveiligheid (zie figuur 2.4). Tot slot laat het rechterstaafje in figuren zien dat de gunstige leefbaarheidsscore van Purmerend voor een belangrijk deel niet te verklaren is uit de indicatoren uit het model. Dat betekent dat er specifiek lokale omstandigheden zijn die ervoor zorgen dat er in de stad minder problemen zijn. Succesvol lokaal veiligheidsbeleid zou een van die factoren kunnen zijn. 27
30 3 Arbeidsparticipatie in Purmerend Werkloosheid is over het algemeen een belangrijke verklaring voor toekomstige overlast en onveiligheid in een stad. Maar ook in andere opzichten is werkloosheid problematisch voor de stad, zowel financieel, economisch als in het kader van het welzijn van de bevolking. In dit hoofdstuk wordt de arbeidsparticipatie onder de bevolking van Purmerend dan ook nader in kaart gebracht en geanalyseerd. 3.1 Aard van de arbeidsparticipatie In de onderstaande figuur is allereerst een aantal algemene indicatoren opgenomen die iets zeggen over de totale werkloosheid in Purmerend. Vervolgens zijn indicatoren opgenomen die de beste verklaring bieden voor de (toekomstige) mate van overlast en onveiligheid in de stad: jeugdwerkloosheid en langdurige werkloosheid. Die laatste indicatoren zijn zelfstandig opgenomen en in combinatie met de mate waarin een stad in een economisch kansrijke omgeving ligt. Die interactie tussen werkloosheid en een economisch kansrijke omgeving wordt de kruitvatindicator genoemd, omdat die indicator de beste aanwijzing biedt voor mensen die uit frustratie over hun economische achterstandspositie geneigd zijn overlast en onveiligheid te veroorzaken. De kruitvatindicator is in feite de werkloosheid gecorrigeerd voor de beschikbaarheid van banen. Het is met andere woorden het deel van de werkloosheid dat niet kan worden verklaard door het gebrek aan banen. Ofwel: de gegeven de beschikbaarheid van banen onnodige werkloosheid. 13 Tot slot is ook een indicator opgenomen voor de mate waarin de sociaaleconomische achterstanden zich in enkele wijken in de stad concentreren: de segregatie van langdurige werklozen. 13 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de kruitvatindicator: G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2008: Werk aan de wijk, in: Atlas voor gemeenten 2008, thema leefbaarheid (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). 28
31 Figuur 3.1 Werkloosheid in Purmerend in vergelijking met de G27, 2007 Kruitvatindicator langdurige werkloosheid segregatie langdurige werkloosheid langdurige werkloosheid Kruitvatindicator jeugdwerkloosheid jeugdwerkloosheid bijstandsniveau werkloosheid De figuur toont de afwijking van het gemiddelde van de G27. Hoe verder het staafje naar rechts wijst hoe hoger de score ten opzichte van de G27. Hoe verder het staafje naar links wijst, hoe lager. Met groen en rood is aangegeven of de score op basis van het ANALYSEMODEL VOOR DE STAD als relatief gunstig of ongunstig moet worden gekwalificeerd. Bronnen: Atlas voor gemeenten (1, 3, 4), CWI (2,5), CBS (6, 7) 29
32 Figuur 3.2 Werkloosheid in Purmerend in vergelijking met de overige groeikernen, 2007 Kruitvatindicator langdurige werkloosheid segregatie langdurige werkloosheid langdurige werkloosheid Kruitvatindicator jeugdwerkloosheid jeugdwerkloosheid bijstandsniveau werkloosheid De figuur toont de afwijking van het gemiddelde van de overige groeikernen. Hoe verder het staafje naar rechts wijst hoe hoger de score ten opzichte van de overige groeikernen. Hoe verder het staafje naar links wijst, hoe lager. Met groen en rood is aangegeven of de score op basis van het ANALYSEMODEL VOOR DE STAD als relatief gunstig of ongunstig moet worden gekwalificeerd. Bronnen: Atlas voor gemeenten (1, 3, 4), CWI (2,5), CBS (6, 7) 30
33 De werkloosheid en de langdurige werkloosheid zijn in Purmerend over het algemeen lager dan gemiddeld in de G27. Alleen de jeugdwerkloosheid is iets hoger dan gemiddeld in de andere steden. Jeugdwerkloosheid is hier gedefinieerd als het aantal werkloze jongeren van 15 tot en met 24 jaar (bron: CWI) als percentage van de potentiële beroepsbevolking van die leeftijd (bron: Atlas obv data CBS). Het gaat hier in totaliteit om een groep van 126 werkloze jongeren (per 1 januari 2008). Als Purmerend echter wordt vergeleken met andere groeikernen blijkt niet alleen de jeugdwerkloosheid hoger te zijn dan gemiddeld in de andere groeikernen., maar blijkt ook de langdurige werkloosheid (langer dan 3 jaar, bron: CWI) hoger te zijn dan gemiddeld. Bovendien is die langdurige werkloosheid sterker dan gemiddeld in andere new towns geconcentreerd in enkele delen van de stad (ruimtelijke segregatie). De jeugdwerkloosheid is in vergelijking met andere new towns bovendien iets hoger dan op basis van de beschikbaarheid van banen nodig zou moeten zijn (de kruitvatindicator). 