Tweede Kamer der Staten Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar Korte opleidingen in het MDGO Nr. 2 NOTITIE Inleiding 2. Beleidscriteria voor ontwikkeling van korte M DGO-opleidingen 2.1. Beleidscriteria Kort-MDGO: algemeen Potentiële onderwijsvraag Potentiële arbeidsvraag Kenmerken van Kort-MDGO Specifieke opleidingen Kort-MDGO. S 3.1. Inleiding Uitbreiding van de opleiding KMBO-verzorging Opleiding civiel- en consumptief-technisch assistent Opleiding sportleider Opleiding kledingassistent Opleiding sterilisatie-assistent Uiterlijke verzorging Financiële effecten Kort-MDGO Huidige leerlingstromen Potentieel voor korte opleidingen Financiële gevolgen Stappenschema/procedure inzake overleg en beleidsontwikkeling korte M DGO-opleidingen Vragen aan de OOVO-werkgroep Algemeen Specifieke vragen F SDU uitgeverij's Gravenhaga 1989 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2

2 1. Inleiding Tot de doelstelling van de herstructurering van het toenmalige MHNO en SPO tot MDGO behoorde o.a. het ontwikkelen van 2-jarige beroepsopleidingen binnen de nieuwe 3-jarige MDGO-opleidingen. De ontwikkeling van 2-jarige opleidingen heeft niet plaatsgevonden onder meer omdat de toenmalige stuurgroep herstructurering MHNO/MSPO na onderzoek bij de relevante werkorganisatie concludeerde, dat geen kwalificatieniveau in het beroepenveld kan worden aangewezen waarvoor een 2-jarige dagopleiding toereikend is. Om die reden is overigens ook in het Kort-MBO de ontwikkeling van korte opleidingen ten behoeve van de DGO-sector achtergebleven bij die voor de andere MBO-sectoren. Toch werd het ontbreken van voldoende korte opleidingsmogelijkheden in de DGO-sector als een gemis ervaren, met name vanuit de perspectieven van het LHNO, dat immers per werd geconfronteerd met een zekere verzwaring van de toelaatbaarheidsvoorwaarden vanuit het nieuwe MDGO. Bij brief van 11 februari 1984 verzocht de staatssecretaris van 0. en W. dan ook aan de toenmalige ARVO-II haar te adviseren over het verbeteren van de beroepsopleidingsmogelijkheden voor meisjes in het Kort-MBO. De ARVO-II diende in haar advies aandacht te schenken o.a. aan de mate waarin het bestaande aanbod van beroepsopleidingen in dezen voldoet of dient te worden uitgebreid. Daarbij was in het bijzonder het antwoord van belang op de vraag «of het zinvol en mogelijk is in het MDGO nieuwe beroepsopleidingen met een Kort-MBO-karakter voor meisjes te beginnen». De ARVO-II bracht op advies-4 uit over «De LHNO-leerlingen in het volle tijds beroepsonderwijs». Vanuit de invalshoek van de positie van de LHNO-leerlingen doet de ARVO-II o.a. de aanbeveling binnen het MDGO zodanige beroepsopleidingen voor UV, voor assistenten sport- en recreatieleider, vcor ziekenverzorgende en voor assistenten mode en kleding te ontwikkelen binnen het MDGO, dat de Kort-MBO-doelgroep zich daardoor weet aangesproken. Ongeveer tezelfder tijd werd vanuit SZW geadviseerd eventuele nieuwe Kort-MBO opleidingen toe te wijzen vooral voor die opleidingsbehoeftes, die traditioneel niet of onvoldoende door het leerlingwezen worden gedekt, hetgeen leidde tot prioriteit voor verzorgende beroepen en horeca. Ook de inspectie LBO pleitte voor uitbreiding van het Kort-MBO/BO en wel in de richting van textiel, mode en kleding, assistent civiele diensten en verzorgingsassistent. Bij brief van 27 september 1985 heeft de staatssecretaris ARVO-II geantwoord dat zij in beginsel positief stond tegenover haar voorstellen met uitzondering van de opleiding voor ziekenverzorgende, en dat zij de APVO-II zou vragen uitwerkingsvoorstellen voor de start van deze opleidingen te maken. Daarna zouden concrete voorstellen in het overleg met het onderwijsveld worden ingebracht. Na het verschijnen van de Hoofdlijnennotitie SVM in november 1986 werd de problematiek inzake het ontbreken van korte opleidingen in de DGO-sector in het SVM-perspectief geplaatst, met name in het perspectief van de doelstelling van verbreding van het opleidingsaanbod door middel van een institutionele en programmatische integratie van het huidige MBO en Kort-MBO tezamen. De mate waarin een verbreding van het onderwijsaanbod tot stand kan komen wordt echter in hoge mate bepaald door het huidige onderwijsaanbod van MBO en Kort-MBO tezamen. Van belang hierbij is voorts dat inmiddels sprake is van een aanzienlijke uitval van leerlingen in het MDGO, deels doordat leerlingen tussentijds een arbeidsplaats aanvaarden maar ook omdat de 3-jarige MDGO-opleidingen voor een deel van de leerlingenpopulatie te zwaar blijkt te zijn. Voorts, dat een deel van de doelgroep, die thans de Intas Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 2

