Inleiding en probleemstelling
|
|
- Norbert Mulder
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HOOFDSTUK 1 Inleiding en probleemstelling 1.1 Inleiding Alle handelingen van een rechtssubject vinden plaats binnen een bepaalde civielrechtelijke rechtsverhouding. Veelal zullen zich een of meerdere rechtssubjecten in een rechtsverhouding bevinden. Een natuurlijke persoon kan zich als rechtssubject bedienen van een samenstel van verschillende (rechts)handelingen om bepaalde doelen te realiseren. Ook kan hij zich bedienen van een of meerdere verschillende rechtsfiguren om daarmee de door hem nagestreefde (rechts)handelingen te verwezenlijken. Afhankelijk van de aard van de rechtsverhouding kan het daarbij ook gaan over door het buitenlandse civiele recht beheerste rechtsfiguren. Door gebruik te maken van een rechtsfiguur wordt in de civielrechtelijke rechtsverhouding een rechtsfiguur tussengeschoven. Deze tussengeschoven rechtsfiguur komt civielrechtelijk gezien, afhankelijk van de aard van de rechtsverhouding, een bepaalde mate van civielrechtelijke zelfstandigheid toe. Deze rechtsfiguur kan een rechtspersoon zijn. Een rechtspersoon wordt als zodanig als civielrechtelijk rechtssubject erkend, waarbij de oprichter veelal als achterliggende rechthebbende wordt beschouwd. Daarnaast is het, afhankelijk van de aard van de rechtsverhouding, ook mogelijk dat zich naast de oprichter ook andere achterliggende rechthebbenden in de rechtsverhouding bevinden. Verder is het mogelijk dat een rechtsfiguur na de oprichting aan geen enkel subject toebehoort. In dat geval spreekt men van een rechtsfiguur in de dode hand. 1 Naast rechtspersonen kunnen ook algemeenheden van goederen het voorwerp zijn van rechtsverhoudingen. Hierbij gaat het over goederen of goederen en schulden die volgens de verkeersopvattingen, gezien de aard van de rechtsverhouding, bijeen behoren. 2 Deze algemeenheden van goederen zijn in verschillende vormen denkbaar, namelijk in de vorm van een feitelijke eenheid (universitas facti) 3 of in de vorm van een juridische eenheid (universitas iuris). 4 Van een juridische algemeenheid van goederen kan sprake zijn bij bepaalde doelvermogens. Een doelvermogen is een tot 1. Zoals een stichting of een vereniging. Deze rechtsfiguren behoren aan geen enkel subject toe. Zij bevinden zich dan ook in de dode hand. 2. Zie hierover nader Artikel lid 1 Ontwerp-BW. 3. Gedacht kan worden aan een aan bibliotheekcollectie, een kudde schapen of een verzameling kunstwerken die een feitelijke eenheid vormen. 4. Vgl. over deze materie Van Mourik 2006, p. 7. 1
2 1.1 Hoofdstuk 1 / Inleiding en probleemstelling een bepaald doel afgezonderd vermogen. 5 De vermogensbestanddelen waaruit dit vermogen is opgebouwd dienen in beginsel voor het doel van het doelvermogen te worden aangewend. Zowel civielrechtelijk als fiscaalrechtelijk zijn afgezonderde (doel)vermogens interessant. 6 Een doelvermogen kan een rechtspersoon zijn of een algemeenheid van goederen die een afgescheiden vermogen vormt in civielrechtelijke zin. Bij deze laatste groep doelvermogens ontstaat, door het bijeenbrengen van vermogensbestanddelen voor een bepaald doel of bestemming, een bijzondere rechtsverhouding. Het civiele recht verbindt aan deze rechtsverhouding het rechtsgevolg afgescheiden vermogen. In het vermogen van het rechtssubject aan wie het afgescheiden vermogen toebehoort, zijn de vermogensbestanddelen die gebonden zijn aan of dienstbaar zijn aan dit gemeenschappelijke doel of bestemming, afgescheiden van het overige aan hem toebehorende vermogen. Hierdoor hebben privéschuldeisers van de rechthebbende van het afgescheiden vermogen niet de mogelijkheid de afgescheiden goederen uit te winnen. Het afgescheiden vermogen kan dan ook niet worden getroffen door een faillissement van de rechthebbende van het afgescheiden vermogen. Civielrechtelijk is een afgescheiden vermogen te beschouwen als een entiteit met een zekere eigen identiteit. 