de uitzendkracht en de WIA

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "de uitzendkracht en de WIA"

Transcriptie

1 1044 de uitzendkracht en de WIA PHILIP DE JONG TOM EVERHARDT MAARTJE GIELEN ONDERZOEK IN OPDRACHT VAN DE STICHTING ARBO FLEXBRANCHE SEPTEMBER 2013 Ape

2 de uitzendkracht en de WIA Philip de Jong, Tom verhardt, Maartje Gielen Ape rapport nr Aarts De Jong Wilms Goudriaan Public Economics bv (APE) Website: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt via druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. ii Ape

3 Inhoud 1 INLEIDING 1 2 WIA-AANVRAGEN NAAR UITKOMST, HERKOMSTGROEP EN JAAR Inleiding Ontwikkeling van de aanvraagpopulatie, Samenstelling van de aanvraagpopulatie naar uitkomst claimbeoordeling Uitkomst WIA-aanvragen naar kenmerk en herkomstgroep Bevindingen 32 3 DETERMINANTEN VAN WIA-TOEKENNING Inleiding Analyse van de WIA-toekenningskans bij uitzendkrachten en werknemers Analyse van de WIA-toekenningskans bij de andere vangnetgroepen Bevindingen 45 4 DE IVA-KANS Inleiding WIA-toekenningen naar kenmerk en WIA-categorie Determinanten van duurzaamheid Bevindingen 60 5 UITSTROOMKANSEN EN RE-INTEGRATIETRAJECTEN VANUIT WGA VAN UITZENDKRACHTEN Inleiding Transities vanuit WGA en de inzet van trajecten Determinanten van transities Bevindingen 70 6 SAMENVATTING & CONCLUSIES Samenvatting van de bevindingen Conclusies 75 Ape iii

4

5 1 INLEIDING Aanleiding In dit rapport doen wij verslag van een onderzoek naar de samenstelling van de WIA-claimbeoordelingspopulatie en van de WIA-populatie, naar vijf herkomstgroepen: (vaste) werknemers, uitzendkrachten, eindedienstverbanders, WW ers en overige vangnetters 1. De aanleiding voor dit onderzoek is de bijzondere positie van vangnetters in het algemeen, en van uitzendkrachten in het bijzonder, zoals gebleken is in recent onderzoek naar de omvang, samenstelling en ontwikkeling van de groep niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikten de zogenoemde WGA populatie. 2 In die groep zijn vangnetters oververtegenwoordigd. Voor een deel blijkt dit te komen doordat vangnetters een geringere kans hebben door te stromen naar de IVA-populatie de groep die duurzaam volledig arbeidsongeschikt is. Het onderhavige onderzoek richt zich echter niet alleen op toelating tot de IVA maar allereerst op toekenning van een WIA-uitkering in het algemeen. Bovendien is de focus niet zozeer gericht op vangnetters als geheel maar specifiek op uitzendkrachten in vergelijking met werknemers en andere vangnetters. Data We belichten hier de bijzondere positie van de arbeidsongeschikte uitzendkrachten in vergelijking met werknemers en met de andere vangnetgroepen. We doen dit aan de hand van twee administratieve bestanden die UWV ter beschikking stelde. Het eerste bestand bevat alle WIA-aanvragen die tussen 1 april 2007 en 30 juni 2011 tot een claimbeoordeling geleid hebben. Het tweede bestand omvat de WIA-toekenningen vanaf 1 april 2007 tot 1 januari Aan dat bestand zijn enkele extra uitkerings- en claimbeoordelingsgegevens gekoppeld, zoals een meer gedetailleerde diagnoseverdeling, het maatmanuurloon, de maatmanuren per week, de aanwezigheid van een dienstverband en de aanwezigheid van een urenbeperking. 1 2 Overige vangnetters omvatten bijzondere groepen voor wie de werkgever is vrijgesteld van loondoorbetaling bij ziekte, zoals vrouwen die ten gevolge zwangerschap of bevalling ziek gemeld zijn, arbeidsgehandicapten en orgaandonors. De Jong, Everhardt & Schrijvershof, Duurzaam niet-duurzaam?, APE-rapport 967, Den Haag, Ape 1

6 Onderzoeksvragen Aan de hand van deze data belichten wij de positie van uitzendkrachten voor en na de poort van de WIA door antwoord te geven op de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de kenmerken van uitzendkrachten die bij de poort van de WIA komen en hoe verschillen die van de andere herkomstgroepen? 2. Wat is de kans dat een uitzendkracht een WIA-uitkering krijgt toegekend en door welke kenmerken wordt die kans bepaald? Hoe verschilt die kans voor een uitzendkracht met bepaalde kenmerken van iemand uit een andere herkomstgroep met dezelfde kenmerken? 3. Als een uitzendkracht volledig arbeidsongeschikt verklaard wordt wat is dan de kans dat hij een IVA-toekenning krijgt en door welke kenmerken wordt die kans bepaald? Hoe verschillen de IVA-kans en de kenmerken die bepalend zijn voor die kans tussen de verschillende herkomstgroepen? 4. Wat is de kans dat een uitzendkracht vanuit WGA overgaat naar de WGA groep of herstelt, en waardoor worden die kansen bepaald? Wat is de invloed van de inzet van een reintegratietraject? Leeswijzer In de volgende hoofdstukken beantwoorden we de vier onderzoeksvragen in volgorde van opkomst. In hoofdstuk 6 vatten we de bevindingen samen. Om dit rapport niet te belasten met een beschrijving van het stelsel en de uitvoering van de WIA verwijzen we hiervoor naar het rapport Duurzaam niet-duurzaam? het onderzoek naar de groep WGA dat op 11 juni 2013 aan de Tweede Kamer is aangeboden. 2 Ape

7 2 WIA-AANVRAGEN NAAR UITKOMST, HERKOMSTGROEP EN JAAR 2.1 Inleiding Dit hoofdstuk is gewijd aan een beantwoording van de eerste onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van uitzendkrachten naar uitkomst van de WIA-claimbeoordeling en hoe verschillen die kenmerken van andere herkomstgroepen? We kijken eerst naar de ontwikkeling van de aanvraagpopulatie naar herkomstgroep over de periode die door de UWV data gedekt wordt. Die periode begint in april 2007, omdat daarvoor in de uitkeringsadministratie geen onderscheid gemaakt werd naar herkomstgroep. De aan ons ter beschikking gestelde data lopen tot juli Vervolgens maken we geen onderscheid meer naar jaar maar beschouwen we de aanvraagpopulatie al geheel. Dit betreft personen die een claimbeoordeling hebben gehad. Voor deze groep laten we eerst (in par. 2.3) de verdeling van herkomstgroepen naar uitslag van de claimbeoordeling zien en vervolgens (in par. 2.4) kruisen we steeds per herkomstgroep de uitslag tegen een bepaald kenmerk, zoals leeftijd, opleiding en diagnose. In paragraaf 2.5 vatten we de bevindingen samen. 2.2 Ontwikkeling van de aanvraagpopulatie, De aanvraagpopulatie is tussen 2007 en 2011 verschoven van werknemers naar vangnetters: het aandeel van de eindedienstverbanders is toegenomen van 17% naar 27% en het aandeel van de werknemers nam af van 55% naar 50%. De ontwikkeling van deze aandelen is mede het resultaat van de omvang van de verzekerde populatie: zo is de toename bij eindedienstverbanders voor een deel toe te schrijven aan een afname van het aantal vaste dienstverbanden en van ontslagen en bedrijfssluitingen als gevolg van de financiële crisis. Ape 3

8 Figuur 2.1 Samenstelling WIA-aanvraagpopulatie naar herkomstgroep, a a 2007 betreft de periode april-december; 2011 betreft de periode januari-juni. Ditzelfde speelt een rol bij het aandeel uitzendkrachten: de afname tussen 2010 en 2011 is voor een deel toe te schrijven aan de krimp in het aantal uitzenduren. Daarbij geldt dat schokken op de arbeidsmarkt met een vertraging van anderhalf à twee jaar doorwerken op de WIA-aanvragen. In 2011 worden dus pas de gevolgen van de crisis van 2009 merkbaar. Op zich is het aandeel van uitzendkrachten in het totaal aan WIA aanvragers met 6% niet groot. Wel is dit aandeel meer dan twee keer zo groot als hun aandeel in het WIA-verzekerde deel van de beroepsbevolking. Uitzendkrachten hebben dus, evenals andere vangnetgroepen een hoger dan gemiddelde kans om bij de poort van de WIA terecht te komen. 2.3 Samenstelling van de aanvraagpopulatie naar uitkomst claimbeoordeling Uitzendkrachten krijgen vaker dan de andere herkomstgroepen te maken met een afwijzing van een aanvraag voor en WIA uitkering. Voor een deel zal dit te maken hebben met hun relatief jonge leeftijd (zie ook de tabellen 2.2 tot en met 2.6). Werknemers en WW ers krijgen het vaakst een WIA- 4 Ape

9 toekenning. Bij toekenning worden vangnetgroepen meer dan gemiddeld niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikt verklaard. Met name uitzendkrachten en overige vangnetters komen minder dan gemiddeld in de IVA. Uitzendkrachten krijgen ook minder vaak dan gemiddeld een gedeeltelijke WGA uitkering toegekend. Dit kan te maken hebben met een laag loon of een kleine baan die minder ruimte laat voor toekenning van een gedeeltelijke uitkering. Tabel 2.1 Uitslag claimbeoordeling naar herkomstgroep, aanvragen van 1 april 2007 t/m 30 juni 2011, n= Aantal Percentage Uitzendkrachten 52,7 7,4 33,5 6,3 100, ,5 Werknemers 40,4 14,0 28,4 17,2 100, ,7 Eindedienstverbanders 43,4 12,5 35,6 8,4 100, ,2 Zieke WW ers 40,6 11,2 35,3 12,9 100, ,4 Overige vangnetters 48,8 12,6 32,5 6,0 100, ,2 Totaal 47,8 11,2 29,2 11, ,0 2.4 Uitkomst WIA-aanvragen naar kenmerk en herkomstgroep Leeftijd Uitzendkrachten die een WIA-aanvraag doen zijn aanmerkelijk jonger dan de andere herkomstgroepen, met uitzondering van de overige vangnetters waarin zwangerschaps- en bevallingsziekten domineren. Van de WIAaanvragers die als uitzendkracht werkten is 37% ouder dan 45. Bij eindedienstverbanders is dit percentage 43, bij werknemers 63 en bij WW ers 62. Verder laten de uitslagcategorieën zich rangschikken naar gemiddelde leeftijd: de groep die wordt afgewezen is gemiddeld het jongste, dan komt de groep WGA en dan de gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA 35-80). De IVA-groep is het oudst. Ape 5