3 bezoekt meer gebaat is met een korte beroepsopleiding. Bij brief van 9 maart 1987 aan de toenmalige APVO-II vroeg de Staatssecretaris om een advies over mogelijkheden tot verbreding van het opleidingsaanbod van het MDGO. Met name werd de aandacht van de APVO-II gevraagd voor de invoering van korte opleidingen, die zijn afgeleid van lange opleidingen, de mogelijkheden van nieuwe opleidingen, eventuele equivalenten van leerlingwezenopleidingen, alsmede voor integratie van bestaande opleidingen. Daarbij wordt in het bijzonder ook aan de Intas in relatie tot de O/S-programma's van het Kort MBO enerzijds en de korte opleidingen anderzijds gedacht. De advisering diende vergezeld te gaan van de resultaten van een haalbaarheidsonderzoek, waarvan aspecten o.a. zijn de behoefte van de arbeidsmarkt en van de onderwijsvragenden. Deze adviesaanvrage aan de APVO-II is door de ARVO overgenomen. De ARVO bracht op 24 mei 1988 haar advies uit, getiteld «Korte opleidingen in het MDGO gevraagd». In de hieronder volgende paragrafen wordt een eerste, voorlopige reactie op de voorstellen geformuleerd. In 2 van deze notitie wordt nader ingegaan op de beleidscriteria, die de ARVO in de hoofdstukken 4 en 5 van haar advies met betrekking tot de korte opleidingen heeft geformuleerd, terwijl in 3 een reactie wordt gegeven op de specifieke voorstellen zoals vermeld in hoofdstuk 6 van het ARVO-advies. In 4 van de notitie wordt een beeld gegeven van de te verwachten financiële effecten van de introductie van korte opleidingen in de DGO-sector. Een en ander resulteert in een aantal vragen, gericht aan het bedrijfstakgewijze overleg voor de sector welzijn en gezondheidszorg respectievelijk de OOVO-werkgroep, die in de slotparagraaf 6 van de notitie zijn geformuleerd. Paragraaf 5 van de notitie bevat een tijdpad/stappenschema inzake overleg en beleidsontwikkelingen korte MDGO-opleidingen. 2. Beleidscriteria voor ontwikkeling van korte MDGO-opleidingen 2.1. Beleidscriteria Kort-MDGO: algemeen De ARVO onderscheidt drie criteria voor de beleidsafweging inzake de ontwikkeling van korte MDGO-opleidingen, nl.: * potentiële onderwijsvraag * kwalitatieve en kwantitatieve arbeidsvraag * kenmerken van Kort-MDGO Per beleidscriterium worden naar aanleiding van de ARVO-advisering in deze paragraaf een aantal kanttekeningen geplaatst Potentiële onderwijsvraag voor Kort-MDGO De ARVO onderscheidt een aantal potentiële doelgroepen voor de MDGO-opleidingen. Van de genoemde doelgroepen zijn vanuit SVM-optiek met name de volgende categorieën van belang: * Ongediplomeerden 1e fase VO: deze groep behoort tot de traditionele Kort-MBO-doelgroepen en kan via een O/S-programma, verplicht voor elke SVM-school, tot een korte opleiding worden gebracht. Overigens dient daarbij te worden aangetekend, dat voor een belangrijk deel van deze potentiële leerlingenstroom een DGO-opleiding via CBO-kaders in casu een opleiding in het kader van het primaire leerling wezen een interessantere optie kan zijn dan een voltijdse beroepsopleiding. * LBO gediplomeerden niet toelaatbaar tot lange MDGO-opleidingen: gelet op de groepen die in het MDGO instromen zullen met name LHNO- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 3

4 en eventueel LEAO-gediplomeerden uit deze categorie behoefte hebben aan opleidingen Kort-DGO. * Uitvallers van lange MDGO-opleidingen: het creëren van een adequate leerweg voor deze categorie leerlingen verdient vanuit SVM-optiek prioriteit voor MDGO-opleidingen met een laag rendement, zoals de afdelingen SA, CCD, UV en MK, waar meer dan 1/3 van de leerlingen afhaakt voor het moment van diplomering (zie paragraaf ARVO-advies). Bij de verdere doelgroepen die de ARVO noemt kan men zich vanuit SVM-beleidsoverwegingen de vraag stellen in hoeverre sprake is van een categorie potentiële onderwijsvragenden voor kort, voltijds beroepsonderwijs. Leerlingen die toelaatbaar zijn tot lange MBO-opleidingen maar de voorkeur geven aan een korte opleiding, zijn uiteraard te zijner tijd toelaatbaar tot kort-mdgo, maar als doelgroep geen aanleiding voor een kwalitatieve uitbreiding van Kort-MDGO-opleidingen. De leeftijdsgrens voor toelating tot de huidige deeltijd c.q. inservice opleidingen ziekenverpleging en ziekenverzorging is inmiddels verlaagd. Dit is overigens in de discussie over de positie van de INTAS-opleiding in de SVM-operatie al aan de orde geweest. Ten aanzien van de opleidingsmogelijkheden van ethnische jongeren in het MBO is als uitgangspunt te hanteren dat vanuit het onderwijsbeleid voor culturele minderheden stimulansen voor onderwijsdeelname worden gegeven. De ondervertegenwoordiging in het MBO van ethnische jongeren waarvoor als belangrijkste oorzaak de gebrekkige vooropleiding wordt genoemd, dient vanuit een gecombineerde inzet van oriëntatie, schakeling, facilitering voor zogenaamde cumi-leerlingen en geschikte leerwegen te worden aangepakt. Daarbij kunnen korte MDGO-opleidingen van belang zijn voorzover ethnische jongeren niet voldoen aan de toelatingseisen van lange MBO-opleidingen c.q. eerder sprake zal zijn van uitval van deze leerlingen. De categorie herintredende vrouwen is vooral als een doelgroep voor specifiek CBO-cursorisch aanbod te beschouwen in het kader van beroepsgerichte volwasseneneducatie Potentiële arbeidsvraag Het belangrijkste punt in dit kader is de vraag of voor korte MDGO-opleidingen geschikte functies in het werkveld aanwezig zijn en zo ja in hoeverre. De ARVO heeft bij de advisering materiaal verzameld dat aanleiding geeft om het destijds afwijzende oordeel van de Stuurgroep Herstructurering MHNO/MSPO - na consultatie van werkveldorganisaties en betrokken scholen - ten aanzien van korte MDGO-opleidingen te herzien. Ten aanzien van de aanbevolen specifieke korte MDGO-opleidingen wordt aan het bedrijfstakgewijze overleg voor de sector welzijn en gezondheidszorg resp. OOVO-werkgroep gevraagd of en zo ja in hoeverre men gelet op de huidige ontwikkelingen in het werkveld op afzienbare termijn het oordeel van de ARVO deelt. Deze vraag wordt daarbij niet beperkt tot uitsluitend voltijdse Kort-MDGO-opleidingen. Voorzover - en wellicht bij voorkeur - deeltijdse varianten via het CBO-beleid t.w. leerlingwezen-opleidingen te ontwikkelen zijn, is een nadere uitspraak eveneens van belang Kenmerken van Kort-MDGO De ARVO-uitspraken over de kenmerken van korte MDGO-opleidingen kunnen vanuit SVM- en CBO-beleid onderschreven worden ten aanzien van: de situering van deze korte opleidingen; de inbouw van verworvenheden van het KMBO; de meervoudige kwalificatie, en Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 4

