Jaarverslag 2005 Project palliatieve zorg Stadsgewest Breda

Transcriptie

1 Jaarverslag 2005 Project palliatieve zorg Stadsgewest Breda Ter inleiding In 2005 heeft het project palliatieve zorg zich verder ontwikkeld. Ook de invulling en betekenis van de functie van netwerkcoördinator heeft een verdere invulling gekregen. De stuurgroep is in maal bijeen geweest. De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de 5 netwerken, de huisartsen, het ziekenhuis (vacature) en het IKZ. Opgemerkt dient te worden dat vanwege organisatorische en personele omstandigheden er al geruime tijd geen vertegenwoordiging vanuit het ziekenhuis is. Het project is onderdeel van de Annevillegroep. Deze groep, bestaande uit de zorgaanbieders uit het verzorgingsgebied van het Amphia ziekenhuis houdt zich bezig met een aantal ketenonderwerpen. Palliatieve zorg is een van deze ketenonderdelen. De voorzitter van de stuurgroep palliatieve zorg is lid van de coördinatiegroep Anneville. De bekendheid en relatie tot de Annevillegroep is verder geïntensiveerd. Zo is er met regelmaat overleg met de netwerkcoördinator en de andere projectcoördinatoren en in september hebben veel stuurgroepleden deelgenomen aan een Anneville conferentie over ketensamenwerking en ketenkwaliteit. Het project is in 2005 actief geweest op verschillende onderdelen vanuit het projectplan: Coördinatie van activiteiten van de 5 netwerken palliatieve zorg De afzonderlijke netwerken zijn ieder met een bepaald hoofditem bezig geweest. Deze zijn met de andere netwerken gecommuniceerd. Als voorbeeld wordt hier genoemd het Netwerk Etten-Leur/Zundert, waar o.a. uitvoerig is gesproken over de behoefte aan hospicebedden en het voornemen tot het organiseren van een bijeenkomst over palliatieve sedatie, in Breda is een werkplan opgesteld met veel aandacht voor PR en communicatie en heeft men zich bezig gehouden met de organisatie van casuïstiekbesprekingen, in Moerdijk/Drimmelen heeft men zich eveneens intensief bezig de organisatie van een casuïstiekbespreking, zijn bij het netwerk nieuwe leden aangetrokken en heeft men geëvalueerd. in het Land van Heusden en Altena is een publieksfolder ontwikkeld en in Oosterhout/Geertruidenberg is uitgebreid stil gestaan bij de resultaten en verbeterpunten van een onderzoek van Cliënt en Kwaliteit dat in 2004 is uitgevoerd. Alle netwerken hebben zich ook gezamenlijk bezig gehouden met de internationale dag van de palliatieve zorg op 8 oktober Deskundigheidsbevordering Er is een plan opgesteld en uitgevoerd ter bevordering van deskundigheid: er zijn 2 casuïstiekbesprekingen geweest: In maart georganiseerd door het netwerk Breda met als thema "een pijnlijk onderwerp", communicatie rondom pijn in de palliatieve zorg. Deze bijeenkomst had een groot aantal deelnemers. In juni is er een casuïstiekbespreking geweest over pijn georganiseerd door het netwerk Moerdijk/Drimmelen. Beide bijeenkomsten hadden zeer veel deelnemers en beide keren was er een over-inschrijving. De deelnemers bestonden uit vertegenwoordigers van alle zorg- en hulpverleners in de palliatieve zorg zoals (verpleeg)huisartsen, verpleegkundigen, vrijwilligers, vertegenwoordigers van de zorgvragers, geestelijk verzorgers, maatschappelijk werk. In oktober is een uitgebreide studiedag in het kader van de internationale dag voor de palliatieve zorg georganiseerd. Het thema was "aanhaken bij de keten, kracht voor palliatieve zorg". Aan deze bijeenkomst hebben bijna 100 mensen deelgenomen.