3.2 Achtergronden van arbeidsparticipatie Wat zijn de achtergronden van die werkloosheid in Purmerend? De onderstaande tabel laat op gestileerde wijze de resultaten zien van modelschattingen waarmee de langdurige werkloosheid gemiddeld genomen in Nederlandse steden wordt verklaard. De tabel geeft aan of een bepaalde factor er toe doet bij het verklaren van de langdurige werkloosheid, bovenop de verklaring die de andere factoren in de tabel al bieden. Alleen de significant verklarende factoren uit het best verklarende, meest robuuste, model zijn getoond. De uitkomsten uit tabel 3.1 worden later (figuur 3.3) vertaald naar de situatie in Purmerend. Uit de modellen blijkt dat steden met veel kansen op de arbeidsmarkt minder langdurige werkloosheid kennen dan steden die hun bewoners geen gunstige (regionale) arbeidsmarkt kunnen bieden. Kansen op de arbeidsmarkt zijn gemeten voor zowel hoog- als laagopgeleiden door de hoeveelheid geschikte banen op acceptabele reisafstand te tellen en die te corrigeren voor andere mensen die om die banen concurreren. Daarnaast biedt een gunstig economisch tij in de regio en in de stad (ofwel: de afwezigheid van economische tegenspoed als een fabriekssluiting), afgemeten aan de werkgelegenheidsgroei, een extra stimulans in het terugdringen van de langdurige werkloosheid. De wijkeconomie en de 31
34 sectorale structuur van de werkgelegenheid in de stad blijken geen significante verklaring te bieden voor de werkloosheid. Tabel 3.1 Wat verklaart de langdurige werkloosheid in eenstad? Samenhang met langdurige werkloosheid ECONOMIE Kansen op de arbeidsmarkt laagopgeleiden - Kansen op de arbeidsmarkt voor hoogopgeleiden - Werkgelegenheidsgroei in de regio - Werkgelegenheidsgroei in de stad - BEVOLKINGSSAMENSTELLING Aandeel jarigen + Aandeel jarigen - Aandeel jarigen + Aandeel jarigen - Aandeel eenoudergezinnen + Aandeel Turken + Aandeel Marokkanen + Aandeel Antillianen + Aandeel overige niet-westerse allochtonen - Aandeel laagstopgeleiden + (t/m lager voorbereidend onderwijs) Aandeel vrouwen + OVERLAST & ONVEILIGHEID Problematische woonomgeving + WOONOMGEVING Aandeel sociale huur + De tabel is een gestileerde weergave van de uitkomsten uit de modellen waarmee de langdurige werkloosheid in de steden wordt verklaard. Een + betekent dat die factor positief samenhangt met werkloosheid (hoe hoger de waarde van die factor, hoe meer werkloosheid). Een - betekent dat die factor negatief samenhangt met werkloosheid. Bron: G.A. Marlet, M. Bosker, C.M.C.M. van Woerkens, 2008: De schaal van de stad. Stadsspecifieke kansen en problemen, en de schaal waarop ze spelen (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). Behalve de vraagkant van de arbeidsmarkt is vanzelfsprekend ook de aanbodkant van belang. Steden met relatief veel jongeren kennen minder langdurige werkloosheid, terwijl steden met veel mensen in de leeftijd dat ze jonge kinderen hebben veelal een hoger percentage langdurig werklozen herbergen. Daarnaast worden steden met een hoog percentage jarigen minder geplaagd door een hoog werkloosheidspercentage en kennen steden met veel ouderen juist weer meer langdurige werkloosheid. 32
35 Verder hangt de etnische samenstelling van de bevolking in de stad sterk samen met het aandeel langdurig werklozen. Steden met een groter aandeel Turken, Marokkanen of Antillianen kennen veelal een hogere langdurige werkloosheid. In steden met een groot aandeel overige niet-westerse allochtonen is de langdurige werkloosheid echter juist lager. Een ander resultaat dat reeds de nodige aandacht geniet in kringen van beleidsmakers, is het effect van het aandeel eenoudergezinnen op de langdurige werkloosheid in de stad. Met betrekking tot het effect van het opleidingsniveau van de bevolking op de arbeidsparticipatie zijn er twee opvallende uitkomsten. Het aandeel laagstopgeleiden in de stad, ofwel mensen met hoogstens een diploma in het lager voorbereidend onderwijs, is positief gerelateerd aan het aandeel langdurig werklozen. Tussen hoogopgeleiden en middelbaar opgeleiden bestaat daarentegen geen significant verschil: het aandeel middelbaar opgeleiden is niet significant van invloed op de langdurige werkloosheid. Ook als iemand in een problematische omgeving woont, 14 verhoogt dit de kans om werkloos te zijn, hoewel de richting van de causaliteit hier problematisch is. Het aandeel sociale huurwoningen in de stad is bovendien positief gecorreleerd met het aandeel langdurig werklozen. Uit onderzoek van het CPB blijkt dat de arbeidsmobiliteit onder mensen in een sociale huurwoning lager is dan normaal omdat zij geïnvesteerd hebben in een plek op de wachtlijst voor een goedkope sociale huurwoning. Hierdoor zijn zij minder snel bereid om voor werk te verhuizen omdat zij hiermee mogelijk hun recht op een goedkope woning verspelen. De onderstaande figuur laat zien hoe de modeluitkomsten uitpakken voor Purmerend. De langdurige werkloosheid is in Purmerend zoals gezegd lager dan gemiddeld in de G27 (het donkere staafje in figuur 3.3). De belangrijkste verklaring voor de lage langdurige werkloosheid 15 ligt in de economische kansen die Purmerend biedt, met name als gevolg van de bereikbaarheid van banen vanuit Purmerend (zie hoofdstuk 4). Ook de etnische (weinig Turken en Marokkanen) samenstelling van de bevolking is in Purmerend een reden voor de lagere langdurige werkloosheid dan gemiddeld in de G Definitie uit: G.A. Marlet, C.M.C.M. van Woerkens, 2007: Op weg naar Early Warning. Omvang, oorzaak en ontwikkeling van problemen in de wijk (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). 15 Ten opzichte van andere new towns is de langdurige werkloosheid in Purmerend juist hoger dan gemiddeld, maar in deze analyse is de vergelijking met de G27 gebruikt. Ten opzichte van het gemiddelde van die G27 is de langdurige werkloosheid in Purmerend relatief laag. 33