5 * de inhoudelijke koppeling van korte en lange opleidingen. Op een tweetal punten worden kanttekeningen geplaatst bij het ARVO-advies inzake de kenmerken van het Kort-MDGO, nl.: * De ARVO stelt voor het Kort-MDGO een breed functiebereik te geven door een basisprogramma van een jaar met in aansluiting hierop specifieke uitstroomdifferentiaties. Daarbij zou na het afstuderen in de ene differentiatie maximaal drie maanden scholing nodig zijn voor het kwalificeren in een andere differentiatie. Vanuit SVM- en CBO-beleid zal de keuze van het opleidingsmodel met het moment waarop specificering van leerwegen via uitstroomdifferentiaties plaatsvindt, afhankelijk gesteld moeten worden van het niveau van de eindtermen. De vraag rijst in hoeverre een opleidingstijd van de facto drie maanden voor een uitstroomdifferentiatie voldoende is om een niveau met entreemogelijkheden op de arbeidsmarkt te bereiken. Vanuit het oogpunt van civiele erkenning kan een basisprogramma van minder dan een jaar noodzakelijk zijn om opleidingstijd te winnen voor uitstroomdifferentiaties. * De ARVO spreekt een duidelijke voorkeur uit voor een ontwikkeling van deze opleidingen in het dag-onderwijs. Deze strikte uitspraak dient vanuit de huidige beleidsopvattingen over de ontwikkeling van het beroepsonderwijs genuanceerd te worden. Vanuit het bedrijfstakgewijs overleg onderwijs-bedrijfsleven kan - gelet op de werkveldontwikkelingen of op specifieke doelgroepen zoals ongediplomeerden uit de 1e fase VO en herintredende vrouwen - een voorkeur worden uitgesproken voor een gelijktijdige ontwikkeling van de voltijdse SVM-variant en de variant van het primair leerlingwezen c.q. te beginnen met de leerlingwezenopleiding. Wanneer een dergelijke benadering meer kansen op een adequate ontwikkeling van Kort-MDGO biedt, zal daaraan bij de verdere uitwerking van dit beleid niet voorbij worden gegaan. 3. Specifieke opleidingen Kort-MDGO 3.1. Inleiding De ARVO noemt een aantal specifiek te ontwikkelen en in te voeren opleidingen Kort-MDGO. Per mogelijke opleiding wordt in deze paragraaf puntsgewijs een eerste beleidsreactie geformuleerd Uitbreiding van de opleiding KMBO-verzorging Het voorstel van de ARVO behelst een uitbreiding van KMBO-VZ met twee differentiaties tot een opleiding Verzorgings- en vrijetijdsassistent met als differentiaties: * assistent-kinderwerker * assistent-bejaardenwerker Tevens dient de huidige differentiatie «civiele diensten» bij de te ontwikkelen opleiding civiel- en comsumptief-technisch assistent te worden ondergebracht. De ARVO-aanbeveling is om een aantal redenen niet overtuigend. Het verschil van de nieuwe differentiaties ten opzichte van de bestaande differentiaties «bejaardenhelpende» en «gezinshelpende» is naar potentiële leerinhouden en werkveldfuncties onduidelijk. Gelet op de eerdergenoemde beleidscriteria is een verdere ontwikkeling van KMBO-VZ niet een eerste prioriteit, nl.: * KMBO-VZ als korte opleiding is al sinds enige jaren beschikbaar zodat voor de beoogde doelgroepen adequaat opleidingsaanbod aanwezig is; * Het rendement van MDGO-VZ in vergelijking met andere Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 5

6 MDGO-opleidingen geeft geen aanleiding om grote nadruk te leggen op deze korte opleiding; * Er kan aan het ARVO-advies geen overtuigend argument ontleend worden, dat hier sprake is van een arbeidsvraag waaraan niet door het beschikbare opleidingsaanbod voldaan kan worden. Voorzover voor KMBO-VZ een onderwijsvraag bestaat waarvoor onder de huidige omstandigheden onvoldoende opleidingsaanbod beschikbaar is, zou gezien de overwegingen die de ARVO heeft genoemd, eerder moeten worden gedacht aan het leerlingwezen Opleiding civiel- en consumptief-technisch assistent * De ARVO stelt voor binnen de afdeling dienstverlening een korte opleiding civiel- en consumptief-technisch assistent in te voeren, mede gebaseerd op de differentiatie «civiele dienst» van de opleiding Kort-MBO-verzorging, doch met een basisprogramma van meer huishoudtechnische aard. De opleiding krijgt de volgende vier uitstroom-differentiaties: * schoonmaak-/onderhoudsassistent * voedingsassistent * assistent interne dienst * linnenassistent Vanuit SVM perspectief wordt deze aanbeveling positief beoordeeld. Het baseren van deze opleiding op een uitbouw van een Kort-MBO/VZ-differentiatie kan de ontwikkelingstijd bekorten en bijdragen aan het civiel effect van deze opleiding. Het rendement van de lange opleiding MDGO-CCD geeft aanleiding tot de ontwikkeling van een kortere opleidingsweg, terwijl tevens de verzamelde reacties uit werkveld en betrokken scholen wijzen op een behoefte aan deze opleiding Nieuwe opleiding sportleider Binnen de specifieke afdeling sport en bewegen stelt de ARVO voor een korte opleiding voor sportleider in te voeren. De potentiële onderwijsvraag voor deze opleiding is gezien de door ARVO vermelde feiten zeker aanwezig, waarbij de animo vanuit het onderwijsveld om aan deze vraag tegemoet te komen geïllustreerd wordt door de genoemde streekschool-opleiding in Rotterdam en het initiatief vanuit een aantal Kort-MBO projecten. De randvoorwaarde ten aanzien van invoering namelijk dat consensus met de betrokken sportbonden geboden is, is zeker noodzakelijk gelet op de arbeidsmarktperspectieven en op afstemming op het niveau van de bondsopleidingen. Eveneens zou onderzocht kunnen worden in hoeverre via samenwerking met de bondsopleidingen een leerlingwezenopleiding ontwikkeld kan worden Nieuwe opleiding kledingassistent Binnen de specifieke afdeling mode en kleding adviseert de ARVO tot een korte opleiding kledingassistent met drie uitstroomdifferentiaties: * naai- en veranderwerker * verkoopassistent kleding * produktiemedewerker confectie Op basis van een onderwijsvraag van LDGO-gediplomeerden, met name van de afdeling mode en kleding, kan er in beginsel ruimte zijn voor deze korte opleiding, terwijl tevens het rendement van de 3-jarige MK-opleiding een kortere en praktischer leerweg noodzakelijk maakt. De ARVO-motivering vanuit de potentiële arbeidsvraag is echter problematisch. Het opleiden voor niet-geregistreerd bedrijfsleven kan geen motief Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 6

