Ploïdieveredeling in Begonia aan de hand van ongereduceerde gameten
|
|
- Frans de Croon
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ploïdieveredeling in Begonia aan de hand van ongereduceerde gameten Angelo Dewitte
2 Overzicht Inleiding genoomgrootte, ploidie en chromosoomaantal in Begonia Screenen naar ongereduceerde gameten Genetische diversiteit in ongereduceerde gameten Overerving van ongereduceerde gameten Inductie van ongereduceerde gameten
3 Inleiding Elke plant is opgebouwd uit duizenden cellen. Deze cellen specialiseren zich in groep tot bepaalde plantenstructuren zoals blad, wortel of stengel waarbij elke cel dezelfde hoeveelheid chromosomen of DNA inhoud bevat. Enkel de gameten (pol of eicel) vormen een uitzondering.
4 Inleiding meiose
5
6 Inleiding in plantenveredeling worden chemicaliën als colchicine, oryzaline en trifluraline gebruikt om DNA verdubbelingen uit te voeren op de plant In de natuur ontstaan polyploiden echter voornamelijk door ongereduceerde gameten: gameten waarvan het aantal chromosomen niet gehalveerd is vergeleken met de somatische cellen.
7 n = x = 14 n = 2x = 28 n = 2x = 28 n = x = 14 n = x = 14 n = x = 14 n = x = 14 n = 2x = 28 n = x = 14 n = 2x = 28 n = x = 14 n = x = 14 n = 2x = 28 n = x = 14 2n = 2x = 28 2n = 2x = 28 2n = 2x = 28 2n = 3x = 42 2n = 4x = 56
8 Inleiding Voordelen van meiotische vs. mitotische polyploidisatie geen chemicaliën nodig genetische variatie door homoeologe recombinatie mogelijk geen ploidie chimeren verkrijgen van triploiden in één stap Nadelen gebruik beperkt tot planten die deze gameten aanmaken
9 Inleiding Producenten van 2n gameten Interspecifieke hybriden: problemen met chromosoomparing in meiose Synaptische mutanten: mutatie in gen actief gedurende de meiose Oneven polyploiden: vb. 2n = 3x maakt n = x en n = 2x gameten. Geen echte 2n gameten
10 Inleiding Genetische basis van 2n gameet productie: mutaties 1 gen (recessief-dominant) meerdere genen variabele graad van expressie (bij dominant gen) Andere genen controleren frequentie van 2n gameet productie sex-specifiek: enkel bij eicellen of pollen
11 Begonia als modelplant korte reproductietijd (rijkelijke) bloei gedurende het volledige jaar ruim 1400 beschreven soorten met hoge variatie in morfologie en chromosoomaantallen: 2n = 16 tot 2n > 100 Ruim 200 genotypes aanwezig op het ILVO-PGV
12 Genoomgroote, ploidie en chromosoomaantal
13 Genoomgroote, ploidie en chromosoomaantal Begonia bezit een enorme variatie aan chromosoomaantal. Chromosomen zijn klein: ± 1µm Het basischromosoomaantal is ongekend: 2n = 22 voor begonias met Aziatische oorsprong; 2n = 26 of 28 voor de meeste andere begonias. Verschillende ploidiegraden zijn aanwezig; oa. veel tetraploiden met 2n = 56 Het hoogst gekende aantal is 2n = 156 voor B. acutifolia. Ook veel aneuploidie: 2n = 30, 34, B. Orococo B. Florence Rita B. fisheri 2n = 40 2n = 52 2n = 92
14 Genoomgroote, ploidie en chromosoomaantal B276: 2n = 50 Aneuploidie: Sommige chromosomen ontbreken om een veelvoud van het basischromosoomaantal te bereiken
15 Genoomgroote, ploidie en chromosoomaantal Genoomgroottes worden flow cytometrisch gemeten met Glycine max (2.5 pg) of Pisum sativum (9.09 pg) als interne referentie (internationaal gebruikte referenties) De genoomgrootte varieert van 2C= 0.46 tot 2.93 Begonia Pisum sativum (2C = 9.09 pg)
