Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2015 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

2 Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 4 Bestuursverslag 5 1 Woord van de voorzitter 6 2 Besturing en naleving wetgeving Algemeen Missie, visie en doelstellingen Het bestuur in Pensioenfonds-gerelateerde partijen/organen Bestuursaangelegenheden Informatie over toezicht door DNB en AFM Goed Pensioenfondsbestuur en Code Pensioenfondsen Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen en bestuursmodel Gedragscode en nevenfuncties Geschillencommissie Statutenwijziging 17 3 Financiële positie en beleid in Financiële opzet en positie Beleid en beleidskeuzes Toeslagbeleid Financieringsbeleid Beleggingsbeleid Uitvoeringskosten 24 4 Risicoverslaglegging Risicoprofiel Voornaamste risico s van het pensioenfonds Overige risico s Risicomanagementsysteem 31 5 Beleggingen Marktontwikkelingen Resultaten beleggingsportefeuille Maatschappelijk verantwoord beleggen 36 6 Pensioenen Pensioenregeling Pensioencommunicatie 39 7 Actuariële analyse 41 8 Verwachte gang van zaken 43 Jaarrekening 44 9 Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Kasstroomoverzicht Toelichting op de jaarrekening Algemeen Grondslagen 48 2

3 9.4.3 Toelichting op de balans per 31 december Niet in de balans opgenomen verplichtingen Verbonden partijen Toelichting op de staat van baten en lasten over Overige gegevens Overige gegevens Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum Verslag van het Visitatiecommissie Verslag verantwoordingsorgaan Actuariële verklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten 88 Bijlagen 89 Bijlage 1 Deelnemersbestand 90 Bijlage 2 Relevante ontwikkelingen in wet- en regelgeving op pensioengebied 91 Bijlage 3 Begrippenlijst 94 3

4 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen Bedragen x Aantal verzekerden (per eind van het jaar) Deelnemers, actief en voortgezet Gewezen deelnemers Ingegane pensioenen Totaal aantal verzekerden Pensioenen Kostendekkende premie Feitelijke premie Uitvoeringskosten pensioenbeheer Uitvoeringskosten pensioenbeheer per deelnemer (actief en uitkerend) Uitkeringen Reguliere toeslagverlening Actieve deelnemers 1,52% 1,06% 0,92% 1,88% 1,35% Gewezen deelnemers en ingegane pensioenen 0,00% 0,88% 2,45% 0,0% 0,0% Vermogen en solvabiliteit (op basis van marktwaarde; RTS) Aanwezig eigen vermogen Minimaal vereist eigen vermogen (PW art. 131) Vereist eigen vermogen (PW art. 132) Technische voorzieningen, inclusief overige voorzieningen Aanwezige dekkingsgraad in % 97,1% 106,9% 116,8% 98,7% 89,5% Beleidsdekkingsgraad* 99,4% 112,6% Minimaal vereiste dekkingsgraad in % 104,4% 104,5% 104,7% 104,6% 104,5% Vereiste dekkingsgraad in % 126,4% 118,8% 127,1% 127,4% 127,8% TBI-grens** 125,2% Gemiddelde duration van de verplichtingen 26,0 24,3 23,8 24,8 26,1 Rentetermijnstructuur (RTS) 1,9% 2,1% 3,0% 2,7% 2,8% Beleggingen Beleggingen voor risico pensioenfonds Beleggingsopbrengsten voor risico pensioenfonds Beleggingen voor risico deelnemers Beleggingsopbrengsten voor risico deelnemers Beleggingsrendement (total rate of return, exclusief de deelvermogens) Jaarrendement Gemiddeld rendement vanaf ,2% 4,0% 16,9% 4,6% 12,0% 2,7% 12,9% 1,1% -4,2% -1,5% Uitvoeringskosten vermogensbeheer (netto) Kosten vermogensbeheer (netto) in % van het gemiddeld belegd vermogen 0,20% 0,30% 0,21% 0,35% 0,41% * De beleidsdekkingsgraad wordt vanaf ultimo 2014 berekend. De beleidsdekkingsgraad is gebaseerd op het rekenkundig gemiddelde van de dekkingsgraden over de laatste 12 maanden. Hierbij wordt steeds gebruik gemaakt van de meest actuele inschatting van de betreffende dekkingsgraden. ** De toekomstbestendig indexeren (TBI)-grens is de beleidsdekkingsgraad waarbij het pensioenfonds onder de nftk een volledige toeslag mag verlenen. 4

5 Bestuursverslag 5

6 1 Woord van de voorzitter In dit jaarverslag legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde beleid in Per 1 januari 2015 voert GE Pensioen een nieuwe regeling uit. Omdat het pensioenfonds een twintigtal aangesloten ondernemingen kent, hebben werkgevers en werknemers van de aangesloten ondernemingen een structuur opgezet om de wijzigingen van de pensioenregeling gezamenlijk te bespreken en te komen tot een gezamenlijk onderhandelingsresultaat, terwijl geen afbreuk is gedaan aan de zeggenschap van de afzonderlijke ondernemingsraden. De werknemersafgevaardigden hebben zich verenigd in een Employee Consultation Body (ECB). Dit heeft gezorgd dat de onderhandelingen van sociale partners gecentraliseerd hebben plaatsgevonden mede ondersteund door pensioenexperts van werkgevers en werknemers. Uiteindelijk hebben de gezamenlijke werkgevers en werknemers besloten de pensioenopbouw conform fiscale eisen te verlagen. Omdat de regeling een onvoorwaardelijke indexatie kent voor actieven en de risico s van de regeling voornamelijk bij de werkgevers blijven liggen, is deze wijziging bereikt zonder nadere compensatie gezien de reeds significante bijdragen van de werkgever. De aftopping van het pensioengevend salaris op EUR is door de werkgevers gecompenseerd door toekenning van compensatietoeslag en implementatie van een netto pensioenregeling. Deze netto pensioenregeling wordt niet uitgevoerd door GE Pensioen. Bij de wijzigingen heeft het pensioenfonds eveneens aanvullende afspraken gemaakt over de reeds opgebouwde aanspraken. In lijn met de huidige pensioenleeftijd van 67 jaar zijn alle opgebouwde aanspraken uit eerdere pensioenregelingen omgezet naar 67 jaar. Het pensioenfonds heeft hierbij een bezwaarprocedure gehanteerd. De beleidsdekkingsgraad lag eind 2015 op 99,4%. Dit gaf het pensioenfonds geen ruimte om een toeslag te verlenen aan gepensioneerden en slapers. Daarmee is voor deze groep een gemiste toeslag ontstaan. Vanaf 2015 geldt het Nieuwe Financieel Toetsingskader (nftk) waarin nieuwe spelregels zijn geformuleerd over de financiering van pensioenen, de uitvoering van herstelplannen en de toekenning van toeslagen. In lijn hiermee heeft het pensioenfonds een haalbaarheidstoets uitgevoerd op de pensioenregeling. In de toets is voor een periode van 60 jaar gekeken naar de verschillende pensioenuitkomsten, voor goede en slechte jaren. In 2015 werd de pensioenopbouw voor een grote groep medewerkers van GE Energy Europe BV beëindigd vanwege een reorganisatie. Hierdoor is het aantal actieven in het pensioenfonds verder afgenomen. De discussie over de toekomst van GE Pensioen blijft aan relevantie winnen. Bij de in 2015 uitgevoerde ALM studie is dan ook in ruime mate aandacht besteed aan additionele toekomstscenario s zodat GE Pensioen deze discussies over de toekomst van het fonds op basis van feiten en data kan voeren. In 2015 zijn er geen grote wijzigingen in het beleggingsbeleid doorgevoerd. In het beleggingsbeleid is vastgelegd dat GE Pensioen door aankoop van obligaties met een lange duratie in stappen naar de gewenste renteafdekking gaat groeien. In 2015 is de snelheid waarin die stappen zouden moeten plaatsvinden door het bestuur heroverwogen en er is gekozen voor een iets aangepast pad. Daarnaast is het instrumentarium ingericht om met grotere regelmaat te kunnen meten of de gevoeligheid van het pensioenfonds voor rente en renteschommelingen in lijn is met het beleid. Vanuit de internationale visie van GE Corporate is in 2014 de wens voor een transitie naar een in België gevestigde IORP uitgesproken. Het bestuur heeft zich vanaf dat moment laten informeren over de IORP en de daarmee samenhangende consequenties voor GE Pensioen en de deelnemers. Een voorstel met betrekking tot een IORP is in 2015 onderdeel geweest van gesprekken tussen de eerder genoemde sociale partners. Tot op heden heeft dit nog niet geresulteerd in overeenstemming. Mocht in de toekomst wel overeenstemming worden bereikt, betekend dit de aanvang van een uitdagend traject waarbij zorgvuldige belangenafweging en besluitvorming en goed vastgelegde afspraken van doorslaggevend belang zijn. Voor het pensioenfonds is de invoering van een IORP geen doel op zich. Tenslotte is het goed om stil te staan bij de bestuurssamenstelling. In 2015 is Eddy Kruijs afgetreden als bestuurslid. In februari 2016 heeft Richard de Bie eenzelfde besluit genomen. Statutair is in

7 opgenomen dat ex-werknemers van aangesloten ondernemingen voor de duur van de initiële zittingstermijn bestuurslid kunnen blijven. Daarmee is de benodigde continuïteit van het bestuur beter geborgd. Het bestuur onderkent dat continuïteit van bestuursleden een belangrijk aandachtspunt blijft. Voor een verdere toekomstbestendige oplossing is na uitvoerig overleg over de gebleken uitdagingen in de governance structuur in de statuten tevens opgenomen dat maximaal twee externe bestuursleden vanaf 2015 het bestuur kunnen versterken. Voor het pensioenfonds was 2015 een jaar met een volle agenda en een groot aantal aandachtspunten. Het bestuur kan ondanks uitdagingen in onder meer bezetting terugzien op succesvolle implementatie van de nieuwe regeling en het nftk. De commissiestructuur is verder geprofessionaliseerd en zorgt ervoor dat een veelheid van onderwerpen op grondige wijze door het bestuur worden geagendeerd, behandeld en besloten. Het komend jaar zal niet anders zijn. Het bestuur treedt de uitdagingen met vertrouwen tegemoet en dankt iedereen die het daarbij ondersteunt. Breda, 13 mei 2016 Mw. mr. Y.M.M den Bakker 7

8 2 Besturing en naleving wetgeving 2.1 Algemeen Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland (GE Pensioen) is statutair gevestigd te Breda en opgericht op 17 augustus Het pensioenfonds is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer Missie, visie en doelstellingen Het pensioenfonds draagt de verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de in de pensioenovereenkomst gedefinieerde pensioenregelingen voor deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden, in overeenstemming met de bestaande wet- en regelgeving. Het pensioenfonds heeft ten doel om binnen de grenzen van zijn middelen de deelnemers, gewezen deelnemers en hun nabestaanden te beschermen tegen geldelijke gevolgen van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden. Het pensioenfonds voorziet hiertoe in het op lange termijn verstrekken van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten en streeft hierbij naar het waardevast houden van de opgebouwde pensioenen, de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken. De toeslagverlening op de opgebouwde aanspraken van actieve deelnemers is onvoorwaardelijk en deze wordt gefinancierd uit de ontvangen premie van de werkgevers. Op de opgebouwde aanspraken van gewezen deelnemers en de ingegane pensioenen wordt voorwaardelijk toeslag verleend. Dat wil zeggen dat er geen recht op toeslagverlening is: er wordt jaarlijks bepaald of en in hoeverre toeslagverlening kan plaatsvinden. Het pensioenfonds draagt zorg voor duidelijke en klantgerichte communicatie met alle belanghebbenden. Het pensioenfonds heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, toeslagverlening, beleggingen en communicatie om de genoemde doelstellingen te bereiken. Dit beleid is vastgelegd in diverse documenten, waarvan de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) het belangrijkste is Het bestuur in 2015 Het bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstelling van het pensioenfonds, de strategie en (de uitvoering van) het beleid. Het pensioenfonds kent sinds 1 juli 2014 een paritair bestuur. Een nadere beschrijving van de inrichting van dit bestuursmodel is opgenomen in hoofdstuk 2.2. De samenstelling van het bestuur is per 31 december 2015 als volgt: Benoemd namens de werkgever > mw. Y.M.M. den Bakker, voorzitter Bestuurslid van tot ( ) > T.A. Sardar, lid Bestuurslid van tot ( ) > B. Vroegh, lid Bestuurslid van tot ( ) > vacature Bestuurslid De werkgeversvertegenwoordigers hebben zitting voor een periode van vier jaar. Het bestuur benoemt en ontslaat de bestuursleden. 8

9 Benoemd namens de deelnemers R. de Bie, lid Bestuurslid van tot > ( ) M.C.J.W. Kruize, secretaris Bestuurslid van tot > ( ) D. van Unnik Bestuurslid van tot > ( ) Werknemersvertegenwoordigers hebben zitting voor een periode van vier jaar. Het bestuur benoemt en ontslaat de bestuursleden Pensioenfonds-gerelateerde partijen/organen Verantwoordingsorgaan Vertegenwoordiger namens de werkgever vacature J. Quartel, namens de actieve deelnemers van 1 november 2013 tot 1 november 2017 F. Bos, namens de pensioengerechtigden van 1 januari 2012 tot 1 januari 2016 Beleggingscommissie Risicocommissie M. Kruize mw. Y.M.M. den Bakker T. Sardar (voorzitter) B. Vroegh D. van Unnik Martijn Klomp (toehoorder) vacature vacature Commissie Communicatie Visitatiecommissie mw. Y.M.M. den Bakker mw. mr. A.J.E.M. Vollenbroek (voorzitter) D. van Unnik mr. dr. R.M.J.M. de Greef M. Klomp (toehoorder) drs. J.C.F.M. Nuyens (RA) vacature Commissie Deskundigheid Bestuur Compliance officer mw. Y.M.M. den Bakker mr. P. Elion M.C.J.W. Kruize B. Vroegh Pensioendirecteur vacature A. Snellen Bestuursondersteuning mw. G.P. Versluis 9