7 zijn voor kwalitatieve uitbreiding van opleidingsaanbod. Een opwaarts verdringingseffect voor de lange MK-opleiding te bewerkstelligen met de introductie van een korte opleidingsvariant moet vanuit de werking van arbeidsmarktmechanismen als niet-realistisch worden beschouwd. De door de ARVO gesignaleerde onderbezetting van de beschikbare opleidingscapaciteit in verwant leerlingwezen doet de vragen rijzen in hoeverre deze opleidingsweg aantrekkelijker kan worden gemaakt voor potentiële deelnemers Opleiding sterilisatie-assistent Binnen de specifieke afdeling assisterende beroepen in de gezondheidszorg stelt de ARVO een opleiding sterilisatie-assistent voor. Op basis van de omschreven beleidscriteria wordt dit voorstel niet overgenomen. De ARVO constateert terecht dat deze opleiding zeer smal is. Deze functiegerichtheid te compenseren door meer nadruk te leggen op de doorstroom-kwalificatie doet afbreuk aan het karakter van initiële beroepsopleiding van korte MBO-opleidingen, terwijl een drempelloze instroom - maatgevend voor Kort-MBO - vanuit het onderwijsveld als niet waarschijnlijk wordt beschouwd Uiterlijke verzorging De ARVO is van mening dat meer dan tot nu toe het geval is, korte opleidingen binnen de afdeling uiterlijke verzorging gerealiseerd moeten worden. Het ARVO-advies wordt in zoverre gevolgd, dat in aansluiting op het afdelingsleerplan UV, dat de SLO in 1988 op basis van bijdragen van o.a. de Log-UV heeft uitgebracht, dezerzijds wordt ingestemd met de verdere ontwikkeling van de 2-jarige studierichting bediende dames- en herenkapper en de 2-jarige studierichting ondernemer voetverzorgingsbedrijf (+ ondernemer detailhandelaar). 4. Financiële effecten Kort-MDGO 4.1. Huidige leerlingstromen De potentiële onderwijsvraag voor het Kort-MDGO wordt met name verwacht vanuit de volgende doelgroepen: * ongediplomeerden uit de 1e fase die geen vorm van voltijds- of deeltijdonderwijs volgen. * LHNO-gediplomeerden niet toelaatbaar zijn tot lang vervolgonderwijs en daarom kiezen voor Kort-MBO, Vormingswerk of leerlingwezen. * de huidige uitvallers uit het lang MDGO die een andere leerweg prefereren. Op basis van de Onderwijsmatrix 1984 kan bij een deel van deze leerlingstromen in beeld worden gebracht: Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 7

8 Uitstroom uit vwo/havo/mavo lagere trap en lager beroepsonderwijs naar bestemming, 1984 Totaal w.v. in 1984/85 bud ander voort- gezet onderwijs lagere trap vwo/havo hogere trap mbo hbo geen w v. voltijdon- beroeps- overig geen derwijs deeltijd onderwijs totaal onderwijs begeleidend onderwijs absoluut % jongens vwo, havo, mavo, lagere trap i zonder diploma * met diploma lager beroepsonderwijs zonder diploma ' _ met diploma meisjes vwo/havo/mavo lagere trap zonder diploma ' met diploma lager beroepsonderwijs zonder diploma " met diploma incl. participatie-onderwijs, vormingswerk en deeltijd kmbo De problematiek van het ontbreken van een adequaat vervolgonderwijsaanbod voor de uitstroom van de 1e fase blijkt zich zowel bij jongens als bij meisjes te concentreren op het LBO. Voor uitvallers uit de 1e fase v.o. blijkt een sterke nadruk te liggen op het deeltijd-onderwijs als vervolg-school loopbaan. Voor de specifieke doelgroep van het MDGO, de uitstroom uit het LBO met name het LHNO en LEAO blijkt dat ca. 20% van de ongediplomeerde uitstroom geen vorm van onderwijs meer volgt en dat ca. 15% van de gediplomeerde uitstroom eveneens het onderwijs volledig verlaat. Het gaat hierbij om een totaal van ca leerlingen. Specifiek bij de uitval uit het MDGO is een aantal kanttekeningen te plaatsen: * De cijfers opgeleverd door de ARVO c.q. Inspectie geven aan dat de uitval per afdeling sterk uiteen kan lopen. De uit 1986 daterende cijfers van ARVO/inspectie corresponderen grosso modo met de interne O. en W. gegevens over dat jaar. Over 1987 blijkt bij bepaalde afdelingen rendementsherstel in termen van verminderde uitval (zie bijlage doorstroom matrix MDGO). Ook blijkt dat afdelingen die in 1986 relatief «goed scoorden» het in 1987 «minder» hebben gedaan. Ter vergelijking de volgende gegevens, geselecteerd op MDGO-afdelingen met een hoog uitvalpercentage (hoger dan 30%) O en W. ARVO/inspectie en W SA 49% 43% 38% CCD 41% 41% 36% UV 39% 39% 39% MK 40% 38% 29% AW 36% 34% 22% AG 33% 32% 26% Gelet op het feit dat de eerste instroom in het MDGO pas in 1984 plaatsvond, het MDGO werd per ingevoerd, is een eindconclusie met betrekking tot de trends in het MDGO moeilijk te trekken. Een meer verantwoord beeld kan eerst worden verkregen na verwerking van de gegevens over 1988 (dec. 1988). Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 8

9 4.2. Potentieel voor korte opleidingen Een voorlopige inschatting van de financiële gevolgen kan worden gemaakt op basis van een aantal aannames over de te verwachten verschuivingen in de leerlingstromen. Een verfijning van deze financiële similatie vraagt onderzoek en bovendien een extra jaar leerlinggegevens ter aanvulling van de instroom/doorstroom matrix van het MDGO (beschikbaar december 88). De potentiële doelgroep is te onderscheiden in 3 categorieën t.w. - uitstromers uit de eerste fase (LHNO en LEAO) die geen onderwijs meer volgen ± 20% zonder diploma 1600 ± 15% met diploma uitvallers uit de tweede fase welke wel zijn gekwalificeerd voor MBO-onderwijs maar waarvoor gelet op de uitvalpercentages de opleidingsweg niet geschikt is. ± 30% van de jaarlijkse instroom in het MDGO Een gedeelte van de deelname aan voorzieningen met een lagere drempel zoals Kort BBO en VW en een gewenst opleidingstraject alle deelnemers aan de kort mbo opleiding verzorging ca in beide leerjaren (wordt geheel opgenomen in SVM verband) ca. 20%* van de deelname aan O&S kort mbo ± 500 ca. 20%* van de deelname aan het Vormingswerk 2600 ca. 20%* van de 8500 deelnemers in de DGO-sector in het leerlingwezen Op grond van het voorgaande wordt een potentieel verwacht van ca deelnemers voor de korte MDGO opleidingen. Er is dus sprake van nieuw potentieel, interne reallocatie van deelname binnen het MDGO, en «externe» reallocatie vanuit andere onderwijsvormen. Ten aanzien van het «nieuwe potentieel» mag niet worden aangenomen dat allen die geen onderwijs meer volgen nu wel tot deelname zullen overgaan. De ervaringen met het kort mbo wijzen uit dat het succesvol binnen het onderwijs houden van deze groep schoolverlaters moeilijk is en hooguit voor 30% ook haalbaar blijkt te zijn. Er mag dus op maximaal ca deelnemers uit die groep worden gerekend waardoor het totale potentieel kan worden bepaald op Een verdere inperking zal plaatsvinden doordat niet voor alle MDGO-opleidingen een korte variant zal kunnen worden ontwikkeld. Bij de onderstaande berekeningen wordt echter van het totale potentieel uitgegaan Financiële gevolgen Voor de financiële gevolgen van de invoering van de korte opleidingen binnen het MDGO is gekeken naar de kosten die op dit moment worden gemaakt voor de doelgroep, afgezet tegen de kosten van de instroom van nieuwe deelnemers. " Het betreft hier een aanname op grond van de samenstelling van de populatie in de betreffende onderwijssoorten en de daarvan afgeleide veronderstelde belangstelling voor een voltijds korte DGO-opleiding. De totale kosten welke op dit moment in de diverse onderwijsvormen worden gemaakt voor dat deel van de doelgroep dat reeds onderwijs volgt, het zgn. te realloceren bedrag is ca. 145 min. De totale kosten in de nieuwe situatie zouden zonder uitval ca. 160 min. bedragen. Er mag echter vanuit worden gegaan dat zich ook in de korte opleidingen enige uitval zal voordoen. Wanneer het percentage daarvan gesteld wordt op 15% (50% minder dan in de huidige situatie) zullen de totale kosten teruglopen tot ca. 140 min. Een eerste globale Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 9

