Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar BELEIDSVRIJHEID, ONWETTIGE OVERHEIDSHANDELINGEN EN OVERHEIDSAANSPRAKELIJKHEID Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Dries Tanghe (studentennr ) (major: Burgerlijk recht en Strafrecht) Promotor: Prof. Dr. I. Boone Commissaris: Mevr. S. Guiliams

2 Voorwoord Beleidsvrijheid, onwettige overheidshandelingen en overheidsaansprakelijkheid is de titel van mijn masterproef geworden. Deze masterproef vormt het sluitstuk van mijn vijfjarige studies Rechten aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Gent. Door het vele opzoekingswerk ben ik erg geboeid geraakt door het leerstuk omtrent de overheidsaansprakelijkheid. Het schrijven van deze masterproef is voor mij dan ook een zeer leerrijke ervaring geweest. Een voorwoord is ook altijd de ideale gelegenheid om enkele mensen te bedanken voor hun steun, tijd en moeite. In de eerste plaats wil ik prof. dr. H. Bocken, prof. dr. I. Boone en assistent S. Guiliams bedanken. Zij gaven mij gedurende twee jaar interessante en vaak verhelderende uitleg. Ten slotte wil ik ook een dankwoordje betuigen aan mijn vriendin en ouders voor de morele steun.

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Algemeen overzicht van overheidsaansprakelijkheid Orgaantheorie Historiek aansprakelijkheid t.a.v. de verschillende machten Aansprakelijkheid uitvoerende macht Flandria-arrest Verfijningen Besluit Aansprakelijkheid rechterlijke macht Het Anca-I-arrest Het Anca-II-arrest Het cassatiearrest van 26 juni Besluit Aansprakelijkheid wetgevende macht Het Francovich-arrest Het arrest Brasserie du Pêcheur en Factortame Het cassatiearrest van 14 januari Het cassatiearrest van 1 juni Het cassatiearrest van 28 september Besluit Onwettige overheidshandeling en fout: een absolute eenheid? Algemeen Omschrijving probleemstelling Het foutbegrip Schending algemene zorgvuldigheidsnorm Schending specifieke rechtsnorm De eenheidstheorie Cass. 19 december Cass. 13 mei 1982 (ontwateringsbelastingsarrest) De eenheidstheorie uitgediept Rechtvaardigingsgronden De onoverwinnelijke dwaling... 34

4 Andere rechtvaardigingsgronden Nuancering m.b.t. de rechterlijke macht Nuanceringen m.b.t. uitvoerende macht Eerste nuancering Tweede nuancering Weerslag van het gezag van gewijsde van vernietigingsarresten van de Raad van State Algemeen Bevoegdheid Raad van State, afdeling administratie Invloed op beoordeling van onrechtmatigheid Ontvankelijkheid van annulatieberoepen bij de Raad van State (belang) Gezag van gewijsde erga omnes Rechters ten allen tijde gebonden door beslissing Raad van State? De stuiting van de verjaring Besluit Beleidsvrijheid: een volledige vrijheid? Algemeen Beleidsvrijheid uitgediept Discretionaire bevoegdheden Gebonden bevoegdheden Omschrijving probleemstelling Samenhang wettigheid/onwettigheid en beleidsvrijheid Mogelijke oplossing: Marginale toetsing Marginale toetsing Argumenten voorstanders marginale toetsing Argumenten tegenstanders marginale toetsing Conclusie m.b.t. marginale toetsing Discretionaire bevoegdheid en rechterlijke controle (visie rechtspraak) Bespreking rechtspraak Cassatiearrest van 4 maart Cassatiearrest van 27 oktober Cassatiearrest van 26 juni Arrest van het hof van beroep te Brussel van 19 januari Vonnis van politierechtbank van Gent van 14 juni

5 4.6.2 Conclusie m.b.t. rechtspraak Besluit Algemeen besluit Bibliografie

6 Inleiding 1. Inleiding 1. De artikelen BW verplichten eenieder, door wiens fout schade is ontstaan, die schade te vergoeden. Deze verplichting geldt, zoals zal blijken uit deze masterproef, ook voor de overheid. De aansprakelijkheid van de overheid staat hier centraal. Zoals de titel Beleidsvrijheid, onwettige overheidshandelingen en overheidsaansprakelijkheid laat vermoeden, bestaat deze verhandeling uit drie grote delen. 2. In deel één komt de overheidsaansprakelijkheid in het algemeen aan bod. De aansprakelijkheid van de drie verschillende machten (uitvoerende, rechterlijke en wetgevende macht) wordt daarbij kort behandeld. In dit deel beschrijf ik voornamelijk de evolutie in de rechtspraak m.b.t. de aansprakelijkheid van de verschillende machten. Verschillende essentiële arresten zal ik hierbij bespreken. Ook volgt met betrekking tot elke verschillende macht telkens een kort besluit. 3. In deel twee staat het aspect onwettige overheidshandelingen centraal. Aangaande het aspect onwettige overheidshandelingen, zal de volgende probleemstelling worden geformuleerd: Is de schending van een rechtsnorm door de overheid altijd een buitencontractuele fout?. Vooraleer dieper in te gaan op deze probleemstelling, zal ik eerst het foutbegrip van naderbij bekijken. Een buitencontractuele fout kan immers bestaan uit een schending van ofwel de algemene zorgvuldigheidsnorm, ofwel een specifieke rechtsnorm. Vervolgens bespreek ik twee verschillende cassatiearresten die aanleiding hebben gegeven tot het ontstaan van de eenheidsleer in België. Daarna wordt de eenheidsleer verder uitgediept. De eenheidsleer stelt dat een schending van een rechtsnorm automatisch een fout oplevert. De eenheidsleer brengt m.a.w. een eenheid tot stand tussen de begrippen onwettigheid en fout. Ook besteed ik in dit kader aandacht aan de rechtvaardigingsgrond onoverwinnelijke dwaling. Na de eenheidsleer in detail te hebben bestudeerd, zal gekeken worden naar de verschillende nuanceringen, die lijken te bestaan in de rechtsleer en rechtspraak. Ik zal hierbij nagaan of de eenheidsleer wel nog leefbaar is na de verschillende nuanceringen. Ook zal bij de studie van het aspect onwettige overheidshandelingen de weerslag van het gezag van gewijsde van de vernietigingsarresten van de Raad van State op deze problematiek 1

7 Inleiding worden onderzocht. Ten slotte volgt er een besluit omtrent het aspect onwettige overheidshandelingen. 4. In deel drie komt het aspect beleidsvrijheid aan bod. Eerst zal ik de begrippen beleidsvrijheid en gebonden bevoegdheden van naderbij bekijken en proberen te definiëren. Daarna zal ook m.b.t. dit aspect een probleemstelling worden geformuleerd, met name: Kan de rechter een beslissing genomen in het kader van de overheid toegekende beleidsvrijheid volledig toetsen aan de algemene zorgvuldigheidsnorm (zoals voorgeschreven in de artikelen BW)?. De rechter mag zich immers niet uitspreken over de opportuniteit van de overheidshandeling en heeft dus niet de bevoegdheid zich in te laten met de beleidskant van een overheidsbeslissing. Dit neemt echter niet weg dat de rechter nog altijd bevoegd is om na te gaan of de overheid de plicht van zorgvuldigheid (uit art BW) heeft nageleefd. Er dreigt m.a.w. een conflict tot stand te komen tussen het verbod van een rechterlijke opportuniteitsoordeel en de toepassing van de zorgvuldigheidsnorm. Voor dit probleem reiken enkele auteurs het concept van de marginale toetsing aan. Na het concept van de marginale toetsing te hebben uitgediept, volgt een bespreking van de verschillende argumenten van zowel voor- als tegenstanders van de toepassing van een marginale toetsing. Vervolgens onderzoek ik hoe de rechtspraak dit probleem aanpakt. Zowel cassatierechtspraak als lagere rechtspraak komt hierbij aan bod. Hierbij volgt ook een korte conclusie. Ik eindig deel drie met opnieuw een besluit. 5. Tot slot formuleer ik in deze masterproef een algemeen besluit. In dit algemeen besluit zullen de voornaamste vaststellingen en conclusies worden herhaald en samengevat. 2