10 In de volgende afbeelding wordt de structuur van de organisatie van het pensioenfonds weergegeven. Het bestuur heeft de uitvoering van de pensioenregeling sinds de datum van oprichting, 17 augustus 2007, uitbesteed aan TKP Pensioen B.V. (TKP), 100% dochter van AEGON Nederland N.V. Deze uitvoering omvat zowel het administreren van pensioenen als ondersteuning van het bestuur van het pensioenfonds. Het bestuur heeft het beheer van het pensioenvermogen uitbesteed aan KBC Asset Management B.V. (KBC). De individuele pensioenspaarregelingen (Gesave en Geflex) worden uitgevoerd door Robeco Institutional Asset Management (Robeco). State Street Corporation is aangesteld als custodian. Herverzekering elipslife, Amstelveen (onderdeel van Swiss Re) Certificeerders PricewaterhouseCoopers Accountants N.V., externe accountant Aon Hewitt, externe actuaris Pensioenadministratie TKP Pensioen B.V., Groningen Custodian State Street Corporation (SSC) Vermogensbeheerders KBC Asset Management B.V., Brussel, België Robeco Institutional Asset Management B.V. (Pension Providers), Rotterdam (pensioenspaarregelingen) Besluitvorming over het beleid vindt plaats door het bestuur. Het pensioenfonds heeft bepaalde risico s herverzekerd bij elipslife. Met de vermogensbeheerders zijn overeenkomsten gesloten waarin onder meer de beleggingsrichtlijnen en de overeengekomen rapportages zijn vastgelegd. De afspraken zijn opgenomen in een Service Level Agreement (SLA). 2.2 Bestuursaangelegenheden Het pensioenfonds heeft een paritair bestuursmodel. Het bestuur bepaalt het maximum aantal leden, waarbij dit maximum zoveel mogelijk aansluit bij de onderverdeling van het General Electric Concern. Het 10

11 bestuur bestond op 31 december 2015 uit zes bestuursleden. Daarnaast waren er op dat moment twee vacatures. Ieder bestuurslid wordt benoemd voor een periode van vier jaar en kan nadien nog maximaal twee keer worden herbenoemd. Het bestuur verdeelt de aangesloten ondernemingen onder in bedrijfsonderdelen ( businesses ), zoveel mogelijk in overeenstemming met de binnen het General Electric Concern gebruikelijke onderverdeling. De aangesloten ondernemingen binnen de betreffende business bepalen gezamenlijk wie als hun vertegenwoordiger zal optreden. Per business wordt voorts één bestuurslid benoemd als vertegenwoordiger van de werknemers. De bestuursleden namens de werkgever worden benoemd door de aangesloten ondernemingen. De bestuursleden namens de werknemers worden benoemd door het bestuur na verkiezingen door de actieve deelnemers uit de actieve deelnemers. De bestuursleden namens de pensioengerechtigden worden benoemd door het bestuur na verkiezingen door de pensioengerechtigden. Gezien het kleine aantal pensioengerechtigden binnen het pensioenfonds (ultimo 2015 maakte deze groep nog geen 6% uit van de groep actieve deelnemers én pensioengerechtigden tezamen), heeft het bestuur in de loop van 2015 besloten voor dit moment nog geen pensioengerechtigdenvertegenwoordigers op te nemen in het bestuur. Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter en een secretaris, met dien verstande dat indien de voorzitter een door de werkgever benoemd bestuurslid is, de secretaris een door de actieve deelnemers gekozen bestuurslid is en omgekeerd. De eindverantwoordelijkheid voor het beleid ligt onveranderd bij het bestuur van het pensioenfonds. De bestuurssamenstelling is in 2015 gewijzigd. Met ingang van 1 december 2014 is de heer M. Klomp als aspirant bestuurslid namens het bedrijfsonderdeel Energy aangesteld. Het is de intentie dat hij in de toekomst het bestuur zal gaan versterken als vertegenwoordiger vanuit de werkgever. Als gevolg van zijn vertrek bij GE, is de heer E. Kruijs - tevens secretaris van GE Pensioen - met ingang van 17 augustus 2015 afgetreden als werknemersbestuurslid namens het bedrijfsonderdeel Energy. Vooruitlopend hierop heeft het bestuur in de bestuursvergadering van 22 mei 2015 de heer M. Kruize benoemd als secretaris. Het bestuur is actief op zoek naar een opvolger van de heer Kruijs. Het bestuur is de heer Kruijs zeer erkentelijk voor zijn jarenlange inzet voor het pensioenfonds. De bestuurstermijn van de voorzitter, mevrouw Y. den Bakker, liep op 17 augustus af. Het bestuur heeft in de vergadering van 25 september besloten tot herbenoeming van mevrouw Den Bakker als werkgeversvertegenwoordiger van bedrijfsonderdeel GE Corporate en is voorzitter van het pensioenfonds. In de loop van 2015 heeft het bestuur besloten dat het bestuur maximaal twee bestuursleden kan benoemen die geen vertegenwoordigers zijn van een van de genoemde belanghebbenden van het pensioenfonds. Ook kan het eventueel een externe voorzitter benoemen. Aan de voorgestelde wijzigingen ligt de wens van het bestuur ten grondslag om een bestuursstructuur te formaliseren die voldoende robuustheid geeft voor de komende jaren. Daarbij zijn deze wijzigingen ingegeven door het vasthouden aan deskundigheid, grotere flexibiliteit en continuïteit en het blijven voldoen aan vigerende wet- en regelgeving. In de loop van 2015 hebben zowel de heer D. van Unnik als de heer R. de Bie hun werkzaamheden bij General Electric beëindigd. Door eerdergenoemd besluit, dat in 2015 ook statutair is vastgelegd, konden zij aanblijven als bestuurslid Pensioenfonds General Electric Nederland. In het verslagjaar zijn vijf reguliere bestuursvergaderingen gehouden. De vergadering van 19 juni is met één dag verlengd tot een tweedaagse vergadering. Het bestuur heeft tevens elke twee weken een telefonische vergadering ingepland. Er is in 2015 veel aandacht besteed aan de financiële situatie van het pensioenfonds, de herstelplannen, het beleggingsbeleid, en in het bijzonder aan ontwikkelingen rondom 11

12 het nieuwe FTK en de systematische integriteitsrisicoanalyse. Ook heeft het bestuur veel gesproken over andere actuele ontwikkelingen op pensioengebied. De participatie van bestuursleden bij de vergaderingen was goed; per bestuursvergadering was gemiddeld bijna 90% van de bestuursleden aanwezig. In alle vergaderingen was het voor besluitvorming noodzakelijke minimale aantal bestuursleden aanwezig. Het pensioenfonds heeft naast een dagelijks bestuur (bestaand uit de voorzitter en secretaris van het pensioenfonds) ook een aantal bestuurscommissies. Het betreft de volgende commissies: Beleggingscommissie, Commissie Communicatie, Risicocommissie en Commissie Deskundigheid. Het bestuur heeft gedurende 2015 onderzocht op welke wijze de verschillende commissies alsook de directeur ondersteund kunnen worden bij hun werkzaamheden. Het bestuur heeft in de vergadering van 25 september besloten mevrouw G.P. Versluis voor dit moment aan te stellen als bestuursondersteuner, voor de periode tot 1 januari Na afloop van deze proefperiode zullen zowel het pensioenfondsbestuur als Gera Versluis besluiten of zij deze samenwerking willen voortzetten. Het bestuur acht zich onafhankelijk in de uitoefening van zijn functie en zorgt er voor dat alle belanghebbenden zich op evenwichtige wijze vertegenwoordigd voelen. Het bestuur vindt het belangrijk om inzicht te geven in het eigen functioneren en het gevoerde beleid, alsook in de uitvoering van het reglement. 2.3 Informatie over toezicht door DNB en AFM Geen sancties DNB De Nederlandsche Bank (DNB) maakt zich sterk voor een betrouwbaar financieel stelsel waarin instellingen hun verplichtingen nakomen. DNB houdt derhalve voortdurend toezicht op financiële instellingen en het netwerk waarvan zij deel uitmaken. Als er iets mis gaat of dreigt te gaan, treft DNB maatregelen om de schade zoveel mogelijk te beperken. In 2015 zijn aan het pensioenfonds geen dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen aanwijzingen aan het pensioenfonds gegeven, noch is een bewindvoerder aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van het pensioenfonds gebonden aan toestemming van DNB. Herstelplan Het herstelplan van het pensioenfonds is conform artikel 138 lid 2 Pensioenwet op 30 juni 2015 ingediend bij DNB. Dit herstelplan in opgesteld conform het nieuwe FTK. Uit het ingediende plan en de daarbij verstrekte informatie blijkt hoe Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland uiterlijk binnen twaalf jaar zal beschikken over het vereist eigen vermogen. Het herstel wordt in het herstelplan gerealiseerd uit het overrendement. Aanvullende maatregelen zijn, binnen de kaders van het herstelplan, niet nodig om uit herstel te komen. Omdat DNB op basis van deze stukken van oordeel is dat het herstelplan concreet en haalbaar is, heeft DNB het pensioenfonds eind augustus 2015 laten weten in te stemmen met dit herstelplan. Onderzoeken vanuit DNB In 2014 heeft GE Pensioen meegewerkt aan het onderzoek Belangenverstrengeling van DNB, middels het invullen en indienen van een Self Assessment. DNB wil hiermee bewerkstelligen dat pensioenfondsen zich bewust zijn van de risico s van belangenverstrengeling en mitigerende maatregelen treffen ten aanzien van deze risico s. Begin 2015 heeft DNB aangegeven dat het pensioenfonds niet op alle onderdelen voldoende scoort. DNB heeft het pensioenfonds derhalve verzocht vervolgacties uit te zetten naar aanleiding van de Good Practices die zijn opgesteld en een risicoanalyse op het gebied van belangenverstrengeling op te stellen en toe te zenden aan DNB. Deze aanbevelingen zijn voorbereid door de Risicocommissie van het pensioenfonds en hierna integraal door het bestuur besproken. Er is vóór de uiterlijke termijn van inlevering van 1 augustus aan DNB gerapporteerd welke verbeteringen door het pensioenfonds zijn doorgevoerd. DNB heeft daarop op 15 september laten weten dat het tot de conclusie is gekomen dat het pensioenfonds onvoldoende zorg draagt voor een systematische risicoanalyse van de 12

13 risico s op belangenverstrengeling. Dit diende op 1 januari 2016 te zijn verholpen. Ook vroeg DNB van het pensioenfonds in de risicoanalyse van het pensioenfonds ook andere integriteitsrisico s op te nemen. DNB kondigde aan in 2016 steekproefsgewijs onderzoek te doen in hoeverre pensioenfondsen gevolg hebben gegeven aan deze aanwijzingen. Op grond hiervan heeft het bestuur de compliance officer van het pensioenfonds verzocht een inventarisatie te maken van de activiteiten van het pensioenfonds inzake integriteitsrisico s. Hij heeft tevens een voorstel gedaan ten aanzien van de actiepunten hieromtrent die door DNB zijn aangedragen. Het bestuur onderschrijft de bevindingen van de compliance officer en is van mening dat met het uitvoeren van de aanbevelingen vóór 1 januari 2016 aan de eisen van DNB is voldaan. Ondanks het feit dat een formele reactie niet vereist was, heeft het pensioenfonds DNB hierover eind 2015 nader geïnformeerd. AFM Sinds 1 januari 2007 houdt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht uit hoofde van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. De AFM heeft tot taak toezicht te houden op het gedrag van pensioenuitvoerders. Het toezicht omvat met name de communicatie van pensioenfondsen en de wettelijk verplichte informatieverstrekking, alsmede de zorgplicht bij individuele pensioenopbouw op beleggingsbasis. In 2015 is er bij GE Pensioen geen uitvraag gedaan door de AFM. 2.4 Goed Pensioenfondsbestuur en Code Pensioenfondsen Ter vervanging van de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur is de Code Pensioenfondsen opgesteld door de Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie. Deze code geldt sinds 1 januari 2014 en is opgesteld om het functioneren van pensioenfondsen verder te verbeteren en inzichtelijker te maken, met als doel dat belanghebbenden er vertrouwen in hebben dat de pensioenfondsen het aan hen toevertrouwde geld goed beheren en de belangen van alle betrokkenen evenwichtig afwegen. In de code worden onderwerpen als de rol van de diverse organen van het pensioenfonds, integraal risicomanagement, beloningen, diversiteit en verantwoord beleggen nader uitgewerkt. De Code Pensioenfondsen is wettelijk verankerd. De normen in de Code zijn een aanvulling op bestaande wet- en regelgeving. Deze zijn leidend, maar het is de verantwoordelijkheid van de besturen van pensioenfondsen om in hun beleidskeuzes rekening te houden met de Code. Indien een bestuur besluit af te wijken van één of meerdere normen, dient hierover in het jaarverslag verantwoording te worden afgelegd. Het bestuur wenst zoveel mogelijk de Code Pensioenfondsen te volgen, maar voldeed in 2015 nog niet (volledig) aan enkele normen. Aan de wijze van invulling van deze normen is in 2015 uitvoerig aandacht besteed, maar enkele belangrijke documenten zijn uiteindelijk begin 2016 daadwerkelijk vastgesteld door het bestuur. Dit betreft de volgende normen: - 4 (noodprocedure): Het bestuur zorgt voor een noodprocedure om in spoedeisende situaties te kunnen handelen. Deze procedure is begin 2016 vastgesteld (uitbestedingsbeleid): In een document uitbestedingsbeleid legt het bestuur vast welke procedures en kwaliteitscriteria het hanteert bij het aangaan en onderhouden van een uitbestedingsrelatie. Ook dit document is begin 2016 vastgesteld (beloningsbeleid externe partijen): Het bestuur heeft begin 2016 geoordeeld dat dit wordt meegenomen bij contractbesprekingen (opstellen klokkenluidersregeling): Het bestuur bevordert dat de dienstverleners een klokkenluidersregeling hebben. Deze regeling is in de bestuursvergadering van februari 2016 vastgesteld (beoordelen functioneren accountant en actuaris): Deze beoordeling heeft plaatsgevonden in en 44 (klokkenluidersregeling: mogelijkheid en wijze van rapporteren over onregelmatigheden): deze regeling is begin 2016 door het bestuur vastgesteld (diversiteitsdoelstellingen): Het bestuur heeft in het Geschiktheidsplan diversiteitsdoelstellingen vastgelegd voor de toetsing van bestuurskandidaten. 13

