RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer:

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 473 Zaaknummer: Onderwerp: Aanpassen verordeningen in verband met inwerkintreding Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Voorstel Aanpassen van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 (APV) en Bomenverordening 2009 aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Samenvatting Als de Wabo in werking treedt, moeten alle lijke verordeningen aangepast zijn, waarin toestemmingstelsels zijn opgenomen die in de omgevingsvergunning integreren. De bepalingen in deze verordeningen die hetzelfde object en motief hebben als de Wabo zullen na inwerkingtreding van deze wet van rechtswege vervallen. Aanleiding De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) introduceert de omgevingsvergunning die in de plaats komt van een reeks meer of minder bekende vergunningen, ontheffingen of toestemmingen, zoals bijvoorbeeld de bouwvergunning, de milieuvergunning, de sloopvergunning, de kapvergunning etc. De Invoeringswet Wabo is op 23 maart aangenomen in de Eerste Kamer. Daarmee is de laatste stap in het wettelijk traject afgerond. De datum voor inwerkingtreding van de Wet staat op 1 juli 2010, op voorwaarde dat op dat moment de ICT (Omgevingsloket online) voldoende functioneert. Hierover nemen VROM, IPO en VNG in mei gezamenlijk een besluit. De laatste regelgeving rond de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is op 1 april 2010 gepubliceerd in het Staatsblad en de Staatscourant. Het gaat hier om: de Invoeringswet Wabo, het Invoeringsbesluit, het Besluit Omgevingsrecht (Bor), waarin de regels rondom vergunningvrij bouwen zijn opgenomen, en de Regeling omgevingsrecht (Mor). Formeel kan de Wabo hierdoor per 1 juli a.s. in werking treden. De minister dient een Koninklijk Besluit te nemen waarbij de invoeringsdatum Wabo nader wordt bepaald. De Wabo regelt dat een aantal toestemmingstelsels op grond van lijke verordeningen met betrekking tot het realiseren van een fysiek project procedureel wordt geïntegreerd in de omgevingsvergunning. De wet maakt onderscheid tussen verplicht integrerende toestemmingstelsels en vrijwillig integrerende toestemmingstelsels. De verplicht integrerende toestemmingstelsels die zijn opgenomen in onze verordeningen moeten worden aangepast aan de Wabo. Dat zijn voor onze de navolgende verordeningen: APV: vergunning voor aanleggen en veranderen van een weg, vergunning voor het aanleggen van een in- of uitrit; Gemeentelijke Monumentenverordening: lijke monumentenvergunning; Bouwverordening: sloopvergunning en de ontheffing van voorschriften bouwverordening; Bomenverordening: vergunning voor het vellen van houtopstanden Legesverordening. Aanpassen verordeningen Wabo 1/7