8 Overheidsaansprakelijkheid 2. Algemeen overzicht van overheidsaansprakelijkheid 2.1 Orgaantheorie 6. De orgaantheorie vormt het uitgangspunt voor het leerstuk van de overheidsaansprakelijkheid. De overheid moet als rechtspersoon immers beroep doen op organen. Organen kunnen worden gedefinieerd als natuurlijke personen door wier tussenkomst een rechtspersoon zijn activiteit uitoefent. 1 Algemeen wordt nu aanvaard dat de onrechtmatige daad van een orgaan leidt tot de rechtstreekse aansprakelijkheid van de betrokken rechtspersoon voor wie het orgaan optreedt. Het orgaan moet hierbij wel binnen de perken van de hem toegekende bevoegdheid blijven. 2 De fout van het orgaan wordt met andere woorden gelijkgesteld met de fout van de rechtspersoon zelf. 3 Op de orgaantheorie, die dus de grondslag vormt van de overheidsaansprakelijkheid, wordt niet verder ingegaan. 2.2 Historiek aansprakelijkheid t.a.v. de verschillende machten Aansprakelijkheid uitvoerende macht Flandria-arrest 7. Het is lange tijd helemaal niet evident geweest dat de overheid in de uitoefening van de haar toegewezen taken van algemeen belang aansprakelijk kon worden gesteld op grond van art BW. 1 L. CORNELIS, Beginselen van het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. 1: De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989, 213; M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, L. CORNELIS, Beginselen van het Belgische buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. 1: De onrechtmatige daad, Antwerpen, Maklu, 1989,

9 Overheidsaansprakelijkheid Vóór 1920 werd aangenomen dat de burgerlijke rechter niet bevoegd was om te oordelen over bestuursdaden waarbij de overheid optrad als drager van de openbare macht (actes d autorité). De burgerlijke rechter werd slechts bevoegd geacht wanneer de overheid was opgetreden als een privaatrechtelijk persoon (actes de gestion) 4. Met het Flandria-arrest van 5 november kwam een einde aan het onderscheid tussen de staat als private persoon en als openbare macht. De feiten van het arrest waren als volgt. Een oude boom viel om op de openbare weg. In zijn val vernietigde de boom de planten van het bedrijf Flandria. De oorzaak van de val was te wijten aan de nalatigheid van de stad Brugge, die eigenaar was van de boom. 6 In het vermelde arrest erkende het Hof van Cassatie de bevoegdheid van de gewone rechter om een vergoeding toe te kennen voor schade die is veroorzaakt door een onrechtmatige daad van de administratieve overheid die een burgerlijk recht schendt. 7 Het Hof van Cassatie was met andere woorden van mening dat het onderscheid tussen de overheid optredend als particulier enerzijds en als gezagsdrager anderzijds, irrelevant was Verfijningen 8. Tal val latere arresten hebben het Flandria-arrest verfijnd. Zo besliste het Hof van Cassatie in een arrest van 7 maart (het wegverkeerstekenarrest genoemd) dat de overheid zowel in haar beslissingen als in de uitvoering onderworpen is aan de algemene voorzichtigheidsplicht. Na het Flandria-arrest werd immers een onderscheid gemaakt tussen de overheidsbeslissing en haar uitvoering. De overheidsbeslissing werd steeds immuun geacht. De uitvoering van de beslissing kon tot een fout leiden wanneer ze niet met de beslissing overeenstemde. Het Hof van Cassatie heeft dus in het bovenvermelde arrest dit onderscheid verlaten. 9 4 M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, 2005, Mechelen, Kluwer, 27-28; J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Inleiding tot het publiekrecht Deel 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004, ; S. LUST, Bestuursrecht deel 2: Rechtsbescherming tegen de administratieve overheid: een inleiding, Gent, Eigen publicatie Universiteit Gent (vakgebied bestuursrecht), 2006, Cass. 5 november 1920, Pas. 1920, I, Voor samenvatting feiten, zie ook: J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Inleiding tot het publiekrecht Deel 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004, J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Inleiding tot het publiekrecht Deel 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004, Cass. 7 maart 1963, Pas. 1963, I, 744, concl. W.J. GANSHOF VAN DER MEERSCH. 9 Cass. 11 mei 1933, Pas. 1933, I, 22; H. VANDENBERGHE, Overheidsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid van de uitvoerende macht in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, 4. 4

10 Overheidsaansprakelijkheid In nog een arrest uit 1963 (het koepokkenarrest 10 ) besliste het Hof van Cassatie dat de administratieve overheid ook in de uitoefening van haar verordeningsbevoegdheid onderworpen is aan de zorgvuldigheidsplicht. Twee jaar later oordeelde het Hof van Cassatie in een arrest van 16 december 1965 (het Cuvelier-arrest 11 ) dat een schending van een politiek recht een burgerlijk recht op schadevergoeding oplevert. De burgerlijke rechter zal hierbij uitsluitend bevoegd zijn om te oordelen over de toekenning van de schadevergoeding. In een arrest van 23 april (het arrest-goffin of postontvangersarrest genoemd) was het Hof van Cassatie van mening dat een verzuim van de uitvoerende macht om een wet of koninklijk besluit uit te voeren, zelfs wanneer aan de overheid geen termijn was voorgeschreven, aanleiding kon geven de tot schadeloosstelling ten laste van de overheid. 13 In het arrest-lecleff en Dumoulin 14 was het Hof van Cassatie van oordeel dat de rechter aan de overheid, die door een onrechtmatige daad de burgerlijke rechten van een persoon schendt en schade berokkent, de herstelling in natura van die schade kan opleggen en haar bepaalde maatregelen kan bevelen. 15 Er werd dus beslist in dit arrest dat de rechtbanken niet in strijd handelen met het beginsel van de scheiding der machten, wanneer zij het herstel in natura bevelen om de benadeelde partij volledig te vergoeden. 16 Op 13 mei besliste het Hof van Cassatie dat de gewone rechter ook bevoegd is om te oordelen over de schending van de rechtmatige belangen door de administratieve overheid Besluit 9. De bovenstaande cassatiearresten houden de bevestiging in van een belangrijk principe: de administratieve overheid is zoals de particuliere burger onderworpen aan het gemeen 10 Cass. 26 april 1963, RCJB 1963, 119, noot J. DABIN. 11 Cass. 16 december 1965, RCJB 1969, 308, noot CH. GOOSSENS. 12 Cass. 23 april 1971, RCJB 1975, 9, noot F. DELPERÉE en RW , 1793, concl. F. DUMON. Om meer te lezen over dit arrest, zie: J. DELVA, Civielrechtelijke aspecten van de overheidsaansprakelijkheid, RW , J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Inleiding tot het publiekrecht Deel 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004, Cass. 26 juni 1980, RW , J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Inleiding tot het publiekrecht Deel 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004, M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, Cass. 13 mei 1982, Arr.Cass , 1134 en Pas. 1982, I, 1072, concl. J. VELU. 18 M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 28. 5