14 - 83 (naleven wet- en regelgeving en interne regels): Het bestuur voldeed in 2015 nog niet aan deze norm, omdat dit nog niet was vastgelegd. Het bestuur heeft dit nu expliciet vastgelegd in de ABTN. Het bestuur heeft bewust besloten af te wijken van twee van bovengenoemde normen uit de Code. Dit betreft allereerst norm 45 (benoeming en ontslag leden visitatiecommissie). Het bestuur heeft besloten de genoemde mogelijkheden van het verantwoordingsorgaan van bindende voordracht en bindend advies ten aanzien van de leden van de Visitatiecommissie in te perken, omdat het bestuur het niet wenselijk vindt dat het verantwoordingsorgaan de leden van de Visitatiecommissie benoemt, zonder inmenging van het bestuur. Ten tweede wordt afgeweken van norm 60 (zittingsduur bestuurslid). Het bestuur heeft besloten dat het gemotiveerd kan afwijken van de maximale zittingstermijn van 12 jaar. Het pensioenfonds voldeed in 2015 niet aan norm 67 (ten minste één man en één vrouw in bestuur en verantwoordingsorgaan) en norm 68 (ten minste één lid boven en één lid onder de veertig jaar in bestuur en verantwoordingsorgaan). Deze normen worden terdege in acht genomen bij vacatureprocedures, maar dit laat onverlet dat het verantwoordingsorgaan (nog) geen vrouwelijk lid en (nog) geen lid onder de veertig jaar heeft. Deskundigheid, betrokkenheid en goede samenwerking vormen de basis voor goed bestuur van het pensioenfonds. Goed Pensioenfondsbestuur heeft betrekking op alle organen van een pensioenfonds. Het bestuur hecht grote waarde aan goed pensioenfondsbestuur en aan de betrokkenheid van alle belanghebbenden van het pensioenfonds. Het bestuur is zich bewust van zijn verantwoordelijkheid voor het goed besturen van het pensioenfonds en zal datgene doen wat nodig is voor de handhaving van het vertrouwen in het pensioenfonds en de pensioensector. Ontwikkelingen op dit terrein worden nauwlettend gevolgd. Bij het interne toezicht binnen het pensioenfonds wordt gekeken naar het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in het pensioenfonds. Voor de inrichting van het interne toezicht heeft het bestuur gekozen voor de instelling van een visitatiecommissie. De visitatiecommissie is onder meer belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan, de werkgever en in het jaarverslag, over de uitvoering van de taken. Eind 2015 is de Visitatiecommissie Pensioenfondsen (VCP) gestart met de jaarlijkse visitatie. Deze is begin 2016 afgerond. In paragraaf 9.1 worden de bevindingen van de visitatiecommissie toegelicht. Het verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds is samengesteld uit vertegenwoordigers van deelnemers, pensioengerechtigden en de werkgever. Het bestuur van het pensioenfonds legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheden en rechten die aan haar zijn toebedeeld bij en krachtens de Pensioenwet en de statuten. Het orgaan toetst of het bestuur bij de genomen besluiten op een evenwichtige wijze met de belangen van alle belanghebbenden rekening heeft gehouden. Het verantwoordingsorgaan heeft tot taak een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van de visitatiecommissie, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verslag van het verantwoordingsorgaan en de reactie van het bestuur daarop zijn opgenomen in paragraaf

15 2.5 Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen en bestuursmodel De Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen is op 7 augustus 2013 in werking getreden. De bepalingen in de wet die betrekking hebben op de inrichting van de fondsorganen zijn op 1 juli 2014 van kracht geworden. De wet heeft, naast de wijzigingen met betrekking tot de inrichting en bevoegdheden van de fondsorganen, ook andere wijzigingen en uitbreidingen met zich mee gebracht. Zo dienen de doelstellingen en beleidsuitgangspunten van het pensioenfonds vastgelegd te worden, zodat de fondsorganen deze kunnen gebruiken bij besluitvorming, advisering en toezicht. Het bestuur heeft uit de vijf verschillende bestuursmodellen gekozen voor een paritair bestuur. Als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving (onder meer de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen en de Code Pensioenfondsen die sinds 1 januari 2014 geldt) - waarbij het doel is dat het pensioenfondsbestuur meer in control is en blijft - is het Geschiktheidsplan aangepast en op 22 mei tijdens de bestuursvergadering vastgesteld. Met dit plan wil het bestuur invulling geven aan de geschiktheidseisen voor bestuursleden van pensioenfondsen. Bij geschikt pensioenfondsbestuur spelen deskundigheid, competenties en professioneel gedrag een rol. DNB heeft regels vastgesteld om besturen en directies van pensioenfondsen te toetsen. Deze regels houden concreet in dat bestuurders en directieleden van pensioenfondsen, voordat zij worden benoemd, door DNB worden getoetst op integriteit en deskundigheid. DNB houdt bij deze toetsing steeds meer rekening met de aard, omvang en complexiteit en daarmee dus het risicoprofiel van het pensioenfonds en van de samenstelling van het zittende bestuur. Alle bestuursleden zijn getoetst en DNB heeft met hun benoeming ingestemd. Om de kennis op peil te houden, volgt het bestuur actief de voor het pensioenfonds relevante pensioenontwikkelingen (onder meer middels vakliteratuur en relevante seminars). Tevens worden bestuursleden in de gelegenheid gesteld (vervolg)cursussen, seminars en themabijeenkomsten bij te wonen. Jaarlijks wordt door de uitvoeringsorganisatie TKP voor bestuursleden en leden van het verantwoordingsorgaan een seminar georganiseerd. Dit seminar vond in het verslagjaar plaats op 9 oktober. Tijdens dit seminar is door verschillende sprekers aandacht besteed aan pensioencommunicatie, houdbaarheid van het pensioenstelsel, de impact van de lage rente op het verwachte pensioenresultaat en cybercrime. Op basis van de deskundigheidsmatrix van het pensioenfonds, dat deel uitmaakt van het Geschiktheidsplan, zijn geen lacunes in de collectieve deskundigheid vastgesteld. In het Geschiktheidsplan is een opleidingsplan opgesteld voor de (aspirant-)bestuursleden. Het regelmatig evalueren van het functioneren van bestuursleden en van het bestuur als geheel en het tijdig bijsturen daar waar nodig, draagt bij aan het in stand houden van een goed bestuur. Daarom vindt het bestuur het van groot belang dat zowel individuele bestuursleden als het gehele bestuur worden geëvalueerd. Deze evaluatie vindt in beginsel jaarlijks plaats. Bijna alle beoordelingsformulieren die zijn opgesteld ten behoeve van de evaluatie zijn in 2014 ingevuld terugontvangen. De geanonimiseerde beoordelingsformulieren dienden als basis voor de evaluatiegesprekken die in 2015 hebben plaatsgevonden. Het bestuur is van mening dat het voldoende deskundig is om zijn taak adequaat uit te voeren. Formeel worden er in de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen geen eisen gesteld aan de leden van het verantwoordingsorgaan. Uiteraard dient het verantwoordingsorgaan wel het handelen van het 15

16 pensioenfondsbestuur te beoordelen. Daarom is kennis van de onderneming, cultuur en arbeidsvoorwaardelijke achtergrond binnen het verantwoordingsorgaan geboden. Het bestuur heeft in het Geschiktheidsplan nadere eisen gesteld aan de leden van het verantwoordingsorgaan. Tot slot heeft het bestuur in het Geschiktheidsplan een profiel opgesteld voor de Visitatiecommissie en een functiebeschrijving voor de pensioendirecteur opgenomen. Het Geschiktheidsplan is in de vergadering van 5 februari 2016 geactualiseerd en opnieuw vastgesteld. 2.6 Gedragscode en nevenfuncties Het pensioenfonds beschikte over een gedragscode die in 2008 was opgesteld aan de hand van de modelgedragscode van de pensioenkoepels. Naar aanleiding van recente ontwikkelingen, waaronder de nieuwe Code Pensioenfondsen was er behoefte aan een aanpassing van de modelgedragscode. De Pensioenfederatie heeft daarom in 2015 de modelgedragscode aangepast. Het doel van de gedragscode is het bijdragen aan het transparant en integer handelen van bestuurders ten behoeve van al diegenen die bij het pensioenfonds belang hebben en het waarborgen van de goede naam en reputatie van het pensioenfonds als marktpartij. De gedragscode bevat onder meer regels over hoe een bestuurslid moet omgaan met vertrouwelijke informatie, voorwetenschap, relatiegeschenken en het vervullen van nevenfuncties bij andere ondernemingen en instellingen. Het bestuur heeft in 2015 besloten de Modelgedragscode één op één over te nemen en deze als zodanig vast te stellen als de nieuwe Gedragscode. Deze gedragscode geldt met ingang van 1 januari De uitvoeringsorganisatie en de vermogensbeheerder hanteren vergelijkbare gedragscodes. De compliance officer is belast met het toezicht op de naleving van de op grond van de gedragscode geldende bepalingen en wettelijke regelingen. De compliance officer verstrekt jaarlijks een rapportage aan het pensioenfondsbestuur. Het bestuur heeft Paul Elion met ingang van 15 augustus 2015 benoemd als compliance officer voor het pensioenfonds. Hij heeft geconstateerd dat compliance- en integriteitgerelateerde onderwerpen bij vrijwel elke vergadering van de risicocommissie en/of het pensioenbestuur op de agenda stonden en besproken zijn. De compliance officer werd bij de behandeling van deze onderwerpen nauw betrokken. Het bestuur heeft in 2015 de volgende wettelijk vastgelegde regelingen vastgesteld: klokkenluidersregeling, incidentenregeling en de klachten- en geschillenregeling. Van de zijde van de deelnemers van het pensioenfonds zijn in 2015 geen vragen gesteld over de (uitvoering van de) gedragscode. Ook zijn er geen klachten of bezwaren ontvangen of in behandeling genomen van de deelnemers van het pensioenfonds met betrekking tot de gedragscode of de uitvoering daarvan. Tot slot heeft de compliance officer gerapporteerd over de systematische integriteitsrisicoanalyse die op aangeven van DNB in 2015 door het pensioenfonds is uitgevoerd. Het proces rondom deze analyse werd reeds beschreven in paragraaf 2.3. Alle bestuursleden, de leden van het verantwoordingsorgaan, de compliance officer, de pensioendirecteur en de medewerkster bestuursondersteuning hebben de verklaring bij de Gedragscode over 2015 ondertekend. Er is uitvraag gedaan bij de bestuursleden inzake een opgave van het aantal nevenfuncties. Dit leidt tot het volgende overzicht per 31 december 2015: Mw. Y.M.M. de Bakker, voorzitter - voorzitter Stichting ABBO- schoolbestuur (6 basisscholen) - lid Raad van Advies Opleiding Pensioen Executive van de Erasmus Universiteit (2 dagdelen per jaar) T.A. Sardar, bestuurslid geen nevenfuncties 16

17 B. Vroegh, bestuurslid geen nevenfuncties M.C.J.W. Kruize, bestuurslid - penningmeester Vereniging Scouting Jeanne d Arc Halsteren - penningmeester Stichting Scouting Halsteren - Jeanne d Arc D. van Unnik, bestuurslid - geen nevenfuncties M. Klomp, aspirant-bestuurslid - geen nevenfuncties 2.7 Geschillencommissie In artikel 18 van de statuten is een klachten- en geschillenregeling neergelegd. Ingeval van klachten of geschillen kunnen belanghebbenden zich wenden tot de klachtencommissie van het bestuur. Indien de klacht niet afdoende dan wel niet binnen een redelijke termijn is afgehandeld, bestaat de mogelijkheid om in beroep te gaan bij het bestuur. Deze regeling is nader uitgewerkt in het pensioenreglement. Er is een wettelijke Ombudsman Pensioenen, die als zodanig is erkend door het bestuur. Klachten en geschillen kunnen daar pas worden aangebracht nadat de genoemde klachten- en geschillenregeling is doorlopen. In 2015 zijn geen klachten ontvangen die geleid hebben tot een beroep bij het bestuur. Er zijn drie klachten ontvangen en afgehandeld, waarbij bij alle drie gevallen de collectieve omzetting van aanspraken naar 67 jaar per 1 januari 2015 het onderwerp was. Bij één van de drie gold dat hij tijdig bezwaar had gemaakt en aanspraken op leeftijd 62 jaar had. Voor hem is het bezwaar gehonoreerd en daarmee ook de klacht afgehandeld. Bij de andere twee gevallen is de omzetting naar 67 jaar wel aan de orde en dit is naar tevredenheid uitgelegd en daarmee afgehandeld. 2.8 Statutenwijziging De statuten van het pensioenfonds zijn in 2015 aangepast. De belangrijkste wijzigingen waren: - De werkgever draagt de werkgeversleden nu voor. Het bestuur benoemt uiteindelijk het bestuurslid. Vooraf wordt al onderzocht of de voorgedragen kandidaten voldoen aan de gestelde eisen voor bestuursleden van een pensioenfonds. - Er is een mogelijkheid gecreëerd om externe bestuursleden aan te stellen. - Er is een mogelijkheid gecreëerd om een externe voorzitter te benoemen. De statutenwijziging is ingegaan per 6 november

18 3 Financiële positie en beleid in Financiële opzet en positie Dekkingsgraad De dekkingsgraad is een belangrijke maatstaf voor de financiële positie van een pensioenfonds. Het geeft het pensioenvermogen als percentage van de contante waarde van de pensioenverplichtingen weer. De dekkingsgraad kan wijzigen door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het beleggingsresultaat, verzekeringstechnische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de rentetermijnstructuur. Per 1 januari 2015 wordt de financiële positie van het pensioenfonds uitgedrukt in de beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf maandelijkse onderliggende dekkingsgraden. De actuele dekkingsgraad is in 2015 gedaald van 106,9% naar 97,1%. De beleidsdekkingsgraad ( het 12-maandsgemiddelde van de dekkingsgraad) van het pensioenfonds bedraagt ultimo ,4% % % Dekkingsgraad 1 januari 106,9 116,8 Effect premies 0,5 0,4 Effect beleggingsresultaat (inclusief renteafdekking) -1,5 19,4 Effect wijziging rentetermijnstructuur voorziening pensioenverplichtingen 1,9-25,9 Effect aanpassing UFR-systematiek -5,8 0,0 Effect wegvallen middeling -6,3 0,0 Effect toeslagverlening 0,3-0,2 Effect op overige (incidentele) mutaties technische voorzieningen 0,4-0,8 Effect overige oorzaken 0,7-2,8 Dekkingsgraad 31 december 97,1% 106,9 De reguliere dekkingsgraad is evenals voorgaande jaren bepaald exclusief beleggingen en voorziening voor risico deelnemers. Met ingang van 2016 en in de FTK jaarstaten worden deze, conform de voorschriften van DNB, wel meegenomen in de dekkingsgraadbepaling. Effect premies Het resultaat op premie is in 2015 positief. De ontvangen premie is hoger dan de actuarieel benodigde premie. Het positieve resultaat is ontstaan door de solvabiliteitsopslag. Voor een verdere toelichting op het premiebeleid wordt verwezen naar paragraaf Financieringsbeleid. Effect beleggingsresultaat (inclusief renteafdekking) Er is in 2015 (na aftrek kosten vermogensbeheer) een beleggingsrendement gerealiseerd van -1,2% terwijl voor de pensioenverplichtingen een rendement van 0,16% nodig was. Dit zorgt voor een negatief resultaat als gevolg van beleggingsopbrengsten. In de paragrafen Beleggingsbeleid en 4.2 Resultaten beleggingen 2015 wordt een verdere toelichting gegeven op het beleggingsbeleid en het beleggingsresultaat. Effect rentetermijnstructuur voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op marktwaarde op basis van de rentetermijnstructuur (RTS). Iedere maand wordt deze door DNB gepubliceerd. Een lagere (hogere) rentetermijnstructuur betekent een hogere (lagere) voorziening. De waardering van de verplichtingen stegen door de dalende RTS, met als gevolg een negatief effect op de dekkingsgraad. Deze RTS is vastgesteld op basis van de RTS zonder middeling en wordt per maand 18

