ZUINIG OP SPORT. Harmonisatie van sportbeleid: Zelfredzaamheid en profijtbeginsel

Transcriptie

1 ZUINIG OP SPORT Harmonisatie van sportbeleid: Zelfredzaamheid en profijtbeginsel

2 Inhoudsopgave: Pagina I. Inleiding 3 II. Visie: Dinkelland: een krachtige leefbare samen leving. 3 III. Invulling geven aan zelfredzaamheid en het profijtbeginsel bij bezuinigen. 4 A. Inleiding. 4 B. Werkwijze. 4 C. Voorstel bezuinigingen op sport. 7 D. Toelichting juridische gevolgen voorstel bezuinigingen op sport. 8 E. Samenloop bezuinigingen met introductie kunstgras voetbalvelden. 10 Bijlagen: 1. consequenties bezuinigingen per vereniging. Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 2

3 I. Inleiding In 2011 heeft 85% van de gemeenten in Nederland bezuinigingsmaatregelen getroffen of aangekondigd betreffende sport. Ook in Dinkelland ontkomt sport niet aan de bezuinigingen die noodzakelijk zijn nu de inkomsten van de gemeente sterk zijn terug gelopen. Daarnaast verandert de rol van de overheid. Deze rol betekent dat de samenleving meer zelf doet en de gemeente een meer randvoorwaarden scheppende rol heeft. Deze twee punten (de forse afname van financiële middelen als ook de veranderende samenleving) noopten tot een strategische heroriëntatie op de sport. Hoewel de aanleiding is gelegen in de noodzaak om te bezuinigen, willen we ook de kaders voor sportbeleid herijken en herformuleren opdat deze beter tegemoet komen aan de veranderende rol van de overheid. De raad heeft op 29 maart 2011 een amendement aangenomen dat het college ten aanzien van de bezuinigingen op sport een plan van aanpak opstelt. Dit plan van aanpak moet de raad in staat stellen gefundeerd en integraal besluit te nemen om de gemeentelijke lasten voor de sport met te verlagen. In dit plan van aanpak moeten de mogelijkheden tot privatisering, het onderwerp kunstgrasvelden, de harmonisatie van tarieven en de eigen inkomsten van de sportverenigingen worden meegenomen en meegewogen. Bij de behandeling van het raadsplan voor 2012 op 28 juni 2011 heeft de raad het college bovendien gevraagd om voor de begrotingsbehandeling op 8 november 2011 inzicht te geven in de gevolgen van de bezuinigingen op verenigingsniveau. In deze notitie Zuinig op sport, harmonisatie van sportbeleid: zelfredzaamheid en profijtbeginsel staat uitgewerkt hoe we inhoud willen geven aan zelfwerkzaamheid, profijtbeginsel en harmonisatie. Daarnaast is uitgewerkt hoe we willen bezuinigingen op de sport en hoe we willen komen tot realisatie van kunstgrasvelden. II. Visie Op basis van het collegeprogramma Samen kiezen voor kwaliteit en de startnotitie Slim bezuinigen en strategisch heroriënteren is eind 2010 begin 2011 ten behoeve van het in balans brengen van ambities en middelen een visie bepaald: Dinkelland: een krachtige leefbare samen leving. Wij zien voor de gemeente in de toekomst een meer randvoorwaarden scheppende rol waarbij de samenleving zelfstandiger voorzieningen kan ontwikkelen en in stand houden. De focus verschuift van een verzorgende overheid naar een overheid waarbij de zelfredzaamheid van de burger centraal staat. Dit uitgangspunt van zelfredzaamheid wordt begrensd tot op eigen kracht waar mogelijk en ondersteuning indien nodig. Voorkomen moet worden dat inwoners in een situatie geraken van sociaal isolement dan wel dat sociale onrechtvaardigheid of armoede wordt gecreëerd. We willen als gemeente vooral ook ambitieus blijven, dus blijven ontwikkelen en niet uitsluitend beheren. We willen het goede behouden, dus niet zomaar snijden maar efficiënt bezuinigen. Met uitzondering van de zuiver collectieve goederen is naast de zelfredzaamheid het profijtbeginsel leidend in onze visie. Het profijtbeginsel is gebaseerd op de gedachte dat inwoners en bedrijven moeten bijdragen in de kosten van de door de overheid voortgebrachte voorzieningen naar de mate van het profijt dat zij van die voorzieningen hebben. Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 3

