Toelichting Wijzigingsvoorstel Legesverordening 2010 i.v.m. Wabo 1. ALGEMENE TOELICHTING
|
|
- Christian Hendrickx
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1. ALGEMENE TOELICHTING In dit stuk worden de wijzigingen toegelicht die per 1 oktober 2010 worden doorgevoerd in de Legesverordening 2010 van de gemeente Nieuwegein als gevolg van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die op dat moment in werking treedt. De VNG heeft hiertoe per juli 2009 een modelverordening beschikbaar gesteld die sindsdien enkele malen is veranderd n.a.v. reacties vanuit gemeenten, enkele wijzigingen in wetsvoorstellen m.b.t. de Wabo en de invoering van overige wetten die van invloed zijn op de modellegesverordening. Het VNG model dat wij als basis van dit wijzigingsvoorstel hebben gehanteerd, is aangepast aan de Europese Dienstenrichtlijn die sinds 28 december 2009 in de Nederlandse regelgeving moet zijn geïmplementeerd, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (inclusief invoeringswet) die per 1 oktober 2010 in werking treedt en de gevolgen van de Crisis- en Herstelwet (CHW) die sinds 31 maart 2010 in werking is getreden. In verband met de Wabo is ook overgangsrecht opgenomen. 1.1 Opzet De huidige Legesverordening 2010 van Nieuwegein is ook gebaseerd op een (eerdere versie van de) modelverordening van VNG en bestaat uit twee gedeelten, namelijk de verordening zelf met de formele en materiële bepalingen en de tarieventabel met een omschrijving van de belastbare feiten, de heffingsmaatstaven en de tarieven. Die opzet blijft in stand. De indeling van de tarieventabel wijzigt echter wel in het VNG model en (nog) niet in Nieuwegein. Gelet op artikel 229b van de Gemeentewet en de (on)mogelijkheden tot kruissubsidiëring als gevolg van de Europese Dienstenrichtlijn en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (zie het kopje Tariefstelling en kostendekkendheid; kruissubsidiëring; profijtbeginsel heeft VNG in haar model de tarieventabel in drie titels onderverdeeld: Titel 1 Algemene dienstverlening; Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning; Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn. De omgevingsvergunning gerelateerde tarieven zijn in het VNG model dus verwerkt in titel 2. In de huidige Legesverordening 2010 staan de bouwgerelateerde leges in hoofdstuk 5 en enkele overige omgevingsgerelateerde tarieven in hoofdstuk 16 (op basis van de Apv). In Nieuwegein wordt het VNG model (nog) niet in zijn geheel overgenomen. We houden nog even de oude hoofdstukindeling van de tarieventabel aan omdat al de tarieven die niet met de Wabo te maken hebben, nog niet in het nieuwe model met drie titels worden gegoten. Dit wijzigingsvoorstel beperkt zich enkel tot de invoering van de Wabo. Gevolg is dat de omgevingsgerelateerde leges voorlopig terug te vinden zijn in hoofdstuk 5. De opzet van hoofdstuk 5 is wel identiek aan die van titel 2 van het VNG model. Voor de nummering van alle artikelen is alleen een 5 geplaatst. In de toelichting op de tarieventabel, verderop in dit stuk, is die omnummering echter achterwege gelaten omdat de gehele verordening, naar verwachting op korte termijn aan de indeling van de modelverordening van VNG zal worden aangepast. Titel 2 bestaat uit 10 hoofdstukken. In de tarieventabel bij het wijzigingsbesluit zijn dit paragrafen geworden maar in de toelichting hebben we, om voorgaande reden de verdeling in hoofdstukken aangehouden. 1
2 1.2 Tariefstelling en kostendekkendheid; kruissubsidiëring; profijtbeginsel Het is constante jurisprudentie dat de hoogte van de tarieven niet ter beoordeling van de belastingrechter staat, tenzij de verordening zou leiden tot strijd met wettelijke regels of tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing, waarop de wetgever met het toekennen van de heffingsbevoegdheid niet het oog kan hebben gehad. Op grond van artikel 229b van de Gemeentewet mag de legesverordening als geheel bezien maximaal kostendekkend zijn. Niet elke post zal dus afzonderlijk op zijn kostendekkendheid worden beoordeeld. Dit laatste zou ook moeilijk realiseerbaar zijn gezien het feit dat de kosten voor de individuele diensten moeilijk zijn te bepalen. Dat neemt niet weg dat een gemeente wel een kostendekkendheid per dienst of per samenhangende groep van diensten mag nastreven, als de gemeente in dit opzicht maar een consequente lijn volgt. Dit wordt door gerechtelijke uitspraken onderschreven. Op grond van het bovenstaande is het mogelijk om kruissubsidiëring toe te passen. Onder kruissubsidiëring wordt verstaan: het hoger stellen van tarieven van leges voor sommige diensten om daarmee de tarieven voor andere diensten laag te kunnen houden. Daarnaast kan bij de tariefstelling uitdrukking worden gegeven aan het profijtbeginsel. Dat is een aparte beleidsmatige afweging. Onderlinge verschillen in - op zichzelf geoorloofde - kostendekkingspercentages tussen groepen van diensten zijn niet in strijd met de wet of met enig algemeen rechtsbeginsel. Een motivering voor die verschillen is niet vereist (Hoge Raad 14 augustus 2009, nr , LJN: BI1943). De mogelijkheden tot kruissubsidiëring zijn door de komst van de Europese Dienstenrichtlijn (EDR) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) echter beperkter geworden. De EDR maakt kruissubsidiëring binnen een cluster van samenhangende vergunningstelsels mogelijk. Dit betreft alleen de diensten aan dienstverrichters waarop de EDR van toepassing is. De wetgever heeft hierin geen aanleiding gezien om artikel 229b van de Gemeentewet te wijzigen. Bij de introductie van de Wabo (omgevingsvergunning) gaat de wetgever ervan uit dat kruissubsidiëring tussen het cluster omgevingsvergunning en andere in de legesverordening opgenomen dienstverleningen niet mogelijk is (Kamerstukken /2006, nr. 140, pag. 26; Kabinetsplan aanpak administratieve lasten). De Wabo en de EDR doorkruisen daarmee de wettelijke regeling van artikel 229b Gemeentewet. Dat is de reden dat VNG de tarieventabel in drie titels heeft verdeeld. Binnen titel 2 van het VNG model (= hoofdstuk 5 van dit wijzigingsvoorstel) is kruissubsidiëring mogelijk tussen de verschillende hoofdstukken (paragrafen in dit wijzigingsvoorstel). De wetgever gaat er bij de omgevingsvergunning dus van uit dat alleen binnen de omgevingsvergunning kruissubsidiëring kan worden toegepast en niet met dienstverlening daarbuiten. Overigens zijn in titel 2 ook een paar andere diensten opgenomen die verband houden met de fysieke leefomgeving of de omgevingsvergunning (hoofdstukken 2, 8 en 9). Indien uit controle blijkt dat er op het betreffende vergunningstelsel of samenhangende vergunningstelsels structureel winst wordt gemaakt, dienen de tarieven te worden aangepast tot of onder 100% kostendekkendheid. Een en ander betekent dat (ook) bij de leges een nauwkeurige, op controleerbare wijze vastgelegde kostentoerekening nodig is. Voor de tariefstelling moet de gemeente nagaan wat de kostprijs van de verschillende diensten is. Vervolgens kan de gemeente een beslissing nemen over de mate van kruissubsidiëring (voor zover mogelijk) tussen de verschillende diensten en de mate waarin zij het profijtbeginsel wil laten doorwerken in het tarief. 2
3 1.3 Transparantie De Tweede Kamer heeft over de transparantie van de leges voor een omgevingsvergunning een motie en amendement aangenomen. Daarin staat dat als de VNG, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en het ministerie van VROM niet op korte termijn tot afspraken komen over meer transparantie, de minister bij algemene maatregel van bestuur dwingend een bepaalde legesberekening of legeshoogte kan voorschrijven. In verband hiermee heeft VNG het Model hoogte leges omgevingsvergunning uit 2006 tot uitgangspunt genomen voor haar model legesverordening. Dat model uit 2006 is door SGBO in opdracht van het ministerie van VROM opgesteld. In de loop van 2010 hebben VNG, IPO en VROM vervolgafspraken gemaakt over meer transparantie. Het is de bedoeling dat gemeenten en provincies deze in 2010 implementeren in hun legesverordening voor Per 1 januari 2011 geldt de plicht om transparant inbeeld te brengen hoe de legestarieven zijn opgebouwd. Aanleiding daarvoor is de steeds terugkerende discussie over grote verschillen in legesbedragen tussen gemeenten. 1.4 Leidraad legestarieven Wabo In artikel 2.9, derde lid, van de Wabo bepaalt dat de minister van VROM bij algemene maatregel van bestuur regels kan stellen over de berekening en de bedragen van de leges. Dit lid is er door een amendement ingekomen. De bedoeling was dat VNG, IPO en VROM eerst proberen afspraken over transparantie maken (motie; Kamerstukken II 2007/2008, 30844, nr. 33) uitmondend in een leidraad. Een uniforme berekeningswijze maakt de tarieven transparanter en beter vergelijkbaar. Het is de bedoeling dat gemeenten de leidraad ten grondslag leggen aan de tariefstellingen in hun legesverordening voor Voor de minister van VROM bestaat er dan naar inschatting van VNG geen aanleiding bij algemene maatregel van bestuur regels voor de leges te stellen. De leidraad is april 2010 tot stand gekomen met hulp van de Vereniging van Bouw en Woningtoezicht Nederland, en een tweetal adviesbureaus. Door toepassing van de leidraad zullen de verschillen niet verdwijnen, maar wordt wel inzichtelijk waardoor deze zijn veroorzaakt. De leidraad omvat de volgende onderdelen: 1. Het stappenplan "model kostenonderbouwing leges omgevingsvergunning (VNG); 2. Een Activiteitenlijst (Vereniging BWTN); 3. Rekenmodel Handreiking kostentoerekening (VNG); 4. Rekenmodel Methode Activity Based Costing inclusief toelichting (IPO); 5. 0nderbouwing van de gemaakte keuzen (BZK). 6. Normkosten (voorzien voor juli 2010, VBWTN). 1. Model kostenonderbouwing leges omgevingsvergunning Op 1 april 2010 heeft de VNG het model 'kostenonderbouwing leges omgevingsvergunning' op haar website gepubliceerd. Dit model is gebaseerd op een inventarisatie van de te verrichten werkzaamheden voor de verschillende Wabo onderdelen. Daarvoor dient duidelijk in kaart te worden gebracht wat de kosten zijn, maar ook wat de gemeente moet doen om de vergunning te verlenen. Vervolgens worden de werkzaamheden in een standaard activiteitenoverzicht gepresenteerd. Op deze manier blijkt waarom tarieven tussen verschillende gemeenten kunnen variëren op basis van: beleidskeuzes in tariefstelling; beleidskeuzes bij de heffingsmaatstaf; intrinsieke verschillen tussen gemeenten; kostenefficiency. 3