19 vastgesteld door DNB. Het RTS-effect is in drie delen gesplitst: het reguliere RTS-effect, aanpassing UFRsystematiek en het wegvallen van de driemaands middeling. Het reguliere RTS-effect is gemeten door met een scenario te rekenen waarin de oude UFR-systematiek en de driemaands middeling worden gehandhaafd. Het reguliere RTS-effect is positief (1,9%-punt), maar wordt tenietgedaan door de andere twee effecten, zoals beschreven in de volgende twee alinea s. Effect aanpassing UFR-systematiek In juli 2015 heeft DNB een wijziging doorgevoerd in de bepaling van de te publiceren rentecurves. De tot dat moment gehanteerde UFR systematiek werd gekenmerkt door een vast niveau van 4,2% voor de UFR, zodat na een looptijd van 20 jaar de rentecurve in steeds grotere mate bepaald werd door deze waarde. Omdat het niveau van 4,2% niet objectief kon worden vastgesteld en in de huidige economische situatie niet wenselijk was, is een nieuwe systematiek ontwikkeld. Deze aanpassing leidt tot een lager niveau van de rentes met looptijden groter dan 20 jaar en heeft dus een verzwaring van de voorziening tot gevolg van 5,3% en een daling van de dekkingsgraad met 5,8%-punt. Effect wegvallen middeling Vanaf 2012 heeft DNB in de gepubliceerde rentecurves gebruik gemaakt van de zogenaamde driemaands middeling. Dit wil zeggen dat de gepubliceerde rentecurves niet gelijk waren aan de op dat moment geldende marktrente (inclusief UFR), maar een gemiddelde waren van de marktrentecurves van de afgelopen drie maanden. Per 1 januari 2015 heeft DNB deze systematiek laten vallen en geldt dat de gepubliceerde curve wordt gebaseerd op de feitelijke marktrente (inclusief UFR). Het eenmalige effect van het wegvallen van deze middeling is een verhoging van de voorziening met circa 6,3% en een daling van de dekkingsgraad met 6,3%-punt. Effect toeslagverlening Per 1 januari 2015 is aan (in)actieve deelnemers een toeslag toegekend. De verzwaring van de voorziening als gevolg van deze toekenning is reeds in de cijfers over boekjaar 2014 meegenomen. Per 1 januari 2016 is aan actieve deelnemers een toeslag toegekend, aan inactieve deelnemers zijn geen toeslagen verleend. De toeslag per 1 januari 2016 is verwerkt in de cijfers per 31 december Het resultaat op toeslagverlening is positief omdat er geen toeslag is verleend aan inactieven. Voor een verdere toelichting op het toeslagbeleid wordt verwezen naar paragraaf Toeslagbeleid. Effect overige (incidentele) mutaties technische voorzieningen Het positieve effect wordt veroorzaakt door een vrijval van de voorziening voor ingegane ziektegevallen. Vereist eigen vermogen Het vereist eigen vermogen eind 2015 is 26,4% (2014: 18,8%) van de voorziening pensioenverplichtingen en is volgens de DNB-richtlijn gebaseerd op de risico s van de strategische beleggingsportefeuille. Indien het vereist eigen vermogen zou worden bepaald op basis van de feitelijke portefeuille per ultimo 2015, dan zou het vereist eigen vermogen hoger zijn uitgekomen (29,4%). Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door het zakelijke waarden- en het valutarisico. De stijging van het vereist eigen vermogen ten opzichte van vorig jaar wordt verklaard door de per 1 januari 2015 gewijzigde parameters voor het vaststellen van het vereist eigen vermogen. Herstelplan Als gevolg van het per 1 januari 2015 gewijzigde financieel toetsingskader, heeft het pensioenfonds een nieuw herstelplan voor 1 juli 2015 ingeleverd bij de toezichthouder. De toezichthouder heeft het herstelplan goedgekeurd. Het herstelplan laat zien dat, gegeven de wettelijk voorgeschreven manier van berekenen, het pensioenfonds verwacht dat het binnen de wettelijke hersteltermijn een beleidsdekkingsgraad heeft die ten minste gelijk is aan het vereist eigen vermogen. Het herstel wordt in het herstelplan gerealiseerd uit het overrendement. Aanvullende maatregelen zijn, binnen de kaders van het herstelplan, niet nodig om uit herstel te komen. 19

20 In 2015 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het herstelplan als volgt ontwikkeld: Verwacht (in %) Werkelijk (in %) Dekkingsgraad per 31 december ,9 106,9 Premie 0,8 0,5 Sturingsmiddelen Toeslagverlening 0,0 0,3 Beleggingen 3,2-1,5 Rentetermijnstructuur -7,9-10,3 Overige Effect van uitkeringen, kosten, kanssystemen en waardeoverdrachten. -0,2 1,2 Subtotaal 102,8 97,1 Dekkingsgraad per 31 december ,8 97,1 Vereiste dekkingsgraad (vereist eigen vermogen) 125,5 126,4 Haalbaarheidstoets, premiebeleid en herstelkracht Op grond van het per 1 januari 2015 gewijzigde financieel toetsingskader, moet een pensioenfonds jaarlijks een haalbaarheidstoets uitvoeren. De eerste keer dat de haalbaarheidstoets wordt uitgevoerd heet een zogenaamde aanvangshaalbaarheidstoets. Deze toets moet alleen herhaald worden als het deelnemersbestand of het beleggingsbeleid ingrijpend aangepast worden. Verder moet het pensioenfonds jaarlijks een haalbaarheidstoets uitvoeren en de uitkomsten toetsen aan de uitkomsten van die aanvangshaalbaarheidstoets. Daarnaast moet het pensioenfonds laten zien dat het afgesproken premiebeleid reëel en haalbaar is, als ook dat het pensioenfonds een voldoende herstelkracht heeft vanuit het niveau van het MVEV. In september 2015 is de aanvangshaalbaarheidstoets uitgevoerd. De uitkomsten van deze toets zijn getoetst aan de risicohouding op lange termijn. De uitkomsten laten het volgende zien: Ondergrenzen vanuit beleid Uitkomsten aanvangshaalbaarheidstoets Totaal vanuit actuele Totaal vanuit VEVniveau situatie Vanuit VEV-niveau 90% 100,5% Vanuit feitelijke positie 90% 100,2% Afwijking 15% 10,2% 10,5% De door het pensioenfonds vastgestelde beleidsgrenzen voldoen aan de uitkomsten van de aanvangshaalbaarheidstoets. Premiebeleid Het pensioenfonds is met de sociale partners overeengekomen dat de feitelijke premie gelijk is aan de kostendekkende premie. Er kan sprake zijn van herstelpremies en premiekorting. De premiekorting past binnen de eisen die het nftk daaraan stelt. De premie zal daardoor bij situatie van dekkings- of reservetekort altijd bijdrage aan herstel van de dekkingsgraad. Herstelkracht Uit aparte berekeningen van de haalbaarheidstoets moet blijken dat het pensioenfonds voldoende herstelcapaciteit heeft. Voor het aantonen van voldoende herstelcapaciteit dient een dekkingsgraadsjabloon te worden doorgerekend, met als start de MVEV. 20

21 3.2 Beleid en beleidskeuzes Het bestuur heeft beleid ontwikkeld op het gebied van financiering, beleggingen en toeslagen om de risico s en de financiële positie van het pensioenfonds te beheersen. Bij het maken van beleidskeuzes worden de belangen van alle belanghebbenden evenwichtig afgewogen. Het beleid moet worden uitgevoerd binnen de kaders van de pensioenovereenkomst zoals die overeengekomen is tussen werkgevers en werknemers Toeslagbeleid Toeslagverlening Richtlijnen toeslagverlening: De pensioenaanspraken voor actieve deelnemers worden aangepast aan de Cao-lonen per uur inclusief bijzondere beloningen voor Particuliere bedrijven. De pensioenaanspraken voor gewezen deelnemers en pensioenrechten voor gepensioneerden worden, voor zover de financiële positie van het pensioenfonds dit toelaat, aangepast aan de consumentenprijsindex alle huishoudens. Toeslagen worden gefinancierd uit premie. Voor de gewezen en gepensioneerde deelnemers is de toeslag voorwaardelijk. Voor zover de premie voor toeslagen niet wordt gebruikt voor toeslagverlening, wordt een voorziening voor nog niet toegekende indexaties gevormd. Deze voorziening telt niet mee voor de dekkingsgraad. Inhaalindexaties worden onttrokken aan deze voorziening. Gemiste indexatie wordt ingehaald zodra de dekkingsgraad boven de vereiste dekkingsgraad ligt en de indexatieambitie voor het lopende jaar volledig toegekend is en de dekkingsgraad boven de premiekortingsgrens ligt. Toeslagen worden gegeven op grond van een toekomstbestendige toeslagverlening. Dit houdt grofweg in dat er vermogen boven een beleidsdekkingsgraad (BDG) van 110% moet zijn om een bepaalde toeslag levenslang, samengesteld, te kunnen geven. Als dat zo is, dan mag het eerste jaar deze toeslag gegeven worden op de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. In het volgende jaar moet de toetsing van het vermogen boven 110% weer worden uitgevoerd. Een toeslag kan worden toegekend vanaf een beleidsdekkingsgraad van 110%. De BDG die leidend is voor de bepaling van de toeslag is de laatst bekende BDG voor de vergadering waarin de toeslag wordt vastgesteld. Een volledige toeslag kan verleend worden vanaf een BDG boven de grens die nodig is voor toekomstbestendige toeslagverlening (in 2015 circa 125%). Bij een BDG tussen 110% en de grens die nodig is voor toekomstbestendige toeslagverlening kan een evenredige toeslag worden toegekend. De evenredige toeslag wordt berekend op basis van de BDG. Op de werkelijke CPI in dat jaar wordt dan evenredig gegeven. Inhaaltoeslag kan vanaf een BDG boven de grens die nodig is voor toekomstbestendige (en boven VEV-niveau) toeslagverlening gegeven worden Het bestuur heeft de discretionaire bevoegdheid om van de berekende toeslag af te wijken. Inhaaltoeslag De verjaringstermijn van niet verleende toeslagen is tien jaar. De inhaaltoeslagen worden volgens het gesloten systeem toegekend. De kosten van de inhaaltoeslagen mogen in enig jaar niet meer bedragen dan 20% van het vermogen wat aanwezig is boven de TB-Toeslaggrens. Bij het inhalen wordt het fifo systeem toegepast, dat wil zeggen dat de oudste jaargang eerst wordt hersteld. Hierbij geldt dat een korting beschouwd wordt als negatieve toeslag. Het bestuur heeft in de bestuursvergadering van 20 november besloten, gezien de toen bekende beleidsdekkingsgraad van 101,2%, de onvoorwaardelijke toeslag voor de actieve deelnemers van 1,52% wel toe te kennen, maar de voorwaardelijke voor slapende deelnemers (0,6%) niet. Onder de nftk geldt dat bij een beleidsdekkingsgraad lager dan 110% geen toeslag mag worden verleend. Boven 110% geldt de toeslagregel die stelt dat er genoeg vermogen beschikbaar moet zijn om de nu te verlenen toeslag naar verwachting ook in de toekomst te kunnen realiseren. De toekomstbestendig indexeren (TBI)-grens 21

22 is de beleidsdekkingsgraad waarbij het pensioenfonds volledig mag indexeren. Voor het pensioenfonds is de TBI-grens 125,2%. Het pensioenfonds ontvangt echter premie voor toeslag en de toeslag voor actieven wordt onvoorwaardelijk verleend. Zo kan het pensioenfonds toch toeslag verlenen bij een lagere beleidsdekkingsgraad. Voor de premievrije deelnemers en de gepensioneerden is deze specificatie in de volgende tabel opgenomen Financieringsbeleid Financieringssysteem en ABTN Voor het premie- en toeslagbeleid is een aantal vermogensposities van belang. De volgende grenzen worden onderscheiden: - minimaal vereist vermogen: de dekkingsgraad behorend bij het minimaal vereist vermogen is gelijk aan 104,4% van de voorziening pensioenverplichtingen; - vereist vermogen: het vereist vermogen is het vermogen dat nodig is om te bewerkstelligen dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een jaar het eigen vermogen negatief wordt. De dekkingsgraad behorend bij het vereist vermogen bedraagt ultimo ,4%. Indien de vermogenspositie van de stichting lager is dan het minimum vereist eigen vermogen, moeten de aangesloten ondernemingen een aanvullende vermogensdotatie doen om de dekkingsgraad op het minimum vereist eigen vermogen te brengen. Een aanvullende vermogensdotatie wordt uiterlijk binnen een maand na de vaststelling van de jaarrekening door het bestuur vastgesteld, gehoord de actuaris van de stichting. De aangesloten ondernemingen kunnen de vastgestelde aanvullende vermogensdotatie over de resterende periode van herstel aan de stichting voldoen, waarbij elk kwartaal een evenredig deel van de dotatie wordt voldaan. Gezien het feit dat de dekkingsgraad ultimo 2014 hoger was dan het minimum vereist eigen vermogen, was er geen sprake van bijstorting in De door het pensioenfonds te ontvangen premie wordt actuarieel berekend op individuele basis. Uitgangspunt daarbij is dat de opgebouwde rechten steeds zijn af gefinancierd. De verhoging van de aanspraken als gevolg van toeslagverlening wordt af gefinancierd door middel van koopsommen. Naast deze premie worden voor de dekking van de partnerpensioenen op risicobasis en de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen risicopremies voldaan. Tevens bevat de premie een solvabiliteitsopslag welke bestemd is voor het herstellen c.q. op peil houden van de dekkingsgraad. De feitelijke premie in 2015 is gelijk aan de kostendekkende premie. De kostendekkende premie over 2015 bedraagt 14,9 miljoen (2014: 15,7 miljoen). De feitelijke premie bedraagt in 2015 tevens 14,9 miljoen (2014: 15,7 miljoen). In de berekening van de feitelijke premie wordt uitgegaan van een financiering op basis van een kapitaaldekkingssysteem en financiering op basis van risicopremies. De toename van de pensioenaanspraken in het boekjaar wordt gefinancierd door middel van een per individu bepaalde actuariële koopsom. Voor actieve deelnemers worden risicopremies vastgesteld voor het nabestaandenpensioen, wezenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen (premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid en WIA-excedentpensioen). Premies Voor 2015 is de premie als volgt berekend: pensioenpremie: wordt individueel bepaald voor de pensioenopbouw in 2015 over het salaris onder aftrek van de franchise ( ). premie WIA-excedent: 2,75% van de verzekerde uitkering. 22