10 conclusie kan dan ook zijn dat invoering van korte opleidingen in het MDGO niet tot verschuivingen in het kostenpatroon zal leiden. 5. Stappenschema/procedure Met betrekking tot het ARVO-advies Kort-MDGO worden de volgende procedures met tijdschema gehanteerd. - In oktober 1988 wordt een notitie Kort-MDGO uitgebracht. De notitie bevat een voorlopige standpuntbepaling t.a.v. de aanbevelingen van de ARVO in haar rapport «korte opleidingen in het MDGO gevraagd.» - De notitie Kort-MDGO, in de vorm van een aangeklede adviesaanvrage met een aantal gerichte vragen, wordt in november 1988 voorgelegd in het bedrijfstakgewijze overleg onderwijs-bedrijfsleven voor de sector welzijn- en gezondheidszorg respectievelijk de OOVO-werkgroep bedrijfstakgewijze overleg. - Het bedrijfstakgewijze overleg welzijn- en gezondheidszorg respectievelijk de OOVO-werkgroep geeft in januari 1989 zijn oordeel over de ontwikkeling van Kort-MDGO-opleidingen. - In februari 1989 wordt een eindoordeel geformuleerd en de beleidsnotitie kort-mdgo vastgesteld. - In maart 1989 wordt de beleidsnotitie kort-mdgo aan het OOVO ter kennisneming toegezonden. - Het schooljaar geldt als een voorbereidingsjaar voor die opleidingen kort-mdgo waarvan is besloten de ontwikkeling ter hand te nemen. - Met ingang van het schooljaar zou dan daadwerkelijk met die opleiding kunnen worden begonnen. 6. Vragen aan OOVO-groep bedrijfstakgewijs overleg 6.7. Algemeen De ARVO heeft in het advies voor korte MDGO-opleidingen als procedure voorgesteld de OOVO-werkgroep bedrijfstakgewijs overleg onderwijs-bedrijfsleven resp. het bedrijfstakgewijs overleg welzijn en gezondheidszorg een aantal concrete vragen voor te leggen. Dit procedurevoorstel wordt overgenomen met inachtneming van de kanttekeningen die dezerzijds zijn gemaakt bij de diverse ARVO-aanbevelingen. Met name wordt aandacht gevraagd voor de mogelijke voorkeur - op grond van werkveldontwikkelingen en doelgroepen - voor een gelijktijdige ontwikkeling van de voltijdse SVM-variant en de variant van het primair leerlingwezen, te beginnen met de laatste. Aan de OOVO-werkgroep resp. het bedrijfstakgewijs overleg welzijn en gezondheidszorg wordt verzocht voor het einde van 1988 te reageren, zodat aan het begin van 1989 op basis van een definitieve bepaling van het beleidsstandpunt door 0. en W. het nodige ontwikkelingswerk in gang kan worden gezet. Tevens wordt de OOVO-werkgroep bedrijfstakgewijs overleg onderwijs-bedrijfsleven verzocht conform het ARVO-advies aanbevelingen te doen voor gesprekspartners voor die MDGO-afdelingen, waarvoor geen bedrijfstakgewijs overleg functioneert of in oprichting is en daarbij coördinerend op te treden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 10

11 6.2. Specifieke vragen Kan de OOVO-werkgroep, resp. het bedrijfstakgewijze overleg, gelet op de afweging inzake beleidscriteria van de ontwikkeling van korte MDGO-opleidingen, instemmen met de in 3 genoemde doelgroepen voor korte MDGO-opleidingen? Deelt de OOVO-werkgroep c.q. het bedrijfstakgewijs overleg het ARVO-oordeel over de potentiële arbeidsvraag naar gediplomeerden van korte MDGO-opleidingen en zo ja in hoeverre? Kan de OOVO-werkgroep resp. het bedrijfstakgewijze overleg instemmen met de standpuntbepalingen inzake kenmerken van kort-mdgo ( 3.4), in het bijzonder ten aanzien van * de keuze van het opleidingsmodel (basisprogramma v.s. specifieke uitstroomdifferentiaties) * uitspraak inzake voorkeur voor een ontwikkelingsstrategie er op gericht om eerst de volle tijd-variant te ontwikkelen Kan de OOVO-werkgroep resp. het bedrijfstakgewijs overleg instemmen met de beleidskeuzen gemaakt ten aanzien van de ARVO-aanbevelingen over: * KMBO-verzorging * opleiding civiel- en consumptief-technisch assistent * opleiding sportleider * opleiding kledingassistent * opleiding sterilisatie-assistent * opleiding uiterlijke verzorging Kan de OOVO-werkgroep resp. het bedrijfstakgewijs overleg aangeven per specifieke MDGO-opleiding welke ontwikkelingsstrategie bij voorkeur te volgen is, nl.: * gelijktijdige ontwikkeling voltijdse SVM- en deeltijdse CBO-variant * start van ontwikkeling met voltijdse korte opleiding * start van ontwikkeling met leerlingwezenopleiding Kan de OOVO-werkgroep resp. het bedrijfstakgewijs overleg welzijn en gezondheidszorg instemmen met de ontwikkeling van beroepsopleidingsprofielen voor de opleidingen civiel- en consumptief-technisch assistent, sportleider, kledingassistent? Deelt de OOVO-werkgroep resp. het bedrijfstakgewijs overleg welzijn en gezondheidszorg de ARVO-aanbevelingen ten aanzien van: * kort ontwikkelingstraject voor de ontwikkeling van leerplannen gelet op het voorwerk dat reeds is gedaan. * de ontwikkeling, legitimering en invoering van eindtermen en deelkwalificaties, Kan de OOVO-werkgroep resp. het bedrijfstakgewijze overleg instemmen met het voorgestelde tijdschema? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 11