16 2n = Genoomgrootte (pg) Gemiddelde chromosoomgrootte (x 10-3 pg) Section Augustia B. dregei ± B. sutherlandii ± Section Diploclinium B. grandis var. evansiana ± Section Platycentrum B. diadema ± Section Petermannia B. brevirimosa ± Section Gireoudia B. bowerae 28, ± B. heracleifolia 24, ± B. manicata ± Section Barya B. boliviensis ± Section Begonia B. cucullata var. unknown ± B. fischeri ± B. odorata ± B. schmidtiana 32, ± B. subvillosa var. leptotricha ± B. venosa ± Section Donaldia B. ulmifolia ± Section Eupetalum B. pearcei ± Section Gaerdtia B. albo-picta 54, ± B. corallina ± B. maculata ± B. undulata ± Section Peltaugustia B. socotrana ± Section Pritzelia B. coccinea 42, ± B. dietrichiana ± B. listada ± B. tomentosa ± Section Solananthera B. radicans ± B. solananthera ± Geen correlatie genoomgrootte en chromosoomaantal eg. sectie Gaerdtia en sectie Gireoudia B. boliviensis en B. pearcei: hoge genoomgrootte, laag chromosoomaantal Verschillen in gemiddelde chromosoomgrootte: laag in oa. secties Begonia en Gaerdtia, hoog in oa. Secties Gireoudia en Augustia Verschillen lager binnen een sectie
17 TCV = 2 * (Π * TCL * r 2 ) r Mean chromosome length ± SD (µm) Mean chromosome width ± SD (µm) TCV (µm 3 ) 1C Genome size ± SD (pg) B. Orococo 0,77 ± 0,18 0,61 ± 0,09 4, ± 0.01 B. subvillosa var. leptotricha 0,84 ± 0,13 0,61 ± 0,14 4, ± 0.01 B. cucullata (unknown var.) 0,89 ± 0,17 0,65 ± 0,14 4, ± 0.01 B243 1,21 ± 0,34 0,89 ± 0,19 8, ± 0.01 B. dregei 1,26 ± 0,33 0,86 ± 0,14 9, ± 0.01 B. Tamo 1,49 ± 0,42 0,86 ± 0,10 9, ± 0.02 B. fisheri 0,83 ± 0,26 0,67 ± 0,13 13, ± 0.01 B. Bubbles 1,01 ± 0,22 0,71 ± 0,16 15, ± 0.05 B276 1,11 ± 0,32 0,87 ± 0,18 16, ± 0.03 B. Florence Rita 1,10 ± 0,31 0,86 ± 0,22 16, ± 0.03 B. boliviensis 1,73 ± 0,39 1,09 ± 0,17 22, ± 0.04
18 Flow cytometrie kan niet gebruikt worden om verschillen na te gaan in chromosoomaantallen of ploidie tussen soorten. Enkel chromosoomtellingen geven hierover uitsluitsel. B. albo-picta (2n = 56) en B. diadema (2n = 22) bv. hebben eenzelfde genoomgrootte (0.58 pg). Flow cytometrie toont enkel aan dat de genoomgrootte dezelfde is, maar verschillen in ploidie kunnen niet opgespoord worden. Flow cytometrische ploidie analyse wordt veelal gebruikt in nakomelingenschap. Indien de ouders een verschillende genoomgrootte bezitten wordt verwacht dat de nakomeling een intermediaire genoomgroote heeft. Een nakomeling die een hogere genoomgrootte vertoont is vermoedelijk onstaan uit een ongereduceerde gameet. B. corallina x B. dregei (1.01 pg) B. corallina (0.78 pg) B. dregei (0.66 pg)
19 Interspecifieke hybridisatie Verschil in chromosoomaantal of genoomgrootte is niet noodzakelijk een barriere tot kruisen B. odorata (Begonia) B. heracleifolia (Gireoudia) B. cucculata (Begonia) B. venosa (Begonia) B. schmidtiana (Begonia) B. subvillosa (Begonia) B. ulmifolia (Donaldia) B. echinosepala (Pritzelia) B. listada (Pritzelia) B. coccinea (Pritzelia) B. luxurians (Schweidweileria) B. corallina (Gaerdtia) B. albo-picta (Gaerdtia) B. solananthera (Solananthera) B. boliviensis (Barya) B. pearcei (Eupetalum) B. dregei (Augustia) B. grandis (Diploclinium II) B. emeiensis (Platycentrum) B. diadema (Platycentrum)
20
21 chromosoomaantal genoomgrootte B. coccinea B. corallina B. albo-picta B. solananthera B. dregei B. diadema B. echinosepala B. coccinea B. corallina B. albo-picta B. solananthera B. dregei B. diadema 1 B. echinosepala B. luxuruans B. venosa 5 B. odorata B. subvillosa B. cucculata B. ulmifolia B. emeiensis 2 2 B. heracleifolia B. boliviensis B. grandis 1 B. listada B. pearcei B. luxurians B. venosa B. odorata B. subvillosa B. cucculata B. schmidtiana B. ulmifolia B. boliviensis B. grandis B. pearcei 1: early abortion of the seeds 2: bad seeds 3: good seed present, but no germination 4: germination, but no acclimatisation in greenhouse 5: acclimatisation, but identified as self-cross with AFLP 6: acclimatisation, and identified as hybrid with AFLP