36 Er is maar één factor op basis waarvan in Purmerend een hogere dan gemiddelde langdurige werkloosheid verwacht zou mogen worden: de sociale samenstelling van de bevolking, en dan vooral het grote aantal éénoudergezinnen (zie figuur 5.1). Die factor is ook de enige plausibele verklaring voor de relatief hoge jeugdwerkloosheid in Purmerend ten opzichte van de andere groeikernen. Hierbij dient nogmaals opgemerkt te worden dat het hierbij in absolute termen om een kleine groep werkloze jongeren gaat. Figuur 3.3 De achtergronden van de langdurige werkloosheid in Purmerend, vergeleken met de G27, ,8% 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% -0,2% -0,4% langdurige werkloosheid -0,6% -0,8% -1,0% economie (arbeidsmarkt) bevolkings- samenstelling (demografisch) bevolkings- samenstelling (sociaal) bevolkings- samenstelling (etnisch) woonomgeving residu -1,2% De staafjes tonen de afwijking van het gemiddelde van de G27. De donkere staaf laat zien in welke mate de langdurige werkloosheid in de stad afwijkt van het gemiddelde van de G27. De overige staafjes laten zien hoe die afwijking te verklaren is. staafje omhoog: biedt belangrijke verklaring voor langdurige werkloosheid staafje naar beneden: biedt een belangrijke verklaring voor afwezigheid langdurige werkloosheid In en vanuit Purmerend zijn relatief veel banen te bereiken voor zowel jongeren, laagopgeleiden als hoogopgeleiden (zie tabel 3.2). Het aantrekken van extra werkgelegenheid is naar verwachting dan ook niet het meest effectieve middel om de (jeugd-) werkloosheid te bestrijden. Daarvoor lijken maatregelen die gericht zijn op de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt meer geijkt. Daarbij kan het zowel gaan om de fysieke aansluiting (maatregelen gericht op bereikbaarheid van de bestaande werklocaties buiten de gemeente) als om de kwalitatieve aansluiting 34
37 (maatregelen gericht op het kennis- en vaardighedenniveau van de beroepsbevolking). Tabel 3.2 Wat zijn de kansen op de arbeidsmarkt voor de inwoners van Purmerend? Kansen op de arbeidsmarkt (in banen per inwoner) Kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt (in banen per jongere) Kansen voor hoogopgeleiden op de arbeidsmarkt (in banen per hoogopgeleide) Kansen voor laagopgeleiden op de arbeidsmarkt (in banen per laagopgeleide) Purmerend 0,983 1,006 0,934 1,076 0,968 0,942 0,931 1,038 Gemiddelde NL 35
38 4 De economie van Purmerend De vraagkant van de arbeidsmarkt (de beschikbaarheid van banen) blijkt over het algemeen een belangrijke verklaring te bieden voor de kans dat een inwoner van een stad werkloos is, maar in Purmerend bleek dat ondanks de beschikbaarheid van werk voortal de jeugdwerkloosheid relatief hoog is. De beschikbaarheid van banen is ook van invloed op de aantrekkingskracht van de stad op hoger opgeleiden en mensen uit de midden- en hogere inkomengroepen. De economische situatie in (de omgeving van) de stad is dus van groot belang voor de (toekomstige) ontwikkeling van een stad op allerlei terreinen. In dit hoofdstuk wordt de economische situatie van Purmerend geschetst en verklaard. 4.1 Aard van de economische situatie De indicatoren aan de hand waarvan de economische situatie in Purmerend in kaart wordt gebracht zijn niet zomaar gekozen. Ze zijn afgeleid uit de modellen die ten grondslag liggen aan het ANALYSEMODEL VOOR DE STAD en die een verklaring bieden voor de bevolkingssamenstelling, de werkloosheid en de mate van overlast en onveiligheid in de stad. De beschikbaarheid van banen en het effect van files daarop blijkt een belangrijke verklaring te bieden voor de bevolkingssamenstelling van een stad. De kansen op de arbeidsmarkt voor de inwoners van de stad, een combinatie van de beschikbaarheid van banen en het aantal mensen dat om die banen concurreert, is een uiterst belangrijke determinant van werkloosheid. Ook het aantal zelfstandigen in de stad blijkt belangrijk te zijn voor de mate van overlast en onveiligheid. Daarom is Purmerend in onderstaande figuur op die indicatoren vergeleken met het gemiddelde van de G27. 36
39 Figuur 4.1 De economie van Purmerend banen files kansen kansen (laagopgeleid) kansen (hoogopgeleid) kansen (jongeren) groei regio groei stad zelfstandigen starters De figuur toont de afwijking van het gemiddelde van de G27. Hoe verder het staafje naar rechts wijst hoe hoger de score ten opzichte van de G27. Hoe verder het staafje naar links wijst, hoe lager. Met groen en rood is aangegeven of de score op basis van het ANALYSEMODEL VOOR DE STAD als relatief gunstig of ongunstig moet worden gekwalificeerd. Jaren: 2007 (1, 2, 9, 10), 2007 (3,4,5,6), (7 en 8) Bronnen: Atlas voor gemeenten (1 t/m 6), CBS (7 t/m 9), Kamers van Koophandel (10) 37