10 Tabel 2.2 Percentage uitzendkrachten naar leeftijdscategorie en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Afwijzing WGA WGA IVA 15 t/m 24 6,6 3,9 6,7 2,6 6,2 25 t/m 34 26,5 23,8 29,0 9,5 26,1 35 t/m 44 33,0 29,8 28,9 21,9 30,7 45 t/m 54 25,6 27,4 26,7 30,3 26,4 55 t/m 64 8,3 15,1 8,7 35,7 10,7 Tabel 2.3 Percentage werknemers naar leeftijdscategorie en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Afwijzing WGA WGA IVA 15 t/m 24 2,0 0,8 1,6 0,4 1,5 25 t/m 34 16,2 10,7 13,8 3,8 12,6 35 t/m 44 26,8 22,2 24,2 11,7 22,9 45 t/m 54 35,1 37,1 37,0 34,9 35,9 55 t/m 64 19,8 29,2 23,5 49,2 27,2 6 Ape

11 Tabel 2.4 Percentage eindedienstverbanders naar leeftijdscategorie en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= t/m 24 6,6 3,1 5,6 2,1 5,4 25 t/m 34 24,3 20,5 24,1 9,0 22,5 35 t/m 44 30,9 28,0 29,2 16,7 28,7 45 t/m 54 27,7 29,8 28,3 32,9 28,6 55 t/m 64 10,6 18,7 12,7 39,2 14,8 Tabel 2.5 Percentage zieke WW ers naar leeftijdscategorie en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= t/m 24 1,2 0,8 1,3 0,2 1,1 25 t/m 34 14,6 9,4 13,6 3,3 12,2 35 t/m 44 29,3 21,2 25,8 8,9 24,6 45 t/m 54 32,6 35,2 33,1 22,7 31,8 55 t/m 64 22,3 33,4 26,2 65,0 30,4 Tabel 2.6 Percentage overige vangnetters naar leeftijdscategorie en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= t/m 24 6,6 4,3 6,6 2,2 6,1 25 t/m 34 47,5 36,5 46,1 18,8 43,9 35 t/m 44 29,1 28,4 27,2 19,9 27,8 45 t/m 54 9,9 14,9 11,0 23,0 11,7 55 t/m 64 7,0 16,0 9,1 36,0 10,5 Ape 7

12 2.4.2 Sekse Onderstaande tabellen laten de volgende patronen zien: uitzendkrachten die aan de poort van de WIA komen zijn vaker man dan de overige herkomstgroepen. Een algemeen patroon is dat mannen minder vaak worden afgewezen en vaker gedeeltelijk, of duurzaam volledig arbeidsongeschikt verklaard worden. Het hogere afwijzingspercentage van uitzendkrachten kan dus niet aan de verdeling naar sekse liggen. Tabel 2.7 Percentage uitzendkrachten naar sekse en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Afwijzing WGA WGA IVA Man 60,3 63,4 55,6 71,1 59,6 Vrouw 39,7 36,6 44,5 28,9 40,4 Tabel 2.8 Percentage werknemers naar sekse en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Afwijzing WGA WGA IVA Man 44,9 53,3 42,5 52,5 46,7 Vrouw 55,1 46,7 57,5 47,5 53,3 Tabel 2.9 Percentage eindedienstverbanders naar sekse en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Afwijzing WGA WGA IVA Man 48,1 55,8 48,1 57,3 49,8 Vrouw 51,9 44,2 51,9 42,7 50,2 8 Ape

13 Tabel 2.10 Percentage zieke WW ers naar sekse en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Man 47,7 58,2 49,3 63,0 51,4 Vrouw 52,3 41,8 50,7 37,1 48,6 Tabel 2.11 Percentage overige vangnetters naar sekse en uitslag WIAclaimbeoordeling, n=7.439 Man 18,6 33,4 21,4 57,5 23,7 Vrouw 81,4 66,6 78,7 42,5 76,3 Omdat overige vangnetters bij de poort van de WA kunnen komen als gevolg van, onder meer, ziekten die samenhangen met zwangerschap en bevalling is daar het aandeel vrouwen substantieel groter dan bij de andere herkomstgroepen. Ape 9

14 2.4.3 Opleiding Uitzendkrachten die een WIA-uitkering aanvragen hebben gemiddeld een lagere opleiding dan de andere herkomstgroepen: 23% heeft VWO of hoger. Bij werknemers is dat percentage 43; bij eindedienstverbanders 36; bij WW ers 30 en bij de overige vangnetters 39. Ook hier zien we een vast patroon in het opleidingsniveau naar uitslagcategorie: gedeeltelijk arbeidsongeschikten zijn hoger opgeleid dan de degenen die in de beide andere categorieën terechtkomen. De opleiding wordt door UWV geregistreerd als een WIA-aanvrager benutbare mogelijkheden heeft. Degenen zonder benutbare mogelijkheden zijn hier dus buiten beschouwing gelaten. Tabel 2.12 Percentage uitzendkrachten naar opleiding en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n=8.800 LO, of LBO/MAVO niet afgerond 40,9 35,3 45,9 46,3 41,8 VMBO/MBO basis 36,0 36,3 33,1 36,8 35,4 MBO/HAVO/VWO 20,1 22,4 18,4 13,8 19,6 HBO / WO 3,0 6,0 2,7 3,1 3,2 Tabel 2.13 Percentage werknemers naar opleiding en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= LO, of LBO/MAVO niet afgerond 22,2 16,8 30,2 31,8 24,4 VMBO/MBO basis 35,9 28,5 30,3 33,7 32,7 MBO/HAVO/VWO 31,7 34,0 26,5 22,3 29,6 HBO / WO 10,2 20,8 13,0 12,2 13,3 10 Ape

15 Tabel 2.14 Percentage eindedienstverbanders naar opleiding en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= LO, of LBO/MAVO niet afgerond 28,8 19,6 32,7 39,7 29,1 VMBO/MBO basis 37,9 29,0 32,7 32,0 34,7 MBO/HAVO/VWO 26,8 32,9 25,2 21,6 27,0 HBO / WO 6,5 18,5 9,3 6,7 9,2 Tabel 2.15 Percentage zieke WW ers naar opleiding en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= LO, of LBO/MAVO niet afgerond 37,5 25,8 40,7 40,1 37,0 VMBO/MBO basis 35,3 28,5 30,7 32,2 32,7 MBO/HAVO/VWO 22,1 30,0 21,6 22,0 23,0 HBO / WO 5,2 15,8 7,1 5,7 7,3 Tabel 2.16 Percentage overige vangnetters naar opleiding en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n=5.482 LO, of LBO/MAVO niet afgerond 27,9 16,9 29,9 32,4 26,8 VMBO/MBO basis 35,5 31,3 33,0 32,4 34,1 MBO/HAVO/VWO 30,0 37,8 27,5 25,2 30,4 HBO/WO 6,7 14,0 9,6 9,9 8,7 Ape 11

16 2.4.4 Maatmanuurloon Het maatmanuurloon is het (uur) loon dat als grondslag dient voor de berekening van de uitkering. Meestal is het gelijk aan het feitelijke uurloon. Soms worden bijzondere vergoedingen die in het feitelijke uurloon zitten weggelaten bij de berekening van het maatmanuurloon. Zoals Tabel 2.27 laat zien heeft ruim 17% van de uitzendkrachten een uurloon van meer dan 15 euro. Bij werknemers is dat bijna 51% en bij de andere drie vangnetgroepen heeft tussen de 26 en 31% een uurloon van meer dan 15 euro. De uitzendkrachten zijn dus de minst verdienende categorie. Ook binnen de afzonderlijke WIA-klassen zijn de uitzendkrachten degenen die het minste verdienen. Tabel 2.17 Percentage uitzendkrachten naar uurloon en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= ,50 tot 8,00 1,0 0,5 1,1 0,7 0,9 8,00 tot 15,00 84,8 60,8 83,6 73,4 81,7 15,00 tot 20,00 13,4 26,3 13,0 21,4 14,9 Meer dan 20,00 0,9 12,4 2,3 4,5 2,5 Tabel 2.18 Percentage werknemers naar uurloon en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= ,50 tot 8,00 0,4 0,1 0,3 0,2 0,3 8,00 tot 15,00 56,1 27,8 53,4 50,9 49,2 15,00 tot 20,00 31,0 35,3 26,9 28,4 30,5 Meer dan 20,00 12,5 36,8 19,4 20,5 20,0 12 Ape

17 Tabel 2.19 Percentage eindedienstverbanders naar uurloon en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= ,50 tot 8,00 1,3 0,2 1,1 0,3 1,0 8,00 tot 15,00 77,0 41,5 68,0 66,3 68,3 15,00 tot 20,00 18,4 30,8 19,7 20,7 20,9 Meer dan 20,00 3,3 27,5 11,2 12,8 9,8 Tabel 2.20 Percentage zieke WW ers naar uurloon en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= ,50 tot 8,00 1,1 0,3 1,1 0,5 0,9 8,00 tot 15,00 78,8 38,9 68,4 64,0 68,7 15,00 tot 20,00 16,9 28,0 19,0 22,7 19,7 Meer dan 20,00 3,2 32,8 11,5 12,9 10,7 Tabel 2.21 Percentage overige vangnetters naar uurloon en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= ,50 tot 8,00 2,1 2,2 3,0 6,6 2,5 8,00 tot 15,00 80,0 47,1 70,1 57,2 71,2 15,00 tot 20,00 14,6 25,3 16,4 18,7 17,0 Meer dan 20,00 3,3 25,5 10,5 17,5 9,3 Ape 13