2 De wetgever heeft geen specifiek overgangsrecht opgenomen voor lijke verordeningen. Als de Wabo in werking treedt, moeten alle lijke verordeningen aangepast zijn, waarin toestemmingstelsels zijn opgenomen die in de omgevingsvergunning integreren. De bepalingen in deze verordeningen die hetzelfde object en motief hebben als de Wabo zullen na inwerkingtreding van deze wet van rechtswege vervallen. In dit voorstel informeren wij u verder over de noodzakelijke aanpassing van de verordeningen aan de Wabo. De wijzigingen worden vervolgens verwerkt in de bestaande verordeningen, waarna u uiteindelijk complete nieuwe verordeningen vaststelt. Argumenten Wanneer onderwerpen uit lijke verordeningen op rijksniveau worden geregeld vervallen de bestaande bepalingen in lijke verordeningen van rechtswege (artikel 122 Gemeentewet). Het moet dan gaan om een regeling die ziet op dezelfde gedragingen of objecten en hetzelfde motief heeft. In de modelmonumentenverordening en model-apv vervallen dientengevolge bepalingen die betrekking hebben op indieningsvereisten, aanvraagformulieren, beslistermijnen, voorbereidingsprocedures, afwijkende inwerkingtreding van vergunning/ontheffing en strafbaarstelling. Daarnaast is in de betreffende modelverordeningen het begrip bevoegd gezag als bedoeld in de Wabo gedefinieerd en daar waar het procedurevoorschriften voor de omgevingsvergunning betreft overal burgemeester en wethouders vervangen door het begrip bevoegd gezag. Dit is noodzakelijk, omdat in een beperkt aantal gevallen de bevoegdheid tot toestemmingverlening niet berust bij Burgemeester en wethouders, maar bij Gedeputeerde staten en in enkele gevallen bij een Minister. De inhoudelijke toetsingskaders die zijn opgenomen in de verplicht integrerende lijke toestemmingstelsels blijven bestaan. De Wabo verwijst voor de inhoudelijke normering en daarmee verbonden bevoegdheden nog steeds naar hetgeen bij verordening is geregeld, zoals de weigerings- en intrekkingsgronden, aanwijzing van adviseurs, schadevergoedingsregeling en toekenning van de bevoegdheid tot binnentreden voor toezichthouders. Model-Algemene Plaatselijke Verordening De aanpassing van de Model-APV aan de Wabo heeft voor ons alleen betrekking op de toestemming voor het aanleggen en veranderen van een weg en het aanleggen van een uit- of inrit. De overige in de Wabo bedoelde toestemmingsstelsels zijn niet meer opgenomen in onze APV. De wijzigingen hebben betrekking op de harmonisatie en stroomlijning van regels over vergunningverlening. Indien deze wijzigingen niet tijdig zijn vastgesteld, vervallen deze bepalingen van rechtswege voor zover deze betrekking hebben op de eerdergenoemde toestemmingstelsels. Voorgesteld wordt om de vergunningplicht voor het realiseren van een uitrit opnieuw in de APV op te nemen. De huidige APV gaat uit van een melding. Het college dient bij een melding voor het aanleggen of veranderen van een inrit binnen 4 weken te besluiten dat een uitrit niet wenselijk is. Ingevolge artikel 2.2 Wabo is een vergunning of ontheffing opgenomen in lijke verordening te beschouwen als een omgevingsvergunning. Een melding valt buiten de reikwijdte van de Wabo. Het verlenen van een uitrit aan een provinciale weg is nu een bevoegdheid van het College van gedeputeerde staten. Onder de Wabo wordt een aanvraag voor een uitrit aan de provinciale weg op grond van de provinciale verordening middels een omgevingsvergunning verleend door het bevoegde gezag. Het bevoegde gezag onder Wabo is in hoofdzaak het college van burgemeester en wethouders. Het is niet wenselijk dat een uitrit aan de provinciale weg onder de Wabo valt en een uitrit aan een niet-provinciale weg niet. Dit onderscheid kan ook niet opgenomen worden in de aanvraagmodule van het Omgevingsloket Online (OLO). Het OLO is het toegangsportaal voor burgers en bedrijven om een aanvraag omgevingsvergunning in te dienen maar ook via de vergunningencheck te controleren of de activiteit in de fysieke leefomgeving die men wil verrichten vergunningplichtig is. De lokale regelgeving zoals opgenomen in de APV en de Bomenverordening, dient in deze aanvraagmodule verwerkt te worden. Aanpassen verordeningen Wabo 2/7

3 Onderscheid tussen een provinciale en lijke uitrit is niet te maken. Om ongewenste situaties te voorkomen is in overleg met de afdeling Ruimtelijk Beheer de vergunningplicht voor een uitrit opgenomen in de APV. De uitrit is op grond van artikel 2.2 Wabo te beschouwen als een omgevingsvergunning. Het wijzigingsvoorstel voor de APV is opgenomen in de bijlagen. Gemeentelijke Monumentenverordening. (Ook wel Erfgoedverordening genaamd). De monumentenvergunning uit de lijke monumentenverordening integreert volledig in de omgevingsvergunning, omdat het om plaatsgebonden activiteiten gaat. In de praktijk is er vaak een samenloop met de verlening van een bouwvergunning of aanlegvergunning. De VNG heeft in 2009 een nieuw model monumentenverordening ontwikkeld. De huidige Monumentenverordening Montfoort dateert uit 2005 en dient vervangen te worden. Hiervoor wordt een apart raadsvoorstel opgesteld. Model-Bouwverordening De VNG heeft in zijn ledenbrief met kenmerk ECGR/U , Lbr. 10/045, de noodzaak aangegeven voor het aanpassen van de Model-bouwverordening 1992 aan de gevolgen van de Wabo. Deze ledenbrief bevat de 13 e serie wijzigingen. In raadsvoorstel 475 worden de wijzigingen doorgevoerd. Model-Legesverordening De aanpassing van deze verordening met de daarbij behorende tarieventabel wordt in een apart raadsvoorstel aan u aangeboden. Bomenverordening Montfoort 2009 De raad heeft op 21 september 2009 de Bomenverordening vastgesteld, de verordening is vanaf 11 november 2009 van kracht. De verordening dient geharmoniseerd te worden aan de voorschriften van de Wabo. Het wijzigingsvoorstel voor de Bomenverordening is opgenomen in de bijlagen Financiën Niet van toepassing Tijdpad / relatie met projectmatig werken Het aanpassen van de verordeningen aan de gevolgen van de Wabo maakt onderdeel uit van de implementatie van de Wabo in de lijke organisatie. Communicatie De verordeningen zullen worden gepubliceerd in de Zenderstreek en worden geplaatst op onze website. Bestuurlijke samenwerking Niet van toepassing. Burgemeester en wethouders, de heer F.J. Henseler secretaris de heer E.L. Jansen BA burgemeester Aanpassen verordeningen Wabo 3/7

