De fiscale behandeling van de trust

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De fiscale behandeling van de trust"

Transcriptie

1 De fiscale behandeling van de trust Naam: Arjen Keijbets Studentnummer: Instelling: Universiteit van Tilburg Opleiding: Fiscaal Recht Begeleider: mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Examencommissie: prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Plaats/datum: Nuenen, vrijdag 13 april 2012 Afstudeerdatum: vrijdag 25 mei 2012

2 De fiscale behandeling van de trust Robuuste wetgeving? Naam: Arjen Keijbets Studentnummer: Instelling: Universiteit van Tilburg Opleiding: Fiscaal Recht Begeleider: mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Examencommissie: prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Plaats/datum: Nuenen, vrijdag 13 april 2012

3

4 Voorwoord De totstandkoming van de wetgeving ter zake van de fiscale behandeling van Afgezonderde Particuliere Vermogen (en trusts in het bijzonder) heeft minder lang geduurd dan het schrijven van deze thesis. Dat zegt wat over beiden denk ik. De wetgever meende met grote stappen snel thuis te zijn en ik heb, om verschillende redenen, lange perioden geen tijd gemaakt om de voortgang in het schrijven van de thesis te houden. Desondanks heb ik de thesis met plezier afgerond. Tijdens mijn werk ben ik bij fiscale vraagstukken omtrent trusts betrokken geweest. Dat heeft mijn interesse over de kenmerken en de fiscale behandeling (vanuit de Belastingdienst bezien misschien beter: bestrijding ) ervan gewekt. De introductie van de wetgeving die een einde moet maken aan de (onmiskenbare) fiscale voordelen van een trust en de omvangrijke kritiek hierop, is vervolgens de aanleiding geweest om voor dit onderwerp te kiezen. Ik bedank mijn gezin, familie, vrienden en collega s voor het geduld dat zij hebben gehad, de mentale steun en soms de duw in de goede richting. In het bijzonder gaat mijn dank uiteraard uit naar mijn begeleidster, mevrouw De Wijkerslooth-Lhoëst voor het beoordelen van de (concept)thesis en de sturing die zij heeft gegeven om tot een goed eindresultaat te komen. Arjen Keijbets Nuenen, 13 april 2012

5 Inhoudsopgave Inleiding en probleemstelling...1 Hoofdstuk 1: De aanleiding voor nieuwe wetgeving Inleiding in Trusts Wat is een trust? Verschillende verschijningsvormen van de trust Vergelijking met Nederlandse rechtsfiguren Het Haagse Trustverdrag Fiscale behandeling tot 1 januari Revocable discretionary trust Irrevocable discretionary Trust Fixed trust Belastingdienst De Trust als belastingbesparingsmiddel Hoofdstuk 2: De nieuwe wetgeving APV-wetgeving Wat is een APV? De primaire toerekening aan de inbrenger De toerekening na overlijden van de inbrenger Erf- en schenkbelasting Invordering van de belasting Terugwerkende kracht Overgangsrecht De door de wetgever gewogen alternatieven Fiscale transparantie richting begunstigden De Nederlandse familiestichting Belasten bij het inbrengen in, en uitkeren uit, een APV Hoofdstuk 3: Robuuste wetgeving Robuuste wetgeving Wetgeving haaks op geldend recht Splitsing discretionair non discretionair Meerdere inbrengers Toerekening aan de erfgenamen Toerekening aan de begunstigden Overig Conclusie... 31

6 Hoofdstuk 4: Het alternatief Omschrijving van het alternatief Trustarresten Beginsel van de minste pijn Aansluiten bij de economische benadering van de SW Civielrechtelijk en fiscaal gelijk behandelen Budgettaire gevolgen Hoofdstuk 5: Conclusie Literatuurlijst Bijlage... 46

7 Lijst met afkortingen ANBI: Algemeen Nut Beogende Instellingen APV: Afgezonderd Particulier Vermogen Bvdb: Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 BW: Burgerlijk Wetboek INV: Invorderingswet 1990 SBBI: Sociaal Belang Behartigende Instelling Successiewet: Successiewet 1956 UB: Uitvoeringsbesluit UR: Uitvoeringsregeling Wet IB 2001: Wet inkomstenbelasting 2001 Wet IB 64: Wet inkomstenbelasting 1964 Wet Vpb: Wet op de vennootschapsbelasting 1969 Wetsvoorstel: Wetsvoorstel wijziging van de successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de wet inkomstenbelasting 2001 en de successiewet 1956), nr

8 Inleiding en probleemstelling Inleiding Signalen uit onder andere de Belastingdienst en andere EU-landen maken duidelijk dat zogenoemde doelvermogens in toenemende mate worden gebruikt om belastingheffing te ontgaan. Vooral bij de heffing van inkomstenbelasting en schenkings- en successierecht ontstaat een ongewenst heffingsvacuüm dat niet past in het fiscale stelsel. Ik zal daarom voorstellen doen tot wetswijzigingen op dit terrein. 1 Met deze woorden leidt de Staatssecretaris van Financiën in de nota van 24 oktober 2008 zijn voorstel tot de aanpak van doelvermogens in. Hij vervolgt dat het bekendste voorbeeld van een doelvermogen dat tot het ongewenste heffingsvacuüm leidt, de Anglo- Amerikaanse trust is. Het moge duidelijk zijn dat specifiek dit doelvermogen hem een doorn in het fiscale oog is. Als gevolg van de trustarresten in is er een einde gekomen aan de onzekerheid omtrent de fiscale behandeling van een specifieke trustvorm, de irrevocable discretionary trust. Door de arresten wordt deze trustvorm gezien als een fiscaal afzonderlijke entiteit. De inbreng van vermogen in de trust door een (fictieve) inwoner van Nederland is belast met schenkbelasting tegen het derdentarief. Indien de trust op een belastingparadijs is gevestigd en geen Nederlands inkomen geniet, zal de waardestijging in, én de uitkering van het vermogen door, de trust echter onbelast kunnen plaatsvinden. Met het wetsvoorstel: wijziging van de successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956), nr , hierna ook het wetsvoorstel, heeft de wetgever getracht een robuuste wettelijke basis te geven 3 voor de belastingheffing van doelvermogens die zich voorheen in een fiscaal heffingsvacuüm bevonden, specifiek voor de irrevocable discretionary trust. De vraag is of de wetgever in zijn opzet van een robuust wettelijke basis is geslaagd, voldoende de mogelijke alternatieven heeft overwogen en (fiscale) rechtsbeginselen voldoende heeft gewaarborgd. In deze masterthesis zal worden getracht een antwoord te geven op deze vragen. 1 Nota van 24 oktober 2008 van de Staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer over de modernisering van de successiewet. 2 HR 18 november 1998, nrs , en (respectievelijk BNB 1999/35 t/m 37). 3 Kamerstukken II 2008/09, nr. 3, onderdeel 5.2. pagina 1 van 46

9 Motivering onderwerp Het is mijns inziens zeer opmerkelijk dat de wetgever, ondanks dat de trustarresten (uiteindelijk) voor de overheid en Belastingdienst niet tot een bevredigend resultaat hebben geleid, deze arresten in 1998 niet eerder in actie is gekomen. Weliswaar heeft de commissie-moltmaker 4 op verzoek van de wetgever een voorstel gedaan voor de fiscale behandeling van doelvermogens en hebben diverse auteurs een alternatieve fiscale aanpak geopperd, vanuit de kant van de wetgever is het tot 24 april stil gebleven. Gezien het tijdsverloop heeft de wetgever hiermee langdurig (stilzwijgend) ingestemd met de gevolgen van de trustarresten en bepaald vertrouwen bij belastingplichtigen opgewekt. Indien een robuuste wettelijke basis wordt gecreëerd die hier haaks op staat, zal de wetgeving weloverwogen moeten zijn en recht moeten doen aan bestaande (fiscale) rechtsbeginselen. Tijdens de wetstotstandkoming is veel kritiek geuit op het wetsvoorstel en ook in de praktijk lijkt nog veel onduidelijkheid te zijn over de reikwijdte 6 en de uitwerking van de wetgeving. Het leek mij derhalve interessant om te onderzoeken waarom de wetgever voor de huidige systematiek heeft gekozen, of het rechtsbeginsel van de rechtszekerheid voldoende is gewaarborgd en of de wetgever in het kader van dat rechtsbeginsel niet beter voor een alternatief had kunnen kiezen. Probleemstelling Is de wetgever erin geslaagd om een robuust wettelijke basis voor doelvermogens te creëren en is de rechtszekerheid daarbij voldoende gewaarborgd? Is er mogelijk een alternatief dat beter recht doet aan dit rechtsbeginsel? Opzet en structuur Aangezien een goed begrip van de (werking van de) Anglo-Amerikaanse trust onontbeerlijk is om te kunnen inzien waarom het zo ingewikkeld is om de Nederlandse fiscale wetgeving hier op een correcte wijze op af te stemmen, zal in hoofdstuk 1 worden ingegaan op de omschrijving en de kenmerken van een trust. In paragraaf 1.1 zal de ontstaansgeschiedenis van de trust worden beschreven. In paragraaf 1.2 wordt ingegaan op de Nederlandse en internationale civielrechtelijke behandeling van de trust, waarna in paragraaf 1.3 de fiscale behandeling van de trust tot 1 januari 2010 wordt toegelicht. Er wordt afgesloten met een paragraaf over de behandeling van trusts door de Belastingdienst (paragraaf 1.4) en een korte toelichting op de wijze waarop de trust tot 1 januari 2010 kon worden gebruikt als belastingbesparingsmiddel. 4 De officiële naam is Werkgroep modernisering Successiewet, welke haar bevindingen heeft neergelegd in het rapport van 13 maart 2000 De warme, de koude en de dode hand. 5 Gastcollege van de Staatssecretaris van Financiën op de Universiteit van Tilburg. 6 Zie bijvoorbeeld R.J. Roerink, FBN maart 2011, waarin wordt gesteld dat er nog maar drie smaken doelvermogens zijn, hetgeen in de praktijk fel wordt bekritiseerd. Tevens Doelvermogens in het fiscale recht; een beschrijving van het fiscale landschap per 1 januari 2010 van Avoird, Roerink en Rombouts. pagina 2 van 46

