Referentieniveaus medio jaargroep 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Referentieniveaus medio jaargroep 5"

Transcriptie

1 Referentieniveaus medio jaargroep 5 Een pilotstudie in opdracht van het inisterie van OCW onder basisscholen in Arnhem en Den Haag Frank van der Schoot Cito Arnhem, 2009

2 Colofon et medewerking van: met medewerking van: Hiske Feenstra Karin Heesters Bas Hemker Jan Janssen Ronald Krom Bureauredactie: Loes Hiddink Grafische vormgeving en opmaak: Service Unit, S Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2008) Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Stichting Cito Intituut voor Toetsonwikkeling worden openbaar gemaakt en/of verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, scanning, computersoftware of andere elektronische verveelvoudiging of openbaarmaking, microfilm, geluidskopie, film- of videokopie of op welke wijze dan ook. 2 Inhoudsopgave

3 Inhoud 1 Inleiding 00 2 Procedure voor het vaststellen van referentieniveaus 00 3 De beoordelaarpanels 00 4 De resultaten van het onderzoek Het vaststellen van referentieniveaus voor Begrijpend lezen Het vaststellen van referentieniveaus voor Technisch lezen Het vaststellen van referentieniveaus voor Rekenen-wiskunde 00 5 De referentieniveaus voor lezen en rekenen medio jaargroep 5: een samenvatting 00 Bijlage 1 Inhoudelijke beschrijving van de referentieniveaus voor leesvaardigheid 00 Bijlage 2 Inhoudelijke beschrijving van de referentieniveaus voor Rekenen-wiskunde 00 Inhoudsopgave

4 1 Inleiding In haar kwaliteitsagenda Scholen voor morgen. Samen op weg naar duurzame kwaliteit in het primair onderwijs wijst de staatssecretaris erop dat, willen alle kinderen toegerust zijn voor de toekomst, er continu gewerkt zal moeten worden aan een duurzame ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. In de eerste plaats wijst zij dan op de verbetering van de taal- en rekenprestaties van kinderen omdat deze basisvaardigheden onmisbaar zijn voor het succes in hun verdere schoolloopbaan. Daarvoor is het onder meer nodig dat leraren en schoolleiders de aanwezige informatie over leerprestaties in de school benutten. Toetsen worden in dat kader gezien als belangrijke instrumenten waarmee de leraar en de schoolleider zelf de kwaliteit van het eigen onderwijs kunnen evalueren en kunnen verantwoorden wat de leerlingen hebben bereikt. Professioneel ontwikkelde toetsen bieden de school een normgerichte vergelijkingsbasis waartegen men de leerresultaten van de eigen leerlingen en de eigen groep of school kan afzetten. aar, zo voegt de notitie daaraan toe, er is meer nodig om de toegevoegde waarde van de school goed zichtbaar te kunnen maken. Er zijn dan weliswaar kerndoelen en leerlijnen ontwikkeld, maar daarmee is niet duidelijk vastgesteld welke taal- en rekenvaardigheden leerlingen (minimaal) bereikt zouden moeten hebben wanneer zij de basisschool verlaten. Referentieniveaus voor taal en rekenen kunnen leraren houvast bieden voor het bepalen en volgen van de ontwikkeling van leerlingen. Dat geldt overigens niet alleen voor leerlingen aan het einde van het basisschool, al krijgen deze referenties op dat moment een extra dimensie omdat de leerlingen overstappen naar het vervolgonderwijs en daartoe adequaat en op niveau uitgerust moeten zijn. Het is zeker ook al in een veel eerder stadium gewenst dat leraren kunnen nagaan in hoeverre leerlingen bepaalde streefniveaus bereiken. Zo kunnen zij tijdig het onderwijsproces bijsturen wanneer blijkt dat bepaalde leerlingen de streefniveaus niet op tijd zullen bereiken. Door dergelijke streefniveaus te koppelen aan toetsen ontstaat er naast de normgerichte vergelijkingsbasis ook een criteriumgerichte vergelijkingsbasis. Op basis van de toetsresultaten kan de leraar dan immers vaststellen welke leerlingen een streefniveau, het criterium, hebben bereikt en welke leerlingen nog niet. Het vaststellen van streefniveaus op basis van toetsresultaten expliciteert duidelijk welk vaardigheidsniveau de leerling op een bepaald moment in zijn of haar schoolloopbaan bereikt zou moeten hebben. Het geeft de leraar en de school ook directe feedback over de mate waarin zij daarin slagen. Het zijn als het ware mijlpalen, bakens langs de leerweg van de leerling waarop het onderwijs zich meer specifiek zou kunnen richten. aar er is meer. Steeds beter zijn we in staat om op basis van toetsscores ook een inhoudelijk referentiekader te bieden. Aan de hand van een toetsscore kunnen we vaak ook beschrijven welke leerinhouden de leerlingen dan goed, minder goed of onvoldoende beheersen. oor het ene leerstofgebied kan dat misschien wat explicieter geformuleerd worden dan voor een ander, maar we kunnen in ieder geval laten zien wat leerlingen zouden moeten kunnen wanneer we bepaalde streefniveaus binnen een toets nader definiëren. Bovendien, door streefniveaus te definiëren binnen de context van een leerlingvolgsysteem, wordt het mogelijk al in een vroeg stadium aan te geven welke leerlingen tot de risicogroep behoren die zonder specifieke onderwijsmaatregelen de gewenste streefniveaus niet op het geëigende moment zullen bereiken. Doordat nu deze streefniveaus inhoudelijk duidelijker zijn beschreven, kan de leraar, de school voor dergelijke risicoleerlingen in principe een meer doelgericht onderwijsprogramma opstellen, zodat de kans dat leerlingen op tijd het gewenste niveau bereiken aanzienlijk kan toenemen. Referentieniveaus medio jaargroep 5

5 Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft Cito daarom gevraagd om op basis van de toetsen van het leerlingvolgsysteem (de LS-toetsen) streef- of referentieniveaus te ontwikkelen voor Nederlandse taal en voor Rekenen-wiskunde. Deze pilotstudie richt zich op de ontwikkeling van referentieniveaus halverwege jaargroep 5; in een later stadium zullen ook referentieniveaus voor einde jaargroep 8 worden vastgesteld. Referentieniveaus halverwege het basisonderwijs maken de leraren duidelijk welke basale vaardigheden leerlingen bij de afsluiting van de onderbouw zouden moeten beheersen en bij welke leerlingen dat niet is gerealiseerd, terwijl referentieniveaus einde jaargroep 8 aangeven welk kwaliteitsniveau aan het einde van het basisonderwijs nagestreefd zou moeten worden. Een referentieniveau voor een leergebied of onderdeel daarvan zal in principe uit vier onderdelen bestaan: 1 een referentiescore op de corresponderende LS-toets(en), 2 een beschrijving van het met die referentie beoogde vaardigheidsniveau of kwaliteitsniveau, voorbeeldopgaven waarmee duidelijk gemaakt wordt wat er van leerlingen op het beoogde niveau wordt verwacht, de mogelijkheid om tijdig te kunnen signaleren welke leerlingen tot een risicogroep behoren die het streefniveau niet tijdig zullen bereiken. In vervolg daarop zouden leraren geïnformeerd moeten worden over de onderdelen uit de methode, het onderwijsprogramma, die expliciet zijn gerelateerd aan de gewenste streefniveaus, zo mogelijk ook met verwijzing naar additionele leermiddelen. erder moet duidelijk zijn dat met name de risicoleerlingen meer dan de gemiddeld beschikbare leertijd nodig zullen hebben en dat leraren het onderwijsproces zo moeten gaan inrichten dat de leertijd voor deze risicoleerlingen efficiënter wordt benut om het gewenste niveau te bereiken. en zal zich daarbij moeten realiseren dat er dan sprake is van een structureel probleem waarvoor ook structurele oplossingen moeten komen, bijvoorbeeld in de vorm van meer gestructureerde en doelgerichte leerwegen. De vraag is nu in eerste instantie: Welke vaardigheden op het gebied van taal en rekenen verwachten we eigenlijk van leerlingen halverwege jaargroep 5? Dat is het onderwerp van deze pilotstudie. In de volgende hoofdstukken beschrijven we de verschillende onderzoeken die hebben geleid tot referentieniveaus voor Begrijpend lezen, Technisch lezen en Rekenen-wiskunde. Bijlage 1 geeft vervolgens een inhoudelijke uitwerking van de referentieniveaus die voor leesvaardigheid zijn vastgesteld en in Bijlage 2 worden de referentieniveaus voor Rekenen-wiskunde uitgewerkt. Referentieniveaus medio jaargroep 5