11 Overheidsaansprakelijkheid aansprakelijkheidsrecht. Zij is onder dezelfde voorwaarden als de burger aansprakelijk voor de schade die zij door haar handelen aanricht. 10. Op dit ogenblik zou men kunnen stellen dat de evolutie voltrokken is voor wat betreft de aansprakelijkheid van de uitvoerende macht. De uitvoerende macht is aansprakelijk wanneer zij door een fout schade veroorzaakt. Ze is aansprakelijk ongeacht of dit gebeurt door een nalaten of een handelen, een beslissing of materiële handeling, een maatregel met individuele dan wel verordende draagwijdte. In beginsel zal dus elke fout aansprakelijkheid met zich meebrengen. Uiteraard moet er ook sprake zijn van schade en causaal verband tussen de fout en de schade. Op de problematiek van de onwettige overheidshandelingen (zie infra nrs ) en beleidsvrijheid (zie infra nrs ) zal later in dit werkstuk dieper worden ingegaan. De problematiek van het causaal verband blijft in deze masterproef grotendeels buiten beschouwing Aansprakelijkheid rechterlijke macht Het Anca-I-arrest 11. In het Anca-I-arrest van 19 december werd voor het eerst het beginsel van de aansprakelijkheid van de staat voor fouten van magistraten erkend. In dit arrest aanvaardde het Hof van Cassatie het principe dat de staat aansprakelijk kon worden gesteld voor de schade veroorzaakt door fouten die rechters of magistraten in de uitoefening van hun functie hebben begaan. 12. De feiten van het Anca-I-arrest zijn als volgt. De pvba Anca werd door de rechtbank van koophandel te Brussel ambtshalve failliet verklaard. Maar het hof van beroep te Brussel trok vervolgens die faillietverklaring in omdat de debatten voor de eerste rechter niet openbaar en tegensprekelijk hadden plaatsgevonden. Dit laatste was in strijd met art. 6 EVRM. Anca was evenwel al in vereffening gesteld en de curator was al overgegaan tot verkoop van het 19 De problematiek van het causaal verband bij het bestaan van beleidsvrijheid in hoofde van de overheid komt kort aan bod bij de behandeling van het cassatiearrest van 26 juni 2008 (zie infra nr. 182). 20 Cass. 19 december 1991, JT 1992, 142, concl. J. VELU en TBBR 1992, 60, noot A. VAN OEVELEN. 6

12 Overheidsaansprakelijkheid handelsfonds. Het was dan ook onmogelijk voor de pvba Anca om haar activiteiten verder te zetten. Anca en haar vereffenaars hebben hierop de Belgische staat voor de rechtbank van eerste aanleg gedagvaard. Zij vorderden schadevergoeding voor de schade die zij hadden geleden door het faillissementsvonnis. De rechtbank van eerste aanleg te Brussel wees de vordering tot schadevergoeding af. 21 De rechtbank was immers van oordeel dat de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de Belgische staat (o.g.v. art BW) voor ambtsfouten van magistraten slechts kan worden aangenomen indien het gaat om fouten die een grond tot verhaal op de rechter opleveren. Volgens de rechtbank zijn het dus slechts de in art Ger. W. limitatief opgesomde ambtsfouten van magistraten die tot hun persoonlijke civielrechtelijke aansprakelijkheid kunnen leiden. 22 Ook het hof van beroep te Brussel verwierp het hoger beroep ingesteld door Anca en haar vereffenaars op grond van grotendeels dezelfde motieven De voorziening tot cassatie tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel werd door het Hof van Cassatie ingewilligd in het Anca-I-arrest. In dit arrest, zoals reeds vermeld, aanvaardt het Hof van Cassatie voor het eerst de aansprakelijkheid van de staat voor schade veroorzaakt door magistraten in de uitoefening van hun ambt. Het Hof van Cassatie onderwerpt evenwel de aansprakelijkheid wegens ambtsfouten van magistraten aan strikte voorwaarden. Het Hof stelt dat een aansprakelijkheidsvordering tegen de staat slechts mogelijk is voor zover de betwiste handeling door een in kracht van gewijsde gegane beslissing werd ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen wegens schending van een gevestigde rechtsnorm en derhalve niet meer met gezag van gewijsde is bekleed. De staat zal m.a.w. slechts aansprakelijk kunnen worden gesteld wanneer de handeling, die schade heeft veroorzaakt, naderhand wordt ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen. De betrokkene, die beweert schade te hebben geleden, zal dus vooreerst de beschikbare rechtsmiddelen moeten uitputten. Indien de betrokkene een rechtsmiddel met succes heeft kunnen aanwenden tegen de beslissing, zal er een aansprakelijkheidsvordering tegen de staat kunnen worden ingesteld. 24 Bovendien moet de beslissing ingetrokken, gewijzigd, vernietigd 21 Rb. Brussel 24 december 1987, TBH 1989, 260, noot A. VAN OEVELEN. 22 Feiten gebaseerd op samenvatting in: M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, Brussel 21 november 1989, JT 1990, M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 67; P. VAN LERSBERGHE, Aansprakelijkheid van de staat voor fouten begaan door magistraten in de uitoefening van hun rechtsprekende functie, AJT ,

13 Overheidsaansprakelijkheid of herroepen worden omwille van de schending van een gevestigde rechtsnorm. Een gevestigde rechtsnorm is een rechtsnorm die gekend was op het ogenblik waarop de rechterlijke beslissing is tussengekomen (zie ook infra nr. 15). 25 Er kan dus geen aansprakelijkheidsvordering worden ingesteld wanneer de beslissing zou zijn vernietigd, hervormd, ingetrokken of herroepen wegens nieuwe feiten. Bestaat er onduidelijkheid over een welbepaalde rechtsnorm, dan zal een aansprakelijkheidsvordering evenmin mogelijk zijn Zoals hierboven vermeld kan de staat dus enkel aansprakelijk worden gesteld als de betwiste handeling door een in kracht van gewijsde beslissing is ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen wegens de schending van een gevestigde rechtsnorm. Twee recente cassatiearresten hebben echter hier telkens iets aan toegevoegd. Zo stelt het Hof van Cassatie in een arrest van 5 juni het bovenstaande gelijk met de toestand waarin de benadeelde buiten zijn toedoen tegen de litigieuze handeling geen rechtsmiddel kan aanwenden omdat de beslissing zelf ingetrokken is en de gelaedeerde juridisch geen aantoonbaar belang meer heeft om nog te vragen dat de litigieuze beslissing zou worden opzij geschoven. In casu had de raadkamer beslist dat aan de voorwaarden voor het afleveren van een bevel tot aanhouding voldaan was, maar dat de voorwaarden voor de handhaving van de aanhouding niet langer vervuld waren. De betrokkene kon tegen deze beslissing geen rechtsmiddel aanwenden wegens gebrek aan belang. Nadien stelde de raadkamer de betrokkene buiten vervolging. De betrokkene stelde hierop tegen de Belgische staat een aansprakelijkheidsvordering in voor de schade die hij had geleden door zijn onrechtmatige vrijheidsberoving. 28 Het hof van beroep te Brussel willigde de vordering in. Tegen dit arrest voerde de Belgische staat voor het Hof van Cassatie aan dat niet voldaan was aan de vereiste dat een jurisdictionele beslissing, in casu het aanhoudingsbevel, bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing moet zijn ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen wegens schending van een gevestigde rechtsnorm. 29 Het Hof van Cassatie heeft echter dit middel verworpen op grond van de reeds hierboven vermelde gelijkstelling. 25 P. VAN LERSBERGHE, Aansprakelijkheid van de staat voor fouten begaan door magistraten in de uitoefening van hun rechtsprekende functie, AJT , P. VAN LERSBERGHE, Aansprakelijkheid van de staat voor fouten begaan door magistraten in de uitoefening van hun rechtsprekende functie, AJT , Cass. 5 juni 2008, RW , 800, noot A. VAN OEVELEN. 28 Feiten gebaseerd op samenvatting in: A. VAN OEVELEN, De aansprakelijkheid van de Staat voor foutieve jurisdictionele beslissingen verfijnd, RW , A. VAN OEVELEN, De aansprakelijkheid van de Staat voor foutieve jurisdictionele beslissingen verfijnd, RW ,