4 Voor een goede verantwoording van de gemeentelijke heffingen is het van belang dat de gemeente inzicht geeft in de kosten van de verrichte activiteiten, de gemaakte beleidskeuzes en de aard van de gemeente. Verder is het van belang dat deze verantwoording op eenduidige wijze plaats heeft, zodat voor iedereen inzichtelijk is waarvoor en hoe de gemeente de kosten verhaalt. Het werken met het model van de VNG heeft de volgende voordelen: De gemeente krijgt een goed inzicht in de eigen processen en de daaraan verbonden kosten. Het werken met begrotingscijfers betekent dat de kostenonderbouwing met reeds beschikbaar materiaal gebeurt. De continuïteit van de jaarlijkse overzichten geeft een goed beeld in de kostenontwikkelingen en de inspanningen van de gemeente. Bij bezwaarschriften van burgers en fiscale beroepsprocedures kan worden verwezen naar de openbare kostenonderbouwing. Aparte kostenopstellingen in belastingzaken zijn niet meer nodig, het overzicht volstaat. Benchmarking en leereffecten van andere gemeenten zijn eenvoudiger te bereiken. Vergelijkingen tussen gemeenten zijn gebaseerd op de echte verschillen tussen gemeenten. Bij publiciteit over verschillen tussen gemeenten zijn de echte feiten goed te achterhalen. Naast het model van de VNG kan voor de juridische kaders van de kostentoerekening de 'Handreiking kostentoerekening leges en tarieven' van BZK worden geraadpleegd. Deze handreiking geeft inzicht in de wijze van doorberekening van kosten in rechten, heffingen en tarieven die maximaal kostendekkend mogen zijn. De handreiking is geschreven voor alle overheidsinstanties of uitvoeringsinstanties van overheidswege die een recht, heffing of tarief in rekening brengen aan een ander. Het inzichtelijk maken van de doorberekening van kosten in leges en tarieven is niet alleen van belang voor de heffende instantie zelf, maar draagt ook bij aan een groter draagvlak voor de leges en tarieven. De handreiking is opgesteld in opdracht van het ministerie van BZK en is bedoeld als handreiking voor de kostentoerekening, met de actuele wet- en regelgeving, jurisprudentie en inzichten. De handreiking is eind 2009 volledig herzien en gepubliceerd begin Activiteitenlijst Vereniging Bouw en Woningtoezicht Nederland De Vereniging van Bouw en Woningtoezicht Nederland heeft een activiteitenlijst opgesteld waarin gedetailleerd staat welke handelingen een gemeente of een provincie moet verrichten om op verzoek een omgevingsvergunning te kunnen afgeven. Deze activiteitenlijst is de basis geweest voor de bij onderdeel 3 genoemde rekenmodellen. Door uit te gaan van een uniforme indeling van de te verrichten activiteiten zal de transparantie en de onderlinge vergelijkbaarheid van de tarieven aanzienlijk worden vergroot. 3 & 4. De rekenmodellen Er zijn twee verschillende rekenmodellen opgesteld die kunnen worden gebruikt om de kosten toe te rekenen aan de tarieven voor de verschillende onderdelen van de omgevingsvergunning. Er is gekozen om twee verschillende rekenmodellen te ontwikkelen omdat zich in de praktijk twee verschillende uitgangssituaties voordoen. Sommige decentrale overheden stellen het op prijs te werken vanuit een nul situatie. Anderen berekenen de tarieven liever vanuit de bestaande going-concern situatie. Door de gestandaardiseerde activiteitenlijst worden de tarieven beter vergelijkbaar, ongeacht of ze met het ene model of met het andere model zijn vastgesteld. 4
5 Het model van Deloitte, in eerste aanleg ontwikkeld in opdracht van het IPO, gaat uit van de benadering vanuit een blanco situatie, waarin een organisatie voor het eerst gaat werken met de tariefvaststelling en vergunningverlening. Deze methode gaat uit van "Activity Based Costing". Bekeken wordt hoeveel tijd er gemiddeld met een aanvraag is gemoeid en op basis daarvan wordt het tarief bepaald. Dit model zal met name geschikt zijn voor de provincies omdat zij nog niet eerder bouwvergunningen afgaven. Voor Nieuwegein is dit model minder geschikt. Het tweede model (Cap Gemini) is ontwikkeld vanuit een going-concern gedachte. Dit is een methode van kostenverhaal waarbij de bestaande begroting als uitgangspunt wordt genomen. Dat is op hoofdlijnen de methode die wij in Nieuwegein voor de bouwgerelateerde leges van hoofdstuk 5 reeds hanteren. Per individuele legesverordening zal per organisatie moeten worden beoordeeld hoe de unieke lokale situatie dient te worden ingepast in het model. Vooral bij de eerste toepassing van dit model zal dat leiden tot belangrijke keuzes, zodra echter deze modellen breed worden toegepast zal dit de onderlinge vergelijkbaarheid en de wijze waarop verantwoording kan worden afgelegd over de tarieven aanzienlijk verbeteren. 5. Verantwoording van de gemaakte beleidskeuzen Om de transparantie te vergroten maar ook om duidelijk te maken waarom de tarieven zijn vastgesteld zoals ze zijn vastgesteld, dienen gemeenten in de door het "Besluit Begroting en Verantwoording" verplicht voorgeschreven "paragraaf lokale heffingen' van hun begroting aan te geven welke beleidskeuzen zijn gemaakt bij de kostentoerekening. Een goede invulling hiervan wordt verkregen door de volgende aspecten aan de orde te laten komen: de maatstaf van heffing; het gekozen tariefstelsel; mate van kostendekkendheid; het buiten het kostenverhaal houden van specifieke activiteiten omdat de gemeente die niet via de heffing in rekening wil brengen; specifiek voor de gemeente geldende omstandigheden; het opnemen van niet wettelijk verplichte vrijstellingen in de belastingverordening. In de paragraaf lokale heffingen zal de gemeente ook moeten aangeven hoe zij omgaat met de tariefstelling voor de leges en meer specifiek ook de leges voor omgevingsvergunning. Tevens moet worden aangegeven of en in hoeverre er sprake is van kruissubsidiëring binnen de kolom van de omgevingsvergunning en of de gemeente er voor kiest de tarieven voor de omgevingsvergunning al dan niet 100% kostendekkend vast te stellen. 5. Bepaling grondslag legesberekening op basis van normbouwkosten Als laatste component ter verkrijging van grotere transparantie en beperking van de bandbreedte is de berekeningsgrondslag van belang. Momenteel hanteren de meeste gemeenten, conform het legesmodelverordening van de VNG, de opgegeven bouwkosten van het ingediende bouwplan als grondslag voor de legesheffing op de bouwactiviteit. De modelverordening van de VNG geeft aan op welke wijze de bouwkosten moeten worden vastgesteld. Veel gemeenten gebruiken vervolgens een normbouwkostensysteem om die grondslag bij twijfel te controleren. Nieuwegein doet dat ook. 5
6 Uit onderzoek, ingesteld door de Vereniging BWT Nederland, waaraan ruim 250 gemeenten hebben deelgenomen blijkt dat 70 % van de gemeenten de legesberekening zelfs stelselmatig niet baseert op de opgegeven bouwsom maar op de aan de hand van een normbouwkostensysteem bepaald bedrag. Ten tijde van de indiening van de aanvraag om vergunning is de bouwsom veelal slechts globaal bekend. Gemeenten die aanvragen controleren volgens het in de modelverordening (VNG) aangewezen normblad stellen verschillen vast in de ordegrootte van tientallen procenten. Ook hierdoor ontstaan onrealistische grote verschillen in grondslagen en dus in legestarieven. Dit knelpunt is te ondervangen door gemeenten en provincies te verzoeken voortaan te werken met de voor de aanvraag geldende normbouwkosten. Voor eenvoudige, veel voorkomende bouwwerken zal de leidraad vaste legesbedragen gaan bevatten in plaats van een percentage van de bouwsom. Dit geheel zal, met medewerking van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, worden uitgewerkt in het rekenmodel. Dit normkosten deel van de leidraad is momenteel nog niet voltooid, al zou het aanvankelijk voor 1 juli 2010 zijn afgerond en beschikbaar worden gesteld. Het werken met normkosten vergroot de transparantie en vergelijkbaarheid. De te ontwikkelen normbouwkosten zijn gerelateerd aan objectieve meetbare criteria als stuks, m', m2 en m3. De tariefstelling hoort tot de gemeentelijke autonomie. Ook de verantwoording daarover dient op lokaal niveau plaats te vinden. Met de leidraad zullen verschillen in tarieven transparant en verklaarbaar moeten worden. Op basis van de motie Heijnen (Tweede Kamer, vergaderjaar , B, nr. 9) zal het ministerie van BZK monitoren waar zich onverklaarbaar hoge tarieven voordoen en de betreffende overheden zullen daarop worden aangesproken. Mocht in de praktijk blijken dat de tarieven over de gehele linie niet transparanter worden en dat de excessen niet zijn verdwenen, kan worden overwogen om wettelijke maatregelen te nemen. De Wabo bevat overigens al de grondslag om zo nodig per AMvB regels te stellen met betrekking tot de legesberekening. 