2 De deelnemers waren professionals, vrijwilligers en patiëntenvertegenwoordigers uit de palliatieve zorg van alle 5 netwerken. Uit evaluatie bleek dat men zeer tevreden was over de inhoud en verloop van deze dag. Met name de inleiders en het verhaal van een professionele verhalenvertelster sloegen erg aan. Bij de intensieve casuïstiekbespreking in kleine groepen is duidelijk meerwaarde gevonden in het elkaar beter weten te vinden en samenwerking. Na afloop is een klein manifest voor palliatieve zorg opgesteld en verspreid. Onderzoek Voorafgaand aan de internationale dag van de palliatieve zorg waarbij er veel media aandacht verwacht werd, is onderzoek gedaan bij zorgvragers, ouderenbonden en cliëntenraden naar de plaats waar mensen willen overlijden. Uit het onderzoek en uit informatie van de netwerken blijkt dat mensen bij voorkeur thuis willen overlijden. Men wil graag in de vertrouwde omgeving verblijven om zo lang mogelijk het leven te blijven leiden dat men gewend was, dichtbij familie met voldoende privacy. Dat mensen voornamelijk thuis willen sterven hangt samen met de vraag of de directe omgeving de zorg aan kan. Ook is het van groot belang dat de patiënt thuis een gevoel van veiligheid kan behouden. Onder meer afhankelijk van het verloop van het ziekteproces en van de draagkracht van de omgeving kunnen voorkeuren verschuiven in de loop van het ziekteproces. Er is onwetendheid bij mensen waarop ze keuzes baseren Zo kan het voorkomen dat een aantal mensen de laatste levensfase toch op een ander plaats doorbrengt, in het hospice, op de palliatieve afdeling van het verpleeghuis of ziekenhuis. In de regio is al een heel keuzepalet van mogelijkheden aanwezig, echter er is nog geen bijna thuishuis gerealiseerd. Bij alle reeds aanwezige vormen van palliatieve zorg zou een bijna thuishuis een aanvullende mogelijkheid kunnen bieden. Juist ook voor de patiënt die immers het laatste woord heeft, zou de keuzemogelijkheid verruimen. Binnen de stuurgroepen subregio Etten-Leur/Zundert worden deze mogelijkheden verder bekeken. Opstarten van een palliatief contact overleg Dit overleg is gericht op organisaties met professionele palliatieve bedden. Dit overleg heeft tot doel uitwisseling en leren van elkaars deskundigheden (bijvoorbeeld door het uitwisselen van werkplannen en protocollen). Eenmaal is dit overleg in 2005 bijeen gekomen op uitdrukkelijk verzoek van de diverse organisaties. Voor dit overleg bestaat helaas nog te weinig animo. Coördineren van het Palliatief Advies Team (PAT) Naast regelmatig overleg met het Palliatief Advies Team, is er ook vanwege het vertrek van een der leden een sollicitatieprocedure geweest voor een verpleegkundige bij het team. In september is een nieuw PAT lid aangenomen. Er is veel aandacht besteed aan PR voor het PAT, zo zijn er folders en affiches verspreid bij allerlei organisaties, er zijn diverse artikelen gepubliceerd meestal gekoppeld aan een interview met een PAT lid voor de diverse instellingsbladen. Het PAT is in keer geconsulteerd. In september is er bij de huisartsen (WDH) een avond verzorgd door de Werkgroep Deskundigheidsbevordering Huisartsen (WDH). Naast een bijdrage van het PAT is er ook een casuïstiekbespreking geweest over pijn en een introductie van de palliatieve kit.

3 Contacten met het IKZ Met het Integraal kankercentrum Zuid bestaat een intensief contact. Zo organiseert het IKZ regelmatig bijeenkomsten voor alle netwerkcoördinatoren palliatieve zorg uit de regio. Informatie over ontwikkelingen en beleidsintenties betreffende palliatieve zorg worden vanuit het IKZ gecommuniceerd. Het IKZ biedt de mogelijkheid een kwaliteitstraject op te zetten voor palliatieve zorg. Samen met de stuurgroep is een traject opgesteld voor vroegtijdige signalering en tijdige inzet van vrijwilligers in de palliatieve zorg. Dit project waar inmiddels goedkeuring voor is gegeven start als pilot in de subregio Etten-Leur/Zundert in Vanuit het IKZ heeft de netwerkcoördinator in april kunnen deelnemen aan een internationaal congres voor palliatieve zorg (EAPC). Overweldigd te zien hoeveel er al ontwikkeld is voor palliatieve zorg, met name op het gebied van pijnbestrijding. Heel veel goede presentaties en posterpresentaties. Meerwaarde van interdisciplinair werken en ketensamenwerking in de palliatieve zorg ontbreekt nog wel. Uit dit congres is veel inspiratie opgedaan voor de invulling van de werkzaamheden. PR, folder en nieuwsbrief In het Land van Heusden en Altena is hard gewerkt aan het ontwikkelen van een folder voor patiënten en naasten over palliatieve zorg. Hiervoor is intensief voorbereidend werk verricht om een passende tekst en vormgeving samen te stellen. Deze folder die eind 2005 gedrukt is gaat in 2006 ook in de andere netwerken uitkomen. De opzet van de reeds ontwikkelde folder zal als standaard dienen voor de andere folders. In 2005 is eenmalig een nieuwsbrief uitgebracht. Hier blijkt grote behoefte aan te bestaan. Voor 2006 is afgesproken deze via de website Anneville verder te laten verschijnen. Deze website zal in 2006 uitgebreid ingevuld worden. Ook landelijk komt er een nieuwe website voor palliatieve zorg. Aan een aantal onderwijs en zorginstellingen is enkele malen via presentaties en gastdocentschap informatie over palliatieve zorg en de netwerken gegeven. Via diverse publicaties is er in de pers aandacht besteed aan de netwerken palliatieve zorg en het PAT in de regio. Palliatieve kit In 2005 heeft het netwerk de beschikking gekregen over een 6 tal palliatieve kits. De palliatieve kit is een koffer waarin zich alle benodigde hulpmiddelen bevinden om acute symptomen in de terminale fase door middel van subcutane medicatietoediening direct te behandelen. Naast een spuitpomp met bijbehorende lijnen en naalden zijn medicatie, klein verbandmateriaal en enkele hulpmiddelen aanwezig. In de koffer zit tevens een documentenvak waarin o.a. het protocol is opgenomen. Er is een werkgroep intensief bezig geweest om het protocol samen te stellen. Samen met de SHL en het netwerk palliatieve zorg Roosendaal, Bergen op Zoom en Tholen is een project ontwikkeld om de logistiek te regelen rond de inzet van de kits. Vanaf februari 2006 zijn de kits ingezet. Voorafgaand hieraan zijn er diverse scholingen geweest o.a. met de huisartsen en met verpleegkundigen uit de diverse thuiszorgorganisaties. Het project van de kit beoogt vereenvoudiging van procedures, snelle en continue bereikbaarheid voor gebruik en beschikking over apparatuur en medicatie, adequate behandeling door middel van gestandaardiseerde medicatie en uniformering van hulpmiddelen en materialen. Medio 2006 zal er een evaluatie plaatsvinden. Kortom alle werkzaamheden in 2005 zijn gericht op het verder invulling geven aan een