18 In deze uurloonverdeling is geen rekening gehouden met inflatie: de koopkracht van 15 euro in 2007 is gelijk aan 16,50 euro in Na correctie voor inflatie daalt het aandeel van degenen die meer dan 15 euro per uur verdienen bij uitzendkrachten van 17% naar 11% en bij werknemers van 50% naar 42%. De daling bij de overeenkomstige herkomstgroepen is overeenkomstig Maatmanuren per week Maatmanuren (per week) worden op dezelfde wijze bepaald als het maatmanloon. Het levert een indicator voor het feitelijke aantal uren dat iemand (gewoonlijk) werkt. Van de uitzendkrachten die een claimaanvraag doen werkt de meerderheid (55%) 32 uur of meer per week. Dat is bijna gelijk aan werknemers en overige vangnetters en minder dan de twee andere vangnetgroepen. Zo werkt bijna 54% van de arbeidsongeschikte werknemers 32 uur of meer, 61% van de eindedienstverbanders, 64% van de WW ers en 54% van de overige vangnetters. Tabel 2.22 Percentage uitzendkrachten naar uren per week en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n=9.714 Tot 12 uur 7,6 3,1 21,5 22,7 11,8 12 tot 20 uur 8,1 1,8 7,0 5,5 7,1 20 tot 32 uur 27,9 24,0 23,3 21,8 26,0 32 tot 40 uur 40,0 46,5 32,4 34,9 38,2 40 uur of meer 16,4 24,5 15,9 15,1 16,9 14 Ape

19 Tabel 2.23 Percentage werknemers naar uren per week en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= Tot 12 uur 20,9 8,1 17,7 23,4 18,1 12 tot 20 uur 9,5 3,5 9,9 10,2 8,6 20 tot 32 uur 20,2 18,7 20,9 17,5 19,8 32 tot 40 uur 36,5 51,1 37,6 34,9 39,2 40 uur of meer 12,9 18,6 13,9 14,0 14,3 Tabel 2.24 Percentage eindedienstverbanders naar uren per week en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= Tot 12 uur 8,5 2,6 19,5 21,1 11,7 12 tot 20 uur 8,5 2,0 6,9 8,3 7,1 20 tot 32 uur 22,8 17,7 19,0 18,1 20,6 32 tot 40 uur 42,7 50,3 37,9 35,7 41,9 40 uur of meer 17,5 27,4 16,7 16,8 18,7 Ape 15

20 Tabel 2.25 Percentage zieke WW ers naar uren per week en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= Tot 12 uur 7,0 2,5 18,3 20,0 11,4 12 tot 20 uur 7,4 2,4 5,8 5,5 6,1 20 tot 32 uur 21,5 16,3 16,6 15,1 18,6 32 tot 40 uur 46,0 53,0 40,9 41,7 44,8 40 uur of meer 18,1 25,9 18,3 17,8 19,2 Tabel 2.26 Percentage overige vangnetters naar uren per week en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n=6.138 Tot 12 uur 10,3 4,9 21,2 23,8 13,2 12 tot 20 uur 9,9 2,4 8,2 6,3 8,1 20 tot 32 uur 28,0 17,3 22,7 17,5 24,4 32 tot 40 uur 36,0 41,3 32,1 24,7 35,1 40 uur of meer 15,8 34,1 15,8 27,7 19, Sector Tachtig procent van de uitzendkrachten die zich bij de poort van de WIA melden is afkomstig uit de uitzendsector. Omgekeerd geldt dit voor 3% van de werknemers, bij wie de gezondheidszorg de grootste sector is. Eindedienstverbanders komen voor 7% uit de uitzendsector en WW ers voor 16%. 16 Ape

21 Tabel 2.27 Percentage uitzendkrachten naar uren per week en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Bouw/hout/landbouw 2,1 2,0 1,6 2,5 2,0 Industrie 2,8 1,4 2,4 2,9 2,6 Winkelbedrijf 2,9 3,2 3,1 3,2 3,0 Transport 1,7 2,5 1,9 1,2 1,8 Financiële dienstverlening 2,7 3,3 2,9 1,9 2,7 Uitzendbedrijven 79,6 80,7 81,0 78,4 80,1 Gezondheidszorg 2,7 2,5 2,4 3,5 2,6 Overheid 0,9 0,8 0,8 1,0 0,9 Overige bedrijven 4,5 3,6 4,0 5,4 4,3 Tabel 2.28 Percentage werknemers naar uren per week en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Bouw/hout/landbouw 9,7 10,1 8,5 9,6 9,4 Industrie 11,6 12,5 10,7 11,5 11,4 Winkelbedrijf 13,6 10,8 13,8 12,7 13,1 Transport 6,5 6,6 5,4 6,5 6,2 Financiële dienstverlening 8,6 13,0 9,6 9,5 9,6 Uitzendbedrijven 4,2 1,6 2,7 1,7 3,0 Gezondheidszorg 21,4 16,6 20,1 19,4 20,0 Overheid 12,1 19,4 13,5 13,8 13,8 Overige bedrijven 12,4 9,6 15,7 15,5 13,4 Ape 17

22 Tabel 2.29 Percentage eindedienstverbanders naar uren per week en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Bouw/hout/landbouw 9,8 10,1 8,9 9,9 9,5 Industrie 11,4 13,3 11,9 12,4 11,9 Winkelbedrijf 17,5 14,9 16,8 15,1 16,7 Transport 7,2 9,1 7,5 8,8 7,7 Financiële dienstverlening 11,9 17,0 13,2 12,0 13,0 Uitzendbedrijven 7,8 5,8 6,9 6,0 7,1 Gezondheidszorg 13,2 12,8 12,8 12,9 13,0 Overheid 4,3 6,8 5,5 4,8 5,1 Overige bedrijven 17,0 10,1 16,5 18,0 16,0 Tabel 2.30 Percentage zieke WW ers naar uren per week en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Bouw/hout/landbouw 9,0 10,1 9,2 10,7 9,4 Industrie 11,7 13,9 12,4 16,3 12,8 Winkelbedrijf 16,1 14,3 15,4 13,8 15,3 Transport 5,4 5,8 5,4 6,6 5,6 Financiële dienstverlening 9,9 17,0 11,3 13,1 11,6 Uitzendbedrijven 17,3 11,4 16,9 13,1 15,9 Gezondheidszorg 11,0 10,6 10,5 9,6 10,6 Overheid 4,2 6,9 4,5 4,1 4,6 Overige bedrijven 15,5 10,1 14,3 12,7 14,1 18 Ape

23 Tabel 2.31 Percentage overige vangnetters naar uren per week en uitslag WIA-claimbeoordeling, n=7.417 Bouw/hout/landbouw 7,5 12,7 7,1 15,1 8,5 Industrie 7,3 8,2 6,6 9,9 7,4 Winkelbedrijf 19,3 16,2 19,0 14,2 18,5 Transport 4,7 4,2 4,9 8,1 4,9 Financiële dienstverlening 11,1 18,1 12,8 13,1 12,7 Uitzendbedrijven 13,8 8,2 11,8 2,7 11,8 Gezondheidszorg 16,2 15,4 16,0 11,1 15,7 Overheid 4,0 6,7 4,1 4,1 4,4 Overige bedrijven 16,2 10,3 17,7 21,7 16, Diagnose Onder uitzendkrachten die een WIA-uitkering aanvragen komen aandoeningen aan het bewegingsapparaat vaker voor dan bij de andere herkomstgroepen. Dit is echter ook de diagnosegroep die het vaakst geconfronteerd wordt met een afwijzing. Niet-duurzaam volledige arbeidsongeschiktheid wordt relatief vaak veroorzaakt door psychische aandoeningen. Zo bestaat bij uitzendkrachten de populatie WGA voor meer dan de helft (51%) uit mensen met psychische klachten. Dit geldt ook voor eindedienstverbanders. Om welke specifieke aandoeningen het daarbij gaat, komt in par.4.2 aan de orde. Bij degenen die een IVA-toekenning krijgen zijn hart- en vaatziekten of kanker het vaakst de medische oorzaak van hun duurzaam volledige arbeidsongeschiktheid. Een IVA-uitkering wordt uitsluitend toegekend aan degenen die geen uitzicht (meer) hebben op een medische behandeling die hun functionele capaciteiten kan vergroten. Deze strenge regel is bepalend voor het diagnosepatroon dat de IVA-groep, in afwijking van de andere categorieën, kenmerkt. Ape 19

24 Tabel 2.32 Percentage uitzendkrachten naar diagnose en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Hart- vaatziekten of kanker 8,7 14,8 11,5 42,2 12,3 Psychisch 30,9 38,0 51,3 17,3 37,5 Bewegingsapparaat 48,9 34,8 25,2 23,4 38,2 Overig 11,5 12,4 12,0 17,0 12,1 Tabel 2.33 Percentage werknemers naar diagnose en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Hart- vaatziekten of kanker 15,3 31,6 23,4 58,2 27,4 Psychisch 20,8 25,8 35,5 9,3 23,7 Bewegingsapparaat 40,4 27,3 26,8 15,0 30,2 Overig 23,5 15,4 14,3 17,5 18,7 Tabel 2.34 Percentage eindedienstverbanders naar diagnose en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Hart- vaatziekten of kanker 9,1 16,5 13,9 47,8 15,0 Psychisch 38,0 45,4 50,4 17,1 41,6 Bewegingsapparaat 41,4 26,4 23,3 20,4 31,2 Overig 11,5 11,8 12,5 14,7 12,2 20 Ape

25 Tabel 2.35 Percentage zieke WW ers naar diagnose en uitslag WIAclaimbeoordeling, n= Hart- vaatziekten of kanker 10,4 16,9 14,0 44,3 16,8 Psychisch 38,3 43,8 48,0 15,3 39,4 Bewegingsapparaat 39,4 26,9 25,2 22,1 30,6 Overig 11,9 12,5 12,9 18,3 13,1 Tabel 2.36 Percentage overige vangnetters naar diagnose en uitslag WIAclaimbeoordeling, n=7.288 Hart- vaatziekten of kanker 6,0 12,0 10,5 40,9 10,4 Psychisch 37,4 39,3 52,4 16,8 41,4 Bewegingsapparaat 40,5 34,6 23,3 22,6 32,9 Overig 16,1 14,2 13,8 19,7 15, Benutbare mogelijkheden De eerste stap in de claimbeoordeling is de verzekeringsgeneeskundige beoordeling van de benutbare mogelijkheden (belastbaarheid) van de WIAaanvrager. Als mensen op het moment van claimbeoordeling geen benutbare mogelijkheden hebben dan blijft arbeidskundig onderzoek achterwege. De afwezigheid van benutbare mogelijkheden betekent logischerwijs dat iemand volledig arbeidsongeschikt is. Maar zoals de hiernavolgende tabellen laten zien zegt dit niets over de duurzaamheid. Zo heeft de IVAgroep in meerderheid benutbare mogelijkheden. Deze zijn echter zo beperkt dat ze gangbare arbeid uitsluiten of, meestal in combinatie met een urenbeperking, tot een verlies aan verdiencapaciteit van meer dan 80% leiden. Bovendien is er geen uitzicht op een behandeling die de beperkingen zou kunnen verminderen. Ape 21