4 III. Invulling geven aan zelfredzaamheid en het profijtbeginsel bij bezuinigen. A. Inleiding Dinkelland is een gemeente waar sport van oudsher een belangrijke functie vervult. Vanuit het oogpunt van gezondheidszorg als vanuit sociaal maatschappelijke optiek heeft sport dan ook een bijzondere positie verworven binnen het voorzieningenniveau van Dinkelland. De bevolking van Dinkelland is verspreid over diverse kernen met een zekere spreiding over een groot gebied. Dat beïnvloedt de diversiteit van het sportaanbod in die zin dat de nadruk vooral ligt op wat meer traditionele sporten. De gemeente besteedt op jaarbasis een aanzienlijk bedrag aan sport. In totaliteit zijn de gemeentelijke lasten gemoeid met sport 2,35 miljoen, exclusief de zwembaden Dorper Esch en Kuiperberg. Hier staan inkomsten tot een bedrag van 0,46 miljoen tegenover. Hoewel er direct na de herindeling in 2001 is ingezet op harmonisatie van tarieven en subsidiestelsels is, historisch bepaald, sprake van verschillende situaties tussen diverse sporten en tussen verenigingen. Bij het invulling geven aan zelfredzaamheid en het profijtbeginsel bij bezuinigingen op sport willen we verschillen in tarieven per sportaccommodatie harmoniseren rekening houdend met historisch gegroeide verschillen. Dit laatste betekent dat het doel niet is te komen tot een vast bedrag per sporter ongeacht de sport die wordt beoefend maar tot vergelijkbare situaties per sport. De ene sport brengt immers meer kosten met zich mee dan de andere sport, de mate van zelfredzaamheid is bij de ene sport makkelijker te realiseren dan bij de ander en ten slotte bestaat er ook verschil in de mate waarin een sportvereniging in staat is eigen inkomsten te verwerven/verhogen. Sportaccommodaties kunnen nooit voor 100% met elkaar worden vergeleken. Het streven is dan ook gericht op een zo maximaal mogelijke graad van harmonisatie. B. Werkwijze Voor de volledigheid wordt in dit hoofdstuk nog eens toegelicht hoe de voorstellen in het raadsplan 2012 om te bezuinigen tot stand zijn gekomen. In eerste instantie zijn bij het in balans brengen van ambities en middelen alle onderwerpen die gemeentebreed spelen verdeeld in elf beleidsterreinen en zes dwarsverbanden. De beleidsvelden betreffen onderwerpen die in gemeenten spelen en waarbij binnen een beleidsveld sprake is van samenhang. De beleidsvelden zijn geclusterd in een fysieke en sociale sector. Sport is één van de elf beleidsvelden en behoort tot de sociale sector. Per beleidsveld is in beeld gebracht waar het onderwerp over gaat en is ingegaan op de mogelijkheden tot heroriëntatie van ambitie aan de hand van wat wettelijk verplicht is, wat de beleidsvrijheid is en waar in de praktijk mogelijkheden tot keuzen worden gezien. Overigens is het goed om hier nog eens te herhalen dat het gaat om sport met uitzondering van de zwembaden Dorper Esch en Kuiperberg. Vervolgens is een stroomschema ontworpen, waarbinnen iedere taak of activiteit met enige gemeentelijke betrokkenheid kan worden gewogen. Binnen dit stroomschema wordt een aantal vragen gesteld die bij iedere taak of activiteit tot een eindconclusie kunnen leiden of de activiteit ongewijzigd moet worden voortgezet of dat de activiteit kan worden voorgedragen voor bezuiniging. Het stroomschema als zodanig beschrijft uitdrukkelijk niet de visie waarbinnen de bezuinigingsoperatie plaatsvindt. In de bijlage 2 van de notitie Ambities en middelen in balans wordt dit stroomschema en de opgenomen vragen nader toegelicht. Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 4