1.5 Toepassing leidraad in Nieuwegein Bij het opstellen van dit wijzigingsvoorstel hebben wij de leidraad en de daaraan gelieerde stukken aandachtig doorgenomen. De kostentoerekening ( 1.7), tariefopbouw ( 1.9) en kostendekking ( 1.10) zijn opgesteld in lijn met de leidraad. Het volledig volgen van de leidraad is (nog) niet mogelijk, mede omdat enkele componenten nog ontbreken maar ook omdat onderliggende stukken van een detailniveau zijn waarvoor de ons beschikbare gegevens niet altijd toereikend zijn. Het is de bedoeling dat gemeenten de leidraad ten grondslag leggen aan de tariefstellingen in hun legesverordening voor 2011, verplicht is dat niet. Wel gelden per 1 januari 2011 algemeen geformuleerde, wettelijke eisen voor de transparante opbouw van legestarieven. Wij verwachten dat de methodiek die we nu hebben gehanteerd qua transparantie zal voldoen aan die wettelijke eisen. Ons voornemen is om de leidraad voor titel 2 door te voeren als alle onderdelen beschikbaar komen. Alhoewel de huidige toelichting mogelijk al zal voldoen aan die wettelijke transparantie-eisen, willen we voor de zekerheid (en de eerder genoemde overige voordelen) de modellen uit de leidraad volledig gaan implementeren. 1.6 Kostentoerekening algemeen Om te kunnen bepalen of kosten van een bepaalde activiteit kunnen worden doorberekend, kan de volgende controlevraag worden gebruikt: wordt de activiteit verricht omdat er een dienst wordt gevraagd? Indien het antwoord op deze vraag ja is, zijn de kosten vrijwel altijd door te rekenen; indien het antwoord nee is, dan meestal niet. Bij de doorberekening van de kosten in de tarieven komen alleen de (begrote) feitelijke kosten in aanmerking. 6
7 Directe kosten Onder directe kosten worden de kosten verstaan die rechtstreeks samenhangen met c.q. veroorzaakt worden door de door het bestuursorgaan verrichte dienstverlening. Tot de directe kosten behoren bijvoorbeeld de loonkosten van degene die een vergunningaanvraag behandelt, kapitaallasten en materiële kosten voor de beoordeling van een vergunning of ontheffingsaanvraag. Ook de kosten voor het opstellen en publiceren van de beschikking en de kosten van externe adviseurs vallen hier onder. Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie van provincies, gemeenten en waterschappen kan worden afgeleid dat de volgende vijf kostencomponenten verhaald kunnen worden: 1. Personeelskosten Onder de personeelskosten vallen de loonkosten van de personen die direct betrokken zijn bij de uitvoering van de specifieke dienstverlening. Dikwijls zullen personen bij verschillende soorten dienstverlening waarvan de kosten worden verhaald, betrokken zijn. Ambtenaren van de afdeling ruimtelijke ordening bijvoorbeeld kunnen zowel voor de herontwikkeling van de binnenstad (baatbelasting) als voor het toetsen van een bouwaanvraag/omgevingsvergunning (leges) werkzaamheden verrichten. Ook kan de aard van één werkzaamheid direct of indirect in verband staan met meer dan één dienst waarvan de kosten worden verhaald via verschillende soorten heffingen. De personeelkosten moeten dan naar rato (van de kosten en niet bijvoorbeeld van het nut van de kosten voor de afnemer van de dienst) worden toegerekend. 2. Huisvestingskosten Als de huisvestingskosten kunnen worden gebaseerd op extern afgesloten huurcontracten en inzicht bestaat in het voor de betreffende dienstverlening werkelijk gebruikte (bruto) vloeroppervlak, is berekening van de werkelijke kosten mogelijk. Als panden eigendom zijn, is het de vraag wat tot de door te berekenen kosten mag worden gerekend. 3. Specifieke automatiseringskosten De werkelijke kosten van de bij de dienstverlening gehanteerde kantoorautomatisering, zoals hard- en software (bijvoorbeeld kosten van programma s voor sterkteberekening en dergelijke), behoren tot de kosten die (pro rata) verhaalbaar zijn. 4. Materiële kosten Onder materiële kosten worden in dit kader begrepen de exploitatiekosten van het eigen organisatieonderdeel. Het betreft bijvoorbeeld materialen voor de reisdocumenten, kapitaallasten van gebruikte vervoermiddelen, apparatuur voor buitendienstcontroles (geluids- en sterktemeting) en eventueel andere activa. Daarnaast kan men denken aan de exploitatiekosten, waaronder de niet onder de huisvestingscomponent opgenomen huisvestingskosten. Dergelijke kosten zijn meestal al in de overhead opgenomen. 5. Overhead De overheadkosten die verhaald mogen worden, zijn de kosten die weliswaar niet rechtstreeks samenhangen met de verleende dienst, maar wel in enig verband staan met die dienstverlening. Voorbeelden van overheadkosten zijn de toe te rekenen directiekosten, en de kosten van ondersteunende diensten, waarbij die kosten weer bestaan uit de uitgaven voor personeel, materieel en huisvesting, vergadering en dergelijke. 7
8 Indirecte kosten De door de gemeente door te berekenen kosten dienen uitsluitend te bestaan uit de directe kosten inclusief een redelijke opslag voor overhead. De indirecte kosten dienen buiten beschouwing te blijven. Het kan niet anders dan dat in deze uitleg met indirecte kosten die kosten worden bedoeld die op geen enkele wijze in verband te brengen zijn met de betreffende dienstverlening. Dergelijke kosten zullen via de algemene middelen, specifieke uitkeringen, of anderszins bekostigd moeten worden. In de wetsgeschiedenis wordt expliciet een aantal kosten genoemd die, tenzij daartoe in specifieke wetten expliciet de mogelijkheid wordt geboden, niet verhaald kunnen worden op de genieters van specifieke dienstverlening. Het betreft de volgende kosten: 1. Beleidsvoorbereiding en algemene inspraakprocedures Kosten van beleidsvoorbereiding zien op de kosten die gemoeid zijn met het afwegen van belangen ten behoeve van de gemeenschap. Het kan gaan om beleidskosten die worden gemaakt voor het opstellen van plannen of voorschriften en het vaststellen van criteria voor vergunningverlening, alsmede om algemene bestuurskosten, zoals kosten van vergadering van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur bij waterschappen, de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders bij gemeenten, alsmede provinciale staten en gedeputeerde staten bij provincies. Deze kosten dient een bestuursorgaan te maken om het beleid te formuleren. Bij het formuleren van beleid wordt een belangenafweging gemaakt ten behoeve van de gemeenschap. Er wordt bepaald in welke gevallen een vergunning of ontheffing kan worden afgegeven (algemene vergunningvoorwaarden) en in welke gevallen en op welke tijdstippen er van de dienstverlening gebruik kan worden gemaakt. Ook wordt bepaald tot welke omvang de dienstverlening plaatsvindt. Deze kosten dienen door de gemeenschap als geheel, dus uit de algemene middelen, bekostigd te worden, omdat deze kosten in een te ver verwijderd verband staan tot de specifieke dienstverlening om door middel van een heffing van rechten te kunnen worden verhaald. 2. Handhaving, toezicht en controle De kosten van handhaving, toezicht en controle dragen er toe bij dat de voorschriften ter zake worden nageleefd. Het belang van het (doen) naleven van voorschriften is gelegen in bescherming van de gemeenschap in haar geheel. Net als bij de kosten van beleidsvoorbereiding is het niet gewenst dat deze kosten individueel worden verhaald op degenen ten behoeve van wie de dienst wordt verleend. Dit is slechts anders als de controletaken nog plaatsvinden in het kader van het proces van de vergunningverlening en het tot stand brengen van de situatie waarop het vergunningverzoek betrekking heeft. In vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, wordt geoordeeld dat een legesverhoging wegens legaliseringswerkzaamheden zoals toetsing van bestemmingsplantechnische- en welstandtechnische legalisatiemogelijkheden niet toegestaan is. 3. Bezwaar- en beroepsprocedures Ten aanzien van algemene bezwaar- en beroepsprocedures is de wetgever in principe van oordeel dat het belang daarvan uitstijgt boven het individuele belang van degene aan wie de dienst wordt verleend. Er vindt immers een heroverweging van het algemene beleid plaats. Omdat de kosten van beleidsvoorbereiding niet kunnen worden verhaald, is het niet gewenst dat de kosten die worden gemaakt voor heroverweging van dat beleid wel kunnen worden verhaald. Bovendien is de rechtsbescherming in beginsel een collectief goed waarvan de kosten, afgezien van de griffierechten, niet voor individuele toerekening vatbaar zijn. Naar de mening van de redactie van het losbladige Handboek Lokale Overheden ziet het verbod om kosten van bezwaar- en beroepsprocedures te 8