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1988-1989 21 189 Korte opleidingen in het MDGO Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 19790 Sectorvorming en vernieuwing in het middelbare beroepsonderwijs Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Zoetermeer, 1991 Samenvatting. In de hier gepresenteerde nota over de tweede fase v.o. worden de hoofdlijnen

Nadere informatie

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1 NOTITIE Aan: de staatssecretaris van het ministerie van OCW, de heer drs. S. Dekker Van: Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad Datum: 1 juli 2015 Betreft: Advies overgang vmbo naar havo Advies overgang

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19 582 Het toeristisch en recreatief onderwijs Nr. 2 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve

www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang Bve Anneke Westerhuis 19 mei 2015 www.ecbo.nl Drie thema s: - Doorstroom als kenmerk van het onderwijsstelsel - Loopbaanpatronen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 184 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren

Nadere informatie

1. Inleiding... 1. 2. Data... 1. 3. Bestemming van havo- en vwo-abituriënten... 1. 4. Relevante werkvelden... 2

1. Inleiding... 1. 2. Data... 1. 3. Bestemming van havo- en vwo-abituriënten... 1. 4. Relevante werkvelden... 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 1 2. Data... 1 3. Bestemming van havo- en vwo-abituriënten... 1 4. Relevante werkvelden... 2 5. Schatting van het aantal havo- en vwo-abituriënten in relevante werkvelden...

Nadere informatie

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO EXAMENBESLUIT HAVO/VWO De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van

Nadere informatie

Uw kenmerk BVE/BI d.d. 8 januari 1992

Uw kenmerk BVE/BI d.d. 8 januari 1992 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer dr. ir. J.M.M. Ritzen, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Onderwijsraad. 'SSlftiaftg: Wratollö/SA/T ^^021429 d.d. 31 maart 1993 vl/ak Onderwerp...,, Studierichting psychologie Rijksuniversiteit Limburg.

Onderwijsraad. 'SSlftiaftg: Wratollö/SA/T ^^021429 d.d. 31 maart 1993 vl/ak Onderwerp...,, Studierichting psychologie Rijksuniversiteit Limburg. Onderwijsraad Aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen, dr. ir. J.M.M. Ritzen, postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Telefoon 070-3637955 Telefax 070-3561474 Wratollö/SA/T

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 032 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter vereenvoudiging van de wettelijke regels over de sectorvakken bij het onderwijs in

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 37 Haarlem, 15 mei 2001 Onderwerp: Advies Plan van scholen voort gezet onderwijs 2002-2004 Bijlagen: 2 Inleiding De laatste jaren adviseren de provincies

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB.

Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB. Advies niet-ambtelijke adviescommii-,.. WOB. Onderwijsraad Aan de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514JS

Nadere informatie

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen 19 JUNI 2014 Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen van de bestaande situatie Flexibilisering

Nadere informatie

kiezen ontdekken doen

kiezen ontdekken doen kiezen ontdekken doen op vmbo-, mavo-, havo/vwo- en mbo-niveau met een praktische, versnelde opleiding naar het hbo Tot 2011 vmbo De Kring, sector Landbouw breed Leerwegen: bbl (+lwoo) kbl gl Sinds 2004

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk VIM Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Nr. 95 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen Nr. 87 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 30 april 2018 De vaste commissie voor Onderwijs,

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD 2 0 OKT AurM-n\A/iiCDA An AAN

ONDERWIJSRAAD 2 0 OKT AurM-n\A/iiCDA An AAN AurM-n\A/iiCDA An ONDERWIJSRAAD O.R. IV/369 S A< * vîes nîet -ambtelijke adviescommissie 's-gravenhage, WQB. Bericht op het schrijven van 26 augustus 1983, VO/WJ/D-620.766 en 28 september 1983, VO/WJ/D-621.291

Nadere informatie

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo

Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo www.ecbo.nl Leerlingenstromen in het middelbaar beroepsonderwijs Leergang mbo Anneke Westerhuis 9 mei 2017 www.ecbo.nl drie thema s: doorstroom in het onderwijsstelsel loopbaanpatronen in en rond het mbo

Nadere informatie

Datum 19 juli 2017 Onderwerp Vragen over doorberekening van toezichts- en handhavingskosten aan het bedrijfsleven

Datum 19 juli 2017 Onderwerp Vragen over doorberekening van toezichts- en handhavingskosten aan het bedrijfsleven 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004

TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert,

Nadere informatie

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland 2e fase wetenschappelijk onderwijs post hoger beroepsonderwijs beroepsgerichte volwasseneneducatie OU wetenschappelijk onderwijs hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 20 639 Vakkenpakketmaatregel Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement Algemene Raad 20 december 2012 AR-AR-ADV-010 Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99

Nadere informatie

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen

Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO. Lex Borghans & Johan Coenen Breed of smal opleiden? Een vergelijking tussen het oude VBO en MAVO en het nieuwe VMBO Lex Borghans & Johan Coenen 1 Inleiding (1) Een belangrijke en voortdurende discussie in het onderwijs: De optimale

Nadere informatie

rv 129 Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn nr Plan Onderwijs in Allochtone Levende Talen. Den Haag, 8 juni 1999 Aan de gemeenteraad

rv 129 Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn nr Plan Onderwijs in Allochtone Levende Talen. Den Haag, 8 juni 1999 Aan de gemeenteraad rv 129 Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn nr. 906059 Den Haag, 8 juni 1999 Aan de gemeenteraad Plan Onderwijs in Allochtone Levende Talen. Inleiding Op 1 augustus 1998 is de wet op het onderwijs in allochtone

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de aanmeldprocedure krijgt u tijdens de informatieavonden in november en december op de vo-scholen. Inrichting

Nadere informatie

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo)

Figuur 1: aandeel mannelijke studenten in instroom bij de pabo s in 2010 (bron: HBO-Raad, bewerking sbo) Analyse: mannelijke studenten op de pabo Mannelijke studenten zijn ondervertegenwoordigd op de pabo s. Bovendien vallen relatief meer mannen uit dan vrouwen. In 2009 was ongeveer 13 procent van de gediplomeerde

Nadere informatie

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Toelichting ontwikkelingsperspectief Toelichting ontwikkelingsperspectief Dit document is bedoeld als achtergrond informatie voor de scholen, maar kan ook (in delen, zo gewenst) gebruikt worden als informatie aan ouders, externe partners

Nadere informatie

30 januari 2001 Nr. 2001-1.644, IWW Nummer 4/2001

30 januari 2001 Nr. 2001-1.644, IWW Nummer 4/2001 Commissie Welzijn, Zorg en Cultuur 30 januari 2001 Nr. 2001-1.644, IWW Nummer 4/2001 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake het integraal advies herschikking VMBO

Nadere informatie

Het oordeel over de leerresultaten van de afdeling komt tot stand op de wijze als vastgesteld in bijlage B.