5 taak / activiteit = SPORT Is betrokkenheid gemeente bij activiteit verplicht? SPORT = NEE ja Kan betrokkenheid gemeente worden beperkt? nee ja Blijft activiteit zonder gemeentelijke betrokkenheid voortbestaan? SPORT = JA nee Is het erg als activiteit komt te vervallen? nee ja nee ja Activiteit voordragen ja Kan er een vangnet nee Activiteit voor bezuiniging worden opgezet? ongewijzigd voortzetten Stroomschema bezuinigingen Dinkelland. Voor sport heeft een gemeente geen expliciete verplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving. Een uitzondering is het bewegingsonderwijs. De gemeente heeft vanuit onderwijsbeleid een wettelijke rol om accommodaties beschikbaar te stellen en dat geldt dus ook voor accommodaties voor bewegingsonderwijs. Deze werkwijze en hantering van bovenstaand stroomschema heeft ertoe geleid dat sport als voorziening is voorgedragen voor bezuinigingen. De wijze van bezuinigen op sport gebeurt bij voorkeur op efficiënte wijze opdat dit niet van invloed is op de prestaties met inachtneming van de uitgangspunten harmonisatie, blijven ontwikkelen, profijtbeginsel en zelfwerkzaamheid. De totale bezuinigingen op sport zijn per 2014 begroot op Met ingang van 2012 zal deze bezuiniging conform het raadsplan 2012 gefaseerd worden doorgevoerd. Harmonisatie Historische verschillen staan een volledige harmonisatie in de weg. Door ingezette en ook afgeronde privatiseringstrajecten in het verleden bestaan er verschillen tussen sporten maar ook sporten onderling. Zo zijn bijvoorbeeld alle klootschietaccommodaties geprivatiseerd maar alle voetbalaccommodaties niet. Historische verschillen zijn ook ontstaan in de vorm van exclusief gebruik Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 5

6 en gedeeld gebruik van accommodaties. Bij de binnensport is er zonder één uitzondering sprake van gedeeld gebruik van een accommodatie terwijl er bij de voetbal en tennis bijvoorbeeld sprake is exclusief gebruik van een accommodatie. Andere sporten beschikken in het geheel niet over een accommodatie en bedrijven sport in de openbare ruimte. Deze laatste categorie sporten ontvangt in het geheel geen bijdrage en of ondersteuning door de gemeente. Tussen de mate waarin invulling kan worden gegeven aan het uitgangspunt zelfwerkzaamheid bestaat dan ook verschil veelal afhankelijk van de accommodatie en de wijze van exploitatie van een accommodatie. Het streven is gericht op een situatie waar, gegeven de historische verschillen, sprake is van een situatie waarin zo maximaal als mogelijk sprake is van harmonisatie. Profijtbeginsel en zelfwerkzaamheid Het profijtbeginsel houdt in het geval van sport in dat verenigingen en sporters gaan bijdragen aan een voorziening waar zij gebruik van maken. Mensen die geen gebruik maken van een voorziening hoeven daar ook niet voor te betalen. De veranderende rol van de overheid komt ook nadrukkelijk tot uitdrukking bij de introductie van het principe van zelfwerkzaamheid. Verenigingen kunnen het onderhoud aan velden en dat geldt bij uitstek voor voetbal, in mindere mate voor tennis, efficiënter en dus goedkoper (laten) uitvoeren dan de overheid/gemeente. Een aantal verenigingen heeft dit in het verleden ook zelf aangegeven. Verenigingen hebben bijvoorbeeld geen overheadkosten die de gemeente wel heeft. Het op afstand zetten van velden ofwel overlaten van onderhoud van velden aan en voor rekening van verenigingen betekent bij de voetbal dat de verenigingen zelf ook verantwoordelijk zijn voor het onderhoud aan eventuele surplusvelden. Het