23 Exit-bepaling in de uitvoeringsovereenkomst Indien en nadat een onderneming al dan niet als gevolg van een overdracht de status van aangesloten onderneming verliest, is deze onderneming aan het pensioenfonds een eenmalige bijdrage verschuldigd ter dekking van de lasten inzake toekomstige toeslagverlening aan de gewezen deelnemers die op het moment waarop de onderneming niet langer kan worden aangemerkt als aangesloten onderneming, in dienst zijn van deze onderneming. In de zomer van 2015 heeft Energy Nederland haar activiteiten in Nederland gestaakt, de werknemers zijn ontslagen. Voor deze groep deelnemers vindt geen verdere pensioenopbouw plaats in het pensioenfonds en de onderneming valt dan ook buiten de exit-bepaling. Bijstorten werkgever Als zowel de actuele als de beleidsdekkingsgraad op zes achtereenvolgende jaarlijkse meetmomenten in het herstelplan lager zou zijn dan de minimum vereiste dekkingsgraad, is de bijstortingsverplichting van kracht. Het bestuur heeft deze werkwijze in de bestuursvergadering van 20 november 2015 vastgelegd. Dit is symmetrisch met de algemene richtlijnen voor het toepassen voor pensioenverlagingen voor pensioenfondsen waarbij er geen bijstortverplichting is afgesproken. Ook bij die pensioenfondsen wordt een pensioenverlaging pas doorgevoerd als na zes meetmomenten de minimum vereiste dekkingsgraad niet wordt bereikt Beleggingsbeleid De beleggingscommissie heeft gedurende het jaar 2015 bijzondere aandacht gehad voor een viertal belangrijke onderwerpen: Conform het in 2013 ingezette beleid in 2013, het terugbrengen van de gevoeligheid van de balans voor renteschommelingen; Het verder aanscherpen van monitoringsmogelijkheden van de rentegevoeligheid van de balans en het verder nuanceren van dit beleid. Door de extreme ontwikkelingen in de rente en de aandelenmarkt is het afdekken van de rentegevoeligheid achtergebleven bij de verwachting. In 2015 is een plan opgesteld waarmee zekerheid wordt verkregen dat Q de rentegevoeligheid op het door het pensioenfonds gewenste niveau zal zijn. Deze termijn geeft een juiste verhouding tussen kosten-optimalisatie en tijdspad; Het verder verfijnen van het beleggingsinstrumentarium met een scherpe focus op kosten en de effecten van de gemaakte keuzes. Het pensioenfonds heeft er bijvoorbeeld voor gekozen om voor de belegging in wereldwijde aandelen niet alleen de MSCI World index na te streven, maar heeft specifiek voor KBC als uitvoerder gekozen omdat deze Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen onderdeel laat zijn van haar beleggingen. Het effect hiervan is onderwerp van aandacht; Het implementeren van het nieuwe financiële toetsingskader inclusief aanvangshaalbaarheidstoets en de verdere voortgang van de discussie met de sponsoren omtrent een mogelijke overgang naar een IORP (Institute for Occupational Retirement Provisions). Strategisch beleggingsbeleid Het pensioenfonds heeft reeds in 2013 besloten dat, ondanks het feit dat de pensioenverplichtingen zich situeren op langere termijn, de wil bestaat de risico s te beperken (met speciale aandacht voor afdekken van het renterisico) en te streven naar stabiele pensioenpremies. De eerste en belangrijkste investeringsdoelstelling van het pensioenfonds is het kunnen blijven betalen van de nominale pensioenverplichtingen. Als tweede doelstelling wordt er naar gestreefd dat de minimaal vereiste dekkingsgraad wordt bereikt. Bovendien heeft zij vastgesteld dat zij de volgende principes naleeft: Geen tactische vermogensallocatie, alleen natuurlijk verloop; Geen valutarisico voor de belangrijkste valuta. Het bestuur heeft besloten om van een actief beleggingsbeleid, over te gaan naar passief beleggingsbeleid. De motivatie hiervoor ligt in het feit dat voor het bestuur, de beleggingsresultaten van een actief beleid niet tot gewenste resultaten (meerwaarde) hebben geleid die de additionele kosten van 23

24 dit actief beleid kunnen verantwoorden. Bovendien houdt het bestuur ook rekening met de aanbevelingen van diverse Commissies en DNB die benadrukken dat pensioenfondsen beter kunnen opteren voor een passief beleid. De strategische beleggingsmix is als volgt: Doel Minimum Maximum Matching portfolio Government bonds (Euro) 35% 30% 50% Investment Grade Senior Credits 15% 0% 20% (Euro) Return portfolio Developed Markets Equity 43,5% 33% 53% Emerging Markets Equity 6,5% 0% 11% Cash 0% 0% 5% Bovendien wordt de volgende rebalancing-politiek aangehouden: Funding ratio < MVEV Buy-and-hold, echter de nieuwe geïnde premies worden geïnvesteerd in de 50% Matching portfolio en 50% in de Return portfolio MVEV VEV Constante mix van 50% Matching portfolio en 50% Return portfolio. Nieuwe premies worden geïnvesteerd in de ondergewaardeerde categorie. Indien nodig worden buy-andsell transacties uitgevoerd om de constante mix te bereiken. > VEV Indien de Matching portfolio = pensioenverplichtingen kan het bestuur beslissen om een strategie in te voeren om de financiersgraad te beschermen tegen dalingen dit op basis van opties of een verzekering. Gezien de overtuigingen van het pensioenfonds en haar sponsor GE corporate heeft het pensioenfonds voor haar beleggingsbeleid in aandelen in ontwikkelde markten gekozen voor een beleggingsstrategie waarbij binnen de MSCI World benchmark wordt gekozen voor die aandelen die het best presteren op ESG (Environmental, Social & Governmental) criteria. Dit primair vanuit een rentmeester optiek met de aanname dat de hogere kosten, door de selectie van best in class aandelen, niet tot lagere rendementen en wellicht uiteindelijk tot hogere totaal rendementen zullen leiden. 3.3 Uitvoeringskosten Het pensioenfonds probeert een zo volledig en transparant mogelijk overzicht te geven van de uitvoeringskosten Pensioenbeheerkosten (in euro per deelnemer, actief en uitkerend) Netto vermogensbeheerkosten (in % van het gemiddeld belegd vermogen) 0,20% 0,30% Transactiekosten (in % van het gemiddeld belegd vermogen) 0,00% 0,00% 24

25 De pensioenfederatie maakt een onderscheid tussen de volgende vier kostensoorten: Algemene kosten De algemene kosten betreffen kosten die niet direct toegerekend kunnen worden aan de pensioenuitvoering of vermogensbeheer. Deze kosten betreffen kosten voor bestuur en commissies, externe adviseurs en toezichthouders. De algemene kosten worden pro rato verdeeld over pensioenuitvoeringskosten en vermogensbeheerkosten. Voor het pensioenfonds geldt dat de algemene kosten niet verdeeld zijn. De reden hiervoor ligt in het feit dat de vermogensbeheerkosten binnen de beleggingsportefeuille ook niet geheel inzichtelijk zijn. Uitvoeringskosten pensioenbeheer Deze kosten betreffen de integrale kosten voor pensioenbeheerdienstverlening van TKP. Verder bestaan de kosten van pensioenbeheer uit communicatiekosten, accountantskosten, actuariskosten en toegerekende algemene kosten. De pensioenuitvoeringskosten worden gerapporteerd in euro s per deelnemer, waarbij het aantal deelnemers de som is van het aantal actieve deelnemers en gepensioneerden. Er is geen sprake van kosten inzake herverzekering en van kosten die door de werkgever worden gedragen. In deze kosten zitten geen schattingselementen. De pensioenbeheerskosten per deelnemer zijn hoger ten opzichte van Op totaalniveau zijn deze kosten met bijna 210 duizend gestegen door met name een hogere administratievergoeding en advieskosten. Daarbij komt dat het aantal actieve deelnemers en uitkeringsgerechtigden met 208 gedaald is ten opzichte van Kosten van vermogensbeheer Het bedrag van 539 duizend dat in de staat van baten en lasten is opgenomen, betreft alle (direct en indirect) door het pensioenfonds betaalde vermogensbeheerkosten. Onder vermogensbeheerkosten vallen: Directe vermogensbeheerkosten De directe vermogensbeheerkosten bestaan uit de volgende posten: Dienstverlening integraal balansbeheerder: - Beheervergoeding: Dit is een vaste beheervergoeding voor het operationeel vermogensbeheer per tijdsperiode die onafhankelijk is van de prestatie. - Indien van toepassing: performance fee: Dit is een prestatieafhankelijke vergoeding voor het verslaan van de benchmark - Vergoeding advies, administratie en rapportage: Dit is de vergoeding voor de integrale dienstverlening conform de uitbestedingsovereenkomst. Overige directe kosten: Dit betreft onder andere de kosten van dienstverlening derivaten en de kosten van het maatschappelijk verantwoord beleggen beleid. Indirecte vermogensbeheerkosten De indirecte vermogensbeheerkosten bestaan uit kosten die worden gemaakt binnen de onderliggende beleggingsfondsen. Deze bestaan uit de volgende posten: Beheervergoeding externe managers: Dit is een (basis) vergoeding per tijdsperiode die onafhankelijk is van de prestatie. Performance fee externe managers: Dit is een prestatieafhankelijke vergoeding voor het verslaan van de benchmark door een manager. Overige kosten: Dit betreft onder andere de vergoeding van de bewaarbank, administratiekosten, accountantskosten en juridische kosten. De algemene kosten van het pensioenfondsbestuur, waaronder kosten van toezicht en de overige kosten zoals accountantskosten en juridische kosten zijn niet toegerekend aan de kosten vermogensbeheer. 25

26 Vermogensbeheerkosten (in euro) Aandelen Vastrentende waarden Totaal KBC beheerloon obligaties KBC beheerloon aandelen State Street kosten obligaties State Street kosten aandelen State Street kosten algemeen Totaal vermogensbeheerkosten Vermogensbeheerkosten (% gemiddeld belegd vermogen) Aandelen Vastrentende waarden Totaal Vermogensbeheerkosten (in euro) Gemiddeld belegd vermogen (in euro) Totaal vermogensbeheerkosten 0,12% 0,08% 0,20% Transactiekosten Deze kosten betreffen de toe- en uittredingsvergoedingen van de beleggingsfondsen, de transactiekosten van discretionaire portefeuilles en de derivatentransacties. Deze kosten zijn in het gerapporteerde rendement verwerkt. Transactiekosten in beleggingsfondsen zijn wel onderdeel van het rendement, maar worden niet apart gespecificeerd. Deze specificatie is met de huidige gegevens niet nader te bepalen. 26

27 4 Risicoverslaglegging 4.1 Risicoprofiel Doelstelling Het pensioenfonds streeft naar welvaartsvaste pensioenaanspraken voor actieve deelnemers, waardevaste pensioenaanspraken voor gewezen deelnemers en waardevaste pensioenrechten voor gepensioneerden. Doel van het pensioenfonds hierbij is het beheersen van belangrijke risico s die de doelstellingen van het pensioenfonds kunnen bedreigen. De mate waarin het pensioenfonds bereid is risico s (risicobereidheid) te lopen, is bepaald op basis van de missie, visie, strategische doelstellingen en de geformuleerde en met de sociale partners afgestemde risicohouding. Risicobereidheid De werkgever geeft verregaande zekerheden af, zowel voor de nominale aanspraken als voor de toeslagen (bijstortverplichting en onvoorwaardelijke indexatie). In de keuzes voor het bereiken van de strategische doelstellingen speelt dit een belangrijke rol. Vooral of wellicht zelfs uitsluitend de risicobereidheid van de werkgever wordt hiermee immers leidend, bijvoorbeeld bij keuzes rondom de aanvangshaalbaarheidstoets. Risico-identificatie In 2013 is door het bestuur, begeleid door een extern adviseur, een uitgebreide FIRM-analyse (Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode) uitgevoerd. Deze analyse is, onder begeleiding van de compliance officer, in 2015 opgepakt en vernieuwd. Dit is in aanzet voorbereid door de risicocommissie en vervolgens uitgevoerd door het bestuur. De financiële zekerheden door de werkgevers gesteld, de transparante administratieve context en het eenvoudige beleggingsbeleid vormen een omgeving waarin het pensioenfonds, relatief ten opzichte van veel andere pensioenfondsen, beperkt risico s loopt. Daar bovenop is GE een kapitaalkrachtige sponsor. De geaggregeerde uitkomsten van deze vernieuwing van de FIRM-analyse is hieronder gegeven: Risico Gemiddelde inherente risicoscore (R) Gemiddelde beheersingsscore (B) Netto risico (R + B)/2 Netto risico acceptabel j/n Matching 1,8 1,3 1,6 j Markt 1,8 1,7 1,8 j Krediet 1,0 Niet gescoord; niet relevant Verzekeringstechnisch 1,8 1,6 1,7 j Omgeving 1,7 1,4 1,6 j Operationeel 2,4 1,6 2,0 j Uitbesteding 2,5 1,2 1,9 j IT 1,7 1,7 1,7 j Integriteit 1,1 1,5 1,3 j Juridisch 1,6 1,2 1,4 j Management 1,4 j Organisatie 1,5 j Totaal score 1,8 1,5 1,7 j Solvabiliteitsbeheer 1,3 j j 27

28 Scores kunnen variëren van 1 (laag risico) tot 4 (hoog risico) waarbij scores boven de 2,5 als onaanvaardbaar worden bestempeld. Het bestuur heeft zijn beleid verwoord in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). Onderstaand wordt een nadere toelichting gegeven op de voornaamste niet-financiële en verzekeringstechnische risico s die door het bestuur zijn onderkend, alsmede op het beleid van het bestuur voor het mitigeren van deze risico s. Het bestuur is zich bewust van de risico s die het pensioenfonds loopt en besteedt in toenemende mate aandacht aan risicobeleid en beheersing en zal deze lijn in 2016 voortzetten. 4.2 Voornaamste risico s van het pensioenfonds De risico s met de hoogste netto scores zijn het operationele risico, het uitbestedingsrisico en het markt risico. In 2015 en als uitloper uit 2014 hebben zich een combinatie van deze risico s voorgedaan. In dit hoofdstuk worden deze risico s besproken en de wijze waarop het bestuur is omgegaan met de voorgedane risico s. Uitbestedingsrisico Uitbestedingsrisico is het risico dat de continuïteit, integriteit en/of kwaliteit van de aan derden uitbestede werkzaamheden, dan wel door deze derden ter beschikking gestelde apparatuur en personeel worden geschaad. Het pensioenbeheer is uitbesteed aan TKP. Het uitbestedingsrisico wordt gemitigeerd door de afspraken (kwaliteitseisen) in de uitvoeringsovereenkomst en de daaraan verbonden Service Level Agreement (SLA). Het bestuur beoordeelt jaarlijks de kwaliteit van de uitvoering door middel van performancerapportages, SLA-rapportages, In Control Statement en onafhankelijk getoetste interne beheersingsrapportage (ISAE3402-rapportage). Deze laatste rapportage geeft inzicht in de wijze van beheersing van de operationele risico s en geeft aan of de uitvoerder in control is. Het vermogensbeheer was in 2015 uitbesteed aan KBC en Robeco. Met de vermogensbeheerders zijn overeenkomsten gesloten waarin onder meer de beleggingsrichtlijnen en de overeengekomen rapportages zijn vastgelegd. De afspraken zijn opgenomen in een SLA. Van KBC heeft het bestuur een ISAE3402 type II-rapport ontvangen over de periode van 1 oktober 2014 tot en met 30 september Voor de periode van 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2015 is een bridge-letter ontvangen. De custody en beleggingsadministratie van het pensioenfonds is uitbesteed aan State Street Corporation. Het pensioenfonds heeft over de periode 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015 een SSAE 16- rapport van State Street Corporation ontvangen. Het rapport is door een externe accountant Ernst & Young gecertificeerd. Over de periode 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2015 is door State Street Corporation een confirmatie letter verstrekt aan het bestuur van het pensioenfonds waarin staat dat er geen significante veranderingen hebben plaatsgevonden na oplevering van het SSAE 16 rapport. Operationeel risico Operationeel risico is het risico dat optreedt bij de uitvoering van het pensioen- en vermogensbeheer, bestuursondersteuning en de integrale advisering van het pensioenfonds inzake het beleid op communicatie-, juridisch, fiscaal, actuarieel en beleggingsterrein. Dit heeft betrekking op de continuïteit, integriteit en kwaliteit van de dienstverlening. Het pensioenfonds heeft de genoemde werkzaamheden uitbesteed. Het bestuur heeft zich ten doel gesteld om binnen een termijn van twee jaar naar een renteafdekking op marktwaarde te bewegen van 50%. De frequentie waarmee werd gemeten of het groeipad naar de 50% afdekking werd gevolgd was zodanig dat relatief laat kon worden gezien dat het groeipad met de bestaande middelen en afspraken niet zou worden gehaald. Dit betreft het operationele risico. Zodra dit werd geconstateerd, heeft het bestuur hier adequaat op gereageerd door de frequentie en inhoud van de rapportages te verhogen en te overwegen extra middelen in te zetten om terug te komen op het initiële groeipad (bijvoorbeeld met swaps of het versneld omwisselen van korte obligaties voor lange obligaties). Tegelijkertijd werd geconstateerd dat er een interpretatieverschil bestond tussen KBC en State Street 28

29 voor wat betreft de UFR berekeningen onder het nieuwe FTK wat tot verwarring leidde over het exacte renterisico. Dit is een combinatie van het operationele- en het uitbestedingsrisico. Het operationeel risico wordt gemonitord door het bestuur, waarbij het bestuur van mening is dat door de ingezette beheersmaatregelen en de laatste aanpassingen aan de wet- en regelgeving doorgevoerd in 2015 het risico als laag gekwalificeerd kan worden. Marktrisico Marktrisico is het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare financiële instrumenten. Voor het pensioenfonds heeft dit risico betrekking op de portefeuille zakelijke waarden (aandelen). Het risico van de vastrentende waarden valt onder het renterisico. Het bestuur heeft zich ten doel gesteld om binnen een termijn van twee jaar naar een renteafdekking op marktwaarde te bewegen van 50%. In dit tijdspad bleek de volatiliteit van de markt echter zo groot dat geplande investeringen in de matching (obligatie) portefeuille, om tot deze afdekking te komen op basis van de re-balancing richtlijnen, belegd moesten worden in de aandelen portefeuille. Dit betreft een marktrisico. Het bestuur heeft onder begeleiding van haar adviseur vermogensbeheer besloten om het groeipad te verlengen en niet over te gaan op het inzetten van swaps (wat door toenemende complexiteit een extra risico zou introduceren) of het versneld omzetten van korte obligaties naar lange obligaties (wat tot extra kosten zou leiden). Ook zijn, zoals aangegeven, de rapportage vereisten aangescherpt en uitgebreid. In dit proces is extra gehoor gegeven aan de visie van de werkgeversdelegatie in het bestuur teneinde te borgen dat de partij die deze risico s uiteindelijk draagt zich kon vinden in deze gekozen richting. Daarnaast is het groeipad onafhankelijk gemaakt van premiestortingen zodat volatiliteit en de daarmee gepaard gaande re-balancing geen invloed meer zou hebben op het behalen van de renteafdekking binnen de nieuw vastgestelde termijn. De beleggingen in aandelen vinden wereldwijd plaats. Door de spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) wordt het prijsrisico gedempt en dat is daarmee één van de belangrijkste mitigerende beheersmaatregelen. Daarnaast is de jaarlijkse ALM-studie een belangrijk beheersingsinstrument om vast te stellen of gekozen portefeuille met zakelijke waarden voldoet aan de gewenste risico versus rendementsafweging. 4.3 Overige risico s Matching- en Renterisico Het pensioenfonds dient de verplichtingen conform de Pensioenwet te waarderen op de rekenrente zoals deze wordt gepubliceerd door de Toezichthouder DNB. Hierdoor wordt standaard een renterisico voor het pensioenfonds geïntroduceerd, waarbij een stijgende rekenrente de verplichtingen in waarde laat dalen, hetgeen gunstig is voor de dekkingsgraad van het pensioenfonds en omgekeerd. Op balansdatum is de duratie van de beleggingen aanzienlijk korter dan de duratie van de verplichtingen. Er is derhalve sprake van een zogenaamde 'duratie-mismatch'. Dit betekent dat bij een rentestijging de waarde van beleggingen minder snel daalt dan de waarde van de verplichtingen (bij toepassing van de actuele marktrentestructuur); waardoor de dekkingsgraad zal stijgen. Bij een rentedaling zal de waarde van de beleggingen minder snel stijgen dan de waarde van de verplichtingen, waardoor de dekkingsgraad daalt. Het bestuur beseft de impact van het renterisico en heeft in 2011 een strategisch beleggingsplan vastgesteld, waarin het beleid ten opzichte van de risico's benoemd en gekwantificeerd is. In 2013 is besloten om in 24 maanden toe te werken naar 50% afdekking van het economische renterisico van de verplichtingen. Ultimo 2015 is circa 29,5% afgedekt op basis van marktwaardering. Naast financiële risico s loopt het pensioenfonds ook niet-financiële risico s die het behalen van de doelstellingen kunnen bedreigen. Deze risico s kunnen uiteindelijk ook een financiële impact hebben. Kredietrisico Kredietrisico is het risico op financiële verliezen voor het pensioenfonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan (premie)vorderingen op de werkgever, partijen die obligatieleningen 29

30 uitgeven, banken waar deposito s worden geplaatst en marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)- derivatenposities worden aangegaan. Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico s is het settlementrisico. Dit houdt het risico in dat partijen waarmee het pensioenfonds transacties is aangegaan, niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor het pensioenfonds financiële verliezen kan lijden. De beheersing van het kredietrisico vindt plaats door het stellen van kredietwaardigheidseisen aan de tegenpartijen waarmee transacties kunnen worden gedaan. Daarnaast worden limieten gesteld aan tegenpartijen en het vragen van extra zekerheden zoals onderpand en dergelijke bij renteswaps en het uitlenen van effecten ( securities lending ). Verzekeringstechnische risico s Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat voortvloeit uit mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. De belangrijkste actuariële risico s zijn de risico s van langleven, overlijden (kortleven) en arbeidsongeschiktheid. Langlevenrisico Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de voorziening pensioenverplichtingen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen mogelijk niet voor de uitkering van de pensioenverplichting aan deze langer levende deelnemers. Door toepassing van AG Prognosetafel 2014 met adequate correcties voor ervaringssterfte is het langleven-risico verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen. Overlijdensrisico Het overlijdensrisico houdt in dat het pensioenfonds in geval van overlijden mogelijk eerder dan verwacht een nabestaandenpensioen moet toekennen, waarvoor door het pensioenfonds geen voorzieningen zijn getroffen. Arbeidsongeschiktheidsrisico Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat het pensioenfonds meer voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en voor het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen dan was verwacht. Gezien de omvang en het draagvlak van het pensioenfonds worden de overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico's voortvloeiende uit de aangaande pensioenverplichtingen herverzekerd. Het betreft een excedent-herverzekeringscontract in combinatie met een 'stop loss' herverzekering. Met de excedent-herverzekering wordt het individuele risico boven een bepaalde grens verzekerd (dekking tegen hoge risico's). De 'stop-loss' herverzekering dekt de situatie dat er meer 'schadegevallen' zijn gedurende een bepaalde periode ten opzichte van de verwachting. Voor het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico wordt een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. Omgevingsrisico Het omgevingsrisico betreft het risico van buiten het pensioenfonds komende veranderingen op het gebied van belanghebbenden, reputatie en ondernemingsklimaat. Door het bestuur en de externe uitvoerders wordt actief de wetgeving en de best practices gevolgd. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het pensioenfonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen is dit risico voor het pensioenfonds niet beheersbaar. IT-risico Er is meer focus gekomen op de IT-risico s mede ingegeven door de snelle ontwikkelingen van de afgelopen jaren op dit terrein. Hierbij geldt dat voor het pensioenfonds informatie en 30

31 communicatietechnologie essentieel is. Communicatie verloopt steeds meer digitaal. Daarbij geldt dat al hoewel het pensioenfonds geen eigen IT-systemen heeft, het bestuur wel eindverantwoordelijk is voor de gehele keten. De IT risico s worden jaarlijks besproken en waar nodig worden beheersmaatregelen bijgesteld of toegevoegd. Het netto risico wordt door het pensioenfonds als laag gekwalificeerd. Integriteitsrisico Het integriteitsrisico wordt gedefinieerd als het risico dat de integriteit van het pensioenfonds dan wel het financiële stelstel wordt beïnvloed als gevolg van niet integere en onethische gedragingen bij de organisatie of haar uitbestedingspartners, door management of medewerkers. Pensioenfondsen dienen conform het Besluit Uitvoering Pensioenwet een systematische analyse te maken van de risico s die samenhangen met uitbestedingen. Het gaat er hierbij om dat pensioenfondsen voorkomen dat zij betrokken raken bij handelingen die tegen de wet ingaan en/of handelingen die maatschappelijk onbetamelijk zijn. Het bestuur onderkent het belang van een goede, gedegen en systematische integriteitsanalyse. Juridisch risico Het juridisch risico wordt gemonitord door het bestuur, waarbij het bestuur van mening is dat door de ingezette beheersmaatregels en de laatste aanpassingen aan de wet- en regelgeving doorgevoerd in 2015 het risico als laag gekwalificeerd kan worden. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het pensioenfonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit risico wordt beheerst door in het beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor liquiditeitsposities, rekening houdend met directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Het pensioenfonds loopt nagenoeg geen liquiditeitsrisico aangezien de premieopbrengsten vele malen hoger zijn dan de pensioenuitkeringen. Dit houdt in dat het pensioenfonds een structureel kasoverschot heeft. Alle beleggingsvormen zijn binnen een bestek van enkele handelsdagen geheel of gedeeltelijk te liquideren. Vanwege de structurele kasoverschotten worden directe beleggingsopbrengsten zoals dividenden en ontvangen rentes herbelegd binnen de mandaten van de vermogensbeheerders. 4.4 Risicomanagementsysteem Hierboven staat aangegeven op welke wijze het systeem van risicomanagement is verankerd in de organisatie. Dit betreft de hard controls in de vorm van ISAE 3402 verklaringen, SLA s en ICS, etc. Daarnaast is ook relevant welke maatregelen het pensioenfonds heeft genomen (de soft controls ) ter beïnvloeding van de cultuur, het gedrag en de motivatie van de aan het pensioenfonds verbonden personen. Hieronder zal nader worden ingegaan op deze soft controls. Integriteit Risicomanagement heeft ook betrekking op het bewaken van integriteit. Aan bestuursleden en de aan het pensioenfonds verbonden personen worden daartoe hoge eisen gesteld. Deze eisen betreffen niet alleen integriteit, maar ook ervaring, opleiding en achtergrond. Het Pensioenfonds heeft in 2015 een nieuwe Gedragscode vastgesteld. Deze vervangt de verouderde Gedragscode uit De nieuwe Gedragscode is opgesteld aan de hand van de modelgedragscode van de pensioenkoepels. De gedragscode bevat onder meer gedragsregels op het gebied van belangenconflicten. Het pensioenfonds wil de schijn van vermenging van zakelijke en privébelangen voorkomen. Dit alles draagt bij aan de integriteit van het pensioenfonds en het waarborgen van de goede naam en reputatie van het pensioenfonds als marktpartij. Alle medebeleidsbepalers hebben de Verklaring Gedragscode over 2015 ondertekend. Ook aan derde partijen zoals bijvoorbeeld de custodian (State Street Corporation), de vermogensbeheerder (KBC Asset Management) en de pensioenuitvoeringsorganisatie (TKP) worden hoge integriteitseisen gesteld. Het Pensioenfonds inventariseert de processen bij zijn toeleveranciers omtrent incidenten die zich bij de toeleveranciers voor kunnen doen en hoe daarmee wordt omgegaan. Het 31

