NOTULEN. van de vergadering van de raad der gemeente Bergen (Limburg) gehouden op 2 april 2013 om uur in Bergen

Transcriptie

1 NOTULEN van de vergadering van de raad der gemeente Bergen (Limburg) gehouden op 2 april 2013 om uur in Bergen Aanwezig: dhr R.P.M. Arts (CDA), mw B.L.M. Bauer (CDA), dhr E.J. Dilweg (PK), mw G. van Klaarbergen-Van der Zalm (CDA), dhr W.R. van der Kwast (VVD), dhr A.H.M. Michiels (VVD), mw H. Nillesen-Van Lammeren (CDA), dhr L.Th.A.M. Ponjee (PK), mw M.H.M. Raijmakers-van der Stap (KERN), dhr H.M.J.J. van Riswick (KERN), dhr W.P.M. Schijfs (VVD), dhr J.G.W.A. Smolenaars (KERN), dhr J.H.M. Straatman (CDA) Voorzitter: Portefeuillehouders: Griffier: Verslag: Afwezig: mw M.H.E. Pelzer dhr F.J.R. Pekema, dhr B.J.M. Buiting dhr W.P.G.M. Scheepens Buro Service Overasselt, mw M.R.H.M. de Meijer m.k. mw L. Ceelen (VVD), dhr J.C.G. Valckx (PK) A. FORMELE STUKKEN 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur. 2. Spreekrecht burgers De heer Th. Verhaegh, voorzitter Stichting Kinderboerderij N.a.v. de in de vorige raadsvergadering ingediende motie heeft er een gesprek plaatsgevonden waarbij wethouder Buiting, de betrokken ambtenaren en hijzelf aanwezig waren, maar er zijn helaas geen concrete oplossingen op tafel gekomen. De wethouder heeft aangegeven dat het college niet bereid was om het standpunt m.b.t. de dwangsom te heroverwegen of te herzien ondanks het feit dat in de milieuvergunning staat wáár het geluid gemeten moet worden. Het college is van mening dat het de verantwoordelijkheid van de kinderboerderij zelf is om de bedrijfsvoering zodanig aan te passen dat de kinderboerderij aan de nieuwe geluidnormen kan voldoen. Omdat dit helaas niet mogelijk is, heeft de Stichting Kinderboerderij alsnog beroep ingesteld bij de Raad van State en gevraagd om een voorlopige voorziening. Op verzoek van de voorzitter beëindigt de heer Verhaegh zijn inspraakreactie. Over zaken die onder de rechter zijn, kan niet worden ingesproken conform het Reglement van Orde. 3. Vragenrecht raadsleden Mw Van Klaarbergen (CDA) vraagt welke activiteiten Bergen samen met de regio en met de provincie onderneemt in het kader van het voornemen van het Rijk om te komen tot grotere gemeenten. De voorzitter antwoordt dat de colleges van de 8 regiogemeenten op 10 april een bijeenkomst hebben om een reactie van de regio te kunnen doen uitgaan. Ieder raadslid van de regio heeft een uitnodiging gekregen voor de bijeenkomst in de Orangerie op 22 april waar de brief van de regio wordt vastgesteld, samen met de brief van alle Limburgse gemeenten. Daarnaast zal op 25 april een extra burgemeesterstafel plaatsvinden waarin de regiogemeenten nog een separate reactie zullen doen uitgaan naar minister Plasterk over zijn voornemen om gemeenten op te schalen. Daarbij wordt ge- 1

2 werkt aan een overzicht van alle bestaande vormen van samenwerking, omdat de regio Venlo unaniem heeft geconstateerd dat herindeling niet aan de orde is, maar wel samenwerking. Dhr Van Riswick (KERN) vraagt naar de stand van zaken m.b.t. IBA s en of men ervan kan uitgaan dat de ongemakken de burgers geen extra geld gaan kosten. Hij merkt op dat de communicatie over de werkzaamheden N271 nog steeds zeer gebrekkig is en dat ook de veiligheid enigszins in het geding is. Zo zijn de bushaltes slecht zichtbaar en is het zebrapad op N271 wellicht niet voldoende duidelijk voor automobilisten door de wirwar van borden. Hij vraagt het college om de provincie te verzoeken extra knipperlichten te plaatsen. Wethouder Buiting antwoordt dat er een tweede brief is uitgegaan naar de voorzitter van het waterschap, maar net als op de eerste brief is er tot op heden geen antwoord op ontvangen. Bergen is momenteel in contact met andere gemeenten met dezelfde problematiek om samen in gesprek te gaan met het waterschapsbedrijf en het waterschap. Er is geen enkele aanwijzing dat het de betreffende burgers extra geld zal kosten. Wethouder Pekema antwoordt dat de gemeente in continu overleg is met de provincie om verbeteringen aan te brengen, waar mogelijk en noodzakelijk. Er wordt steeds gekeken hoe de doorstroming van het verkeer zo veilig mogelijk en met zo min mogelijk overlast kan plaatsvinden. Dhr Arts vraagt om de provincie ook aandacht te vragen voor het feit dat twee vrachtwagens elkaar in de bocht moeilijk kunnen passeren. Dhr Van der Kwast (VVD) vraagt of de wethouder Ruimtelijke Ordening in de eerstkomende commissievergadering een tijdsplanning voor De Lammerskamp kan voorleggen. Wethouder Buiting antwoordt dat een dergelijke planning in dit stadium niet gegeven kan worden. Hij zal de commissie in de komende vergadering informeren over de stand van zaken. 4. Vaststelling definitieve raadsagenda De motie Vreemd aan de orde van de dag in te dienen door de fractie van het CDA, wordt als agendapunt 11a geagendeerd. 5. Voorstel tot vaststelling van de notulen van de vergadering van 19 februari 2013 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. B. HAMERSTUKKEN 6. Voorstel tot vaststelling van bestemmingsplan Tuinstraat 18 Wellerlooi Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 7. Voorstel tot vaststelling van begrotingswijzigingen Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 8. Voorstel tot vaststelling van Integraal Veiligheidsbeleid Bergen Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. C. BESPREEKSTUKKEN 9. Voorstel tot vaststelling Beleidsplan schuldhulpverlening Bergen