26 Tabel 2.37 Percentage uitzendkrachten naar wel of geen benutbare mogelijkheden (bm) en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Wel bm 100,0 100,0 71,9 75,0 88,1 Geen bm 0,0 0,0 28,1 25,0 11,9 Tabel 2.38 Percentage werknemers naar wel of geen benutbare mogelijkheden (bm) en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Wel bm 100,0 100,0 72,8 61,4 84,4 Geen bm 0,0 0,0 27,3 38,6 15,6 Tabel 2.39 Percentage eindedienstverbanders naar wel of geen benutbare mogelijkheden (bm) en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Wel bm 100,0 100,0 71,0 70,5 86,4 Geen bm 0,0 0,0 29,0 29,5 13,6 Tabel 2.40 Percentage WW ers naar wel of geen benutbare mogelijkheden (bm) en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Wel bm 100,0 100,0 77,0 75,9 87,9 Geen bm 0,0 0,0 23,0 24,1 12,1 22 Ape

27 Tabel 2.41 Percentage overige vangnetters naar wel of geen benutbare mogelijkheden (bm) en uitslag WIA-claimbeoordeling, n=7.017 Wel bm 100,0 100,0 71,0 76,9 87,7 Geen bm 0,0 0,0 29,0 23,1 12, Functionele beperkingen Als iemand benutbare mogelijkheden heeft dan stelt de verzekeringsarts de functionele beperkingen via een zogenoemde Functionele Mogelijkheden Lijst vast. Deze bestaat uit zes rubrieken waaronder persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, dynamische handelingen en werktijden. Beperkingen in die mogelijkheden worden gemeten door ze af te zetten tegen het niveau van functioneren dat het dagelijkse leven regelmatig vereist. We laten hier het aantal beperkingen zien, niet hun aard. Tabel 2.42 Percentage uitzendkrachten naar aantal functionele beperkingen en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= tot 7 30,1 13,8 5,8 2,7 20,6 8 tot 15 48,7 45,2 33,5 17,0 42,5 >15 21,2 41,1 60,8 80,3 36,9 Het aantal functionele beperkingen volgt een duidelijk patroon: het aandeel personen met meer dan 15 beperkingen neemt toe met de omvang en de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld genomen hebben uitzendkrachten minder beperkingen, oftewel meer benutbare mogelijkheden dan de overige herkomstgroepen. Dat volgt uit vergelijking van het percentage meer dan 15 beperkingen tussen herkomstgroepen. Voor een deel heeft het lage percentage met meer dan 15 beperkingen te maken met de relatief grote omvang van afwijzingen onder de uitzendkrachten. Maar ook binnen de WGA categorie heeft de groep uitzendkrachten het laagste percentage meer dan 15 beperkingen. Ape 23

28 Tabel 2.43 Percentage werknemers naar aantal functionele beperkingen en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= tot 7 37,6 18,7 6,6 2,6 21,7 8 tot 15 40,4 39,6 25,4 10,5 32,5 >15 22,0 41,7 68,0 86,9 45,8 Tabel 2.44 Percentage eindedienstverbanders naar aantal functionele beperkingen en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= tot 7 30,6 23,3 6,8 2,5 20,6 8 tot 15 45,9 42,9 30,8 15,8 39,0 >15 23,5 33,8 62,4 81,7 40,4 Tabel 2.45 Percentage WW ers naar aantal functionele beperkingen en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= tot 7 25,7 18,3 5,3 3,2 15,9 8 tot 15 44,8 42,4 27,2 13,1 35,5 >15 29,5 39,3 67,5 83,8 48,6 24 Ape

29 Tabel 2.46 Percentage overige vangnetters naar aantal functionele beperkingen en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= tot 7 27,1 17,3 5,7 3,0 18,5 8 tot 15 44,6 41,3 28,3 18,5 38,3 >15 28,3 41,3 66,0 78,6 43, Comorbiditeit Van comorbiditeit is sprake als er een persoon meer dan één aandoening heeft. Comorbiditeit is geen indicator van de ernst van de beperkingen. Het betekent wel dat er, medisch gezien, meer aan de hand is. Bij vangnetters, waaronder uitzendkrachten, komt comorbiditeit vaker voor dan bij werknemers. Tabel 2.47 Percentage uitzendkrachten naar wel of geen comorbiditeit en uitslag WIA-claimbeoordeling, n=9.717 Geen comorbiditeit 50,9 43,5 41,8 43,7 47,4 Wel comorbiditeit 49,2 56,5 58,2 56,3 52,6 Tabel 2.48 Percentage werknemers naar wel of geen comorbiditeit en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Geen comorbiditeit 59,3 51,1 45,0 51,9 53,2 Wel comorbiditeit 40,7 48,9 55,0 48,1 46,8 Ape 25

30 Tabel 2.49 Percentage eindedienstverbanders naar wel of geen comorbiditeit en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Geen comorbiditeit 50,7 46,8 42,9 45,7 47,5 Wel comorbiditeit 49,3 53,2 57,1 54,3 52,5 Tabel 2.50 Percentage WW ers naar wel of geen comorbiditeit en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Geen comorbiditeit 44,7 40,4 36,3 40,6 41,1 Wel comorbiditeit 55,3 59,6 63,7 59,4 58,9 Tabel 2.51 Percentage overige vangnetters naar wel of geen comorbiditeit en uitslag WIA-claimbeoordeling, n=6.151 Geen comorbiditeit 50,6 46,1 41,7 41,7 47,0 Wel comorbiditeit 49,4 53,9 58,4 58,3 53,0 26 Ape

31 Objectiveerbaarheid UWV registreert ook de objectiveerbaarheid van de aandoening. Aandoeningen zijn minder gemakkelijk objectiveerbaar als de verzekeringsarts moeite heeft de oorzaak en de ernst van de gezondheidsklachten vast te stellen. Toch is ook een deel van de IVA-toekenningen gebaseerd op minder gemakkelijk te objectiveren klachten. Objectiveerbaarheid is dus op zich geen indicator voor ernst. Wel is het aandeel minder gemakkelijk objectiveerbaar in de IVA-groep aanzienlijk geringer dan in de andere uitslagcategorieën. Met uitzondering van de groep overig is ongeveer de helft van de aandoeningen waarmee vangnetters een WIA-aanvraag doen minder gemakkelijk objectiveerbaar. Dit aandeel is bij werknemers kleiner (35%) en bij de overige vangnetters groter (61%). Tabel 2.52 Percentage uitzendkrachten naar mate van objectiveerbaarheid van de aandoening en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Relatief gemakkelijk objectiveerbaar Minder gemakkelijk objectiveerbaar 49,2 51,3 46,7 84,8 50,8 51,8 48,7 53,3 15,2 49,2 Tabel 2.53 Percentage werknemers naar mate van objectiveerbaarheid van de aandoening en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Relatief gemakkelijk objectiveerbaar Minder gemakkelijk objectiveerbaar 57,3 65,7 58,7 92,1 65,2 42,7 34,3 41,3 7,9 34,8 Ape 27

32 Tabel 2.54 Percentage eindedienstverbanders naar mate van objectiveerbaarheid van de aandoening en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Relatief gemakkelijk objectiveerbaar Minder gemakkelijk objectiveerbaar 44,5 46,5 46,1 85,7 48,8 55,5 53,5 53,9 14,3 51,2 Tabel 2.55 Percentage WW ers naar mate van objectiveerbaarheid van de aandoening en uitslag WIA-claimbeoordeling, n= Relatief gemakkelijk objectiveerbaar Minder gemakkelijk objectiveerbaar 44,5 47,1 46,7 84,1 50,7 55,5 52,9 53,3 15,9 49,3 Tabel 2.56 Percentage overige vangnetters naar mate van objectiveerbaarheid van de aandoening en uitslag WIA-claimbeoordeling, n=6.151 Relatief gemakkelijk objectiveerbaar Minder gemakkelijk objectiveerbaar 32,7 43,2 37,5 86,3 39,0 67,3 56,8 62,5 13,7 61,0 28 Ape

33 Urenbeperking De laatste rubriek in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) betreft de werktijden die iemand aankan. Met de FML meet de verzekeringsarts de belastbaarheid van cliënten die benutbare mogelijkheden hebben. Bepaalde beperkingen (bijv. energetische) brengen met zich mee dat iemand niet meer het aantal uren per dag of per week kan werken dat als normaal beschouwd wordt (8 uur per dag, 40 uur per week). Een dergelijke urenbeperking is een dimensie die los staat van de andere beperkingensoorten. Het is een afzonderlijke factor die van invloed kan zijn op de toekenningskans. Zo kan een urenbeperking ertoe leiden dat iemand die overigens voldoende benutbare mogelijkheden heeft om als arbeidsgeschikt beschouwd te worden door een urenbeperking gedeeltelijk of zelfs volledig arbeidsongeschikt verklaard wordt. 26% van de uitzendkrachten heeft bij claimaanvraag een urenbeperking. Dit lage percentage wordt vooral bepaald door de afgewezen groep. Bij degenen die een gedeeltelijke uitkering toegekend krijgen heeft 57% een urenbeperking en bij de IVA-groep 48% (Tabel 2.57). Urenbeperkingen komen het minst voor bij degenen die niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikt verklaard worden (43%). Deze verschillen tussen WIA categorieën gelden voor alle herkomstgroepen. Wel varieert het gemiddelde aantal vastgestelde urenbeperkingen nogal. Zo wordt bij 45% van de werknemers een urenbeperking geconstateerd, tegenover 26% bij uitzendkrachten (Tabel 2.58). Dit hangt samen met de omstandigheid dat veel meer werknemers dan uitzendkrachten gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden verklaard en dat die gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, vaker dan bij vangnetters, mede het gevolg is van een urenbeperking (zie ook Tabel 2.1). Dat neemt niet weg dat urenbeperkingen ook een rol spelen bij volledige arbeidsongeschiktheid. Zo kan een urenbeperking ertoe leiden dat de verdiencapaciteit lager wordt dan 20% van het maatmanloon en betrokkene op loonkundige gronden volledig arbeidsongeschikt verklaard wordt. Als dan de medische oorzaak van de arbeidsongeschiktheid van dien aard is dat behandeling geen uitzicht biedt op een toename van de functionele mogelijkheden dan kan een urenbeperking tot een IVA-toekenning leiden. Bij uitzendkrachten in de WGA groep heeft 43% een urenbeperking, terwijl dit voor 62% van de werknemers geldt. Uitzendkrachten worden dus minder vaak dan werknemers (en dan eindedienstverbanders) met een urenbeperking volledig arbeidsongeschikt verklaard. Ape 29