4 samenhangend zorgaanbod gebaseerd op de behoefte van de patiënt. De samenwerking binnen en tussen de netwerken is in 2005 zeker intensiever geworden. Men is goed op de hoogte van elkaars werkzaamheden en is op een aantal zaken sterk geïntensiveerd. Uiteraard zijn we er nog niet, maar er is in het stadsgewest Breda een goede basis gelegd om kennis en kunde over palliatieve zorg een duidelijk erkenning en waardering te geven. Tot slot nog iets over de organisatie van de palliatieve zorg Annevillegroep Voorzitter van de stuurgroep is lid van de Anneville coördinatiegroep IKZ ondersteunende en inhoudelijk adviserende organisatie voor de palliatieve zorg, eindantwoordelijke voor het Palliatief Advies Team Stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle 5 de netwerken, de huisartsenkring, het Amphia ziekenhuis (vacature). Het IKZ komt twee maandelijks bijeen. De netwerkcoördinator wordt inhoudelijk aangestuurd door de stuurgroep Netwerken palliatieve zorg in Stadsgewest Breda Netwerk Moerdijk/Drimmelen Voorzitter Dhr. W. Slort Secr.: Circonflex, P. van Kessellaan BH Zevenbergen Netwerk Oosterhout/Geertruidenberg Voorzitter Mevr. Y Heuser Secr. Thuiszorg Mark en Maasmond t.a.v. mevr. B. Engwegen Postbus CE Oosterhout Netwerk Etten-Leur/Zundert Voorzitter mevr. B. Engwegen Secr. Thuiszorg Mark en Maasmond t.a.v. mevr. B. Engwegen Postbus CE Oosterhout Netwerk Breda Voorzitter mevr. S. van der Noll Secr. Hospice Breda Grieglaan CB Breda Netwerk Land van Heusden en Altena Voorzitter mevr. I. Lagendijk Secr. Stichting Riethorst-Stromenland t.a.v. mevr. I. Lagendijk Rivierenland DC Almkerk

5 Samenstelling van de stuurgroep palliatieve zorg Stadsgewest Breda in 2005 netwerk Breda: dhr. B. van Rixtel, verpleegkundig specialist thuiszorg (tot juni 2005) mevr. S. van der Noll, coördinator Hospice Breda (vanaf juni 2005) netwerk Land van Heusden en Altena; mevr. I. Lagendijk, verpleeghuisarts netwerk Etten-Leur/Zundert; mevr. C. Zagers, coördinator VPTZ netwerk Moerdijk/Drimmelen; mevr. M. Verkuijlen, verpleeghuisarts netwerk Oosterhout/Geertruidenberg; mevr. B. Engwegen, managementadviseur Thuiszorg huisartsenvertegenwoordiger; mevr. A. Veenman, huisarts en scanarts Amphia Ziekenhuis; vacature IKZ; dhr. T. Koks, programmacoördinator palliatieve zorg Netwerkcoördinator; mevr. L. Franken Loulou Franken Netwerk coördinator palliatieve zorg stadsgewest Breda Februari 2006