40 De economische situatie van Purmerend is op het eerste gezicht positief. Er zijn voor de inwoners van Purmerend relatief veel kansen op een baan, zowel voor hoog- als voor laagopgeleiden. Ook jongeren hebben relatief veel kans op een baan, maar desondanks kampt Purmerend met een hoge jeugdwerkloosheid, zo bleek uit het vorige hoofdstuk. De werkgelegenheidsgroei (bron: CBS/EWL/Walvis) is in Purmerend groter dan gemiddeld in de G27, alleen starten minder mensen dan gemiddeld een eigen bedrijf. Er is echter ook een reden voor zorg. De kansen op werk zijn weliswaar relatief groot, maar de files s ochtends de stad uit en s avonds de stad in frustreren de bereikbaarheid van banen meer dan gemiddeld. Vooral de files rond Amsterdam veroorzaken dat (zie kaart 4.1). Die files hebben er nog niet toe geleid dat de kansen op werk voor de inwoners van Purmerend gering zijn. De trend is echter ongunstig want de filedruk is de laatste jaren meer dan gemiddeld toegenomen (zie figuur 4.2). Die filedruk is uitgedrukt in het aantal potentiële banen dat als gevolg van files voor de inwoners van Purmerend niet meer binnen acceptabele tijd te bereiken is. 16 De laatste jaren zijn op die manier steeds meer potentiële banen voor Purmerend verloren gegaan. Als die trend zich doorzet kan dat de beschikbaarheid van werk voor de inwoners van Purmerend verder frustreren waardoor de werkloosheid zal toenemen. Maar dat niet alleen, die files betekenen ook dat Purmerend als woonstad voor een toenemend aantal mensen geen goed alternatief is, vooral voor hoogopgeleide tweeverdieners (power couples) die vanuit hun woonplaats hun beider carrièrekansen willen optimaliseren door op een plek te gaan wonen van waaruit een groot en (sectoraal) gevarieerd banenaanbod te bereiken is. In hoofdstuk 5 word verder ingegaan op het belang van de bereikbaarheid van banen voor de aantrekkingskracht van de stad. Overigens kampen de meeste andere new towns ook met dit probleem, en dezelfde negatieve trend (zie figuur 4.2). Dat komt omdat de toenemende bevolking in die gemeenten voor een toename van het gebruik van de wegen s ochtends de stad uit en s avonds de stad in hebben gezorgd, zonder dat de investeringen aan die wegen daarmee gelijke tred hebben gehouden. De prognose is dat op basis van het nu geplande investeringsniveau tot 2015 de situatie in de meeste new towns, waaronder Purmerend, tot 2015 verder zal verslechteren (zie kaart 4.2). 16 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de methode: C.M.C.M. van Woerkens, G.A. Marlet, 2005: De bereikbaarheid van gemeenten, in: Atlas voor gemeenten 2005 (Stichting Atlas voor gemeenten, Utrecht). 38
Stadsfoto 2008 LEIDEN
Stadsfoto 2008 LEIDEN Stadsfoto Leiden 2008 Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Atlas voor gemeenten,
Nadere informatieWijkWijzer Deel 1: de problemen
WijkWijzer Deel 1: de problemen Ondiep, Utrecht overlast dronken mensen overlast door drugsgebruik overlast jongeren vernieling openbare werken rommel op straat overlast van omwonenden auto-inbraak fietsendiefstal
Nadere informatieKanskaart voor Lunetten. de wijkproblematiek in kaart gebracht
Kanskaart voor Lunetten de wijkproblematiek in kaart gebracht Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Atlas
Nadere informatieFoto regio Drechtsteden. Afdruk 2011
Foto regio Drechtsteden Afdruk 2011 Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Atlas voor gemeenten, Utrecht,
Nadere informatieStadsfoto Ede. Afdruk 2010
Stadsfoto Ede Afdruk 2010 Deze STADSFOTO is uitgevoerd in opdracht van de Provincie Gelderland, en maakt onderdeel uit van de Vijfde Gelderse Stedenmonitor: De Gelderse Stad. (Atlas voor gemeenten, Utrecht,
Nadere informatieStadsfoto Wageningen. Concept 19 oktober 2010
Stadsfoto Wageningen Concept 19 oktober 2010 Deze STADSFOTO is uitgevoerd in opdracht van de Provincie Gelderland, en maakt onderdeel uit van de Vijfde Gelderse Stedenmonitor: De Gelderse Stad. Dertien
Nadere informatieStadsfoto Doetinchem. Afdruk 2010
Stadsfoto Doetinchem Afdruk 2010 Deze STADSFOTO is uitgevoerd in opdracht van de Provincie Gelderland, en maakt onderdeel uit van de Vijfde Gelderse Stedenmonitor: De Gelderse Stad. Dertien Gelderse steden
Nadere informatieStadsfoto Zaltbommel. Concept 29 september 2010
Stadsfoto Zaltbommel Concept 29 september 2010 Deze STADSFOTO is uitgevoerd in opdracht van de Provincie Gelderland, en maakt onderdeel uit van de Vijfde Gelderse Stedenmonitor: De Gelderse Stad. Dertien
Nadere informatieFoto van de Drechtsteden
Foto van de Drechtsteden Raadscommissie ABZ 3 september 2012 Sjoerd Veerman Rien Val 1 De aantrekkingskracht van de Drechtsteden Gerard Marlet 6 maart 2012 The paradox of urban triumph bereikbaarheid banen
Nadere informatieDe waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013
De waarde van de Academie Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013 Een stad met een Academie heeft meer 1,8% Aantal kunstenaars als percentage van de bevolking 18 Aanbod galerieën per 100.000 inwoners 1,6%
Nadere informatieDe waarde van winkels
De waarde van winkels Gerard Marlet Nederlandse Raad Winkelcentra 20 januari 2015 Smart people, strong cities (Cpb) aandeel hoogopgeleiden 50,9% tot 79,2% 46,5% tot 50,9% 39,8% tot 46,5% 37,7% tot 39,8%
Nadere informatieOnderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019
Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019 Thema groei en krimp - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl
Nadere informatieOnderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek
Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl
Nadere informatieOnderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 18 mei Utrecht.
Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2017 Thema geluk De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 18 mei 2017 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl
Nadere informatieLeiden in de Atlas voor gemeenten 2014
Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2014 Samenvatting Dit jaar is het thema van de Atlas Economie & Arbeidsmarkt.
Nadere informatieOnderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water. De positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 juni Utrecht.
Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2016 Thema Water De positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 29 juni 2016 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200
Nadere informatieLeeswijzer bij de Wijkwijzer. Causaal model
Leeswijzer bij de Wijkwijzer In de Wijkavijzer wordt de rdatieve leefbaarheids- en veiligheidspositie van en in de wijk in kaart gebracht. Bovendien wordt inzicht geboden in de achtergronden van die leefbaarheids-
Nadere informatieLeiden in de Atlas voor gemeenten 2015
Beleidsonderzoek & Analyse BOA Feitenblad draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden in de Atlas voor gemeenten 2015 Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 17 jaar de 50
Nadere informatieKING thema 1: Veiligheid. Methodologische verantwoording
KING thema 1: Veiligheid Methodologische verantwoording Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Atlas voor
Nadere informatieLeiden 2018 Atlas voor gemeenten
Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden 2018 Atlas voor gemeenten Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 20 jaar de 50 grootste stedelijke
Nadere informatieAtlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht
Atlas voor gemeenten 2014: de positie van Utrecht een notitie van Onderzoek 6 juni 2014 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet
Nadere informatieDordrecht in de Atlas 2013
in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is
Nadere informatieGerard Marlet, Roderik Ponds, Clemens van Woerkens. Cultuurkaart Amersfoort
Gerard Marlet, Roderik Ponds, Clemens van Woerkens Cultuurkaart Amersfoort Eindredactie en opmaak: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl
Nadere informatieCultuur in stad en provincie. De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht
Cultuur in stad en provincie De culturele positie van de stad en de provincie Utrecht Cultuur in stad en provincie Eindredactie en opmaak: M Tekst & Beeld, Bunnik Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506
Nadere informatieAtlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.
Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht notitie van Onderzoek www.onderzoek.utrecht.nl mei 2013 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl internet
Nadere informatieLeefbaarheid in Breda
Leefbaarheid in Breda Rapport november 2008 Gerard Marlet Clemens van Woerkens Atlas voor gemeenten is eind december 2003 opgericht door Gerard Marlet en Clemens van Woerkens, voormalig onderzoekers van
Nadere informatieDeel III Ranglijsten
Deel III Ranglijsten Atlas voor gemeenten 00 Ranglijsten Woonaantrekkelijkheidsindex Positie op de woonaantrekkelijkheidsindex (00) 0 0 0 0 mermeer 0 Sociaal-economische index Sociaal-economische positie
Nadere informatieOnderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018
Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2018 Thema cultuur - De positie van Utrecht uitgelicht Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl @onderzoek030
Nadere informatieWaar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016
Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet Gerard Marlet 11 oktober 2016 De triomf van de stad... 400.000 Prijs standaardwoning (in euro's) 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 Gemiddelde van
Nadere informatieCultuurkaart &OTDIFEF
Cultuurkaart Eindredactie en opmaak: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Atlas voor
Nadere informatieBELEIDSONDERZOEK Leidenincijfers draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
BELEIDSONDERZOEK Leidenincijfers draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden 2016 Atlas voor gemeenten Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 18 jaar de 50 grootste stedelijke
Nadere informatieAtlas voor gemeenten 2012:
BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2012: de positie van Utrecht notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Mei 2012 Colofon uitgave Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs-
Nadere informatieKING-thema 2: Arbeidsparticipatie
Gerard Marlet, Roderik Ponds, Clemens van Woerkens KING-thema 2: Arbeidsparticipatie Methodologische verantwoording Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl
Nadere informatieToelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s:
Toelichting gegevens waarstaatjegemeente.nl bij de thema s: - Jeugd en Jeugdhulpverlening - Onderwijs Oktober 2015 Ctrl/BI C. Hogervorst Het beeld dat bij dit thema naar voren komt past bij een grotere
Nadere informatieParticipatiewijzer Enschede
Gerard Marlet, Roderik Ponds Clemens van Woerkens, Rutger Zwart Participatiewijzer Enschede 19 december 2014 Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl
Nadere informatieBIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart
BIJLAGEN Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie Sociaal en Cultureel Rapport 2008 Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, december 2008 Bijlage
Nadere informatieTrickle down in de stad
Trickle down in de stad Roderik Ponds (RUG/Atlas) ponds@atlasvoorgemeenten.nl Gerard Marlet (RUG/Atlas) Harry Garretsen (RUG) Clemens van Woerkens (Atlas) & de steden Arnhem, Delft, Haarlem, Leeuwarden
Nadere informatieCultuur in Zoetermeer
Gerard Marlet Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl I www.atlasvoorgemeenten.nl Dit onderzoek is uitgevoerd op verzoek van en met
Nadere informatieDe ruimtelijke variatie in de relatie tussen voorzieningen en omvang is groot. Dit wijst op grote verschillen in preferenties.