9 verhalen niet op de kosten van het behandelen van bezwaar- en beroepschriften tegen de heffing als zodanig omdat belastingaanslagen gebonden beschikkingen zijn. De Hoge Raad heeft zich nog niet over deze problematiek uitgelaten. De meeste bestuursorganen hebben geen wettelijke grondslag voor het doorberekenen van kosten van bezwaar- en beroepsprocedures. Er is discussie of dergelijke kosten uit de algemene middelen, specifieke uitkeringen of anderszins moeten worden bekostigd, dan wel dat deze kosten in het tarief mogen worden verwerkt als uitvoeringskosten. Het lijkt dan ook in de rede te liggen dat verhaal van kosten van bezwaar en beroep tegen individuele heffing mogelijk is. Dit is nog niet geheel uitgekristalliseerd in rechterlijke uitspraken. 1.7 Kostentoerekening in Nieuwegein In de stukken behorende bij de leidraad legestarieven Wabo zijn twee verschillende rekenmodellen opgesteld die kunnen worden gebruikt om de kosten toe te rekenen aan de tarieven voor de verschillende onderdelen van de omgevingsvergunning. Het model van Cap Gemini geeft een methode van kostentoerekening waarbij de bestaande begroting als uitgangspunt wordt genomen. Dat is op hoofdlijnen de methode die wij in Nieuwegein voor de bouwgerelateerde leges van hoofdstuk 5 reeds hanteren. De detaillistische activiteitenlijsten die hier in de leidraad aan ten grondslag liggen, hebben wij nog niet in gebruik. Dat vergt nog veel tijd en aandacht omdat de huidige begrotingsopbouw in Nieuwegein hiervoor te weinig gespecificeerd is. Het hoofdstuk over kostentoerekening hebben wij wel aandachtig doorgenomen om te bepalen welke (gedeelten) van begrotingsposten mogen worden toegerekend tot dekking door leges. Feitelijk is dit hoofdstuk een nadere uitwerking op leidraden/publicaties/handelingen die we eerder hebben gehanteerd op de bouwgerelateerde leges uit hoofdstuk 5. De hoofdlijnen staan in de voorgaande paragraaf. De resultaten zijn in tabelvorm opgenomen in bijlage 1 van deze toelichting. Op basis van toe te rekenen begrotingsposten, komt de raming van de te dekken kosten uit op Zoals in 1.5 aangegeven zal er nog een verdiepingsslag plaatsvinden voor 1 januari Als voorschot hierop hebben we een aantal stelposten opgenomen in de tabel die een totaal aan aanvullende leges geven van Deze meenemende geeft een totaal van In de begroting van 2009 was het toe te rekenen bedrag voor bouwgerelateerde kosten geraamd op Dat bedrag heeft sindsdien in de begroting gestaan als legesinkomsten, uitgaande van 100% kostendekking. Per 2011 is dat bedrag verhoogd naar Dat zou een kostendekking betekenen van 94%, respectievelijk 88% als de stelposten worden meegenomen. Aan deze verhoging heeft echter geen analyse van de toe te rekenen kosten ten grondslag gelegen. De verhoging naar komt hoofdzakelijk door toevoeging van kosten voor producten die voorheen niet onder de bouwgerelateerde leges vielen maar nu wel onder de omgevingsgerelateerde leges. Verder wordt een bedrag van ca doorberekend voor advies en ondersteuning door de VRU. Daarmee is in de begroting 2011 geen rekening gehouden. In 1.10 berekenen we de legesinkomsten die we verwachten in 2011 en kijken we naar de kostendekkendheid. 1.8 Tariefstelling: het te heffen bedrag moet blijken uit de verordening Een belastingplichtige moet uit de (leges)verordening de hoogte van het van hem te heffen bedrag kunnen afleiden. Dit vloeit voort uit het bepaalde in artikel 217 van de Gemeentewet. Dit artikel bepaalt dat de belastingverordening onder andere het tarief moet vermelden. Dit wil niet zeggen dat de verordening het bedrag van de belasting moet vermelden. In zijn arrest van 22 juli 1985 (nr , BNB 1985/259, Belastingblad 1985, blz. 493, gemeente IJlst) overwoog de Hoge Raad namelijk dat de verordening niet het bedrag van de belasting behoeft te vermelden, maar dat ook op 9
10 andere wijze kan worden aangegeven tot welke belastingverplichtingen het belastbare feit leidt, mits daarbij op voldoende duidelijke wijze aan de belastingplichtige inzicht wordt gegeven in het beloop van het van hem te heffen bedrag. De bepaling in de verordening van de gemeente IJlst op grond waarvan bepaalde legesbedragen konden worden verhoogd met de kosten van door de gemeente in te winnen externe adviezen, gaf de belastingplichtige naar het oordeel van de Hoge Raad onvoldoende inzicht in het beloop van het van hem te heffen bedrag, en was zodoende onverbindend. Het komt bij gemeenten regelmatig voor dat voor het in behandeling nemen van aanvragen tot het verkrijgen van een vergunning (bijvoorbeeld een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten) het advies van een extern bureau gevraagd wordt. Om de kosten van die externe adviesverlening toch te kunnen doorberekenen staat de gemeenten na het hiervoor genoemde arrest een aantal oplossingen ter beschikking: 1. Verwerken in bestaande tarieven Allereerst kan de gemeente ervoor kiezen de externe advieskosten in de bestaande tarieven te verwerken. Nadeel hiervan is dat de kosten niet individueel aan de aanvragers van de dienst kunnen worden toegerekend. In bepaalde gevallen hanteren wij deze optie, bijvoorbeeld bij het doorberekenen van de brandweeradviezen (VRU) in de tarieven voor de activiteit bouwen (onderdeel 2.3.1). 2. Opnemen van een maximumtarief Het opnemen van een maximumtarief voor het doorberekenen van externe advieskosten lijkt in bepaalde gevallen toelaatbaar te zijn. In het arrest van de Hoge Raad van 1 maart 1989 (nr , BNB 1989/127, Belastingblad 1989, blz.320, gemeente Zoetermeer) wordt het vermelden van een maximum van ƒ ,- niet toelaatbaar geacht omdat dit maximum zo hoog is dat het behoudens zeer uitzonderlijke gevallen geen wezenlijke functie vervult. Zodoende laat de bepaling naar het oordeel van de Hoge Raad de belastingplichtige in het onzekere over de omvang van het van hem te heffen bedrag. De formulering van de Hoge Raad geeft aanleiding te veronderstellen dat als een bepaling een maximumtarief bevat en de hoogte van dat tarief een wezenlijke functie vervult, de belastingplichtige op voldoende duidelijke wijze inzicht heeft in het beloop van het van hem te heffen bedrag. Toekomstige jurisprudentie zal nader invulling moeten geven over de vraag in welke gevallen er sprake is van een maximumtarief dat een wezenlijke functie vervult. In Nieuwegein hanteren wij de optie van een maximumtarief niet. 3. Begrotingsconstructie Ten slotte bestaat de mogelijkheid in de verordening de zogenaamde begrotingsconstructie op te nemen. De systematiek van deze constructie is als volgt. Is voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning een extern advies noodzakelijk dan wordt door de externe adviseur opgaaf aan de gemeente gedaan over de hoogte van de door hem voor de aanvraag in rekening te brengen kosten. Deze kosten worden voor het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager van de vergunning meegedeeld in een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting. Gedurende een periode van vijf dagen na het overleggen van de begroting kan de aanvrager van de vergunning de aanvraag nog intrekken. Reageert de aanvrager niet binnen genoemde vijf dagen dan geldt als dag van het in behandeling nemen van de aanvraag de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht. 10
11 De begrotingsconstructie is door het Hof s-gravenhage aanvaard in zijn uitspraak van 12 juli 1989, nr. 2995/88, Belastingblad 1990, blz. 307, (gemeente Zoetermeer) en door de Hoge Raad in zijn uitspraak van 2 december 2005, nr , LJN: AR7769 (gemeente Heerde). De begrotingsconstructie kan worden gebruikt bij het doorberekenen van de externe advieskosten bij aanvragen tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning. Dat doen we ook in Nieuwegein volgens het model van VNG (zie o.a. de onderdelen en van de tarieventabel). Ook bij het doorberekenen van publicatiekosten kan deze constructie gebruikt worden, hetgeen we in Nieuwegein niet doen omdat de publicatiekosten niet gespecificeerd worden naar aanvragen maar in het algemeen onder de met leges te dekken kosten vallen. Overigens heeft de minister van Binnenlandse Zaken zich op het standpunt gesteld dat het hanteren van de begrotingsconstructie uitsluitend toelaatbaar is voor het doorberekenen van externe advieskosten. VNG adviseert dan ook bij het doorberekenen van de kosten van interne dienstverlening alleen gebruik te maken van de begrotingsconstructie, indien niet met een gemiddeld tarief kan worden gewerkt. Wij stellen voor om deze constructie toe te passen bij aanvragen voor wijzigingen in bouwprojecten waarvoor al eerder een vergunning is verleend die nog in stand is, terwijl de bouw nog niet is aangevangen. In zo n geval is niet reëel in te schatten welke kosten worden gemaakt als niet eerst de aard en omvang van de aangevraagde wijziging kan worden beoordeeld. Meer hierover is verderop opgenomen in de toelichting op de tarieventabel (hoofdstuk 7). 1.9 Opbouw tarieven en kruissubsidiëring Nieuwegein In deze toelichting is in hoofdstuk 3 per onderdeel van de tarieventabel zo transparant als momenteel mogelijk toegelicht hoe de tarieven tot stand zijn gekomen. Zoals eerder aangegeven hebben we voor het moment de tarieven niet wezenlijk gewijzigd. De discussie hieromtrent in relatie tot kostendekkendheid voeren we pas tijdens de begrotingsraad op 10 november. Er zijn enkel beperkte verhogingen doorgevoerd i.v.m. inflatiecorrectie en gelijktrekken van het gerekende uurtarief. Veruit de meeste tarieven betreffen vaste bedragen die voortvloeien uit de geprognosticeerde gemiddelde urenbesteding voor het leveren van de dienst/het product vermenigvuldigd met een vast uurtarief. Deze tarieven gaan uit van kostendekkendheid per product voor wat betreft de uren die direct betrekking hebben op het behandelen van de aanvraag door de verantwoordelijke afdeling. De kosten voor de loketfase en een eventueel voortraject (vooroverleg) zitten hier bijvoorbeeld zelden in verdisconteerd, evenmin de kosten van toezicht op de naleving van de vergunning. Daarnaast zijn niet alle uren toegerekend die adviserende disciplines maken, met name bij ruimtelijke procedures. De bouwleges zijn al sinds jaar en dag gebaseerd op kruissubsidiëring. Bij kleinere bouwprojecten van met name particulieren is het tarief niet kostendekkend voor de werkelijke urenbesteding. Dat wordt gecompenseerd door de grotere bouwprojecten die tevens de niet per product toegerekende kosten van overige kleinere producten binnen het veld van de omgevingsvergunning compenseren. We werken sinds 2009 met een degressief stelsel bij bouwtarieven. Over het algemeen is veel tijd gemoeid bij de behandeling van aanvragen voor kostbare projecten (meerdere miljoenen) maar een degressief tarief doet recht aan het feit dat de hoogte van de bouwsom, stapsgewijs steeds minder invloed heeft op de benodigde inspanningen bij het leveren van het product. Enkele tarieven zijn gebaseerd op een begrotingsconstructie omdat deze kosten vooraf niet bekend zijn. Deze kosten worden voor het in behandeling nemen van de aanvraag begroot en aan de aanvrager meegedeeld. Gedurende een periode van vijf dagen na het overleggen van de begroting kan de aanvrager van de vergunning de aanvraag nog intrekken. Hier zal het principe van kostendekkendheid per product van toepassing zijn. 11