32 Pensioenfonds monitort door regelmatig overleg met en navraging bij de vermogensbeheerders en pensioenuitvoeringsorganisatie het beleid op dit gebied. Medio augustus 2015 werd een compliance officer benoemd, Paul Elion. Met deze benoeming werd invulling gegeven aan één van de verbeterpunten die voortvloeiden uit het project Risicomanagement FIRM-DNB dat het bestuur gedurende periode najaar 2013 voorjaar 2014 heeft uitgevoerd. De voornaamste taken van de compliance officer omvatten: onafhankelijk toezicht op naleving van de Gedragscode onafhankelijk toezicht op naleving van de wettelijke regelingen. De Compliance Officer adviseert het bestuur van het pensioenfonds. De compliance officer rapporteert in een jaarverslag over zijn bevindingen in het afgelopen jaar. Een belangrijk onderdeel vormt hierbij zijn verslag over de integriteitsrisico s als onderdeel van het integrale risico managementbeleid van het Pensioenfonds. Het jaarverslag wordt in het bestuur besproken en waar noodzakelijk opgevolgd. De gedragscode bevat onder meer regels over geheimhoudingsplicht en het voorkomen van vermenging van zakelijke en privébelangen. De compliance officer houdt toezicht op de naleving van de gedragscode. Behalve de gedragscode beschikt het Pensioenfonds ook over een klokkenluidersregeling, incidentenregeling en klachten- en geschillenregeling. Daarnaast is er beleid ter voorkoming van ongewenst gedrag. De gedragscode en voormelde regelingen staan op de website van het Pensioenfonds gepubliceerd. De regelingen zijn het afgelopen jaar vastgesteld ter bevordering van de transparantie en integriteit binnen het fonds. Integriteit gerelateerde onderwerpen staan op de agenda van vrijwel elke vergadering van de risicocommissie en het pensioenbestuur. De compliance officer wordt nauw betrokken bij de behandeling en afwikkeling van actiepunten op dit gebied. De compliance officer ziet ook toe op (i) de inspanningen van het bestuur van het pensioenfonds om de risico s op belangenverstrengeling te mitigeren, en (ii) het borgen dat het bestuur op de hoogte blijft van actuele ontwikkelingen op het gebied van compliance en integriteit. Zo heeft een bestuurder in 2015 een DNB seminar over systematische integriteitsrisicoanalyse bijgewoond, en heeft het bestuur tijdens een tweedaagse bestuursvergadering in juni 2015 uitgebreid stilgestaan bij het onderwerp belangenverstrengeling, mede aan de hand van een DNB brochure met Good Practices op dit vlak. In dit verband zijn ook alle nevenfuncties en privé belangen van de bestuursleden geregistreerd en is er beleid opgesteld om te borgen dat er ook op dit vlak geen sprake is van (mogelijke) belangenverstrengeling met de belangen van het Pensioenfonds. Transparantie De transparantie binnen het Pensioenfonds wordt bevorderd door (i) uitgebreide notulering van de besluitvorming binnen de verschillende commissie en het bestuur van het Pensioenfonds, en (ii) schriftelijke vastlegging van beleid, regelingen, rapportages en analyses, (iii) regelmatige communicatie van het bestuur van het Pensioenfonds met de deelnemers door middel van Nieuwsbrieven, en (iv) informatie op de website van het Pensioenfonds. Daarnaast is in 2015 mevr. Gera Versluis Crielaard als bestuursadviseur van het bestuursbureau van het Pensioenfonds toegevoegd, speciaal belast met optimalisering van de bestuurlijke verslaglegging. De door het bestuur van het Pensioenfonds ingestelde visitatiecommissie is belast met het interne toezicht op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken binnen het Pensioenfonds. De visitatiecommissie is onder meer belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. De visitatiecommissie wordt elk jaar opnieuw gevraagd kritisch te zijn. Het bestuur van het pensioenfonds beschouwt kritiek als welkom instrument tot verbetering. De aanbevelingen van de visitatiecommissie worden doorgaans overgenomen en als dit niet gebeurt wordt dit besluit goed gemotiveerd vastgelegd. De visitatiecommissie wordt op de hoogte gehouden van de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen. naar het pensioenfonds De visitatiecommissie legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan, de werkgever en in het jaarverslag, over de uitvoering van de taken. 32

33 5 Beleggingen 5.1 Marktontwikkelingen Marktontwikkelingen in 2015 Het jaar 2015 was een bewogen economisch jaar. Het jaar werd gedomineerd door centrale banken en sterk dalende grondstoffenprijzen. Beide ontwikkelingen stuurden de financiële markten. In het begin van het jaar besloot de Zwitserse Centrale Bank het plafond voor de Zwitserse frank af te schaffen. Daarna besloot de Europese Centrale Bank (ECB) om een monetair verruimingsprogramma te implementeren (Quantitative Easing, QE). De ECB maakte zich zorgen over de lage inflatie. In de Verenigde Staten daarentegen werd het hele jaar gespeculeerd op een renteverhoging door de Amerikaanse Centrale Bank (De Fed). In december kwam de renteverhoging uiteindelijk. Het economische herstel in Europa zette door geleid door een aantal periferie landen. De hervormingen die waren geïmplementeerd, de lagere wisselkoers en de lage grondstoffenprijzen ondersteunden het herstel. De omstandigheden in China zijn echter het meest bepalend voor de wereld economie. China heeft heel veel schulden opgebouwd in de afgelopen jaren. De vraag is of deze houdbaar zijn. Dit jaar bleek dat de economie langzamer groeit dan de afgelopen jaren. Daarnaast besloot de Chinese regering om het wisselkoersmechanisme aan te passen. Financiële markten interpreteerden dit als een negatief signaal. Het is onduidelijk of ze dit doen om een sterke economische teruggang te voorkomen. Daarnaast zal een lagere wisselkoers minder groei en minder inflatie betekenen in de rest van de wereld. Zeer veel beweging in de marktrente gedurende 2015 De sterke daling van de rentes in de eurozone gedurende 2014 werd in het eerste kwartaal van 2015 doorgezet. Het initiatief van de ECB om meer liquiditeit te verschaffen door staatsobligaties op te kopen heeft hier zeker aan meegeholpen. De daling leidde uiteindelijk tot historisch lage rentes. Zo bereikte de 10-jaars Duitse rente op 20 april haar laagste niveau ooit, bij een stand van 0,08%. In het tweede kwartaal werd deze daling echter meer dan goedgemaakt. Zo steeg de Duitse rente in de twee maanden na het bereiken van haar dieptepunt naar een niveau van 0,98%, een toename van ongeveer 90 basispunten. In het derde kwartaal daalde de rente vervolgens gestaag, om in het vierde kwartaal niet veel meer te veranderen. Uiteindelijk sloten de rentes het jaar af net boven het niveau van het begin van het jaar. Zo is gedurende 2015 de Duitse 10-jaars rente per saldo met 9 basispunten gestegen. Voor een stijgende rente had een duidelijker groeiherstel moeten optreden en de inflatie moeten stijgen. De Europese groei bleef steken tot net boven de trendgroei. De Europese inflatie bleef laag door de dalende olieprijzen en het uitblijven van looninflatie. Wereldwijd zijn er duidelijke verschillen zichtbaar tussen landen met een positieve groeiontwikkeling, te weten de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk en landen die onder druk staan zoals China, Brazilië en Rusland. De beleggingen worden echter naast de rentebeweging (in 2015 gelijk gebleven) ook beïnvloed door de risico opslag (spread). De risico opslag is het verschil tussen de rentevergoeding van een obligatie ten opzichte van een obligatie met een hele hoge rating (AAA, bijvoorbeeld Duitse staatsobligaties). Deze spread is voor staatsobligaties niet wezenlijk veranderd, voor bedrijfsobligaties is deze licht gestegen. Het herstel op de aandelenmarkten zet zich door In 2015 waren er grote rendementsverschillen tussen landen en sectoren. De marktomstandigheden in China zorgden wereldwijd voor dalingen van aandelenkoersen. Lagere grondstofprijzen zijn wel gunstig voor Europese consumenten, die hun koopkracht zien stijgen. Met uitzondering van aandelen in opkomende economieën zijn voor euro-beleggers over 2015 per saldo nog mooie rendementen op aandelenbeleggingen behaald. Echter, deze laten zich voor het belangrijkste gedeelte verklaren door de 33

34 depreciatie van de euro ten opzichte van de meeste valuta uit ontwikkelde landen. Genoteerd in lokale valuta waren de rendementen van de meeste aandelenregio s min of meer gelijk aan 0%. Samenstelling beleggingsportefeuille De strategische beleggingsportefeuille bestond in 2015 uit 50% aandelen en 50% vastrentende waarden. De werkelijke gewichten zijn in de volgende figuur weergegeven. De werkelijke gewichten ultimo 2015 wijken af van de strategische gewichten door koersbewegingen. Het bestuur streeft ernaar om de gekozen asset mix aan te houden. Van de 50% beleggingen in aandelen wordt strategisch 43,5% in Developed Markets belegd. De overige 6,5% betreffen Emerging markets aandelen. Van de 50% beleggingen in vastrentende waarden wordt strategisch 35% in bonds en 15% in credits belegd, conform uitvoering van het beleggingsplan en de Statement of Investment Principles (SIP). Het renterisico zal binnen een bepaalde termijn naar 50% afdekking gaan op basis van marktwaardering (midden 2016). Feitelijke samenstelling beleggingsportefeuille risico pensioenfonds ultimo jaar: (lichte afwijkingen met de werkelijkheid zijn mogelijk door afronding na de komma) 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% vastrentend aandelen overig Ultimo 2015 had het pensioenfonds 270 miljoen aan belegd vermogen. De onderstaande tabel geeft hiervan een onderverdeling weer: Beleggingen Waarde per (* 1.000) % Vastrentende waarde ,0 Aandelen ,6 Cash ,4 Valutatermijncontracten ,0 Totaal ,0 5.2 Resultaten beleggingsportefeuille Het totaal rendement van de portefeuille bedroeg -0,5%. De aandelenportefeuille heeft een positief rendement laten zien terwijl de vastrentende waarden portefeuille een negatief rendement liet zien. Daarnaast wordt alleen in het totaal rendement de valuta-afdekking meegenomen. Voor de 34

Verkort jaarverslag 2015

Verkort jaarverslag 2015 Verkort jaarverslag 2015 Wat waren in 2015 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2015. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2016

Verkort jaarverslag 2016 Verkort jaarverslag 2016 Wat waren in 2016 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag. Naast deze bondige versie treft u ook het

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2013

Verkort jaarverslag 2013 Verkort jaarverslag 2013 Wat waren in 2013 de belangrijkste feiten en gebeurtenissen voor GE Pensioen? U leest het in deze verkorte versie van het jaarverslag 2013. Naast deze bondige versie treft u ook

Nadere informatie

Jaarverslag 2014. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Jaarverslag 2014. Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Jaarverslag 2014 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland 1 Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 3 Bestuursverslag 4 1. Woord van de voorzitter 5 2. Besturing en naleving

Nadere informatie

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 WELKOM Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 Agenda Opening Nieuws vanuit het bestuur Hoe staat het fonds ervoor? Pensioen: wat is er gewijzigd en wat betekent dat?

Nadere informatie

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Jaarverslag 2016 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Inhoudsopgave Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 4 Bestuursverslag 5 1 Woord van de voorzitter 6 2 Besturing en naleving

Nadere informatie

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Jaarverslag 2017 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Inhoudsopgave Bestuursverslag 4 1 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 5 2 Woord van de voorzitter 6 3 Besturing en naleving

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement In dit huishoudelijk reglement gelden dezelfde begripsbepalingen als in de statuten van het fonds. Daar waar in dit document over statuten

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Kenmerken Fonds Stichting Pensioenfonds ING (hierna: het Fonds) is op 1 januari

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Datum 15 juni 2012 1 Voorwoord

Nadere informatie

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds

BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds BIJLAGE 7: Financieel crisisplan Stichting Jan Huysman Wz. Fonds Inleiding In hoofdstuk 9 van deze Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) (Het weerstandsvermogen van het fonds, inzet van sturingsmiddelen)

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 25 juni 2015 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 26

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Algemeen In 2013 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in werking getreden. De invloed van deze nieuwe wet is van groot belang voor de governance structuur van

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Paritair bestuursmodel SPE kent het paritair bestuursmodel. Intern toezicht Visitatiecommissie Bestuur Werkgever Werknemers Pensioengerechtigden Verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019

Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019 Informatiebijeenkomst voor Nalco 24 januari 2019 Agenda Wie zijn wij Jaarverslag 2017 kerncijfers Ontwikkeling van de dekkingsgraad van het pensioenfonds Financiële spelregels voor pensioenfondsen - Kortingen

Nadere informatie

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur, De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds Handelsregister

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

TRANSPARANTIEDOCUMENT

TRANSPARANTIEDOCUMENT TRANSPARANTIEDOCUMENT Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Dit is een uitgave van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie

Nadere informatie

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds PROFIELSCHETS NIET UITVOEREND BESTUURDER Stichting Stichting behoort tot de grootste ondernemingspensioenfondsen van Nederland met een belegd vermogen van bijna 18 miljard euro. Het pensioenfonds voert

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement intern toezicht In werking 01-01-2019 Artikel 1. Begripsbepalingen: De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur... 3 4. Bestuurssamenstelling...