10 In hoofdstuk 2 staat de APV-wetgeving centraal, zoals deze per 1 januari 2010 geldt. In paragraaf 2.1 wordt de APV-wetgeving in enkele onderdelen opgesplitst en afzonderlijk toegelicht. In paragraaf 2.2 worden de tijdens het wetgevingsproces door de wetgever geopperde alternatieven besproken. In hoofdstuk 3 wordt beoordeeld of de APV-wetgeving een robuuste wetgeving is. In de verschillende paragrafen worden de diverse onderdelen van de wetgeving getoetst aan het beginsel van rechtszekerheid. In hoofdstuk 4 zal een alternatief voor de huidige APV-wetgeving worden besproken. Allereerst zal in paragraaf 4.1 een toelichting op het alternatief plaatsvinden, waarna dit alternatief in de paragrafen 4.2 tot en met 4.6 wordt getoetst op robuustheid c.q. rechtszekerheid. Hoofdstuk 5 is de conclusie en tevens samenvatting van de thesis, waarin kort wordt toegelicht wat de bevindingen zijn van het onderzoek en welke aanbevelingen er voor de wetgever zijn. pagina 3 van 46

11 Hoofdstuk 1: De aanleiding voor nieuwe wetgeving 1.1 Inleiding in Trusts In Nederland en de meeste Europese landen geldt een rechtsstelsel gebaseerd op het continentale recht of civil law. Dit rechtsstelsel is in de late middeleeuwen voortgekomen uit (de herontdekking van) het Romeinse recht en het canonieke recht (ofwel kerkelijke recht). In het continentale recht zijn de rechtsregels vastgelegd (gecodificeerd) in wetten, waar de rechterlijke instanties (bij verschillende zienswijze over het toepasselijke recht) op terug dienen te vallen. In veel Anglo-Amerikaanse landen 7 heeft een ander rechtsstelsel zich ontwikkeld tot het huidige: common law of gewoonterecht 8. 9 Dit rechtsstelsel is grotendeels gebaseerd op precedenten; dat wil zeggen dat een voorliggende situatie wordt vergeleken met eerdere, vergelijkbare gevallen om het (mogelijk) op eenzelfde wijze te behandelen. Bij een rechtsgeschil vonden de afwegingen van de rechterlijke instantie voornamelijk plaats aan de hand van eerdere jurisprudentie (in plaats van de geschreven wetten en regels in het continentale recht). Toen later bleek dat de regels van de common law in specifieke gevallen tot een onredelijke uitkomst leidde en zodoende de tekortkomingen van de common law aan het licht bracht, ontstond een aanvullend rechtsstelsel: equity. Dit rechtssysteem kan worden gezien als aanvullingen op -en beperkingen van- de common law op grond van redelijkheid en billijkheid. Middels een decree (gebod) of een injuction (verbod) werd afgeweken van het onbillijke resultaat van de common law. Beide rechtsstelsels bestaan naast elkaar, zodat er sprake is van een duaal rechtsstelsel. Zonder dieper in te gaan op (het ontstaan) van de continentale en Anglo-Amerikaanse rechtsstelsels moge het duidelijk zijn dat beide stelsels in de basis sterk verschillend zijn. Eén van de gevolgen van deze verschillen is het bestaan van de trustfiguur. De trust maakt onderdeel uit van het Anglo- Amerikaanse recht en komt in het geheel niet voor in het continentale recht. Het Nederlandse fiscale recht (en met name de Successiewet) is grotendeels gebaseerd op het civiele recht en neemt dit in beginsel ook als uitgangspunt. Nu het Nederlandse civiele recht geen aanknopingspunten heeft voor de trustfiguur, spreekt het voor zich dat er ook geen fiscaal recht bij aan kan sluiten. De verschillen in de civiele rechtsstelsels hebben derhalve ook hun uitwerking in de fiscale wetgeving c.q. behandeling van de trustfiguur. 7 Ook wel Angelsaksich landen, verwijzend naar landen waar Engels de hoofdtaal is, of Gemenebest van Naties (Commonwealth of Nations), voorheen het Brits Gemenebest, voornamelijk bestaande uit het Verenigd Koninkrijk en zijn (voormalige) koloniën. 8 De common law is in de loop der jaren ook vergezeld/geabsorbeerd door wettenrecht, maar is nog duidelijk terug te vinden in het Anglo-Amerikaanse recht. pagina 4 van 46

12 1.1.1 Wat is een trust? De trustfiguur is, evenals andere onderdelen van het recht, niet in één keer ontstaan. Voor de ontstaansgeschiedenis van de trust lijken wij terug te moeten gaan tot de middeleeuwen (en haar kruistochten), alhoewel ook voor die tijd al vergelijkbare constructies zijn terug te vinden 10. De voorganger van de trust, de use, vindt zijn oorsprong in de dertiende eeuw. Als een ridder op kruistocht ging, liet hij zijn land onbeheerd achter. Om te voorkomen dat het land niet toeviel aan (of kon worden opgeëist door) derden, werd het land in gebruik (of to the use of ) gegeven bij een vertrouweling om het voor de ridder te beheren. Het werd aldus fiduciair (in vertrouwen) overgedragen. Mocht de eigenaar niet terugkeren van de veldslag, dan diende de vertrouweling het land te beheren ten behoeve van de echtgenote, de oudste zoon en de andere kinderen van de overleden landeigenaar De overdracht (van de rechten tot het land) vond rechtsgeldig volgens common law plaats, maar gedurende enkele eeuwen bestond de overdracht enkel uit vertrouwen en waren er geen rechtsmiddelen om de gemaakte afspraken ten aanzien van de belanghebbenden (in casu de echtgenote en de kinderen) af te dwingen 13. Pas later werd de positie van de belanghebbenden meer juridisch beschermd. Niet door algemene rechtsbeginselen over de afdwingbaarheid van overeenkomsten op grond van common law, maar door het handelen van de Lord Chancellor (de kanselier) en het ontstaan van het aanvullende rechtsstelsel equity. Hij verplichtte de feoffee to uses (de vertrouweling) op grond van een decree (gebod) om de afspraken met de feoffer (de insteller) na te komen, wat heeft geleid tot de zelfstandige vorm van de (hedendaagse) trust en de verplichting tot nakoming. Deze bescherming van de economisch gerechtigden was derhalve gebaseerd op equity, terwijl overgang van de juridische eigendom wordt beheerst door de regels van de common law. In de Anglo-Amerikaanse staten zijn (per land) vanuit de common law en equity een veelheid aan verschijningsvormen van de trust ontstaan. De grondvorm van de trust kan worden omschreven als: Een rechtsverhouding, op grond waarvan degene die tot een vermogensbestanddeel is gerechtigd, daarvan niet ten eigen nutte gebruik mag maken, maar krachtens welke rechtsverhouding hij verplicht is, zorg te dragen, dat zijn subjectief recht uitsluitend aan een andere ten goede komt, dan wel uitsluitend strekt ter behartiging van een abstract, dat wil zeggen een niet op bepaalde personen te betrekken doel R. Feenstra, Romeinsrechtelijke grondslagen van het Nederlandse privaatrecht, vierde druk, Leiden 1984, p Hayton 1998, p Volgens de redactie van Vakstudie Nieuws was één van de reden ook het voorkomen van een verschuldigdheid van geld (erfbelasting) bij het overlijden van de leen in het feodale stelsel (zie VN 2009/22.3, pag. 30). 13 Indien destijds het vertrouwen werd geschonden volgde in de regel kerkelijke sancties, welke als straf werd ervaren. 14 C.A. Uniken Venema, Trustrecht en bewind, Zwolle: Tjeenk Willink 1954, p. 2. pagina 5 van 46