34 Tabel 2.57 Percentage uitzendkrachten naar urenbeperking en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n=9.714 Geen urenbeperking 88,6 43,4 56,6 51,9 74,0 Maximaal 10 uur per week Maximaal 20 uur per week Maximaal 30 uur per week Maximaal 40 uur per week 5,4 4,4 5,3 6,3 5,3 1,9 9,8 4,3 4,0 3,3 3,8 40,8 24,7 26,9 13,9 0,3 1,7 9,1 10,9 3,4 Tabel 2.58 Percentage werknemers naar urenbeperking en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= Geen urenbeperking 80,9 30,9 38,0 37,2 55,3 Maximaal 10 uur per week Maximaal 20 uur per week Maximaal 30 uur per week Maximaal 40 uur per week 6,4 4,8 4,2 4,8 5,3 5,8 12,1 5,6 3,8 6,6 6,0 45,8 32,2 30,4 23,0 0,9 6,4 20,0 23,8 9,8 Bij eindedienstverbanders spelen in 35% van de claimbeoordelingen urenbeperkingen een rol. Daarmee bevinden zij zich tussen uitzendkrachten en werknemers in. WW ers en overige vangnetters lijken op eindedienstverbander, wat betreft de aanwezigheid van een urenbeperking (zie Tabel 2.60 en Tabel 2.61). 30 Ape

35 Tabel 2.59 Percentage eindedienstverbanders naar urenbeperking en uitslag WIA-claimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= Geen urenbeperking 85,0 40,7 48,0 47,2 65,0 Maximaal 10 uur per week Maximaal 20 uur per week Maximaal 30 uur per week Maximaal 40 uur per week 7,0 5,8 5,4 5,3 6,2 3,0 10,3 5,4 4,4 4,9 4,7 41,1 28,9 28,9 18,9 0,4 2,1 12,4 14,2 5,1 Tabel 2.60 Percentage WW ers naar urenbeperking en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n= Geen urenbeperking 86,0 49,5 53,8 52,1 67,5 Maximaal 10 uur per week Maximaal 20 uur per week Maximaal 30 uur per week Maximaal 40 uur per week 7,0 6,1 6,1 6,2 6,5 2,2 9,6 4,7 4,0 4,1 4,5 33,5 26,0 25,8 17,3 0,5 1,4 9,4 11,9 4,6 Ape 31

36 Tabel 2.61 Percentage overige vangnetters urenbeperking en uitslag WIAclaimbeoordeling, alleen voor mensen met benutbare mogelijkheden, n=6.138 Geen urenbeperking Maximaal 10 uur per week Maximaal 20 uur per week Maximaal 30 uur per week Maximaal 40 uur per week 83,0 35,8 43,9 45,5 63,3 6,5 5,2 5,3 4,5 5,9 4,0 12,0 5,1 3,3 5,5 5,7 43,7 31,6 32,5 19,9 0,8 3,3 14,2 14,2 5,5 2.5 Bevindingen In de eerste helft van 2011 was 5,9% van de personen die een WIA aanvraag doorzetten uitzendkracht. Op zich is het aandeel van uitzendkrachten in het totaal aan WIA aanvragers dus niet groot. Wel is dit aandeel meer dan twee keer zo groot als hun aandeel in het WIA-verzekerde deel van de beroepsbevolking. Uitzendkrachten hebben dus, evenals andere vangnetgroepen, een hoger dan gemiddelde kans om bij de poort van de WIA terecht te komen. In vergelijk met de andere herkomstgroepen: hebben zij een lagere toekenningskans zijn ze jonger (muv. overig vangnet) zijn ze vaker man zijn ze lager opgeleid hebben ze een lager (maatman) uurloon hebben ze vaker ziekten aan bewegingsorganen hebben ze meer functionele mogelijkheden hebben ze minder vaak urenbeperkingen 58% van de uitzendkrachten heeft bij claimbeoordeling naast de hoofddiagnose andere klachten (comorbiditeit). Dit komt het minste voor bij werknemers (55%) en het meest bij WW ers (64%). 50% van de aandoeningen waarmee uitzendkrachten een WIA-uitkering aanvragen zijn relatief gemakkelijk objectiveerbaar. Dit geldt ook voor 32 Ape

37 eindedienstverbanders en WW ers. Bij werknemers is dit percentage 65. Objectiveerbaarheid is het grootst bij IVA-toekenningen: rond 85% van de ziekten waarmee vangnetters in de IVA komen is relatief gemakkelijk objectiveerbaar. Bij werknemers is dit percentage 92. Ape 33

38

39 3 DETERMINANTEN VAN WIA-TOEKENNING 3.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk bleek dat uitzendkrachten minder snel een WIAuitkering krijgen toegekend. Ook kwam naar voren dat ze jonger zijn, een lager uurloon hebben, en vaker dan de andere herkomstgroepen aandoeningen aan de bewegingsorganen hebben. Bovendien hebben uitzendkrachten minder vaak urenbeperkingen. Het is goed mogelijk dat dergelijke verschillen tot een lagere toekenningskans leiden. Maar uitzendkrachten kunnen ook los van deze kenmerken een lagere toekenningskans hebben. Om na te gaan welke kenmerken bepalend zijn voor de toekenningskans beantwoorden we hier de tweede onderzoeksvraag: Wat is de kans dat een uitzendkracht een WIA-uitkering krijgt toegekend en door welke kenmerken wordt die kans bepaald? Hoe verschilt die kans voor een uitzendkracht met bepaalde kenmerken van iemand uit een andere herkomstgroep met dezelfde kenmerken? Om die vraag te kunnen beantwoorden passen we een multivariate techniek toe die corrigeert voor de samenhang tussen kenmerken en aldus de eigenstandige invloed van een kenmerk op de WIA-toekenningskans aan het licht brengt. Om het tweede deel van de onderzoeksvraag aan te pakken analyseren we elke herkomstgroep afzonderlijk. Op basis van de analyse-uitkomsten gaan we vervolgens na hoe de toekenningskans voor een referentiepersoon met kenmerken, die vaak voorkomen bij uitzendkrachten die een WIA-aanvraag doen, verschilt van een werknemer, of een ander type vangnetter, met dezelfde kenmerken. Op die manier kunnen we nagaan of de lagere toekenningskans van uitzendkrachten is toe te schrijven aan de kenmerken die hiervoor beschreven zijn, of aan andere factoren die niet in de analyse betrokken zijn. Ape 35

40 3.2 Analyse van de WIA-toekenningskans bij uitzendkrachten en werknemers We analyseren eerst de uitzendkrachten en de werknemers. De uitkomsten van de logitanalyse staan in de tabellen 3.1 en 3.2. Logitanalyse is een regressietechniek die rekening houdt met de bijzondere eigenschappen van de data. De analyse levert het effect (coëfficiënt) van een bepaald kenmerk op de kans om in een WIA-uitkering toegekend te krijgen. We maken daarbij geen onderscheid naar type uitkering (WGA 35-80, WGA , IVA). Het teken van een coëfficiënt geeft weer of een bepaald kenmerk de toekenningskans verhoogt of verlaagt. De coëfficiënt zelf geeft de sterkte van het effect weer. De sterretjes geven aan hoe betrouwbaar de coëfficiënt is bepaald. Het gaat hier steeds om eigenstandige effecten: ze gelden elk los van de aanwezigheid van de overige kenmerken. De meeste kenmerken bestaan uit meerdere categorieën, met één categorie als referentieklasse. De effecten van de andere categorieën gelden ten opzichte van deze referentieklasse. Voor de leeftijd is een kwadratische functie gekozen. De bepalende factoren voor de toekenningskans van uitzendkrachten zijn: leeftijd, opleiding, maatmanuurloon, maatmanuren, aantal beperkingen, urenbeperking, diagnose, objectiveerbaarheid en comorbiditeit. Bij werknemers is de sector eveneens significant maar de factor comorbiditeit niet. Tabel 3.1 Determinanten van de kans op WIA-toekenning voor uitzendkrachten en werknemers, logitcoëfficiënten Kenmerk Uitzendkrachten Werknemers Constante -5,68** -5,86** Leeftijd (continue variabele) -0,09** -0,08** Leeftijd 2 (continue variabele x 0,01) 0,12** 0,11** Vrouw -0,03 0,03 Opleiding (ref=lager onderwijs of lbo of mavo niet afgerond) Vmbo of mbo basis -0,29** -0,47** Mbo, havo of vwo -0,52** -0,63** HBO of WO -0,42** -0,62** Maatmanuurloon (logaritme, continue variabele) 1,38** 1,59** Maatmanuren (continue variabele x 0,01) 3,34** 2,61** 36 Ape

41 Kenmerk Uitzendkrachten Werknemers Sector (ref = Uitzendbranche of overheid) 3 Bouw/hout/landbouw -0,32 0,26** Financiële dienstverlening -0,02 0,16** Gezondheidszorg -0,34-0,08* Industrie -0,13 0,14** Transport 0,23 0,16** Winkelbedrijf -0,30 0,10* Overige bedrijven -0,56** 0,28** Aantal functionele beperkingen (ref = 0 t/m 7 beperkingen) 8 t/m 15 beperkingen 1,37** 0,98** 16 of meer beperkingen 2,90** 2,49** Urenbeperking (ref = geen) Maximaal 10 uur 3,92** 3,71** Maximaal 20 uur 2,71** 2,55** Maximaal 30 uur 1,50** 1,06** Maximaal 40 uur -0,08 0,00 Diagnose (ref = Bewegingsapparaat) Hart en vaatstelsel of kanker 0,27** 0,25** Overige ziekten 0,13 0,23** Psychische ziekten 0,95** 0,86** Aandoening is minder gemakkelijk objectiveerbaar -0,43** -0,32** Comorbiditeit -0,13** 0,01 R-kwadraat 4 0,34 0,39 Aantal waarnemingen **= significant met 99% betrouwbaarheid; *= significant met 95% betrouwbaarheid 3 4 We nemen uitzendbranche en overheid samen als referentiecategorie omdat het overgrote deel van de uitzendkrachten werkzaam is binnen de uitzendbranche (zie paragraaf 2.4.6) terwijl weinig personen uit de overige herkomstgroepen werkzaam zijn in de uitzendbranche. Omdat de overheidssector bij de overige herkomstgroepen redelijk vaak als werkgever voorkomt levert dit een zinvolle referentiegroep. De R-kwadraat geeft aan welk deel van de variatie in de toekenningkans door de in de analyse gebruikte kenmerken verklaard wordt. Ape 37