7 In deze scriptie staan afgezonderde particuliere vermogens (APV s) centraal. Art. 2.14a lid 2 Wet IB 2001 bepaalt dat onder een afgezonderd particulier vermogen, niet zijnde een SBBI, wordt verstaan: een afgezonderd vermogen waarmee meer dan bijkomstig een particulier belang wordt beoogd. 8 Een APV kan mijns inziens worden aangemerkt als doelvermogen, immers bij een APV wordt een vermogen afgezonderd ten behoeve van een bepaald doel, namelijk een meer dan bijkomstig particulier doel. Bij APV s kan het, zoals hierboven uiteen is gezet ten aanzien van doelvermogens in het algemeen, gaan over een rechtspersoon of een afgescheiden vermogen (juridische algemeenheid van goederen) in bovenbedoelde zin. Het fiscale recht maakt onderscheid tussen het subject van heffing enerzijds en het daaraan toerekenbare object van heffing anderzijds. Het subject fungeert daarbij als toerekeningscentrum waaraan de in de wet opgenomen belastingobjecten kunnen worden toegerekend. Indien het gaat over een buitenlands doelvermogen en dit doelvermogen wordt erkend in de Nederlandse jurisdictie, 9 wordt het doelvermogen 5. Vgl. in deze zin het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 15 december 2005, nr. CPP2005/2528M onder 2 waar de Staatssecretaris de novemberarresten bespreekt. 6. In hoofdstuk 2 wordt uitgebreid stilgestaan bij de vraag wat doelvermogens zijn en wat voor plaats deze vermogens innemen in het Nederlandse civiele en fiscale recht. 7. Wat overigens niet wil zeggen dat een afgescheiden vermogen ook een civielrechtelijke rechtspersoon is. 8. Tenzij tegenover deze afzondering van vermogen een uitkering van aandelen, winstbewijzen, lidmaatschapsrechten, bewijzen van deelgerechtigdheid of daarmee vergelijkbare rechten heeft plaatsgevonden, of een economische deelgerechtigdheid is ontstaan. Vgl. art lid 2 slot Wet IB Zie hierover nader hoofdstuk 2, par
3 Inleiding 1.1 gekwalificeerd en vindt fiscale transitie plaats. In het fiscale kwalificatieproces wordt aan de hand van de door een rechtsfiguur gepresenteerde civielrechtelijke rechtsfeiten bepaald of een rechtsfiguur moet worden aangemerkt als transparant of nontransparant. Indien de wet aan een als non-transparant gekwalificeerde rechtsfiguur ook fiscale rechtssubjectiviteit verleent, dan wordt deze rechtsfiguur als zelfstandige entiteit in de belastingheffing betrokken. 10 Bij de fiscale kwalificatie wordt in beginsel aangesloten bij het civiele recht, tenzij het volgen van het civiele recht fiscaalrechtelijke gevolgen heeft die, gezien het economische resultaat ervan en gelet op de strekking van de belastingwet, niet aanvaardbaar zijn. 11 Bij de kwalificatie dient met de tussenschuiving van een rechtsfiguur door de oorspronkelijk rechthebbende van de afgezonderde vermogensbestanddelen rekening te worden gehouden. Deze tussenschuiving kan de directe rechtsband tussen het oorspronkelijke subject (de insteller van de rechtsfiguur) en het belastingobject verstoren. Deze mate van verstoring kan worden aangeduid met de term tussenkomst. Door Boer wordt deze tussenkomst, in navolging van Haelterman, aangeduid met de term intermediatie. 12 Met name over de fiscale behandeling van afgezonderde particuliere vermogens die zijn opgericht naar buitenlands recht, is de laatste jaren het nodige te doen geweest. De afgelopen jaren kwamen er steeds meer signalen bij o.a. de Belastingdienst dat particuliere vermogens in toenemende mate werden afgezonderd om belastingheffing te ontgaan. Vooral bij de heffing van inkomstenbelasting en schenk- en erfbelasting ontstond bij gebruikmaking van deze afgezonderde particuliere vermogens een ongewenst heffingsvacuüm. 