is dan ook zo dat de gemeente eventuele surplusvelden niet actief zal gaan afnemen van verenigingen vanwege de kosten van onderhoud. Gezien het vorenstaande is er ook zonder meer geen sprake van zomaar in voorzieningen snijden nu de bezuinigingen voor een belangrijk deel worden gevonden door efficiencymaatregelen. Daar komt bij dat de verenigingen de mogelijkheid hebben, ter beoordeling voorleggen aan de belastingdienst, om een BTW voordeel te halen bij alle investeringen die ten aanzien van de sportvelden worden gedaan. Dinkelland heeft in het verleden positieve ervaringen opgedaan bij andere sporten als het gaat om het overdragen van onderhoud, bijvoorbeeld bij de klootschietverenigingen. Het efficiency- en BTW voordeel wordt ingeschat op 40%. Verantwoordelijkheid overheid De introductie van principes van zelfwerkzaamheid en profijtbeginsel vragen wel extra aandacht voor situaties waarbij het risico bestaat van sociaal isolement en/of armoede. Ter voorkoming van dit risico kent de gemeente Dinkelland een bijdragefonds. Dit bijdragefonds maakt het mogelijk dat mensen die in een dergelijke situatie geraken actief kunnen (blijven) deelnemen aan een culturele, sportieve of educatieve activiteiten. Het op afstand zetten van het onderhoud van voetbalvelden betekent wel dat de gemeente minder werk zal uit besteden aan Top Craft. Verenigingen moeten zelf de afweging maken of ze het maatschappelijk verantwoord vinden om het onderhoud weg te zetten bij Top Craft. Als dat niet zo is, zal Top Craft alternatieve opdrachten moeten verwerven. Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 6

7 C. Voorstel bezuinigingen op sport. Totaal te bezuinigingen Af: BTW-compensatie schoolgym De schoolbesturen krijgen thans de vrije beschikking over de gymlocaties. Zij krijgen hiervoor geen factuur, maar ook geen subsidie. De schoolbesturen worden in de nieuwe situatie in de gelegenheid gesteld om gym te beoefenen in de binnensportlocaties en worden hiervoor gecompenseerd middels een subsidie. Doordat het gelegenheid tot sport beoefenen belast kan worden met 6% BTW en deze belasting kan worden teruggevraagd levert dit een bedrag van op. Blijft over: Af: overdracht onderhoud tennis Weerselo De gemeente is op de tenniscomplexen in de voormalige gemeente Weerselo verantwoordelijk voor het onderhoud van de banen. De club- en kleedaccommodatie is reeds in eigendom overgedragen (Tennis Vereniging Denekamp is geprivatiseerd en Tennis Club Ootmarsum is hier buiten beschouwing gelaten in verband met de ontwikkeling van het nieuwe complex) en daarvoor ontvangen de verenigingen een subsidie. Door het onderhoud op afstand te zetten, de banen in erfpacht over te dragen, geen huur meer te vragen en de subsidie af te schaffen kan een besparing worden gerealiseerd van en wordt dit onderdeel gemeentebreed geharmoniseerd. Blijft over: Af: jeugdsportsubsidie binnensport De binnensportverenigingen (en zwemclub) kennen nu een jeugdsportsubsidie van ongeveer 21 per jeugdlid. Aan deze subsidie zijn geen specifieke voorwaarden verbonden. Het afschaffen van deze subsidie levert een jaarlijkse besparing van op. De jeugdsportsubsidie buitensport is al eerder afgeschaft. Blijft over: Af: overdracht onderhoud plantsoenen voetbalcomplexen/subsidie Op de voetbalcomplexen in de voormalige gemeente Denekamp en Ootmarsum draagt de gemeente de verantwoordelijk voor het onderhoud van de plantsoenen. De voetbalverenigingen in de voormalige gemeente Weerselo ontvangen voor dit onderhoud een subsidie. Door dit onderhoud niet meer te plegen en de subsidie af te schaffen wordt dit onderdeel geharmoniseerd. Dit levert een structurele besparing op van Blijft over: Af: overdracht onderhoud voetbal De gemeente heeft jaarlijks ,00 aan kosten voor de voetbalcomplexen (een bedrag van ,00 aan huurinkomsten is hier reeds op in mindering gebracht). Door geen huur meer te vragen, de velden in erfpacht over te dragen en het onderhoud op afstand te zetten kan in totaal een bedrag van ,00 worden bespaard. Blijft over: /- Bij: realisatie kunstgrasvelden Het voorstel is om het overschot in te zetten t.b.v. de realisatie van kunstgrasvelden (zie hoofdstuk III E). Door dit bedrag te kapitaliseren kan tot een bedrag van extra geïnvesteerd worden rekening houdend met een afschrijvingstermijn van 15 jaar en 5% rente. Blijft over: 0 Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 7

8 D. Toelichting juridische gevolgen voorstel bezuinigen op sport Globaal gezien worden in het kader van de bezuinigingen de volgende maatregelen voorgesteld: - intrekken subsidies; - beëindigen/privatiseren onderhoud velden en in ruil daarvoor m.b.t. de velden geen huur meer vragen en de velden in erfpacht geven aan de verenigingen; - een eenmalige bijdrage in de realisatie van kunstgrasvelden. Welke juridische gevolgen brengt dit met zich mee? Intrekken subsidies: De subsidiering van sportbeoefening is een vrije beleidskeuze van de gemeente. Dit houdt in dat de gemeente niet verplicht is om te subsidiëren. In bepaalde gevallen genieten subsidieontvangers bij verlaging of beëindiging van de subsidie bescherming op grond van artikel 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De bescherming van artikel 4:51 Awb is alleen van toepassing, indien aan alle drie de volgende criteria wordt voldaan: - de subsidie wordt tenminste drie jaren verstrekt; - de subsidie wordt verstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten; - de subsidie wordt verlaagd of beëindigd vanwege veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten. Artikel 4:51 Awb verlangt dat de subsidieontvanger een redelijke termijn wordt geboden voordat de subsidie feitelijk wordt verlaagd of beëindigd. De lengte van de redelijke termijn, gedurende welke de subsidiëring voortgezet dient te worden, is afhankelijk van de gevolgen van de verlaging of de beëindiging van de subsidie. Deze gevolgen dienen van geval tot geval te worden bezien. De bescherming van artikel 4:51 Awb strekt er niet toe dat alle gevolgen van de wijziging van de subsidie volledig en tot in lengte van dagen voor rekening van het bestuursorgaan komt. De subsidieontvanger heeft immers ook zelf een verantwoordelijkheid voor het eigen voortbestaan en het bestuursorgaan dient over de mogelijkheid te beschikken om bij beleidswijzigingen het subsidieinstrument op een andere wijze in te zetten dan voorheen. Het gaat er om dat de subsidieontvanger voldoende tijd krijgt om zich aan de nieuwe situatie aan te passen. De lengte van de redelijke termijn wordt van geval tot geval bepaald. Conclusie ten aanzien van het intrekken van de subsidies Het bovenstaande houdt in dat we van geval tot geval moeten beoordelen wanneer het redelijk is om de subsidie te beëindigen en hoe een afbouwregeling er uit gaat zien. Ten aanzien van de jeugdsportsubsidie voor de binnensport wordt voorgesteld deze per 1 januari 2014 te beëindigen. Het voorstel van het intrekken van de jeugdsportsubsidies per 1 januari 2014 voldoet aan de bescherming op grond van artikel 4:51 van de AwB waar subsidieontvangers recht op hebben. Beëindigen/privatiseren onderhoud en in ruil daarvoor m.b.t. de velden geen huur meer vragen en de velden in erfpacht geven aan de verenigingen Indien de gemeente geen onderhoud meer uitvoert aan de sportvelden, roept dit de vraag op of daarmee geen conflictsituatie ontstaat met de