22 Phalaenopsis GISH: hybriden met duidelijk verschil in chromosoomgroottes van de ouderplanten
23 Interspecifieke hybridisatie Verschil in chromosoomaantal of genoomgrootte leidt wel tot steriliteit in nakomelingen Oorzaak te vinden in verstoorde chromosoomparing tijdens meiose
24 Screenen van ongereduceerde gameten
25 Screening van ongereduceerde gameten 4 potentiële screeningstechnieken: Verschillen in pollengroote: het volume van een cel (pol) wordt bepaald door de DNA inhoud Meiose studie: aanwezigheid van monaden, dyaden en triaden naast normale tetraden Flow cytometrische bepaling van pollen DNA inhoud Ploidie analyse van nakomelingen
26 Screening van ongereduceerde gameten Guzmania
27 Screening van ongereduceerde gameten Hibiscus
28 Screening van ongereduceerde gameten
29 Correlatie genoom-pollengrootte pollen size (µm) ,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 genome size 1C
30 Flow cytometrische bepaling van pollen DNA inhoud Principe Isolatie kernen uit blad of pollen Uit blad: via choppen Uit pol: via sonicator of osmotische shock op gekiemd pollen
31 Blad referentie Osmotische shock op gekiemd pollen Sonicator
32 Flow cytometrische bepaling van pollen DNA inhoud Blad referentie (p = 150) Vegetatieve kern normaal pollen (p = 75) Generatieve kern normaal pollen + Vegetatieve kern ongereduceerd pollen (p = 150) Generatieve kern ongereduceerd pollen (p = 300)
33 G n + V 2n V n G 2n B. pearcei
34 Lolium perenne referentie Osmotische vrijstelling van nuclei pollen Enkel 1 piek van 1C nuclei
35 Lolium perenne
36 Screening van een Begonia collectie 76 genotypes gescreend: 11 genotypes vertonen 2n pollen vorming waarvan 5 genotypes leefbare 2n pollen Genotypes die 2n pollen vormen vertonen abnormaal grote pollen en een verstoorde meiose (voornamelijk diaden) Meiotisch polyploiden werden ontwikkeld in B. Art hodes x B. Orococo, B. echinosepala var. elongatifolia x B. luxurians var. ziesenhenne, B. corallina x B. dregei en B. Bubbles x B276.
37 Genetische diversiteit in ongereduceerde gameten
38
39 Two hoofd mechanismen: FDR and SDR Homogeneous population of heterozygous 2n pollen Heterogeneous population of homozygous 2n pollen
40 AB AaBb AABB ab Ab ab AB AaBb ab aabb AB Ab AABB ab Geen mendeliaanse uitsplitsing 2n = 2x = 28 2n = 2x = 28 Vb: AaaaBbbb Vb: AaBB Vb: AaaBbB 2n = 2x = 28 2n = 3x = 42 2n = 4x = 56
41 Meiose in controle planten Binnenin één antheer ontwikkelen alle pollenmoedercellen (PMCs) zich simultaan doorheen de meiose Anaphase I
42 Meiose in 2n pollen producenten Alle PMCs ontwikkelen simultaan tot metaphase I binnenin dezelfde antheer; maar niet alle PMCs ontwikkelen verder tot anaphase I. Kernen restitueren in telophase I en delen gedurende anaphase II, waaruit een FDR diade van 2n microspores wordt gevormd. Normal division Prophase I restitution Anaphase I restitution Anaphase I restitution Normal division Restitution nucleus divides Incomplete division Telophase I Anaphase II Anaphase I Normal division Only in B. Florence Rita and B276
43 Overerving van 2n pollen
44 50 diploiden 3 triploiden x B. soli mutata 1 diploid zelfbestuiving 19 triploiden B. Orococo (diploid) B. glabra x B. soli-mutata B. soli mutata x B. Art Hodes x 9 diploiden 212 triploiden 1 diploid 64 triploiden B. soli mutata x B. Orococo x 2 tetraploiden 12 tetraploiden
45 snelheid kiembuisvorming na 24 uur % kiembuislengte (µm) n pollen 2n pollen B. Orococo
46 B. Art Hodes x B. Orococo B. soli-mutata x B. Orococo 3X 3X 2X 3X 2X 3X 3X 3X B. soli-mutata x B. Orococo B. soli-mutata x B. Orococo 3X 2X
47 B. Art Hodes x B. Orococo 2n = 3x nakomeling Monaden Diaden Triaden Tetraden Andere* Niet gebloeid
48
49 Nakomeling % ellipsoïdale pollen Grootte ellipsoïdale pollen (µm) % ronde pollen Grootte ronde pollen (µm) Gemiddeld % kieming Niet gebloeid Geen pollen Slechte pollen Geen pollen Geen pollen , Slechte pollen Slechte pollen Slechte pollen
50 Overerving naar F 1 triploiden is enorm hoog: alle onderzochte nakomelingen vormen diaden, behalve enkele genotypes die enkel monades vormen. In alle nakomelingen werden dan ook 2n gameten aangemaakt, tenzij de plant enkel slechte of geen pollen aanmaakt. De diploide F 1 alsook de tetraploide F 2 vertoont eerder een uitsplitsing Nakomelingen die een hoog percentage monaden of micronuclei vormen, zijn steriel. Fertiliteit in triploide F 1 blijkt laag: weinig morfologisch goede pollen en lage kieming, op enkele uitzonderingen na. De fertiliteit blijkt terug te herstellen in de tetraploiden. B. soli-mutata x B. Orococo.15 2n = 3x
51 B276 (tetraploid; vormt enkel 2n gameten) B. Bubbles (tetraploid) x 38 hexaploiden zelfbestuiving X B hexaploid 2 heptaploid
52 B. Bubbles B276 blad B. Bubbles x B276 blad B. Bubbles x B276 B. 'Bubbles' x B276 Pollen (NK1) Blad (NK1) B. Bubbles x B276 B. Bubbles x B276 Pollen (NK2) Blad (NK2) 23, ,5 22, ,5 21, ,5 20, ,5 19, ,5 18, ,5 17, ,5 16, ,5 15, ,5 14, ,5 13, ,5 12, ,5 11, ,5 10, ,5 9, ,5 8, ,5 7, ,5 pollengrootte %
53 Inductie en aanrijking van 2n gameten
54 Inductie en aanrijking van 2n gameten Inductie interspecifieke hybriden mitose inhibitoren Aanrijking flow cytometrische sortering temperatuur
55 Chemische inductie MG 132 Lactacystin Colchicine Propyzamide Oryzaline APM Roscovitine Olomoucine Bohemine Roscovitine Olomoucine Bohemine Mimosine Aphidicolin Hydroxyurea
56 Chemische inductie Enkel N 2 O is succesvol gebleken tot het induceren van 2n gameten onder een druk van 6 bar in lelie en tulp Op deze manier werden in lelie ook steriele pollen terug fertiel.
57 Recombinatie tussen chromosomen is hierbij mogelijk
58 Aanrijking Flow cytometrische scheiding: enkel wanneer het verschil in grootte tussen grote en kleine pollen groot genoeg is
59
60 Temperatuurswijzigingen kunnen de frequentie verhogen van ongereduceerde gameten binnen een bepaald genotypes Lotus tenuis (Negri & Lemmi, 1998) Ook andere factoren zoals nutriëntengebrek, kunnen invloed hebben
61 Conclusies: rol in verdeling?
62 Conclusies: rol in verdeling? Ongereduceerde gameten hebben een belangrijke rol gespeeld in de evolutie van het plantenrijk. Dit is echter een evolutie over lange termijn. Deze evolutie leidde niet enkel tot verschillen in ploidie, maar in verschillende chromosomale herstructureringen. Hoewel kruisingen mogelijk zijn tussen ver gerelateerde species, resulteert dit in de nakomeling veelal in problemen tijdens chromosoomparing tijdens de gameetvorming. Dit resulteert dan weer in steriliteit, hoewel ook ongereduceerde gameten kunnen ontstaan. In de veredeling is deze lange termijn niet beschikbaar. Daar waar ze tot voor kort als zeldzaam werden beschouwd, blijken ze toch veelvuldig gerapporteerd. Veel polyploiden ontstaan namelijk zonder dat de veredelaar er besef van heeft. Veel knolbegonias zijn tegenwoordig tetraploid, maar het is niet geweten waar en wanneer de polyploidisatie gebeurd is. Binnen een populatie is het aantal genotypes dat ongereduceerde gameten vormt duidelijk in de minderheid. Veelal vormt de gewenste soort of cultivar deze gameten niet.
63 Conclusies: rol in verdeling? Het gebruik van 2n gameten is enkel haalbaar indien de gewenste soort deze gameten in acceptabele frequenties vormt. Eventueel kan er eerst een selectie gebeuren naar genotypes die in hogere frequenties deze gameten aanmaken. Hierbij verhoogt de kans om meiotische polyploiden te creëren. Om een echt belangrijke rol in de veredeling te spelen, is het induceren van 2n gameten van groot belang. Hierbij spelen interspecifieke hybriden een belangrijke rol. Ook recent onderzoek naar oa. N 2 O begassing zorgt voor een belangrijke doorbraak. De uiteindelijke effecten zijn niet enkel een gevolg van polyploidisatie, maar ook van genetische recombinatie of genoomstabilisatie waarbij chromosomen verloren gaan. Ze blijven echter moeilijk te voorspellen.
64 VRAGEN?
Chromosomen en ploïdie: basisbegrippen voor de plantenveredelaar. ILVO Plant Beleidsdomein Landbouw en Visserij
Chromosomen en ploïdie: basisbegrippen voor de plantenveredelaar Ploïdie: veroorzaakt soms problemen in kruisingsveredeling Ploïdie: biedt mogelijkheden voor veredelaars 2 Overzicht Basisbegrippen Kwantificeren:
Nadere informatieThemanummer Nieuwsgolf april 2010 Sierteelt
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid - Landbouw en Visserij Burg. Van Gansberghelaan 96 bus 1 9820 Merelbeke, België Tel. 09 272 25 00 - Fax
Nadere informatieOplossingen Biologie van 2000
www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag
Nadere informatieInhoud les 2. Afwijkingen van wetten van Mendel Polyploïdie. Autopolyploïden Allopolyploïden. les 2 Populatie- en kwantitatieve genetica 1
Inhoud les 2 Afwijkingen van wetten van Mendel Polyploïdie Autopolyploïden Allopolyploïden genetica 1 Schijnbare afwijkingen van Wetten van Mendel Certatie: letterlijk wedstrijd (tussen pollenkorrels).
Nadere informatie3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1
Nadere informatieDe brede kennisbasis van de Groene Genetica: van onderzoek naar perspectief. Gerco Angenent
De brede kennisbasis van de Groene Genetica: van onderzoek naar perspectief Gerco Angenent Onderzoek voor bedrijfsleven met een academisch karakter Publiek Private Samenwerking (PPS) exploitatie wetenschappelijke
Nadere informatie1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse
1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse 1.1 Inleiding Genetische kenmerken die afhangen van één enkel gen (meer precies : locus) noemen wij mendeliaans. Mendeliaanse kenmerken segregeren in families
Nadere informatieHAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde
HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld
Nadere informatie6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.
Nadere informatieThesisonderwerpen 2013 LFVB en FTC
Thesisonderwerpen 2013 LFVB en FTC - onderwerpen hebben een wetenschappelijke en praktische component en kunnen altijd bijgestuurd worden (interesse, competentie) - major versus motivatie (LB-GP, C&G,
Nadere informatieJuli blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieJuli geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatie3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?
In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat
Nadere informatieHet genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.
Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen
Nadere informatie3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?
Genetica Vragen bij hoofdstuk 13, 14 en 15 van 'Biology', Campbell, 7e druk Versie 2006 2007 Theorie 1. Hoe noemt men een plant die raszuiver is voor een bepaalde eigenschap? 2. Hoe noemt men planten met
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:
Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o
Nadere informatieMitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).
Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van
Nadere informatie8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica
Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke
Nadere informatieSamenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.
Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke
Nadere informatieAAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa
13. (MC) Retinitis pigmentosa is een erfelijke vorm van blindheid, die kan veroorzaakt worden door een recessief allel (a) op een locus alfa, of door een dominant allel (B) op een andere locus, bèta. Onderstaande
Nadere informatieBasisstof 7 Genetische variatie
Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in
Nadere informatieSamenvatting
Voor toepassingen in plantenkweek is het van groot belang om de genetische diversiteit in een populatie alsmede de ontwikkeling van homozygote lijnen goed te kunnen beoordelen. Het verkrijgen van homozygote
Nadere informatieSamenvatting De kleurverandering van bladeren is een van de opvallendste kenmerken van de herfst voordat ze afsterven en afvallen. Tijdens de herfst worden de bouwstoffen die aanwezig zijn in het blad
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieBiologie (jaartal onbekend)
Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren
Nadere informatieCGM/ Advies: Ontwikkelingsstadia en levensvatbaarheid hybride planten
BEZOEKADRES: A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 3720 AN BILTHOVEN Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw J.C. Huizinga-Heringa
Nadere informatieDe volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?
Populatiegenetica Versie 2006-2007 Vragen bij COO Belangrijke begrippen De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende
Nadere informatieDoor recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb
Nadere informatie<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine
Nadere informatie<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.
Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieWelke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Myeline is een hoofdzakelijk eiwitrijke stof die aangemaakt wordt door Schwann cellen. Myeline
Nadere informatieWelke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Myeline is een hoofdzakelijk vetachtige stof die aangemaakt wordt door Schwann cellen. Myeline
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieWelke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinaties tussen een celorganel en zijn functie zijn correct? Lysosoom en vertering Mitochondrion en synthese van eiwitten Lysosoom en fotosynthese Mitochondrion en celademhaling
Nadere informatieNewsletter April 2013
1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Erfelijkheid
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Erfelijkheid Samenvatting door een scholier 1431 woorden 17 jaar geleden 6,6 99 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Bas.1 wanneer zijn eigenschappen
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatie1. Injectie van cytochroom c in het cytosol van een cel
1. Injectie van cytochroom c in het cytosol van een cel a. Zal elektrontransport stimuleren en apoptose niet beinvloeden b. Zal elektrontransport remmen en apoptose remmen c. Zal elektrontransport stimuleren
Nadere informatieEen modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype.
Samenvatting door A. 2698 woorden 16 mei 2013 7,8 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting 3.1 De chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen, dit is vastgelegd in het DNA. De
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal dominante overerving
Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus
Nadere informatieSamenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)
Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting door CÃ line 1065 woorden 5 juli 2016 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie P4 Hoofdstuk 7 1 Uniek Eigenschappen
Nadere informatieS e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e
76 Voortplanting S e k s u e l e v o o r t p l a n t i n g De seksuele voortplanting of reproductie van de mens houdt in dat man en vrouw elk de helft van hun erfelijke aanleg, dus één van elk van de 22
Nadere informatieWelke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?
Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3 en 4
Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april 2011 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting
Nadere informatieBegrippenlijst Biologie DNA
Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar
Nadere informatie4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke
Nadere informatieGenetic Architecture of Host Use in Yponomeuta K.H. Hora
Genetic Architecture of Host Use in Yponomeuta K.H. Hora NEDERLANDSE SAMENVATTING Meer dan de helft van alle beschreven soorten op de wereld zijn insecten. Planteneters (herbivoren) maken daar weer een
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieBiologie 1997 Augustus
www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een
Nadere informatieproliferatie & apoptose Kanker: toename proliferatie (ontregeling celcyclus), + afname celdood (ontregeling apoptose). Normaal epitheel Kanker
Celproliferatie & apoptose Basiscursus NVVO 2008 Frans Ramaekers 1) Relatie proliferatie - apoptose Weefselhomeostase: balans tussen proliferatie en apoptose Kanker proliferatie = celverlies (apoptose)
Nadere informatieBiologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer
Nadere informatieMinor plantenveredeling 2. Dictaat Kruisingsbarrières
Minor plantenveredeling 2 Dictaat Kruisingsbarrières J. den Besten juli 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 De ontwikkelingen in de land- en tuinbouw gaan snel. De behoefte aan betere rassen neemt toe
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen
Nadere informatieEvolutie van de generatiewisseling
Evolutie van de generatiewisseling Oefen- en zelftoetsmodule bij hoofdstukken 29 en 30 van Campbell november 2006 Introductie Met behulp van dit zelfstudie-onderdeel oefen je de termen en begrippen die
Nadere informatieSamenvatting. 07 sam+.indd :23:49
Samenvatting Planten zijn sessiel, met andere woorden, zij brengen hun hele leven door op één plek. Om te overleven moeten planten direct kunnen inspelen op een constant veranderend leefmilieu, wat betreft
Nadere informatieKlinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving
Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent
Nadere informatie2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington
2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen
Nadere informatieERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2
ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.