13 Bij de trust, en de daaruit volgende eigendoms- c.q. rechtsverhoudingen, zijn drie partijen van essentieel belang: 1) De settlor (ofwel insteller): degene die middels een eenzijdige rechtshandeling, veelal vastgelegd in de deed of trust (trustakte), de trust instelt. De trustakte, waarin de rechten en plichten van de beheerder van het vermogen worden vastgelegd, gaat in bepaalde gevallen gepaard met zogenaamde letter of wishes. Hierin geeft de settlor richtlijnen/wensen weer ten aanzien van de uitkeringen van het vermogen. De letter of wishes heeft echter, in tegenstelling tot de trustakte, geen juridische waarde. Voor de overgang van het vermogen in de trust is een levering niet strikt noodzakelijk, de wilsverklaring van de settlor is voldoende. In ons continentale rechtsstelsel zijn altijd twee partijen nodig om vermogen te doen overgaan. 2) De trustee (ofwel beheerder): één of meerdere (rechts)personen die door de instelling van de trust en de overdracht van het vermogen het beheer over dat vermogen voert; 3) De beneficiaries (ofwel begunstigden): degene voor wie het vermogen wordt beheerd. In sommige gevallen wordt tevens een protector aangewezen. Hij is belast met het toezicht op het handelen van de trustee en heeft in dat kader bepaalde rechten ten opzichte van de trustee. Door de afzondering van het vermogen van de settlor wordt de trustee volgens common law legal owner (juridisch eigenaar) van (de rechten tot) het trustvermogen. Hij mag het vermogen echter enkel aanwenden ten behoeve van de beneficiaries, zodat er geen sprake is van economische eigendom van de trustee. Het vermogen dat de trustee beheert, behoort ook niet tot zijn privévermogen, zodat dit vermogen niet wordt getroffen door een faillissement of tot de nalatenschap van de trustee kan behoren. De hoedanigheid van trustee gaat bij zijn overlijden niet (van rechtswege) over naar zijn erfgenamen. De beneficiaries hebben bepaalde rechten tot het trustvermogen die, zoals wij zojuist hebben gezien, hun oorsprong vinden in equity law. De beneficiaries zijn equitable owner van equitabble interests (rechten). Dit kan worden vergeleken met de economische eigendom van dat vermogen. 15 De rechten van de beneficiaries zijn, tenzij bij de instelling van de trust anders is bepaald, overdraagbaar en bieden (in tegenstelling tot de eigendom van de trustee) wel verhaal bij een faillissement. Indien een trustee in strijd met de trustakte handelt, is hij in breach of trust. De beneficiaries kunnen hem hier middels een gerechtelijke procedure op aanspreken. Indien de rechter beslist dat de trustee het vertrouwen inderdaad heeft beschaamd, kan hij verplicht worden tot herstel, of indien niet mogelijk, schadevergoeding. Onder omstandigheden worden 15 Overigens is de vergelijking met onze splitsing van juridisch en economisch eigendom niet helemaal correct omdat in ons rechtsstelsel sprake is van een ware splitsing van eigendom (met ieder hun eigen rechten), terwijl in het Anglo-Amerikaanse recht twee vormen van recht van toepassing zijn ( common law en equity ) met ieder hun eigen rechtsgevolgen. pagina 6 van 46

14 de beneficiaries tevens goederenrechtelijk beschermd. De in breach of trust overgedragen goederen kunnen dan worden teruggevorderd of de voorwaarden van de trust blijven op het overgedragen vermogen van toepassing en gaan dus over op de nieuwe eigenaar Verschillende verschijningsvormen van de trust De trust kent sinds haar bestaan een grote verscheidenheid aan verschijningsvormen. De trust bestaat derhalve niet. De vorm waarin een trust kan voorkomen kan op diverse wijze worden ingedeeld, waaronder: - Naar de wijze van de instelling c.q. het ontstaan van de trust: bij leven (ofwel inter vivos ) of bij testament ( mortis causa ), met of zonder uitdrukkelijke instelling door de settlor (respectievelijk express trust en implied trust ), etc.; - Naar het doel van de trust: een particulier of een publiekelijk belang ( private trust respectievelijk public trust ); - De voor deze thesis belangrijkste indeling is echter de volgende: 1) Irrevocable en revocable : de revocable trust kan, mits in de trustakte opgenomen, door de settlor worden herroepen. Het trustvermogen komt bij de herroeping weer aan de settlor toe. Bij een irrevocable trust heeft de settlor onvoorwaardelijk en definitief afstand gedaan van zijn vermogen. 2) Voorts is van belang of we spreken over een fixed trust of een discretionary trust: Bij de instelling van een fixed trust hebben de beneficiaries concreet bepaalbare rechten tot het vermogen van de trust. Zij kunnen deze rechten invorderen indien de trustee niet aan zijn beheersopdracht volgens de trustakte zou voldoen. De meest voorkomende fixed trust is de life interest trust of fixed interest trust. Hierbij heeft een bepaalde groep van beneficiaries, gedurende het leven, recht op het rendement van het trustvermogen. De andere groep beneficiaries ( remaindermen ) heeft recht op het achterliggende vermogen van de trust. Een vergelijking met een vruchtgebruiksituatie in het Nederlandse recht is hier denkbaar. 16 De eerste groep beneficiaries komen in deze vergelijking overeen met de vruchtgebruiker en de tweede groep ( remaindermen ) zijn de bloot eigenaren/hoofdgerechtigden. Bij een (zuivere) discretionary trust hebben de beneficiaries géén concreet bepaalbare rechten. De beslissing tot het doen van uitkeringen wordt volledig ter discretie van de trustee overgelaten. De trustee heeft derhalve alle vrijheid om aan een bepaalde groep van de beneficiaries uitkeringen te doen, beneficiaries van uitkeringen uit te sluiten of zelfs nieuwe beneficiaries aan te stellen. Binnen de grove subcategorieën fixed trust en discretionary trust zijn weer veel verschillen mogelijk, maar het voert voor deze thesis te ver om hier dieper op in te gaan. 16 Een gelijkstelling is echter niet aan de orde, aangezien beiden zijn gebaseerd op twee juridisch verschillende rechtssystemen. pagina 7 van 46

15 1.1.3 Vergelijking met Nederlandse rechtsfiguren In ons Nederlandse recht bestaan enkele rechtsfiguren die net als de instelling van een trust leiden tot een splitsing van eigendom en beheer: - Zo kan ten behoeve van vermogen bewind worden ingesteld. 17 De bewindvoerder beheert het vermogen ten behoeve van de rechthebbende en treedt namens hem op als vertegenwoordiger. Enkel de bewindvoerder is, evenals de trustee, beheers- en beschikkingsbevoegd. De rechthebbende/beneficiary kan niet (zelfstandig) over het onder bewindgestelde vermogen beschikken. Het onder bewindgestelde vermogen wordt bovendien niet tot het privévermogen van de bewindvoerder gerekend. Het biedt derhalve net als bij de trust geen verhaalsmogelijkheid voor schuldeisers van de bewindvoerder. Het grote verschil met de trust is echter dat de rechthebbende juridisch eigenaar is en blijft van het vermogen, terwijl bij de trust de juridische eigendom aan de trustee toekomt. - De splitsing van juridische en economische eigendom: in het Anglo-Amerikaanse recht bestaan de twee vormen van eigendom naast elkaar met beiden hun eigen rechtsstelsels en regels ( common law en equity ). Bij de splitsing van juridische en economische eigendom in het continentale recht vindt deze plaats op grond van hetzelfde recht. Voor de continentale jurist is het onderscheid, door de (on)bewuste vergelijking met het Anglo-Amerikaanse recht moeilijk te maken. - Een andere parallel zou kunnen worden getrokken met het houderschap van artikel 3:107 BW e.v. In beginsel wordt het houden van een goed gelijk gesteld met het bezit ervan (het houden voor zichzelf), tenzij uit de rechtsverhouding tussen twee partijen blijkt dat de een het houdt/verkrijgt voor de ander. De houder heeft in dat geval niet het bezit van het goed. De trustee zou in de vergelijking het goed houden voor de beneficiaries. De vergelijking loopt echter spaak op de juridische eigendom: de trustee is juridisch eigenaar, de houder van een goed (voor een ander) niet. - Ten slotte heeft de certificering van vermogen een vergelijkbare uitwerking als de trust. Vermogen wordt juridisch aan een stichting overgedragen, tegen uitreiking van certificaten. De certificaten vertegenwoordigen de economische eigendom, terwijl de juridische eigendom (beschikkingsmacht) aan (het bestuur van) de stichting toekomt. Een belangrijk verschil c.q. bespreking in vergelijking met de trust is dat een naar Nederlands recht opgerichte stichting op grond van artikel 2:285 lid 3 BW geen uitkeringen mag doen aan oprichters of anderen, tenzij de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben Minderjarigenbewind (bij voogdij) conform artikel 1:337 BW e.v., meerderjarigenbewind conform artikel 1:431 BW e.v. en testamentair bewind conform artikel 4:153 BW e.v. 18 Het uitkeringsverbod geld derhalve niet voor Algemeen Nut Beogende Instellingen (goede doelen). pagina 8 van 46

16 1.2 Het Haagse Trustverdrag Aangezien de trust-figuur in het continentale rechtsstelsel onbekend is, ontstaan er bij de civielrechtelijke behandeling van de Trust (mogelijke) (toepassings)problemen. Ter (verdere) voorkoming hiervan is door diverse verdragslanden op 1 juli 1985 het Haagse Trustverdrag opgesteld. Het hoofddoel van dit Verdrag betrof de erkenning van de trusts en de toewijzing van het op de trusts toepasselijke recht. Het Verdrag is, ondanks de nodige twijfel door diverse politieke partijen 19, op 1 februari 1996 door Nederland ondertekend, althans per die datum in werking getreden. Als gevolg van de ondertekening van het Verdrag erkent Nederland het bestaan van (naar buitenlands recht ingestelde) trusts welke voldoen aan de voorwaarden als vermeld in het Verdrag. Zodoende erkent Nederland ook (tenminste) dat het vermogen van de trust een van de trustee afgescheiden vermogen vormt 20. De trustee is derhalve in ieder geval geen eigenaar van het trustvermogen. De positie van de settlor en beneficiary wordt nagenoeg niet behandeld in het Verdrag. Artikel 13 van het Verdrag bepaalt dat de trust niet hoeft te worden erkend indien de kenmerkende elementen van de trust nauwer verbonden zijn met (het recht in) de landen die de trust niet kennen dan het land waarnaar de trust is ingesteld. Dit is de enige reden om een trust niet te erkennen. Artikel 19 van het Verdrag laat de bevoegdheden van de Staten op belastinggebied onverlet. De civielrechtelijke erkenning van de trustfiguur heeft derhalve geen invloed op de wijze waarop Nederland de trust in de belastingheffing betrekt, zodat het de wetgever vrij staat om een passende wetgeving te formuleren. 1.3 Fiscale behandeling tot 1 januari 2010 Trusts kunnen in de Nederlandse belastingheffing worden betrokken ten aanzien van: 1. het bezit van het vermogen; 2. de inkomsten uit het vermogen; en, 3. de inbreng/uitkering van het vermogen. Voor de belastingheffing over het bezit van vermogen en de inkomsten hieruit, is de heffing van inkomstenbelasting het belangrijkste 21. Ten aanzien van de inbreng/uitkering van vermogen is de heffing van schenkbelasting of erfbelasting (voorheen respectievelijk schenkingsrecht en successierecht) van belang. Onderstaand wordt op deze heffingsmiddelen ingegaan. Ondanks het recht van Nederland om op grond van artikel 19 van het Haagse Trustverdrag een passende belastingheffing voor trusts te formuleren, is het daar in de inkomstenbelasting en successiewet tot 1 januari 2010 niet expliciet van gekomen. In feite heeft de wetgever de in de jurisprudentie ontwikkelde belastinggevolgen zodoende stilzwijgend akkoord/voldoende bevonden. 19 Kamerstukken II , 23054, nr Artikel 2, onderdeel a jo artikel 11 Verdrag. 21 Ander heffingsmiddelen zijn vennootschapsbelasting, dividendbelasting, onroerende zaakbelasting en overige belastingen afhankelijk van de samenstelling van het vermogen. pagina 9 van 46