lopende huurovereenkomsten. We hebben de lopende huurovereenkomsten gecheckt en komen tot de conclusie dat in alle huurovereenkomsten gesproken wordt over bepaalde onderhoudswerkzaamheden die voor rekening komen van de gemeente. Daarmee kan ook geconcludeerd worden dat we pas aan de beëindiging van het onderhoud toekomen als we de huurovereenkomsten daarop hebben aanpast. Echter als we geen onderhoud meer uitvoeren, dienen we de sportverenigingen op de een of andere wijze te compenseren. Deze compensatie wordt gerealiseerd door het afschaffen van de verplichting van de sportverenigingen om huur te betalen voor de sportvelden. Als we geen huur meer vragen, dan kunnen we ook besluiten tot Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 8

9 het beëindigen van de lopende huurovereenkomsten. Daarnaast worden de voetbalverenigingen gecompenseerd door een eenmalige bijdrage in de realisatie van kunstgrasvelden (zie hoofdstuk 3E). Om te voorkomen dat de gemeente op de een of andere manier alsnog verantwoordelijkheid draagt voor het onderhoud (de gemeente is immers eigenaar van de sportvelden) wordt voorgesteld om de sportvelden in erfpacht te geven aan de sportverenigingen (of aan een stichting die vervolgens de velden ter beschikking stelt aan de sportvereniging om zo een BTW voordeel, ter beoordeling voorleggen aan belastingdienst, te behalen bij alle investeringen die ten aanzien van de sportvelden worden gedaan). Een bijkomend voordeel van het in erfpacht uitgeven van de sportvelden aan de sportverenigingen is dat de sportverenigingen daarmee ook de eigendom verkrijgen van eventueel op de ondergrond aangebrachte veranderingen (waaronder kunstgrasvelden). Tevens verkrijgen de sportverenigingen daarmee een middel om vreemd vermogen aan te trekken (een hypotheek op een erfpachtrecht is mogelijk). Conclusie De gemeente beëindigt het onderhoud van de velden, de gemeente beëindigt de huurovereenkomsten en geeft de velden in erfpacht uit aan de sportverenigingen per 1 januari 2012, met inachtneming van de in de huurovereenkomsten vermelde opzegtermijnen. In 2012 en 2013 ontvangen de voetbalverenigingen nog een bijdrage van respectievelijk 2/3 deel en 1/3 deel van het saldo van de kosten van voetbalcomplexen en de huurinkomsten zoals deze zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting voor Eventuele surplusvelden blijven bij de verenigingen in gebruik indien en zolang zij dit zelf wensen. De subsidie voor het onderhoud van de tennisbanen in de voormalige gemeente Weerselo wordt per 1 januari 2013 beëindigd. Per dat moment is ook geen huur meer verschuldigd en worden de banen in erfpacht overgedragen. Mede gezien de omvang van de hiermee gemoeide bedragen wordt hier geen verdere fasering voorgesteld. Het voorstel van het intrekken van de onderhoudsubsidies per 1 januari 2013 voldoet aan de bescherming op grond van artikel 4:51 van de AwB waar subsidieontvangers recht op hebben. Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 9

10 E. Samenloop bezuinigingen met introductie kunstgras voetbalvelden. In de vorige hoofdstukken is beleidsmatig invulling gegeven aan de ambities en middelen in balans : - Wat is de rol van de gemeente en wat kan de samenleving zelf (zelfwerkzaamheid)? - Hoe dragen inwoners bij in de kosten van de door de gemeente voortgebrachte voorzieningen (profijtbeginsel)?; - Hoe behouden we het goede en is geen sprake van zomaar snijden in de voorzieningen?; - Hoe kunnen we deze operatie aangrijpen om daar waar verschillen bestaan deze weg te nemen (harmonisatie)?; - Hoe realiseren we bezuinigingen binnen het beleidsterrein sport van jaarlijks vanaf 2014?. Om ook invulling te geven aan het