Nadere informatie

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland

Jaarverslag Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Jaarverslag 2018 Stichting Pensioenfonds General Electric Nederland Inhoudsopgave Bestuursverslag 4 1 Meerjarenoverzicht van kerncijfers en kengetallen 5 2 Woord van de voorzitter 6 3 Besturing en naleving

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur... 3

Nadere informatie

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn: Crisisplan ABTN Bijlage 4 Inleiding In hoofdstuk 9 van de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) - Het weerstandsvermogen van het pensioenfonds, sturingsmiddelen en beleidskader - zijn de risico

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap Governance Algemeen Het bestuur van het fonds streeft als eindverantwoordelijk uitvoerder van de door sociale partners overeengekomen pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015

Veel veranderingen in druk pensioenjaar 2015 Verkort jaarverslag 2015 Elk jaar legt Metro Pensioenfonds in het jaarverslag verantwoording af over het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. Voor degenen die liever een overzicht willen lezen van de

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019 Profielschets lid Raad van Toezicht 20 mei 2019 71649 092004 1. INLEIDING Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (hierna: Pensioenfonds Kappers) is het pensioenfonds voor de kappersbranche.

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 8 september 2014

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 8 september 2014 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 8 september 2014 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering

Nadere informatie

Strategy, business and technology. Normenkader. Versie 5.1

Strategy, business and technology. Normenkader. Versie 5.1 Strategy, business and technology Normenkader Versie 5.1 Introductie Het VO heeft een takenpakket. Dat kan worden ingedeeld naar: overleg, advisering en beoordeling. Een VO dat zijn eigen normen expliciet

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018 Januari 2018 1 Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit reglement. Daarnaast gelden de volgende

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 26 juni 2014 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 27

Nadere informatie

In de loop van 2018 en vervolgens iedere drie jaar wordt bekeken of de opslagen zoals genoemd onder punt 3 en 4 toereikend zijn.

In de loop van 2018 en vervolgens iedere drie jaar wordt bekeken of de opslagen zoals genoemd onder punt 3 en 4 toereikend zijn. Waardering onderdeel pensioenspaarregeling Tot 1 januari 2006 hadden de niet-pensioengerechtigden via de pensioenspaarregeling een individuele pensioenbestemmingsrekening ten behoeve van de uitvoering

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Pensioenfonds Ahold (versie: 28 april 2015) Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1 Voorwoord Stichting Pensioenfonds Ahold is de financiële dienstverlener voor Koninklijke Ahold N.V.

Nadere informatie

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting IKEA Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a) Bestuur: het bestuur van het fonds. b) Code Pensioenfondsen: de Code opgesteld

Nadere informatie

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 2 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Achtergrond Wet versterking bestuur pensioenfondsen 3. Wet versterking bestuur pensioenfondsen 4. Wijzigingen

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie Financieel crisisplan November 2016 Voorwoord Voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 zijn met de werkgever afspraken gemaakt over een bijstortingsgarantie (en een terugstortingsverplichting

Nadere informatie

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO

Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Met normen kan een Verantwoordingsorgaan (VO) zijn verantwoordelijkheden (oordelen, adviseren en overleggen) beter uitoefenen. Penvita onderscheidt algemene

Nadere informatie

Brochure. Pensioenfonds DSM Nederland

Brochure. Pensioenfonds DSM Nederland Brochure Pensioenfonds DSM Nederland Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Het bestuur van PDN Het bestuur van PDN bestaat uit maximaal acht leden. Van deze acht leden zijn: vier leden (inclusief voorzitter)

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE)

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE) FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE) Stichting Pensioenfonds Mercer 1. Algemene kenmerken Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Mercer (SPM) is een (paritair) bestuur

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009

Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics. Verkort Jaarverslag 2009 Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics Verkort Jaarverslag 2009 Inleiding 2009 is voor de Stichting Pensioenfonds SABIC Innovative Plastics (hierna Pensioenfonds SABIC-IP) weer een bijzonder

Nadere informatie

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan

Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds. Financieel crisisplan Stichting Will Niemeijer Pensioenfonds Financieel crisisplan Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Doel en kader van het financieel crisisplan... 4 2.1 Crisissituatie... 4 2.2 Kritische dekkingsgraad... 5 2.3 Richtlijn...

Nadere informatie

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur...

Nadere informatie

J a a r v e r s l a g Stichting Pensioenfonds Honeywell Opgericht 12 maart Statutair gevestigd te Amsterdam KvK-nummer

J a a r v e r s l a g Stichting Pensioenfonds Honeywell Opgericht 12 maart Statutair gevestigd te Amsterdam KvK-nummer J a a r v e r s l a g 2 0 1 5 Stichting Pensioenfonds Honeywell Opgericht 12 maart 1957 Statutair gevestigd te Amsterdam KvK-nummer 41200495 Kantooradres: Laarderhoogtweg 18 1101 EA Amsterdam Zuidoost

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015 Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Financieel crisisplan 2015 1 Inhoudsopgave 1.1 Inleiding en onderdelen financieel crisisplan... 3 1.1.1 Inleiding... 3 1.1.2 Relatie financieel crisisplan met de doelstelling

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Xerox

Stichting Pensioenfonds Xerox Financieel crisisplan Stichting Pensioenfonds Xerox 1 juli 2015 Artikel 1 ~ Inleiding Het bestuur heeft besloten om een financieel crisisplan op te stellen. Dit is een beschrijving van maatregelen die

Nadere informatie

Reglement bestuur. Dagelijks beleid De dagelijkse gang van zaken in de uitvoering van de pensioenregeling, tussen bestuursvergaderingen in;

Reglement bestuur. Dagelijks beleid De dagelijkse gang van zaken in de uitvoering van de pensioenregeling, tussen bestuursvergaderingen in; Reglement bestuur Artikel 1: begripsbepalingen Bestuur Het bestuur van het pensioenfonds; Code Pensioenfondsen De Code Pensioenfondsen van september 2013 zoals opgesteld door de Pensioenfederatie en de

Nadere informatie

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra

1.1 Naam: T.W.F. Hillen 1.2 Telefoonnummer: 1.3 E-mailadres: F.C.L. Terpstra Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: TWF Hillen 2 Telefoonnummer: E-mailadres: Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor / betrokken bij invulling rapportage

Nadere informatie

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019

Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Haarlem 18 juni 2019 Boxmeer 20 juni 2019 Oss 20 juni 2019 Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Ontwikkelingen 2018 & 2019 - IORP II & Bestuursmodel - Pensioenakkoord Beleggingen,

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Staat/formulier Contact1 blad 1 Contact

Staat/formulier Contact1 blad 1 Contact Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: 2 Telefoonnummer: 3 E-mailadres: Gegevens bestuurslid verantwoordelijk voor / betrokken bij invulling rapportage

Nadere informatie

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21

Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21 Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds

Nadere informatie

VITP Toezichtcode 2019

VITP Toezichtcode 2019 VITP Toezichtcode 2019 Vier principes vormen het fundament van de toezichtcode: 1. De zorg voor het pensioen van de deelnemer is leidend voor het toezichthouden De primaire taak van een pensioenfonds is

Nadere informatie

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag.

Een overzicht van de kerncijfers vindt u op <pagina 8 en 9> van het volledige jaarverslag. 12 vragen over het jaarverslag 2013 De hoofdpunten uit het jaarverslag van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (SPV) behandelen we aan de hand van 12 vragen en antwoorden. Een volledig exemplaar

Nadere informatie

1.1 Naam: Marco Starreveld 1.2 Telefoonnummer: adres:

1.1 Naam: Marco Starreveld 1.2 Telefoonnummer: adres: Staat/formulier Contact blad Contact Gegevens contactpersoon invulling rapportage Naam: Marco Starreveld 2 Telefoonnummer: 06 0 9 72 E-mailadres: marcostarreveld@achmeacom Gegevens bestuurslid verantwoordelijk

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding

Nadere informatie

Strengere regels voor pensioenfondsen

Strengere regels voor pensioenfondsen Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag November 2015 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid 2015

Uitbestedingsbeleid 2015 Uitbestedingsbeleid 2015 versie 16 juni 2015 1 1. Inleiding Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue (verder: TrueBlue) heeft uit strategische overwegingen delen van haar bedrijfsprocessen en activiteiten

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620 Artikel 1 Inleiding De wijze waarop de Stichting Pensioenfonds SMIT wordt bestuurd ligt op hoofdlijnen vast in de statuten. In dit bestuursreglement wordt hier verder invulling aan gegeven. Het bestuursreglement

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 1 1: OPENING & AGENDA Opening Notulen deelnemersvergadering 2015 Deelnemersvergadering juli 2016 Samenstelling bestuur en verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

Terugblik 2011 in cijfers

Terugblik 2011 in cijfers Terugblik 2011 in cijfers U vindt hier een samenvatting van het jaarverslag 2011. Het volledige jaarverslag kunt u downloaden via www.pensioenfondsricohnederland.nl. Financiële situatie Door de kredietcrisis

Nadere informatie

Pensioenfonds DSM Nederland. Versie

Pensioenfonds DSM Nederland. Versie Pensioenfonds DSM Nederland Versie 11-07-2017 Versie 11-07-2017 Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Het bestuur van PDN Het bestuur van PDN bestaat uit maximaal acht leden. Van deze acht leden zijn: vier

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland. 1 oktober 2015

Financieel crisisplan. Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland. 1 oktober 2015 Financieel crisisplan Stichting Pensioenfonds Hewlett-Packard Nederland 1 oktober 2015 Over deze publicatie Inleiding Dit financieel crisisplan van (hierna: HPPF) is geschreven in het kader van de beschrijving

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Raad van Toezicht van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Vastgesteld 22-12-2016 Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Artikel 1 - Begripsomschrijvingen...

Nadere informatie

Pensioenfonds TNO FUNCTIEPROFIEL. Bestuurslid algemeen

Pensioenfonds TNO FUNCTIEPROFIEL. Bestuurslid algemeen Pensioenfonds TNO FUNCTIEPROFIEL Bestuurslid algemeen Rijswijk, 13 juni 2019 1. Pensioenfonds TNO De Stichting Pensioenfonds TNO is opgericht met het doel de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers

Nadere informatie

Het Nedlloyd Pensioenfonds van nu en in de toekomst

Het Nedlloyd Pensioenfonds van nu en in de toekomst Het Nedlloyd Pensioenfonds van nu en in de toekomst Jaarvergadering DNP 25 maart 2015 Frans Dooren, directeur 1 Agenda - Even voorstellen - Terugblik 2014 - Organisatie, Dekkingsgraad, Rente, Verplichtingen,

Nadere informatie

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). REGLEMENT BELEGGINGSCOMMISSIE voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV). Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte Dit reglement geeft, in aanvulling op de statuten,

Nadere informatie

Functieprofiel bestuurs- en commissielid namens pensioengerechtigden Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Functieprofiel bestuurs- en commissielid namens pensioengerechtigden Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot 1. Het Pensioenfonds (verder: het Pensioenfonds) is een ondernemingspensioenfonds dat de pensioenregeling voor de (ex) medewerkers van Van Lanschot Bankiers (en gelieerde ondernemingen) uitvoert. De inhoud

Nadere informatie

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Deelnemersvergadering Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017 Agenda Opening, mededelingen Toelichting organisatie van het fonds Verantwoording en jaarverslag 2016: beleggingen en pensioenaanspraken

Nadere informatie

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets 10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018

Profielschets lid Raad van Toezicht. 6 maart 2018 Profielschets lid Raad van Toezicht 6 maart 2018 71649 092004 1. INLEIDING In dit document zijn achtereenvolgens de kenmerken van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (Bpf Kappers)

Nadere informatie

CONFIDENTIEEL. [adres] Geacht bestuur,

CONFIDENTIEEL. [adres] Geacht bestuur, CONFIDENTIEEL [adres] De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Instructiebrief haalbaarheidstoets Handelsregister 3300 3396 Geacht

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties

Nadere informatie

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Feitelijke premie In de uitvoeringsovereenkomst tussen de vennootschap en het pensioenfonds wordt bepaald dat de vennootschap jaarlijks een vaste premie ter beschikking stelt. Deze premie wordt vastgesteld

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 27 juni 2013

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 27 juni 2013 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 27 juni 2013 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 5

Nadere informatie

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10

1.1 Datum in herstel (dd.mm.jj) 31.12.14 1.2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 10 Staat/formulier K0 blad 2 Datum in herstel (ddmmjj) 2 2 Gekozen hersteltermijn (in jaren) 0 Onderbouwing gekozen hersteltermijn Er is voor een termijn van 0 jaar gekozen omdat een relatief lange termijn

Nadere informatie

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Herstelplan 2016 Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Onderwerp: Herstelplan PPF APG 2016 Datum: 10 maart 2016 1. Inleiding Deze notitie geeft een overzicht van de uitgangspunten die gehanteerd

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Reglement Verantwoordingsorgaan 1 REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing

Nadere informatie

Profiel bestuurslid Pensioenfonds Medewerkers Apotheken voor opvulling vacature per 1 januari Vertegenwoordiger pensioengerechtigden

Profiel bestuurslid Pensioenfonds Medewerkers Apotheken voor opvulling vacature per 1 januari Vertegenwoordiger pensioengerechtigden Profiel bestuurslid Pensioenfonds Medewerkers Apotheken voor opvulling vacature per 1 januari 2018 Vertegenwoordiger pensioengerechtigden Algemeen Van een bestuurslid van PMA wordt in zijn algemeenheid

Nadere informatie

Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 14 oktober Stichting Pensioenfonds Invista

Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 14 oktober Stichting Pensioenfonds Invista Update pensioenen INVISTA (Nederland) BV per 14 oktober 2015 Pensioen INVISTA (Nederland) BV Pensioenregeling van INVISTA (Nederland) BV is een middelloonregeling (vestiging Kerkrade) dan wel een combinatie

Nadere informatie

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill

Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Positie 2018 Gebaseerd op het jaarverslag over 2018 en recente ontwikkelingen Hoe werkt ons pensioenfonds voor jou? Financiële positie Waardevastheid pensioen 1

Nadere informatie

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014 Competentievisie verantwoordingsorgaan Juli 2014 Versie 1.0 1 juli 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Competentievisie...3 Hoofdstuk 2 Profiel van het fonds...3 Hoofdstuk 3 Profiel verantwoordingsorgaan...3

Nadere informatie

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Astellas Definities Artikel 1 a. (Pensioen)fonds: Stichting Pensioenfonds Astellas; b. Bestuur: Het bestuur van het fonds; c. Verantwoordingsorgaan;

Nadere informatie

1 INLEIDING ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6

1 INLEIDING ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6 CRISISPLAN 2018 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 4 2 ELEMENTEN VAN HET CRISISPLAN... 5 3 CRISISPLAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS SCILDON... 6 3.1 Wanneer is er sprake van een crisis... 6 3.2 Welke financiële

Nadere informatie

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM

De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad

Nadere informatie