17 In de jurisprudentie is een verschil ontstaan in de belastinggevolgen per verschijningsvorm van de trust: Revocable discretionary trust Ten aanzien van een revocable discretionary trust kan een fiscale transparantie, dat wil zeggen een toerekening van het trustvermogen aan de settlor, worden verdedigd 22, aangezien de settlor bij een revocable trust (ondanks de discretionaire bevoegdheid van de trustee) het recht heeft om het in de trust ingebrachte vermogen terug te halen c.q. te herroepen. De settlor heeft niet definitief afstand gedaan van zijn vermogen en behoudt in feite dus nog de beschikkingsmacht. Belastingheffing van inkomstenbelasting bij de settlor zou derhalve mogelijk kunnen zijn. Een expliciete uitspraak ten aanzien van de revocable trust op dit gebied is er echter niet. Voor de heffing van de schenkbelasting kan worden verdedigd dat het herroepelijk afstand doen van vermogen geen belastbaar feit is voor de successiewet 23 dan wel dat de waarde van de belastbare schenking nihil is. Er vindt geen verarming bij de settlor plaats, aangezien deze de inbreng kan herroepen en zijn vermogen zodoende kan herstellen in de oude staat zonder enige vermogensovergang naar de verkrijger 24. Een (voorzichtige) parallel kan worden getrokken met de verstrekking van een direct opeisbare renteloze lening, die volgens de Hoge Raad 25 geen lagere waarde dan de nominale waarde had, zodat vanuit de schuldeiser bezien geen sprake was van een verarming Irrevocable discretionary Trust Bij de irrevocable trust heeft de settlor onherroepelijk afstand gedaan van zijn vermogen, zodat dit vermogen voor de heffing van de inkomstenbelasting niet aan hem kan worden toegerekend. Het vermogen kan echter ook niet aan de beneficiaries worden toegerekend, aangezien zij enkel een blote verwachting hebben. Er is naar Nederlandse begrippen sprake van zwevend vermogen, waarover niet kan worden geheven. Voor de heffing van schenkbelasting bij een irrevocable discretionary trust zijn de arresten van de Hoge Raad uit 1998 essentieel 26, derhalve ook wel de trustarresten genoemd. In deze arresten heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de mogelijkheid om een trust als 22 Hof s-gravenhage 5 oktober 1962, BNB 1963/118, waarin de inspecteur stelde dat door de herroepelijkheid het vermogen en de opbrengsten van de trust aan de settlors diende te worden toegerekend. Het Hof besliste dat toerekening niet aan de orde was, aangezien er aan de herroeping specifieke voorwaarden waren verbonden, waaronder goedkeuring van de trustee. 23 K.L.H. van Mens, Civielrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten van het schenkingsbegrip, Deventer 1985, p. 329; J.W. Zwemmer in zijn noot bij HR 18 november 1998, BNB 1999/37 en R.L.H. IJzerman, Enkele Nederlandse fiscale aspecten van Angelsaksische trusts, WPNR 1997/ Van Vijeijken (WPNR 2008, 6744, 1 maart 2008) is mijns inziens terecht van mening dat het herroepingsrecht niet afdoet aan de schenking (wat is anders de titel van de overdracht?). 25 HR 26 februari 1986, BNB 1986/ HR 18 november 1998, nrs , en (respectievelijk BNB 1999/35 t/m 37). pagina 10 van 46

18 verkrijger van een schenking aan te merken. Aangezien er onomstotelijk vaststaat dat de schenker uit vrijgevigheid onherroepelijk afstand heeft gedaan van zijn vermogen, past het volgens de Hoge Raad niet binnen de Successiewet dat deze transactie zou kunnen plaatsvinden zonder heffing van schenkbelasting. De Hoge Raad merkt de trust daartoe aan als een doelvermogen en verwijst naar de bekendheid van het fiscale begrip doelvermogen in het fiscale recht, dat daar als een zelfstandige entiteit wordt behandeld. Het gevolg is dat de trust (niet de trustee) wordt aangemerkt als verkrijger van de schenking en zodoende aan alle voorwaarden voor een schenking is voldaan. De trust is naar het derdentarief schenkbelasting verschuldigd. 27 Sinds de uitspraak van de Hoge Raad, waarbij de Belastingdienst c.q. de inspecteur overigens in het gelijk werd gesteld 28, was de onduidelijkheid over de fiscale behandeling ten einde Fixed trust Bij een fixed trust heeft een beneficiary, onafhankelijk van het handelen van de trustee, een zekere, bepaalbare, aanspraak op (een gedeelte van) het trustvermogen. Deze aanspraak heeft een economische waarde, zodat kan worden gesteld dat bij het instellen van de trust, (een gedeelte van) het trustvermogen is overgegaan van de settlor naar de beneficiary. De aanspraak of feitelijke uitkering van de beneficiary kan zijn belast met inkomstenbelasting. Indien er sprake is van een belastbare periodieke uitkering als bedoeld in artikel 3.101lid, onderdeel c Wet IB 2001, wordt de uitkering zelf belast in box 1 tegen het progressieve tarief. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van een belastbare periodieke uitkering, zal de aanspraak op grond van artikel 5.3 lid 2, onderdeel f Wet IB 2001, belast zijn. De aanspraak wordt dan in box 3 opgenomen tegen de waarde in het economisch verkeer en belast tegen (effectief) 1,2%. De Hoge Raad heeft ten aanzien van de fiscale behandeling van uitkeringen uit een fixed interest trust, een bijzondere vorm van een fixed trust die in paragraaf is besproken, in 2006 en 2007 uitspraak gedaan 29. De Hoge Raad besliste dat de uitkering niet kon worden belast als een periodieke uitkering 30 aangezien de verplichting tot uitkering door de trust de tegenwaarde vormde voor het ingebrachte vermogen 31. De Hoge Raad bezag de trust als 27 Het Hof zag in de Successiewet geen aanknopingspunten voor heffing, zodat de inbreng onbelast kon plaatsvinden (Hof s-gravenhage, 30 november 1995). A-G Moltmaker concludeerde dat de trust op grond van artikel 13 van het Haags Trustverdrag niet erkend diende te worden, zodat de trust werd aangemerkt als ware het een rechtspersoon naar Nederlands recht. 28 Door het intreden van een ontbindende voorwaarde, opgenomen in de schenkingsakte, leidde de uitspraak echter niet tot belastinggevolgen. 29 HR 14 juli 2006, nr en (BNB 2007/18 en BNB 2007/19) en HR 26 oktober 2007, nr (BNB 2008/122). 30 De uitspraken van 14 juli 2006 betroffen de Wet IB 64, maar zijn tevens van belang voor de Wet IB Er was blijkbaar ook geen wanverhouding tussen de prestatie en de tegenwaarde, zie HR 31 maart 1954, nr , BNB 1955/141. pagina 11 van 46

19 schuldenaar van de uitkering (impliciet) als afzonderlijke entiteit, zodat van transparantie geen sprake was. Indien er geen sprake is van een belastbare periodieke uitkering, zal de aanspraak van de beneficiary belast zijn in box 3 op grond van artikel 5.3 lid 2, onderdeel f Wet IB De aanspraak zal gewaardeerd dienen te worden op de waarde economisch verkeer. 1.4 Belastingdienst De Belastingdienst wist zich eveneens vaak geen raad met de fiscale behandeling van de (verschillende verschijningsvormen van de) trust. De lijn die door de Belastingdienst c.q. de Staatssecretaris is uitgezet, is verwoord in de diverse beleidsbesluiten, waarvan het besluit 15 december 2005 het meest recent is 33. In dit besluit geeft de Belastingdienst aan dat de onzekerheid ten aanzien van de fiscale behandeling van de trustfiguren ongewenst is en biedt zij aan dat belastingplichtigen hun rechtsfiguur kunnen voorleggen aan de Belastingdienst. Resultaat hiervan was, afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden, fiscale transparantie richting de settlor of de beneficiaries. Een dergelijke transparantieovereenkomst was niet mogelijk voor de irrevocable discretionary trust. Als gevolg van de trustarresten waren de fiscale gevolgen hiervan immers duidelijk: geen transparantie; de irrevocable discretionary trust is fiscaal een zelfstandige entiteit. 1.5 De Trust als belastingbesparingsmiddel Naar aanleiding van kwalificatie van de irrevocable trust als niet-transparant doelvermogen door de Hoge Raad in de trustarresten, en de daarmee gecreëerde zekerheid ten aanzien van de heffing van schenkbelasting bij de inbreng van vermogen, is deze trustfiguur, naast de civielrechtelijke redenen, gebruikt als belastingbesparingsmiddel. Immers indien vermogen in een irrevocable trust was ingebracht, kon belastingheffing over de waardeaangroei in de trust belastingheffing in Nederland worden voorkomen. Afhankelijk van het vestigingsland van de trust (vaak een belastingparadijs) bleef heffing zelfs in zijn geheel uit. Zodra door de trustee (veelal in de lijn van de letter of wishes) werd besloten om vermogen uit te keren aan inwoners van Nederland, kon deze uitkering c.q. schenking, door het ontbreken van aanknopingspunten in de Nederlandse Successiewet, niet worden belast met schenkingsrecht. Het in de trust (nagenoeg) onbelast aangegroeide vermogen kon zodoende ook weer onbelast in Nederland worden ontvangen. Een prachtig estate planningsinstrument. De wetgever was dit een doorn in het fiscale oog. Het is dan ook vrij opmerkelijk dat we sinds de trustarresten ruim elf jaar (tot 1 januari 2010) hebben moeten wachten voor een wettelijke regeling 32 In de parlementaire behandeling werd de aanspraak op trustvermogens onder deze restcategorie geschaard; Kamerstukken II 1998/99, 26727, nr Besluit van 15 december 2005, nr. CPP 2005/2528M, BNB 2006/139. pagina 12 van 46