uitgangspunt om als gemeente te willen blijven ontwikkelen zijn beleidsuitgangspunten geformuleerd over de aanleg van kunstgrasvoetbalvelden. Hiermee wordt ook tegemoet gekomen aan hetgeen verwoord in: het collegeprogramma : Het college wil met verenigingen constructief meedenken over het aanleggen van kunstgras. Het initiatief ligt bij de verenigingen en zij moeten de bereidheid hebben om ook zelf te investeren. Voor de gemeente zijn de huidige exploitatie- en kapitaalslasten per vereniging uitgangspunt. de beleidsnota Kaders voor het sportaccommodatiebeleid in Dinkelland : Landelijk is kunstgras in opmars. Voetbalverenigingen vragen gemeenten steeds vaker om een of meer kunstgrasvelden. Dat is een landelijke ontwikkeling. De gemeente heeft het standpunt ingenomen dat kunstgras niet door de gemeente wordt gefinancierd tenzij er sprake is van een gemeentelijk belang. Gemeentelijk belang is daarbij gedefinieerd als er sprake is van een win-win situatie. Ook is besloten dat de gemeente in gesprek gaat met een vereniging die kunstgras wil op basis van een eigen financiële bijdrage. Het voorstel luidt om elke voetbalvereniging een eenmalige bijdrage van de gemeente voor het aanleggen en in stand houden van een kunstgrasveld te geven. Hierop is een uitzondering. Voetbalvereniging RSC heeft al een kunstgrasveld dat geheel door de gemeente is betaald. RSC kan dus geen aanspraak maken op deze eenmalige bijdrage voor kunstgras. We hebben 8 voetbalverenigingen in de gemeente. Een daarvan heeft dus al een kunstgrasveld (RSC). Dus blijven er nog 7 over die, zo stellen wij voor, in aanmerking komen voor een eenmalige bijdrage van In totaal betekent dit een investering van de gemeente van In het raadsplan 2012 is kunstgras als majeur project aangemerkt. Jaarlijks heeft de raad beschikbaar voor majeure projecten. Dit betekent dat niet alle verenigingen gelijkertijd aanspraak kunnen maken op de gemeentelijke bijdrage. De komende jaren zal de raad hiervoor een bedrag moeten reserveren totdat alle verenigingen die er aanspraak op willen maken de bijdrage hebben ontvangen. Naast de eenmalige bijdrage van uit de pot majeure projecten wordt voorgesteld om per vereniging voor het realiseren van een kunstgrasveld nog een extra eenmalige bijdrage te verstrekken van uit de gekapitaliseerde ruimte die is ontstaan door het volledig op afstand zetten van het onderhoud op sportvelden (zie hoofdstuk III C). In totaal komt de bijdrage hiermee op per voetbalvereniging. Om de voetbalverenigingen te compenseren voor de bezuinigingen, zij worden immers het meest getroffen door de bezuinigingen, bieden we een eenmalige bijdrage aan voor de realisatie van een kunstgrasveld. Daarmee ontstaat er een win (gemeente kan bezuinigen) win (voetbalverenigingen kunnen kunstgras aanleggen) situatie. De mate waarin voetbalverenigingen worden getroffen door bezuinigingen ten opzichte van andere verenigingen wordt genuanceerd door de mogelijkheden van zelfwerkzaamheid en het verwerven van eigen inkomsten. Het voorstel luidt om elke voetbalvereniging een eenmalige bijdrage van de gemeente van voor het aanleggen en in stand houden van een kunstgrasveld te geven. Gemiddeld kost de aanleg van een kunstgrasveld Dit betekent dat de vereniging zelf de overige kosten moet betalen Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 10

11 ( ). Kosten van toekomstige vervanging van velden komen voor rekening van de vereniging. Dit geldt zowel voor de natuurgrasvelden als de kunstgrasvelden. Dit betekent een wijziging van beleid ten opzichte van de nota Kaders voor het sportaccommodatiebeleid in Dinkelland. Gemeente Dinkelland: Zuinig op sport zelfredzaamheid en profijtbeginsel 11