De aanwezigheid van de meeste voorzieningen in gemeenten is grosso modo naar rato van de bevolkingsomvang. Dit geldt echter niet voor theaters en bibliotheken: die zijn sterk ondervertegenwoordigd in grote
Nadere informatieHet belang van Cultuurstad Groningen
Gerard Marlet, Roderik Ponds, Clemens van Woerkens Het belang van Cultuurstad Groningen 23 december 2011 Het belang van cultuurstad Groningen Eindredactie: Sanne Terpstra Atlas voor gemeenten Postbus
Nadere informatieAtlas voor Gemeenten 2012
Juni 2012 Atlas voor Gemeenten 2012 Leiden is een aantrekkelijke woonstad: we bezetten evenals vorig jaar de 9e positie van de 50 grootste gemeenten van Nederland. Een stad is aantrekkelijk om te wonen
Nadere informatieAtlas voor gemeenten 2011:
BestuursBestuurs- en Concerndienst Atlas voor gemeenten 2011: de positie van Utrecht en de waarde van cultuur voor de stad notitie van Bestuursinformatie www.onderzoek.utrecht.nl Juni 2011 Colofon uitgave
Nadere informatieWoningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017
Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties woningen woningen. Provincie Drenthe Assen 67.700 31.400 Woningvoorraad 32.900 33.700 33.700 Tussenwoning 448 16,7 166.000
Nadere informatieElseviers Beste gemeenten / Atlas voor Gemeenten
Beleidsonderzoek en Geo Informatie Elseviers Beste gemeenten / Atlas voor Gemeenten Op zoek naar aanknopingspunten voor beleid Er bestaan inmiddels vele benchmarkonderzoeken, waarin gemeenten met elkaar
Nadere informatieAnalyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014
Analyse vraaghuurprijzen kantoorruimte 2012-2014 Kantorenmarkt uit balans De situatie op de Nederlandse kantorenmarkt is zeer ongunstig. Het aanbod van kantoorruimte ligt structureel op een zeer hoog niveau
Nadere informatieNaar een analysemodel voor de stad
Naar een analysemodel voor de stad Modelontwikkeling en mogelijke toepassingen Gerard Marlet Clemens van Woerkens Stichting Atlas voor gemeenten is eind december 2003 opgericht door Gerard Marlet en Clemens
Nadere informatieRegionale arbeidsmarktprognose
Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".
Nadere informatieCultuur in Leiden. De culturele positie van Leiden en het effect daarvan op de aantrekkingskracht van de stad
Cultuur in Leiden De culturele positie van Leiden en het effect daarvan op de aantrekkingskracht van de stad Cultuur in Leiden Eindredactie en opmaak: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten Postbus
Nadere informatieGerard Marlet, Roderik Ponds, Clemens van Woerkens. Cultuurkaart Leeuwarden
Gerard Marlet, Roderik Ponds, Clemens van Woerkens Cultuurkaart Leeuwarden Eindredactie en opmaak: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl
Nadere informatieAbsoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar
Bijlage 1. Landelijke gegevens De gegevens over het schooljaar 2014-2015 zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons op de leerplichttelling bedroeg
Nadere informatieGerard Marlet Clemens van Woerkens, Roderik Ponds. Cultuurkaart Enschede
Gerard Marlet Clemens van Woerkens, Roderik Ponds Cultuurkaart Enschede Eindredactie en opmaak: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl
Nadere informatieRegionale arbeidsmarktprognose
Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden
Nadere informatieWoningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016
Woningen 2017 Provincie / Steden Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties Aantal inwoners 2016 Aantal woningen 2016 Woningvoorraad/ huishoudens/inwoners 2020 2025 Koopwoningen Aantal verkochte
Nadere informatieAtlas voor Gemeenten 2013
Juni 2013 Atlas voor Gemeenten 2013 is een aantrekkelijke woonstad. We bezetten, na 2 jaar lang de 9 e te hebben bekleed, de 11 e van de 50 grootste gemeenten van Nederland. Aangezien de waarden dicht
Nadere informatieGeachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon
Directoraat-Generaal Wonen Directie Strategie Kennisontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 30941 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 GX Den Haag der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus 20018 2500 EA
Nadere informatieBijlage verzuimcijfers
Bijlage cijfers 1. Landelijke cijfers De cijfers over het schooljaar - zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons van gemeenten bedroeg dit jaar
Nadere informatieGerard Marlet & Roderik Ponds. Scoren in Spangen. Bijlage bij het hoofdrapport: MKBA Spangen ex-post Maatschappelijke baten van tien jaar investeren
Gerard Marlet & Roderik Ponds Scoren in Spangen Bijlage bij het hoofdrapport: MKBA Spangen ex-post Maatschappelijke baten van tien jaar investeren Eindredactie: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieBinnensteden en hun bewoners
Binnensteden en hun bewoners 11 Bert Raets Publicatiedatum CBS-website: 23 september 211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader voorlopig cijfer x
Nadere informatieLeiden 2017 Atlas voor gemeenten
Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leiden 2017 Atlas voor gemeenten Samenvatting De Atlas voor Gemeenten vergelijkt al 19 jaar de 50 grootste stedelijke
Nadere informatieHoe leefbaar is Leiden? Leiden in de Atlas voor Gemeenten
Hoe leefbaar is Leiden? & Leiden in de Atlas voor Gemeenten Colofon Serie Statistiek 2010/06 juni 2010 Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) Afdeling Strategie en Onderzoek Gemeente Leiden tel: 071 516 5123
Nadere informatieOUTCOMEMONITOR WIJKENAANPAK 2015
Kees Leidelmeijer Gerard Marlet Roderik Ponds Eva Broxterman René Schulenberg Clemens van Woerkens Research en Advies Research en Advies 2 INHOUD 1 Inleiding 5 2 Overall beeld leefbaarheid aandachtswijken
Nadere informatieJaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1
Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,
Nadere informatieHET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030
Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model
Nadere informatieDe Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015
De Meerjarige aanvullende uitkering 2013 t/m 2015 Utrecht, 12 februari 2013 Martin Heekelaar, tel 06-23152767 Ad Baan, tel 06-55364740 1 Gemeenten kunnen (feitelijk: moeten) een MAU aanvragen als: Voldoen
Nadere informatieHET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030
Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model
Nadere informatieRobots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen
Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen AMSTERDAM - Het aantal banen dat verloren gaat aan automatisatie is nog steeds kleiner dan de vraag naar werknemers van vlees en bloed. Het aantal vacatures
Nadere informatieDE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING
DEMOGRAFISCH PROFIEL SURINAMERS IN NEDERLAND Op een studiedag voor het Surinaams Inspraak Orgaan in juni 2011 heeft Prof. dr. Chan Choenni een inleiding verzorgd over de demografie van de Surinaamse gemeenschap
Nadere informatieDe staat van steden en dorpen
Research en Advies De staat van steden en dorpen Gerard Marlet Roderik Ponds Clemens van Woerkens De begeleidingscommissie bestond uit Sinisa Boksic, Ben Geurts en Ferdi Schild (allen Ministerie van BZK),
Nadere informatieRotterdamse schoolverlaters op achterstand
Relatief zwakke perspectieven voor lager opgeleiden Rotterdamse schoolverlaters op achterstand Arjen Edzes, Marten Middeldorp en Jouke van Dijk - Rijksuniversiteit Groningen. Schoolverlaters in Rotterdam
Nadere informatieUrbanisatie-effecten en vastgoedwaardeontwikkeling: Human Capital = Capital Growth. Richard Buytendijk, MSc, MSRE
Urbanisatie-effecten en vastgoedwaardeontwikkeling: Human Capital = Capital Growth Richard Buytendijk, MSc, MSRE Research, ASR Vastgoed Vermogensbeheer Even voorstellen.. - achtergrond sociale geografie
Nadere informatieFYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN
FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN 1. BETERE WONINGVOORRAAD DOOR MEER VARIATIE IN WONINGEN 1A RAPPORTCIJFER WONING OUD KRISPIJN meetmomenten: 1x 2 jaar NIEUW KRISPIJN DORDT WEST 7,3 7,4 7,4 7,6 7,2 7,2
Nadere informatieBuurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5
Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in
Nadere informatieGerard Marlet Clemens van Woerkens, Roderik Ponds. Cultuurkaart Weert
Gerard Marlet Clemens van Woerkens, Roderik Ponds Cultuurkaart Weert Eindredactie en opmaak: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl
Nadere informatieToelichting Basismonitor gemeente Groningen (prototype)
Toelichting Basismonitor gemeente Groningen (prototype) In ontwikkeling Deze site en app is nog in ontwikkeling. Uw reactie gebruiken we graag om hem te verbeteren. Reageer via de knop Contact rechtsboven
Nadere informatieverdeelmodel 2018 Aanleiding datum 23 januari 2018 gemeente Leidschendam-Voorburg, ministerie SZW aan SEO Economisch Onderzoek van
Notitie Aanvullende analyse uitkomsten verdeelmodel 2018 datum 23 januari 2018 aan van auteurs gemeente Leidschendam-Voorburg, ministerie SZW SEO Economisch Onderzoek Sandra Vriend & Caren Tempelman Rapportnummer
Nadere informatieCultuurkaart Amersfoort
Cultuurkaart Amersfoort Atlas voor gemeenten houdt zich bezig met (ruimtelijk-)economisch onderzoek, en stelt zich daarbij onder andere ten doel de verschillen tussen Nederlandse wijken, steden en regio
Nadere informatieBijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013
Bijlagen Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Leefbaarheid woonbuurt Bijlage 2.1a: Rapportcijfers voor de leefbaarheid in de buurt naar wijken, 2001-2013 Bijlage 2.1b: Rapportcijfers voor de woonomgeving naar
Nadere informatieVergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32
Vergelijking discriminatiemeldingen 2012 binnen de G32 Toelichting Benadrukt dient te worden dat de discriminatiecijfers van de G32 onderling moeilijk vergelijkbaar zijn. Als een bepaalde gemeente (op
Nadere informatieParticipatiewijzer Enschede