20 die deze belastingbesparing dient te voorkomen. In het volgende hoofdstuk zal de nieuwe wetgeving worden toegelicht. pagina 13 van 46

21 Hoofdstuk 2: De nieuwe wetgeving 2.1 APV-wetgeving Per 1 januari 2010 is, na een relatief korte parlementaire behandeling, de wet tot wijziging van de successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een regeling voor afgezonderd particulier vermogen in de wet inkomstenbelasting 2001 en de Successiewet 1956), nr , hierna ook het wetsvoorstel 34 in werking getreden. Na de wetswijziging in 1956 (waaraan de huidige Successiewet zijn/haar naam nog dankt), heeft een dergelijke omvangrijke wijziging niet meer plaatsgevonden. De opzet van de wet was verouderd en gevoelig voor constructies. 35 De hoofddoelen van de wijziging bestonden uit een integrale vereenvoudiging, de verzachting van de tarieven, de aanpak van constructies en de uitbreiding van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. De wijziging diende echter nadrukkelijk budgetneutraal plaats te vinden. De diverse versoepelingen en verzachtingen werden financieel voornamelijk opgevangen middels de aanpak van constructies, waarbij de aanpak van het zwevende vermogen van de doelvermogens c.q. trustfiguren voor veruit de grootste compensatie moest zorgen ( 210 miljoen; bestaande uit 150 miljoen aan inkomstenbelasting en 60 miljoen aan schenk- en erfbelasting 36 ). Hiertoe is een wetgeving geïntroduceerd, die thans in de volksmond bekend staat als de APVwetgeving, waarbij APV staat voor Afgezonderd Particulier Vermogen Wat is een APV? Een APV is volgens de wettelijke omschrijving van artikel 2.14a lid 2 Wet IB 2001 een ten behoeve van een meer dan bijkomstig particulier belang afgezonderd vermogen, tegen welke afzondering geen uitreiking van aandelen, winstbewijzen, lidmaatschapsrechten, bewijzen van deelgerechtigdheid of daarmee vergelijkbare rechten heeft plaatsgevonden of op een andere wijze een economische gerechtigdheid is ontstaan. Een besloten of naamloze vennootschap of een stichting welke certificaten heeft uitgereikt, valt derhalve niet onder de reikwijdte. Als gevolg van de omschrijving valt binnen de trustcategorieën enkel de discretionary trust (of het deel dat discretionair is) onder deze wettelijke omschrijving 37. Bij een fixed trust is voor (een deel van) de beneficiaries immers wel een economische gerechtigdheid ontstaan in de vorm van het concreet bepaalbare recht. 38 Kenmerkend aan 34 Kamerstukken II 2008/2009, en Kamerstukken I 2009/10, Notitie van de staatssecretaris van Financiën aan de Tweede Kamer van 24 oktober 2008, kenmerk: DB/2008/607U. 36 Kamerstukken II 2008/2009, 31930, nr. 3, onderdeel Zie ook artikel 4a lid 1 UR Wet IB Zie ook X.G.R. Auerbach, Afgezonderd Particulier Vermogen, naar een duaal stelsel, WPNR 6802, 6 juni 2009, p pagina 14 van 46

22 een economische deelgerechtigdheid is dat men hierover kan beschikken en derhalve kan vervreemden of als zekerheid kan bieden. 39 Met de omschrijving meer dan bijkomstig, hetgeen moet worden geïnterpreteerd als meer dan 10% 40, is aansluiting gezocht bij de per 1 januari 2010 aangescherpte wetgeving ten aanzien van Algemeen Nut Beogende Instellingen (hierna: ANBI ), die (minimaal) nagenoeg geheel (uitgedrukt in percentage 90%) het algemeen nut dienen. Daarnaast heeft de wetgever de eveneens per 1 januari 2010 geïntroduceerde Sociaal Belang Behartigende Instelling (hierna: SBBI ) expliciet uitgesloten als APV. 41 De SBBI is kort gezegd een instelling die erop is gericht de sociale belangen van (een bepaalde groep) mensen te behartigen 42, zodat voor een meer dan bijkomstig deel ook het particuliere belang wordt gediend. In tegenstelling tot Roerink 43 ben ik van mening dat hiermee niet alle smaken van doelvermogens zijn gemeld. Er bestaat ook nog een veelvoud aan instellingen/doelvermogens die geen ANBI, SBBI of APV zijn, althans waarbij een toerekening niet opportuun of mogelijk is. 44 Hierbij kan worden gedacht aan schoolbesturen, pensioenstichtingen, vereniging van eigenaren, stichting vrienden van, bepaalde commerciële stichtingen, etc., maar ook aan een algemeen nut beogende instelling die haar ANBI-status verliest doordat zij (bijvoorbeeld) een bestuurder heeft die onherroepelijk is veroordeeld voor bepaalde misdrijven 45. Het voert voor deze thesis echter te ver om op dit onderscheid in te gaan. Indien vaststaat dat een doelvermogen een meer dan bijkomstig particulier belang behartigt, dient er tevens sprake te zijn van afgezonderd vermogen zoals bedoeld in artikel 2.14a lid 3 IB. Hiervan is sprake indien vermogen (indirect): - aan het doelvermogen wordt geschonken dan wel tegen een van de waarde in het economisch verkeer afwijkende prijs wordt overgedragen; - onder in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke voorwaarden wordt ingebracht; - (onder in het maatschappelijk verkeer gebruikelijke voorwaarden) wordt ingebracht in een APV dat een particulier belang beoogt van die vervreemder, zijn partner of één of meer bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of tot de vierde graad in de zijlijn; - Wordt ingebracht, waarbij de inbreng en de daarmee samenhangende rechtshandelingen gericht zijn op of het (in)direct verband houden met het ontgaan of uitstellen van de in artikel 2.14 lid 1 bedoelde toerekening Kamerstukken II 2008/09, nr Volgens de staatssecretaris kan dit in bijzondere gevallen uitlopen tot 15%, zie kamerstukken II 2008/09, 31930, nr. 9, vragen D66. De toets kan plaatsvinden op de intentie van de inbrenger, de activiteiten van het APV of de aard en omvang van het vermogen. 41 Sinds de Nota van wijziging, Kamerstukken II 2008/09, nr. 10 expliciet opgenomen. 42 Dorpshuizen, sportverenigingen, scoutingverenigingen, etc. 43 R.J. Roerink, Een nieuw fiscaal landschap voor stichtingen en trusts, FBN maart 2011, nr In Kamerstukken II 2008/2009, 32930, nr. 3, onderdeel 4 wordt ook vermeld dat naast een APV, ANBI en SBBI ook sprake is van overige doelvermogens. 45 Artikel 6.33 lid 4 Wet IB Artikel 4a lid 4, onderdeel c UR Wet IB Een vangnetbepaling. pagina 15 van 46