42 De tekens van de coëfficiënten geven aan dat de WIA toekenningskans voor uitzendkrachten groter is: bij een hogere leeftijd 5 ; bij een lagere opleiding bij een hoger maatmanuurloon bij meer maatmanuren per week bij meer beperkingen; bij een grotere urenbeperking; bij een andere diagnose dan een aandoening aan het bewegingsapparaat. Vooral psychische ziekten verhogen de toekenningskans; als de aandoening relatief gemakkelijk te objectiveren is; en als er geen sprake is van comorbiditeit Berekening van de effecten bij uitzendkrachten Omdat de omvang van het effect van een kenmerk op de toekenningskans aan de hand van de coëfficiënten in Tabel 3.1 niet gemakkelijk te achterhalen is wordt op basis van de logituitkomsten berekend hoe groot de WIA toekenningskans is voor een referentiepersoon met vaste kenmerken. Deze referentiepersoon is een 40-jarige mannelijke uitzendkracht, werkzaam in de uitzendbranche of de overheidssector, met alleen lager onderwijs, een gemiddeld maatmanuurloon (14,20 euro), met een gemiddeld aantal uren per week (33), met 8 tot 15 functionele beperkingen ten gevolge van een relatief gemakkelijk objectiveerbare aandoening aan het bewegingsapparaat, zonder dat er sprake is van comorbiditeit, zonder urenbeperking. Voor deze persoon is de toekenningskans 11,1%. Deze is aanzienlijk lager dan het algemene gemiddelde zoals dat uit Tabel 2.1 naar voren komt, omdat de referentiepersoon slechts 8-15 functionele beperkingen heeft, geen urenbeperking en een aandoening aan het bewegingsapparaat. Vervolgens veranderen we steeds één kenmerk van deze persoon en berekenen we de toekenningskans opnieuw. Een dergelijke exercitie biedt meer inzicht in de sterkte van de gevonden effecten dan de coëfficiënten in Tabel 3.1. Bovendien biedt het de mogelijkheid de effecten direct te vergelijken met de uitkomsten voor andere herkomstgroepen. 5 De kwadratische specificatie impliceert een dalparabool met 36 jaar als minimum. Dit betekent dat vanaf 36 de toekenningskans kromlijnig (sneller dan lineair) stijgt. 38 Ape

43 Figuur 3.1 WIA toekenningskansen van een uitzendkracht bij verschillende combinaties van kenmerken Een andere leeftijd of sekse dan die van de referentiepersoon verandert de toekenningskans nauwelijks. Een hoger uurloon verhoogt de toekenningskans. Meer dan 15 beperkingen leidt tot een verdrievoudiging van de toekenningskans bij een uitzendkracht met een ziekte aan het bewegingsapparaat. Het hebben van psychische klachten in plaats van een aandoening aan het bewegingsapparaat levert meer dan een verdubbeling van de toekenningskans, bij overigens gelijke kenmerken van de referentiepersoon (waaronder 8 tot 15 functionele beperkingen). Nog veel sterker is het effect van een urenbeperking: als dezelfde referentiepersoon maximaal 20 uur per week kan werken dan schiet de toekenningskans naar 65,1%. Wanneer de klachten moeilijk objectiveerbaar zijn, daalt de toekenningskans met een derde. De aanwezigheid van andere aandoeningen (comorbiditeit) leidt tot een lagere kans, maar dit effect is minder omvangrijk. Ape 39

44 Figuur 3.2 WIA toekenningskansen van een werknemer bij verschillende combinaties van kenmerken Berekening van de effecten bij werknemers In Figuur 3.2 gebruiken we de uitkomsten van de logitanalyse voor werknemers om voor een referentiepersoon met dezelfde kenmerken als gebruikt in Figuur 3.1 de toekenningskans te bepalen. Deze (referentie-) toekenningskans is nagenoeg hetzelfde voor een werknemer als voor een uitzendkracht. Wat de medische kenmerken betreft zijn de effecten overeenkomstig aan die bij uitzendkrachten. Omdat de spreiding van werknemers over de sectoren veel gelijkmatiger is dan die van uitzendkrachten (die voor 80% uit de uitzendsector komen) kijken we in Figuur 3.2 ook naar verschillen tussen afzonderlijke sectoren. De referentiepersoon komt uit de sector overheid of uit de uitzendbranche. Ten opzichte van werknemers uit die twee sectoren hebben werknemers uit andere sectoren een hogere toekenningskans bij overigens gelijke kenmerken. De enige uitzondering is de sector gezondheidszorg. Aangezien 81% van de uitzendkrachten in de referentiesector werkzaam is, betekent dit dat uitzendkrachten gemiddeld (over alle sectoren) genomen een lagere toekenningkans hebben dan werknemers. 40 Ape

45 Om voor het verstorende effect van de scheve verdeling van uitzendkrachten over de verschillende sectoren te corrigeren hebben we het model uit Tabel 3.1 ook bepaald zonder rekening te houden met het kenmerk sector. Voor die versie berekenen we vervolgens de WIA toekenningskans voor de referentiepersoon en voor de verschillende varianten in Figuur 3.1, zowel voor een uitzendkracht als voor een werknemer. De resultaten voor dit alternatieve model staan in Tabel 3.2. Het verschil in toekenningskans tussen een uitzendkracht en een werknemers die dezelfde combinatie van vaste referentiekenmerken hebben is 20%. Bij weglating van het kenmerk sector heeft de referentiepersoon een toetredingskans van 11% als hij uitzendkracht is, en 13% als hij werknemer is. Hebben de uitzendkracht en de werknemer 16 of meer beperkingen (en verder de referentiekenmerken) dan is het verschil in toekenningskans 29%. Is de aandoening moeilijk objectiveerbaar dan is het procentuele verschil 32%; is er sprake van comorbiditeit dan is het verschil 36%. Anderzijds is het verschil bij een psychische aandoening (in plaats van een aandoening aan het bewegingsapparaat) 9% en bij een urenbeperking valt het verschil bijna weg. Tabel 3.2 Verschil in toekenningskans tussen een werknemer en een uitzendkracht bij gelijke kenmerken a Verschil toekenningskans werknemer t.o.v. uitzendkracht Referentiepersoon +20,1% Vrouw +13,3% (Maatman)uurloon ,5% 16 of meer FML-beperkingen +29,3% Psychische ziekte +9,3% Moeilijk objectiveerbaar +32,1% Comorbiditeit +36,0% Urenbeperking: 20 uur +2,0% a deze verschillen zijn afgeleid uit een model waarin het kenmerk sector is weggelaten Ape 41

46 3.3 Analyse van de WIA-toekenningskans bij de andere vangnetgroepen In Tabel 3.3 staan de resultaten van de logitanalyses voor de drie andere vangnetgroepen. In termen van sterkte en statistische significantie vertonen de uitkomsten een grote gelijkenis met elkaar: hoger opgeleiden hebben een lagere WIA toekenningskans. De medische aspecten hebben dezelfde effecten als bij uitzendkrachten en werknemers. In het algemeen zijn de toekenningskansen van de andere drie vangnetgroepen iets hoger dan bij de uitzendkrachten en de werknemers. Kenmerk Tabel 3.3 Determinanten van de kans op WIA-toekenning voor drie vangnetgroepen, logitcoëfficiënten Eindedienstverbanders Zieke WW ers Overige vangnetters Constante -8,05** -5,48** -6,07** Leeftijd (continue variabele) -0,09** -0,14** -0,07** Leeftijd 2 (continue variabele x 0,01) 0,13** 0,18** 0,10** Vrouw -0,04 0,01-0,14** Opleiding (ref=lager onderwijs of lbo of mavo niet afgerond) Vmbo of mbo basis -0,43** -0,38** -0,26** Mbo, havo of vwo -0,56** -0,42** 0,37** HBO of WO -0,43** 0,19* 0,42** Maatmanuurloon (logaritme, continue variabele) Maatmanuren (continue variabele x 0,01) Sector (ref = Uitzendbranche of overheid) 2,52** 2,08** 1,69** 3,74** 2,81** 3,60** Bouw/hout/landbouw 0,09 0,10 0,41** Financiële dienstverlening 0,08 0,02 0,23 Gezondheidszorg -0,04-0,20** 0,01 Industrie 0,11 0,03-0,06 Transport 0,28** 0,00 0,16 42 Ape

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2016-8 Marcel Spijkerman DE DALENDE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN WGA ERS VERKLAARD Over de invloed van vergrijzing en uitkeringsduur Kenniscentrum UWV September 2016 Het UWV Kennisverslag

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2015 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 WAO... 13 WIA... 14 WAZ... 20 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Bijlagen. Bijlage B Tabellen en figuren behorend bij hoofdstuk Bijlage C Tabellen en figuren behorend bij hoofdstuk

Bijlagen. Bijlage B Tabellen en figuren behorend bij hoofdstuk Bijlage C Tabellen en figuren behorend bij hoofdstuk Gerda Jehoel-Gijsbers (red.), Beter aan het werk. Trendrapportage ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en werkhervatting. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, september 2007. Bijlagen Bijlage B Tabellen

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 12 WAO... 13 WIA... 14 WAZ...

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 12 WAO... 13 WIA... 14 WAZ...

Nadere informatie

KENNISMEMO 10/07. Samenvatting

KENNISMEMO 10/07. Samenvatting Aan Datum 23 juni 2010 Van Carla van Deursen carla.vandeursen@uwv.nl Jos van Loo jos.vanloo@uwv.nl 1 van 22 Onderwerp Analyse stijging WIA-instroom II Samenvatting Vraag naar analyse oorzaken stijging

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 10 WAO... 11 WIA... 12 WAZ...