6 2 Procedure voor het vaststellen van referentieniveaus De onderwerpen De onderwerpen waarvoor referentieniveaus worden vastgesteld zijn: Begrijpend lezen, Technisch lezen en Rekenen-wiskunde. Deze drie onderwerpen betreffen cruciale leerdoelen uit de beginfase van het basisonderwijs. oor deze onderwerpen zijn LS-toetsen beschikbaar die ook op grote schaal door scholen worden gebruikt. De beoordelaars Een vraag is natuurlijk wie dergelijke referentieniveaus zou moeten vaststellen. Er zijn verschillende opties denkbaar, maar in deze pilotstudie is er voor gekozen om op regionaal niveau en in overleg met bovenschoolse bestuursniveaus met de leraren van scholen die tot het betreffende schoolbestuur of -besturen behoren, de referentieniveaus vast te stellen voor medio jaargroep 5. We mogen er immers van uitgaan dat zij goed op de hoogte zijn van het onderwijsaanbod voor taal en rekenen in de onderbouw van het basisonderwijs en van de leerresultaten van de leerlingen medio jaargroep 5. Daarmee kan een reële basis worden gelegd voor de vaststelling van de referentieniveaus. De referentieniveaus zijn in deze pilot vastgesteld met medewerking van basisschoolleraren uit Arnhem en Den Haag. In Arnhem is het onderzoek gefaciliteerd door de Stichting Pas, in Den Haag door het HCO. Op beide locaties is voor elk van de drie onderwerpen een beoordelaarspanel samengesteld. De beoogde omvang van deze panels was ± 25 leraren. In de procedure worden de leraren in de gelegenheid gesteld tot onderling overleg. oor het vaststellen van de referentieniveaus werden de leraren daarom uitgenodigd voor een bijeenkomst, meestal op woensdagmiddag. oor elk onderwerp werd een afzonderlijke bijeenkomst belegd. Deelname werd financieel gehonoreerd. De samenstelling van de beoordelaarpanels wordt beschreven in paragraaf 3. Twee referentieniveaus Er is gekozen voor het vaststellen van twee referentieniveaus voor elk onderwerp: referentie oldoende en referentie inimum. oor het bepalen van referentie oldoende wordt de leraren gevraagd aan te geven wat leerlingen zouden moeten weten, kunnen, welk vaardigheidsniveau zij moeten bereiken, willen we kunnen spreken van voldoende niveau. De spreiding in vaardigheid van leerlingen halverwege jaargroep 5 is dan al zo groot dat het niet reëel zou zijn te stellen dat alle leerlingen dan een voldoende niveau bereikt zouden moeten hebben. Anderzijds moet het onderwijs er natuurlijk wel op zijn gericht dat een meerderheid van de leerlingen dit niveau bereikt. oor het vaststellen van referentie oldoende vragen we de leraren aan te geven welk vaardigheidsniveau minstens 70% tot 75% van de leerlingen medio jaargroep 5 bereikt zou moeten hebben. Naast dit niveau dat we zullen aanduiden als oldoende, zal ook een referentie inimum vastgesteld worden. et deze referentie wordt in principe een ondergrens aangegeven: áls leerlingen referentie oldoende niet bereiken, welk niveau zouden zij dan toch minimaal bereikt moeten hebben? Dit niveau zou door (vrijwel) alle leerlingen bereikt moeten worden, dat wil zeggen door 90% tot 95% van de leerlingen. Referentieniveaus medio jaargroep 5

7 Wanneer scholen erin slagen medio jaargroep 5 meer dan 70% van de leerlingen referentie oldoende te laten bereiken en meer dan 90% van de leerlingen referentie inimum, dan voldoen zij daarmee in principe aan het gedefinieerde ambitieniveau. Het zou natuurlijk de ambitie van iedere school moeten zijn om rekening houdend met lokale omstandigheden zoveel mogelijk leerlingen deze streefniveaus te laten bereiken. Hoe stellen we de referentieniveaus vast? oor het vaststellen van de referentieniveaus gebruiken we de methode die binnen de Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau (PPON) is ontwikkeld voor het standaardenonderzoek. oor het onderzoek wordt een beoordelaarspanel samengesteld, in dit geval dus vooral bestaande uit leraren van jaargroep 5. Deze leraren/beoordelaars krijgen een serie opgaven of taken voorgelegd met de vraag aan te geven in hoeverre deze taken of opgaven beheerst moeten worden, wil er sprake zijn van een minimum respectievelijk voldoende niveau. Om inconsistenties in oordelen te voorkomen worden de opgaven gerangschikt naar moeilijkheidsgraad. Het beoordelingsproces verloopt daarbij in drie fasen. In de eerste fase maken en bestuderen de beoordelaars de opgaven en geven op de corresponderende vaardigheidsschaal voor de beide referentieniveaus aan in hoeverre de voorgelegde opgavenverzameling beheerst zou moeten worden. Het betreft zonodig een getransformeerde vaardigheidsschaal, zodat de beoordelaars niet geïnformeerd zijn over de feitelijke vaardigheidsverdeling in de populatie en hun oordeel dus vrijwel uitsluitend kunnen baseren op de inhoudelijke kenmerken van de opgaven. Te verwachten is dat de beoordelaars in de eerste fase niet tot dezelfde streefniveaus zullen komen. ervolgens worden zij daarom in de tweede fase in de gelegenheid gesteld om in kleine groepen van 4 à 5 deelnemers te overleggen over de gemaakte keuzes. Ze nemen kennis van elkaars oordelen en wisselen de argumenten uit die aan deze keuzes ten grondslag liggen. Aan het einde van deze discussiefase geeft iedere beoordelaar voor elk referentieniveau zelfstandig een tweede oordeel af. De discussies binnen de groepen behoeven dus niet noodzakelijk te leiden tot een eensgezind groepsoordeel. aak zien we overigens dat door deze discussies in kleine groepen de consensus binnen de groep als geheel sterk toeneemt. De oordelen uit de tweede fase worden ingezameld. De mediaan, het interkwartielbereik, en het minimum en maximum oordeel worden vervolgens afgebeeld op de werkelijke vaardigheidsschaal. Op deze schaal zijn ook de posities aangegeven van de percentielen 10, 25, 50 en 75, zodat de posities van de afgegeven oordelen direct gerelateerd kunnen worden aan deze percentielniveaus. De afbeelding wordt in de derde fase aan de totale groep gepresenteerd, zodat iedere individuele beoordelaar en de groep als geheel kan zien hoe de oordelen zich onderling verhouden en zich verhouden tot de werkelijke vaardigheidsverdeling in de populatie. Het resultaat wordt met de beoordelaarsgroep besproken waarna iedere beoordelaar zijn of haar eindoordeel geeft. Eventueel kan dus op grond van de additionele informatie het eerdere oordeel worden bijgesteld. Dit derde oordeel vormt dan de basis voor het streefniveau van de beide referenties, waarbij we ons baseren op de mediaan van de oordelen. 7 Referentieniveaus medio jaargroep 5

8 3 De beoordelaarspanels oor het onderzoek naar referentieniveaus in jaargroep 5 binnen de regio Arnhem zijn via de Stichting Pas de drie schoolbesturen uit de regio Arnhem (De Basis, Delta en Fluvius) benaderd om medewerking te verlenen aan dit project. Deze schoolbesturen hebben positief gereageerd en toestemming verleend om hun scholen voor dit onderzoek te benaderen. ervolgens zijn via de betreffende basisscholen de leraren van met name jaargroep 5 benaderd. anwege de tijdsdruk waren de onderzoeken gepland in december en begin januari 2007/2008. De respons was voor deze onderzoeken echter zodanig laag dat twee van de geplande onderzoeken naar een later tijdstip in februari 2008 zijn verplaatst. Het HCO in Den Haag was bereid eenzelfde onderzoek ook binnen haar regio te organiseren. Zij heeft daartoe de schoolbesturen en vervolgens de scholen in de regio Den Haag benaderd, waarna de onderzoeken hebben plaatsgevonden eind maart/begin april In totaal hebben zes beoordelaarpanels van leraren basisonderwijs drie in de regio Arnhem en drie in de regio Den Haag aan het onderzoek meegedaan. We beschrijven in dit hoofdstuk de omvang en samenstelling van deze panels. We relateren de achtergrond van de leraren op schoolniveau aan de stratumindeling zoals die voor het peilingsonderzoek van PPON wordt gebruikt. Daarbij worden de scholen ingedeeld in drie strata. De stratumindeling is gebaseerd op de schoolscores. De schoolscore is op haar beurt gebaseerd op de formatiegewichten van de leerlingen en bestaat uit de ratio van het gewogen aantal leerlingen en het nominale aantal leerlingen, met aftrek van een correctieterm. De correctieterm bedraagt 9% van het nominale aantal leerlingen, waarmee de schoolscore een bereik heeft van 0.91 tot Deze stratumindeling weerspiegelt in globale termen een indeling van de schoolpopulatie op basis van de sociaal-economische achtergrond. In onderstaande tabel worden de drie stratumniveaus globaal beschreven. Ongeveer 60% van de basisscholen in Nederland behoort tot stratum 1, 25% tot stratum 2 en 15% tot stratum 3. De stratumindeling van de basisscholen Stratum Schoolscore Omschrijving Stratum Overwegend kinderen van ouders met afgeronde voortgezette opleiding, weinig allochtone kinderen Stratum Relatief meer Nederlandse arbeiderskinderen, weinig allochtone kinderen Stratum 3 > 1.20 ooral Nederlandse arbeiderskinderen en allochtone kinderen In de volgende tabellen hebben we voor respectievelijk Arnhem en Den Haag de deelnemende leraren en hun scholen gerelateerd aan deze stratumindeling. Wat opvalt is dat vooral leraren van scholen uit stratum 2 en 3 in Arnhem bij het panel voor Rekenen-wiskunde zelfs bijna alleen uit stratum 3 aan deze onderzoeken hebben deelgenomen. 8 Referentieniveaus medio jaargroep 5

9 Stratumverdeling van deelnemende scholen en leraren voor de drie referentieonderzoeken in Arnhem Stratum Schoolscore Rekenen-wiskunde Begrijpend lezen Technisch lezen scholen leraren scholen leraren scholen leraren Stratum Stratum Stratum 3 > Onbekend Totaal 8 14* * een deelnemer was op het moment van het onderzoek verbonden aan een sbo-school Stratumverdeling van deelnemende scholen en leraren voor de drie referentieonderzoeken in Den Haag Stratum Schoolscore Rekenen-wiskunde Begrijpend lezen Technisch lezen scholen leraren scholen leraren scholen leraren Stratum Stratum Stratum 3 > Onbekend 1 1 Totaal 14 24* * een deelnemer was een schooladviseur De beoogde omvang van de beoordelaarpanels was ongeveer 25 leraren. Die omvang werd alleen gerealiseerd bij Technisch lezen in Arnhem en bij Rekenen-wiskunde in Den Haag. erder is het opvallend dat relatief veel scholen waren vertegenwoordigd met twee of zelfs drie leraren. 9 Referentieniveaus medio jaargroep 5