23 Gezien de formulering heeft de wetgever enkel de vervreemding door natuurlijke personen voor ogen gehad. 47 Tevens geldt ten aanzien van het ingebrachte vermogen een soort zaaksvervanging, waardoor het met afgezonderd vermogen verworven overige vermogen ook onder afgezonderd vermogen wordt gerangschikt. Het is mij echter onduidelijk of door deze ruime vangnetbepaling het zelfstandig door een APV, middels een externe financiering van een derde verworven vermogen, ook als afgezonderd vermogen wordt gekwalificeerd. Dit vermogen is immers niet ingebracht, aangekocht met behulp van ingebracht vermogen of verworven van een natuurlijk persoon die een belang bij het APV heeft De primaire toerekening aan de inbrenger Een afgezonderd particulier vermogen wordt fiscaal transparant behandeld. De aan het APV toebehorende vermogensbestanddelen, alsmede de hiermee samenhangende opbrengsten en uitgaven, worden op grond van artikel 2.14a lid 1 Wet IB 2001 naar de actuele waarde in het economisch verkeer 49, toegerekend aan degene die dat vermogen heeft afgezonderd als bedoeld in de vorige paragraaf (dus niet per definitie de insteller/oprichter van het APV) als ware het zijn privévermogen. Het betreffende vermogensbestanddeel wordt, afhankelijk van zijn aard, belast in box 1, 2 of 3. Op deze vermogensbestanddelen gelden dan dezelfde wetten en regels als ware het eigen vermogen. Met deze fiscale transparantie heeft de wetgever voor een weg gekozen die haaks staat op de trustarresten. Indien er meerdere inbrengers van vermogen zijn, wordt het vermogen van het APV aan hen toegerekend naar rato van de waarde van hun inbreng 50 en niet aan de hand van de (actuele waarde van de) specifiek ingebrachte vermogensbestanddelen. Indien na de initiële inbreng geen aanvullende afzondering plaatsvindt, verandert de verdeling in toerekening dus niet meer. Indien één inbrenger aanmerkelijk belangaandelen afzondert en een ander liquide middelen, ontstaat als het ware een gemeenschappelijk vermogen waarbij de helft van de fiscale eigendom kruislings is overgegaan. De inbrenger van de aanmerkelijk belangaandelen vervreemdt derhalve de helft van zijn aandelen en is hierover inkomstenbelasting verschuldigd, ondanks dat de trustakte kan bepalen dat de betreffende aandelen niet aan de beneficiaries van de inbrenger van de liquide middelen toe (kunnen) komen. Bovendien zal de inbrenger van de liquide middelen in de toekomst deels worden belast voor de waarde van/dividenden uit de aandelen waar hij geen enkele bemoeienis mee heeft (gehad). 47 Indien een rechtspersoon (bijvoorbeeld een BV) vermogen inbrengt, doet deze dat ten gunste van haar aandeelhouder: zie kamerstukken II 2008/09, nr. 9, vragen CDA-fractie. 48 T.N. Peters van Neijenhof en A.W.F. van Beers, De nieuwe regeling voor afgezonderde particuliere vermogens, WPNR 6848, 19 juni 2010, p , menen dat de vangnetbepaling niet van toepassing is en op deze wijze het heffingsvacuüm niet gerepareerd is. 49 Artikel 4a lid 5 UR Wet IB Artikel 4a lid 2 UR Wet IB pagina 16 van 46

24 Mocht niet bekend zijn wat de waarde van het afgezonderde vermogen is, dan vindt de toerekening aan de inbrengers plaats naar rato van het aantal personen. De hiervoor vermelde toerekening aan de inbrenger(s) vindt op grond van artikel 2.14a lid 7 Wet IB 2001 niet plaats ten aanzien van de vermogensbestanddelen die worden betrokken in een belasting naar de winst die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing 51. Hiervan is sprake als het vermogensbestanddeel tegen minimaal 10% wordt belast. 52 Deze regeling beoogt te voorkomen dat er (nationaal en internationaal) dubbele belasting optreedt. Indien niet te bepalen is wie de inbrenger, zijn partner of zijn erfgenamen zijn, wordt het vermogen van de APV toegerekend aan de begunstigden, naar rato van hun begunstiging. 53 De begunstigden weten echter in de regel niet dat zij begunstigden zijn. Hoe en wanneer dan praktisch gezien aan heffing wordt toegekomen is onduidelijk De toerekening na overlijden van de inbrenger Een essentieel onderdeel van de nieuwe APV-wetgeving is de toerekening van de vermogensbestanddelen, de opbrengsten en uitgaven, nadat de inbrenger is overleden. Op grond van artikel 2.14 a lid Wet IB 2001 vindt de toerekening dan plaats aan de erfgenamen van de inbrenger, naar rato van hun verkrijging krachtens erfrecht op grond van de wettelijke erfopvolging of de erfstelling in de uiterste wilsbeschikking. Legatarissen en lastbevoordeelden worden zodoende niet in de toerekening betrokken. De fiscale overgang van het vermogen van de inbrenger aan zijn erfgenamen is hierdoor volgens de staatssecretaris hetzelfde als de situatie dat er geen APV is ingesteld. Bij een reguliere vererving van vermogen aan erfgenamen dient echter tevens rekening te worden gehouden met de gekozen verdeling van het vermogen. De toerekeningsregels bieden deze vrijheid niet. Aan iedere erfgenaam wordt, naar rato van zijn/haar erfgenaamschap, een deel van het gehele APV-vermogen toegerekend. Op de fiscaal fictieve overgang van het APV-vermogen op de erfgenamen zijn als gevolg van de toerekening dezelfde wettelijke regels van toepassing als zonder de instelling van het APV. Ten aanzien van aanmerkelijk belangaandelen kan bijvoorbeeld (mits aan de aldaar gestelde voorwaarden wordt voldaan) een beroep worden gedaan op de doorschuiffaciliteit van artikel 4.17a Wet IB Vergelijk met artikel 10a lid 3 Vpb en artikel 13 lid 10 Vpb. 52 Mits dit een regulier tarief is en er geen bijzondere grondslagafwijkingen zijn (zie Kamerstukken II , , nr. 3). 53 Artikel 2.14a lid 5 Wet IB Zie Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 12 en 52. De letterlijke tekst van artikel 2.14a IB 2001 is op dat punt overigens niet geheel duidelijk. Daar wordt immers enkel gesproken over pagina 17 van 46

HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 1

HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 1 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Doelstelling en onderzoeksvraag 4 1.3 Opzet scriptie 7 HOOFDSTUK 2: DOGMATISCHE

Nadere informatie

Het afgezonderd particulier vermogen in 2012 (in het bijzonder het Curaçaose APV) Maurice de Clercq 25 november 2011

Het afgezonderd particulier vermogen in 2012 (in het bijzonder het Curaçaose APV) Maurice de Clercq 25 november 2011 Het afgezonderd particulier vermogen in 2012 (in het bijzonder het Curaçaose APV) Maurice de Clercq 25 november 2011 Inhoudsopgave Inleiding Fiscaal Curaçao Nederland Casusposities Doel Juridisch Fiscaal

Nadere informatie

Fiscale behandeling van de trust, de SPF en ander "zwevend vermogen"

Fiscale behandeling van de trust, de SPF en ander zwevend vermogen Fiscale behandeling van de trust, de SPF en ander "zwevend vermogen" Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, sector Brieven en beleidsbesluiten Besluit 15 december 2005, nr. CPP2005/2528M

Nadere informatie

Inleiding en probleemstelling

Inleiding en probleemstelling HOOFDSTUK 1 Inleiding en probleemstelling 1.1 Inleiding Alle handelingen van een rechtssubject vinden plaats binnen een bepaalde civielrechtelijke rechtsverhouding. Veelal zullen zich een of meerdere rechtssubjecten

Nadere informatie

SPF 4 ever. 18 november 2009

SPF 4 ever. 18 november 2009 SPF 4 ever 18 november 2009 Onderwerpen Inleiding Doelvermogens ANBI & SBBI Afgezonderd particulier vermogen Stichting particulier fonds & voorbeelden Bruikbaarheid doelvermogen na 2009 Wijzigingen Successiewet

Nadere informatie

Vermogensoverheveling & Asset protection. Zorginstellingen en vennootschapsbelasting. Johan Nijboer Jan Pieter van Eck

Vermogensoverheveling & Asset protection. Zorginstellingen en vennootschapsbelasting. Johan Nijboer Jan Pieter van Eck Vermogensoverheveling & Asset protection Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Johan Nijboer Jan Pieter van Eck Inleiding Doelgroep van deze presentatie: Mensen met omvangrijke box 3 vermogens en

Nadere informatie

Vernieuwde Successiewet 1.1.2010 in werking

Vernieuwde Successiewet 1.1.2010 in werking DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.212 vervallen: het bericht 'Nieuwe Schenk- en erfbelasting aangenomen door Tweede Kamer', datumnr 0911-1159 Vernieuwde Successiewet 1.1. in werking bronnen

Nadere informatie

DE INTERNATIONALE KNELPUNTEN

DE INTERNATIONALE KNELPUNTEN MASTER SCRIPTIE HET AFGEZONDERD PARTICULIER VERMOGEN IN DE WET IB 2001 DE INTERNATIONALE KNELPUNTEN Naam: Sabine Hompe Administratienummer: 637916 Studie: Fiscaal Recht Examencommissie: Y.J.M. Pijpers

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

De fiscale behandeling van het Afgezonderd Particulier Vermogen (APV)

De fiscale behandeling van het Afgezonderd Particulier Vermogen (APV) ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics 5 Masterscriptie De fiscale behandeling van het Afgezonderd Particulier Vermogen (APV) Rotterdam, 16 november 11 Naam: Rob Huisman

Nadere informatie

Vehikels voor estate planning in Nederland

Vehikels voor estate planning in Nederland The BeNeLux Branch of the Society of Trust & Estate Practitioners (STEP) Vehikels voor estate planning in Nederland VBI, Besloten fonds voor gemene rekening en APV 20 februari 2014 Programma Paul Schut:

Nadere informatie

DE TRUST. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID

DE TRUST. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID DE TRUST Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN

Nadere informatie

JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen JJJ de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG mr.

Nadere informatie

De irrevocable discretionary trust na de herziening van de Successiewet 1956

De irrevocable discretionary trust na de herziening van de Successiewet 1956 De irrevocable discretionary trust na de herziening van de Successiewet 1956 Maurice Smans Universiteit van Tilburg Studierichting: Fiscaal Recht Administratienummer: 257048 Examencommissie: Prof. Mr.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Mr. Almer M.A. de Beer 1 De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Successiewet en de verkrijging van aandelen in houdstervennootschappen Wanneer is een houdstervennootschap beleidsbepalend? 1 Werkzaam bij Arenthals

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

De kameleontische trekken van de stichting in het Nederlandse fiscale recht

De kameleontische trekken van de stichting in het Nederlandse fiscale recht De kameleontische trekken van de stichting in het Nederlandse fiscale recht dr. I.A. Koele 1 1 INLEIDING Met Harrie van Mens deel ik een fascinatie voor de rechtsvorm van de stichting in het juridisch

Nadere informatie

10 Samenvatting. Samenvatting 401

10 Samenvatting. Samenvatting 401 10 Samenvatting In dit onderzoek staat de inpassing van de Anglo-Amerikaanse trustfiguur in het Nederlandse fiscale stelsel ten aanzien van winst en inkomen centraal. Het Nederlandse civiele recht is gebaseerd

Nadere informatie

6 juli 2010 Fiscale Economie Mevr. dr. S.J. Mol-Verver. Bachelorscriptie Fiscale Economie. De gevolgen van het verliezen van de ANBI-status

6 juli 2010 Fiscale Economie Mevr. dr. S.J. Mol-Verver. Bachelorscriptie Fiscale Economie. De gevolgen van het verliezen van de ANBI-status 6 juli 2010 Fiscale Economie Mevr. dr. S.J. Mol-Verver 3 e jaar Bachelor Bachelorscriptie Fiscale Economie 2 e semester De gevolgen van het verliezen van de ANBI-status Kees Kwakman 5755034 1. Inleiding

Nadere informatie

1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet.