12 1.10 Kostendekking in Nieuwegein Voor de controle van de kostendekkendheid van de tarieven voor bouwactiviteiten hebben we een raming gemaakt van het aantal en de soort aanvragen voor omgevingsgerelateerde producten en diensten in Het effect van het uitgebreide vergunningsvrij bouwen onder de Wabo op het aantal aanvragen voor bouwactiviteiten is hierbij meegenomen, evenals de huidige laagconjunctuur. De resultaten zijn in tabelvorm opgenomen in bijlage 2 van deze toelichting. De raming van de totale legesinkomsten komt voor 2011 uit op Wanneer we deze inkomsten afzetten tegen de geraamde toe te rekenen kosten van , respectievelijk uit 1.8, geeft dat dekkingspercentages van 86% en 80%. Dat is lager dan het dekkingspercentage van de afgelopen 11 jaar dat gemiddeld uitkomt op 97,1%. De sterke fluctuaties in de achterliggende jaren komen door de grote afhankelijkheid van grotere bouwprojecten op de legesinkomsten en dus op de kostendekkendheid. Jaar Opbrengst ( ) Kosten ( ) Dekking (%) , , , , , , , , , , , ,2 gemiddeld , Opschorten invorderingsbevoegdheid bij verouderd bestemmingsplan veranderd door de Crisis en Herstelwet De financiële prikkel die in 2008 met de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) aan gemeenten is gegeven (opgelegd) om bestemmingsplannen actueel te houden, is door de komst van de Wabo niet gewijzigd (artikel 3.1, vierde lid, Wro). Echter de Crisis en Herstelwet (CHW) die per 31 maart 2010 van kracht is, wijzigt de bepalingen in de Wro en de Wabo over het opschorten van de invorderingsbevoegdheid als een projectbesluit, onderscheidenlijk omgevingsvergunning waarbij van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, niet tijdig in het bestemmingsplan of de beheersverordening is ingepast (artikelen 3.13 en 3.40 Wro; artikel 2.9 en nieuw 2.9a Wabo). Dat moest binnen het jaar gebeuren. Na 18 maanden verviel zelfs de invorderingsbevoegdheid. Die regeling wordt nu anders: De bevoegdheid tot het invorderen van leges wordt opgeschort tot het tijdstip waarop het projectbesluit, onderscheidenlijk de omgevingsvergunning langs elektronische weg beschikbaar is gesteld, overeenkomstig de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels. De bevoegdheid vervalt indien het besluit niet binnen twee maanden op de voorgeschreven wijze beschikbaar is gesteld. Gedoeld wordt hierbij op de digitale raadpleegbaarheid van planologische 12
13 besluitvorming. De materiële inhoud van het projectbesluit, onderscheidenlijk de omgevingsvergunning zal daarom op zodanige wijze elektronisch beschikbaar moeten worden gesteld dat deze door een ieder kan worden geraadpleegd als hij het elektronisch bestemmingsplan raadpleegt. (De gemeente heeft sinds 1 januari 2010 de verplichting om de inhoud van (ruimtelijke) visies, plannen, besluiten en verordeningen in elektronische vorm vast te leggen en in die vorm vast te stellen. Voor de digitale vormgeving van deze ruimtelijke instrumenten is een pakket (digitale) standaarden ontwikkeld, dat is verankerd in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008.) Als sprake is van leges voor dienstverlening met betrekking tot een reconstructieplan als bedoeld in de Reconstructiewet concentratiegebieden geldt de volgende (oude) opschortingsregeling: de bevoegdheid om leges in te vorderen wordt opgeschort tot het tijdstip waarop het bestemmingsplan of de beheersverordening is vastgesteld overeenkomstig het reconstructieplan. Dat moet binnen één jaar gebeuren. De invorderingsbevoegdheid vervalt indien het bestemmingsplan dan wel de beheersverordening niet binnen zes maanden na het verstrijken van die jaartermijn is vastgesteld (artikel 3.9a CHW; nieuw artikel 27a Reconstructiewet concentratiegebieden). Zekerheidsstelling Als voor de versnelde uitvoering van lokale en (boven)regionale projecten met nationale betekenis (afdeling 7 CHW) de gemeenteraad een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 Wro neemt, kan hij daaraan het voorschrift verbinden dat financiële zekerheid wordt gesteld voor het betalen van de verschuldigde leges voor de gemeentelijke dienstverlening die verband houdt met het projectbesluit (artikel 2.23 CHW). In het voorschrift wordt het bedrag aangegeven waarvoor de zekerheid in stand moet worden gehouden. Ook kan het voorschrift inhouden dat hiervoor een verzekering wordt gesloten en in stand gehouden Omgevingsvergunning van rechtswege (Lex silencio positivo) Voor het beslissen op de aanvraag om een omgevingsvergunning gelden beslistermijnen. De Wabo kent twee voorbereidingsprocedures: de reguliere (paragraaf 3.2 Wabo) en de uitgebreide (paragraaf 3.3 Wabo). Op de uitgebreide procedure is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Artikel 3.10 van de Wabo geeft aan in welke gevallen deze procedure van toepassing is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij buitenplanse en tijdelijke afwijkingen van het bestemmingsplan. Meestal zal de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing zijn. Alleen bij de reguliere procedure kan sprake zijn van een omgevingsvergunning van rechtswege als de beslistermijn ongebruikt is verstreken. Om onomkeerbare gevolgen te voorkomen en ter bescherming van belangen van derden is de regeling met diverse waarborgen omkleed. Een belangrijke waarborg is dat gedurende de bezwaartermijn van zes weken, van de vergunning nog geen gebruik kan worden gemaakt. Indien er bezwaar is ingesteld mag pas van de vergunning gebruik worden gemaakt nadat op het bezwaar is beslist. Dit is geregeld in artikel 6.1, vierde lid, van de Wabo. De vraag komt dan op of desondanks leges kunnen worden geheven. Aan deze vraag is bij de herziening van de Woningwet (1992) aandacht besteed. De bewindslieden van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) hebben in dat verband opgemerkt dat legesheffing niet in de rede ligt indien sprake is van werkelijk stilzitten van een gemeente. Legesheffing zou dan in strijd zijn met behoorlijk bestuur (Kamerstukken II 1988/89, 20066, nr. 9, p. 30). Dit betekent naar onze mening echter niet dat legesheffing achterwege moet blijven als een omgevingsvergunning van rechtswege wordt verleend. De leges zijn immers (al) verschuldigd voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning. Als een omgevingsvergunning van rechtswege wordt verleend en de 13
14 gemeente aannemelijk maakt dat de aanvraag in behandeling is genomen, kunnen leges worden geheven (vergelijk Hof Arnhem 1 februari 2002, nr. 01/00943, LJN: AD9872). Wel kan het redelijk zijn om een teruggaaf te verlenen indien bepaalde werkzaamheden niet zijn uitgevoerd (vergelijk Hof Arnhem 8 november 2001, nr. 99/1821, LJN: AD6167, Belastingblad 2002/ 552). Indien de legesverordening niet in een teruggaafbepaling voorziet, kan in voorkomend geval ook de hardheidsclausule worden toegepast Legesvrijstelling voor milieu-inrichtingen en mijnbouwwerken (ar. 2.9, lid 1, Wabo) In artikel 2.9, eerste lid, van de Wabo staat de vrijstelling van leges voor aanvragen om omgevingsvergunningen voor activiteiten met betrekking tot milieu-inrichtingen en mijnbouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo. Wij hebben deze vrijstelling opgenomen in artikel 4, onderdeel b, van de verordening. Zie de toelichting op dat artikelonderdeel Geen wettelijke vrijstelling meer voor toegelaten instellingen Er geldt geen wettelijke legesvrijstelling meer voor toegelaten instellingen voor zowel sociale woningbouw als ingrijpende voorzieningen aan sociale huurwoningen. De artikelen die deze vrijstelling regelden, zijn vervallen: artikel 88 van de Woningwet dat de vrijstelling bevatte, is met ingang van 13 juni 2008 vervallen (Stb. 2008, 197) en de uitwerking van de vrijstelling in artikel 34 Besluit woninggebonden subsidies 1995 al eerder, namelijk met ingang van 27 december 2005 (Stb. 2005, 498). Daarmee was het vervallen van de legesvrijstelling voor toegelaten instellingen wettelijk geregeld. Er was naar de mening van de regering niet langer reden om woningcorporaties wat betreft de leges in een gunstiger positie te plaatsen dan andere partijen op de woningmarkt. Wij zijn van mening dat de legesvrijstelling al sinds 1 januari 1998 niet meer geldt als gevolg van een wijziging van de Woningwet per die datum. Enkele gemeenten zijn nog verwikkeld in een juridische procedure over de legesvrijstelling voor toegelaten instellingen. Gemeenten nemen daarbij het standpunt van de VNG in. De uitkomsten van die procedures zijn nog van belang voor aanvragen voor bouw- en sloopvergunningen die zijn ingediend vóór 27 december Ook moet de eventueel al opgelegde aanslag of nota nog niet onherroepelijk vaststaan Planschade Sinds 1 september 2005 kunnen gemeenten een vergoeding (recht) vragen voor een aanvraag om planschadevergoeding (Stb. 2005, 305). Zie hiervoor Lbr. 05/55 Planschade nieuwe stijl (7 juni 2005). De huidige regeling staat in artikel 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening. Hoewel de wetgever spreekt van het heffen van een recht, is dit niet een recht in de zin van artikel 229 Gemeentewet. Dit is in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad van 13 augustus 2004, nr , LJN: AI0408. De Hoge Raad heeft daarin beslist dat legesheffing voor planschadeverzoeken niet mogelijk is, aangezien geen sprake van het verlenen van een dienst in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet. In de wettelijke regeling is een vast bedrag opgenomen van 300,--. In een gemeentelijke verordening (let op: geen legesverordening) kan dit bedrag naar boven of beneden worden aangepast tot ten hoogste 500,-- of 100,--. 14