3 Dhr Schijfs (VVD) dankt het college voor de cijfermatige onderbouwing van het voorstel. Het betekent dat de fractie van de VVD geen verdere vragen meer heeft en akkoord gaat met het voorstel. Mw Raijmakers (KERN) verklaart dat ook KERN positief staat tegenover de samenwerking met de andere gemeenten op het beleidsplan. Zij vraagt hoe de raad zijn controlerende taak kan uitvoeren zonder te beschikken over recentere cijfers dan de cijfers die onlangs zijn aangeleverd. Dhr Dilweg (PK) zegt dat het de bedoeling is om een bezuiniging te halen door het inzetten van stagiaires. Hij vraagt of de verantwoordelijkheid bij de gemeente ligt of bij PLAN-groep, als er geen stagiaires gevonden kunnen worden. Mw Nillesen (CDA) wijst erop dat in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is opgenomen dat het door de gemeenteraad vast te stellen beleidsplan de hoofdzaken bevat over het voorkomen dat personen schulden aangaan die zij niet kunnen betalen. De gemeente moet dus meer dan in het verleden inzetten op preventie. In dat kader kan de CDA-fractie zich voorstellen dat personen die eenmaal met schuldhulp te maken hebben gehad, door de gemeente worden gemonitord c.q. begeleid zodat zij niet terugvallen en opnieuw dezelfde fout maken. Zij vraagt hoe de gemeente de preventie denkt in te zetten voor personen die nog niet eerder in aanraking zijn gekomen met schuldhulp, om te borgen dat zij schulden aangaan die zij niet kunnen betalen. Ook vraagt zij op welke doelgroep de gemeente zich gaat richten m.b.t. het doel om problematische schulden te voorkomen. Wethouder Pekema antwoordt dat enkel de cijfers voor het jaar 2011 beschikbaar waren op het moment dat het beleidsplan werd geschreven. Zodra het jaarverslag 2012 binnen is, komt het ook ter beschikking van de raad, zodat de raad de voortgang kan zien. De controlerende taak van de raad is er zeker maar loopt enigszins achter, want jaarverslagen worden pas opgesteld na afloop van een bepaald jaar. Er is uitdrukkelijk voor gekozen om met PLAN-groep en de inzet van stagiaires in zee te gaan. Hij heeft geen enkele twijfel dat de stagiaires daadwerkelijk zullen komen, want de opleiding zal hen leveren op basis van een met hen afgesloten overeenkomst. Gemeentes hebben de nobele opdracht van het Rijk gekregen om vooral aan preventie te doen om te voorkomen dat mensen in de schulden komen, maar het is een schier onmogelijke taak. Een gemeente kan pas hulp bieden, als zij toevallig tegen iemand met schulden aanloopt of als iemand om hulp komt vragen. In het traject zit wel enige scholing of begeleiding om mensen te leren hoe ze kunnen voorkomen dat hun schulden verder uitbreiden, hoe ze zaken kunnen regelen om in de toekomst geen schulden meer te maken etc. Mw Raijmakers (KERN) dringt erop aan dat de cijfers zo spoedig mogelijk ter beschikking komen, zodat de raad er adequaat op kan reageren. Dhr Van Riswick (KERN) mist in het beleidsplan hoe de kwaliteit geborgd gaat worden en hoe de raad er toezicht op kan houden. De bezuiniging wordt gerealiseerd door van 24 uur terug te gaan naar 16 uur en door de inzet van stagiaires, maar hopelijk valt de begeleiding van de stagiaires buiten het aangegeven aantal uren. Dhr Dilweg (PK) stelt dat het er in essentie om gaat dat de cliënten de kwaliteit en dienstverlening krijgen die nodig is, ongeacht of deze door stagiaires worden geboden. Hij vraagt de toezegging van de wethouder dat, als er geen stagiaires zijn, het proces hoe dan ook doorgang vindt. Mw Nillesen (CDA) gaat uit van de toezegging van de portefeuillehouder in de commissie dat professionele stagiaires worden ingezet. Mocht dit niet zo zijn, gaat de CDA-fractie ervan uit dat er een goede oplossing komt die ook professioneel is. Zij vraagt hoe geborgd gaat worden dat mensen niet in de schulden terecht komen, hoe mensen begeleid gaan worden en hoe dit gemonitord gaat worden, hoe mensen geïnformeerd worden over de schuldhulpverlening. De kwaliteit moet geborgd worden. Wethouder Pekema antwoordt dat de cijfers, zodra ze binnen zijn, met ambtelijk advies naar het college gaan en vervolgens naar de commissie, zo snel mogelijk. In de commissievergadering is uitgelegd dat de stagiaires in de afstudeerfase van hun HBO-opleiding zitten. Het contract is zodanig gesloten dat het continu dekkend is. Als er onverhoopt geen of onvoldoende stagiaires zijn, zal het college zich bezinnen op maatregelen, want de schuldhulpverlening moet voortgang vinden. Mocht in dat geval extra geld nodig zijn, zal hij daarvoor bij de raad terugkomen. Er ligt een plan voor waarin is opgenomen wat de PLAN-groep gaat doen op het gebied van preventie. Het gaat daarbij met name om mensen die zich al gemeld hebben. 3