10 4 De resultaten van het onderzoek Achtereenvolgens doen we in dit hoofdstuk verslag van de onderzoeken voor Begrijpend lezen, Technisch lezen en Rekenen-wiskunde. 4.1 Het vaststellen van referentieniveaus voor Begrijpend lezen De toets De leraren hebben de referenties inimum en oldoende vastgesteld op basis van een toets van 30 opgaven. De opgaven van deze toets zijn ontleend aan de LS-toetsen voor Begrijpend lezen van de niveaus 4, E4, 5 en E5. De opgaven vormden een inhoudelijk representatieve verzameling van de diverse aspecten van Begrijpend lezen die in deze toetsen zijn vertegenwoordigd. De referentieniveaus De resultaten laten voor Arnhem zien dat de oordelen voor de beide referenties in de eerste beoordelingsfase sterk uiteenliepen: in beide gevallen een verschil van 20 schaalpunten of meer. Over de drie beoordelingsfasen nam de mediaan van de oordelen voor de referentie inimum toe van 7 tot 9, terwijl het gemiddelde niveau ongeveer gelijk bleef. oor beide referenties geldt dat de tweede beoordelingsfase ertoe geleid heeft dat de overeenstemming tussen beoordelaars aanmerkelijk toenam. Op basis van de mediaan van de oordelen in de derde fase liggen de niveaus: voor referentie inimum bij vaardigheidsscore 9, een niveau dat volgens de normeringstabel door ongeveer 80-85% van de leerlingen wordt bereikt en voor referentie oldoende bij vaardigheidsscore 19, een niveau dat volgens de normeringstabel door ongeveer 60% van de leerlingen wordt bereikt. Daarmee liggen de beide referentieniveaus hoger dan het niveau dat volgens de normeringstabel door 90% respectievelijk 70% van de leerlingen wordt bereikt. aardigheidscores voor referenties inimum en oldoende op LS-schaal Begrijpend lezen in Arnhem Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 5) Oordeel (5,7) Oordeel 2 8, (3,6) Oordeel , (3,4) oldoende (score voor percentiel 25 is 12) Oordeel (5,3) Oordeel , (2,7) Oordeel (2,2) In Den Haag leverde de eerste beoordelingsfase geen afzonderlijke gegevens op omdat door ruimtegebrek de eerste beoordelingsfase vanzelf doorliep in de tweede fase waarin de beoordelaars met elkaar overleg voerden. De resultaten laten zien dat de beoordelaars in Den Haag met name voor de referentie oldoende hun oordelen in de derde fase duidelijk naar 10 Referentieniveaus medio jaargroep 5

11 beneden hebben bijgesteld. De discrepantie tussen beoogd niveau (vaardigheidsscore 27) en bereikt niveau volgens de normeringstabel (vaardigheidsscore 12) bleek na de tweede fase erg groot. aardigheidscores voor referenties inimum en oldoende op LS-schaal Begrijpend lezen in Den Haag Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 5) Oordeel Oordeel (4,2) Oordeel (3,3) oldoende (score voor percentiel 25 is 12) Oordeel Oordeel , (4,4) Oordeel , (4,5) De oordelen uit de derde beoordelingsfase liggen voor de beide referentieniveaus vrij dicht in de buurt van de niveaus zoals die eerder in Arnhem zijn vastgesteld. aar voor beide referenties geldt opnieuw dat het gewenste vaardigheidsniveau duidelijk hoger ligt dan de niveaus die op percentiel 10 respectievelijk percentiel 25 volgens de normeringstabel worden gerealiseerd. 4.2 Het vaststellen van referentieniveaus voor Technisch lezen De toetsen oor het vaststellen van referenties inimum en oldoende voor technische leesvaardigheid halverwege jaargroep 5 is gebruik gemaakt van drie instrumenten: de Drie-inuten-Toets, de toets Leestempo en een op de CILT (Cito Index voor Leestechniek) gerangschikte boekenlijst. We bespreken de resultaten eerst per type toets. Referentieniveaus bij de Drie-minutentoets De Drie-inuten-Toets bestaat uit drie onderdelen: een leeskaart 1A met klankzuivere woorden (type km, mk en mkm), een leeskaart 2A met m(m)km(m)-woorden en een leeskaart 3A met twee- en meerlettergrepige woorden. De opdracht aan de leerling is bij iedere kaart hetzelfde: lees gedurende één minuut zoveel woorden als je kunt, maar probeer daarbij geen fouten te maken. De score op iedere toets is het aantal goed gelezen woorden. oor het onderzoek zijn bij alle drie de kaarten opnames gemaakt van leerlingen uit jaargroep 4 en 5 zodat we de beoordelaars concrete geluidsfragmenten van leesprestaties over een breed scorebereik konden voorleggen: van kaart 1A fragmenten van minimumscore 23 tot maximumscore 86, van kaart 2A fragmenten van minimumscore 16 tot maximumscore 77, van kaart 3A fragmenten van minimumscore 14 tot maximumscore 64. De leraren kregen de toetskaart en luisterden naar ongeveer 10 fragmenten die op volgorde van de toetsscore, te beginnen met de laagste score, werden gepresenteerd. Het scoreformulier bevatte de lijst met de op scorevolgorde van laag tot hoog gerangschikte luisterfragmenten. De leraar/beoordelaar kon op de lijst aangeven wanneer de leesprestatie volgens hem/haar paste bij referentie inimum en referentie oldoende. 11 Referentieniveaus medio jaargroep 5

12 De beoordelaars hebben bij iedere kaart drie keer een oordeel afgegeven voor de referenties inimum en oldoende. De eerste keer individueel, de tweede keer na afsluiting van de discussies in kleine groepen en de derde keer op basis van de vaardigheidsschaal met daarop afgebeeld de positie van de diverse percentielen en de mediaan, interkwartielbereik en minimum en maximum van de oordelen uit de tweede fase. De resultaten laten zien dat zowel in Arnhem als in Den Haag de tweede en de derde beoordelingsronde bij alle drie de kaarten nauwelijks van invloed zijn geweest op de positie van de referentieniveaus; de verschuivingen in mediaan en gemiddelde vaardigheidsscore zijn minimaal. Wel blijkt uit interkwartielbereik en standaardafwijking dat de tweede beoordelingsfase er steeds toe geleid heeft dat de overeenstemming tussen beoordelaars aanmerkelijk toenam. Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op Drie-inuten-Toets kaart 1A in Arnhem Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 61) Oordeel (3,9) Oordeel (2,9) Oordeel (2,4) oldoende (score voor percentiel 25 is 71) Oordeel (5,3) Oordeel (3,7) Oordeel (3,3) Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op Drie-inuten-Toets kaart 1A in Den Haag Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 61) Oordeel (7,4) Oordeel (3,4) Oordeel (2,5) oldoende (score voor percentiel 25 is 71) Oordeel (3,5) Oordeel (2,7) Oordeel (3,4) 12 Referentieniveaus medio jaargroep 5

13 Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op Drie-inuten-Toets kaart 2A in Arnhem Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 47) Oordeel 1 49, (5,6) Oordeel (4,0) Oordeel (2,4) oldoende (score voor percentiel 25 is 60) Oordeel , (4,5) Oordeel (2,7) Oordeel (1,5) Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op Drie-inuten-Toets kaart 2A in Den Haag Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 47) Oordeel (3,9) Oordeel (3,0) Oordeel (3,1) oldoende (score voor percentiel 25 is 60) Oordeel (5,7) Oordeel (4,5) Oordeel (4,4) Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op Drie-inuten-Toets kaart 3A in Arnhem Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 37) Oordeel (4,3) Oordeel (3,2) Oordeel (2,6) oldoende (score voor percentiel 25 is 47) Oordeel , (3,8) Oordeel 2 48,5 45, (2,5) Oordeel (2,2) 13 Referentieniveaus medio jaargroep 5

14 Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op Drie-inuten-Toets kaart 3A in Den Haag Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 37) Oordeel (4,7) Oordeel (2,3) Oordeel (2,4) oldoende (score voor percentiel 25 is 47) Oordeel (4,5) Oordeel (4,3) Oordeel (3,7) ooraf was aan de beoordelaars aangegeven dat referentie inimum door 90% tot 95% van de leerlingen bereikt zou moeten worden. Wanneer we de mediaan van de oordelen voor de referentie inimum vergelijken met de toetsscores op percentielniveau 10, dan zijn de afwijkingen klein. Dat geldt voor de oordelen bij alle drie de kaarten in beide regio s. erk verder ook op dat dit referentieniveau ook steeds vrijwel overeenkomt met de mediaan van de oordelen uit de eerste beoordelingsfase, toen de leraren nog niet waren geïnformeerd over de werkelijke positie van de percentiel-10 leerling in de scoreverdelingen van de verschillende toetsen. oor referentie oldoende geldt een vergelijkbare conclusie. Dit niveau zou bereikt moeten worden door 70% tot 75% van de leerlingen. De mediaan van de oordelen voor referentie oldoende valt bij alle drie de kaarten vrijwel samen met de toetsscore van de percentiel-25 leerling uit de normeringstabel. En ook daarvoor geldt dat deze correspondentie meestal al in de eerste beoordelingsfase werd bereikt toen de beoordelaars nog niet waren geïnformeerd over de positie van de percentiel-25 leerling in de populatieverdeling. Referentieniveaus bij de toets Leestempo Naast de Drie-inuten-Toets is ook de toets Leestempo ontwikkeld voor de evaluatie van de technische leesvaardigheid van leerlingen in het basisonderwijs. De toets bestaat uit een tekst waarin leerlingen al lezende om gemiddeld het tiende woord met een keuzeprobleem worden geconfronteerd. In de tekst staan dan drie onderlijnde woorden naast elkaar. De opdracht aan de leerling is om tussen de drie orthografisch minimaal verschillende alternatieven te kiezen, en het woord te onderstrepen dat in de tekst hoort. Daarbij krijgen ze de instructie Lees zo vlug als je kunt, maar niet zo vlug dat je fouten gaat maken. De leerlingen krijgen zeven minuten de tijd en de toetsscore bestaat uit het aantal correct aangewezen alternatieven. De toetsscore kan vervolgens worden omgezet in een CILT-score die ondermeer gerelateerd kan worden aan AI-niveaus en indices voor kinderboeken. We hebben de beoordelaars de toets voorgelegd en gevraagd aan te geven welke toetsscores zouden behoren bij de referentieniveaus inimum en oldoende. Daarvoor kregen ze precies zeven minuten leestijd, waarbij ook de halve leestijd en de tijd na zes minuten werden aangekondigd. De beoordelaars gaven op beide locaties te kennen het erg moeilijk te vinden om bij deze toets een adequate inschatting te maken van passende scores voor de beide referentieniveaus. Bij de Drie-inuten-Toets was het leesgedrag van de leerlingen een duidelijke hulp, maar zij hadden nu eigenlijk geen ankerpunten om op basis daarvan een duidelijke indicatie van het gewenste niveau af te kunnen geven. We zien dat bij de oordelen terug in de aanpassing van de mediaan van de oordelen voor referentie inimum in de derde beoordelingsfase. De passende score voor 14 Referentieniveaus medio jaargroep 5