1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet. Memorandum nieuwe schenk- en erfbelasting / aanpassing Successiewet 1 Inleiding De Tweede Kamer is op 3 november 2009 akkoord gegaan met het wijzigen van de Successiewet. Als de Eerste Kamer in december

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 1

2014 -- Successiewet -- Deel 1 Successiewet les 1 programma Eén wet, twee belastingen Woonplaats Successierecht Wettelijk erfrecht en wettelijke verdeling Testamenten Wetsficties 1 Eén wet, twee belastingen De Successiewet bestaat uit:

Nadere informatie

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober 2015 12.30-13.30 uur Mr A.A.M. Ruys-van Essen Gerechtshof s-hertogenbosch, 24 september 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3736 EERDERE SCHENKINGEN GEEN

Nadere informatie

Geoorloofde verticale ongelijkheid binnen het APV regime

Geoorloofde verticale ongelijkheid binnen het APV regime ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Geoorloofde verticale ongelijkheid binnen het APV regime Naam student: M.A.A. Oosterbaan Studentnummer: 330289

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Vergeten testament. Informele wil 1 Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

De Trust en het EU-recht

De Trust en het EU-recht De Trust en het EU-recht Door: Yvonne Ootes Post-Master Directe Belastingen 2012 Afkortingen: A-G: Advocaat-Generaal APV: Afgezonderd particulier vermogen Art.: artikel AWB: Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

DE ANGLO-AMERIKAANSE TRUST IN DE INKOMSTEN- EN VENNOOTSCHAPSBELASTING

DE ANGLO-AMERIKAANSE TRUST IN DE INKOMSTEN- EN VENNOOTSCHAPSBELASTING DE ANGLO-AMERIKAANSE TRUST IN DE INKOMSTEN- EN VENNOOTSCHAPSBELASTING VOOR MIJN AANSTAANDE VROUW De Anglo-Amerikaanse trust in de inkomsten- en vennootschapsbelasting Een kwalificatiemodel, knelpuntenanalyse

Nadere informatie

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956 Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.214 Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 Successiewet 1956 tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 4.4.2012 Nr. BLKB2012/103M, zoals gepubliceerd

Nadere informatie

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.

Naar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken. I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december

Nadere informatie

De overdracht van de ouderlijke woning aan de kinderen onder voorbehoud van een vruchtgebruik (deel 2)

De overdracht van de ouderlijke woning aan de kinderen onder voorbehoud van een vruchtgebruik (deel 2) Mr. Wim J.J.G. Speetjens 1 De overdracht van de ouderlijke woning aan de kinderen onder voorbehoud van een vruchtgebruik (deel 2) Eindigt het vruchtgebruik door opzegging door de vruchtgebruiker, dan fingeert

Nadere informatie

Geschiedenis, systematiek en begrippen

Geschiedenis, systematiek en begrippen I Geschiedenis, systematiek en begrippen 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer Belastingheffing over transacties met onroerende zaken kent een lange geschiedenis. Een voorloper van de overdrachtsbelasting

Nadere informatie

ESTATE PLANNING. I. Schenking

ESTATE PLANNING. I. Schenking ESTATE PLANNING Estate planning, ofwel nalatenschapsplanning, wordt wel omschreven als een geheel van maatregelen om te bereiken dat het vermogen op zo goed mogelijke wijze overgaat op de erfgenamen. Vaak

Nadere informatie

De BV als APV. Mw. mr. A.E. de Leeuw* de werking van de APV-regeling als zodanig, maar mij beperken tot de vraag wanneer sprake is van een APV.

De BV als APV. Mw. mr. A.E. de Leeuw* de werking van de APV-regeling als zodanig, maar mij beperken tot de vraag wanneer sprake is van een APV. De BV als APV Mw. mr. A.E. de Leeuw* 1. Inleiding Bij een afgezonderd particulier vermogen (APV), wordt vaak gedacht aan rechtsfiguren als een trust of een (familie)stichting. Kapitaalvennootschappen komen

Nadere informatie

32401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010)

32401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010) Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Financiën datum 19 november 2010 Betreffende wetsvoorstel: 32401 Wijziging van enkele

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Giften

Inkomstenbelasting. Giften Inkomstenbelasting. Giften 1 Inkomstenbelasting. Giften Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 21 december 2007 nr. CPP2007/2873, Stcrt.

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting

Estate planning. Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen bij overgang van vermogen. Hulpmiddel Schijf van vijf. Géén schenkbelasting Estate planning Stichting RB studiekring Utrecht, 11 november 2014 Mr. C.G.C. Engelbertink, Van Ewijk Estate Planning te Bussum Definitie van estate planning Inventarisatie van civiel- en fiscaalrechtelijke

Nadere informatie

Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M

Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M Successiewet. Vrijstellingen successie- en schenkingsrecht. Juridische fusie 1 Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M Successiewet. Vrijstellingen successie- en schenkingsrecht.

Nadere informatie

Schenkings- en successierecht

Schenkings- en successierecht Page 1 of 5 Netwerk Notarissen Centrale Organisatie Lt. Gen. Van Heutszlaan 8 3743 JN Baarn T: (035) 577 27 07 F: (035) 695 28 95 E: info@nnco.nl Schenkings- en successierecht Inhoudsopgave: Schenkingsrecht

Nadere informatie

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften

1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften 1 2 BIJLAGE Toelichting knelpunten: 1. Gevolgen uitspraak inzake overlijdenseis periodieke giften De uitspraak van rechtbank Zeeland-West Brabant ( 27 augustus 2015, nr AWB 15/424 (RBZWB:2015:5628) leidt

Nadere informatie

AdviesbureauJournaal SPECIAL

AdviesbureauJournaal SPECIAL AdviesbureauJournaal SPECIAL ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken januari 2010 Schenk- en erfbelasting Wetsvoorstel schenk- en erfbelasting 2010 is wet Op 3 november 2009 is het wetsvoorstel schenk-

Nadere informatie

Wet schenk- en erfbelasting

Wet schenk- en erfbelasting Successiewet 2010 Wet schenk- en erfbelasting Successiewet 2010 De nieuwe Successiewet is op 1 januari 2010 ingegaan en heeft gevolgen voor bijna iedereen! Wijziging tariefstructuur/ vrijstellingen Vereenvoudiging

Nadere informatie

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen

Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs De eigen bijdrage in de AWBZ: Vermogensbescherming zonder te schenken Maurice De Clercq & Harjit Singh Juni 2013 Programma Inleiding Belastingdruk bij eigen bijdrage

Nadere informatie

Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten

Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten Algemeen nut beogende instellingen: algemeen nuttige en commerciële activiteiten 5 april 2013 mr. Carina Vrieling cv@carinavrieling.nl 1 ANBI-kwalificatie Vereisten: algemeen nut > 90% ( nagenoeg uitsluitend,

Nadere informatie

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten

Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Schenk- en erfbelasting. Internationale aspecten Besluit van 15 oktober 2014, nr. BLKB2013M/1870M, Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende

Nadere informatie

Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017

Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017 Prinsjesdag: fiscale maatregelen 2017 Maatregelen tegen box 2-beleggen in VBI s De belastingdruk op box 2-vermogen kan worden beperkt door vermogen waarop een abclaim rust onder te brengen in een vrijgestelde

Nadere informatie

Datum 11 september 2013 Betreft Evaluatie wettelijk systeem voor afgezonderde particuliere vermogens (apv s)

Datum 11 september 2013 Betreft Evaluatie wettelijk systeem voor afgezonderde particuliere vermogens (apv s) > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Doelvermogen: Een analyse van de fiscale behandeling van doelvermogens op Curaçao en in Nederland. Rishelyne Servage

Doelvermogen: Een analyse van de fiscale behandeling van doelvermogens op Curaçao en in Nederland. Rishelyne Servage Doelvermogen: Een analyse van de fiscale behandeling van doelvermogens op Curaçao en in Nederland Rishelyne Servage 380464 Erasmus Universiteit Rotterdam School of Economics Bachelor scriptie Fiscaal Economie

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting, Stcrt. 2009, 20619 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Reikwijdte Artikel 1. Reikwijdte en definitie 1. Deze regeling

Nadere informatie

Inhoudsopgave Spaanse nalatenschappen

Inhoudsopgave Spaanse nalatenschappen Inhoudsopgave Spaanse nalatenschappen 1. Begripsverandering 2. Nederlandse erfrechtsituatie Nederlandse erfrechtsituatie van vóór 1 januari 2003 Nederlandse erfrechtsituatie na 1 januari 2003 Afwijken

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

- 1 - De Curaçaose trust: een reactie mr. H.Th.M. Burgers 1

- 1 - De Curaçaose trust: een reactie mr. H.Th.M. Burgers 1 - 1 - De Curaçaose trust: een reactie mr. H.Th.M. Burgers 1 In WPNR 6926 van 14 april 2012 verscheen een tweetal artikelen over de op 1 januari 2012 op Curaçao ingevoerde trust naar Anglo-Amerikaans voorbeeld.