13 Het belangrijkste voorbeeld van een rechtsfiguur naar buitenlands recht waarin vermogensbestanddelen werden afgezonderd om fiscaal voordeel te behalen, is de Anglo-Amerikaanse trust. Andere voorbeelden zijn de Stiftung, de Anstalt, de Treuhand, de foundation, en de Antilliaanse Stichting Particulier Fonds. 14 Bij discretionaire afgezonderde doelvermogens ontstond voor de invoering van het APV-regime een heffingsvacuüm. De situatie voor 1 januari 2010 was als volgt. Belastingplichtigen zonderde welbewust vermogensbestanddelen af in een afgezonderd vermogen om deze te laten zweven. Van een zwevend vermogen is sprake indien een vermogen bij geen enkel subject in de belastingheffing kan worden betrokken, doordat het onmogelijk is om de vermogensbestanddelen en het inkomen daaruit als objecten aan een subject toe te rekenen. Toerekening van een of meerdere objecten is onmogelijk, omdat geen enkel subject een voldoende economisch belang heeft bij het afgezonderde vermogen. Als gevolg van de afzondering gingen niet alleen de afgezonderde vermogensbestanddelen zweven, maar ook de 10. In hoofdstuk 3 wordt uitgebreid ingegaan op de kwalificatie van afgezonderde particuliere vermogens. 11. Vgl. HR 15 december 1999, BNB 2000/ Boer 2011, p. 78 en 64; Haelterman 1992, p. 31. Deze term is afgeleid uit het woord intermediair. 13. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p Vgl. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 9. 3
4 1.2 Hoofdstuk 1 / Inleiding en probleemstelling daarmee samenhangende opbrengsten en uitgaven (het inkomen uit deze vermogensbestanddelen). Na het afzonderen van de vermogensbestanddelen behoorden de vermogensbestanddelen zowel in juridische als in economische zin niet meer toe aan degene die de vermogensbestanddelen had afgezonderd. Bij de insteller van het doelvermogen kon ter zake van de afgezonderde vermogensbestanddelen dan ook geen belastingheffing meer plaatsvinden. Ook behoorden de vermogensbestanddelen in economische zin nog niet toe aan een of meer begunstigden. Op grond van de door de insteller aan de beheerder toegekende discretionaire bevoegdheid, kon de beheerder naar eigen goeddunken bepalen wie uit de groep van de door de insteller aangewezen (potentiële) begunstigden definitief als begunstigden zouden worden aangewezen. Op het moment dat de beheerder nog niet van deze bevoegdheid gebruik had gemaakt, was het niet duidelijk aan wie van de begunstigden, op welk moment, wat voor soort uitkering ten laste van het APV zou worden gedaan. 15 De begunstigden waren dan weliswaar verwachter, maar zij konden nog niets afdwingen, zodat zij geen economisch belang hadden ten aanzien van de in het doelvermogen afgezonderde vermogensbestanddelen. De begunstigden konden dan ook niet in de belastingheffing worden betrokken. Daarnaast kon ook de beheerder niet in de belastingheffing worden betrokken, omdat ook hij geen economisch belang had bij de in het doelvermogen afgezonderde vermogensbestanddelen. 16 Om iets te doen tegen het hierboven uiteengezette heffingsvacuüm en om onduidelijkheden rond de fiscale behandeling van afgezonderde doelvermogens opgericht naar het recht van buitenlandse jurisdicties weg te nemen, kent het Nederlandse recht sinds 1 januari 2010 de rechtsfiguur afgezonderd particulier vermogen Doelstelling en onderzoeksvraag De doelstelling van deze scriptie is om de regeling van het afgezonderd particulier vermogen kritisch te analyseren. In deze scriptie ga ik nagenoeg alleen in op onherroepelijke APV s. Herroepelijke APV s worden slechts zijdelings besproken. De onderzoeksvraag bij deze scriptie luidt als volgt: Past de regeling van het afgezonderd particulier vermogen dogmatisch gezien in het Nederlandse fiscale recht, dient de wettelijke regeling over het afgezonderd particulier vermogen te worden herzien en zijn er alternatieven denkbaar? Centraal staat de vraag hoe het APV-regime past in het Nederlandse fiscale stelsel. Om hier antwoord op te geven wordt een vergelijking gemaakt tussen de fiscale behandeling van (buitenlandse) afgezonderde particuliere vermogens in het fiscale 15. Vgl. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 9 en Vgl. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 10 en 11. 4