14 Overheidsaansprakelijkheid In een later arrest van 25 maart stelt het Hof van Cassatie de situatie waarbij een handeling van de overheid door een in kracht van gewijsde beslissing is ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen wegens de schending van een gevestigde rechtsnorm gelijk met de toestand waarin, vóór de wijziging van het EVRM door het Elfde Protocol, het Comité van ministers van de Raad van Europa in een beslissing heeft vastgesteld dat de litigieuze handeling een schending inhoudt van het EVRM of van de toegevoegde protocollen Het Anca-II-arrest 15. Na het Anca-I-arrest werd deze zaak, na verwijzing naar het hof van beroep te Luik, opnieuw behandeld. De aansprakelijkheid van de staat werd opnieuw niet aanvaard. Het hof was van mening dat er niet werd aangetoond dat een gevestigde rechtsnorm verkeerd was toegepast. Een gevestigde rechtsnorm werd omschreven door het hof van beroep van Luik als een norm die gekend was op het moment dat de litigieuze jurisdictionele handeling werd verricht en dat de dwaling van de magistraat als kennelijk onvergeeflijk kan worden beschouwd, gelet op de gegevens waarover hij beschikte en met name op de onbetwistbare stand van de rechtspraak op dit tijdstip. 31 Het hof van beroep was van oordeel dat ten tijde van de ambtshalve faillietverklaring er in de rechtsleer en rechtspraak betwisting bestond over welke normen op een procedure van ambtshalve faillietverklaring van toepassing waren. Er bestond dus geen eensgezindheid hieromtrent. Volgens het hof van beroep had de rechter die de faillietverklaring had uitgesproken dan ook geen fout begaan. 16. Tegen het arrest van het hof van beroep werd opnieuw een cassatieberoep ingesteld. Dit beroep leidde tot het Anca-II-arrest 32. In dit arrest oordeelde het Hof van Cassatie dat het hof van beroep wettig besliste dat er geen enkele fout was begaan waarvoor de staat aansprakelijk kon worden gesteld. 33 De cassatievoorziening werd in deze dan ook verworpen. Het Hof van 30 Cass. 25 maart 2010, AR C090403N, 31 Luik 28 januari 1993, JT 1993, 477, noot R.O. DALCQ; I. CLAEYS, Het foutbegrip bij overheidsaansprakelijkheid: zijn wetschending en fout nog één in X, Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen, XXXIIIe Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Mechelen, Kluwer, 2007, 210; M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, Cass. 8 december 1994, Arr.Cass. 1994, 1074 en JT 1995, I. CLAEYS, Het foutbegrip bij overheidsaansprakelijkheid: zijn wetschending en fout nog één in X, Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen, XXXIIIe Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Mechelen, Kluwer, 2007,

15 Overheidsaansprakelijkheid Cassatie preciseerde in dit Anca-II-arrest dat de fout van de magistraat, die de aansprakelijkheid van de staat met zich mee kan brengen, in de regel bestaat in een gedraging die ofwel neerkomt op een verkeerd optreden dat moet worden beoordeeld volgens het criterium van een normaal zorgvuldig en omzichtig magistraat, die in dezelfde omstandigheden verkeert, ofwel, behoudens onoverkomelijke dwaling of enige andere rechtvaardigingsgrond, een schending inhoudt van een nationaalrechtelijke norm of van een internationaal verdrag met werking in de interne rechtsorde, waarbij dat de magistraat verplicht is iets niet te doen of op een bepaalde manier wel iets te doen Het cassatiearrest van 26 juni Het cassatiearrest van 26 juni heeft de Anca-rechtspraak nog verder verfijnd. Het betrof in deze zaak een beslissing van een directeur van de belastingen over een bezwaar tegen een fiscale aanslag. Die beslissing werd naderhand evenwel vernietigd. Ten onrechte was er immers een leeftijdsvereiste toegevoegd aan de toepassing van een fiscaalrechtelijke norm. Er werd, wegens die fout van de directeur van de belastingen, een aansprakelijkheidsvordering tegen de staat ingesteld. De feitenrechter stelde de staat aansprakelijk omdat een specifieke norm geschonden was en geen onoverkomelijke dwaling kon worden aangetoond. 36 De Belgische staat tekende cassatieberoep aan tegen deze beslissing. Het Hof van Cassatie aanvaardde het cassatieberoep. Het Hof nam onder meer het volgende in overweging: Overwegende dat hoewel bepaalde rechtsnormen degene die een rechtsprekende beslissing neemt ertoe verplichten iets niet te doen of op een bepaalde manier wel iets te doen, zulks niet het geval is voor de rechtsnorm die hij op de feiten van de zaak moet toepassen; dat de dwaling bij de uitlegging of toepassing van een dergelijke norm dus enkel een fout oplevert wanneer ze bestaat in een gedraging die neerkomt op een verkeerd 34 Cass. 8 december 1994, Arr.Cass. 1994, 1074; M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 70; P. VAN LERSBERGHE, Aansprakelijkheid van de staat voor fouten begaan door magistraten in de uitoefening van hun rechtsprekende functie, AJT , Cass. 26 juni 1998, Arr.Cass. 1998, 343, concl. J. SPREUTELS. 36 I. CLAEYS, Het foutbegrip bij overheidsaansprakelijkheid: zijn wetschending en fout nog één in X, Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen, XXXIIIe Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Mechelen, Kluwer, 2007,