15 de percentiel-10 leerling is hier 33 en daar zaten de beoordelaars in Arnhem met mediaan 40 duidelijk boven, terwijl de beoordelaars in Den Haag daar duidelijk onder zaten. Overigens heeft een dergelijke bijstelling van het gewenste niveau voor de referentie oldoende niet plaatsgevonden, terwijl de beoordelaars in Arnhem met mediaan 50 voor dit referentieniveau toch een hoger niveau hebben vastgesteld dan de reguliere score (43) van de percentiel-25 leerling. In Den Haag correspondeerde de mediaan van de oordelen voor referentie oldoende met de percentiel-25 score. erder zien we ook nu op beide locaties een toename van de overeenstemming tussen beoordelaars over de drie beoordelingsfasen. Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op de toets Leestempo in Arnhem Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 33) Oordeel (7,3) Oordeel (4,3) Oordeel (2,9) oldoende (score voor percentiel 25 is 43) Oordeel (8,6) Oordeel (5,4) Oordeel (4,3) Toetsscores voor referenties inimum en oldoende op de toets Leestempo in Den Haag Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 33) Oordeel (9,3) Oordeel (7,4) Oordeel (6,0) oldoende (score voor percentiel 25 is 43) Oordeel (9,0) Oordeel (4,8) Oordeel (3,7) Referentieniveaus op basis van tekstfragmenten Zoals hiervoor al aangestipt kunnen op basis van woordfrequentie en woordlengte leesteksten worden geïndiceerd naar corresponderende technische leesvaardigheidniveaus (het zogenaamde CILT-niveau). oor de leraar kunnen deze niveaus behulpzaam zijn bij het toekennen of aanbevelen van leesboeken aan leerlingen in relatie tot hun technische leesvaardigheid. In verband met het vaststellen van referentieniveaus hebben we naast de eerder besproken toetsen de leraren ook 12 tekstfragmenten uit kinderboeken voorgelegd. Een tekstfragment omvatte twee tot drie gekopieerde pagina s uit een leesboek. De CILT-score van de geselecteerde tekstfragmenten varieerde van 51 tot en met 65. De technische leesvaardigheid van leerlingen op percentiel-10 niveau halverwege jaargroep 5 correspondeert met CILT-score 59, die van de percentiel-25 leerlingen met CILT-score 61. De 12 tekstfragmenten zijn in volgorde van hun CILT-score te beginnen met de laagste score aan de leraren voorgelegd. De leraren is gevraagd van ieder tekstfragment aan te geven of 15 Referentieniveaus medio jaargroep 5

16 kinderen halverwege jaargroep 5 op referentie inimum en/of oldoende dit fragment leestechnisch gezien moeten kunnen lezen. Het referentieniveau bestaat dan uit de CILT-score van het laatste boek dat door de leraar nog als geëigend voor dat niveau wordt aangewezen. Op beide locaties valt referentie inimum (mediaan = 58) vrijwel samen met de CILT-score 59 die correspondeert met het niveau van de percentiel-10 leerling. Evenzo geldt voor beide locaties dat referentie oldoende (mediaan = 62) correspondeert met de CILT-score die wordt aangegeven voor de percentiel-25 leerling medio jaargroep 5. erk op dat ook in dit geval de overeenstemming tussen beoordelaars gedurende het beoordelingsproces is toegenomen en feitelijk maar weinig varieert. CILT-scores voor referenties inimum en oldoende op basis van tekstfragmenten in Arnhem Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 59) Oordeel (1,9) Oordeel (1,5) Oordeel (1,4) oldoende (score voor percentiel 25 is 61) Oordeel (1,0) Oordeel (0,5) Oordeel (0,5) CILT-scores voor referenties inimum en oldoende op basis van tekstfragmenten in Den Haag Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 59) Oordeel (1,7) Oordeel (1,6) Oordeel (1,5) oldoende (score voor percentiel 25 is 61) Oordeel (1,5) Oordeel (0,8) Oordeel (0,8) Samenvatting Technisch lezen In het voorgaande hebben we op diverse manieren onderzocht wat volgens de leraren uit jaargroep 5 in de regio s Arnhem en Den Haag voor Technisch lezen de vaardigheidsniveaus zijn voor referentie inimum en voor referentie oldoende halverwege jaargroep 5. Daaruit komt een vrij eenduidig antwoord naar voren waarbij referentie inimum samenvalt met het technisch leesvaardigheidsniveau van percentiel-10-leerlingen en referentie oldoende met het technisch leesvaardigheidsniveau van leerlingen op percentielniveau 25. In de meeste gevallen werden deze referenties al vanaf het eerste oordeel zo gedefinieerd en nam gedurende het beoordelingsproces de overeenstemming tussen leraren over dit gewenste niveau alleen maar toe. 16 Referentieniveaus medio jaargroep 5

17 4.3 Het vaststellen van referentieniveaus voor Rekenen-wiskunde De toets De leraren hebben de referenties inimum en oldoende voor Rekenen-wiskunde vastgesteld op basis van een toets van 33 opgaven. De opgaven van deze toets zijn ontleend aan de LStoetsen voor Rekenen-wiskunde van de niveaus 4, E4, 5 en E5. De opgaven vormden een inhoudelijk representatieve verzameling van de diverse leerinhouden die in deze toetsen zijn vertegenwoordigd en werden in volgorde van moeilijkheidsgraad te beginnen met de gemakkelijkste opgave aangeboden. De referentieniveaus De beoordelaars hebben drie keer een oordeel afgegeven voor de beide referenties. De eerste keer individueel en op basis van een getransformeerde schaal zodat zij niet geïnformeerd waren over de werkelijke vaardigheidsverdeling in de populatie, de tweede keer na afsluiting van de discussies in kleine groepen op dezelfde schaal en de derde keer op basis van de werkelijke schaal met daarop afgebeeld de positie van de percentielniveaus 10, 25, 50 en 75 en van de mediaan, het interkwartielbereik en minimum en maximum van de oordelen uit de tweede fase. De resultaten laten zien dat op beide locaties de tweede en de derde beoordelingsronde nauwelijks van invloed zijn geweest op de positie van de referentieniveaus op de vaardigheidsschaal. Wel blijkt de tweede beoordelingsfase ertoe geleid te hebben dat de overeenstemming tussen beoordelaars aanmerkelijk toenam. oor beide referentieniveaus omvat het interkwartielbereik van de oordelen in Arnhem in de tweede en derde fase slechts twee scorepunten. De overeenstemming tussen beoordelaars in Den Haag was iets minder groot. De referenties die op de beide locaties zijn vastgesteld zijn vrijwel identiek. Op basis van de mediaan van de oordelen in de derde fase liggen de niveaus: voor referentie inimum bij vaardigheidsscore 50 of 51, een niveau dat volgens de normeringstabel door ongeveer 90% van de leerlingen wordt bereikt en voor referentie oldoende bij vaardigheidsscore 60 of 63, een niveau dat volgens de normeringstabel door ongeveer 75% van de leerlingen wordt bereikt. Daarmee corresponderen de beide referenties met het beoogd percentage leerlingen, te weten 90% voor referentie inimum en 70 tot 75% voor referentie oldoende. aardigheidsscores voor referenties inimum en oldoende op LS-schaal Rekenen-wiskunde in Arnhem Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 50) Oordeel , (4,9) Oordeel (1,7) Oordeel (1,3) oldoende (score voor percentiel 25 is 60) Oordeel ,5 64, (6,5) Oordeel (1,3) Oordeel (3,0) 17 Referentieniveaus medio jaargroep 5

18 aardigheidscores voor referenties inimum en oldoende op LS-schaal Rekenen-wiskunde in Den Haag Oordelen ediaan Interkwartielbereik in - max Gemiddeld (s.a.) inimum (score voor percentiel 10 is 50) Oordeel (5,0) Oordeel (3,9) Oordeel (4,1) oldoende (score voor percentiel 25 is 60) Oordeel ,5 64, (6,0) Oordeel , (3,2) Oordeel , (4,6) 18 Referentieniveaus medio jaargroep 5

19 5 Samenvatting In het kader van een pilotstudie naar referentieniveaus voor leesvaardigheid en Rekenenwiskunde medio jaargroep 5 hebben leraren van basisscholen in Arnhem en Den Haag vaardigheidsniveaus vastgesteld voor referenties inimum en oldoende. Zij hebben deze niveaus vastgesteld op basis van opgaven die zijn gerelateerd en ontleend aan LS-toetsen Begrijpend lezen, Technisch lezen en Rekenen-wiskunde. Daarbij is voor Technisch lezen gebruikgemaakt van verschillende instrumenten. Uitgangspunt was dat referentie oldoende door de meeste leerlingen zeg 70% tot 75% bereikt zou moeten worden en referentie inimum niveau door vrijwel alle leerlingen zeg 90% tot 95%. Onderstaande tabellen geven het eindresultaat van de beoordelingsprocedures in Arnhem en Den Haag afzonderlijk en voor de totale groep leraren op basis van de mediaan van de oordelen. oor de referentie inimum is daaraan toegevoegd de percentiel-10 score en voor de referentie oldoende de percentiel-25 score op de verschillende toetsen. Percentiel-10 correspondeert op de LS-toetsen met de grensscore van de niveaus D en E, percentiel-25 met de grensscore van de niveaus C en D. oor de verschillende toetsen voor Technisch lezen en voor Rekenen-wiskunde valt referentie inimum vrijwel samen met het vaardigheidsniveau van de percentiel-10-leerling en valt referentie oldoende vrijwel samen met het vaardigheidsniveau van de percentiel-25-leerling. oor Begrijpend lezen geldt dat de referentieniveaus duidelijk hoger liggen dan de toetsscores voor percentiel-10 en percentiel-25. Referenties inimum medio jaargroep 5 op enkele LS-toetsen LS-toetsen score bij scores referentie inimum percentiel 10 Arnhem Den Haag Totaal Begrijpend lezen Rekenen-Wiskunde Technisch lezen DT 1A DT 2A DT 3A Leestempo Tekstfragmenten Referentieniveaus medio jaargroep 5

20 Referenties oldoende medio jaargroep 5 op enkele LS-toetsen LS-toetsen score bij percentiel 25 scores referentie oldoende Arnhem Den Haag Totaal Begrijpend lezen Rekenen-Wiskunde Technisch lezen DT 1A DT 2A DT 3A Leestempo Tekstfragmenten Referentieniveaus medio jaargroep 5