4 Aanpassen verordeningen Wabo 4/7

5 In de openbare vergadering van heeft de raad besloten: Aanpassen van de Algemene Plaatselijke Verordening 2009 (APV) aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening De raad van de Montfoort; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. ; Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Besluit vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening: A. Aan artikel 1:1 wordt toegevoegd, onder vervanging van de punt na onderdeel h. door een puntkomma, onderdeel i. dat luidt: i. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. B. Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt de zinsnede na de dag waarop de aanvraag ontvangen is vervangen door: na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Toegevoegd wordt een derde lid, dat luidt: 3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:11. C. In het eerste lid van artikel 2:11 wordt de zinsnede zonder vergunning van het college vervangen door: zonder vergunning van het bevoegd gezag. D. Artikel 2:12 wordt vervangen door het oude vergunningsplichtige artikel uit de Algemene Plaatselijke Verordening Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden zonder vergunning van het college: a. een uitweg of uitrit te maken naar de weg; b. van de weg gebruik te maken voor het hebben van een uitweg of uitrit; c. verandering te brengen in een bestaande uitweg of uitrit naar de weg. 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. 3. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd: a. indien voor het betreffende perceel reeds een doelmatig te achten uitweg of uitrit aanwezig is; b. in het belang van: 1. de bruikbaarheid van de weg; 2. het veilig en doelmatig gebruik van de weg; 3. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving; 4. de bescherming van groenvoorzieningen in de. Aanpassen verordeningen Wabo 5/7

6 4. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement. E. Aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 2:11 die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening worden afgehandeld volgens het recht zoals dat gold vóór het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking is getreden. F. Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van. De griffier, De voorzitter, mevrouw drs. D.E. van der Kamp de heer E.L. Jansen BA Aanpassen verordeningen Wabo 6/7

7 In de openbare vergadering van heeft de raad besloten: Aanpassen van Bomenverordening 2009 aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Wijzigingsverordening Bomenverordening De raad van de Montfoort; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Besluit: Vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Bomenverordening: A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: In het vijftiende lid wordt de zin College; het college van burgemeester en wethouders van Montfoort vervangen door: bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. B. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd Het eerste lid komt geheel te vervallen en zal worden vervangen door: Aanvraag om een vergunning dient te voldoen aan artikel 2:8 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. C. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt de zinsnede na de dag waarop de aanvraag is ontvangen vervangen door: na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. In het tweede lid wordt de zin Het college kan de beslissing op een aanvraag om kapvergunning voor ten hoogste acht weken verdagen vervangen door: Het bevoegd gezag kan de beslissing op een aanvraag met ten hoogste zes weken verdagen. D. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd De zinsnede De vergunning vervalt wordt vervangen door: het bevoegd gezag kan de vergunning intrekken. E. Aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 3 die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening worden afgehandeld volgens het recht zoals dat gold voor het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking is getreden. F. Deze wijzigingsverordening zal worden verwerkt in de verordening met als citeertitel Bomenverordening, Montfoort 2010 en treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 juni 2010 De griffier, De voorzitter, mevrouw drs. D.E. van der Kamp de heer E.L. Jansen BA Aanpassen verordeningen Wabo 7/7