16 Overheidsaansprakelijkheid optreden dat moet worden beoordeeld naar de maatstaf van het normaal zorgvuldig en omzichtig orgaan van de staat, dat in dezelfde omstandigheden verkeert. 37 Het Hof van Cassatie was dus van oordeel dat een fout begaan in de toepassing van een wet, op zich niet volstaat om te kunnen besluiten tot het bestaan van een fout in de zin van art BW Uit het arrest van 26 juni 1998 van het Hof van Cassatie kan dus worden afgeleid dat de fout van een magistraat bij de interpretatie of toepassing van een rechtsregel enkel kan bestaan in een vergissing die een normaal zorgvuldig magistraat, geplaatst in dezelfde omstandigheden, niet zou hebben begaan. 39 Er moet met andere woorden dus een toetsing plaatsvinden aan de zorgvuldigheidsnorm om te beoordelen of de rechter een fout heeft begaan bij een verkeerde interpretatie van een wet. 19. Het Hof van Cassatie bevestigde bovenstaande rechtspraak in tal van latere arresten Besluit 20. Uit bovenstaande rechtspraak van het Hof van Cassatie blijkt dus dat een onderscheid moet gemaakt worden tussen de schending van een specifieke rechtsnorm die de magistraat verplicht iets te doen of niet te doen en de schending van een norm die een magistraat op de feiten van de zaak moet toepassen. 41 Een rechtsnorm, die de rechter op de feiten van de zaak dient toe te passen, is geen rechtsnorm die hem verplicht iets te doen of niet te doen. 42 De vergissing begaan in de uitlegging of toepassing van dergelijke norm zal slechts foutief zijn wanneer een normaal zorgvuldig en omzichtig magistraat, geplaatst in dezelfde concrete 37 Cass. 26 juni 1998, JT 1998, 677; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, P. VAN LERSBERGHE, Aansprakelijkheid van de staat voor fouten begaan door magistraten in de uitoefening van hun rechtsprekende functie, AJT , M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, Cass. 21 april 2006, AR C040614N, Cass. 5 juni 2008, RW , 800, noot A. VAN OEVELEN (reeds aangehaald, zie supra nr. 14); Cass. 25 maart 2010, AR C090403N, (reeds aangehaald, zie supra nr. 14). 41 I. CLAEYS, Het foutbegrip bij overheidsaansprakelijkheid: zijn wetschending en fout nog één in X, Aansprakelijkheid, aansprakelijkheidsverzekering en andere schadevergoedingssystemen, XXXIIIe Postuniversitaire Cyclus Willy Delva , Mechelen, Kluwer, 2007, P. VAN LERSBERGHE, Aansprakelijkheid van de staat voor fouten begaan door magistraten in de uitoefening van hun rechtsprekende functie, AJT ,

17 Overheidsaansprakelijkheid omstandigheden, die vergissing niet zou hebben begaan. Uit bovenstaande rechtspraak van het Hof van Cassatie volgt dus dat het gedrag van een magistraat aan de algemene zorgvuldigheidsnorm moet worden getoetst wanneer blijkt dat een magistraat een norm verkeerd heeft toegepast of geïnterpreteerd Aansprakelijkheid wetgevende macht Het Francovich-arrest 21. De aansprakelijkheid van de staat voor foutieve wetgeving werd voor het eerst bevestigd in Europees verband. Het Francovich-arrest 43 is hieromtrent een belangrijk arrest. De feiten van dit arrest zijn de volgende. Een richtlijn verplichtte de lidstaten om waarborgfondsen op te richten om de aanspraken van werknemers voor niet-betaald loon bij insolventie of faillissement van hun werkgever te waarborgen. De Italiaanse staat was deze verplichting echter niet nagekomen. Het Hof van Justitie had Italië hiervoor ook al eerder veroordeeld. Francovich en Danila Bonifaci, Italiaanse werknemers, leden een bepaald loonverlies wegens de insolvabiliteit van hun werkgever. Door de nalatigheid van de Italiaanse staat, konden zij dat loonverlies dus niet verhalen op een waarborgfonds. Deze werknemers richtten zich daarom tegen de Italiaanse staat met als argument dat die het loonverlies op zich diende te nemen wegens de schending van de voormelde omzettingsverplichting. 44 De prejudiciële vragen, gesteld door de Italiaanse rechters, hebben aanleiding gegeven tot het belangrijke Francovich-arrest. 22. In zijn arrest behandelde het Hof van Justitie de voorwaarden van het recht op schadevergoeding bij schending van de verplichtingen uit het gemeenschapsrecht. 45 Het tijdig 43 HvJ 19 november 1991, C-6/90, Andrea Francovich en Danila Bonifaci en anderen tegen Italiaanse Republiek, 44 Samenvatting feiten gebaseerd op: M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 88; H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, en 508; A. VAN OEVELEN, M. WISSINK en R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het Europese gemeenschapsrecht in België en Nederland, TPR 2008/1, 82; H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. 12

18 Overheidsaansprakelijkheid omzetten van een richtlijn is voor een lidstaat een resultaatsverplichting. Dit betekent echter niet dat een burger altijd recht zal hebben op een schadevergoeding indien een lidstaat de richtlijn niet heeft omgezet. Er gelden drie voorwaarden vooraleer een lidstaat aansprakelijk kan worden gesteld voor het niet tijdig omzetten van een Europese richtlijn in nationaal recht. Die drie voorwaarden zijn de volgende: het door de richtlijn voorgeschreven resultaat moet het toekennen van rechten aan particulieren inhouden (1); op grond van de bepalingen van de richtlijn moet de inhoud van deze rechten vastgesteld kunnen worden (2) en er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen de schending van de op de lidstaat rustende verplichting en de door de rechtsonderhorige geleden schade (3). 46 Het is pas wanneer de drie bovenstaande voorwaarden cumulatief vervuld zijn, er een aansprakelijkheidsvordering tegen een lidstaat mogelijk zal zijn Het arrest Brasserie du Pêcheur en Factortame 23. In het Brasserie du Pêcheur- en Factortame-arrest 47 wordt de beperkte draagwijdte van het Francovich-arrest verruimd. Het Hof van Justitie legt in het Brasserie du Pêcheur-arrest de voorwaarden vast voor de aansprakelijkheid van een lidstaat wegens schending van het gemeenschapsrecht in een materie waarbij de lidstaat over een ruime beoordelingsmarge beschikt. In het Francovich-arrest ging het over het tijdig omzetten van een richtlijn. Dit is een resultaatsverplichting van de desbetreffende lidstaat. Een lidstaat kan evenwel ook een ruime beoordelingsmarge hebben. Deze vorm van aansprakelijkheid kan zich voordoen bij de schending van rechtstreeks werkende verdragsbepalingen of de onjuiste omzetting van een richtlijn De feiten van het bovenvermelde arrest waren de volgende. Het Hof van Justitie deed uitspraak in twee gevoegde zaken: enerzijds tussen de vennootschap Brasserie du Pêcheur en Duitsland, en anderzijds tussen de vennootschap Factortame Ltd. e.a. en het Verenigd VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 89; J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Inleiding tot het publiekrecht Deel 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004, 127; A. VAN OEVELEN, M. WISSINK en R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het Europese gemeenschapsrecht in België en Nederland, TPR 2008/1, HvJ 5 maart 1996, C-46/93 en C-48/93, Brasserie du Pêcheur en Factortame, 48 H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005,