5 Doelstelling en onderzoeksvraag 1.2 stelsel dat gold tot 1 januari 2010 en de behandeling van deze rechtsfiguren in het fiscale stelsel na 1 januari Een afgezonderd particulier vermogen is een vermogen dat is afgezonderd voor een meer dan bijkomstig particulier doel en dat voldoet aan de definitiebepaling van art. 2.14a lid 2 Wet IB Zoals in de inleiding reeds naar voren kwam, is het afzonderen van vermogensbestanddelen voor een bepaald doel een bekend verschijnsel in het Nederlandse recht. Ter beantwoording van de onderzoeksvraag wordt allereerst nagegaan welke doelvermogens in het Nederlandse recht zijn te onderscheiden. Vervolgens wordt ingegaan op de term doelvermogens in fiscale wet- en regelgeving. Daarna worden de civielrechtelijke kenmerken geschetst van de in de parlementaire geschiedenis genoemde APV s. Deze civielrechtelijke kenmerken zijn van belang voor de fiscale behandeling van deze APV s in het Nederlandse recht. De fiscale regelgeving is, zoals hieronder nog aan de orde zal komen, gebaseerd op het begrippenapparaat van het civiele recht, tenzij het fiscale recht een zelfstandige begripsvorming rechtvaardigt. Bovendien zijn de civielrechtelijke kenmerken ook van belang in het kader van de erkenning, de fiscale transitie en de fiscale kwalificatie van afgezonderde vermogens. In het kader van de fiscaalrechtelijke achtergrond bespreek ik de samenhang tussen de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting alsmede de rechtsgrondslagen van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, en de schenk- en erfbelasting. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de subjectgerichtheid van deze belastingen. Vervolgens komt de fiscale behandeling van APV s aan de orde. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de situatie voor 1 januari 2010 en na 1 januari 2010, waarbij de situatie voor 1 januari 2010 wordt vergeleken met die van na 1 januari Naast bovenstaande vergelijking tussen het APV-regime en het bestaande fiscale stelsel voor 1 januari 2010, wordt het APV-regime ook beoordeeld op grond van normen van behoorlijke fiscale wetgeving. Belastingwetgeving dient zo veel mogelijk te voldoen aan de, aan het gehele rechtsstelsel ten grondslag liggende, fundamentele beginselen van rechtsgelijkheid, doelmatigheid en rechtszekerheid. Rechtsgelijkheid Uit de rechtsgelijkheid wordt wel afgeleid dat eenieder gelijkelijk het zijne dient bij te dragen aan de belastingheffing. 18 Om tot een gelijke lastenverdeling te komen, dient rekening gehouden te worden met de ongelijke materiële uitgangspositie van belastingplichtigen. 19 Overeenkomstig dit uitgangspunt dienen belastingplichtigen een bijdrage te leveren die is gerelateerd aan de mate waarin zij geacht kunnen worden in staat te zijn tot het dragen van lasten (draagkracht). Deze draagkracht komt tot uitdrukking in drie heffingsgrondslagen, te weten: inkomen, vermogen en vertering. 20 Bij de bepaling van de draagkracht dient in beginsel zo veel mogelijk aangesloten te worden bij de civielrechtelijke en economische realiteit. In het kader 18. Niessen 2010, p Rechtsgelijkheid brengt niet alleen met zich mee dat gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld, maar ook dat ongelijke gevallen ongelijk behandeld dienen te worden. Zie in dit kader Niessen 2010, p. 57 en Niessen 2010, p