15 2. TOELICHTING OP DE VERORDENING De toelichting in dit hoofdstuk beperkt zich tot die artikelen die wijzigen ten opzichte van de Legesverordening 2010 zoals die sinds 1 januari 2010 van kracht is. We nemen niet alle voorstellen uit het VNG model over omdat dit nog dateert van voor de inwerkingtreding van de EDR. Daarnaast was ten tijde van het modelvng nog niet duidelijk wanneer de Wabo in werking zou treden. Dat is nu wel het geval. Artikel 4 Vrijstelling Onderdeel 7 wordt toegevoegd: Diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Toelichting Het onderdeel heeft betrekking op het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een (milieu-)inrichting of mijnbouwwerk (artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hiervoor kunnen geen leges worden geheven op grond van artikel 2.9, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dat luidt: 1. Voor zover aanvragen tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning betrekking hebben op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, worden geen rechten geheven. Dit is dus een wettelijke vrijstelling, die wij voor een goed begrip opnemen in de legesverordening. Deze vrijstelling geldt ook als de gemeente deze niet opneemt in de legesverordening. Het is van belang, omdat de gemeente de kosten die met de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor deze milieuactiviteiten gepaard gaan, niet langs een omweg kan verhalen via de leges voor bijvoorbeeld een bouw- of aanlegactiviteit. Een nauwkeurige, controleerbaar vastgelegde kostentoerekening is dus noodzakelijk. Zoals bekend zijn de milieuleges met ingang van 1 januari 1998 wettelijk onmogelijk geworden (artikel 15.34a Wet milieubeheer en artikel 86a Wet bodembescherming). Dat is in de Wabo dus doorgetrokken. Gemeenten zijn/worden gecompenseerd via het gemeentefonds. Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven Onderdeel 1 wordt gewijzigd: De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde; Onderdeel 5 wordt toegevoegd: Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. 15
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / B.W.M. Nijboer GBT El. 2 e Wijziging legesverordening i.v.m. invoering Wabo.
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 10G200673 357074 / 357074 ONDERWERP B.W.M. Nijboer GBT El 2 e Wijziging legesverordening i.v.m. invoering Wabo. AGENDANUMMER
Nadere informatieDe leidraad berekening leges omgevingsvergunning
Openbaar Bestuur en Democratie Cluster Bestuurlijke en Financiële Verhoudingen Contactpersoon Ron Stam T 426.7650 Leidraad legestarieven Wabo Ons Kenmerk 2010-0000265415 De leidraad berekening leges omgevingsvergunning
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2016, registratienummer 16bb7175; raadsstuk 16bb8668;
Verordening leges omgevingsvergunning 2017 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 september 2016, registratienummer 16bb7175; raadsstuk
Nadere informatieLegesverordening 2011 TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2011 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DEZE VERORDENING
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE LEGESVERORDENING 2011 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1 VAN DEZE VERORDENING 1 Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen,
Nadere informatieGelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014, met kenmerk AP020, raadsstuk 14bb4458;
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 76465 17 december 2014 Verordening leges omgevingsvergunning 2015 De raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van het college van
Nadere informatieWijziging tarieventabel leges
Wijziging tarieventabel leges Tarieventabel, behorende bij de Eerste Wijziging Legesverordening 2010 (Aan de bij de Legesverordening 2010 behorende tarieventabel wordt onderstaande titel 2 toegevoegd)
Nadere informatieVoorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Legesverordening omgevingsvergunning 2013.
Datum 4 oktober 2016 Registratienummer RIS295193 Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Legesverordening omgevingsvergunning 2013. Toelichting Voor het college
Nadere informatiegelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2014, met kenmerk APO20, raadsstuk 13GR2612R;
Verordening leges omgevingsvergunning 2014 De raad van de gemeente Rotterdam, gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2014, met kenmerk APO20, raadsstuk 13GR2612R;
Nadere informatieSpui DJ Den Haag Den Haag. Datum 27 september Registratienummer PBS/ RIS297941
Datum 27 september 2017 Registratienummer RIS297941 Voorstel van het college tot vaststelling van de Verordening tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot
Nadere informatieMinima Het college merkt op, dat een en ander geen consequenties heeft voor de financiële positie van de minima.
Gemeente Den Haag rv 126 Dienst Publiekszaken PBS/2015.184 RIS 286867_151027 Voorstel van het college inzake wijziging van de verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening
Nadere informatieVoorstel van het college inzake de wijziging Legesverordening omgevingsvergunning 2013.
rv 137 Dienst Publiekszaken PBS/2014.208 RIS 278527_141209 Gemeente Den Haag Voorstel van het college inzake de wijziging Legesverordening omgevingsvergunning 2013. Tarieven Voor het college is het uitgangspunt,
Nadere informatieFinanciële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde wijzigingen geen meer- of minderopbrengst voortvloeien.
rv 86 Gemeentelijke Belastingdienst nr. 0008140 RIS 73637_000330 Den Haag, 24 maart 2000 Aan de gemeenteraad Wijziging Legesverordening. De inwerkingtreding van de herziene Wet op de Ruimtelijke Ordening
Nadere informatieTarieventabel, behorende bij de Legesverordening Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Tarieventabel leges Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2011 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen
Nadere informatieMinima Het college merkt op, dat een en ander geen consequenties heeft voor de financiële positie van de minima.
rv 143 Dienst Publiekszaken PBS/2013.199 RIS 265775_131029 Gemeente Den Haag Voorstel van het college inzake vaststellen Verordening op de heffing en invordering van leges met betrekking tot de dienstverlening
Nadere informatieWettelijke grondslag voor raadsbevoegdheid: Artikel 229 van de Gemeentewet. Aan de Raad
Monnickendam, 9 november 2010 Nummer: 152 Portefeuillehouder: De heer Tj. Hoekstra Contactpersoon: De heer F. Schreutelkamp Wettelijke grondslag voor raadsbevoegdheid: Artikel 229 van de Gemeentewet Onderwerp
Nadere informatiegezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010; eerste wijziging van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010.
De raad van de gemeente Drimmelen; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 mei 2010; gelet op 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet ; B e s l u i t : vast te stellen de: eerste
Nadere informatieRaadsvoorstel. Onderwerp Belastingtarieven 2015: legesverordening
Raadsvoorstel Agendapunt: Onderwerp Belastingtarieven 2015: legesverordening Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 3 september 2014 4 november 2014 Tarieventabel 2015 Aan de gemeenteraad,
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2015, registratienummer
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 130981 31 december 2015 Verordening leges omgevingsvergunning 2016 De raad van de gemeente Rotterdam, gelezen het voorstel van het college van
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK
HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK 2.2.1 Vooroverleg 2.2.1.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg wanneer het een plan betreft dat valt
Nadere informatieLeges dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Leges dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: 2.1.1.2
Nadere informatieWijzigingsverordening tot 10 e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2000
D E RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 augustus 2008; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; b e s
Nadere informatieRaadsvergadering : 21 juni 2010 Agendanr. 16. Beslispunt De "Legesverordening Stadskanaal 2010" en de daarbij behorende tarieventabel wijzigen.