Nadere informatieBIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1
BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van
Nadere informatieDetectie van chromosomale imbalances mbv Next Generation Sequencing (NGS)
Detectie van chromosomale imbalances mbv Next Generation Sequencing (NGS) Winand Dinjens, KMBP Afdeling Pathologie Laboratorium voor Moleculaire Diagnostiek w.dinjens@erasmusmc.nl Week van de Pathologie
Nadere informatieEindexamen biologie pilot havo I
Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend. Bromelia s 1 A 2 C 3 B 4 maximumscore 2 Osmose is diffusie van water door/via een semipermeabele
Nadere informatieTeveel centrosomen in kankercellen
Teveel centrosomen in kankercellen Ongecoördineerde celdeling zorgt ervoor dat kankercellen steeds verder ontsporen, denkt een onderzoeksgroep van oncologen uit Boston. Kankercellen zijn vaak aneuploïd:
Nadere informatieTools voor genetische analyse in polyploïde gewassen: een brug tussen aardappels, bloemen en groenten
Tools voor genetische analyse in polyploïde gewassen: een brug tussen aardappels, bloemen en groenten 12 mei 2014, Netwerkdag TKI Uitgangsmaterialen Chris Maliepaard, Wageningen UR Plant Breeding Polyploïde
Nadere informatieAVL-nascholing NW02. KU Leuven
Toelichtingen en praktische didactische tips bij de leerplandoelstellingen genetica in het Leerplan D/2017/13.758/009 Aardrijkskunde/Natuurwetenschappen 3 graad kso/tso; sept 2017: Leerplan van het Secundair
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3
Samenvatting Biologie Thema 3 Samenvatting door J. 1261 woorden 6 jaar geleden 4,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 3,1 chromosomen Een menselijke celkern bestaat uit 46 chromosomen.
Nadere informatieDialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief
Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen
Nadere informatieT G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA
. Tijdens welke fase van de celcyclus gebeurt DNA-replicatie van het genoom? Hoeveel chromosomen en hoeveel DNA bevat een cel onmiddellijk na de mitose als je weet dat het aantal chromosomen van die cel
Nadere informatieMolecular Pathology for Pathologists. Pr P. Pauwels
Molecular Pathology for Pathologists Pr P. Pauwels NGS moleculair pathologie rapport ontcijferen Nomenclatuur waarin gerapporteerd wordt: EGFR c.2573t>g, p.(leu858arg) Coderende sequentie Eiwit/proteïne
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 2251 woorden 18 maart 2004 7,3 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Hoewel mensen
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
2 NEDERLANDSE SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN In gezonde personen is er een goede balans tussen cellen die delen en cellen die doodgaan. In sommige gevallen wordt deze balans verstoord en delen cellen
Nadere informatieEindexamen biologie vwo I
Eendagshaantjes In de pluimveehouderij worden in Nederland jaarlijks tientallen miljoenen eendagshaantjes gedood. Dit cijfer is te vinden in het rapport Alternatieven voor doding van eendagskuikens, in
Nadere informatiePopulatie- en kwantitatieve genetica. Wieneke van der Heide
Populatie- en kwantitatieve genetica Wieneke van der Heide Leerdoelen Na afloop van deze cursus en het uitvoeren van de leertaak 5a en 5b is de student in staat selectie- en rassenproeven te beoordelen
Nadere informatieEvolutie van het Melkviooltje en verwanten door hybridisatie en polyploïdie
Evolutie van het Melkviooltje en verwanten door hybridisatie en polyploïdie De systematiek is de wetenschap binnen de biologie die zich bezighoudt met inventariseren, identificeren van de verwantschapsrelaties
Nadere informatieAlles door elkaar 1. a) b) c) 2. a) b) c) a) b) BIOLOGIE 2017/18 WERKBOEK
Alles door elkaar 1. Van twee erwtenplanten worden nakomelingen verkregen. Hiervan blijken er 28 rode bloemen te dragen en 11 witte bloemen. a) Wat zijn de genotypen van de ouderplanten? b) Welk allel
Nadere informatieSamenvatting Biologie H7 erfelijkheid
Samenvatting Biologie H7 erfelijkheid Samenvatting door een scholier 1875 woorden 23 juni 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Inhoud Paragraaf 1: Verschillen tussen mensen 2 Begrippen
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieHerhalingsoefeningen
Herhalingsoefeningen Steven Maenhout 1 stamboomanalyse 1. De stamboom uit figuur 1 geeft de overerving van de witte haarlok eigenschap bij mensen. De aangetaste individuen hebben een lok ongepigmenteerd