19 Overheidsaansprakelijkheid Koninkrijk. In het Brasserie du Pêcheur-arrest betrof het een Franse onderneming die verboden werd verder bier te exporteren naar Duitsland. Duitsland meende immers dat het bier dat gebrouwen werd door Brasserie du Pêcheur niet voldeed aan de door de Duitse wet gehanteerde Reinheitsgebot. Het Hof van Justitie verklaarde echter het Reinheitsgebot onverenigbaar met het gemeenschapsrecht. Brasserie du Pêcheur stelde daarop een vordering tot schadeloosstelling in voor de schade geleden door de invoerbeperking die zij gedurende jaren had ondervonden. 49 In Factortame betrof het een Engelse wet die een nieuw stelsel van registratie invoerde voor vissersvaartuigen. De wet, met name de Merchant Shipping Act, stelde de registratie afhankelijk van het vervullen van bepaalde voorwaarden. Die voorwaarden hadden betrekking op de nationaliteit, verblijfplaats en woonplaats van de eigenaars. De vissersvaartuigen die niet voor registratie in aanmerking kwamen, mochten niet verder de visserij uitoefenen. Het Hof van Justitie verklaarde deze voorwaarden voor registratie echter in strijd met het gemeenschapsrecht. 50 In beide zaken werd dus een schadevergoeding gevorderd voor schade die was ontstaan door een nationale regel die in strijd was met het gemeenschapsrecht. 25. Het Hof van Justitie gaat in zijn arrest uit van het beginsel dat lidstaten verplicht zijn tot vergoeding van de schade die particulieren lijden als gevolg van schendingen van het gemeenschapsrecht. Het Hof meent dat dit beginsel geldt voor alle gevallen van schending van het gemeenschapsrecht door een lidstaat, ongeacht het orgaan van de lidstaat waarvan de handeling de schending uitmaakt. Het is dus van geen belang of de handeling uitgaat van hetzij de wetgevende, hetzij de rechterlijke of hetzij de uitvoerende macht. 51 Het Hof is immers van mening dat de verplichting om de schade te vergoeden niet kan afhangen van de 49 Samenvatting feiten gebaseerd op: M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 91; R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van Europees gemeenschapsrecht, Deventer, Kluwer, 2007, Samenvatting feiten gebaseerd op: M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 91; R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van Europees gemeenschapsrecht, Deventer, Kluwer, 2007, E. DE KEZEL, Het risico op aansprakelijkheid van de overheid voor fouten van de wetgever, RW , 142; A. VAN OEVELEN, M. WISSINK en R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het Europese gemeenschapsrecht in België en Nederland, TPR 2008/1, 84; H. VUYE, Aansprakelijkheid van de Belgische staat voor het doen en laten van de wetgever, TBBR 2002,

20 Overheidsaansprakelijkheid nationale regels betreffende de verdeling van de bevoegdheden tussen de verschillende grondwettelijke machten. 52 Het Hof van Justitie legt opnieuw drie voorwaarden vast om te besluiten tot de aansprakelijkheid van een lidstaat. 53 Het Hof meent dat wanneer een lidstaat over een ruime beoordelingsmarge beschikt, de volgende drie voorwaarden gelden om tot de aansprakelijkheid van een lidstaat te kunnen besluiten: de geschonden regel strekt ertoe aan particulieren rechten toe te kennen (1); er is sprake van een voldoende gekwalificeerde schending (2) en er is een oorzakelijk verband tussen de schending van de op de staat rustende verplichting en door de benadeelde persoon geleden schade (3). 54 Het Hof van Justitie volgt hierbij een dubbel onrechtmatigheidsmodel. Het Hof eist immers dat de schending van het gemeenschapsrecht voldoende gekwalificeerd 55 moet zijn. Onwettigheid en onrechtmatigheid vallen dus niet zomaar samen. 56 Een schending van een (specifieke) norm is niet voldoende, de schending moet ook voldoende gekwalificeerd zijn Het cassatiearrest van 14 januari Nu sta ik even stil bij de Belgische situatie en wordt er nagegaan of de bovenvermelde rechtspraak van het Hof van Justitie ook gevolgd wordt door de Belgische rechtspraak. 27. Een cassatiearrest van 14 januari (het draaicirkelarrest genoemd) speelt hierin een belangrijke rol. De feiten waren als volgt. De NV Evobus België was invoerder van 52 H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, A. VAN OEVELEN, M. WISSINK en R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het Europese gemeenschapsrecht in België en Nederland, TPR 2008/1, 85; H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 92; J. DUJARDIN en J. VANDE LANOTTE, Inleiding tot het publiekrecht Deel 1: Basisbegrippen publiekrecht, Brugge, Die Keure, 2004, 127; H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, Om meer te lezen over gekwalificeerde schending, zie: W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, H. VUYE, Aansprakelijkheid van de Belgische staat voor het doen en laten van de wetgever, TBBR 2002, 527; H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, Cass. 14 januari 2000, RW , 1096, noot A. VAN OEVELEN. 15

21 Overheidsaansprakelijkheid autobussen. Het Ministerie van Verkeerswezen weigerde gedurende jaren de homologatie van bussen die wettelijk werden vervaardigd in andere lidstaten. Ze weigerde de homologatie op grond van het feit dat de bussen niet voldeden aan de technische voorschriften van de draaicirkel. Deze maatregel betrof eigenlijk een invoerbeperking, die verboden was op grond van art. 28 EG-verdrag. De NV Evobus stelde daarom een vordering tot schadevergoeding in tegen de Belgische staat. De rechtbank van eerste aanleg willigde de eis tot schadevergoeding gedeeltelijk in. Het hof van beroep te Brussel verwierp echter de eis tot schadevergoeding. Het hof van beroep was van mening dat Belgische staat in deze over een zekere appreciatiemarge beschikte en dat de schendig van het gemeenschapsrecht niet voldoende gekwalificeerd was. Het hof van beroep sloot zich dus aan bij de bovenvermelde rechtspraak van het Hof van Justitie: de schending moet voldoende gekwalificeerd zijn. De NV Evobus stelde cassatieberoep in tegen deze beslissing. De cassatievoorziening werd gegrond verklaard. Het Hof van Cassatie was in zijn arrest van oordeel dat het voor de toepassing van de artikelen BW geenszins vereist is dat de miskenning ook voldoende gekwalificeerd is. De vaststelling van een inbreuk op een norm die een bepaalde gedraging oplegt of verbiedt, volstaat om tot het onrechtmatig karakter ervan te besluiten. Naar Belgisch recht vallen onwettigheid en onrechtmatigheid immers samen. Hierdoor werd door het Hof van Cassatie teruggegrepen naar het cassatiearrest van 13 mei 1982 (zie infra nr. 55 et seq.). De overtreding van een bepaalde specifieke rechtsnorm is op zichzelf onrechtmatig Het draaicirkelarrest is niet in strijd is met de rechtspraak van het Hof van Justitie. Het Hof van Justitie is immers van mening dat het aan iedere lidstaat zelf toekomt om de voorwaarden te bepalen waaronder een lidstaat aansprakelijk kan worden gesteld. Het Hof vereist echter wel dat deze voorwaarden minder beperkend zijn. 59 Het Hof van Justitie heeft dus nooit een ruimere rechtsbescherming uitgesloten. Het arrest van het Hof van Cassatie is 58 Samenvatting feiten en overwegingen gebaseerd op: M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, ; A. VAN OEVELEN, M. WISSINK en R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het Europese gemeenschapsrecht in België en Nederland, TPR 2008/1, 113; H. VUYE, Aansprakelijkheid van de Belgische staat voor het doen en laten van de wetgever, TBBR 2002, 527; H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005, M. DEBAENE en P. DEBAENE, Overheidsaansprakelijkheid in X, Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, 2005, 101; A. VAN OEVELEN, M. WISSINK en R. MEIJER, Staatsaansprakelijkheid wegens schending van het Europese gemeenschapsrecht in België en Nederland, TPR 2008/1, 115; H. VUYE, Overheidsaansprakelijkheid wegens het doen en laten van de wetgever. Van Europees recht naar Belgisch recht: een (te) grote stap? in H. VANDENBERGHE, A. VAN OEVELEN, H. VUYE en L. WYNANT, Overheidsaansprakelijkheid, Brugge, Die Keure, 2005,