Raadsvergadering : 21 juni 2010 Agendanr. 16 Voorstelnr. : R 6775 Onderwerp : Legesverordening Stadskanaal 2010 Stadskanaal, 4 juni 2010 Beslispunt De "Legesverordening Stadskanaal 2010" en de daarbij
Nadere informatieLegesverordening waterschap Scheldestromen gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 5 november 2014, kenmerk ;
CVDR Officiële uitgave van Waterschap Scheldestromen. Nr. CVDR367919_1 23 mei 2017 Legesverordening waterschap Scheldestromen 2015 De algemene vergadering van waterschap Scheldestromen; gezien het voorstel
Nadere informatieBrief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 19 januari 2018 U Lbr. 18/001 (070)
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 19 januari 2018 Ons kenmerk TFI/U201800028 Lbr. 18/001 Telefoon (070) 373 8393 Bijlage(n) 3 Onderwerp Wijzigingen modelverordeningen gemeentelijke
Nadere informatieONDERZOEK KOSTENDEKKENDHEID LEGES 2017
ONDERZOEK KOSTENDEKKENDHEID LEGES 2017 Inhoud Inleiding... 3 1. Belang vaststellen kostendekkendheid... 4 1.1 Kostprijsberekening methode... 5 1.2 Kruissubsidiëring... 6 1.3 Uitvoering onderzoek... 6 1.4
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van leges 2012
CVDR Officiële uitgave van Hulst. Nr. CVDR130688_4 15 maart 2016 Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012 De raad van de gemeente Hulst; gelezen het voorstel van het college van burgemeester
Nadere informatieSamenvatting: Voorgesteld wordt de Legesverordening met de bijbehorende tarieventabel vast te stellen
Raadsvoorstel Nummer: 159479 Behandeld door: A. van de Kamp Agendapunt: 14 22 november 2016 Onderwerp: Vaststellen legesverordening 2017 met bijbehorende legestabel. Geachte raad, Samenvatting: Voorgesteld
Nadere informatieverseonnr 152489 tarief 2016
verseonnr 152489 Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1
Nadere informatieProvinciale S. vincie Zeeland. RMW-167 Agenda nr: Vergadering GS: 11 mei 2010 Nr: M. Wiersma
Provinciale S vincie Zeeland Gedeputeerde belast met behandeling: Onderwerp: M. Wiersma Toelichting: Wijzigen legesverordening Provincie Zeeland in verband met inwerking treden Wabo per 1 juli 2010 Vergadering
Nadere informatieVergadering: 22 december 2016 Agendapunt: tarieven Tarieventabel Tarieventabel, behorende bij de legesverordening 2017
Tarieventabel 01-01--1 Tarieventabel, behorende bij de legesverordening Indeling tabel Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Nadere informatieGelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2010, nr b2; BESLUIT:
De raad van de gemeente Midden-Delfland; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 juni 2010, nr. 2010-07- 12b2; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel
Nadere informatieGEMEENTE HOOGEVEEN Raadsvoorstel
Onderwerp : Wijziging legesverordening m.b.t. legesheffing planologische procedures Nr.: 04/3A Commissie (naam en datum) : Omgeving, 19 januari 2004 Datum raadsvergadering : 29 januari 2004 Samenvatting
Nadere informatieTarieventabel leges Haarlemmermeer 2019
TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING/OMGEVINGSVERGUNNING HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1 Opgaaf van aanneemsom: De
Nadere informatieRaadsvergadering van 14 december 2010 Agendapunt 11
Raadsvergadering van 14 december 2010 Agendapunt 11 Onderwerp: Legesverordening en vaststelling, c.q. bijstelling tarieven onroerende zaakbelastingen en forensenbelasting 2011 Schiermonnikoog 2 december
Nadere informatieHOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK
HOOFDSTUK 2 VOOROVERLEG OF GLOBAAL HAALBAARHEIDSONDERZOEK 2.2.1 Vooroverleg 2.2.1.1 vooroverleg wanneer het een plan betreft dat valt in de reguliere procedure: 204,50 2.2.1.2 vooroverleg wanneer het een
Nadere informatieInleiding: Om in 2010 de belastingheffing mogelijk te maken voor de gewijzigde tarieven dienen de verordeningen vastgesteld te worden.
RAADSVOORSTEL status: A Agendapunt: 11 Onderwerp: Verordeninjg OZB 2010, 2e wijziging legesverordening 2009, Legesverordening 2010. Commissie: 7-12-2009, nr. 14 Raadsvoorstel: 17-11-2009, nr. 196 Portefeuillehouder
Nadere informatieBelastingplichtig is de aanvrager van de vergunning of ontheffing of degene voor wie de vergunning of ontheffing is aangevraagd.
LEGESVERORDENING DELFLAND 2013 Bijlage: Legesverordening Delfland 2013 Artikel 1 Leges en belastbaar feit Onder de naam leges worden rechten geheven voor het door het Hoogheemraadschap van Delfland in
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;
LEGESVERORDENING 2017 De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november ; Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede
Nadere informatieIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en naam : Verordening tot
Nadere informatieRaadsvoorstel Reg. nr : 0910655 Ag nr. : Datum : 15-12-09
Ag nr. : Onderwerp Tariefaanpassingen en overige wijzigingen van de verordeningen/besluiten betreffende de belastingen en rechten voor het jaar 2010 (aanvulling). Voorstel Door vaststelling van de verordeningen/besluiten,
Nadere informatieNIEUWE Legesverordening 2014
NIEUWE Legesverordening 2014 Rode tekst = vervallen of fout, Oranje tekst = afwijkend in huidige verordening/anders geformuleerd, Zwarte tekst = tekst gelijk gebleven, Gele arcering = specificaties invoegen,
Nadere informatieLegesverordening omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013
Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering December 2012 Nummer 6535 Onderwerp Vaststelling van de Legesverordening Omgevingsrecht Provincie Zuid-Holland 2013 1 Ontwerpbesluit
Nadere informatieVerordening op de heffing en invordering van leges 2019
Verordening op de heffing en invordering van leges 2019 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018; gelet op de artikelen 156,
Nadere informatieTARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE 10e WIJZIGING OP DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2002
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE 10e WIJZIGING OP DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES 2002 2008 Hoofdstuk 5 Bouwgerelateerde leges 5.1 Algemeen De bouwgerelateerde leges worden zoveel mogelijk
Nadere informatieLEGESOPDRACHT Deel I (transparant systeem)
NOTA LEGESOPDRACHT Deel I (transparant systeem) 1. Inleiding De legesverordening voorziet een groot aantal producten en diensten die op verzoek van burgers en bedrijven geleverd worden. De kosten worden
Nadere informatieAdviesnota aan gemeenteraad
Onderwerp Leges Wet natuurbescherming Datum 13 februari 2017 Naam steller Noud Arts Kenmerk -- Teammanager Hank Velthuis Team Kwaliteit Voorstel 1. In te stemmen met onderstaande wijziging in legesverordening
Nadere informatieLeges omgevingsvergunningen 2018
Leges omgevingsvergunningen 2018 Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 2.2.1 om beoordeling van een schetsplan in verband
Nadere informatieWas : Legesverordening omgevingsdiensten Provincie Zuid-Holland 2010 Wordt : Legesverordening omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2012
Memo Contact E.R. van Eijnsbergen T 6734 er.van.eijnsbergen@pzh.nl Datum 10 november 2011 Aan Provinciale Staten Kopie aan Onderwerp Was / Wordt tabel WABO Legesverordening Was : Wordt tabel Was : Legesverordening
Nadere informatieArtikelsgewijze toelichting op de Verordening leges 2015 vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2015
Artikelsgewijze toelichting op de Verordening leges 2015 vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2015 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van een aantal
Nadere informatieTitel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de
Nadere informatieTitel 2 Fysieke omgeving
Titel 2 Fysieke omgeving Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: 2.1.1.2 bouwkosten: 2.1.1.3 sloopkosten: de aannemingssom
Nadere informatieBehoort bij raadsvoorstel 366i (titel: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017)
INTEGRALE VERORDENING Behoort bij raadsvoorstel 366i (titel: Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017) De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; gelezen het voorstel van het college
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD. Wijziging Legesverordening provincie Flevoland 2016
PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Flevoland. Nr. 6705 16 december 2016 Wijziging Legesverordening provincie Flevoland 2016 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig het bepaalde
Nadere informatieb e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.
Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:
Nadere informatie5.1 Algemeen. 5.2 Bouwvergunningen
Hoofdstuk 5 Bouwgerelateerde leges 5.1 Algemeen De bouwgerelateerde leges worden waar mogelijk geheven in overeenstemming met het zogenaamde Model transparantie bouwgerelateerde leges. Het model heeft
Nadere informatieRIS121988_13-DEC-2004
Gemeente Den Haag rv 229 Gemeentelijke Belastingdienst GBD/2004.24467 RIS 121988_ 041210 RIS121988_13-DEC-2004 Den Haag, 16 november 2004 Aan de gemeenteraad Wijziging Legesverordening 1998. In het raadsvoorstel
Nadere informatieTransponeringstabel, behorende bij 2 e wijziging legesverordening Titel 2 Vergunningen, ontheffingen en meldingen
Transponeringstabel, behorende bij 2 e wijziging legesverordening 2010 De 2 e wijziging gaat uitsluitend over tekstuele aanpassingen in Titel 2 in het kader van de inwerkingtredning van de Wet algemene
Nadere informatieBetreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO)
Betreft : RAADSVOORSTEL - wijzigingsverordening APV (WA- BO) Datum voorstel : 30 augustus 2010 Raadsvergadering d.d. : 5 oktober 2010 Volgnummer : 2010R0044, agendanummer 8 Taakveld : VROM Portefeuillehouder
Nadere informatieTijdelijke tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.
1 Tijdelijke tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010. Tarieventabel op grond van het bepaalde in artikel 12, lid 3b van de Legesverordening 2010, vastgesteld in de raadsvergadering van 15
Nadere informatieBESLUIT: vast te stellen de navolgende VERORDENING BETREFFENDE DE 1 E WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES.