Nadere informatie

verzekerde werknemers

verzekerde werknemers [Save eerst dit bestand als XXX(titel).doc] Effecten van Keerpunt in de WGAdienstverlening van bij Nationale Nederlanden verzekerde werknemers Tom Everhardt Philip de Jong Onderzoek in opdracht van Keerpunt

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2017-5 Ed Berendsen Carla van Deursen WAT IS ER AAN DE HAND MET DE WIA? De instroomontwikkelingen in 2015 en 2016 geduid Kenniscentrum UWV Juni 2017 Het UWV Kennisverslag is te vinden

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2018 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 10 WAO... 11 WIA... 12 WAZ...

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2017 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 11 WAO... 12 WIA... 13 WAZ...

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2015 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2015 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2015 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 WAO... 13 WIA... 14 WAZ... 20 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2017 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 11 WAO... 12 WIA... 13 WAZ...

Nadere informatie

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september 2009) Aanleiding De resultaten van het onderzoek Wel WIA, geen werk? roepen bij de Stichting de vraag op of de

Nadere informatie

Duurzaam niet-duurzaam?

Duurzaam niet-duurzaam? Opdrachtgever SZW Duurzaam niet-duurzaam? Conclusie Opdrachtnemer APE / P. de Jong, T. Everhardt, C. Schrijvershof Onderzoek Duurzaam niet-duurzaam? : onderzoek naar niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikt

Nadere informatie

DEEL VI WIA TOETREDING

DEEL VI WIA TOETREDING Cathelijne van der Burg (AStri) Rafiq Friperson (APE) Petra Molenaar (AStri) 199 1 INLEIDING 1.1 Inhoud van dit deel Uit eerdere onderzoeken is bekend hoe het WIA beoordeelden vergaat wat betreft de reintegratie,

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2017

UWV Tijdreeksen 2017 UWV Tijdreeksen 217 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA + WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Duurzaam nietduurzaam?

Duurzaam nietduurzaam? 967-01 Duurzaam nietduurzaam? Onderzoek naar niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikt verklaarden Philip de Jong Tom Everhardt Carlien Schrijvershof met medewerking van Rafiq Friperson Maartje Gielen Onderzoek

Nadere informatie

DE WIA, EEN INGEWIKKELDE WET

DE WIA, EEN INGEWIKKELDE WET Februari 2018: Dit artikel is een actualisering en bewerking van een artikel in Steungroepnieuws 2014-4 van Ynske Jansen en Gemma de Meijer, met medewerking van mr. Sjoerd Visser DE WIA, EEN INGEWIKKELDE

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2018

UWV Tijdreeksen 2018 UWV Tijdreeksen 218 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA en WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM. Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV

Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM. Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV Hoe voorkom ik een loonsanctie WELKOM Henriëtte Sterken Werkgeversrelaties UWV 1 Re-integratieverslag Het eerste spoor Deskundigenoordelen Het tweede spoor Loonsanctie WIA beoordeling Het re-integratieverslag

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-4 Ed Berendsen Coen Akkerman Frank Schreuder INKOMSTENVERREKENING IN DE WW Wat is er door de Wet werk en zekerheid veranderd? Kenniscentrum UWV Maart 2018 Het UWV Kennisverslag is

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2017-4 Peter Rijnsburger WERKHERVATTING LANGDURIG ZIEKE VANGNETTERS De uitkomsten van 2 enquêteonderzoeken onder WW ers, uitzendkrachten en eindedienstverbanders vergeleken Kenniscentrum

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

Duurzaam nietduurzaam?

Duurzaam nietduurzaam? 967-01 Duurzaam nietduurzaam? Onderzoek naar niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikt verklaarden Philip de Jong Tom Everhardt Carlien Schrijvershof met medewerking van Rafiq Friperson Maartje Gielen Onderzoek

Nadere informatie

WELKOM. Wet WIA 28 oktober 2015 Jos Walraven

WELKOM. Wet WIA 28 oktober 2015 Jos Walraven WELKOM Wet WIA 28 oktober 2015 Jos Walraven Onderwerpen Algemene uitleg WIA Rekenvoorbeelden WGA-uitkering Wat is een maatman? Beschikking WGA-uitkering Productoplossingen Werkgeversrisico s Aandachtspunten

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2014 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2014 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2014 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 WAO... 13 WIA... 14 WAZ... 20 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

De WIA, een ingewikkelde wet Door Ynske Jansen en Gemma de Meijer, m.m.v. mr. Sjoerd Visser

De WIA, een ingewikkelde wet Door Ynske Jansen en Gemma de Meijer, m.m.v. mr. Sjoerd Visser De WIA, een ingewikkelde wet Door Ynske Jansen en Gemma de Meijer, m.m.v. mr. Sjoerd Visser De Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) regelt een uitkering voor mensen die op of na 1 januari 2004

Nadere informatie

WGA 80-100 verdiepingsonderzoek

WGA 80-100 verdiepingsonderzoek WGA 80-100 verdiepingsonderzoek WGA 80-100 verdiepingsonderzoek Philip de Jong Vera Haanstra-Veldhuis Tom Everhardt Maartje Gielen Stefanie Bouman Onderzoek in opdracht van SZW, directie IVV Den Haag,

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2014 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2014 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2014 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 WAO... 13 WIA... 14 WAZ... 20 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Wet en Regelgeving. Maria van Nies Coach en Supervisor MS Coach voor MS Vereniging Nederland

Welkom bij de workshop Wet en Regelgeving. Maria van Nies Coach en Supervisor MS Coach voor MS Vereniging Nederland Welkom bij de workshop Wet en Regelgeving Maria van Nies Coach en Supervisor MS Coach voor MS Vereniging Nederland 1 Onderwerpen Wet Verbetering Poortwachter Rechten en Plichten Wanneer ontslag Wia keuring

Nadere informatie

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk

Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk M201210 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk Arjan Ruis Zoetermeer, september 2012 Vergrijzing MKB-ondernemers zet bedrijfsprestaties onder druk De leeftijd van de ondernemer blijkt

Nadere informatie

Werknemers 1 ZIEK. werknemer en verzekerd voor ZW en WIA is degene die een ww-uitkering geniet

Werknemers 1 ZIEK. werknemer en verzekerd voor ZW en WIA is degene die een ww-uitkering geniet Werknemers 1 ZIEK Recht op doorbetaling van loon: - gedurende maximaal 2 jaar - gedurende looptijd contract - na afloop contract binnen twee jaar overname loonbetaling door UWV (vangnet) tot max. 2 jaar

Nadere informatie

Arbeidsongeschiktheid in het UMC. Wat nu?

Arbeidsongeschiktheid in het UMC. Wat nu? Arbeidsongeschiktheid in het UMC. Wat nu? Inhoudsopgave pagina 1 Antwoorden op vragen over arbeidsongeschiktheid 3 2 Wat wordt er van u verwacht en wie kunnen u ondersteunen? 3 3 Andere functie gevonden?

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2012 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2012 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2012 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 5 WET ARBEID EN ZORG... 7 POORTWACHTERTOETS AG... 8 CLAIMBEOORDELING AG... 9 WAO... 14 WIA... 15 WAZ... 21 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&I/IBA/03/17448

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&I/IBA/03/17448 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet

Modernisering Ziektewet Modernisering Ziektewet De Wet BeZaVa staat voor Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters ofwel Modernisering Ziektewet en is ingevoerd per 1 januari 2013. Het doel van deze wet

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners C. van Horssen en F.A. Rosing Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners Onderzoek uitgevoerd door Regioplan Beleidsonderzoek in opdracht van de Raad voor Werk en Inkomen De Raad voor Werk en Inkomen

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-11 Ed Berendsen Peter Rijnsburger VOLUMEONTWIKKELINGEN 2018-II Duiding van de ontwikkelingen in de sociale zekerheid in de eerste helft van 2018 Kenniscentrum UWV November 2018 Het

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Bijlage B3. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Ans Merens

Bijlage B3. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Ans Merens Bijlage B3 Eerste treden op de arbeidsmarkt Ans Merens Inhoud Figuur B3.1... 3 Figuur B3.2... 4 Tabel B3.1... 5 Figuur B3.3... 6 Figuur B3.4... 6 Figuur B3.5... 7 Tabel B3.2... 8 Figuur B3.6... 9 Figuur

Nadere informatie

Op verzoek van de divisie AG is de klachtanalyse zoals beschreven in UKV 2007-I

Op verzoek van de divisie AG is de klachtanalyse zoals beschreven in UKV 2007-I KENNISMEMO Aan Fred Paling, Ingrid van Scheppingen, Peter Boudewijn en Jerry Jansen. Datum 26/11/2007 Van Kenniscentrum UWV Onderwerp Kennismemo 07/20 Klachten WIA klanten Tanja Slot T (020) 752 42 32

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Actualiteiten Ziektewet. Verzekeren Sociale Zekerheid

Actualiteiten Ziektewet. Verzekeren Sociale Zekerheid Actualiteiten Ziektewet Verzekeren Sociale Zekerheid Sociale zekerheid in Nederland verandert Historisch perspectief: 1913-1930: eerste Ziektewet regelgeving Ongeschikt voor eigen werk Maximaal 1 jaar

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie eerste vier maanden 2019

Kwantitatieve informatie eerste vier maanden 2019 Kwantitatieve informatie 2019 Inhoudsopgave Ziektewet 1 2 Wet arbeid en zorg 1 4 Poortwachter AG 5 Claimbeoordeling AG 6 Indicaties banenafspraak 8 WAO 9 WIA 10 WAZ 15 Wajong (oude regeling) 16 Wajong

Nadere informatie

Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters

Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters Tabellenboek eerste meting Cohort 2015 versus cohort 2012 UWV Kenniscentrum Cathelijne van der Burg 11 februari 2016 INHOUD ACHTERGROND 3 LEESWIJZER 4 A.

Nadere informatie

Zorg & Inkomen. Janthony Wielink Enkwest Opleiding & Advies

Zorg & Inkomen. Janthony Wielink Enkwest Opleiding & Advies Zorg & Inkomen Janthony Wielink Enkwest Opleiding & Advies Zorgen over uw inkomen? Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid 1. Financiële prikkels voor werknemers 2. Financiële prikkels voor werkgevers Doelstelling

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie 2016

Kwantitatieve informatie 2016 Kwantitatieve informatie 2016 Inhoud ZIEKTEWET ¹... 4 WET ARBEID EN ZORG 1... 7 POORTWACHTER AG... 8 CLAIMBEOORDELING AG... 9 INDICATIES BANENAFSPRAAK 2... 14 WAO... 15 WIA... 18 WAZ... 27 WAJONG (OUDE

Nadere informatie

KENNISMEMO. Puntsgewijze samenvatting van de belangrijkste bevindingen

KENNISMEMO. Puntsgewijze samenvatting van de belangrijkste bevindingen Datum 1 februari 2012 Van Kenniscentrum UWV Ed Berendsen T (020) 687 1625 Ed.Berendsen@uwv.nl Onderwerp KM 12/02 Overgangen binnen de WIA Puntsgewijze samenvatting van de belangrijkste bevindingen De WIA

Nadere informatie

Het werk van de verzekeringsarts

Het werk van de verzekeringsarts Het werk van de verzekeringsarts Wat doen een verzekeringsarts en een bedrijfsarts? Taken verzekeringsarts bij UWV (= uitvoeringsinstituut werknemers verzekeringen) WAO/WIA Rob Mohanlal Landelijk adviseur

Nadere informatie

BeZaVa. Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters

BeZaVa. Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters BeZaVa Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters Agenda Zietewet & WIA BeZaVa Verzuimmanagement Ziektewet, wie kwamen in aanmerking Orgaandonatie No riskpolis Ziekte door zwangerschap

Nadere informatie

Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt. Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017

Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt. Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017 Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017 Over arbeidsmarktinformatie en -advies 35 arbeidsmarktregio

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2013 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2013 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2013 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 5 WET ARBEID EN ZORG... 7 POORTWACHTER AG... 8 CLAIMBEOORDELING AG... 9 WAO... 14 WIA... 15 WAZ... 23 WAJONG (OUDE REGELING)...

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

U wordt ziek en dan? Waarom krijgt u dit overzicht?

U wordt ziek en dan? Waarom krijgt u dit overzicht? U wordt ziek en dan? Als u (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt wordt, ontvangt u eerst twee jaar lang een inkomen van uw werkgever. Dat is de loondoorbetaling door uw werkgever. Na twee jaar arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Positieve trends in (gezonde) levensverwachting

Positieve trends in (gezonde) levensverwachting Positieve trends in (gezonde) levensverwachting 13 stijgt nog steeds in 28 78,3 jaar voor mannen en 82,3 jaar voor vrouwen Stijging levensverwachting vooral door daling sterfte op hogere leeftijden Recente

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

2-10-2013. Modernisering Ziektewet. Wet BeZaVa. Waarom Modernisering Ziektewet. door Anja Heijstek

2-10-2013. Modernisering Ziektewet. Wet BeZaVa. Waarom Modernisering Ziektewet. door Anja Heijstek Modernisering Ziektewet door Anja Heijstek Wet BeZaVa Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Vangnetters ofwel Modernisering van de Ziektewet Waarom Modernisering Ziektewet U doet het goed

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2017-8 Ed Berendsen Peter Rijnsburger VOLUMEONTWIKKELINGEN Duiding van de ontwikkelingen in de sociale zekerheid, in het bijzonder de WIA en de WW Kenniscentrum UWV Oktober 2017 Het UWV

Nadere informatie

Geen tekort aan technisch opgeleiden

Geen tekort aan technisch opgeleiden Geen tekort aan technisch opgeleiden Auteur(s): Groot, W. (auteur) Maassen van den Brink, H. (auteur) Plug, E. (auteur) De auteurs zijn allen verbonden aan 'Scholar', Faculteit der Economische Wetenschappen

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-6 Ed Berendsen Peter Rijnsburger VOLUMEONTWIKKELINGEN Duiding van de ontwikkelingen in de sociale zekerheid, met speciale aandacht voor de WW Kenniscentrum UWV April 2018 Het UWV

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie en Reïntegratie van chronisch zieken en gehandicapten. Bijlageboek

Arbeidsparticipatie en Reïntegratie van chronisch zieken en gehandicapten. Bijlageboek Arbeidsparticipatie en Reïntegratie van chronisch zieken en gehandicapten Bijlageboek B I J L A G E N > 1. 1. L I J S T M E T F I G U R E N Figuur 1: Arbeidsgehandicapten vallen in sectie A (VFSIPH, 2003)

Nadere informatie

Ziek of arbeidsongeschikt?

Ziek of arbeidsongeschikt? Ziek of arbeidsongeschikt? SBZ vult uw uitkering aan. En uw pensioenopbouw wordt voortgezet. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars De arbeidsongeschiktheidswetgeving Op 1 januari 2006 is

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie 2013

Kwantitatieve informatie 2013 Kwantitatieve informatie 2013 Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 7 POORTWACHTER AG... 9 CLAIMBEOORDELING AG... 10 WAO... 15 WIA... 18 WAZ... 27 WAJONG (OUDE REGELING)... 30 WAJONG (NIEUWE REGELING)...

Nadere informatie

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan

Verschillenanalyse effect nieuwe BKR. Samenvatting. Inleiding. datum Directie Kinderopvang, Ministerie SZW. aan Verschillenanalyse effect nieuwe BKR datum 15-8-2018 aan van Directie Kinderopvang, Ministerie SZW Lucy Kok en Tom Smits, SEO Economisch Onderzoek Rapportnummer 2018-78 Copyright 2018 SEO Amsterdam. Alle

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2011

WGA-instroom grote werkgevers in 2011 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 2011 Instroomcijfers WGA 2011 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen preciezer weten wat voor u in uw situatie geldt?

Nadere informatie

BIJLAGE 1. SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004

BIJLAGE 1. SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004 BIJLAGE 1 SER-adviezen WAO 2002 en 2004 Kabinetsvoorstellen WAO maart 2004 A. Algemene opzet a.o.-regelingen* 1) verlenging wettelijk verplichte loondoorbetaling bij ziekte tot in beginsel twee jaar 2)

Nadere informatie

Vereenigde Arbeidskundige Compagnie BV

Vereenigde Arbeidskundige Compagnie BV Vereenigde Arbeidskundige Compagnie BV Nieuwe wetgeving Arbeidsongeschiktheid en reïntegratie Frans Hoebink RAd 4-4-2006 VAC IPS 1 Onderwerpen Behoud van inkomen Loon WIA (IVA,WGA) Wajong WWB TW Behoud

Nadere informatie

Wia Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (verdiencapaciteit)

Wia Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (verdiencapaciteit) Wia Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (verdiencapaciteit) De oude WAO regeling geldt alleen nog voor mensen die op 01-01-2006 een WAO uitkering ontvingen Doel is dat de werkgever en werknemer er

Nadere informatie

Re-integratie inspanningen van publiek (UWV) en privaat verzekerde werkgevers sinds de WIA

Re-integratie inspanningen van publiek (UWV) en privaat verzekerde werkgevers sinds de WIA Re-integratie inspanningen van publiek (UWV) en privaat verzekerde werkgevers sinds de WIA B. Cuelenaere, AStri beleidsonderzoek en advies (b.cuelenaere@astri.nl) T.J. Veerman, AStri beleidsonderzoek en

Nadere informatie

Analyse stijging WIA-instroom I

Analyse stijging WIA-instroom I Opdrachtgever UWV Analyse stijging WIA-instroom I Conclusie Opdrachtnemer UWV / Carla van Deursen ; Jos van Loo Onderzoek KM 10/06: Analyse stijging WIAinstroom I Startdatum 28 februari 2010 Einddatum

Nadere informatie

6 Meervoudige problematiek bij werknemers

6 Meervoudige problematiek bij werknemers 6 Meervoudige problematiek bij werknemers Maroesjka Versantvoort (SCP) en Lando Koppes (TNO) 6.1 Inleiding Werknemers met meervoudige problematiek staan centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt is de definitie

Nadere informatie

Werking van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA)

Werking van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) Werking van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) Hierna geven wij voor u als werkgever - uitleg over de WIA. Een WIA-uitkering wordt aangevraagd tegen het einde van de periode van de loondoorbetalingsverplichting.

Nadere informatie

Verzuim- en reïntegratietraject

Verzuim- en reïntegratietraject Verzuim- en reïntegratietraject Q-koorts Juan Bouwmans, bedrijfsarts 30 november Even voorstellen Bedrijfsarts Arbo Unie Den Bosch en Tilburg Projectleider infectieziekten Brabants Kennisnetwerk Zoönosen

Nadere informatie

Verzuimduur en WIA-instroom uitzendkrachten: vergelijking UWV en Acture 2017

Verzuimduur en WIA-instroom uitzendkrachten: vergelijking UWV en Acture 2017 Management summary Verzuimduur en WIA-instroom uitzendkrachten: vergelijking UWV en Acture 217 In 214 vergeleek onderzoeksbureau Astri het verloop van ziekmeldingen bij UWV en Acture in de jaren 21-212.

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2013

WGA-instroom grote werkgevers in 2013 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 2013 Instroomcijfers WGA 2013 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen preciezer weten wat voor u in uw situatie geldt?

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2012

WGA-instroom grote werkgevers in 2012 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 2012 Instroomcijfers WGA 2012 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Wilt u na het lezen preciezer weten wat voor u in uw situatie geldt?

Nadere informatie

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders

De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders De verdeling van arbeid en zorg tussen vaders en moeders Marjolein Korvorst en Tanja Traag Het krijgen van kinderen dwingt ouders keuzes te maken over de combinatie van arbeid en zorg. In de meeste gezinnen

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Let op: in onderstaand overzicht is de nieuwe regeling voor Wajonguitkeringen, die zijn ingegaan vanaf 1 januari 2015, nog niet verwerkt.

Let op: in onderstaand overzicht is de nieuwe regeling voor Wajonguitkeringen, die zijn ingegaan vanaf 1 januari 2015, nog niet verwerkt. Bron: Brochure 'Werk en inkomen bij ziekte. Een praktische gids', een uitgave van de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid en de Whiplash Stichting Nederland, 2012 Let op: in onderstaand overzicht is

Nadere informatie

WIA

WIA 2019 WIA na We ar rk We Ar & t be In ids kom ve e rm n og en Werk & Inkomen naar Arbeidsvermogen Inkomensaanvullingen bij arbeidsongeschiktheid Als werkgever kunt u een aantal verzekeringen afsluiten die

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

WGA-instroom grote werkgevers in 2015

WGA-instroom grote werkgevers in 2015 uwv.nl werk.nl WGA-instroom grote werkgevers in 205 Instroomcijfers WGA 205 Wilt u meer weten? Deze brochure geeft algemene informatie. Heeft u na het lezen nog vragen? Kijk dan op uwv.nl/wga. U kunt ook

Nadere informatie