Gerard Marlet, Roderik Ponds Clemens van Woerkens, Rutger Zwart Participatiewijzer Enschede 19 oktober 2015 Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F 030 2656439 E info@atlasvoorgemeenten.nl
Nadere informatieEen aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:
Ruim zestien jaar is er ervaring met het bevorderen van leefbaarheid in de wijken in Dordrecht via wijkbeheer. Leefbaarheid in wijken heeft veel dimensies. Enkele trefwoorden zijn: schoon, heel, veilig,
Nadere informatieOverzichtsrapport SER Gelderland
Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl
Nadere informatieWoningmarktrapport 3e kwartaal 2015. Gemeente Rotterdam
Woningmarktrapport 3e kwartaal 215 Gemeente Rotterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 9 Aantal verkocht 8 7 6 5 4 3 2 1 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 4e kwartaal
Nadere informatieDe leefbaarometer.nl ontwikkeling van de leefsituatie 1998-2010 in Amersfoort
De leefbaarometer.nl ontwikkeling van de leefsituatie 1998-2010 in Amersfoort Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal augustus 2011 De Leefbaarometer.nl is een instrument dat is ontworpen om voor heel Nederland
Nadere informatieWoningmarktrapport - 4e kwartaal 2012. Gemeente Amsterdam
Woningmarktrapport - 4e kwartaal 212 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 18 aantal verkocht 16 14 12 1 8 6 4 2 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement
Nadere informatieOntwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)
Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller
Nadere informatieWoonaantrekkelijkheidsscan Delft 2011 Opgesteld door Bureau Louter
Woonaantrekkelijkheidsscan 2011 Opgesteld door Bureau Louter Bureau Louter juni 2011 Auteurs: Peter Louter (Bureau Louter) Pim van Eikeren (Bureau Louter) Bureau Louter Rotterdamseweg 183c 2629 HD Telefoon:
Nadere informatievoor gemeenten Economie & Arbeidsmarkt Gerard Marlet Clemens van Woerkens de 50 grootste gemeenten van Nederland op 50 punten vergeleken
Atlas 2014 voor gemeenten de 50 grootste gemeenten van Nederland op 50 punten vergeleken Economie & Arbeidsmarkt Gerard Marlet Clemens van Woerkens Atlas voor gemeenten 2014 De samenstellers streven naar
Nadere informatieBijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag
Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID
Nadere informatieWoningmarktrapport 4e kwartaal 2015. Gemeente Amsterdam
Woningmarktrapport 4e kwartaal 215 Gemeente Amsterdam Aantal verkochte woningen naar type (NVM) 3 Aantal verkocht 25 2 15 1 5 Tussenwoning Hoekwoning Twee onder één kap Vrijstaand Appartement 1e kwartaal
Nadere informatieArbeidsmarktontwikkelingen 2016
- Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna
Nadere informatieCRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS
CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS Om tot de ProductRating Prijs te komen heeft MoneyView de gemiddelde marktpositie van elk product berekend over 28.368 fictieve klantprofielen. Deze klantprofielen
Nadere informatieBestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas
Bestandsbeschrijving WOON - CBS in de Klas April 2014 Het bestand WoON is een subset uit het Woon Onderzoek Nederland (WoON). Het WoON meet bij één persoon van 18 jaar of ouder in een huishouden een groot
Nadere informatiePlatform Detailhandel Nederland 1 van 7. Gemeente. Emmen
Gemeenten moeten vaart maken met rooftassenverbod Uit onderzoek van het Platform Detailhandel Nederland naar de 50 grootste gemeenten blijkt dat in slechts 13 plaatsen de winkeliers gesteund worden met
Nadere informatieSociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014
in Houten Burgerpeiling 2014 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Houten Projectnummer 598 / 2015 Samenvatting Goede score voor Sociale Kracht in Houten Houten scoort over het algemeen goed als
Nadere informatieBEVOLKINGSGROEI VERGELEKEN
31 mei 2016 KERNCIJFERS BUNNIK BEVOLKINGSOPBOUW De grafiek geeft de bevolkingspiramide voor Bunnik in 2013 weer. Iedere staaf representeert een leeftijdsklasse en toont het percentage dat deze leeftijdsklasse
Nadere informatieDatum 6 november 2015 Bekostigingssystematiek gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid
>Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Nadere informatieGroei en krimp: de Drechtsteden
Gerard Marlet Groei en krimp: de Drechtsteden Naar een realistische woonambitie voor de Drechtsteden Eindredactie: Nadine van den Berg Atlas voor gemeenten Postbus 9627 3506 GP UTRECHT T 030 2656438 F
Nadere informatieDe staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG
De staatssecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Mevrouw drs. C.I.J.M Ross-van Dorp, Postbus 20350 2500 EJ DEN HAAG Bijlagen 3 Inlichtingen bij Uw kenmerk GVM2522185 Dossier/volgnummer 55807A-051
Nadere informatieBuurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9
Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in
Nadere informatie