4 De raad gaat unaniem akkoord met het voorstel. 10. Voorstel tot vaststelling kadernotitie Subsidiebeleid Dhr Smolenaars (KERN) zegt dat de fractie veel zaken die in de kadernotitie staan, herkent en onderschrijft. Echter, een aantal andere zaken zijn niet in lijn met de hoop en verwachting van de fractie. KERN heeft de leefbaarheid van de kernen, en in het kielzog daarvan het verenigingsleven en het vrijwilligerswerk, hoog in het vaandel staan en vindt dat de subsidies hoofdzakelijk daarop gericht moeten zijn. Bovengemeentelijke activiteiten, zoals Anne Frankstichting, HALT, Slachtofferhulp, Antidiscriminatievoorziening Limburg etc., zouden geschrapt mogen worden ten voordele van lokale verenigingen en lokaal vrijwilligerswerk waar nog een grotere nadruk op gelegd mag worden. KERN heeft ook moeite met exploitatiesubsidies voor MFC s. Door het hanteren van marktconforme prijzen in de MFC s zou het wellicht al een gedeelte van het financiële probleem opgelost kunnen worden. Zelfs als dit niet zo is, is de fractie tegen exploitatiesubsidies, omdat ze zorgen tot oneerlijke concurrentie. KERN vindt het niet meer in lijn met een vergrijzende samenleving dat de subsidie voor verenigingen vooral gericht is op jeugdigen. Het zou goed zijn om te kijken of er ook specifieke subsidies voor senioren opgenomen kunnen worden in het beleid. KERN stelt een soort evenementenstimuleringsregeling voor, vooral gericht op recreatie en toerisme als belangrijke pijlers voor de toekomst van de gemeente. Het zou wat KERN betreft best wat geld mogen kosten. Dhr Dilweg (PK) merkt op dat de kadernota een grote samenhang heeft met de Wmo. Alles wat er via subsidie in geïnvesteerd wordt, komt 14- of 15-voudig terug. Het subsidiebeleid is erop gericht om de samenleving in Bergen draaiende te houden door middel van verenigingen en het steunen van belangenverenigingen. Des te vreemder is het dat de kadernotitie Subsidiebeleid niet ter kennisgeving aan de WMO-raad is gestuurd en dat de WMO-raad er niet bij betrokken is geweest, want de nota gaat over participeren van mensen in de samenleving. De PK wil aan de verenigingen die subsidie ontvangen, als voorwaarde stellen dat iedereen die met jeugd werkt, een verklaring omtrent gedrag inlevert bij de gemeente. Daarnaast zou er een soort vrijwilligersintegriteitbeleid moeten komen bij elke vereniging die met jeugd omgaat. Mw Van Klaarbergen (CDA) is blij dat KERN het aspect leefbaarheid steunt, want het is de essentie van de aanvulling van het CDA op de notitie. De notitie noemt een aantal heldere doelgroepen, maar sluit daarbij een aantal verenigingen uit. De kans is daardoor reëel dat deze niet voor subsidie in aanmerking zullen komen, terwijl een vereniging als ZijActief een zeer bevlogen vereniging is die breed verspreid is in de gemeente en aan de basis staat van het verenigingsleven van de gemeente. Dhr Van Riswick (KERN) zegt dat ZijActief voor subsidie in aanmerking komt, kijkend naar de nieuwe situatie en nieuwe voorwaarden. Mw Van Klaarbergen (CDA) antwoordt dat het CDA er graag helderheid over krijgt van het college. Het voornaamste thema is leefbaarheid. Het houdt in dat het CDA van mening is dat, als er verenigingen bij zouden komen, het totale subsidiebedrag van ,- verhoogd moet worden, want het mag niet ten koste gaan van alle andere verenigingen, omdat zij zijn wat de bewoners van de gemeente bindt. Verder wil het CDA dat er een hardheidsclausule is voor de verenigingen die nu een subsidie krijgen zodat ze er zeker van kunnen zijn dat zij volgend jaar niet buiten de boot vallen. Dhr Van der Kwast (VVD) geeft aan dat er voor het eerst in lange tijd een gedegen opbouw van beleid komt in de gemeente: De kadernotitie ligt nu voor en binnenkort volgt de uitwerking ervan in een verordening en in de toepassing. Het is een manier waarop meer zaken aangepakt zouden kunnen worden. De kadernotitie is helder en goed geschreven en gaat terug naar de basis van de subsidieverlening. Een van de belangrijkste punten van subsidiebeleid is de leefbaarheid in alle dorpen en het handhaven ervan door een bloeiend verenigingsleven. Het komt iedere keer weer terug in de nota. De vraag is hoever men hiermee kan gaan, want het totaal aan subsidies is al van ,- plus nog andere bedragen die niet onder het reguliere subsidiebeleid vallen, zoals voor de MFC s en subsidies in de toeristisch-recreatieve sfeer. Mw Van Klaarbergen (CDA) geeft aan dat de voorliggende notitie vooral gaat over de kleinere bedragen voor een veelvoud van verenigingen, niet over de grote subsidieverstrekkingen. Dhr Van der Kwast (VVD) beaamt dat het gaat om relatief kleine subsidiebedragen voor een viertal categorieën van subsidieontvangers, maar bij elkaar betreft het ,-. In het kader van toekomstige bezuinigingen waarschuwt de VVD voor het verhogen van dit bedrag. Het is goed om te kijken 4

5 naar de gekozen uitgangspunten en naar wat dit inhoudt voor bepaalde groepen. Op pagina 12 staat goed weergegeven wat de gemeente nu subsidieert: sport, jongerenwerk, belangengroepen en muziek&cultuur. Voor alle verenigingen moet goed getoetst worden wat de bijdrage van die verenigingen is aan de leefbaarheid van Bergen. Voor belangengroeperingen geldt daarbij dat ze bezig moeten zijn met de belangen van de Bergense bevolking. Iedere vereniging die daaraan voldoet, kan een subsidieaanvraag indienen, ook al is dit geen garantie dat die subsidie wordt toegekend. Voor muziek&cultuur geldt het principe Voor wat, hoort wat. Aan de subsidies worden inhoudelijke voorwaarden verbonden waarbij meetbare prestaties en resultaten worden afgesproken (pagina 5). Zijn fractie gaat ervan uit dat dit daadwerkelijk in de verordening wordt opgenomen en dat daarin ook wordt vermeld wat de consequenties zijn als dit punt niet wordt nagekomen. Evenementensubsidies zijn niet meegenomen in het overzicht van de kosten; er stond altijd een aparte post van ,- ter beschikking van het college voor incidentele subsidieverleningen. De fractie van de VVD geeft in overweging om hiervan extra gebruik te maken waarbij ingespeeld wordt op actuele ontwikkelingen, op groepen en verenigingen die op dat moment iets doen. Schorsing op verzoek van wethouder Pekema van uur tot uur. Wethouder Pekema antwoordt dat de suggestie van de PK m.b.t. de verklaring omtrent gedrag voor professionals en een integriteitsverklaring of iets dergelijks voor vrijwilligers wordt meegenomen in de nadere uitwerking van de subsidienota. Hij interpreteert de vraag van het CDA m.b.t. de hardheidsclausule als een vraag naar een overgangsregeling. Uiteraard komt er een goede overgangsregeling voor iedereen die een subsidie krijgt waarin iets verandert. De suggestie van de VVD aangaande de evenementensubsidies wordt meegenomen; er kan gekeken worden of er wat mee valt te schuiven. In de uitwerking van de subsidienota wordt opgenomen wat de consequenties zijn van het niet nakomen van de afspraken over de meetbare prestaties en resultaten. De zaken die door KERN zijn aangedragen, zijn al in de kaders opgenomen. Er wordt uitdrukkelijk over gesproken dat het ten goede moet komen aan Bergen, de ouderen zijn specifiek opgenomen en met de MFC s zijn overeenkomsten gesloten over de wijze waarop de gemeente er zorg voor draagt; dit staat los van het subsidiebeleid in zijn algemeenheid. Dhr Smolenaars (KERN) zegt dat de fractie KERN heeft gelezen dat het bij bovengemeentelijke activiteiten uitdrukkelijk de bedoeling is om alleen die zaken te subsidiëren die de Bergense burger op een of andere manier helpen, maar voor KERN betekent dit dat de gemeente Bergen niet perse hoeft op te pakken wat al op een ander niveau wordt afgedekt. Hij stelt voor om alle subsidies, ook de exploitatiesubsidies, aan de orde te laten komen in het subsidiebeleid. Dhr Dilweg (PK) is blij met de toezegging dat er gekeken gaat worden naar de verklaring omtrent gedrag en vraagt of de organisaties die met kinderen met jeugd werken, de verplichting krijgen om een integriteitsbeleid te hebben. Mw Van Klaarbergen (CDA) dankt de wethouder voor de toezegging dat de hardheidsclausule wordt meegenomen in de verordening. Het CDA wil ook de mogelijkheid hebben om bij de bespreking van de verordening die verenigingen aan de orde te stellen, die er nu niet in staan en er op een of andere manier ook niet in komen, maar die wel in het kader van leefbaarheid in aanmerking kunnen komen. Wethouder Pekema antwoordt dat de raad wordt gevraagd om de kaders vast te stellen waarbinnen het college moet opereren. Na vaststellen van de kaders zal het college de uitwerking ter hand nemen en de raad vervolgens een stuk voorleggen wat de nieuwe subsidieverordening concreet inhoudt. Op dat moment kan de raad alsnog besluiten om zaken te repareren m.b.t. verenigingen die er nu niet onder vallen en er in de toekomst ook niet onder vallen. In de commissie heeft hij al aangegeven dat bijvoorbeeld een wandelsportvereniging gewoon onder sport valt. Kijkend naar de voorwaarden zal een vereniging als ZijActief binnen de kaders in aanmerking kunnen komen voor subsidies. Hij heeft uitdrukkelijk de toezegging gedaan m.b.t. de verklaring omtrent gedrag en dergelijke. De bovengemeentelijke activiteiten moeten ten goede komen aan Bergen, maar dit neemt niet weg dat er een aantal bovengemeentelijke zaken is waar de gemeente in regionaal verband kan optreden. Als ze niet binnen de kaders vallen, komen ze wellicht op een andere manier nog aan bod; als ze wel binnen de kaders vallen, gelden de criteria, waarbinnen de verordening uiteindelijk zal worden opgesteld. Het overzicht betreft alle subsidies die op dit moment verleend worden; de MFC s vallen er in 5

6 principe buiten, als het exploitatie betreft. Het is opgenomen om het beeld voor de raad compleet te maken. De raad gaat unaniem akkoord met het voorstel. 11. Voorstel tot vaststellen exploitatieopzetten van de plannen van het grondbedrijf Dhr Ponjee (PK) zegt dat de cijfermatige onderbouwing wel goed is maar dat de cijfers tegenvallen, kijkend naar de Alverman. De fractie is door bewoners van Afferden uitgenodigd om te komen kijken naar het bouwen buiten de contouren en binnen de contouren en geeft het college mee dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat buiten de contouren wordt gebouwd. De gemeente heeft nog veel andere bouwlocaties. Verder vraagt hij waarom de gemeente Bergen tot op heden geen gebruik maakt van de regeling voor het verstrekken van startersleningen. Dhr Straatman (CDA) verklaart dat het CDA akkoord gaat met het voorstel. Dhr Michiels (VVD) zegt dat ook de VVD in de commissie heeft aangegeven dat het voorstel een hamerstuk kon zijn. De fractie heeft waardering voor het stuk waarmee de inwoners nu kunnen zien wat het kost, met name de groenstroken. Dhr Van Riswick (KERN) geeft aan dat de fractie zorg heeft over het voorliggende besluit, waarmee de gemeente verliezen niet neemt en voor zich uit schuift. Er worden ook te weinig voorzieningen gevormd en er wordt uitgegaan van soms onrealistische exploitatieopzetten van de plannen van het grondbedrijf. Ook wijken sommige plannen af van of zijn in strijd met de in 2011 opgestelde en vastgestelde regionale visie Wonen en Voorzieningen. In deze regionale visie wordt gesproken over 40 woningen in Afferden tot 2025, maar als alle geplande woningen in Afferden bij elkaar worden geteld inclusief de woningen die buiten de contouren vallen, is de som ervan 65. Kijkend naar de realiteit van het exploitatieoverzicht, merkt hij op dat erin wordt uitgegaan van grondprijzen van 170/m² maar bij de Alverman wordt gerekend met prijzen van 185/m² tot 193/m² in opvolgende jaren. KERN is van mening dat men realistisch moet zijn en dat men, zeker waar zoveel woningen gebouwd worden in een dorp en waar méér woningen gebouwd worden dan zijn vastgesteld, moet uitgaan van 170/m². De fractie verzoekt het college om de voorziening groter te maken waar het gaat over toekomstige verliezen. Verder wil de fractie de lasten van de exploitatieplannen van de gronden op dit moment wel afboeken én wil realistische plannen van het grondbedrijf. Zo zijn er in Wellerlooi 37 woningen gepland tussen 2002 tot In de afgelopen 10 jaar zijn er 13 van verkocht en het is niet realistisch te veronderstellen dat in de komende 7 jaar nog 24 van verkocht zullen worden. Wethouder Buiting antwoordt dat de contourendiscussie in de commissievergadering aan de orde is geweest. Uit verslagen van commissie- en raadsvergaderingen blijkt duidelijk dat het al gedurende een lange periode een diepgekoesterde wens is van de raad om starterswoningen te bouwen in Afferden. Gebleken is dat de Melingstraat de enige locatie is waar dit mogelijk was, omdat in de andere plannen starterswoningen niet zijn meegenomen. Het plan dat dateert van 2008, wordt nu uitgevoerd. Voor het bouwen buiten de contouren is er de voorziening van het Limburgs Kwaliteitsmenu waaraan de gemeente moet voldoen. De provincie heeft enige tijd geleden een brief geschreven over startersleningen, die hij vervolgens intern heeft uitgezet met de vraag om te kijken of de gemeente er gebruik van zou kunnen maken. Hij heeft er nog geen antwoord op gekregen. De voorziening die enkele jaren geleden was vastgesteld om startersleningen te verlenen, is inmiddels afgelopen; er is mondjesmaat gebruik van gemaakt. Het voorstel van het college is om plannen van gronden die niet in exploitatie zijn, met name het plan Bergen omklapping N271 en dat in Afferden, voor ,- af te boeken ten laste van de reserve grondbedrijf om daarmee schoon schip te maken. Jaarlijks wordt naar alle plannen gekeken. Gezien de huidige tijd is het wat lastiger om plannen te realiseren. Daarom zijn alle voorgenomen exploitaties met drie jaar verlengd, ervan uitgaande dat er op enig moment een wat betere tijd gaat aanbreken. De lasten die dit oplevert, zijn in de grondexploitatie meegenomen en de verliezen zijn genomen. In Wellerlooi zijn op dit moment relatief weinig huizen verkocht van de oorspronkelijk geplande 37 woningen. Volgend jaar of het jaar erna kan gekeken hoe het loopt en wat ermee te doen. Als het niet loopt zoals gepland, zou het kunnen gebeuren dat de winst op de exploitatie niet 1,2 miljoen is maar 1,1 miljoen, maar de gemeente kan dit dragen. 6

7 In Afferden is er mogelijk sprake van enige disbalans tussen plannen en wat er uit de Woonvisie blijkt. Men zou mogelijk kunnen overwegen om het project Melingstraat niet te honoreren, maar het gaat om een langgekoesterde wens van de raad voor starterswoningen dat wat het college betreft doorgang moet vinden. Het aantal van 65 woningen is de resultante van alle plannen die op dit moment in Afferden liggen; er moet gekeken worden hoe ermee om te gaan. Een gevolg is bijvoorbeeld dat er een voorziening is genomen t.a.v. het plan Alverman, omdat dit over een langere periode zal blijven liggen dan was voorzien, want het college is van mening dat eerst de Afferdense Heide moet worden afgebouwd alvorens met de Alverman begonnen kan worden. De toekomst van het grondbedrijf ziet er gezond uit en heeft een positief resultaat. Als de malaise in de markt zou aanhouden, is bijstelling op termijn noodzakelijk maar daarvoor is op dat moment nog alle ruimte. De voorzitter deelt mee dat in de management letter die in de commissie ABZ van 25 april aan de orde zal zijn, de bevestiging staat dat het grondbedrijf geen risico vormt die een extra voorziening noodzakelijk zou maken. Dhr Ponjee (PK) zegt dat bouwplannen aangepast kunnen worden. Voor Afferden moet gekeken worden wat er in de toekomst nodig is, zoals bureau Companen in 2011 in de gemeente Beesel heeft gedaan met het woningbehoefteonderzoek. Voor de startersleningen hoort Bergen echt thuis in het rijtje van regiogemeenten die eraan deelnemen: Gennep, Horst, Mook&Middelaar, Peel&Maas, Venray, Venlo. Dhr Van der Kwast (VVD) wijst erop dat bureau Companen in 2009 het behoefteonderzoek heeft gedaan voor de Woonvisie gemeente Bergen. Dhr Smolenaars (KERN) zegt dat in de afgelopen tien jaar 10 woningen zijn verkocht in Wellerlooi. Als dit in de toekomst niet anders zou lopen en er in de komende 7 jaar nog 10 woningen worden verkocht in plaats van de geplande 24 woningen, vraagt hij of de geplande winst dan volgens de berekening van de wethouder 1,2 of 1,1 miljoen is; hijzelf zou 6 tot 8 ton minder verwachten. Dhr Van Riswick (KERN) begrijpt dat er een diepgekoesterde wens in Afferden is voor starterswoningen, maar voortschrijdend inzicht leidt tot de conclusie dat het beter is om deze op een andere plek te bouwen, zeker als het gaat om een dorp waar volgens de vastgestelde regionale visie behoefte is aan 40 woningen en waar er nu 67 gepland staan. Verder is KERN van mening dat de voorziening voor de Alverman van ,- te mager is, omdat in de exploitatieplannen wordt uitgegaan van grondprijzen van 185,- tot 193,-per m², terwijl in Afferden de prijs van 175,- geldt. Dit ligt weliswaar binnen de bandbreedte van 15%, maar het is niet reëel om in de exploitatie van hoge grondprijzen uit te gaan in het dorp waar toch al zoveel woningen gebouwd zullen moeten worden en de woningmarkt in een malaise verkeert. De fractie dient de volgende motie in: Motie ingediend door de fractie van KERN De raad van de gemeente Bergen, in vergadering bijeen op 2 april 2013 Overwegende * Dat aan de orde is een voorstel tot vaststellen van exploitatieopzetten van de plannen van het grondbedrijf, * Dat het voorstel de huidige nieuwbouwmarkt te positief inschat (als voorbeeld: In Wellerlooi zijn de afgelopen 10 jaar slecht 13 kavels verkocht; desalniettemin wordt uitgegaan van een verkoop van 24 kavels in de resterende 7 jaar), * Dat door deze te positieve inschattingen de voorgestelde voorziening te klein is, Roept het college op * Voorzieningen op een hoger niveau vast te stellen in conformiteit met realistisch naar beneden bijgestelde inkomsten; * Een nieuw voorstel voor de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering voor te bereiden, En gaat over tot de orde van de dag. 7

8 Wethouder Buiting antwoordt dat bureau Companen alle onderzoeken heeft gedaan in het kader van de Regiovisie waar uiteindelijk ook een gezamenlijke Woonvisie voor de drie gemeenten uit voort is gekomen. Op dit moment is de gemeente op eigen initiatief bezig met een herziening van de Woonvisie waar het gaat om aantallen. In grote lijnen is overigens in de Woonvisie aangegeven dat het reëel is om een kleine daling van het inwoneraantal te verwachten, maar ook een verdunning van het aantal huishoudens, waardoor de gemeente Bergen tot 2025 méér woningen nodig heeft dan er nu staan. Na 2025 is er een andere kwaliteit woningen nodig, waarbij het gaat om nultredewoningen, levensloopbestendige woningen. Wat de uitgangspunten van de berekening betreft, kan men zeggen dat, als tien woningen niet worden verkocht, het gaat om 10x een bepaald bedrag verlies op grond. Echter, het uitgangspunt dat de gemeente hanteert is dat er alleen renteverlies optreedt, als tien woningen vier jaar later worden verkocht dan gepland. Als wordt voorzien dat een plan als Wellerlooi vier of vijf jaar langer nodig heeft gezien de huidige omstandigheden, moet het renteverlies genomen worden en is er sprake van een verminderde opbrengst, maar niet in de orde van grootte van 6 à 8 ton. Naar aanleiding van besluiten van de gemeenteraad heeft het college actie ondernomen op de starterswoningen in Afferden. Er is overeenstemming met Destion als bouwer van de zes woningen, er zijn afspraken over gemaakt en de gemeente zal er uitvoering aan geven. Het proces is in gang gezet en te zijner tijd, wellicht in de commissie van mei, zal het college de raad een passend bestemmingsplanvoorstel voorleggen. Er worden voor de Alverman geen andere grondprijzen gehanteerd dan normaliter worden gehanteerd. Bij de betreffende kwaliteit grond, bij vrijstaande woningen wordt altijd een ruimere marge gehanteerd dan de basisprijs. Er is dus geen ander grondbeleid dan in het verleden en de grondprijzen van de gemeente Bergen zijn de laagste in de hele regio. Er is geen enkele reden om de grondprijs te verlagen. De voorzitter schorst de vergadering van tot uur voor overleg over de ingediende motie. Wethouder Buiting verwijst m.b.t. de overwegingen naar zijn beantwoording van de vragen in eerste en tweede termijn. Het is niet juist dat de voorzieningen te klein zijn; alle risico s zijn nu genomen en afgeboekt en er zijn geen nieuwe risico s voorzien. Het college onderschrijft het dictum dan ook niet en ontraadt de motie. STEMVERKLARINGEN: Dhr Straatman (CDA) is tevreden met de beantwoording door de wethouder die de berekening, zoals deze normaal gesproken in de gemeente wordt gedaan, heeft toegelicht. En eventuele renteverliezen worden normaal gesproken achteraf verrekend. Het CDA zal tegen de motie stemmen. Dhr Michiels (VVD) zegt dat de laatste tien jaar in Wellerlooi 15 kavels zijn verkocht en dat er nog 28 resteren. De fractie van de VVD vindt het niet gepast om een motie te ondersteunen, als zij in de commissie Grondgebiedzaken heeft aangegeven dat het voorstel een hamerstuk is en als de gemeente Bergen de gezondste grondkamer van de provincie Limburg heeft. Dhr Ponjee (PK) geeft aan dat de PK de motie niet zal steunen, omdat de fractie de zaak positief wil benaderen. Mocht het zo zijn dat er in de toekomst bijgeraamd moet worden, zal dit op dat moment blijken. Op dit moment is er geen reden voor een directe bijstelling. Dhr Smolenaars (KERN) is het volstrekt oneens met de stelling van de wethouder dat de 24 woningen wel verkocht zullen worden, maar later dan gepland. Echter, ook als men zou uitgaan van de stelling, hadden de stukken aangepast moeten worden en hadden de inkomsten in de exploitatiebegroting gespreid moeten worden tot 2025 of later. Hetzelfde wordt gedaan voor andere kernen. Dhr Van Riswick (KERN) merkt op dat de onderbouwing van de motie is gebaseerd op het stuk en de daarin genoemde getallen. De motie is verworpen met 10 stemmen tegen en 3 stemmen voor. Dhr Van Riswick (KERN) verklaart dat de fractie KERN het voorstel niet zal steunen en verwijst naar de motie als stemverklaring. 8

9 Het voorstel is aangenomen met 10 stemmen van de fracties van VVD, CDA en PK voor en 3 stemmen van de fractie KERN tegen. 11a. Motie vreemd aan de orde van de dag, ingediend door de fractie van het CDA Mw Bauer (CDA) stelt dat de Onderwijsraad in februari een advies heeft uitgebracht aan de minister over de situatie rond de kleine scholen. In het advies stelt de Onderwijsraad dat scholen die minder dan 100 leerlingen hebben, allemaal gesloten zouden moeten worden. Het gaat hierbij om een absolute regel; er is geen oog voor bijzondere omstandigheden en er is geen oog voor kwaliteit. Zou dit advies opgevolgd worden, zou het direct effect hebben op de scholen in Bergen en in Wellerlooi. Sindsdien worden in de media ook andere voorstellen gedaan. Zo wordt er gesproken over het afschaffen van de speciale toelage voor kleine scholen en daarbij valt op dat in die voorstellen weliswaar de term sluiting van scholen niet wordt genoemd, maar dat die voorstellen wel allemaal hetzelfde effect hebben. Dit is de reden waarom de motie is geformuleerd zoals deze is geformuleerd, namelijk enigszins op de groei. Het CDA is tegen het advies van de Onderwijsraad om scholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten en ook tegen andere wetgeving die in de praktijk zou leiden tot opheffing van kleine scholen, gezien het belang van die scholen voor de kernen, voor de leerlingen, voor de ouders en zeker ook voor de leefbaarheid in de kernen. Het CDA vindt het belangrijk dat kinderen in hun eigen omgeving naar school kunnen gaan en stelt dat het sluiten van scholen de keuzevrijheid van de ouders zal beperken. Het CDA vreest dat in de praktijk jonge gezinnen zullen wegtrekken uit de kernen, hetgeen niet alleen zal leiden tot een afname van de bevolking maar zeker ook tot een verschraling van de bevolking in die kernen. Daarnaast constateert het CDA dat de scholen, en dit is ook in de planning zo voorzien, steeds meer andere activiteiten herbergen