21 Bijlage 1 Inhoudelijke beschrijving van de referentieniveaus voor leesvaardigheid door Karin Heesters In deze bijlage presenteren we een meer inhoudelijke beschrijving van de vaardigheden waarover de leerlingen halverwege jaargroep 5 zouden moeten beschikken om referentie inimum, respectievelijk referentie oldoende te bereiken. We doen dat achtereenvolgens voor Technisch lezen en Begrijpend lezen. Deze inhoudelijke beschrijvingen worden geïllustreerd met voorbeeldteksten en met voorbeeldopgaven die leerlingen op de betreffende referenties ( en ) goed (+), matig (0) of eventueel nog niet (-) behoeven te beheersen. Deze bijlage geeft ten slotte een overzicht van scores van leerlingen die op eerdere evaluatiemomenten tot de risicogroep behoren. Dat wil zeggen dat de kans groot is dat deze leerlingen zonder specifieke onderwijsmaatregelen halverwege jaargroep 5 de referentie inimum of oldoende niet zullen bereiken. 21 Referentieniveaus medio jaargroep 5

22 Technisch lezen oor het meten van Technisch lezen zijn meerdere instrumenten ingezet, te weten de Drie minuten-toets, bestaande uit de leeskaarten 1A, 2A en 3A, de Leestempotoets, en een boekenlijst gerelateerd aan de Cito Index voor Leestechniek (CILT). Op grond hiervan wordt hier een beeld geschetst van wat een leerling medio jaargroep 5 op minimum en voldoende niveau leestechnisch gezien zou moeten kunnen. Drie-minuten-toets (DT) et de DT kan vastgesteld worden hoe goed een leerling losse woorden van uiteenlopende moeilijkheidsgraad kan verklanken. Daarbij gaat het ten eerste om mkm-woorden zoals as, fee, oom uur, kuil, mier, hoef, rijm, boon, gauw en keel, ten tweede om m(m)km(m)-woorden zoals kring, tand, hemd, knoop, markt, zwijn, schuld, spin, dienst, wolk en ploeg en ten derde om tweeen meerlettergrepige woorden zoals banden, dieven, pauze, fruitschaal, hoogte, paleis, dromerig, aarzelen, schilderij, verstoppertje en verschrikkelijk. Wat leerlingen op minimum niveau kunnen Op minimum niveau kan een leerling binnen één minuut foutloos 60 mkm-woorden lezen, 49 m(m)km(m)-woorden en 36 twee- en meerlettergrepige woorden. Wat leerlingen op voldoende niveau kunnen Op voldoende niveau kan een leerling binnen één minuut minstens 68 mkm-woorden foutloos lezen, minstens 60 m(m)km(m)-woorden en minstens 49 twee- en meerlettergrepige woorden. Leestempo Wat leerlingen op minimum niveau kunnen Het door de leerkrachten vastgestelde referentieniveau op minimum niveau was een score van 35. Dit komt voor medio jaargroep 5 overeen met een CILT van 60. Hierbij hoort het AI-niveau 4, wat wil zeggen dat een leerling op minimum niveau met een grote kans op succes in staat moet zijn om teksten te lezen die een technische leesvaardigheid vragen die gemiddeld genomen aanwezig is halverwege jaargroep 4. Wat leerlingen op voldoende niveau kunnen Op voldoende niveau was het vastgestelde referentieniveau een score van 45. Dit komt voor medio jaargroep 5 overeen met een CILT van 62. Hierbij hoort het AI-niveau E4, het niveau dat leerlingen in het kader van het Cito-Leerlingvolgsysteem gemiddeld genomen bereiken aan het einde van jaargroep 4. Een CILT van 60 correspondeert medio jaargroep 5 in LOS (uitgave 2004) met niveau D, een CILT van 62 correspondeert met niveau C. Uit de uiteindelijk vastgestelde scores bleek dus dat de verwachtingen van de beoordelaars op grond van de Leestempotoets iets hoger waren dan de vastgestelde CILT-scores van de percentiel-10- (niveau E) en percentiel 25-leerlingen (niveau D) in het LOS (uitgave 2004). 22 Referentieniveaus medio jaargroep 5

23 Leesteksten uit boeken De beoordelende leerkrachten gaven ook op grond van concrete tekstfragmenten aan wat leerlingen medio jaargroep 5 leestechnisch zouden moeten kunnen lezen voor referentie inimum en referentie oldoende. Enkele voorbeelden van tekstfragmenten Annemie Heymans, Pien wil de nacht zien 23 Referentieniveaus medio jaargroep 5

24 Koos einders, Koning oetbal 24 Referentieniveaus medio jaargroep 5

25 Jacques riens, Groep zeven slaat terug 25 Referentieniveaus medio jaargroep 5

26 Wat leerlingen op minimum niveau kunnen olgens de leerkrachten zouden teksten met een CILT van maximaal 58 leestechnisch gezien gelezen moeten kunnen worden door leerlingen op minimum niveau. Zo zou een tekst als Pien wil de nacht zien geen problemen op moeten leveren voor zelfs de zwakke lezers medio jaargroep 5. Wat leerlingen op voldoende niveau kunnen Teksten die volgens de beoordelende leerkrachten leestechnisch gezien gelezen moeten kunnen worden door leerlingen op voldoende niveau medio jaargroep 5 hebben een CILT van maximaal 62. Hiertoe behoort bijvoorbeeld de tekst Koning oetbal. Onderstaande tabel geeft een overzicht van teksten met hun CILT-scores die leerlingen op referentie inimum en Referentie oldoende zonder problemen moeten kunnen lezen. Leestechnisch nog niet haalbaar voor deze leerlingen is bijvoorbeeld de tekst Groep zeven slaat terug. Titel Auteur CILT inimum oldoende Lees je mee arion van de Coolwijk 51 ja ja Aap en beer Wim Hofman 52 ja ja Een mier in de soep Liesbeth van der Jagt 53 ja ja Juf gaat weg! Henk Hokke 54 ja ja Wat is dat voor beest? Lieneke Dijkzeul 55 ja ja Pien wil de nacht zien Annemie Heymans 56 ja ja Lui Lei Enzo Rindert Kromhout 58 ja ja Oma Toos in opstand Reina ten Bruggenkate 60 ja Zwanen zijn van niemand Lidewij van den Eerenbeemt 61 ja Koning voetbal Koos einderts 62 ja Een spin zonder poten Anne Takens 63 Groep zeven slaat terug Jacques riens Referentieniveaus medio jaargroep 5

27 Begrijpend lezen Een vaardigheidsscore van 11 of lager op de LS-toets Begrijpend Lezen geeft aan dat het minimum niveau 5 niet gehaald is. Heeft de leerling een vaardigheidsscore van 12, dan heeft de leerling het minimum bereikt. Heeft de leerling een vaardigheidsscore van 21 of hoger, dan heeft de leerling het voldoende niveau bereikt. Op grond van vijf voorbeeldteksten met opgaven wordt geïllustreerd wat een leerling medio jaargroep 5 op minimum en voldoende niveau zou moeten kunnen op het gebied van Begrijpend lezen. Bij de bespreking van de opgaven worden de opgaven ingedeeld in tekstgebaseerde opgaven en tekst- en kennisgebaseerde opgaven. Tekstgebaseerde opgaven hebben betrekking op de verwerking van de informatie die veelal expliciet in de tekst vermeld is. We spreken in dit kader ook wel van het begrijpen van tekst. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kennis van woorden, begrippen en woordgroepen en expliciet genoemde inhoudselementen in de tekst, zoals de naam van de hoofdpersoon in een verhaal, de tijd waarin het verhaal speelt en de plaats waar het verhaal zich afspeelt. Daarnaast kan het gaan om expliciete relaties binnen zinnen, tussen zinnen en tussen grotere tekstdelen. Ook eenvoudige tekstgebaseerde inferenties, zoals verwijzingen, horen bij dit type opgaven. Bij tekst- en kennisgebaseerde opgaven is er sprake van opgaven waarin de leerlingen tekstgebaseerde en kennisgebaseerde verwerkingsprocessen in samenhang en gelijktijdig moeten toepassen. Een lezer benadert een tekst namelijk niet blanco; hij neemt zijn eerdere leeservaringen mee tijdens het lezen van een nieuwe tekst en zet bij de verwerking ervan tevens al zijn achtergrondkennis in. Het onderkennen en afleiden van impliciete informatie in een tekst is daarbij een belangrijk aspect van leesvaardigheid. We spreken bij dit type opgaven ook wel van het interpreteren van tekst. Bij deze opgaven gaat het bijvoorbeeld om het afleiden van de betekenis van moeilijke woorden en begrippen uit de omringende tekst en het doorgronden van de globale inhoud van de tekst door expliciete en impliciete informatie verspreid over de gehele tekst met elkaar te verbinden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vragen naar het centrale thema, de hoofdgedachte, het lezerspubliek en het doel van de tekst. Ook kan het gaan om het activeren van de eigen kennis ten dienste van het maken van inferenties, bijvoorbeeld om figuurlijk taalgebruik te begrijpen of om voorspellingen te doen over het vervolg van een verhaal op grond van het gelezen tekstgedeelte en de eigen achtergrondkennis en ervaringen. Ook het doorzien van de organisatie van teksten kan hiertoe behoren. De leerlingen moeten dan op basis van de expliciete en impliciete informatie in een tekst of op basis van bijvoorbeeld de titel en subtitels van een tekst of de lay-out van de tekst (witregels, alinea-indeling en dergelijke) vragen beantwoorden over de al dan niet chronologische volgorde van handelingen en gebeurtenissen in een verhaal, over de plotontwikkeling, over de logische lijn in een tekst, enzovoort. Bij één tekst zijn beide typen opgaven mogelijk. De hier genoemde scheidslijn tussen tekstgebaseerde en tekst- en kennisgebaseerde opgaven is niet altijd heel scherp te trekken. Soms is voor het oplossen van een tekstgebaseerde opgave toch ook nog wat eigen kennis nodig, maar de nadruk blijft dan liggen op wat er in de tekst staat. Bij het minimum niveau wordt beschreven wat een leerling met een vaardigheidsscore van 12 op de LOS-schaal Begrijpend Lezen beheerst en bij het voldoende niveau wordt beschreven wat een leerling met een vaardigheidsscore van 21 op de LOS-schaal Begrijpend Lezen beheerst. 27 Referentieniveaus medio jaargroep 5