Het oordeel over de leerresultaten van de afdeling komt tot stand op de wijze als vastgesteld in bijlage B. Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van.. 2016, nr..., houdende vernieuwde voorschriften in het kader van de meting en beoordeling van leerresultaten als bedoeld in artikel

Nadere informatie

FLEXIBILISERING, MAAR DAN METEEN GOED

FLEXIBILISERING, MAAR DAN METEEN GOED FLEXIBILISERING, MAAR DAN METEEN GOED en met de Associate degree Hans Daale - Leido opzet Invoering van de associate degree als opleiding Flexibilisering, verticaal en horizontaal, van de beroepskolom

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Factsheet Toelatingstoets PABO

Factsheet Toelatingstoets PABO Pabo-opleidingen zitten in de lift De pabo s hebben de afgelopen jaren veel stappen gezet om de kwaliteit verder te versterken, onder meer door de invoering van de toelatingstoetsen. Deze maatregelen betalen

Nadere informatie

Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO

Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO Brug of kloof? De ervaringen van HAVO- en VWO-schoolverlaters over de aansluiting tussen VO en HO vóór en ná de invoering tweede fase VO ROA-R-2005/8 Robert de Vries Rolf van der Velden Researchcentrum

Nadere informatie

Bestektekst Social return on investment. 01 Voor het werk geldende voorwaarden 01.01 Van toepassing zijnde voorwaarden en voorschriften

Bestektekst Social return on investment. 01 Voor het werk geldende voorwaarden 01.01 Van toepassing zijnde voorwaarden en voorschriften - 2 - Bestektekst Social return on investment 01 Voor het werk geldende voorwaarden 01.01 Van toepassing zijnde voorwaarden en voorschriften 01.02 Administratieve bepalingen aansluitend op de UAV 01.02.01

Nadere informatie

BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES

BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES INHOUD Uitkomst onderzoek Essenzo Goes BV te Goes 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I

EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd

Nadere informatie

Regeling toelating en begeleiding van 5 havo naar 5 vwo of 6 vwo.

Regeling toelating en begeleiding van 5 havo naar 5 vwo of 6 vwo. Regeling toelating en begeleiding van 5 havo naar 5 vwo of 6 vwo. Inleiding. Van toepassing is de Procedure toelating, schorsing en verwijdering van Het Erasmus (2006). Doelen en resultaten: Met de regeling

Nadere informatie

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327)

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327) Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Met ingang van 1 augustus 2014 worden nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen

Nadere informatie

Reactie op het consultatiedocument "Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards"

Reactie op het consultatiedocument Voorstel toepasbaarheid Code op one tier boards Monitoring Commissie Corporate Governance Code Secretariaat Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Per e-mail: secretariaat@mccg.nl Stibbe N.V. Advocaten en notarissen Beethovenplein 10 Postbus 75640 1070 AP Amsterdam

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986

ONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986 AcJvles niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WC*,. GRAVE NHAGE. 26 SEP. 1986 Nasiaulaan 6 O-R-/793 S-15 C-ï) 2514 JS 't-gravenhage Bericht op het schrijven van 23 juni 1986, VO/AL/BE- 615.502:

Nadere informatie

Interne doorstroom Walewyc-mavo

Interne doorstroom Walewyc-mavo Interne doorstroom 2015-2016 Walewyc-mavo Dit rapport over de interne doorstroom toont informatie over de leerlingenstromen binnen de school. De informatie geeft u inzicht in de snelheid van doorstroom

Nadere informatie

Werkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren

Werkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren Werkdocument Feiten en cijfers voor de mbo-instellingen en sectoren Advies van stichting SBB aan minister van OCW Zoetermeer, 19 november 2012 rb12-1500lvd/bes_alg Totaal aantal pagina's: 10 rb12-1500lvd/bes_alg

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie

Advies niet-ambtelijke adviescommissie

Advies niet-ambtelijke adviescommissie Advies niet-ambtelijke adviescommissie Onderwijsraad Nassaulaan 6 Aan de minister van onderwijs en 2514JS 's-gravenhage wetenschappen, Telefoon 070-3637955 dr. ir. J.M.M. Ritzen, Telefax070-3561474 Postbus

Nadere informatie

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007

Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 Nota no claimcompensatie en eenmalige tegemoetkoming in de schoolkosten van 12 tot en met 17-jarigen, Minimabeleid, gemeente Helmond, 2007 1. Inleiding..... 2 2. Aanleiding..... 2 3. De juridische basis...

Nadere informatie

TOELATINGSVOORWAARDEN

TOELATINGSVOORWAARDEN Uitgangspunten beroepsonderwijs Scalda hanteert bij haar aannamebeleid de wettelijke eisen vastgelegd in de WEB hoofdstuk 8 inschrijving, vooropleidingseisen en voortijdig schoolverlaten. Inschrijving

Nadere informatie

' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

' Zie de brief van deze organisaties van 2 november 1999 aan de Vaste Tweede Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stichting van de Arbeid Pens./1253 Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Den Haag : 8 februari 2000 Ons kenmerk : S.A. 00.02835/K Uwkenmeik : SV/VP/99/68981

Nadere informatie

Determinatie e.v.

Determinatie e.v. Determinatie 2016-2017 e.v. Inhoud Inleiding op de determinatie MAVO XL 1.Plaatsing in MAVO XL 1 2.Overgang naar MAVO XL 2 3.Plaatsing in leerjaar 3 MAVO XL 4.Plaatsing in leerjaar 4 MAVO XL (16/17) 5.Doorstroom

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S DIPLOMA S VMBO 2-24 De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 160 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden

Nadere informatie

Onderwijs in realistische context

Onderwijs in realistische context https://youtu.be/g_z6zrf1h44 Onderwijs in realistische context Wat we belangrijk vinden Onderwijs in realistische context Brede oriëntatie Persoonlijke vorming Mentoraat en coaching Loopbaanleren Waarom

Nadere informatie

De missie van het Vakcollege

De missie van het Vakcollege De missie van het Vakcollege Technisch talent al jong stimuleren en hen via een excellente leergang effectief opleiden voor een baan als gekwalificeerd vakman of vakvrouw in het bedrijfsleven. stempel

Nadere informatie

Inhoud. 4. Doorstroom van mavo XL 4 naar havo 4 Sondervick College. 6. Instroom vanuit havo in de bovenbouw van mavo XL (ljr. 3 en 4).