22 Overheidsaansprakelijkheid hier dan ook in lijn met de rechtspraak van het Hof van Justitie want het hanteert soepeler voorwaarden voor de beoordeling van de vereiste van onrechtmatigheid Het cassatiearrest van 1 juni Hierboven kwam de aansprakelijkheid van de wetgevende macht wegens de schending van het Europees recht aan bod. Er zijn ook nog twee recente cassatiearresten van 2006 die verder ingaan op de aansprakelijkheid van de wetgevende macht. 30. De feiten van het cassatiearrest van 1 juni waren de volgende. De Kamer publiceerde in 1997 het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie over sekten. Het verslag bevatte enkele bezwarende verklaringen over de VZW Universele Kerk van het Koninkrijk Gods. Deze laatste werd als een misdaadorganisatie bestempeld. Die religieuze beweging stapte echter naar de rechter om van de Belgische staat vergoeding te eisen voor de schade die zij had geleden door de volgens haar onbewezen aantijgingen in het verslag van de parlementaire onderzoekscommissie. Het hof van beroep te Brussel gaf de religieuze beweging gelijk. Volgens het hof van beroep had de parlementaire onderzoekscommissie inderdaad een fout begaan door op een onvoorzichtige wijze het verslag op te stellen. De staat kon dan ook aansprakelijk worden gesteld voor de door deze fout veroorzaakte schade. 61 Het Hof van Cassatie was in zijn arrest van 1 juni 2006 echter een andere mening toegedaan. 31. Het Hof van Cassatie overwoog hierbij het volgende: De beginselen van scheiding van machten en van de onafhankelijkheid van de wetgevende macht en van de parlementsleden houden niet in dat de staat in het algemeen zou zijn ontheven van zijn verplichting de schade te vergoeden die een fout van het parlement aan een derde heeft veroorzaakt. Het Hof aanvaardde dus in het algemeen dat de staat aansprakelijk kan worden gesteld voor een fout van de wetgevende macht Cass. 1 juni 2006, NjW 2006, 559, noot I. BOONE. 61 Samenvatting feiten gebaseerd op: I. BOONE, Geen aansprakelijkheid van de staat voor een beweerd onzorgvuldige meningsuiting in het raam van een parlementair onderzoek, NjW 2006, 561; P. HERBOTS, Parlement niet aansprakelijk voor onzorgvuldig sektenrapport, Juristenkrant 21 juni 2006, 9; A. WIRTGEN, Recente ontwikkelingen inzake overheidsaansprakelijkheid in P.D.G. CABOOR, J. DEBIÈVRE e.a., Rechtsbescherming, Brugge, Die Keure, 2008, I. BOONE, Geen aansprakelijkheid van de staat voor een beweerd onzorgvuldige meningsuiting in het raam van een parlementair onderzoek, NjW 2006,

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F NOOT onder Cass. 30 april 2015 C.12.0637.F 1. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 30 april 2015 opnieuw uitgesproken inzake de overheidsaansprakelijkheid voor fouten van de wetgever. De vraag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 MAART 2010 C.09.0403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0403.N D. B., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Brederodestraat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2007 C.06.0457.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0457.F 1. GARAGE HERBOSCH-LA LOUVIERE, naamloze vennootschap, 2. HERBOSCH SAINT-GHISLAIN TOURNAI, naamloze vennootschap, Mr. Philippe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2006 F.05.0019.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.05.0019.N 1. S.W., en zijn echtgenote, 2. O.W., eisers, vertegenwoordigd door mr. Pierre van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

3 Onrechtmatige overheidsdaad

3 Onrechtmatige overheidsdaad Monografieen Privaatrecht 3 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange Vierde druk Deventer - 2005 Inhoud VERKORT AANGEHAALDE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 JUNI 2009 C.08.0546.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0546.N 1. V.R., en 2. V.A., eisers, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Rolnummer 2540 Arrest nr. 17/2003 van 28 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. Het

Nadere informatie

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury

Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I. Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en K.I Mr. Martin Denys & Mr. John Toury Rechtspraak met betrekking tot het gebruik en misbruik van kadastrale gegevens en

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Onrechtmatige overheidsdaad

Onrechtmatige overheidsdaad s tu diepock et s p r i v a a t r e c h t 28 Onrechtmatige overheidsdaad Rechtsbescherming door de burgerlijke rechter derde druk Prof. mr. G.E. van Maanen Prof. mr. R. de Lange 2000 W.E.J. Tjeenk Willink

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

312 Nummer mm 10 december 2014 Dertiende Jaargang

312 Nummer mm 10 december 2014 Dertiende Jaargang Tijdschrift Toelating - Gesloten verpakking GentX-n BC4299 BELGIË-BELGIQUE P.B.-P.P. Tweewekelijks niet in juli en augustus Erkenningsnummer: P2A9147 Afgiftekantoor Gent X Wolters Kluwer België Motstraat

Nadere informatie

SAMENVATTING MASTERSCRIPTIE: Kan de wetgever een fout maken op grond van art BW en art BW?

SAMENVATTING MASTERSCRIPTIE: Kan de wetgever een fout maken op grond van art BW en art BW? SAMENVATTING MASTERSCRIPTIE: Kan de wetgever een fout maken op grond van art. 1382 BW en art. 1383 BW? In dit werkstuk werd onderzocht of de wetgever een fout kan maken op grond van art. 1382 BW en art.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 29 MEI 2000 C.96.0188.N/1 Nr. C.96.0188.N.- VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te 1000 Brussel, Martelaarsplein, 19,

Nadere informatie

Masterproef Kan de wetgever een fout maken op grond van art BW en art BW?

Masterproef Kan de wetgever een fout maken op grond van art BW en art BW? 2015 2016 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef Kan de wetgever een fout maken op grond van art. 1382 BW en art. 1383 BW? Promotor : dr. Stijn VERBIST De transnationale Universiteit Limburg

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 MEI 2016 C.14.0561.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0561.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, met kabinet te 1000 Brussel, Kruidtuinlaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.14.0784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0784.N B F I J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Johan Durnez, advocaat bij de balie te Leuven, tegen 1. KBC LEASE BELGIUM nv,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 APRIL 2014 C.11.0796.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0796.N WOONPLANNERS bvba, met zetel te 2650 Edegem, Prins Boudewijnlaan 218, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Pierre Van Ommeslaghe,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 DECEMBER 2014 S.13.0069.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.13.0069.N M. H. Mr. Pierre Van Hooland, avocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JANUARI 2014 F.12.0081.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0081.F J. T., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 OKTOBER 2015 C.15.0030.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0030.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 49/2010 van 29 april 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 49/2010 van 29 april 2010 A R R E S T Rolnummer 4857 Arrest nr. 49/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 2 en 4 van de wet van 25 juli 2008 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 NOVEMBER 2015 C.15.0010.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0010.N BELGISCHE STAAT, Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht)

ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) ECHTSCHEIDINGEN KENNEN GEEN GRENZEN (regels van internationaal privaat recht) Steeds meer worden we in de rechtspraktijk geconfronteerd met internationale echtscheidingen op basis van de volgende elementen:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.04.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0184.N FIAT AUTO BELGIO, naamloze vennootschap, met zetel te 1140 Brussel, Genèvestraat 175, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980)

VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980) VERZOEKSCHRIFT TOT VRIJLATING (Artikels 71 e.v. van de Wet van 15 december 1980) Aan Mevrouw/Mijnheer de Voorzitter van de Raadkamer van de Correctionele Rechtbank te Brussel Justitiepaleis Poelaertplein

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MAART 2017 S.15.0008.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.15.0008.N A.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven, Koning Leopold

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* ARREST VAN 29. 6. 1988 ZAAK 240/87 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 29 juni 1988* In zaak 240/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het tribunal de grande instance

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.05.0190.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0190.N B.J., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 FEBRUARI 2011 P.10.1335.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1335.N 1. D. L. M. D., beklaagde, 2. D. A., civielrechtelijk aansprakelijke partij, 3. T. D., civielrechtelijk aansprakelijke partij,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2008 C.06.0210.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0210.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, tegen ETABLISSEMENTS LELOUP, naamloze vennootschap, I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 OKTOBER 2015 C.14.0504.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0504.N ROQUETTE FRÈRES, vennootschap naar Frans recht, met zetel te 62136 Lestrem (Frankrijk), rue de la Haute Loge 1, eiseres,

Nadere informatie

Stedebouw en ruimteiqke ordenino

Stedebouw en ruimteiqke ordenino Stedebouw en ruimteiqke ordenino ENKELE AANTEKENINGEN BIJ DE BEVOEGDHEID VAN DE VOORZITTER IN KORTGEDING EN ARTIKEL 68 VAN DE WET OP DE STEDEBOUW EN DE RUIMTELIJKE ORDENING door [;)enis EVERAERT 1. Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2008 C.05.0223.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0223.F AXA BELGIUM, naamloze vennootschap, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. B. P., 2. AXA BELGIUM, naamloze

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

Kanaal- en schoorsteenarrest

Kanaal- en schoorsteenarrest Kanaal- en schoorsteenarrest 1. INSTRUCTIES... 2 2. SCHOORSTEENARREST... 2 A. FEITEN... 2 B. FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN... 2 D. OORDEEL CASSATIE... 2 3. KANAALARREST... 3 A. FEITEN... 3 B. FEITENRECHTER...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 NOVEMBER 2014 C.14.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0122.N 1. M. H., 2. A. D. K., eisers, toegelaten tot de rechtsbijstand bij beslissing van 6 januari 2014 (nr. G.13.0163.N) vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 DECEMBER 2013 C.13.0041.N-C.13.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.13.0041.N T.P., eiser, vertegenwoordigd door mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te

Nadere informatie

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3

ARREST In de zaak A 2012/3. Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur. ARRET Dans l affaire A 2012/3 1 COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2012/3/10 ARREST In de zaak A 2012/3 Inzake: Leunis Fr. tegen: Gewestelijk Stedenbouwkundige Inspecteur Procestaal: Nederlands ARRET Dans l affaire A 2012/3 En

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 APRIL 2012 P.11.1403.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1403.N M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Mounir Souidi, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen O.V. IMEA bv, Intercommunale

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/01/2019

Datum van inontvangstneming : 21/01/2019 Datum van inontvangstneming : 21/01/2019 Samenvatting C-762/18-1 Zaak C-762/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 DECEMBER 2014 F.13.0134.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0134.N R.S., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 3000 Leuven, Koning

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI2015 D.13.0025.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0025.N e1ser, vertegenwoordigd door mr., advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1., met kantoor te ~ 2. 3. rmet zetel te rechtspersoon,

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Zaak C-446/04 Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 AUGUSTUS 2015 P.15.1156.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1156. N K G, vreemdeling, vastgehouden, eiser, met als raadsman mr. Géraldine Debandt, advocaat bij de balie te Antwerpen, met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JUNI 2015 F.13.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0146.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 SEPTEMBER 2014 C.12.0605.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0605.N AXA BELGIUM nv, met zetel te 1170 Watermaal-Bosvoorde, Vorstlaan 25, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Michèle Grégoire,

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 MAART 2006 C.05.0061.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0061.N V.S. in zijn hoedanigheid van curator van het faillissement BVBA A.A. Renovatiewerken, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 OKTOBER 2013 S.11.0122.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.11.0122.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, openbare instelling, met zetel te 1060 Sint-Gillis, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 MAART 2014 F.10.0130.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0130.F BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, tegen FONDS DU CENTRE REINE FABIOLA vzw, Mr. Michel Mahieu,

Nadere informatie

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Rolnummer 4560. Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T Rolnummer 4560 Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13 van de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten

Nadere informatie

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 1e blad. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - bijdragen werkgevers tegensprekelijk definitief in de zaak:

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990*

ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* ARREST VAN 8. 2. 1990 ZAAK C-320/88 ARREST VAN HET HOF (Zesde Kamer) 8 februari 1990* In zaak C-320/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 APRIL 2010 F.08.0042.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.08.0042.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. T. P., 2. S. M.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 DECEMBER 2008 C.07.0018.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0018.F 1. B. J., 2. N. L., Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Lucien Simont, advocaat

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 APRIL 2016 P.15.1639.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1639.N I M B, beklaagde, eiser, met als raadslieden mr. Kris Luyckx en mr. Bart Verbelen, advocaten bij de balie te Antwerpen, II

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard;

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard; RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 188.355 van 28 november 2008 in de zaak A. 185.724/XIV-29.882. In zake : 1. XXX, 2. XXX, handelend in eigen naam en als wettelijke vertegenwoordigers

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 SEPTEMBER 2006 C.05.0304.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.05.0304.N J. EN J. S., in hun hoedanigheid van curatoren van het faillissement van de NV Savelkoul, eisers, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JUNI 2006 C.04.0290.N-C.04.0359.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest I Nr. C.04.0290.N W.J., in zijn hoedanigheid van curator van de NV Daniël Van Ceulebroeck, eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno

Nadere informatie

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011

AANSPRAKELIJKHEID. Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels. HR BUILDERS 2 mei 2011 AANSPRAKELIJKHEID Bart ADRIAENS Advocaat-vennoot Claeys & Engels HR BUILDERS 2 mei 2011 Claeys & Engels 2009 1 Inleiding 1.1 Twee soorten aansprakelijkheid Strafrechtelijke aansprakelijkheid Risico op

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 FEBRUARI 2011 P.11.0144.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0144.N M M, geboren te Shkoder (Albanië) op 20 november 1975, verblijvende in het centrum voor illegalen te Brugge, vreemdeling,

Nadere informatie

DEEL I DE RECHTSMACHT 1

DEEL I DE RECHTSMACHT 1 VOORWOORD V DEEL I DE RECHTSMACHT 1 1 DE GRONDWET 3 1 Waarborg 3 2 Exclusiviteit 4 3 Doorbreking bij de wet 5 4 Het begrip rechterlijke macht 5 5 Burgerlijke rechten 6 6 Conclusie burgerlijke en bestuursrechtelijke

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 SEPTEMBER 2014 C.13.0232.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0232.N SYRAL BELGIUM nv, met zetel te 9300 Aalst, Burchtstraat 10, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MAART 2015 C.14.0023.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0023.N LIGA VOOR MENSENRECHTEN vzw, met zetel te 9000 Gent, Gebroeders De Smetstraat 75, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Willy

Nadere informatie