28 Dierentuin op zolder mijn opa heeft een dierentuin op zolder je ziet de gekste dieren bij elkaar en vraag je hem hoe dat zo is gekomen dan zegt hij: nou omdat ik dieren spaar de één spaart mooie knikkers in een sok maar ik spaar liever apen in een hok refrein: dierentuin dierentuin mijn opa heeft een dierentuin dierentuin dierentuin mijn opa heeft een dierentuin refrein: dierentuin dierentuin mijn opa heeft een dierentuin dierentuin dierentuin mijn opa heeft een dierentuin mijn opa heeft een dierentuin op zolder je zou het ooit een keertje moeten zien er wonen zeven tijgers en een neushoorn en beren heeft hij ook een stuk of tien en elke avond is het dolle pret dan stapt hij met een krokodil in bed De tand van Wijnand Wijnand en Nick fietsen door het straatje achter hun huis. Kom, we doen een wedstrijdje! zegt Wijnand. Oké, zegt Nick. Klaar? Af! roept Wijnand. Hij ligt meteen al voor. Hij kijkt om naar Nick. aar dan gaat het mis. Er ligt een losse steen op de stoep. et een grote smak valt Wijnand op zijn gezicht. Hij begint heel hard te huilen. Zijn lip doet pijn en zijn kin ook. Er druppelt bloed op zijn trui. Nick komt meteen naar hem toe. Je hebt bloed! zegt hij geschrokken. En je tand is kapot! Wijnand begint nog harder te huilen. Ik ga je moeder halen! roept Nick en hij rent weg. ama maakt zijn gezicht voorzichtig schoon. Het bloedt niet meer. Jongen toch! zegt ze. Er is een stuk van je voortand af. Wijnand voelt met zijn tong. ijn tand! huilt hij. En het is nog wel een grotemensen-tand! Ik bel direct de tandarts, zegt mama. isschien kan die het weer maken. Een uurtje later zijn ze bij de tandarts. Je bent flink gevallen, hè? Laat maar eens kijken, zegt ze. Ga maar lekker in de stoel liggen. Wijnand doet zijn mond voorzichtig open. De tandarts kijkt in zijn mond en voelt voorzichtig aan de kapotte tand. Die kan ik wel weer maken. aar eerst moet je lip genezen zijn. olgende week zet ik een nieuw stukje aan je tand. Wijnands moeder krijgt een flesje waterig spul mee. Hiermee moeten we je kapotte tand en je lip elke avond schoonmaken. aar wel heel voorzichtig, hoor mam, zegt Wijnand. ijn tand heeft nog hoofdpijn van het vallen! Gekkie! lacht mama. Wijnand lacht mee, maar het gaat een beetje moeilijk met die dikke lip. Bron: De tand van Wijnand, Christine Kliphuis, 1999, Sjaloom, Amsterdam 28 Referentieniveaus medio jaargroep 5

Verslag referentieniveaus Rekenen-wiskunde medio/eind jaargroep 8

Verslag referentieniveaus Rekenen-wiskunde medio/eind jaargroep 8 Verslag referentieniveaus Rekenen-wiskunde medio/eind jaargroep 8 Afronding van een pilotstudie in opdracht van het Ministerie van OCW onder basisscholen in Arnhem en Den Haag Jan van Weerden Charlotte

Nadere informatie

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool

Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool Derde peiling rekenen-wiskunde aan het einde van de basisschool J. Janssen Cito, Instituut voor Toetsontwikkeling, Arnhem 1 inleiding In 1987 is in opdracht van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse) 2016 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse) Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende Cito-toetsen van het leerlingvolgsysteem

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse) Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse) Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende Cito-toetsen van het leerlingvolgsysteem

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2018 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2018 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2018 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende CITO-toetsen van

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2018 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2018 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse) Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2018 Groepsniveau (ten bate van de groepsanalyse) Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende Cito-toetsen van het leerlingvolgsysteem

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2017 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2017 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2017 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende CITO-toetsen van

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: Januari 2015 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: Januari 2015 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) 2015 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: Januari 2015 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende CITO-toetsen

Nadere informatie

Nederlands. Afsluitende toets niveau 2F. Handleiding digitale toetsafname

Nederlands. Afsluitende toets niveau 2F. Handleiding digitale toetsafname Nederlands Afsluitende toets niveau 2F Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2014) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: augustus 2015

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: augustus 2015 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: augustus 2015 Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende CITO-toetsen van het leerlingvolgsysteem weergegeven welke vaardigheidsscores bij welk

Nadere informatie

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets Niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets Niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname Leestoets Nederlands Afsluitende toets Niveau 3F Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2012) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2016 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen)

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2016 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) 2016 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie januari 2016 Leerlingniveau (ten bate van de individuele analyse van de leerlingen) Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende CITO-toetsen

Nadere informatie

Toetsen schrijfvaardigheid aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs

Toetsen schrijfvaardigheid aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs Ronde 6 Karin Heesters Cito, unit PO/VO Contact: karin.heesters@cito.nl Toetsen schrijfvaardigheid aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs 1. Inleiding In het kader van het project Periodieke Peiling

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2015

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2015 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2015 Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende CITO-toetsen van het leerlingvolgsysteem weergegeven welke vaardigheidsscores bij welk

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017 1 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2017 Inleiding Dit document wordt al enkele jaren gemaakt en bijgehouden door Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland (SBZW). De tabellen worden in

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: februari 2014

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: februari 2014 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: februari 2014 Inleiding In dit document staan voor de meest voorkomende CITO-toetsen van het leerlingvolgsysteem weergegeven welke vaardigheidsscores bij welk

Nadere informatie

Rapportage Standaardbepalingen. Project Referentieset Mondelinge Taalvaardigheid (RMT)

Rapportage Standaardbepalingen. Project Referentieset Mondelinge Taalvaardigheid (RMT) Rapportage Standaardbepalingen Project Referentieset Mondelinge Taalvaardigheid (RMT) 2018 voorlopig rapport na eerste standaardbepaling 2018 Bas Hemker Karin Heesters Jesse Koops Roelien Linthorst Cito

Nadere informatie

Schoolzelfevaluatie met het Computerprogramma LOVS

Schoolzelfevaluatie met het Computerprogramma LOVS Primair en speciaal onderwijs Cito Volgsysteem Schoolzelfevaluatie met het Computerprogramma LOVS Groep 1 t/m 8 Maak uw beeld compleet met de module Schoolzelfevaluatie in het Computerprogramma LOVS! Schoolzelfevaluatie

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: december 2017

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: december 2017 1 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: december 2017 Inleiding Dit document wordt al enkele jaren gemaakt en bijgehouden door Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland (SBZW). De tabellen worden in

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: januari 2016 Inleiding Dit document wordt al enkele jaren gemaakt en bijgehouden door Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland (SBZW). De tabellen worden in heel

Nadere informatie

Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader

Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader Cito Primair onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs Meting taal en rekenen 2010 Tweede meting: een indicatie van leerprestaties in termen van het referentiekader Meting taal en rekenen

Nadere informatie

Doelen stellen. Team. Leerlingvolgsysteem Groepsplan Doelen

Doelen stellen. Team. Leerlingvolgsysteem Groepsplan Doelen Leerlingvolgsysteem Groepsplan Doelen Team Doelen stellen Tussen scholen bestaan grote verschillen. Daarom zitten er ook grote verschillen in de doelen die scholen nastreven. Een gemiddelde vaardigheidsscore

Nadere informatie

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau 2F. Handleiding digitale toetsafname

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau 2F. Handleiding digitale toetsafname Leestoets Nederlands Afsluitende toets niveau 2F Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2012) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Uw kind duidelijk in beeld

Uw kind duidelijk in beeld Primair en speciaal onderwijs Cito Volgsysteem Uw kind duidelijk in beeld Informatiefolder voor ouders Uw kind duidelijk in beeld Informatiefolder voor ouders Om de ontwikkeling van uw zoon of dochter

Nadere informatie

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6 Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste

Nadere informatie

Stijn Jansegers - Vrije Basisschool De Leertrommel Opwijk 1

Stijn Jansegers - Vrije Basisschool De Leertrommel Opwijk 1 Op verkenning door de nieuwe AVI-procedure oude AVI-bepaling vervangen door nieuw systeem technische leesontwikkeling van leerlingen veel beter volgen nauwkeuriger meetresultaat belangrijke tijdswinst

Nadere informatie

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau B2. Handleiding digitale toetsafname

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau B2. Handleiding digitale toetsafname Leestoets Nederlands Afsluitende toets niveau B2 Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2010) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen

Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen cursusboek2009.book Page 117 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen rekenen-wiskunde Cito, Arnhem / Universiteit Leiden 1 inleiding In 2008 is voor het onderdeel Rekenen-Wiskunde

Nadere informatie

Toetsen Begrijpend lezen Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS)

Toetsen Begrijpend lezen Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS) Toetsen Begrijpend lezen Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS) Opbouw Info over Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS) Info over de toetsen Speciale leerlingen Vernieuwing bij toetsen Begrijpend

Nadere informatie

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/)

filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) SLO oktober 2009 filmpje bewindslieden (http://www.taalenrekenen.nl/) Achtergrond Nederland heeft een goed onderwijssysteem. Maar, er is maatschappelijke zorg over de kwaliteit van het reken- en taalonderwijs.

Nadere informatie

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: LOVS Cito. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: LOVS Cito. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken HANDREIKING Opbrengstgericht werken Overzichten van toetsresultaten: LOVS Cito PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn te vinden

Nadere informatie

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren?

Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Wat betekent het twee examens aan elkaar te equivaleren? Op grond van de principes van eerlijkheid en transparantie van toetsing mogen kandidaten verwachten dat het examen waarvoor ze opgaan gelijkwaardig

Nadere informatie

Betreft: Aanpassing normen LVS-toetsen van Cito. Beste ouders, verzorgers,

Betreft: Aanpassing normen LVS-toetsen van Cito. Beste ouders, verzorgers, Betreft: Aanpassing normen LVS-toetsen van Cito. Beste ouders, verzorgers, In januari/februari en juni neemt uw school Cito LVS-toetsen af bij uw kind. Met ingang van het schooljaar 2013/2014 heeft Cito

Nadere informatie

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: juli 2016

Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: juli 2016 Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS versie: juli 2016 Inleiding Dit document wordt al enkele jaren gemaakt en bijgehouden door Schoolbegeleiding Zaanstreek Waterland (SBZW). De tabellen worden in heel

Nadere informatie

Uw kind duidelijk in beeld

Uw kind duidelijk in beeld Primair en speciaal onderwijs Cito Volgsysteem Uw kind duidelijk in beeld Informatiefolder voor ouders Uw kind duidelijk in beeld Informatiefolder voor ouders Om de ontwikkeling van uw zoon of dochter

Nadere informatie

De nieuwe AVI-toetsen en AVI-bepalingen

De nieuwe AVI-toetsen en AVI-bepalingen De nieuwe AVI-toetsen en AVI-bepalingen Het leren lezen van kinderen begint met een goede technische leesvaardigheid. Dit is een essentiële voorwaarde voor begrijpend lezen. Het is belangrijk dat kinderen

Nadere informatie

Bijeenkomst Taalweb Referentieniveaus

Bijeenkomst Taalweb Referentieniveaus Referentiekader Bijeenkomst Taalweb 14-11-11 Referentieniveaus Steunpunt PO steunpuntpo@poraad.nl 030-3100940 Referentieniveaus Domeinen taalvaardigheid Mondelinge taalvaardigheid gesprekken luisteren

Nadere informatie

Luistertoets Nederlands

Luistertoets Nederlands Luistertoets Nederlands Afsluitende toets niveau 2F Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2012) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken 1. Early Warning

Opbrengstgericht werken 1. Early Warning Opbrengstgericht werken 1 Early Warning 1 Vooraf: deze notitie vervangt de notitie Opbrengstgericht werken van december 2010 1. Strategisch beleidsplan Al enkele jaren werken we met een Early Warning System

Nadere informatie

Samenvatting Balans van het reken-wiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 5

Samenvatting Balans van het reken-wiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 5 Primair onderwijs Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau Samenvatting Balans van het reken-wiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 5 PPON-reeks nummer 51 Samenvatting In mei/juni 2011 is

Nadere informatie

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009

Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo. Kenmerk. Datum november 2009 Onderwerp Vooronderzoek en vrije afnames van diagnostische toetsen taal en rekenen Resultaten mbo Kenmerk Datum november 2009 Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling / KvK 09103470 1 Inleiding

Nadere informatie

Rekenen/wiskunde. Diagnostische toets rekenen niveau X2 en Y1. Handleiding digitale toetsafname

Rekenen/wiskunde. Diagnostische toets rekenen niveau X2 en Y1. Handleiding digitale toetsafname Rekenen/wiskunde Diagnostische toets rekenen niveau X2 en Y1 Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2008) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Optimaal zicht op spelling

Optimaal zicht op spelling Cito Spelling LVS Team Werken met de LVS-toetsen en hulpboeken Optimaal zicht op spelling Kim heeft midden groep 5 bij de LVS-toets Spelling een vaardigheidsscore gehaald van 122. Haar leerkracht weet

Nadere informatie

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b)) Met behulp van onderstaande opdracht kun je met behulp

Nadere informatie

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: ESIS Webbased. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: ESIS Webbased. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken HANDREIKING Opbrengstgericht werken Overzichten van toetsresultaten: ESIS Webbased PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Marian Hickendorff & Jan Janssen Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode De LOVS-toetsen rekenen-wiskunde

Nadere informatie

Rekenen. Afsluitende toets niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname

Rekenen. Afsluitende toets niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname Rekenen Afsluitende toets niveau 3F Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2010) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van

Nadere informatie

Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen

Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen Categorieënanalyse bij de LOVStoetsen rekenen-wiskunde J. Janssen & M. Hickendorff Cito, Arnhem / Universiteit Leiden 1 inleiding In 2008 is voor het onderdeel Rekenen-Wiskunde een nieuwe rapportagevorm

Nadere informatie

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito

Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito cursusboek2009.book Page 131 Thursday, March 30, 2017 3:23 PM Het LOVS rekenen-wiskunde van het Cito - de invloed van contexten in groep 3, 4 en 5 - Universiteit Leiden / Cito Arnhem 1 inleiding en methode

Nadere informatie

Groepsniveau. Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS

Groepsniveau. Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS Groepsniveau Tabellen tussenopbrengsten Inhoud 1. Inleiding 3 1.1. Interpretatie toetscores. 4 2. Technisch lezen 5 2.1. DMT (versie 2009) 5 2.1.1. A t/m E 5 2.1.2. I t/m V 6 2.2. Technisch lezen vanaf

Nadere informatie

Luistertoets Nederlands

Luistertoets Nederlands Luistertoets Nederlands Niveau B1 Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2010) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van

Nadere informatie

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau B1. Handleiding digitale toetsafname

Leestoets Nederlands. Afsluitende toets niveau B1. Handleiding digitale toetsafname Leestoets Nederlands Afsluitende toets niveau B1 Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2008) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken Kansen en valkuilen. Panama conferentie. Guuske Ledoux Kohnstamm Instituut, UvA 19 januari Inhoud

Opbrengstgericht werken Kansen en valkuilen. Panama conferentie. Guuske Ledoux Kohnstamm Instituut, UvA 19 januari Inhoud Opbrengstgericht werken Kansen en valkuilen Panama conferentie Guuske Ledoux Kohnstamm Instituut, UvA 19 januari 2011 Inhoud Achtergronden en omschrijving Wat doen scholen al? Voordelen Vormen van analyse

Nadere informatie

Uw brief van. 10 februari 2006

Uw brief van. 10 februari 2006 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 6 maart 2006 PO/KO/06/9735 Uw brief van 10 februari 2006 Uw kenmerk 2050607850 Onderwerp

Nadere informatie

Rekenen Wiskunde. Balans van het rekenwiskundeonderwijs. einde van de basisschool 3. Uitkomsten van de derde peiling in 1997

Rekenen Wiskunde. Balans van het rekenwiskundeonderwijs. einde van de basisschool 3. Uitkomsten van de derde peiling in 1997 Balans van het rekenwiskundeonderwijs aan het einde van de basisschool 3 Uitkomsten van de derde peiling in 1997 Jan Janssen Frank van der Schoot Bas Hemker Norman Verhelst Rekenen Wiskunde Cito Instituut

Nadere informatie

Taal peilingen door de jaren heen

Taal peilingen door de jaren heen 25 Jaar peilingsonderzoek in Nederland: Taal peilingen door de jaren heen Werkseminarie Nederlands Gent, 9 december Dr Bas Hemker, Psychometric Research Centre, CITO In deze presentatie Een korte beschrijving

Nadere informatie

Peiling van de rekenvaardigheid en de taalvaardigheid in jaargroep 8 en jaargroep 4 in 2008

Peiling van de rekenvaardigheid en de taalvaardigheid in jaargroep 8 en jaargroep 4 in 2008 Cito Primair onderwijs Peiling van de rekenvaardigheid en de taalvaardigheid in jaargroep 8 en jaargroep 4 in 2008 Jaarlijks Peilingsonderzoek van het Onderwijsniveau - Technische rapportage B.T. Hemker

Nadere informatie

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af. Leerlingvolgsysteem. Leerkrachten volgen de ontwikkeling van de kinderen in hun groep nauwgezet. Veel methoden die wij gebruiken, leveren toetsen die wij afnemen om vast te stellen of het kind de leerstof

Nadere informatie

Leestoets Engels. Afsluitende toets niveau A2. Handleiding digitale toetsafname

Leestoets Engels. Afsluitende toets niveau A2. Handleiding digitale toetsafname Leestoets Engels Afsluitende toets niveau A Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (014) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

Nadere informatie

24 april 2008 PO/Kwaliteit/3518

24 april 2008 PO/Kwaliteit/3518 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Den Haag Ons kenmerk 24 april 2008 PO/Kwaliteit/3518 Onderwerp Toetsen en verantwoorden in het basisonderwijs Bijlage(n)

Nadere informatie

Toetsen Begrijpend lezen

Toetsen Begrijpend lezen Toetsen Begrijpend lezen Wat staat er eigenlijk? Voor veel leerlingen gaat er een wereld open als ze begrijpend leren lezen. Zelf kunnen analyseren wát een schrijver precies zegt, voor wíe en met wélk

Nadere informatie

Het Almeerse basisonderwijs

Het Almeerse basisonderwijs dit is een LEA plus project -www.lea.almere.nl- -Dit is een LEA plus project-www.leaplusalmere.nl Het Almeerse basisonderwijs Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2012/2013 Januari 2014 Gemeente Almere, Onderzoek

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer :

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. : De Toermalijn. Onderzoeksnummer : RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK School : De Toermalijn Plaats : Arnhem BRIN-nummer : 15XH Onderzoeksnummer : 104068 Datum schoolbezoek : 18 maart 2008 Concept datum : 21 mei 2008 Datum vaststelling

Nadere informatie

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland?

Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? 13 2. Wat kennen en kunnen achtstegroepers in Nederland? HOODSTUK 2 Hoe leerlingen presteren op de Centrale Eindtoets, geeft informatie over het niveau

Nadere informatie

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Leerstofoverzicht Lezen in beeld Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep

Nadere informatie

Luistertoets Engels. Afsluitende toets niveau A2. Handleiding digitale toetsafname

Luistertoets Engels. Afsluitende toets niveau A2. Handleiding digitale toetsafname Luistertoets Engels Afsluitende toets niveau A2 Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2012) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken.

Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken. Goed, vlot en begrijpend lezen blijft één van de belangrijkste doelen die een leerling gedurende zijn of haar schoolloopbaan moet bereiken. Daarom hechten wij er dan ook veel belang aan dat dit op een

Nadere informatie

Stap 1 Toetsen Leestechniek en Leestempo (Toetsen Technisch lezen)

Stap 1 Toetsen Leestechniek en Leestempo (Toetsen Technisch lezen) Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs Guimardstraat 1, 1040 BRUSSEL OVER AVI (ANALYSE VAN INDIVIDUALISERINGSVORMEN) Bart Masquillier 2009-02-02 Ongetwijfeld viel er ook bij jou op school een

Nadere informatie

Woordenschat: de basis van alles

Woordenschat: de basis van alles Woordenschat 3.0 Gebaseerd op de BasiLex-woordenlijst Eén toetspakket voor groep 3 tot en met 8 Ontwikkeld in samenwerking met scholen Nu ook met contextopgaven Combineren van losse toetsdelen mogelijk

Nadere informatie

de bentetop Kwaliteitszorg Evaluatie jaarplannen op hoofdlijnen

de bentetop Kwaliteitszorg Evaluatie jaarplannen op hoofdlijnen de bentetop Resultaten 2016-2017 en plannen 2017-2018 De Bentetop In dit document leggen we openbare verantwoordelijkheid af aan de belanghebbenden betreffende de gerealiseerde onderwijskwaliteit en de

Nadere informatie

Balans van het wereldoriëntatie-onderwijs aan het einde van de basisschool 2

Balans van het wereldoriëntatie-onderwijs aan het einde van de basisschool 2 PPON-reeks nr. 12 PERIODIEKE PEILING VAN HET ONDERWIJSNIVEAU Balans van het wereldoriëntatie-onderwijs aan het einde van de basisschool 2 Uitkomsten van de tweede peiling wereldoriëntatie einde basisschool

Nadere informatie

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013 Perspectief op de ontwikkeling van kinderen.. als kijken in een glazen bol? Wat is het ontwikkelingsperspectief?

Nadere informatie

Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn 3 10-11-2014

Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn 3 10-11-2014 Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn 3 10-11-2014 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 2 2. WINTERSIGNALERING... 3 3. ZOMERSIGNALERING... 6 4. CONCLUSIES... 9 1 1. Inleiding Inleiding Bureau ICE

Nadere informatie

Een Europees Referentiekader voor talenexamens. Een utopie?

Een Europees Referentiekader voor talenexamens. Een utopie? Een Europees Referentiekader voor talenexamens Een utopie? José Noijons VLoD 34. Jahreshochschultagung 07.11.2008 Stichting CITO Instituut voor Toetsontwikkeling 1 Europees Referentiekader (ERK) Ontwikkeld

Nadere informatie

Voorstel taal- en rekenbeleid [school]

Voorstel taal- en rekenbeleid [school] Inleiding Landelijk Op 27 april 2010 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel 'Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen' aangenomen. Het wetsvoorstel treedt op 1 augustus 2010 in werking. De kern van

Nadere informatie

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 3

Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 3 Balans van het Engels aan het einde van de basisschool 3 Uitkomsten van de derde peiling in 2006 Karin Heesters Marion Feddema Frank van der Schoot Bas Hemker Engelse taal PPON-reeks nummer 37 Periodieke

Nadere informatie

Rekenen. Afsluitende toets niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname

Rekenen. Afsluitende toets niveau 3F. Handleiding digitale toetsafname Rekenen Afsluitende toets niveau 3F Handleiding digitale toetsafname Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling Arnhem (2014) Niets uit dit werk mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van

Nadere informatie

te onderzoeken welke verschillen er bestaan tussen groepen leerlingen en hoe groot die verschillen zijn;

te onderzoeken welke verschillen er bestaan tussen groepen leerlingen en hoe groot die verschillen zijn; Stefanootje Jaargang 10, nummer 17, 29-05-2008 Uitgegeven door: BS St. Stefanus Wijnandsrade reacties: stefanootje@bs-stefanus.nl Peilingsonderzoek geschiedenis en aardrijkskunde 2008 Het project Periodieke

Nadere informatie

Begrijpend lezen 3.0. Groep 5. ook met voorspelopgaven sluit aan bij het onderwijs van nu integratie toetsen voor speciale leerlingen

Begrijpend lezen 3.0. Groep 5. ook met voorspelopgaven sluit aan bij het onderwijs van nu integratie toetsen voor speciale leerlingen Primair en speciaal onderwijs Cito Volgsysteem Begrijpend lezen 3.0 Groep 5 ook met voorspelopgaven sluit aan bij het onderwijs van nu integratie toetsen voor speciale leerlingen Nieuwe toetsen Begrijpend

Nadere informatie

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: Dotcomschool. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

HANDREIKING. Overzichten van toetsresultaten: Dotcomschool. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken HANDREIKING Opbrengstgericht werken Overzichten van toetsresultaten: Dotcomschool PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht Werken zijn te

Nadere informatie

Leerrendementenoverzicht van LOVS toetsen

Leerrendementenoverzicht van LOVS toetsen van LOVS toetsen Opbrengstgericht werken betekent dat doelen worden geformuleerd voor het (gewenste) prestatieniveau van een leerling, een groep of de school. Veelal worden hiervoor vaardigheidsscores

Nadere informatie

Beste ouders/verzorgers,

Beste ouders/verzorgers, 13 januari 2017 weeknieuws 17 Basisschool/Kindcentrum Stadskwartier Catharinastraat 7, 9 en 13 7941 JD Meppel 0522 251076 Pluskinderopvang 0615267632 directie@kcstadskwartier.nl www.pcbs-stadskwartier.nl

Nadere informatie

Leerlingniveau. Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS

Leerlingniveau. Tabellen tussenopbrengsten CITO LOVS Leerlingniveau Tabellen tussenopbrengsten Inhoud 1. Inleiding 4 1.1. Interpretatie toetscores. 5 2. Technisch lezen 6 2.1. DMT (versie 2009) 6 2.1.1. A t/m E 6 2.1.2. I t/m V 7 2.2. Technisch lezen vanaf

Nadere informatie

Opbrengstgericht werken (OGW)

Opbrengstgericht werken (OGW) Opbrengstgericht werken (OGW) Doelen stellen op groeps- en schoolniveau met Cito-toetsen. Hoe doe je dat? Inleiding Binnen het onderwijs speelt evalueren continu een rol. Daarbij wordt gebruik gemaakt

Nadere informatie

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteits zijn te vinden op www.taalpilots.nl en www.rekenpilots.nl. De rubriek implementatiekoffer

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Leerrendementenoverzicht van LVS toetsen

Leerrendementenoverzicht van LVS toetsen van LVS toetsen Opbrengstgericht werken betekent dat doelen worden geformuleerd voor het (gewenste) prestatieniveau van een leerling, een groep of de school. Veelal worden hiervoor vaardigheidsscores gebruikt.

Nadere informatie

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2

2003/2004 S C H R I J V E N E X A M E N I I. Voorbeeldexamen. Beoordelingsvoorschriften. Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 S C H R I J V E N Voorbeeldexamen E X A M E N I I 2003/2004 Beoordelingsvoorschriften Staatsexamen Nederlands als tweede taal NT 2 Inhoudsopgave 1 Scores voorbeeldexamen Schrijven II 4 2 Aanwijzingen

Nadere informatie

HANDREIKING. Opbrengstgericht werken en ParnasSys: Overzichten van toetsresultaten. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

HANDREIKING. Opbrengstgericht werken en ParnasSys: Overzichten van toetsresultaten. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken HANDREIKING Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken en ParnasSys: Overzichten van toetsresultaten PO Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs zoals deze Kwaliteitskaart Opbrengstgericht

Nadere informatie

Programma. Schaalconstructie. IRT: moeilijkheidsparameter. Intro: Het model achter het LOVS Mogelijkheden die het model biedt voor interpretatie

Programma. Schaalconstructie. IRT: moeilijkheidsparameter. Intro: Het model achter het LOVS Mogelijkheden die het model biedt voor interpretatie Programma LOVS Rekenen-Wiskunde Inhoud, rapportage en invloed van en Intro: Het model achter het LOVS Mogelijkheden die het model biedt voor interpretatie Marian Hickendorff Universiteit Leiden / Cito

Nadere informatie

HANDREIKING. Heldere overzichten van toetsresultaten als basis voor gesprek. Inleiding. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken

HANDREIKING. Heldere overzichten van toetsresultaten als basis voor gesprek. Inleiding. Dwarsdoorsnede. Opbrengstgericht werken HANDREIKING Opbrengstgericht werken Heldere overzichten van toetsresultaten als basis voor gesprek PO Inleiding In deze kaart zal algemene informatie gegeven worden over de meest relevante overzichten

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK SAMSAM School : Samsam Plaats : Rotterdam BRIN-nummer : 18ZH Onderzoeksnummer : 89409 Datum schoolbezoek : 27 november 2006 Datum vaststelling : 26 maart 2007. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Het Almeerse basisonderwijs

Het Almeerse basisonderwijs dit is een LEA plus project -www.lea.almere.nl- -Dit is een LEA plus project-www.leaplusalmere.nl Het Almeerse basisonderwijs Monitor Taal, Lezen en Rekenen 2013/2014 April 2015 Gemeente Almere, Onderzoek

Nadere informatie

De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde

De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde De kwaliteit van het onderwijs in rekenen en wiskunde A.H. Corporaal Inspectie van het Onderwijs 1 inleiding Ongeveer een jaar voordat het PPON-onderzoek werd uitgevoerd waarover kortelings is gerapporteerd

Nadere informatie

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 en 2 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde

Nadere informatie

De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over

De leerling heeft in groep 6 t/m 8 op de toetsen die deel uitmaken van het leerlingvolgsysteem over ADVIESWIJZER VOOR PLAATSING IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS Inleiding Het Primair en Voortgezet Onderwijs in Noord-Kennemerland hebben samen besloten om de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Standaarden voor kerndoelen basisonderwijs : de ontwikkeling van standaarden voor kerndoelen basisonderwijs op basis van resultaten uit peilingsonderzoek van der

Nadere informatie

PPON Rekenen-Wiskunde einde basisonderwijs

PPON Rekenen-Wiskunde einde basisonderwijs Periodieke Peiling van het Onderwijsniveau nummer 22 mei 2013 PPON Rekenen-Wiskunde einde basisonderwijs In 2011 is voor het vak Rekenen-Wiskunde een peilingsonderzoek uitgevoerd. We onderzochten het onderwijsaanbod

Nadere informatie

Leerrendementenoverzicht van LOVS toetsen

Leerrendementenoverzicht van LOVS toetsen van LOVS toetsen Wilt u doelen formuleren voor leerlingen of groepen? Het leerrendementenoverzicht is hierbij een handig hulpmiddel. De tabellen zijn gebaseerd op de normeringstabellen van Cito. Analyseren

Nadere informatie