De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nr. 10- ; BESLUIT: vast te stellen de navolgende VERORDENING BETREFFENDE DE 1 E WIJZIGING VAN DE VERORDENING
Nadere informatieLegesverordening Wetterskip Fryslân
Legesverordening Wetterskip Fryslân Aard van de heffing en belastbaar feit Artikel 1 Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het in behandeling nemen van een aan vraag tot het door het
Nadere informatieSamenvatting Intrekken legesverordening 2011en vaststellen legesverordening 2011 versie mei 2011
Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer Programma Cluster Portefeuillehouder: Informatie bij E-mail/tel.nr. 2011/17021 Bestuur dhr. R.G.deVries M.J. Lokhorst -vanessen
Nadere informatieRaadsvoorstel *BR *
Raadsvoorstel Datum Raad Portefeuillehouder 18 december 2014 Albert Abee Datum Commissie Commissie Algemeen Bestuur 3-12-2014 Registratienummer BR1400350 Preventief toezicht van toepassing Nee N.a.v. B&W-voorstel
Nadere informatieH. van Heugten raad juli 2010
H. van Heugten 599 hhe@valkenswaard.nl Delegatiebesluit 10raad00495 29 juli 2010 - De (raads-)bevoegdheid tot het nemen/weigeren van een projectbesluit ex. artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening
Nadere informatieRoger Vermeulen, projectleider Wabo. Wabo procedures
Roger Vermeulen, projectleider Wabo Wabo procedures 1 Doel: Kennis overdragen Wabo Wat verandert er voor de medewerkers Waar moet je rekening mee houden. 2 Het gaat om een project of activiteit met plaatsgebonden
Nadere informatieTitel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1. aanlegkosten: 2.1.1.2.
Nadere informatieVerhalen van kosten van bezwaar en beroep via legestarieven
Verhalen van kosten van bezwaar en beroep via legestarieven ERASMUS STUDIECENTRUM VOOR BELASTINGEN VAN LOKALE OVERHEDEN Rotterdam, maart 2009 mr. A.P. Monsma ESBL Postbus 1738 Burg. Oudlaan 50 Kamer L4-012
Nadere informatieBijlage: nog te hanteren tarieven uit Legesverordening 2009 tot aan inwerkingtreding Wabo.
Bijlage: nog te hanteren tarieven uit Legesverordening 2009 tot aan inwerkingtreding Wabo. Hoofdstuk 8 Bouwen en wonen 8.1 Begripsbepaling en vaststelling Bouwkosten 8.1.1 Onder bouwkosten wordt in dit
Nadere informatie2.3.1 Bouwactiviteiten. Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit
TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: 2.1.1.1 aanlegkosten: de
Nadere informatie8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning
8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning
Nadere informatie1822 Project Kloosterpark M.C.J. Antonis
V GEMEENTE VALKENSWAARD de Hofnar 15 Postbus 10100 5550 GA Valkenswaard T (040) 208 34 44 F (040) 204 58 90 gemeente@valkenswaard.nl www.valkenswaard.nl Valkenswaard Lokaal De heer F. Emmerik Kenmerk Onderwerp
Nadere informatieVerordening op de heffing en de invordering van leges 2017
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017 Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Brummen Officiële naam regeling Verordening op de heffing en de invordering van leges Citeertitel
Nadere informatieAfdeling: Gemeentewinkel Leiderdorp, 5-11-2013 Onderwerp: Actualisering legesverordening + tarieventabel 2014
Pagina 1 van 6 Versie Nr. 1 Afdeling: Gemeentewinkel Leiderdorp, 5-11-2013 Onderwerp: Actualisering legesverordening + tarieventabel 2014 Aan de raad. Beslispunten De geactualiseerde Legesverordening 2014
Nadere informatieOns voorstel is om de legestarieven dusdanig te verhogen dat extra inkomsten kunnen worden gegenereerd voor een bedrag van ,-.
Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 16 december 2013 Agenda nr: 8 Onderwerp: Aanpassingen legesverordening. Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel Het tot stand brengen
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:9569
ECLI:NL:RBROT:2016:9569 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 13-12-2016 Datum publicatie 15-12-2016 Zaaknummer ROT 16/3297 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieOMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD
VOORBLAD Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 6 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van 2 'te koop' borden. De aanvraag gaat over diverse locaties
Nadere informatieDienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Titel 2 Hoofdstuk 1 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning Begripsomschrijvingen Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen 2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan
Nadere informatie1. Raadsbesluit 1. Voorstel legestarieven 2011 Ambtelijke coördinatie: m.b.t. omgevingsvergunning Grondgebied. 2. Huidige tarieven m.b.t.
Aan de Raad Made, 30 november 2010 Agendapuntnummer: Raadsvergadering: 16 december 2010 Registratienummer: Casenr: Onderwerp: Aanpassen legestarieven omgevingsvergunning Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter
Nadere informatieBekendmaking Legesverordening waterschap Brabantse Delta
WATERSCHAPSBLAD Officiële uitgave van Waterschap Brabantse Delta. Nr. 3952 24 juni 2014 Bekendmaking Legesverordening waterschap Brabantse Delta Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta
Nadere informatieRAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:
RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: Onderwerp: Aanpassen verordeningen in verband met inwerkintreding Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Nadere informatieTarieventabel, behorende bij de eerste wijziging van de Legesverordening Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Tarieventabel leges Tarieventabel, behorende bij de eerste wijziging van de Legesverordening 2010. Indeling tarieventabel Titel 2 Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
Nadere informatie19 maart 2012 13 2012/14 n.v.t. wethouder C.M.A. (Cor) van den Berg
Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Voorstelnummer Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 19 maart 2012 13 2012/14 n.v.t. wethouder C.M.A. (Cor) van den Berg
Nadere informatieb e s l u i t : vast te stellen de eerste wijziging van de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2012 :
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 15 mei ; gezien het voorstel van het college van 3 april gezien het memorandum naar aanleiding van de informatievergadering gelet op Artikel
Nadere informatieParagraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning
Tarieventabel behorende bij de verordening Leges omgevingsvergunning 2017 1 Bebouwde omgeving: Omgevingsvergunning Paragraaf 1: Begripsomschrijvingen 1.1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007, nummer 2007/117;
Raadsbesluit Steenwijk, 18 december 2007 Nummer: 2007/117d De raad van de gemeente Steenwijkerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2007, nummer 2007/117; gelet op artikel
Nadere informatieLegesverordening omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013
Legesverordening omgevingsrecht provincie Zuid-Holland 2013 Besiuit van Provinciale Staten van Zuid-Holland van 12 december 2012, registratienummer PZH-2012-355158309, tot vaststelling van de Legesverordening
Nadere informatieTitel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Tarieventabel, behorende bij Legesverordening 2018 Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling
Nadere informatieAGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders
AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Onderwerp: Wabo: harmonisatie gemeentelijke regelgeving Nummer: Datum vergadering: 10-08-2010 Conceptbesluit: Het voorstel is: 1) vaststellen gewijzigde mandaatregeling
Nadere informatiePROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND
Nummer 45 van 2010 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Wijziging legesverordening Provincie Zeeland 2007 en Grondwaterheffingsverordening Provincie Zeeland 1999 Besluit De staten der provincie Zeeland, gelezen
Nadere informatieKostentoerekeningsonderzoek Van den Bosch & partners Gemeente Veendam. Reinigingsheffingen Rioolheffing Leges Begraafrechten (quick scan)
Kostentoerekeningsonderzoek Van den Bosch & partners Gemeente Veendam Reinigingsheffingen Rioolheffing Leges Begraafrechten (quick scan) Van den Bosch & partners 5 december 2012 1 Toelichting op het kostentoerekeningsonderzoek
Nadere informatieHoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning 2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende
Nadere informatieGemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4
Gemeenteblad van Zaltbommel 2010 Nr. 3.4 verordening tot tweede wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 Status In werking Algemene informatie Met deze verordening wordt de Algemene Plaatselijke
Nadere informatieWABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING
WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING Dat het vaststellen van overgangsrecht bij nieuwe wet- en regelgeving niet altijd een gemakkelijke opgave is, bleek al met de invoering van de nieuwe Wet
Nadere informatieProvinciaal Blad. Ie wijziging legesverordening 2016 provincie Flevoland
2016-70 Nummer 1978143 Ie wijziging legesverordening 2016 provincie Flevoland Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 Provinciewet bekend dat Provinciale Staten
Nadere informatieWABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING
WABO EN DE NIEUWE WET RUIMTELIJKE ORDENING LEESWIJZER Voor u ligt de notitie van de provincie Fryslân. In deze notitie wordt beschreven hoe de provinciale Wro-taak eruit komt te zien onder de Wabo. Ook
Nadere informatieVerordening Leges Omgevingsvergunning 2016 gemeente Utrecht
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Utrecht (Utr). Nr. 110339 24 november 2015 Verordening Leges Omgevingsvergunning 2016 gemeente Utrecht (raadsbesluit van 12 november 2015) Verordening van Utrecht
Nadere informatie[aanvrager] Geachte [aanvrager],
[aanvrager] uw kenmerk: verzonden op: 1 februari 2013 ons kenmerk: 2012-015575 Lochem, 1 februari 2013 onderwerp: omgevingsvergunning 1 e fase behandeld door: G. Ekkel telefoonnummer: (0573) 28 92 22 Geachte
Nadere informatieVoorstel aan de raad. Beoogd effect
Verantwoordelijk team Financiën Nummer Kenmerk Raad d.d. 133009 17 december 2014 Paragraaf begroting n.v.t. Portefeuillehouder E. Heinrich Steller R. van Lit Datum 25 november 2014 Geadviseerd besluit
Nadere informatie288,- bouwactiviteit wordt niet in uitvoering gebracht door weigering:
dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. 2.1.4 Gecertificeerde Bouwbesluitgegevens: Met gecertificeerde Bouwbesluitgegevens wordt een volledige Bouwbesluittoets bedoeld die is ingediend
Nadere informatieBijlage 12 Toelichting aanpassing OZB-tarieven 2012 Bijlage 13 Kostendekkendheid legesverordening, marktgelden en grafrechten 2012
Voorstel aan : Gemeenteraad van 19 december 2011 Door tussenkomst van : Raadscommissie van 6 december 2011 Nummer : Onderwerp : Wijziging Belastingverordeningen voor 2012 Bijlage(n) : Bijlage 1 t/m 11
Nadere informatie