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken

RB EINDEJAARSTIPS EN AANDACHTSPUNTEN 2012. www.abincontrol.nl. Erven en schenken Erven en schenken Voordelen van schenken Uw erfgenamen kunnen een aanzienlijke besparing van schenk- en erfbelasting behalen als u tijdens uw leven (periodiek) aan hen schenkt. Voor de schenkbelasting

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579

ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 ECLI:NL:RBZWB:2015:5579 Instantie Datum uitspraak 20-08-2015 Datum publicatie 21-08-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/297897 / HA RK 15-74 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Afgezonderd particulier vermogen en (voorkoming van) dubbele belasting

Afgezonderd particulier vermogen en (voorkoming van) dubbele belasting Afgezonderd particulier vermogen en (voorkoming van) dubbele belasting Mw. mr. A.E. de Leeuw* 1. Inleiding Op grond van de APV-regeling worden de bezittingen en schulden, alsmede de opbrengsten en uitgaven

Nadere informatie

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13

Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Voorwoord bij de tweeëntwintigste druk / 13 Lijst van gebruikte afkortingen / 15 1 1.1 1.2 1.3 1.4 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 Inleiding / 17 Korte historische schets / 17 Rechtsgronden / 20 Civielrechtelijke

Nadere informatie

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts

Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Overwegend dat de trust zoals die is ontwikkeld door de equitygerechten

Nadere informatie

3. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.

3. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid. WIJZIGING VAN DE SUCCESSIEWET 1956 EN ENIGE ANDERE BELASTINGWETTEN (VEREENVOUDIGING BEDRIJFSOPVOLGINGSREGELING EN HERZIENING TARIEFSTRUCTUUR IN DE SUCCESSIEWET 1956, ALSMEDE INTRODUCTIE VAN EEN REGELING

Nadere informatie

2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

2. In onderdeel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende: 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur in de Successiewet 1956, alsmede introductie van een

Nadere informatie

Slim Schenken en nalaten

Slim Schenken en nalaten Slim Schenken en nalaten U wilt geld schenken aan bijvoorbeeld uw kind, kleinkind, een willekeurig persoon of een goed doel. Op die manier kunt u hen financieel ondersteunen. Afhankelijk van aan wie u

Nadere informatie

Leiden, 20 september Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen

Leiden, 20 september Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen Leiden, 20 september 2018 Ohmann Notariaat Daniel Ohmann Korien van Steenbergen Inleiding Verschillende vragen 1. Hoe laat u uw kind verzorgd achter? 2. Wie zorgt er voor uw kind? 3. Wie beheert het vermogen

Nadere informatie

Transparante Vennootschap

Transparante Vennootschap Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor

Nadere informatie

Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime

Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime Mr. K. de Heus * en drs. A. Rozendal ** Indien aandelen die een aanmerkelijk belang vertegenwoordigen worden vervreemd, vindt op grond van art. 4.12

Nadere informatie

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting

Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Maarten Jan Brouwer Jan Pieter van Eck Disclaimer vooraf: sinds het opstellen van deze presentatie, is het

Nadere informatie

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven.

Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Hoe kunt u voordelig vermogen overdragen aan uw kinderen? Schenken en Erven. Wet Schenk- en erfbelasting 3 juni 2010 Wijziging Successiewet 1 januari 2010 - Erfbelasting schenkbelasting - Tariefverlaging/vereenvoudiging

Nadere informatie

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015

Erfrechtjournaal. 16 januari 2015 Erfrechtjournaal 16 januari 2015 Items Gewijzigde familieverhoudingen Defiscalisatie in het erfrecht Machtiging kantonrechter voor het doen van schenking? Gewijzigde familieverhoudingen Eindejaarspeiling

Nadere informatie

Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken)

Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken) Mr. Caroline J.M. Martens 1 Wettelijke verdeling, ouderlijke boedelverdeling en rente(afspraken) De verkrijging krachtens de renteafspraak is een verkrijging op grond van een fictiebepaling In deze bijdrage

Nadere informatie

Tijdelijk verruimde vrijstelling schenkbelasting. Inleiding. Belangrijkste vindplaatsen

Tijdelijk verruimde vrijstelling schenkbelasting. Inleiding. Belangrijkste vindplaatsen Tijdelijk verruimde vrijstelling schenkbelasting Inleiding In het kader van hun estate planning kiezen ouders er soms voor te schenken aan hun kinderen. In het Belastingplan 2014 zijn twee maatregelen

Nadere informatie

ESJ Accountants & Belastingadviseurs

ESJ Accountants & Belastingadviseurs ESJ Accountants & Belastingadviseurs Centen en Stenen: Waar moet je wezen Maurice de Clercq Inhoud 1. Aftrekken 2. 10 jaars termijn aanmerkelijk belang 3. 10 jaars termijn successie 4. In Nederland staat

Nadere informatie

Bachelor Thesis [HET (SUPER)TURBOTESTAMENT EN DE TURBOVERDELING ]

Bachelor Thesis [HET (SUPER)TURBOTESTAMENT EN DE TURBOVERDELING ] Bachelor Thesis Naam : Jeffrey Rous Studierichting : Fiscale Economie ANR : s902350 Datum : 21/11/2009 Begeleider : Mr. S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst [HET (SUPER)TURBOTESTAMENT EN DE TURBOVERDELING ] Inhoudsopgave

Nadere informatie

Het antwoord van de examenkandidaat moet tenminste de volgende onderdelen bevatten:

Het antwoord van de examenkandidaat moet tenminste de volgende onderdelen bevatten: EPN EXAMEN (ochtendgedeelte) 14 maart 2013 Vraagstuk I Het antwoord van de examenkandidaat moet tenminste de volgende onderdelen bevatten: De Successiewet 1956 is een verkrijgersbelasting (artikel 5, 24

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 488 Enige wijzigingen van de Successiewet 1956 Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Dit voorstel van wet bevat aanpassingen in

Nadere informatie

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon?

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? MR. MARGRIET G. EERENSTEIN 1 De minister van Financiën heeft op 23 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Mogelijkheden met de Curaçao Trust. Maike Bergervoet 28 augustus 2012

Mogelijkheden met de Curaçao Trust. Maike Bergervoet 28 augustus 2012 Mogelijkheden met de Curaçao Trust Maike Bergervoet 28 augustus 2012 Family Trust Beheer en bijeen houden van familievermogen Vermogen wordt onder trustverband gebracht en door de trustee beheerd. Uitkeringen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36877 30 december 2014 Inkomstenbelasting. Giften en algemeen nut beogende instellingen 19 december 2014 nr. BLKB2014/1415M

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Vermogen schenken of erven Nieuwe regels 2010 De Successiewet is per 1 januari 2010 drastisch gewijzigd. De termen successie- en schenkingsrecht zijn vervangen door erf- en schenkbelasting.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69005 29 december 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 29 december 2016, nr. 2016-0000223377, tot wijziging

Nadere informatie

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Erfbelasting. Toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 4 april 2012, nr. BLKB2012/103M, Staatscourant

Nadere informatie

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Fiscale kunststukjes. Mr. S.A.M. de Wijckerslooth-Lhoëst. Casus

Kluwer Online Research Vakblad Financiële Planning Fiscale kunststukjes. Mr. S.A.M. de Wijckerslooth-Lhoëst. Casus Vakblad Financiële Planning Fiscale kunststukjes Auteur: Mr. S.A.M. de Wijckerslooth-Lhoëst Casus De heer en mevrouw Pietersen zijn gehuwd op huwelijkse voorwaarden, waarin iedere gemeenschap van goederen

Nadere informatie

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2 GBE3.2 (FE) les 4 programma Wat is een fusie Bedrijfsoverdracht en bedrijfsfusie Bedrijfsfusie Juridische fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna als economische eenheid

Nadere informatie

Minder belasting op erven en schenken, bedrijfsoverdracht eenvoudiger

Minder belasting op erven en schenken, bedrijfsoverdracht eenvoudiger DD-NR 0904-491 Regelingen en voorzieningen CODE 3.3.1.211 verwachte wijzigingen Minder belasting op erven en schenken, bedrijfsoverdracht eenvoudiger bronnen Nieuwsbericht ministerie van Financiën, 20.4.2009;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21344 29 december 2010 Inkomstenbelasting. Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) 19 december 2010 Nr. DGB2010/4308M,

Nadere informatie

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010

Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Enkele belangrijke Wijzigingen in de Successiewet per 1 januari 2010 Op 1 januari 2010 is de Successiewet 1956 gewijzigd. Er is veel gewijzigd. Hieronder zijn enkele wijzigingen vermeld welke ook voor

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/54077

Nadere informatie

De Private Stichting als modern alternatief voor successieplanning van ouders met een zorgenkind

De Private Stichting als modern alternatief voor successieplanning van ouders met een zorgenkind De Private Stichting als modern alternatief voor successieplanning van ouders met een zorgenkind Annick Buggenhout Adviseur Estate Planning 18/10/2014 1 Agenda Uitgangspunt (praktijkvoorbeeld) Geen planning:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Schenk- en erfbelasting. Vrijstellingen. Omzetting, fusie of taakafsplitsing

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Schenk- en erfbelasting. Vrijstellingen. Omzetting, fusie of taakafsplitsing STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14580 22 september 2010 Schenk- en erfbelasting. Vrijstellingen. Omzetting, fusie of taakafsplitsing 15 september 2010

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 262 Wijziging van de Invorderingswet 1990 (Wet uitstel van betaling exitheffingen) Nr. 3 Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie