dhr J.A. de Rooij (hoofdinspecteur/chef basiseenheid politie Gennep)

Transcriptie

1 NOTULEN van de vergadering van de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken van de gemeente Bergen gehouden op 20 september 2012 om uur in het gemeentehuis te Bergen Aanwezig: Voorzitter: Portefeuillehouders: Raadsgriffier: Overige aanwezige: Verslag: Afwezig: dhr R.P.M. Arts (CDA ), mw B.L.M. Bauer (CDA), dhr W.R. van der Kwast (VVD), dhr H.A. Mol (CDA, vervangt dhr J.J.M. Steijvers), dhr L.Th.A.M. Ponjee (PK), mw M.H.M. Raijmakers-van der Stap (KERN, vervangt dhr Smolenaars), dhr P.C.M. Robben (KERN), dhr W.P.M. Schijfs (VVD) en dhr A.H.E.M. Terwindt-Zhao (PK) mw G. van Klaarbergen-van der Zalm wethouder dhr B.J.M. Buiting en dhr F.J.R. Pekema dhr W.P.G.M. Scheepens dhr J.A. de Rooij (hoofdinspecteur/chef basiseenheid politie Gennep) Buro Service Overasselt, dhr M.J.M. Geurts mw M.H.E. Pelzer (burgemeester) mw N. Cornelissen (VVD), dhr J.G.W.A. Smolenaars (KERN, vervangen door mw Raijmakers-van der Stap), dhr J.J.M. Steijvers (CDA, vervangen door dhr Mol) en dhr F.A. Urselmann (KERN) 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur en heet de aanwezigen welkom. Zij doet melding van de berichten van verhindering. 2. Burgers aan het woord 3. Definitieve vaststelling van de agenda De agenda wordt vastgesteld. 4. Verslag vergadering commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken van 16 augustus 2012 Het verslag wordt onder dankzegging aan de notulist ongewijzigd vastgesteld. 5. Actuele ontwikkelingen, toegelicht door een lid van het college 6. Voorstel tot instemming beleidsplan politie Limburg Samen doen wat er toe doet! Dhr De Rooij houdt een inleidende presentatie over het beleidsplan politie, dat losstaat van het inrichtingsplan en realisatieplan. Het inrichtingsplan gaat met name over de personele invulling. Ingegaan wordt op de veranderingen, samenstelling politieregio Limburg, het proces, contextgedreven politie- 1

2 werk, gemeenschappelijke thema s en lokale betekenisvolle interventies. Kortheidshalve wordt verwezen naar de hand-out. Dhr Ponjee (PK) vraagt uitleg over het flexteam. Dhr De Rooij legt uit, dat elk district een flexteam met zo n 20 fte krijgt. Hierin zitten wijkagenten, brigadiers, hoofdagenten, rechercheurs uit de eigen regio die vast benoemd zijn; alle disciplines zijn hierin vertegenwoordigd. Het is een breed team, dat op alle fronten kan worden ingezet. Mw Bauer (CDA) concludeert, dat het flexteam niet wordt gerecruteerd uit de basiseenheden. Dhr De Rooij geeft aan, dat de leden van het flexteam op voorhand worden geselecteerd en niet worden onttrokken aan de reguliere politiedienst. Dhr Mol (CDA) begrijpt, dat er in de nieuwe basiseenheid 90 fte zijn. Hoeveel was dit in het verleden? Dhr De Rooij antwoordt, dat in Gennep 45 fte zit. De mobiele eenheid en aanhoudingseenheid staan overigens los van het flexteam. Dhr Robben (KERN) las in de krant iets over politievrijwilligers en neemt aan dat deze losstaan van het flexteam. Dhr De Rooij bevestigt, dat deze losstaan van het flexteam. In Gennep zijn er momenteel 3 vrijwilligers, die een opsporingsbevoegdheid hebben. Dhr Arts (CDA) merkt op, dat het beleidsplan regionaal is samengesteld en de gemeenten de vrijheid hebben eigen accenten te leggen. Dhr De Rooij bevestigt, dat er ruimte is voor lokale invulling. Mw Bauer (CDA) wil de reden weten waarom de politie gecentraliseerd wordt. Dhr De Rooij legt uit, dat nu sprake is van allerlei eilandjes. De politie Limburg kan niet over de grens met Brabant kijken. Hier kan veel meer uit worden gehaald door samenwerking, meer slagkracht, het flexteam en daardoor een grotere pakkans Mw Bauer (CDA) vreest, dat de politie het contact met het lokale deel verliest. Komt er straks meer blauw op straat? Dhr De Rooij geeft aan, dat voorlopig moet worden gewerkt met de huidige medewerkers. Er zal echter efficiënter met de beschikbare tijd moeten worden omgegaan. In het frontoffice komen straks 3 medewerkers om aangiften op te nemen e.d. en de agenten gaan de straat: het gaat om meer informatiegestuurde politie en het doen van de juiste zaken op straat. Er zal meer gebruikt worden gemaakt van digitale mogelijkheden, zoals het opnemen van aangiften bij de mensen thuis. De huidige politiebureaus in Gennep en Venray blijven voorlopig gewoon intact. Mw Bauer (CDA) vraagt in hoeverre de aanrijdtijden zijn gewaarborgd. Dhr De Rooij merkt op, dat de aanrijdtijden zijn gewaarborgd: binnen 15 minuten moet de politie ter plaatse zijn bij prioriteit 1. Los van de prioriteiten moeten wijkagenten meer de straat op, ook in Bergen en Gennep. Dhr Ponjee (PK) wijst op het resultaat van de Tweede Kamer verkiezingen, waardoor accenten wellicht anders komen te liggen. Hoe kan het aantal politieagenten van het district worden gewaarborgd? Is duidelijk waar de lokale accenten worden gelegd? Dhr De Rooij wijst op het regionaal veiligheidsplan, waarin deze accenten zijn opgenomen: jeugd, drugs, verkeersoverlast, e.d. Hij heeft geen invloed op resultaten van verkiezingen c.q. of er meer blauw op straat bijkomt. De raadsgriffier geeft aan, dat het lokale veiligheidsplan nog in de raad aan de orde komt. Mw Van Klaarbergen (CDA) wijst op de situatie, dat de criminaliteit in Venray sterk toeneemt inclusief allerlei incidenten en acute situaties en de regio Bergen het relatief rustig heeft. Wat is de kans dan op een herverdeling binnen de basiseenheid? Venray is een grotere gemeente met meer volume en inwoners die een structurele claim kan leggen op de capaciteit. Hoe is dit verankerd? Dhr De Rooij geeft aan, dat Venray een andere problematiek heeft dan Bergen. Bergen kan net zo goed op zijn kop staan door een relatief kleine situatie. Getalsmatig is alles vastgelegd en daaraan wordt niet getrokken: de wijkagenten zijn er voor de burgers. Het kan niet zo zijn, dat in Bergen de zaak wordt uitgekleed om permanent in Venray meer politie te stationeren. De politie heeft een bepaald aantal mensen nodig om de basis te kunnen draaien. Dhr Schijfs (VVD) vraagt welk deel van de taken uitgaan naar respectievelijk handhaving, reactieve taken en preventie. Dhr De Rooij stelt, dat hierin geen verdeling is gemaakt. Waar nodig is de politie aanwezig. Vraag is wel of het gaat om daadwerkelijk specifieke politietaken of taken van partners als gemeenten. Controle op roken in cafés is geen primaire taak van de politie. Dhr Schijfs (VVD) vraagt hoeveel tijd wordt besteed aan handhaving van snelheidsovertredingen binnen de bebouwde kom. Dhr De Rooij zal iets doen op het moment, dat op een bepaalde locatie veel overlast bestaat. Hij wil dit te allen tijde in samenspraak met de burgers doen. Hij kan geen percentages aangeven: gedaan wordt waaraan de burgers behoefte hebben. Burgers hebben er een hekel aan, als politie achter een boom staat met een lasergun, terwijl sprake is van allerlei jeugdoverlast op een plein. Gelukkig is de politie van de prestatiecontracten af. 2

3 Wethouder Buiting wijst erop, dat de bedoeling is dat er overleg komt tussen de burgemeesters van de betrokken gemeenten, politie en justitie, zodat er een groter driehoeksoverleg komt, waarin dit soort zaken aan de orde komen. Dhr Arts (CDA) spreekt de totstandkoming van een dergelijk driehoeksoverleg aan, waarin de lokale invulling aan de orde kan komen. De schaalgrootte is een belangrijke factor en de nieuwe schaal is behoorlijk groot. Bergen heeft meer aan het overleg met de 3 noordelijke gemeenten. Hoe gaat het met de criminaliteit, delinquenten aan de overkant van de Maas in Brabant? Dhr De Rooij wijst erop, dat de collega s in Gennep niet zijn geautoriseerd voor de computersystemen in Brabant en Nijmegen laat staan de situatie over de Duitse grens. Er komen binnenkort wederzijdse stages met de Duitse collega s. Dhr Robben (KERN) begrijpt, dat de anti-hennepteelt campagne Limburg Noord i.c. het project Het Groene Goud zou ophouden te bestaan. Dhr De Rooij corrigeert, dat het project Het Groene Goud nog steeds bestaat. Er was even sprake van het stoppen van de milieuvluchten door de provincie. Minimaal wekelijks worden hennepkwekerijen opgerold, daarvoor is project Het Groene Goud niet per se nodig. Mw Bauer (CDA) vraagt naar de rol van de gemeenteraad bij het voorliggend beleidsplan voor de politie van Limburg. In het besluit vraagt het college de raad in te stemmen met het concept beleidsplan politie Limburg In de annotatie bij het beleidsplan staat op pag 3, dat vanuit de werkconferentie is voorgesteld om de behandeling van het beleidsplan in de gemeenten, daar waar mogelijk, in twee fasen te laten verlopen: De eerste fase betreft een consultatie van de raadscommissies en/of gemeenteraad. Voorgesteld wordt om deze fase op 28 september af te ronden. De op- en aanmerkingen worden uiterlijk op deze datum door de burgemeester aangeboden aan de regioburgemeester. Voor de op- en aanmerkingen vanuit de gemeenteraad geldt dus als deadline 28 september Wethouder Buiting wijst erop, dat in de Politiewet staat, dat voorafgaand aan de vaststelling van het regionaal beleidsplan de burgemeester de gemeenteraad hoort. Horen is iets anders dan de gelegenheid te geven tot accorderen. Er kan wel een zienswijze worden ingediend. Het raadsbesluit is dan in feite niet juist: het college vraagt de raad in feite niet om in te stemmen, maar om een zienswijze in te dienen. De raadsgriffier nuanceert, dat vraag is of het college wel een rol heeft: het gaat om een taak van de burgemeester. De griffiers hebben gezamenlijk gekeken naar de juiste procedure, waarbij overleg is gevoerd met de ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid, het Openbaar Ministerie en de politietop. De burgemeesters stellen nadat zienswijzen en bedenkingen zijn geuit het beleidsplan vast. Korpsbeheerder dhr Hoes zou het prettig vinden, dat het beleidsplan dan nog een keer naar de raad zou worden gestuurd, hetgeen echter niet in de wet staat. De betekenis hiervan zou dan zijn, dat de raad de burgemeester kan aansporen na vaststelling van het beleidsplan in beroep te gaan bij de Minister tegen de vaststelling van het beleidsplan. Dit is nogal academisch. Mw Bauer (CDA) vraagt of de raad nu wel of niet een zienswijze indient en zo ja wanneer. De raadsgriffier bevestigt de opmerking van wethouder Buiting, dat de raad een zienswijze en bedenkingen kan vaststellen. Gezien de teneur van het beleidsplan verwacht hij dit niet, maar het is altijd verstandig de notulen van bijeenkomsten toe te voegen. Korpsbeheerder, burgemeesters en Openbaar Ministerie stellen vervolgens het beleidsplan al dan niet gewijzigd vast. Dhr Ponjee (PK) leest in de inleiding van het voorstel, dat de politie in een overgangsfase verkeert en de nieuwe Politiewet naar alle waarschijnlijkheid op 1 januari 2013 in werking zal treden. De raadsgriffier geeft aan, dat de Eerste Kamer al besloten heeft. Dhr Ponjee (PK) constateert, dat de door hem aangehaalde zinsnede dus achterhaald is. Het belangrijkst zijn de lokale betekenisvolle interventies c.q. het inbedden van noden, behoeften en prioriteiten van de gemeente Bergen in het beleidsplan. Hiervoor moet voldoende mankracht zijn en moet adequaat worden gehandeld. De raadsgriffier geeft aan, dat de raad bij het aan de orde komen van het gemeentelijk beleid kan inzoomen op de specifieke, lokale en regionale essentie. De voorzitter concludeert, dat de tekst van het besluit zal moeten worden aangepast. De raadsgriffier merkt op, dat commissie en raad moeten bepalen of zij al dan niet zienswijzen en/of bedenkingen indient en zo ja welke. Hij begrijpt echter, dat dit niet nodig is. De voorzitter stelt vast, dat de raad alsnog de mogelijkheid moet krijgen haar zienswijze naar voren te brengen. De raadsgriffier voegt toe, dat dit dan de zienswijze van een raadsmeerderheid dient te zijn. Het beleidsplan wordt op 28 november 2012 aan de Minister aangeboden. Dhr De Rooij wijst erop, dat 22 november 2012 een werkconferentie van burgemeesters en Hoofdofficier van Justitie plaatsvindt, waarbij de vaststelling van het beleidsplan op de agenda staat. 3

4 De voorzitter concludeert, dat de raad dus voldoende tijd heeft een eventuele zienswijze voor te bereiden. Wethouder Buiting pleit ervoor, het beleidsplan in de eerstvolgende raadsvergadering aan de orde te stellen om de burgemeester de gelegenheid te geven zo nodig invloed te kunnen uitoefenen met een eventuele zienswijze in het burgemeestersoverleg c.q. netwerk. Het voorstel is een bespreekstuk voor de raad. 7. Besluit tot instemming toetreding 8 gemeenten tot de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen per 1 januari 2013 en jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen 2011 Dhr Van der Kwast (VVD) merkt op, dat het besluit aantoont wat de grote voordelen van een goede samenwerking kunnen zijn. Hij is blij, dat de gemeente Bergen hiermee geld kan verdienen. Dit besluit dient zo snel mogelijk te worden uitgevoerd en wat hem betreft mag deze gemeenschappelijke regeling nog groter worden. Dhr Ponjee (PK) sluit zich aan bij dhr Van der Kwast. Hij vraagt zich af of er een bovengrens is aan het aantal deelnemende gemeenten. Samenwerking levert in ieder geval echt iets op. Dhr Mol (CDA) constateert, dat samenwerking zijn vruchten afwerpt en is tevreden met de bereikte resultaten. Het is wat jammer, dat er nog steeds gemeenten zijn die sceptisch aankijken tegen een dergelijke samenwerking. Wethouder Buiting sluit zich aan bij de constatering, dat de samenwerking voordelen oplevert. Door het onderbrengen van de belastingen in de gemeenschappelijke regeling wordt ,-- structureel verdiend. Momenteel is wederom een uitbreiding van de gemeenschappelijke regeling aan de orde. Het grootste succes zou zijn, als heel Limburg één BsGW zou zijn. De toevoeging van deze 8 gemeenten betekent per inwoners 0,8% kostendaling. Deze curve zal afnemen naarmate er meer gemeenten bijkomen. De gemeenschappelijke regeling is voldoende geëquipeerd dergelijke uitbreidingen aan te kunnen. De uitbreiding vindt gestructureerd in overleg met de gemeenten plaats. Aanmelding voor uitbreiding moet vóór 1 juli plaatsvinden. Naast de 8 gemeenten heeft een aantal andere gemeenten grote belangstelling: er is zeker verdere uitbreiding te verwachten. Ook de gemeenteraad van Nuth heeft inmiddels besloten tot toetreding. De raden van de huidige deelnemers en de hoofdbestuurder van de Waterschappen moeten formeel wel akkoord geven. Gezien de geleverde kwaliteit en voordelen hoopt hij komend jaar nog een verdere slag te maken. De zetel die hij in het dagelijks bestuur bezet is namens de kleine gemeenten. Het voorstel is een hamerstuk voor de raad. 8. Voorstel tot vaststelling van de begrotingswijzigingen Dhr Van der Kwast (VVD) vraagt aandacht voor wijzigingsnummer 231 naar aanleiding van de 2 e tussenrapportage bezuinigingen betreffende een bedrag van ,--. Gesteld wordt, dat dit hoofdzakelijk de Meander betreft. Welk bedrag is opgenomen voor de Meander? Wethouder Buiting antwoordt, dat hierin het maximumbedrag van ,-- is opgenomen. Het voorstel is een hamerstuk voor de raad. 9. Rondvraag 10. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter om uur de vergadering. 4

5 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie ABZ van de gemeente Bergen op 25 oktober de secretaris, de voorzitter, 5