en andere taken hebben. Wanneer de scholen wegvallen, zullen die taken ook wegvallen en daarmee komt er een verschaling van de voorzieningen. Daarbij refereert zij aan het voorstel dat de raad vorig jaar heeft aangenomen m.b.t. de herziening van het model van de bibliotheken waarbij de jeugdbibliotheek werd gekoppeld aan de scholen. Omdat het CDA daarom van mening is dat een dergelijk besluit uit Den Haag, blind toegepast, grote gevolgen zal hebben voor de uiteindelijke verdere leegloop van de kernen en het verdwijnen van steeds meer voorzieningen in de kernen, dient de fractie de volgende motie in: Motie ingediend door de fractie van het CDA De raad, gehoord hebbende de beraadslaging en Overwegende * Dat de Onderwijsraad geadviseerd heeft alle scholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten; * Dat bij de vraag of een school moet openblijven de kwaliteit van de school leidend moet zijn; * Dat het sluiten van scholen de keuzevrijheid van de ouders beperkt; * Dat het opvolgen van het advies van de Onderwijsraad ertoe zal leiden dat jonge gezinnen zullen wegtrekken uit de kernen; * Dat het belangrijk is voor kinderen dat zij in hun eigen vertrouwde omgeving naar school kunnen gaan; * Dat het behoud van scholen in de kernen van de gemeente Bergen essentieel is voor de leefbaarheid; * Dat bij sluiting andere taken en activiteiten van scholen zullen wegvallen (bijv. jeugdbibliotheek, brede school); * Dat niet in Den Haag maar op lokaal niveau bepaald en besloten moet worden welke voorzieningen behouden moeten blijven; * Dat het verdwijnen van de scholen uit de kernen zal leiden tot verdere leegloop van de kernen en het verdwijnen van steeds meer voorzieningen, Spreekt zich uit * Tegen het advies van de Onderwijsraad om scholen met minder dan 100 leerlingen te sluiten; 9

10 * Tegen voorstellen, zoals afschaffen van de speciale toelage voor kleine scholen, die leiden tot sluiting van kleine scholen in de kernen of het functioneren van die scholen ondermijnen; En roept het college op om * Bij het ministerie van OC&W het belang van scholen in de kernen te benadrukken evenals de materiële en immateriële effecten van het verdwijnen van die scholen op onze gemeente; * een afschrift van deze motie te sturen aan het Ministerie van OCW, de Tweede Kamer, en de VNG; * Waar mogelijk actie te ondernemen evt. in VNG-verband om verhoging van de opheffingsnorm van 23 naar 100 leerlingen evenals besluitvorming die feitelijk leidt tot het sluiten van kleine scholen in de kernen; En gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter schorst de vergadering van tot uur voor overleg over de ingediende motie. Dhr Van der Kwast (VVD) meent dat geen zinnig mens tegen de motie kan zijn. Hij vraagt of er voor het CDA überhaupt een minimum is aan het leerlingenaantal van een school. Dhr Smolenaars (KERN) is blij met het woord brede school in de motie, zoals dit ook voorkomt in het verkiezingsprogramma van KERN. Als men in de lijn van het voorstel doorgaat, zal het openhouden van een onrendabele school voor de gemeenschap kosten met zich meebrengen. Omdat KERN van mening is dat het in het kader van de leefbaarheid van groot belang is om de scholen open te houden, is de fractie er toch voorstander van om de lijn in te zetten en steunt de motie. Dhr Dilweg (PK) verklaart dat de PK de motie natuurlijk zal steunen, maar de fractie realiseert zich de beperkte invloed ervan op datgene waar de motie over gaat. Hij vraagt of het CDA bereid is om vanuit de gemeentelijke financiën bij te dragen, als het niet lukt om de scholen van rijkswege open te houden. Daarbij gaat het om het principe, want de bedragen moeten te verantwoorden zijn. Wat de PK betreft is kwaliteit het enige criterium om scholen open te houden. Wethouder Pekema geeft aan dat het college de motie overneemt. Mw Bauer (CDA) zegt dat er momenteel een regeling is op grond waarvan een school met 23 of minder leerlingen gesloten zou worden, tenzij er speciale omstandigheden zijn op basis waarvan de minister de mogelijkheid heeft om een dergelijke school open te houden. Uiteraard is de kwaliteit van de school daarbij een belangrijk criterium. Een belangrijk aspect in het advies van de Onderwijsraad is dat er niet alleen gesproken wordt over aantallen, maar dat het arbitrair gekozen aantal van 100 leerlingen blind wordt toegepast. Dit is wat het CDA pertinent niet wil. Natuurlijk heeft de raad een beperkte invloed, maar het CDA altijd bereid om mogelijkheden en alternatieven te onderzoeken, ook kijkend naar de leefbaarheid en denkend aan het uitbreiden van activiteiten binnen schoolgebouwen. Wanneer het noodzakelijk zou zijn om vanuit de gemeente een bijdrage te leveren, wil het CDA die mogelijkheid zeker onderzoeken. 12. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Bergen (L.) van 14 mei 2013, de griffier, de voorzitter, W.P.G.M. Scheepens M.H.E. Pelzer 10