Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters

Transcriptie

1 Weg naar de WIA - 3 Langdurig zieke vangnetters Tabellenboek eerste meting Cohort 2015 versus cohort 2012

2 UWV Kenniscentrum Cathelijne van der Burg 11 februari 2016

3 INHOUD ACHTERGROND 3 LEESWIJZER 4 A. ZIEKTEPERIODE 5 B. GEZONDHEID 9 C. KENMERKEN VAN WERK EN ARBEIDSVERLEDEN 13 D. WERKHERVATTING 21 E. EERSTEJAARS ZIEKTEWET-BEOORDELING 31 F. BEGELEIDING BIJ WERKHERVATTING 33 G. EIGEN BETROKKENHEID EN INBRENG 45 H. ALGEMENE KENMERKEN 49 BIJLAGE 1 VELDWERKVERSLAG 57 BIJLAGE 2 VRAGENLIJST 59

4

5 ACHTERGROND Aanleiding Per 1 januari 2013 is de Ziektewet gemoderniseerd met de invoering van de Wet Bezava (Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters). Beoogd wordt onder andere dat werkgevers zich meer gaan inspannen voor de verzuimbegeleiding van zieke werknemers wiens dienstverband op enig moment wordt beëindigd. Voor ZW-gerechtigden wordt een vergroting van de arbeidsparticipatie vanuit de Ziektewet nagestreefd. Dit komt onder meer tot uiting in de aanscherping van het Ziektewetcriterium na één jaar ziekte en van de re-integratieverplichtingen van zieke vangnetters. Binnen het kennisthema voorkomen (langdurige) arbeidsongeschiktheid richt UWV de aandacht op veranderingen naar aanleiding van de invoering van de nieuwe Ziektewet (UWV Kennisagenda 2014 & 2015). In dit verband volgt UWV een cohort langdurig zieken, om hun kenmerken en situatie te vergelijken met die van langdurig zieken vóór de invoering van de Wet Bezava. Door aan te sluiten op de eerdere Weg naar de WIA onderzoeken (WnW), kan deze vergelijking gemaakt worden. WnW In het kader van WnW zijn in het verleden twee maal langdurig zieke vangnetters ( ers, uitzendkrachten en eindedienstverbanders) en werknemers gevolgd. Het eerste onderzoek (WnW-1) betrof langdurig zieken die waren ziek gemeld rond januari 2007; in het tweede onderzoek (WnW-2) was dit rond oktober Het betrof vangnetters en werknemers die minimaal negen maanden ziek zijn geweest. UWV volgt nu voor een derde maal een cohort langdurig zieke vangnetters en een cohort langdurig zieke werknemers (WnW-3). Net als in WnW-2 worden de langdurig zieken op twee peilmomenten bevraagd: circa tien respectievelijk achttien maanden na hun ziekmelding. Dit gebeurt middels een vragenlijst, die ze naar keuze digitaal of op papier kunnen invullen. Tabellenboek Dit tabellenboek bevat de resultaten van de eerste meting onder het cohort vangnetters die op in het najaar van 2015 ongeveer negen maanden ziek waren gemeld. Waar mogelijk hebben we een vergelijking gemaakt met de vangnetters die in de zomer van 2012 ongeveer negen maanden ziek zijn geweest (WnW-2 cohort). 3

6 LEESWIJZER De paragrafen (A t/m H) komen overeen met de thema s van de vragenlijst, zoals ziekteperiode (A), werkhervatting (D) en begeleiding bij werkhervatting (F). De tabelnummers komen overeen met de nummers van de vragenlijst, tenzij expliciet is aangegeven dat het gegevens uit de UWV-registratie betreft. Waar van toepassing hebben we een vergelijking gemaakt met het cohort negenmaands zieke vangnetters uit 2012 (WnW-2 onderzoek). In dat geval staan de tabellen in blauwe tekst en staat er een X achter het betreffende tabelnummer. Alle tabellen zijn uitgesplitst naar het type vangnetter, conform de UWV-registratie. Dit betreft een indeling naar vijf vangnetgroepen: werklozen (), uitzendkrachten met niet-erd werkgever (UWV-), uitzendkrachten met ERD werkgever (), eindedienstverbanders met niet- ERD werkgever () en eindedienstverbanders met ERD werkgever (). De vergelijkbare WnW-2 tabellen zijn uitgesplitst naar drie vangnetgroepen: ers, uitzendkrachten () en eindedienstverbanders (). De percentages in de tabel zijn steeds kolompercentages, tenzij anders vermeld. De resultaten van WnW-3 zijn gewogen naar de oorspronkelijke verhoudingen tussen de vijf vangnetgroepen, conform de steekproef. De bijlagen van dit tabellenboek bevatten (1) het veldwerkverslag en (2) de vragenlijst van de eerste meting. 4

7 A. ZIEKTEPERIODE Tabel 0a De vijf vangnetgroepen (UWV-registratie) (ongewogen) aantal percentage Werklozen () % Uitzendkrachten met niet-erd werkgever (UWV-) 90 3% Uitzendkrachten met ERD werkgever () 135 5% Eindedienstverbanders met niet-erd werkgever () % Eindedienstverbanders met ERD werkgever () % Onbekend 42 2% % Tabel 0b De drie vangnetgroepen (UWV-registratie) (ongewogen) aantal percentage Werklozen () % Uitzendkrachten () 225 9% Eindedienstverbanders () % Onbekend 42 2% % Tabel 0X De drie vangnetgroepen (UWV-registratie) aantal percentage Werklozen () % Uitzendkrachten () % Eindedienstverbanders () % Onbekend 75 3% % De respondenten uit WnW-3 zijn volgens de UWV-administratie tussen 1 oktober 2014 en 31 januari 2015 ziek gemeld; dit is de zogenoemde inclusieperiode. We hebben ook aan de vangnetters zelf gevraagd wanneer zij zich hebben ziek gemeld. Hieruit blijkt dat 10% van de vangnetters aangeeft zich voor of na de inclusieperiode te hebben ziek gemeld. Zie tabel 1. Tabel 1 Startdatum ziekmelding (ongewogen) aantal percentage Voor de UWV inclusieperiode (van 1 januari t/m 30 september 2014) 137 5% In de UWV inclusieperiode (van 1 oktober 2014 t/m 31 januari 2015) % Na de UWV inclusieperiode (vanaf 1 februari 2015) 139 5% Onbekend (geen startmaand ingevuld) 90 4% % 5

8 De respondenten uit WnW-2 zijn volgens de UWV-administratie tussen 1 oktober en 23 december 2011 ziek gemeld; dit is de zogenoemde inclusieperiode. We hebben ook aan de vangnetters zelf gevraagd wanneer zij zich hebben ziek gemeld. Hieruit blijkt dat 8% van de vangnetters aangeeft zich voor of na de inclusieperiode te hebben ziek gemeld. Zie tabel 1X. Tabel 1X Startdatum ziekmelding aantal percentage Voor de UWV inclusieperiode (van 1 januari t/m 30 september 2011) 201 7% In de UWV inclusieperiode (van 1 oktober t/m 23 december 2011) % Na de UWV inclusieperiode (van 24 december t/m 31 december 2011) 30 1% Onbekend (geen startmaand ingevuld) 182 6% % Tabel 2 Nog een Ziektewetuitkering op enquêtemoment*, ** (n=1094) (n=89) (n=133) (n=952) (n=257) (n=2525) Ja 87% 79% 77% 85% 76% 85% Nee 13% 21% 23% 15% 24% 15% 100% 100% 100% 100% 100% 100% * De kolomuitsplitsing heeft vanaf hier steeds betrekking op de vijf vangnetgroepen (zie tabel 0a). ** De resultaten zijn vanaf hier gewogen. Tabel 2X Nog een Ziektewetuitkering op enquêtemoment (n=1309) (n=326) (n=1248) (n=2883) Ja 93% 91% 90% 91% Nee 7% 9% 10% 9% 100% 100% 100% 100% * De kolomuitsplitsing heeft vanaf hier steeds betrekking op de drie vangnetgroepen (zie tabel 0X). Tabel 2a Indien Ziektewetuitkering beëindigd (zie tabel 2): per wanneer (n=122) (n=18) (n=27) (n=126) (n=55) (n=348) Binnen 270 dagen (9 mnd) 16% 7% 40% 17% 21% 19% Na 270 dagen of meer 84% 93% 60% 83% 79% 81% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Uit tabel 2a volgt dat 64 personen (19% van 348) aangeven vóór 9 maanden na ziekmelding volledig beter te zijn gemeld. Deze personen zijn wel meegenomen in de verdere analyses, omdat we van hen op basis van de UWV-registratie met redelijke zekerheid konden stellen dat ze minimaal 9 maanden in de Ziektewet zaten. Zij hebben zelf verderop in de vragenlijst (vraag 3, niet in tabel) ook expliciet aangegeven dat ze 9 maanden of langer in de Ziektewet zaten. 6

9 Tabel 2aX Indien Ziektewetuitkering beëindigd (zie tabel 2X): per wanneer (n=103) (n=33) (n=118) (n=264) Voor 1 juli 2012 (binnen circa 9 maanden) 11% 18% 13% 13% Na 1 juli % 82% 88% 88% 100% 100% 100% 100% Uit tabel 2aX volgt dat 33 personen (13% van 264) aangeven vóór 1 juli 2012 volledig beter te zijn gemeld. Deze personen zijn wel meegenomen in de verdere analyses, omdat we van hen op basis van de UWV-registratie met redelijke zekerheid konden stellen dat ze minimaal 9 maanden in de Ziektewet zaten. Tabel 4 Uitkering ontvangen van UWV of een andere instantie (n=1093) (n=89) (n=132) (n=953) (n=256) (n=2523) Van UWV 98% 100% 15% 98% 20% 85% Van een andere instantie 2% 0% 85% 3% 80% 15% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 7

10 8

11 B. GEZONDHEID Tabel 5 Algemene gezondheidstoestand op enquêtemoment (n=1092) (n=89) (n=135) (n=945) (n=259) (n=2520) Goed 5% 7% 11% 8% 8% 6% Gaat wel / matig 46% 45% 54% 47% 49% 47% Slecht 49% 48% 35% 45% 43% 46% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 5X Algemene gezondheidstoestand op enquêtemoment (n=1320) (n=330) (n=1252) (n=2902) Goed 5% 6% 8% 7% Gaat wel / matig 49% 47% 57% 52% Slecht 46% 47% 35% 41% 100% 100% 100% 100% Tabel 6 Gezondheidstoestand bij ziekmelding (najaar 2014-begin 2015) (n=1094) (n=90) (n=134) (n=953) (n=258) (n=2529) Goed 4% 4% 7% 5% 4% 5% Gaat wel / matig 16% 21% 13% 10% 11% 14% Slecht 80% 75% 79% 84% 85% 82% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 6X Gezondheidstoestand bij ziekmelding (najaar 2011) (n=1320) (n=331) (n=1254) (n=2905) Goed 3% 6% 4% 4% Gaat wel / matig 17% 12% 13% 15% Slecht 80% 82% 84% 82% 100% 100% 100% 100% 9

12 Tabel 7 Aard van de gezondheidsklachten* (n=1100) (n=90) (n=134) (n=957) (n=261) (n=2542) Rugklachten 25% 32% 22% 26% 21% 25% Andere klachten ledematen/ 43% 56% 39% 35% 39% 41% bewegingsapparaat Overspannenheid 17% 13% 16% 20% 18% 18% Burn-out 12% 10% 19% 19% 22% 15% Andere psychische klachten 37% 22% 35% 36% 36% 36% Hart- en vaatziekte 17% 12% 11% 11% 11% 14% Kanker 8% 6% 7% 8% 7% 7% Problemen met zintuigen 7% 1% 6% 4% 4% 5% Klachten vanwege 0% 0% 3% 3% 3% 2% zwangerschap Anders 21% 12% 19% 20% 19% 20% 100% 100% 100% 100% 100% 100% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 7X Aard van de gezondheidsklachten* (n=1319) (n=330) (n=1256) (n=2905) Rugklachten 23% 32% 23% 24% Andere klachten ledematen / bewegingsapparaat 38% 46% 36% 38% Overspannenheid 22% 14% 22% 21% Burn-out 14% 11% 18% 15% Andere psychische klachten 41% 29% 36% 37% Hart- en vaatziekte 14% 11% 10% 12% Kanker 7% 4% 6% 6% Problemen met zintuigen 6% 4% 4% 5% Klachten vanwege zwangerschap 1% 1% 1% 1% Anders 18% 19% 20% 19% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 8 Langer gezondheidsklachten (n=1089) (n=89) (n=135) (n=952) (n=262) (n=2527) Ja, 0 tot 6 maanden 18% 19% 17% 19% 19% 18% Ja, 6 tot 12 maanden 9% 4% 6% 9% 13% 9% Ja, langer dan een jaar 52% 51% 35% 37% 34% 44% Nee 21% 26% 42% 35% 34% 28% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 10

13 Tabel 8X Langer gezondheidsklachten (n=1321) (n=329) (n=1253) (n=2903) Ja, 0 tot 6 maanden 17% 14% 21% 18% Ja, 6 tot 12 maanden 12% 10% 10% 11% Ja, langer dan een jaar 52% 42% 38% 45% Nee 19% 34% 32% 26% 100% 100% 100% 100% 11

14 12

15 C. KENMERKEN VAN WERK EN ARBEIDSVERLEDEN Tabel 9 Situatie ten tijde van de ziekmelding volgens respondenten* (n=1091) (n=90) (n=132) (n=951) (n=258) (n=2522) Had een vast dienstverband 7% 3% 4% 24% 16% 12% Had een tijdelijk dienstverband 7% 8% 7% 54% 62% 26% Was uitzendkracht 6% 88% 84% 11% 12% 16% Was oproepkracht 2% 1% 2% 2% 4% 2% Was werkloos 75% - 2% 6% 3% 40% Anders 4% - 1% 3% 3% 3% 100% 100% 100% 100% 100% 100% * Deze situatie komt niet altijd overeen met de UWV-indeling naar vangnetgroep. In deze en navolgende vragen is uitgegaan van de antwoorden van de respondent. Tabel 9X Situatie ten tijde van de ziekmelding volgens respondenten* (n=1321) (n=329) (n=1251) (n=2901) Had een vast dienstverband 12% 5% 25% 17% Had een tijdelijk dienstverband 12% 11% 64% 34% Was uitzendkracht 6% 81% 4% 14% Was oproepkracht 2% 2% 3% 2% Was werkloos 65% 1% 1% 31% Anders 2% 1% 2% 2% totaal 100% 100% 100% 100% * Deze situatie komt niet altijd overeen met de UWV-indeling naar vangnetgroep. In deze en navolgende vragen is uitgegaan van de antwoorden van de respondent. Tabel 10 Indien tijdelijk dienstverband bij ziekmelding (zie tabel 9): Dienstverband tijdens ziekmelding verlengd of omgezet in vast dienstverband (n=67) (n=6) (n=9) (n=496) (n=165) (n=732) Nee 90% 80% 100% 97% 97% 96% Ja, verlengd 10% 20% - 3% 3% 4% Ja, omgezet in vast dienstverband % - 0% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 13

16 Tabel 11 Indien tijdelijk dienstverband bij ziekmelding (zie tabel 9): Wat werkgever ervan vindt dat u ziek uit dienst bent gegaan** Had gehoopt dat ik voor zou herstellen (n=68) (n=5) (n=9) (n=499) (n=155) (n=736) 15% 20% 11% 25% 25% 24% Is blij dat hij van mij af is 12% 0% 0% 19% 14% 16% Weet niet 46% 80% 78% 46% 50% 48% stond los van ziekmelding* 3% 0% 0% 2% 5% 3% Vindt het heel vervelend (maar 1% 0% 0% 6% 3% 5% kon niet anders)* Anders 25% 0% 11% 5% 7% 8% * Gehercodeerd, uit anders, namelijk. ** Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 12 Indien werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Situatie vóór werkloosheid / (n=770) (n=0) (n=3) (n=50) (n=7) (n=830) Vast dienstverband 62% - 25% 55% 43% 61% Tijdelijk dienstverband 28% % 29% 28% Uitzendkracht 6% - 75% 5% 29% 7% Oproepkracht 2% % Anders 2% - - 3% - 2% 100% - 100% 100% 100% 100% Tabel 12X Indien werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Situatie vóór werkloosheid / (n=843) (n=3) (n=14) (n=860) Vast dienstverband 59% 33% 43% 59% Tijdelijk dienstverband 27% 0% 36% 27% Uitzendkracht 8% 0% 7% 8% Oproepkracht 2% 0% 0% 2% Anders 4% 67% 14% 5% 100% 100% 100% 100% 14

17 Tabel 13 Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Wanneer arbeidscontract beëindigd Voor de ziekmeldingsperiode (inclusieperiode) (n=703) (n=7) (n=10) (n=722) (n=189) (n=1631) 61% 4% - 9% 7% 34% In de ziekmeldingsperiode 1% 3% 4% 19% 18% 8% Na de ziekmeldingsperiode: - Tot 1 juni % 1% 2% 30% 25% 12% - Tussen 1 juni en 1 september % - 2% 15% 18% 6% - Na 1 september % 1% - 2% 5% 2% Onbekend 36% 91% 92% 25% 28% 38% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 13X Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Wanneer arbeidscontract beëindigd (n=1329) (n=331) (n=1259) (n=2919) Voor de ziekmeldingsperiode (inclusieperiode) 68% 5% 5% 34% In de ziekmeldingsperiode 2% 2% 15% 7% Na de ziekmeldingsperiode: - Tot 1 april % 3% 40% 18% - Tussen 1 april en 1 juli % 1% 17% 8% - Na 1 juli % 0% 4% 2% Onbekend 28% 89% 18% 30% 100% 100% 100% 100% Tabel 14 Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Reden waarom geen arbeidscontract meer met deze werkgever (n=832) (n=6) (n=13) (n=748) (n=196) (n=1795) Ontslag 49% 17% 41% 29% 18% 39% Het arbeidscontract liep af en is 31% 50% 29% 64% 75% 47% niet verlengd Anders 20% 33% 29% 8% 7% 15% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 15

18 Tabel 14X Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Reden waarom geen arbeidscontract meer met deze werkgever (n=1041) (n=47) (n=1072) (n=2160) Ontslag 47% 21% 21% 33% Het arbeidscontract liep af en is niet verlengd 34% 43% 66% 50% Anders 19% 36% 13% 16% 100% 100% 100% 100% Tabel 15 Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Reden ontslag of niet verlengd arbeidscontract* (n=835) (n=6) (n=12) (n=747) (n=196) (n=1796) Reorganisatie werkgever 48% 17% 33% 22% 32% 37% Faillissement werkgever 14% 0% 8% 13% 2% 12% Ziekte/ gezondheid werknemer 17% 50% 67% 53% 53% 33% Onvoldoende functioneren volgens werkgever 7% 0% 0% 9% 8% 8% Arbeidsconflict 10% 0% 25% 6% 6% 8% Andere werkgever gevonden 0% 0% 0% 1% 1% % Anders 14% 33% 0% 13% 20% 14% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 15X Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Reden ontslag of niet verlengd arbeidscontract* (n=1037) (n=45) (n=1069) (n=2151) Reorganisatie werkgever 45% 16% 24% 34% Faillissement werkgever 11% 2% 10% 10% Ziekte/ gezondheid werknemer 25% 62% 60% 43% Onvoldoende functioneren volgens werkgever 10% 2% 9% 10% Arbeidsconflict 13% 4% 6% 9% Andere werkgever gevonden 0% 0% 0% 0% Anders 9% 24% 8% 9% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

19 Tabel 16 Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Beëindiging van het dienstverband te maken met de economische crisis (n=836) (n=7) (n=13) (n=745) (n=195) (n=1796) Ja 46% 33% 6% 23% 26% 36% Nee 30% 50% 71% 50% 45% 39% Weet niet 24% 17% 24% 27% 29% 25% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 16X Indien dienstverband of werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Beëindiging van het dienstverband te maken met de economische crisis (n=1047) (n=44) (n=1075) (n=2166) Ja 37% 18% 28% 32% Nee 40% 52% 46% 43% Weet niet 23% 30% 26% 25% 100% 100% 100% 100% Tabel 17 Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Gemiddeld aantal uren per week werkzaam volgens arbeidsovereenkomst (n=249) (n=84) (n=125) (n=855) (n=239) (n=1552) Aantal uur Tabel 17X Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Gemiddeld aantal uren per week werkzaam volgens arbeidsovereenkomst (n=356) (n=316) (n=1188) (n=1860) Aantal uur Tabel 18 Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Duur dienstverband ten tijde van ziekmelding (n=251) (n=83) (n=127) (n=863) (n=244) (n=1568) Korter dan 1 jaar 36% 63% 70% 36% 36% 41% - waarvan gemiddeld 5 maanden5 maanden 5maanden 6 maanden 6 maanden 6 maanden Meer dan 1 jaar 64% 37% 30% 64% 64% 59% - waarvan gemiddeld 8 jaar 3 jaar 4 jaar 7 jaar 6 jaar 7 jaar 17

20 Tabel 18X Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Duur dienstverband ten tijde van ziekmelding (n=326) (n=274) (n=1070) (n=1670) Korter dan 1 jaar 44% 66% 40% 45% - waarvan gemiddeld 6 maanden 5 maanden 7 maanden 6 maanden Meer dan 1 jaar 56% 34% 60% 55% - waarvan gemiddeld 7 jaar 3 jaar 6 jaar 6 jaar Tabel 19 Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Vestigingsgrootte werkgever (aantal werkzame personen) (n=239) (n=78) (n=114) (n=843) (n=223) (n=1497) 10 of minder 30% 28% 13% 31% 14% 26% 11 tot 25 16% 20% 14% 18% 13% 17% 26 tot 50 14% 26% 14% 12% 14% 14% 51 tot 100 9% 14% 11% 13% 13% 12% 101 tot % 9% 23% 10% 15% 13% Meer dan % 3% 24% 15% 31% 19% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 19X Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Vestigingsgrootte werkgever (aantal werkzame personen) (n=359) (n=306) (n=1184) (n=1849) 10 of minder 28% 20% 26% 26% 11 tot 25 21% 17% 23% 21% 26 tot 50 13% 15% 17% 16% 51 tot % 14% 13% 13% 101 tot % 16% 10% 11% Meer dan % 18% 11% 13% totaal 100% 100% 100% 100% Tabel 20 Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9): Vestiging onderdeel van groter bedrijf (n=245) (n=81) (n=121) (n=855) (n=237) (n=1539) Ja 59% 43% 70% 51% 89% 61% Nee 41% 57% 30% 49% 11% 39% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 18

21 Tabel 20X Indien niet werkloos bij ziekmelding (zie tabel 9X): Vestiging onderdeel van groter bedrijf (n=366) (n=308) (n=1189) (n=1863) Ja 58% 58% 55% 56% Nee 42% 42% 45% 44% 100% 100% 100% 100% Tabel 21 Gemiddelde duur arbeidsverleden (n=1062) (n=87) (n=129) (n=922) (n=251) (n=2451) Aantal jaar Tabel 21X Gemiddelde duur arbeidsverleden (n=1280) (n=314) (n=1218) (n=2812) Aantal jaar

22 20

23 D. WERKHERVATTING Tabel 22 Na ziekmelding op enig moment weer gaan werken (n=1097) (n=90) (n=135) (n=951) (n=259) (n=2532) Ja, in betaald werk 6% 8% 15% 11% 13% 9% Ja, in onbetaald werk 15% 9% 23% 13% 16% 15% Nee 79% 83% 62% 76% 71% 76% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 22X Na ziekmelding op enig moment weer gaan werken (n=1320) (n=327) (n=1246) (n=2893) Ja, in betaald werk 8% 10% 15% 11% Ja, in onbetaald werk 16% 10% 13% 14% Nee 76% 80% 72% 75% 100% 100% 100% 100% Tabel 23 Indien weer gaan werken (zie tabel 22): wanneer Voor de ziekmeldingsperiode (inclusieperiode) (n=233) (n=15) (n=51) (n=228) (n=75) (n=602) 18% 7% 2% 6% 1% 10% Tijdens de ziekmeldingsperiode 3% - - 5% 14% 4% Na de ziekmeldingsperiode: - tot 1 juni % 21% 21% 23% 22% 24% - tussen 1 juni en 1 september 16% 7% 21% 21% 21% 18% na 1 september % 50% 44% 40% 29% 31% Onbekend 16% 14% 12% 5% 13% 12% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 21

24 Tabel 23X Indien weer gaan werken (zie tabel 22X): wanneer (n=315) (n=66) (n=344) (n=725) Voor de ziekmeldingsperiode (inclusieperiode) 16% 12% 5% 10% Tijdens de ziekmeldingsperiode 6% 1% 7% 6% Na de ziekmeldingsperiode: - tot 1 april % 26% 22% 20% - tussen 1 april en 1 juli % 21% 20% 22% - na 1 juli % 26% 35% 30% Onbekend 10% 14% 10% 11% 100% 100% 100% 100% Tabel 24 Indien weer gaan werken (zie tabel 22): op enquêtemoment nog steeds werkzaam (n=220) (n=14) (n=48) (n=226) (n=74) (n=582) Ja 62% 75% 60% 72% 56% 65% Nee, weer gestopt 38% 25% 40% 28% 44% 35% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 24X Indien weer gaan werken (zie tabel 22X): op enquêtemoment nog steeds werkzaam (n=302) (n=61) (n=332) (n=695) Ja 71% 66% 62% 66% Nee, weer gestopt 29% 34% 38% 34% 100% 100% 100% 100% Tabel 25 Indien werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): aantal uur (n=132) (n=11) (n=29) (n=160) (n=41) (n=373) Gemiddeld aantal uur Tabel 25X Indien werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): aantal uur (n=212) (n=40) (n=200) (n=452) Gemiddeld aantal uur

25 Tabel 26 Indien werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): waar Via oude uitzendbureau, bij hetzelfde bedrijf Via oude uitzendbureau, bij een ander bedrijf (n=133) (n=9) (n=29) (n=159) (n=40) (n=370) 1% 33% 32% 2% 5% 5% 1% - 3% 2% 3% 2% Via een ander uitzendbureau 1% 11% 11% 8% 8% 5% Bij oude werkgever 15% 11% - 14% 18% 13% Bij nieuwe werkgever 15% 11% 3% 24% 15% 17% Zelfstandige/ freelancer 5% - 3% 6% - 4% Vrijwilliger of onbetaald stagiair 62% 33% 49% 45% 51% 53% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 26X Indien werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): waar (n=215) (n=40) (n=204) (n=459) Via oude uitzendbureau, bij hetzelfde bedrijf 0% 13% 2% 2% Via oude uitzendbureau, bij een ander bedrijf 1% 8% 1% 2% Via een ander uitzendbureau 3% 8% 4% 4% Bij oude werkgever 10% - 22% 14% Bij nieuwe werkgever 13% 18% 26% 19% Zelfstandige/ freelancer 9% 5% 5% 7% Vrijwilliger of onbetaald stagiair 64% 50% 39% 52% 100% 100% 100% 100% Tabel 27 Indien bij oude werkgever (zie tabel 26): situatie Oude werkgever heeft tijdelijk passend werk geboden tot herstel Oude werkgever heeft mij weer op oude functie in dienst genomen (n=20) (n=1) (n=0) (n=22) (n=7) (n=50) 54% 100% - 35% 43% 47% 21% % 14% 24% Anders 25% % 43% 29% 100% 100% - 100% 100% 100% 23

26 Tabel 28 Indien werkzaam bij oude of nieuwe werkgever (zie tabel 26): soort dienstverband Vast dienstverband (voor onbepaalde tijd) (n=23) (n=1) (n=0) (n=25) (n=8) (n=57) 44% % 50% 37% Tijdelijk dienstverband 26% % 25% 26% Oproep- of invalkracht 4% % 13% 7% Anders 26% 100% - 38% 13% 30% 100% 100% - 100% 100% 100% Tabel 28X Indien werkzaam bij oude of nieuwe werkgever (zie tabel 26X): soort dienstverband (n=48) (n=7) (n=98) (n=153) Vast dienstverband (voor onbepaalde tijd) 17% 0% 9% 11% Tijdelijk dienstverband 40% 29% 47% 44% Oproep- of invalkracht 17% 14% 14% 15% Anders 27% 57% 30% 30% 100% 100% 100% 100% Tabel 29 Indien werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): in huidige werk rekening gehouden met beperkingen* (n=129) (n=11) (n=29) (n=161) (n=42) (n=372) Ja, werk met aangepaste taken 35% 36% 24% 25% 38% 31% Ja, werk met aangepaste 2% 18% 3% 2% 7% 3% werkplek/ speciale voorzieningen Ja, werk met aangepaste werktijden Functie is niet aangepast, maar bij keuze functie is rekening gehouden met beperkingen 25% 45% 21% 24% 19% 24% 36% 9% 41% 37% 40% 37% Nee 16% 18% 31% 24% 10% 19% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 29X Indien werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): in huidige werk rekening gehouden met beperkingen* (n=214) (n=39) (n=201) (n=454) Ja, werk met aangepaste taken 31% 38% 25% 29% Ja, werk met aangepaste werkplek/ speciale voorzieningen 2% 3% 2% 2% Ja, werk met aangepaste werktijden 27% 26% 30% 28% Functie is niet aangepast, maar bij keuze functie is rekening gehouden met beperkingen 36% 28% 37% 35% Nee 20% 26% 26% 23% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

27 Tabel 30 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): of gezondheid het toelaat om enige vorm van werk te doen (n=950) (n=77) (n=103) (n=783) (n=216) (n=2129) Ja 20% 28% 26% 22% 27% 22% Nee 80% 72% 74% 78% 73% 78% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 30X Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): of gezondheid het toelaat om enige vorm van werk te doen (n=1091) (n=284) (n=1027) (n=2402) Ja 23% 25% 27% 25% Nee 77% 75% 73% 75% 100% 100% 100% 100% Tabel 31 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24) en gezondheid laat dit wel toe (zie tabel 30): belangrijkste redenen hiervoor* Bang dat mijn gezondheid achteruit zal gaan (n=183) (n=17) (n=26) (n=163) (n=56) (n=445) 24% 47% 23% 26% 29% 26% Afgeraden/verboden door arts 9% 24% 23% 13% 20% 13% Moest wachten op een opname 6% 18% 8% 5% 9% 6% Weet niet hoe het zoeken naar werk aan te pakken 6% 18% 12% 6% 7% 7% Ik denk dat werkgevers mij niet willen hebben 23% 41% 35% 18% 21% 23% Ik denk dat werkgevers geen werk hebben dat ik kan doen 10% 18% 27% 12% 18% 13% Ik kon geen nieuwe werkgever vinden 42% 41% 38% 29% 32% 37% Vanwege mijn privé situatie 9% 6% 4% 13% 9% 9% Anders 37% 24% 50% 43% 45% 40% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

28 Tabel 31X Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X) en gezondheid laat dit wel toe (zie tabel 30X): belangrijkste redenen hiervoor (n=237) (n=69) (n=263) (n=569) Bang dat mijn gezondheid achteruit zal gaan 26% 28% 30% 28% Afgeraden/verboden door arts 15% 19% 13% 15% Moest wachten op een opname 6% 7% 7% 7% Weet niet hoe het zoeken naar werk aan te pakken 8% 10% 11% 10% Ik denk dat werkgevers mij niet willen hebben 30% 28% 18% 24% Ik denk dat werkgevers geen werk hebben dat ik kan doen 18% 20% 10% 14% Ik kon geen nieuwe werkgever vinden 42% 45% 29% 36% Vanwege mijn privé situatie 16% 6% 13% 13% Anders 36% 29% 46% 40% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 32 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): Als het wat gezondheid betreft zou kunnen, of men dan tijdelijk passend werk wil doen bij de werkgever/uitzendbureau waar men werkte bij ziekmelding (n=1056) (n=73) (n=104) (n=784) (n=213) (n=2230) Ja, graag 5% 38% 42% 22% 29% 15% Misschien wel, misschien niet / 7% 44% 39% 31% 35% 19% hangt ervan af Nee, beslist niet 4% 13% 13% 33% 26% 15% Niet van toepassing, was bij 84% 5% 6% 14% 10% 51% ziekmelding werkloos 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 33 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24) en van toepassing (zie tabel 32): Of men denkt dat oude werkgever/uitzendbureau tijdelijk passend werk wil bieden, zodra dat kan (n=165) (n=69) (n=97) (n=658) (n=192) (n=1181) Ja, zeker 10% 9% 26% 7% 5% 10% Misschien 32% 57% 48% 31% 44% 37% Nee, dat wil oude 45% 28% 20% 55% 45% 46% werkgever/uitzendbureau niet Nee, oude werkgever/uitzendbureau vindt aanvraag WIA-uitkering beter 12% 7% 6% 6% 6% 7% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 26

29 Tabel 34 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): Wat UWV of het re-integratiebedrijf zegt over mogelijkheden om enige vorm van werk te doen (n=933) (n=72) (n=101) (n=770) (n=210) (n=2086) Ze zeggen dat ik wel kan werken 23% 33% 27% 23% 26% 24% Ze zeggen dat ik niet kan werken 37% 28% 46% 38% 43% 38% Ze hebben hier niets over gezegd 39% 38% 27% 40% 31% 38% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 34X Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): Wat UWV zegt over mogelijkheden om enige vorm van werk te doen (n=1083) (n=275) (n=1016) (n=2374) UWV zegt dat ik wel kan werken 15% 19% 17% 16% UWV zegt dat ik niet kan werken 31% 28% 33% 31% UWV heeft hier niets over gezegd 54% 53% 50% 52% 100% 100% 100% 100% Tabel 35 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): Hoe bedrijfsarts, huisarts en andere zorgverleners denken over mogelijkheden om (weer) volledig te werken Zij denken wel dat ik weer volledig kan werken Zij twijfelen of ik weer volledig kan werken Zij denken niet dat ik weer volledig kan werken (n=941) (n=71) (n=100) (n=784) (n=211) (n=2107) 9% 7% 11% 10% 15% 10% 15% 18% 20% 16% 15% 15% 41% 48% 37% 39% 37% 40% Hun meningen hierover verschillen 4% 5% 11% 6% 9% 5% Weet niet 31% 22% 21% 30% 24% 29% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 35X Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): Hoe bedrijfsarts, huisarts en andere zorgverleners denken over mogelijkheden om (weer) volledig te werken (n=1096) (n=284) (n=1033) (n=2413) Zij denken wel dat ik weer volledig kan werken 10% 12% 16% 13% Zij twijfelen of ik weer volledig kan werken 12% 10% 17% 14% Zij denken niet dat ik weer volledig kan werken 30% 24% 25% 27% Hun meningen hierover verschillen 9% 10% 9% 9% Weet niet 38% 44% 34% 37% 100% 100% 100% 100% 27

30 Tabel 36 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): Verwachting dat gezondheid het toelaat om in de toekomst weer volledig te werken (n=948) (n=73) (n=101) (n=783) (n=216) (n=2121) Ik verwacht het niet 31% 23% 10% 21% 19% 26% Ik verwacht het wel, zowel mijn oude werk als ander zou kunnen 14% 11% 26% 19% 21% 17% Ik verwacht het wel, maar dan alleen ander werk 21% 26% 27% 28% 31% 25% Ik weet het niet 34% 39% 37% 32% 29% 33% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 36X Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): Verwachting dat gezondheid het toelaat om in de toekomst weer volledig te werken (n=1096) (n=287) (n=1036) (n=2419) Ik verwacht het niet 28% 20% 21% 24% Ik verwacht het wel, zowel mijn oude werk als ander zou kunnen 17% 14% 21% 18% Ik verwacht het wel, maar dan alleen ander werk 21% 33% 29% 26% Ik weet het niet 34% 33% 30% 32% 100% 100% 100% 100% Tabel 37 Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24): Andere omstandigheden (naast gezondheid) die werkhervatting belemmeren* (n=946) (n=75) (n=100) (n=779) (n=213) (n=2113) Zorg voor kinderen/familie/partner 13% 16% 11% 14% 14% 13% Relatieproblemen 5% 5% 3% 5% 3% 4% Rouwverwerking 7% 4% 9% 8% 8% 8% Leeftijd (te oud) 38% 24% 14% 21% 23% 30% Weinig werkervaring 7% 15% 10% 9% 10% 8% Slechte economie, te weinig werk 32% 28% 26% 26% 27% 29% Financiële gevolgen pakken 8% 11% 13% 9% 9% 9% onvoordelig uit Juridische procedure 1% 0% 1% 2% 3% 2% Anders 11% 16% 26% 15% 16% 14% Geen 34% 39% 45% 40% 41% 37% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

31 Tabel 37X Indien niet werkzaam op enquêtemoment (zie tabel 24X): Andere omstandigheden (naast gezondheid) die werkhervatting belemmeren (n=1086) (n=284) (n=1036) (n=2406) Zorg voor kinderen/familie/partner 14% 14% 13% 13% Relatieproblemen 7% 7% 5% 6% Rouwverwerking 7% 4% 6% 6% Leeftijd (te oud) 39% 19% 25% 30% Weinig werkervaring 9% 5% 7% 8% Slechte economie, te weinig werk 47% 38% 38% 42% Financiële gevolgen pakken onvoordelig uit 10% 10% 9% 10% Juridische procedure 3% 6% 2% 3% Anders 13% 10% 13% 13% Geen 29% 40% 38% 34% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

32 30

33 E. EERSTEJAARS ZIEKTEWET-BEOORDELING Tabel 38 Of men de Eerstejaars Ziektewet-beoordeling al heeft gehad Ja, een gesprek gehad met een verzekeringsarts van UWV Ja, een gesprek gehad met een arbeidsdeskundige van UWV Ja, een gesprek gehad met zowel een verzekeringsarts als een arbeidsdeskundige van UWV (n=1069) (n=90) (n=131) (n=937) (n=249) (n=2476) 36% 26% 25% 34% 22% 33% 7% 11% 10% 8% 7% 7% 24% 33% 23% 25% 29% 25% Nee, nog geen gesprek gehad 30% 22% 35% 28% 33% 30% N.v.t., krijgt al enige tijd geen Ziektewet-uitkering meer 4% 8% 8% 5% 8% 5% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 39 Indien van toepassing (zie tabel 38): Of men (van tevoren) wist dat men deze beoordeling zou krijgen (n=1020) (n=82) (n=120) (n=877) (n=223) (n=2322) Ja 67% 55% 62% 65% 64% 65% Nee 33% 45% 38% 35% 36% 35% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 40 Indien van toepassing (zie tabel 38): Wist men (van tevoren) dat UWV dan beslist of uw Ziektewet-uitkering stopt of nog maximaal 1 jaar doorloopt (n=1019) (n=82) (n=120) (n=880) (n=221) (n=2322) Ja 52% 42% 54% 53% 57% 53% Nee 48% 58% 46% 47% 43% 47% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 41 Indien van toepassing (zie tabel 38): Heeft men de uitslag van de Eerstejaars Ziektewet-beoordeling al gehad Ja, Ziektewet-uitkering blijft doorlopen (n=1025) (n=81) (n=121) (n=878) (n=223) (n=2328) 34% 33% 30% 32% 34% 33% Ja, Ziektewet-uitkering stopt 16% 25% 20% 18% 23% 18% Nee 50% 42% 50% 50% 43% 49% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 31

34 Tabel 42 Indien van toepassing (zie tabel 38): Maakt(e) men zich er (van tevoren) zorgen om dat de Ziektewet-uitkering na het eerste jaar kan stoppen (n=1017) (n=81) (n=119) (n=877) (n=223) (n=2317) Ja, heel erg 39% 46% 39% 38% 31% 38% Ja, een beetje 29% 29% 25% 31% 30% 30% Nee 32% 25% 36% 31% 39% 32% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 43 Indien van toepassing (zie tabel 38): Als uw Ziektewet-uitkering na het eerste jaar stopt of zou stoppen, wat zou dan de grootste zorg zijn (n=929) (n=74) (n=112) (n=793) (n=200) (n=2108) Mijn financiële situatie 32% 49% 42% 42% 37% 36% Mijn gezondheid 36% 29% 29% 33% 29% 34% De ondersteuning die ik dan nog 4% 2% 3% 4% 4% 3% krijg bij mijn herstel De begeleiding die ik dan nog krijg naar werk Mijn mogelijkheden om werk te vinden dat ik kan doen 3% 3% 6% 4% 5% 4% 15% 8% 9% 9% 16% 13% Anders 4% 5% 8% 4% 5% 5% Geen van bovenstaande 5% 5% 3% 4% 4% 5% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 32

35 F. BEGELEIDING BIJ WERKHERVATTING Tabel 44 Wat de werkgever/uitzendbureau sinds de ziekmelding heeft gedaan om contact te houden of te ondersteunen bij herstel* (n=1085) (n=88) (n=133) (n=944) (n=260) (n=2510) Af en toe gebeld 7% 48% 60% 29% 42% 22% Af en toe een persoonlijk gesprek 5% 13% 29% 22% 29% 14% gehad Gezorgd voor hulp voor sneller herstel 0% 1% 2% 1% 3% 1% Adviezen gegeven om behandeling 2% 5% 7% 4% 7% 3% voor ziekte te zoeken Adviezen gegeven om hulp te zoeken bij problemen in privésituatie 1% 1% 2% 2% 2% 1% Wachtlijstbemiddeling aangeboden 0% 0% 0% 0% 1% % Anders 2% 3% 5% 6% 8% 4% Niets 8% 40% 26% 39% 33% 22% N.v.t., werkloos bij ziekmelding 84% 2% 4% 14% 7% 48% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 44X Wat de werkgever/uitzendbureau sinds de ziekmelding heeft gedaan om contact te houden of te ondersteunen bij herstel* (n=870) (n=327) (n=1230) (n=2427) Af en toe gebeld 13% 34% 32% 26% Af en toe een persoonlijk gesprek gehad 11% 13% 23% 18% Gezorgd voor hulp voor sneller herstel 1% 1% 2% 1% Adviezen gegeven om behandeling voor ziekte te zoeken 3% 3% 5% 4% Adviezen gegeven om hulp te zoeken bij problemen in privé-situatie 2% 2% 2% 2% Wachtlijstbemiddeling aangeboden 0% 0% 0% 0% Anders 16% 25% 28% 23% Niets 21% 50% 41% 35% N.v.t., werkloos bij ziekmelding 53% 3% 8% 23% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

36 Tabel 45 Indien niet werkloos ten tijde van ziekmelding: Wat de werkgever/uitzendbureau sinds de ziekmelding gedaan heeft om me aan het werk te houden of te krijgen* (n=171) (n=84) (n=128) (n=797) (n=237) (n=1417) Ander werk aangeboden 5% 1% 7% 4% 8% 5% Minder taken aangeboden 9% 1% 2% 5% 8% 6% Minder uren aangeboden 7% 2% 5% 8% 8% 7% Aangeboden op therapeutische basis 12% 4% 9% 10% 19% 12% te gaan werken Werkplekaanpassingen/hulpmiddelen aangeboden Op werk gerichte scholing/training aangeboden Conflictbemiddeling of mediation aangeboden 4% 0% 2% 2% 4% 2% 0% 0% 2% 1% 2% 1% 1% 0% 0% 0% 1% 0% Anders 12% 6% 13% 12% 11% 12% Niets 64% 86% 68% 70% 62% 68% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 45X Indien niet werkloos ten tijde van ziekmelding: Wat de werkgever/uitzendbureau sinds de ziekmelding gedaan heeft om me aan het werk te houden of te krijgen* (n=389) (n=310) (n=1116) (n=1815) Ander werk aangeboden 5% 2% 6% 5% Minder taken aangeboden 5% 1% 7% 5% Minder uren aangeboden 5% 4% 10% 8% Aangeboden op therapeutische basis te gaan werken 10% 3% 12% 10% Werkplekaanpassingen/hulpmiddelen aangeboden 1% 1% 3% 2% Op werk gerichte scholing/training aangeboden 1% 2% % 1% Conflictbemiddeling of mediation aangeboden 0% 0% 0% 0% Anders 11% 6% 7% 8% Niets 71% 85% 70% 73% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 46 Begeleidende instanties bij terugkeer naar werk (n=1061) (n=87) (n=131) (n=932) (n=254) (n=2465) Eigen werkgever 2% 6% 20% 6% 9% 5% Arbodienst/bedrijfsarts 3% 0% 32% 13% 25% 10% Re-integratiebedrijf 14% 10% 13% 10% 11% 12% UWV 22% 24% 3% 19% 7% 18% Verzuimbedrijf of verzuimmanagementbedrijf 1% 0% 5% 2% 12% 2% Andere instantie(s) 4% 2% 5% 7% 5% 5% N.v.t., geen begeleiding bij terugkeer naar werk gekregen 62% 66% 42% 60% 51% 59% * Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

37 Tabel 46X Begeleidende instanties bij terugkeer naar werk* (n=1294) (n=324) (n=1234) (n=2852) Eigen werkgever 2% 4% 7% 5% Arbodienst/bedrijfsarts 6% 6% 17% 11% Re-integratiebedrijf 15% 17% 11% 14% UWV 28% 27% 27% 27% Anders 8% 7% 8% 8% N.v.t., geen begeleiding bij terugkeer naar werk gekregen 56% 58% 54% 55% * Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 47 Indien begeleiding (zie tabel 46): sinds wanneer (n=329) (n=23) (n=62) (n=300) (n=101) (n=815) Gelijk vanaf het begin 43% 40% 37% 42% 52% 43% Niet vanaf het begin 57% 60% 63% 58% 48% 57% - Gemiddelde wachttijd voor begeleiding na ziekmelding 26 weken 23 weken 24 weken 23 weken 20 weken 24 weken 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 47X Indien begeleiding (zie tabel 46X): sinds wanneer (n=456) (n=97) (n=463) (n=1016) Gelijk vanaf het begin 51% 33% 41% 45% Niet vanaf het begin 49% 67% 59% 55% - Gemiddelde wachttijd voor begeleiding na ziekmelding 21 weken 24 weken 21 weken 21 weken Tabel 48 Indien geen begeleiding of niet vanaf begin (zie tabel 46/47): waarom niet (n=893) (n=76) (n=102) (n=794) (n=202) (n=2067) Ik was die hele periode te ziek 71% 70% 77% 72% 70% 72% Het werd mij niet aangeboden 19% 21% 12% 16% 17% 17% Er was geen uitzicht op werk 4% 5% 7% 6% 6% 5% Anders 6% 5% 4% 6% 7% 6% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 35

38 Tabel 48X Indien geen begeleiding of niet vanaf begin (zie tabel 46X/47X): waarom niet (n=221) (n=64) (n=268) (n=553) Ik was die hele periode te ziek 69% 81% 76% 74% Het werd mij niet aangeboden 19% 13% 12% 15% Er was geen uitzicht op werk 4% 3% 3% 3% Anders 8% 3% 10% 8% 100% 100% 100% 100% Tabel 49 Begeleiding bij terugkeer naar werk op enquêtemoment (n=1057) (n=85) (n=125) (n=935) (n=255) (n=2457) Ja 16% 22% 25% 18% 21% 18% Nee, het is niet meer nodig, ik kan 6% 8% 12% 9% 9% 8% zonder dergelijke begeleiding Nee, ik ben te ziek 53% 50% 50% 46% 38% 49% Nee, er is geen uitzicht op werk 9% 10% 6% 8% 11% 9% Nee, omdat de ZW-uitkering (net) 2% 1% 2% 2% 4% 2% beëindigd is (Eerstejaars beoord.)* Nee, anders 13% 8% 6% 17% 18% 14% 100% 100% 100% 100% 100% 100% * Gehercodeerd, uit anders, namelijk. Tabel 49X Begeleiding bij terugkeer naar werk op enquêtemoment (n=1299) (n=322) (n=1237) (n=2858) Ja 21% 23% 24% 23% Nee, het is niet meer nodig, ik kan zonder dergelijke begeleiding 4% 5% 9% 6% Nee, ik ben te ziek 51% 48% 46% 49% Nee, er is geen uitzicht op werk 12% 8% 7% 9% Nee, anders 11% 17% 13% 13% 100% 100% 100% 100% Tabel 50 Indien ander werk aangeboden (zie tabel 45): kenmerken ander werk* Werk sloot aan bij opleidingsniveau en capaciteiten (n=8) (n=0) (n=4) (n=27) (n=11) (n=50) 50% - 50% 48% 27% 44% Tijdelijke functie 80% - 80% 59% 70% 68% Andere werkgever 11% - 50% 10% 10% 15% 100% - 100% 100% 100% 100% * Percentage geeft respondenten weer die vraag positief hebben beantwoord. 36

39 Tabel 50X Indien ander werk aangeboden (zie tabel 45X): kenmerken ander werk* (n=14) (n=2) (n=35) (n=51) Werk sloot aan bij opleidingsniveau en capaciteiten 64% 100% 51% 57% Tijdelijke functie 71% 100% 68% 70% Andere werkgever 38% 50% 12% 20% * Percentage geeft respondenten weer die vraag positief hebben beantwoord. Tabel 51 Indien werk ten tijde van ziekmelding (zie tabel 9): Of werkgever/uitzendbureau voldoende gedaan heeft om men aan het werk te houden/krijgen (n=190) (n=77) (n=114) (n=727) (n=208) (n=1316) Ja 29% 19% 36% 23% 21% 25% Nee 39% 36% 31% 41% 39% 39% Weet niet 32% 45% 33% 35% 40% 36% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 51X Indien werk ten tijde van ziekmelding (zie tabel 9X): Of werkgever/uitzendbureau voldoende gedaan heeft om men aan het werk te houden/krijgen (n=296) (n=284) (n=1025) (n=1605) Ja 22% 21% 26% 25% Nee 33% 37% 42% 39% Weet niet 45% 42% 32% 36% 100% 100% 100% 100% Tabel 52 Indien werk ten tijde van ziekmelding (zie tabel 9): Sinds ziekmelding contact gehad met bedrijfsarts (arboarts) (n=199) (n=77) (n=119) (n=763) (n=218) (n=1376) Nee 37% 48% 9% 25% 4% 23% Ja 63% 52% 91% 75% 96% 77% - Gemiddeld aantal contacten Tabel 52X Indien werk ten tijde van ziekmelding (zie tabel 9X): Sinds ziekmelding contact gehad met bedrijfsarts (arboarts) (n=292) (n=273) (n=1031) (n=1596) Nee 37% 38% 19% 26% Ja 63% 62% 81% 74% - Gemiddeld aantal contacten

40 Tabel 53 Indien contact met bedrijfsarts (zie tabel 52): Samen nagegaan of terugkeer naar werk mogelijk was* Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar oude werk bij oude werkgever Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar ander werk bij oude werkgever Ja, gekeken naar mogelijkheid bij nieuwe werkgever (n=119) (n=38) (n=98) (n=539) (n=199) (n=993) 22% 21% 43% 35% 34% 33% 11% 16% 27% 15% 18% 17% 26% 37% 19% 11% 22% 17% Nee, dat is niet nagegaan 50% 39% 35% 50% 44% 46% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 53X Indien contact met bedrijfsarts (zie tabel 52X): Samen nagegaan of terugkeer naar werk mogelijk was* (n=176) (n=160) (n=804) (n=1140) Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar oude werk bij oude werkgever 21% 19% 35% 30% Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar ander werk bij oude werkgever 21% 24% 11% 11% Ja, gekeken naar mogelijkheid bij nieuwe werkgever 57% 59% 52% 14% Nee, dat is niet nagegaan 57% 59% 52% 54% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 54 Indien werk ten tijde van ziekmelding (zie tabel 9): Of bedrijfsarts voldoende heeft gedaan om men aan het werk te houden/krijgen (n=188) (n=72) (n=115) (n=715) (n=204) (n=1294) Ja 52% 44% 69% 59% 65% 59% Nee 48% 56% 31% 41% 35% 41% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 54X Indien werk ten tijde van ziekmelding (zie tabel 9X): Of bedrijfsarts voldoende heeft gedaan om men aan het werk te houden/krijgen (n=278) (n=259) (n=997) (n=1534) Ja 61% 55% 66% 63% Nee 39% 45% 34% 37% 100% 100% 100% 100% 38

41 Tabel 54a Indien niet voldoende gedaan (zie tabel 54): Wat de bedrijfsarts dan had moeten doen* N.v.t., heb geen contact met een bedrijfsarts gehad N.v.t., te ziek om aan het werk te houden/krijgen Minder pushen om snel weer aan het werk te gaan Meer mijn belangen behartigen i.p.v. alleen die van de werkgever Minder op beloop laten / meer sturen / eerder starten met reintegratie Meer overleg met / druk op werkgever Meer naar mij luisteren / mijn klachten serieuzer nemen Meer/beter/inhoudelijker contact met mij Meer aandacht voor medische aspecten/ oorzaken/ knelpunten (n=75) (n=31) (n=32) (n=237) (n=62) (n=437) 27% 30% 2% 32% 2% 23% 35% 19% 32% 31% 32% 31% - 4% 7% 2% 12% 3% 1% - - 1% 2% 1% 4% 7% 20% 4% 18% 8% 1% - 2% 3% 2% 2% 6% 4% 10% 3% 5% 5% 12% 19% 12% 12% 7% 11% 2% 7% 2% 4% 2% 3% Anders 12% 11% 12% 10% 20% 12% 100% 100% 100% 100% 100% 100% * Open vraag; antwoorden gehercodeerd. Tabel 55 Sinds Ziektewet-uitkering is ingegaan contact gehad met een begeleider van UWV of met een begeleider van een re-integratie/verzuimbedrijf (n=1080) (n=87) (n=130) (n=933) (n=257) (n=2487) Nee 19% 27% 44% 20% 43% 24% Ja, met een begeleider van UWV 64% 52% 28% 68% 29% 59% - Gemiddeld aantal contacten Ja, met een begeleider van een 16% 21% 28% 12% 28% 17% re-integratie/verzuimbedrijf - Gemiddeld aantal contacten Tabel 55X Sinds ziekmelding contact gehad met een begeleider van UWV (n=1230) (n=294) (n=1148) (n=2672) Nee 15% 23% 20% 18% Ja 85% 77% 80% 82% - Gemiddeld aantal contacten

42 Tabel 56 Indien contact met UWV of het re-integratie/verzuimbedrijf (zie tabel 55): Wat UWV of het re-integratie/ verzuimbedrijf sinds ziekmelding heeft om contact te houden of te ondersteunen bij herstel (n=798) (n=57) (n=63) (n=697) (n=134) (n=1749) Heeft me af en toe gebeld 47% 51% 49% 44% 53% 47% Heeft af en toe een persoonlijk gesprek met me gehad 44% 46% 35% 44% 37% 43% Zorgde voor hulp voor sneller herstel Heeft advies gegeven m.b.t. behandeling ziekte Heeft advies gegeven m.b.t. problemen privé-situatie Heeft wachtlijstbemiddeling aangeboden 3% 2% 3% 2% 3% 2% 15% 16% 16% 14% 13% 14% 4% 5% 2% 3% 3% 3% 1% 0% 0% 0% 1% 0% Anders 9% 9% 6% 9% 7% 9% Heeft niets gedaan 15% 14% 17% 17% 19% 16% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 56X Indien contact met UWV (zie tabel 55X): Wat UWV heeft gedaan sinds ziekmelding om contact te houden of te ondersteunen bij herstel (n=1028) (n=223) (n=905) (n=2156) Heeft me af en toe gebeld 50% 54% 53% 52% Heeft af en toe een persoonlijk gesprek met me gehad 53% 49% 51% 52% Zorgde voor hulp voor sneller herstel 5% 3% 2% 4% Heeft advies gegeven m.b.t. behandeling ziekte 15% 17% 14% 15% Heeft advies gegeven m.b.t. problemen privésituatie 4% 6% 4% 4% Heeft wachtlijstbemiddeling aangeboden 0% 0% 1% 0% Anders 14% 17% 16% 15% Heeft niets gedaan 12% 7% 11% 11% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot

43 Tabel 57 Indien contact met UWV of het re-integratie/verzuimbedrijf (zie tabel 55): met UWV of het re-integratie/verzuimbedrijf nagegaan of terugkeer naar werk mogelijk was* Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar oude werk bij oude werkgever Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar ander werk bij oude werkgever Ja, gekeken naar mogelijkheid bij nieuwe werkgever Ja, gekeken naar vrijwilligerswerk, onbetaalde stage of werkervaringsplaats (n=783) (n=56) (n=62) (n=684) (n=133) (n=1718) 6% 20% 27% 14% 14% 10% 5% 13% 19% 7% 11% 7% 21% 23% 19% 22% 29% 22% 14% 14% 18% 12% 12% 13% Nee, dat is niet nagegaan 64% 50% 39% 58% 56% 60% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 57X Indien contact met UWV (zie tabel 55X): met UWV nagegaan of terugkeer naar werk mogelijk was* (n=1005) (n=218) (n=885) (n=2108) Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar oude werk bij oude werkgever 5% 13% 12% 9% Ja, gekeken naar mogelijkheid van terugkeer naar ander werk bij oude werkgever 4% 6% 6% 5% Ja, gekeken naar mogelijkheid bij nieuwe werkgever 17% 20% 22% 19% Ja, gekeken naar vrijwilligerswerk, onbetaalde stage of werkervaringsplaats 18% 10% 13% 15% Nee, dat is niet nagegaan 65% 61% 59% 62% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 58 Indien contact met UWV of het re-integratie/verzuimbedrijf (zie tabel 55): Of UWV of het re-integratie/verzuimbedrijf voldoende heeft gedaan om men aan het werk te houden/ krijgen (n=771) (n=57) (n=61) (n=654) (n=130) (n=1673) Ja 65% 60% 59% 61% 50% 62% Nee 35% 40% 41% 39% 50% 38% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 41

44 Tabel 58X Indien contact met UWV (zie tabel 55X): Of UWV voldoende heeft gedaan om men aan het werk te houden/krijgen (n=1059) (n=246) (n=956) (n=2261) Ja 74% 73% 71% 72% Nee 26% 27% 29% 28% 100% 100% 100% 100% Tabel 58a Indien niet voldoende gedaan (zie tabel 58): Wat UWV of het re-integratie/ verzuimbedrijf dan had moeten doen* N.v.t., heb (nog) geen contact met UWV / re-integratiebedrijf gehad N.v.t., te ziek om aan het werk te houden/krijgen Minder pushen om snel weer aan het werk te gaan (Eerst) meer aandacht voor inzet medische hulp Meer/eerder begeleiding/ ondersteuning bij re-integratie Hulp bij zoeken / bemiddelen naar passend werk Meer naar mij luisteren / mijn klachten serieuzer nemen Meer/beter/inhoudelijker contact met mij Meer aandacht voor medische aspecten/ oorzaken/ knelpunten (n=230) (n=16) (n=21) (n=212) (n=61) (n=540) 3% 8% 4% 8% 5% 5% 40% 23% 19% 43% 22% 38% 4% 8% 4% 4% - 4% 1% - - 2% 2% 1% 18% 31% 15% 12% 20% 16% 5% - 15% 6% 14% 7% 2% - 4% 3% 3% 3% 8% - 11% 6% 12% 8% 1% - 15% 2% 3% 2% Anders 18% 31% 15% 12% 19% 16% 100% 100% 100% 100% 100% 100% * Open vraag; antwoorden gehercodeerd. 42

45 Tabel 59 Indien contact met UWV of het re-integratie/verzuimbedrijf (zie tabel 55): Sinds Ziektewetuitkering is ingegaan, via UWV of het re-integratie-/verzuimbedrijf een reintegratietraject of herstelinterventie gekregen* (n=793) (n=58) (n=62) (n=693) (n=135) (n=1741) Revalidatie / fysieke training 3% 5% 3% 5% 3% 4% Beroepskeuzetest / loopbaanoriëntatiegesprekken 6% 7% 5% 4% 3% 5% Sollicitatietraining / hulp bij het schrijven van sollicitatiebrieven Assertiviteitstraining / stresstraining Opleiding/cursus waarmee ik ander werk kan doen 8% 9% 10% 3% 4% 6% 1% % % 1% % 1% 2% 2% 2% 2% 1% 2% Bemiddeling naar werk 5% 14% 3% 3% 4% 4% Aanbieden van een proefplaatsing of stage 2% 5% 6% 2% 1% 2% Ander traject 5% 9% 2% 6% 6% 5% Geen traject 77% 67% 77% 82% 83% 79% *Meerdere antwoorden mogelijk waardoor de kolompercentages niet optellen tot 100. Tabel 60 Indien een re-integratietraject of herstelinterventie gekregen (zie tabel 59): wanneer gestart (n=150) (n=17) (n=10) (n=108) (n=20) (n=305) % 7% - 2% 11% 16% Eerste helft % 53% 8% 28% 26% 30% Tweede helft % 40% 92% 70% 63% 54% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 61 UWV wel eens een waarschuwing of een sanctie gegeven tijdens de afgelopen ziekteperiode (n=1082) (n=85) (n=129) (n=932) (n=255) (n=2483) Ja, een waarschuwing 2% 4% 3% 1% 1% 2% Ja, een sanctie (minder uitkering) % 1% 4% % 2% 1% Nee 98% 94% 93% 99% 96% 97% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 43

46 Tabel 61X UWV wel eens een waarschuwing of een sanctie gegeven tijdens de afgelopen ziekteperiode (n=1308) (n=322) (n=1242) (n=2872) Ja, een waarschuwing 1% 2% 1% 1% Ja, een sanctie (minder uitkering) 1% 1% 2% 1% Nee 98% 97% 97% 97% 100% 100% 100% 100% 44

47 G. EIGEN BETROKKENHEID EN INBRENG Tabel 62 Mate van invloed op voorstellen of acties die gedaan zijn voor werkhervatting (n=998) (n=82) (n=128) (n=875) (n=236) (n=2319) Veel invloed 18% 26% 28% 22% 24% 21% Enigszins invloed 30% 21% 31% 31% 31% 30% Geen invloed 51% 53% 41% 47% 45% 49% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 62X Mate van invloed op voorstellen of acties die gedaan zijn voor werkhervatting (n=1227) (n=306) (n=1162) (n=2695) Veel invloed 22% 25% 26% 24% Enigszins invloed 32% 26% 33% 32% Geen invloed 46% 49% 41% 44% 100% 100% 100% 100% Tabel 63 Zelf aan UWV, het re-integratie/verzuimbedrijf of werkgever/uitzendbureau voorgesteld om weer te gaan werken of blijven werken Ja, aan UWV of het re-integratie/ verzuimbedrijf Ja, aan mijn werkgever/ uitzendbureau (n=1046) (n=84) (n=126) (n=911) (n=247) (n=2414) 14% 9% 10% 18% 10% 14% 4% 4% 18% 8% 18% 7% Ja, aan beide 5% 14% 12% 7% 11% 7% Nee 77% 73% 60% 67% 60% 71% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 63X Zelf aan UWV of werkgever/uitzendbureau voorgesteld om weer te gaan werken of blijven werken (n=1287) (n=317) (n=1218) (n=2822) Ja, aan UWV 21% 19% 21% 21% Ja, aan mijn werkgever/ uitzendbureau 4% 9% 8% 6% Ja, aan beide 8% 9% 9% 8% Nee 67% 64% 62% 64% 100% 100% 100% 100% 45

48 Tabel 64 In hoeverre meegewerkt aan voorstellen van UWV, het re-integratie/verzuimbedrijf, werkgever/uitzendbureau of andere instanties om te helpen met het (volledig) hervatten van werk (n=1052) (n=84) (n=127) (n=902) (n=248) (n=2413) Niet of nauwelijks 2% 6% 3% 3% 4% 3% In redelijke mate 10% 12% 13% 8% 12% 10% In sterke mate 16% 19% 27% 18% 21% 18% Niet van toepassing, zulke voorstellen zijn niet gedaan 72% 64% 58% 71% 63% 70% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 64X In hoeverre meegewerkt aan voorstellen van UWV, werkgever/uitzendbureau of andere instanties om te helpen met het (volledig) hervatten van werk (n=1291) (n=318) (n=1221) (n=2830) Niet of nauwelijks 2% 3% 2% 2% In redelijke mate 10% 12% 8% 10% In sterke mate 20% 19% 24% 22% Niet van toepassing, zulke voorstellen zijn niet gedaan 67% 66% 67% 67% 100% 100% 100% 100% Tabel 65 Eens met UWV of het re-integratie/verzuimbedrijf over de aanpak bij werkhervatting (n=892) (n=77) (n=112) (n=768) (n=214) (n=2063) Ja 62% 58% 64% 64% 58% 62% Nee 38% 42% 36% 36% 42% 38% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 65X Eens met UWV over de aanpak bij werkhervatting (n=1101) (n=269) (n=1044) (n=2414) Ja 67% 65% 70% 68% Nee 33% 35% 30% 32% 100% 100% 100% 100% 46

49 Tabel 65a Indien niet eens (zie tabel 65): Waar niet over eens* Niet van toepassing, niet ter sprake geweest Het feit of ik weer (volledig) aan het werk zou kunnen / beter gemeld kon worden De snelheid van (opbouw in) werkhervatting Het aantal uren dat ik zou kunnen werken Het soort werk dat ik zou kunnen doen De mate van ondersteuning bij werkhervatting (n=259) (n=22) (n=31) (n=219) (n=72) (n=603) 63% 42% 40% 60% 39% 57% 15% 21% 20% 15% 10% 15% 3% - 3% 3% 7% 3% 1% 5% 3% 3% 3% 2% 5% 5% 13% 2% 4% 4% 3% 11% 10% 3% 16% 5% Anders 10% 16% 13% 14% 20% 13% 100% 100% 100% 100% 100% 100% * Open vraag; antwoorden gehercodeerd. 47

50 48

51 H. ALGEMENE KENMERKEN Tabel 66 Geslacht (n=1091) (n=88) (n=133) (n=948) (n=261) (n=2521) Man 53% 82% 50% 42% 33% 48% Vrouw 47% 18% 50% 58% 67% 52% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 66X Geslacht (n=1319) (n=326) (n=1244) (n=2889) Man 56% 67% 45% 52% Vrouw 44% 33% 55% 48% 100% 100% 100% 100% Tabel 67 Leeftijd (volgens UWV administratie) (n=1102) (n=90) (n=135) (n=960) (n=262) (n=2549) Tot 25 jaar 1% 5% 7% 5% 9% 3% 25 t/m 34 jaar 7% 16% 24% 22% 21% 15% 35 t/m 44 jaar 16% 18% 20% 21% 19% 18% 45 t/m 54 jaar 29% 37% 32% 28% 28% 29% 55 jaar en ouder 46% 24% 16% 24% 22% 34% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Gemiddelde leeftijd 51 jaar 45 jaar 42 jaar 44 jaar 43 jaar 47 jaar Tabel 67X Leeftijd (volgens UWV administratie) (n=1326) (n=331) (n=1257) (n=2914) Tot 25 jaar 1% 3% 9% 5% 25 t/m 34 jaar 10% 19% 18% 14% 35 t/m 44 jaar 18% 29% 24% 22% 45 t/m 54 jaar 33% 27% 28% 30% 55 jaar en ouder 38% 22% 21% 29% 100% 100% 100% 100% Gemiddelde leeftijd 50 jaar 44 jaar 43 jaar 46 jaar 49

52 Tabel 68 Burgerlijke staat (n=1093) (n=86) (n=132) (n=936) (n=257) (n=2504) Gehuwd of samenwonend 64% 67% 52% 60% 58% 62% Alleenstaand (gescheiden, weduwe / weduwnaar) 36% 33% 48% 40% 42% 38% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 68X Burgerlijke staat (n=1316) (n=323) (n=1240) (n=2879) Gehuwd of samenwonend 62% 64% 59% 61% Alleenstaand (gescheiden, weduwe / weduwnaar) 38% 36% 41% 39% 100% 100% 100% 100% Tabel 69 Indien gehuwd of samenwonend (tabel 68): positie in huishouden (n=687) (n=55) (n=67) (n=559) (n=147) (n=1515) Hoofdkostwinner 46% 66% 39% 38% 33% 43% 2e inkomen / partner van 49% 28% 55% 54% 60% 51% hoofdkostwinner Anders 5% 6% 6% 8% 8% 6% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 69X Indien gehuwd of samenwonend (tabel 68X): positie in huishouden (n=819) (n=206) (n=720) (n=1745) Hoofdkostwinner 46% 51% 40% 44% 2e inkomen / partner van hoofdkostwinner 48% 41% 53% 49% Anders 6% 8% 7% 7% 100% 100% 100% 100% Tabel 70 Indien gehuwd of samenwonend (tabel 68): partner betaalde baan of uitkering (n=688) (n=56) (n=67) (n=558) (n=148) (n=1517) Betaalde baan 63% 55% 67% 69% 71% 66% Uitkering 17% 15% 9% 15% 17% 16% Beide 2% - 1% 2% 4% 2% Geen van beide 18% 30% 23% 14% 8% 16% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 50

53 Tabel 70X Indien gehuwd of samenwonend (tabel 68X): partner betaalde baan of uitkering (n=817) (n=207) (n=717) (n=1741) Betaalde baan 65% 60% 72% 67% Uitkering 14% 17% 13% 14% Beide 3% % 2% 2% Geen van beide 19% 22% 13% 17% 100% 100% 100% 100% Tabel 71 Geboorteland (n=1094) (n=87) (n=133) (n=950) (n=261) (n=2525) Nederland 82% 71% 82% 82% 86% 82% Marokko 1% 3% 2% 2% 0% 2% Turkije 4% 15% 1% 3% 2% 3% Suriname / Nederlandse Antillen 3% - 2% 1% 2% 2% Ander land binnen Europa 5% 5% 13% 7% 6% 6% Ander land buiten Europa 5% 5% 1% 4% 4% 4% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 71X Geboorteland (n=817) (n=207) (n=717) (n=1741) Nederland 80% 65% 84% 80% Marokko 3% 5% 2% 3% Turkije 5% 9% 2% 4% Suriname / Nederlandse Antillen 3% 2% 3% 3% Ander land binnen Europa 4% 12% 5% 5% Ander land buiten Europa 5% 7% 4% 5% 100% 100% 100% 100% De vragen 71 en 72 zijn samen verwerkt tot de variabele etniciteit: Indien zowel de betrokkene zelf als zijn of haar ouders in Nederland zijn geboren, is men autochtoon. Indien één van de ouders is geboren in het buitenland, is men volgens de officiële (CBS-)definitie allochtoon. Indien één van de ouders is geboren in Marokko, Turkije, Suriname / Nederlandse Antillen of een ander land buiten Europa, is men 'niet-westerse allochtoon'. Met ouders die in een ander Europees land zijn geboren is men 'westerse allochtoon'. Indien men allochtoon is, maar zelf in Nederland is geboren, behoort men tot de allochtonen van de 2e generatie. Indien men allochtoon is, en zelf ook in het buitenland is geboren, behoort men tot de allochtonen van de 1e generatie. 51

54 Tabel 71/72 Etniciteit (n=1089) (n=87) (n=132) (n=946) (n=260) (n=2514) Autochtoon 78% 60% 76% 75% 80% 77% Westerse allochtoon 2 e generatie 2% 4% 2% 2% % 2% Westerse allochtoon 1 e generatie 5% 5% 13% 7% 5% 6% Niet-westerse allochtoon 2 e generatie 3% 7% 5% 5% 6% 4% Niet-westerse allochtoon 1 e generatie 12% 23% 5% 10% 8% 11% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 71X/72X Etniciteit (n=1312) (n=325) (n=1238) (n=2875) Autochtoon 75% 62% 78% 75% Westerse allochtoon 2 e generatie 2% 1% 2% 1% Westerse allochtoon 1 e generatie 4% 12% 5% 5% Niet-westerse allochtoon 2 e generatie 3% 3% 5% 4% Niet-westerse allochtoon 1 e generatie 16% 23% 11% 15% 100% 100% 100% 100% Tabel 73 Thuiswonende kinderen (n=1090) (n=87) (n=133) (n=948) (n=261) (n=2519) Ja 38% 47% 32% 41% 41% 39% - gemiddeld 2 kinderen 2 kinderen 2 kinderen 2 kinderen 2 kinderen 2 kinderen Nee 62% 53% 68% 59% 59% 61% Tabel 73X Thuiswonende kinderen (n=1282) (n=312) (n=1211) (n=2805) Ja 38% 46% 40% 40% - gemiddeld 2 kinderen 2 kinderen 2 kinderen 2 kinderen Nee 62% 54% 60% 60% 52

55 Tabel 74 Opleidingsniveau (n=1083) (n=86) (n=130) (n=926) (n=255) (n=2480) Lager onderwijs, basisonderwijs 9% 20% 5% 6% 6% 8% Voorbereidend beroepsonderwijs, 25% 30% 21% 20% 16% 22% lager beroepsonderwijs Middelbaar onderwijs 15% 4% 10% 12% 9% 13% Middelbaar beroepsonderwijs 29% 27% 39% 33% 40% 32% Algemeen voortgezet onderwijs 5% 7% 8% 6% 6% 6% Hoger beroepsonderwijs 13% 6% 13% 17% 18% 14% Wetenschappelijk onderwijs 3% - 3% 4% 5% 3% Andere opleiding 2% 7% 1% 2% 1% 2% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 74X Opleidingsniveau (n=1311) (n=321) (n=1241) (n=2873) Lager onderwijs, basisonderwijs 10% 16% 9% 10% Voorbereidend beroepsonderwijs, lager beroepsonderwijs 24% 29% 21% 23% Middelbaar onderwijs 13% 12% 13% 13% Middelbaar beroepsonderwijs 23% 26% 32% 27% Algemeen voortgezet onderwijs 8% 5% 5% 7% Hoger beroepsonderwijs 15% 6% 14% 13% Wetenschappelijk onderwijs 4% 1% 4% 4% Andere opleiding 2% 4% 2% 2% 100% 100% 100% 100% Tabel 75 Persoonlijke netto maandinkomen (n=1076) (n=85) (n=130) (n=934) (n=250) (n=2475) Minder dan euro 33% 29% 42% 42% 44% 37% tot euro 39% 45% 32% 31% 29% 35% tot euro 18% 16% 17% 12% 14% 15% tot euro 7% 4% 5% 10% 7% 8% euro of meer 2% 1% 2% 3% 3% 3% Ik heb geen inkomen 1% 4% 2% 1% 3% 1% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 53

56 Tabel 75X Persoonlijke netto maandinkomen (n=1302) (n=323) (n=1230) (n=2855) Minder dan euro 35% 42% 41% 38% tot euro 37% 39% 37% 37% tot euro 19% 13% 14% 16% tot euro 7% 3% 6% 6% euro of meer 2% % 1% 1% Ik heb geen inkomen 1% 2% 1% 1% 100% 100% 100% 100% Tabel 76 Netto maandinkomen huishouden (n=1014) (n=83) (n=119) (n=879) (n=236) (n=2331) Minder dan euro 12% 13% 19% 17% 21% 15% tot euro 20% 26% 21% 18% 16% 19% tot euro 16% 17% 17% 13% 16% 15% tot euro 19% 16% 15% 16% 12% 17% euro of meer 25% 16% 20% 30% 30% 26% Mijn huishouden heeft geen 7% 13% 8% 6% 5% 7% inkomen 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel 76X Netto maandinkomen huishouden (n=1211) (n=299) (n=1172) (n=2672) Minder dan euro 13% 17% 18% 16% tot euro 22% 29% 23% 23% tot euro 19% 17% 14% 17% tot euro 16% 16% 19% 17% euro of meer 24% 14% 21% 21% Mijn huishouden heeft geen inkomen 5% 6% 5% 6% 100% 100% 100% 100% 54

57 Tabel A Sector voormalige werkgever (UWV administratie) (n=1102) (n=90) (n=135) (n=960) (n=262) (n=2549) Landbouw en visserij 2% - - 2% - 1% Industrie 10% 3% 1% 7% 4% 7% Bouwnijverheid 12% 1% - 8% 5% 9% Handel 16% - 2% 18% 10% 14% Horeca 4% - - 5% 3% 4% Transport 10% % 6% 9% Schoonmaakbranche 3% 1% 1% 3% 3% 3% Financiële instellingen 2% - - 0% 2% 1% Zakelijke dienstverlening 22% 95% 95% 20% 19% 28% Onderwijs 2% - - 3% 4% 2% Overheid 1% - - 4% - 2% Gezondheids- en welzijnszorg 16% - 2% 18% 44% 18% Cultuur en overige dienstverlening 2% - - 2% 1% 2% Andere sector 0% - - 0% - 0% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Tabel AX Sector voormalige werkgever (UWV administratie) (n=1329) (n=331) (n=1259) (n=2919) Landbouw en visserij 2% 1% 1% 1% Industrie 11% 0% 6% 8% Bouwnijverheid 11% 0% 11% 10% Handel 17% - 17% 15% Horeca 4% - 6% 5% Transport 7% 1% 9% 7% Schoonmaakbranche 3% - 4% 3% Financiële instellingen 3% - 1% 2% Zakelijke dienstverlening 27% 98% 20% 32% Onderwijs 2% - 2% 2% Overheid 1% - 1% 1% Gezondheids- en welzijnszorg 11% 0% 20% 13% Cultuur en overige dienstverlening 2% - 1% 2% 100% 100% 100% 100% 55

58 56

59 BIJLAGE 1 VELDWERKVERSLAG Doelgroep Net als bij het eerdere Weg naar de WIA onderzoeken (WnW-1 en WnW-2) betreft de beoogde doelgroep van het onderzoek vangnetters en werknemers die minimaal negen maanden ziek zijn geweest. Het cohort vangnetters is geselecteerd op basis van de in de UWV-bestanden geregistreerde ziekteduur van ZW-gevallen. Er is een steekproef getrokken van (ruim) vangnetters. In de steekproef zijn ERD 1 -eindedienstverbanders en uitzendkrachten oververtegenwoordigd, omdat dit relatief kleine groepen betreft. Er geldt een inclusieperiode van vier maanden voor het verkrijgen van deze steekproef. Het gaat daarbij om vangnetters die in de periode tussen 1 oktober 2014 en 31 januari 2015 zijn ziek gemeld. Gezien het moment van ziekmelding, gaat het om mensen die in het najaar van 2016 een eventuele WIA-aanvraag zullen doen. Met betrekking tot de werknemers is een apart tabellenboek gemaakt. Vragenlijst Het onderzoek sluit zoveel mogelijk aan op de eerder genoemde WnW-onderzoeken. Voor de vergelijkbaarheid komt de inhoud van de vragenlijsten zoveel mogelijk overeen. Op bepaalde onderwerpen zijn vragen verbeterd of aangevuld. In WnW-2 zijn langdurig zieken gevolgd die zijn ziek gemeld in het najaar van 2011, dus vóór de invoering van de Wet Bezava (per 1 januari 2013). Door vergelijking met WnW-2 2 kunnen we zicht krijgen op veranderingen bij de langdurig zieken in hun kenmerken en situatie, al dan niet naar aanleiding van de invoering van de nieuwe Ziektewet, en de effecten daarvan op een eventuele WIAaanvraag. Aanschrijving De aanschrijving heeft, in verband met de privacy van de persoonsgegevens, plaatsgevonden door UWV. De inname en verwerking van de ingevulde vragenlijsten is uitgevoerd door DESAN Research Solutions. Begin november 2015 heeft UWV de geselecteerde vangnetters een brief gestuurd met het verzoek om deel te nemen aan het onderzoek, voorzien van een nadere toelichting. Ter verhoging van de respons kregen de aangeschrevenen de keuze de vragenlijst digitaal of op papier in te vullen. Mede om de digitale beantwoording van de vragenlijst zoveel mogelijk te stimuleren, bevatte de eerste aanschrijving alleen een link en inlogcode voor de digitale vragenlijst. Circa drie weken na de eerste aanschrijving is een rappelbrief verstuurd naar degenen die tot dan toe niet gerespondeerd hadden. Deze rappelbrief bevatte een herhaalde uitnodiging voor de internetenquête, vergezeld van een schriftelijke versie van de vragenlijst. Hiermee werd degenen die geen digitale enquête in konden/wilden vullen de mogelijkheid geboden toch mee te doen aan het onderzoek. Na nog eens twee weken is een herinneringsbrief gestuurd. 1 Eigen risicodragerschap van de (voormalige) werkgever. 2 Een soortgelijke vergelijking kan ook met WnW-1 gemaakt worden, maar blijft hier buiten beschouwing. 57

60 Ter verhoging van de respons is een helpdesk ingesteld bij DESAN, waar aangeschrevenen telefonisch of per terecht konden met vragen over het onderzoek. Zoals gezegd zijn de vangnetters begin november 2015 aangeschreven voor deelname aan het onderzoek. Dit is gemiddeld 11 maanden na hun ziekmelding. Dit is, mede als gevolg van de langere inclusieperiode (die nodig was om ook uit de kleinere vangnetgroepen voldoende langdurig zieken te kunnen selecteren 3 ), ongeveer een maand later dan in WnW-2. De terugkijkperiode bij het invullen van de vragenlijst is bij de vangnetters in WnW-3 dus gemiddeld iets langer dan in WnW-2 en loopt iets meer uiteen. De eerste meting is dus gehouden, respectievelijk heeft betrekking op, de situatie rond 11 maanden na ziekmelding. De tweede meting zal rond 18 maanden na de ziekmelding plaatsvinden (in de zomer van 2016), conform de opzet van WnW-2. Dit is ruim drie jaar na de WnW-2 metingen, welke in het najaar van 2012 respectievelijk het voorjaar van 2013 plaatsvonden. Respons Er zijn vangnetters aangeschreven. De bruto respons was 31% (2.802 vangnetters). Hiervan is een aantal respondenten afgevallen omdat ze zich volgens eigen opgave niet tussen het najaar van 2014 en begin 2015 hebben ziek gemeld (26x, vraag 1 van de vragenlijst), ze volgens eigen opgave korter dan 9 maanden ziek gemeld zijn geweest (157x, vraag 3 van de vragenlijst) of omdat de vragenlijst leeg of nauwelijks ingevuld was (28x). De netto respons is daarmee uitgekomen op 29% (2.591 vangnetters). Hiervan heeft 47% de vragenlijst digitaal ingevuld (1.207 vangnetters) en 53% op papier (1.384 vangnetters). Ter vergelijking: in WnW-2 was de netto respons 33%. Hiervan had 45% de vragenlijst digitaal ingevuld en 55% op papier. 3 In WnW-2 was er nog geen onderverdeling in ERD en niet-erd bij de uitzendkrachten en eindedienstverbanders. 58

61 BIJLAGE 2 VRAGENLIJST < inlogcode > Nationale enquête Langdurig ziek en dan? najaar Gebruik voor het invullen van de vragenlijst alstublieft een blauwe of zwarte pen! Wilt u de ingevulde vragenlijst binnen twee weken terug sturen in de bijgevoegde antwoordenvelop? Een postzegel plakken is niet nodig. Indien u de antwoordenvelop kwijt bent, kunt u de vragenlijst in een gewone envelop zonder postzegel opsturen naar: DESAN, Antwoordnummer 11020, 1000 PB Amsterdam Hebt u vragen over deze enquête, neem dan contact op met DESAN. U kunt ons bellen of mailen. Wij zijn telefonisch bereikbaar op werkdagen van 8.30 tot uur, op nummer Ons adres is: ziek@desan.nl