Inhoud. 4. Doorstroom van mavo XL 4 naar havo 4 Sondervick College. 6. Instroom vanuit havo in de bovenbouw van mavo XL (ljr. 3 en 4). Determinatie Inhoud Inleiding op de determinatie mavo XL 1. Plaatsing in mavo XL 1 2. Overgang naar mavo XL 2 3. Plaatsing in leerjaar 3 mavo XL 4. Doorstroom van mavo XL 4 naar havo 4 Sondervick College

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 587 Justitiële Inrichtingen Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Welkom! Scholingsmiddag Spirit4you. 20 maart uur Passend Onderwijs en Entree opleidingen in het algemeen

Welkom! Scholingsmiddag Spirit4you. 20 maart uur Passend Onderwijs en Entree opleidingen in het algemeen Welkom! Scholingsmiddag Spirit4you 20 maart 2014 Programma 14.30 uur Welkom 14.35-14.55 uur Passend Onderwijs en Entree opleidingen in het algemeen 14.55-15.10 uur Passend Onderwijs en Entree opleidingen

Nadere informatie

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S

RENDEMENTEN EN DIPLOMA S 2. ONDERWIJSOPBRENGSTEN EN DEELNEMERSONTWIKKELING RENDEMENTEN EN DIPLOMA S De rendementen vmbo zijn gebaseerd op de opbrengsten oordelen van de onderwijsinspectie. Als een leerling in leerjaar drie op

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

VO/BOB 1998/ juli 1998

VO/BOB 1998/ juli 1998 Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 Aan de staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, mw. drs. K.Y.I.J. Adelmund, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Fax (070) 356 14 74

Nadere informatie

Servicedocument bij de Kamerbrief van 5 juli 2019: reactie ministers op Kamervragen over rekenen in het vo en mbo.

Servicedocument bij de Kamerbrief van 5 juli 2019: reactie ministers op Kamervragen over rekenen in het vo en mbo. Servicedocument bij de Kamerbrief van 5 juli 2019: reactie ministers op Kamervragen over rekenen in het vo en mbo. In dit servicedocument treft u een samenvatting van de hoofdlijnen voor het vo aan. De

Nadere informatie

CONCEPT INTENTIEOVEREENKOMST 3 O's

CONCEPT INTENTIEOVEREENKOMST 3 O's De ondergetekenden: CONCEPT INTENTIEOVEREENKOMST 3 O's I. De gemeente Alphen aan den Rijn, vertegenwoordigd door verantwoordelijk wethouder Onderwijs, de heer M.H. du Chatinier, handelend ter uitvoering

Nadere informatie

Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond

Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Met ingang van 1 augustus 2014 worden nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen

Nadere informatie

DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS TE UTRECHT INHOUD Uitkomst onderzoek Democratische School Utrecht te Utrecht 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag

Nadere informatie

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs FACTSHEET Toptalenten VO in het vervolgonderwijs De onderwijsprestaties van Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen hoog, maar er blijft ruimte voor verbetering. Deze factsheet geeft inzicht in de

Nadere informatie

Samenvatting tussenrapportage SP+

Samenvatting tussenrapportage SP+ ALGEMENE GEGEVENS Totaal: 320 miljoen euro gereserveerd voor de periode van 2017-2021, verdeeld over 4 tijdvakken, bedoeld om extra impuls te geven aan (scholings) activiteiten, primair gericht op het

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Sinds 1 augustus 2014 zijn de regels voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap voor het mbo van kracht. Voor de vo-scholen is met name de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 568 Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds Nr. 4 ADVIES AFDELING

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de procedure aanmelding wordt tijdens de decemberavonden in het VO aan de ouders gegeven. Inrichting van

Nadere informatie

Huiseigenaren Vereniging Meerzicht Bergwijk

Huiseigenaren Vereniging Meerzicht Bergwijk Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Toetsingscriteria... 2 A. Redelijk... 2 B. Consistent... 2 C. Eenvoud... 2 3. Verdeelsleutels... 2 Verdeelsleutel 1: Huidig... 3 Verdeelsleutel 2: 50/50... 3 Verdeelsleutel

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE NOTENKRAKER

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE NOTENKRAKER RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK DE NOTENKRAKER School : De Notenkraker Plaats : Hoogvliet Rotterdam BRIN-nummer : 19DQ Onderzoeksnummer : 91582 Datum schoolbezoek : 19 december 2006 Datum vaststelling : 6

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS

FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS FLEXIBILISERING VAN CENTRALE TOETSEN EN EXAMENS VISIE VAN HET COLLEGE VOOR TOETSEN EN EXAMENS pagina 2 van 8 Aanleiding en historisch perspectief De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016

UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016 UITWERKING BEREKENING PRESTATIEANALYSE SECTOR SPECIAAL ONDERWIJS 2016 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Data 4 3 Uitgangspunten bij de prestatieanalyse 5 3.1 Bepaling van groepen binnen het so en vso 5 3.2 Scores

Nadere informatie

VERGADERREGLEMENT ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMIS- SIE PRAKTIJKTOEPASSING BRANDVEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN Versie 12 april 2010

VERGADERREGLEMENT ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMIS- SIE PRAKTIJKTOEPASSING BRANDVEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN Versie 12 april 2010 VERGADERREGLEMENT ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMIS- SIE PRAKTIJKTOEPASSING BRANDVEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN Versie De Onafhankelijke adviescommissie praktijktoepassing ; Postbus 30941 2500 GX Den Haag Interne

Nadere informatie

Opgave op grond van artikel 25, tweede en derde lid van de Leerplichtwet 1969 over schooljaar 2006-2007

Opgave op grond van artikel 25, tweede en derde lid van de Leerplichtwet 1969 over schooljaar 2006-2007 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666

Nadere informatie

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo

Samenvatting rapportage onderzoek vmbo Samenvatting rapportage onderzoek vmbo Utrecht, april 2006 In opdracht van Adviesgroep vmbo Drs. Vincent van Grinsven Drs. J. Krom Henk Westerik Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon: 030 263 1080 fax:

Nadere informatie

Meer ruimte voor maatwerk in het vmbo

Meer ruimte voor maatwerk in het vmbo logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 9 oktober 2006 VO/OK/2006/39171 Uw brief van Onderwerp Aanbieding van en reactie op de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; Versie: 03-12-2014 De Raad van de gemeente Littenseradiel; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;

Nadere informatie

Notitie. Heffingsfactoren 2014

Notitie. Heffingsfactoren 2014 Notitie Heffingsfactoren 2014 Uitgebracht door: Bestuur van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, Utrecht, 14 oktober 2013 Rapport Kleine Synode d.d. 29 november 2013 VA 13-13 Inleiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 396 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 199 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband

Nadere informatie