Nadere informatieKeuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7
Keuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7 Keuzeopdracht door een scholier 1132 woorden 13 april 2004 5,1 32 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 5 Leertaak B Bij veel zoogdieren
Nadere informatieToelatingsexamen arts geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de
Nadere informatieToelatingsexamen arts blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 De genen A en B liggen 14 centimorgan (cm) van elkaar. Een persoon die heterozygoot is voor deze twee genen, heeft ouders met Aabb en aabb als genotype. De verwachte frequenties van de
Nadere informatieBij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren :
Samenvatting door een scholier 1923 woorden 10 maart 2002 7,6 81 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1: Eiwitmolecuul bestaan uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren. In het lichaam zijn
Nadere informatiet Saet kruipt waar het niet gaan kan Research en DNA technieken
t Saet kruipt waar het niet gaan kan Research en DNA technieken Organisatie Bejo Zaden BV Veredeling vollegrond Veredeling fruit crops Onderzoek Zaadteelt & vermeerdering Productie & verwerking Verkoop
Nadere informatieSlide 1. Hybride rassen. Voor- en nadelen. Clemens van de Wiel, Jan Schaart & Bert Lotz
Slide 1 Hybride rassen Voor- en nadelen Clemens van de Wiel, Jan Schaart & Bert Lotz Slide 2 Hybride rassen Hybride (F1) rassen standaard in tal van gewassen Akkerbouw: maïs, suikerbiet, koolzaad Groenten:
Nadere informatieBrachypodium cugnacii A.Camus nieuw voor Nederland
Brachypodium cugnacii A.Camus nieuw voor Nederland Ger Londo* & Hans de Jong** * Proeftuin 13, 3925 BJ Scherpenzeel; e-mail: glondo@hetnet.nl ** Laboratorium voor Genetica, Wageningen Universiteit; e-mail:
Nadere informatie1 Antwoorden Monohybride Kruisingen
1 Antwoorden Monohybride Kruisingen 1) A = zwart haar, a = wit haar P: Aa x Aa F1: A a A AA Aa Alleen genotype aa geeft wit haar, dus 25 % 2) a) Eigenschap C (= A) b) Aa c) Aa d) AA of Aa 3) zwart : wit
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica
Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat
Nadere informatieAziatische genen verbeteren het Europees vleesvarken
Aziatische genen verbeteren het Europees vleesvarken Veel gunstige eigenschappen van het Europees vleesvarken zijn afkomstig van Chinese zeugen. Deze eigenschappen werden ingekruist om het Europese varkensras
Nadere informatie6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de
Nadere informatieDe ecologie van natuurlijke Senecio jacobaea aquaticus hybriden in het natuurreservaat het Zwanenwater
Precies 150 jaar nadat Darwin (1859) zijn fascinerende vragen over de rol van hybridisatie bij evolutionaire veranderingen (Hoofdstuk 1) heeft gepubliceerd, zijn wetenschappers goed op weg hierop de antwoorden
Nadere informatieHAPTE CHAP SAMENVATTING
HAPTE CHAP Wanneer voortplanting tussen individuen van verschillende soorten, maar ook van verschillende populaties wordt voorkómen, noemen we dit reproductieve isolatie. Reproductieve isolatie speelt
Nadere informatieDoorbreking van kruisingsbarrières tussen Oriental- en Aziatische hybriden t.b.v. van introgressie van virus, Fusarium en Botrytisresistentie
Eindrapportage PT11184 Doorbreking van kruisingsbarrières tussen Oriental- en Aziatische hybriden t.b.v. van introgressie van virus, Fusarium en Botrytisresistentie 1/36 Gegevens project: Projectnummer
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Samenvatting 151 Inleiding Samenvatting De meeste eukaryote meercellige organismen planten zich seksueel voort. Dit betekent dat ze gameten produceren, bijvoorbeeld eicellen en sperma, via
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieDocent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO
Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM AAHA Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO Legenda leerstofafbakening: PAARS: OUDE
Nadere informatieVan mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?
Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)
Nadere informatieHoe veredel je voor duurzame resistentie in aardappel en de rol van moleculaire merkers?
Hoe veredel je voor duurzame resistentie in aardappel en de rol van moleculaire merkers? Edith Lammerts van Bueren Louis Bolk Instituut, Wageningen University DNA labs, 8 maart 2013 De schrik van elke
Nadere informatie