6 1.2 Hoofdstuk 1 / Inleiding en probleemstelling van de dogmatische achtergrond worden de civielrechtelijke en economische kenmerken van APV s geschetst en wordt bekeken in welke mate het APV-regime rekening houdt met deze civielrechtelijke en economische kenmerken. Rechtszekerheid In het kader van de rechtszekerheid wordt bekeken of het APV-regime in overeenstemming is met het EVRM en het EU-recht. Verder wordt bekeken of het voorstel duidelijk en consistent is. Doelmatigheid Wat betreft doelmatigheid wordt bekeken of de doelstellingen van de wetgever worden behaald, het APV-regime niet te gemakkelijk kan worden omzeild en niet verder gaat dan noodzakelijk is. Verder wordt ook bekeken of in het kader van het APV-regime onnodige complexiteit wordt vermeden. De volgende deelvragen komen aan de orde: Wat zijn afgezonderde particuliere vermogens? Wat zijn doelvermogens? Zijn APV s te beschouwen als doelvermogens? Hoe kunnen doelvermogens civielrechtelijke en fiscaalrechtelijk dogmatisch worden geplaatst in het Nederlandse recht? Hoe kunnen rechtspersonen, afgescheiden vermogens en afgezonderde particuliere vermogens worden gedefinieerd en in welke mate verschillen deze rechtsfiguren van elkaar? Welke APV s worden onderscheiden in de parlementaire geschiedenis? Wanneer dienen buitenlandse APV s te worden erkend en wat is de rol van het Haags trustverdrag hierbij? Hoe verloopt het fiscale kwalificatieproces van buitenlandse APV s? Hoe verloopt de fiscale transitie van buitenlandse APV s? Welke Nederlandse civielrechtelijke rechtsfiguren zijn in zekere zin vergelijkbaar met APV s? Welke fiscaal theoretische achtergrond is van belang bij belastingheffing in het kader van het APV? Wat zijn de gevolgen van de subjectgerichtheid van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting respectievelijk de schenk- en erfbelasting? Welke samenhang bestaat er tussen de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting? Wat zijn de rechtsgrondslagen van de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting respectievelijk de schenk- en erfbelasting? Wanneer kan een fiscaal object aan een fiscaal subject worden toegerekend? Is het mogelijk om van een onbelaste sfeer te spreken? Wat is een zwevend vermogen? Hoe dient het fiscale kwalificatieproces te worden omschreven? Hoe kunnen fiscale transparantie en fiscale non-transparantie worden gedefinieerd? Wat is buitenwettelijke transparantie? 6
7 Opzet scriptie 1.3 Wat is wettelijke transparantie? Hoe kan de tussenkomst van rechtsfiguren worden omschreven? Welke vormen van deze tussenkomst kunnen worden onderscheiden? Welke kwalificatiecriteria kunnen worden onderscheiden? Wat is de uitkomst van de kwalificatie van discretionaire APV s? Wat is de uitkomst van de kwalificatie van niet-discretionaire APV s? Hoe worden discretionaire APV s voor 1 januari 2010 fiscaal behandeld? Hoe worden niet-discretionaire APV s voor 1 januari 2010 fiscaal behandeld? Hoe is het APV-regime dat per 1 januari 2010 is ingevoerd vormgegeven? Hoe wordt het afgezonderd particulier vermogen gedefinieerd? Hoe dient de zinsnede een economische deelgerechtigdheid is ontstaan uit art. 2.14a lid 2 Wet IB 2001 te worden geïnterpreteerd? En wat zijn de gevolgen van het APV-regime voor niet-discretionaire doelvermogens? Hoe ruim dient afzonderen te worden uitgelegd? Wanneer is sprake van een particulier belang? Hoe verloopt de toerekening op grond van het APV-regime? Hoe functioneert de toerekeningsstop? Wat zijn de gevolgen van het APV-regime voor de SW 1956? Welk overgangsrecht is van toepassing? Wat zijn de gevolgen voor de vennootschapsbelasting en dividendbelasting? Welke regeling is in de invorderingswet geïntroduceerd? Hoe verhoudt het APV-regime zich tot de civielrechtelijke realiteit? Is er sprake van strijd met het draagkrachtbeginsel? Leidt het APV-regime tot echte fiscale transparantie? Welke gevolgen kent de toerekeningsstop? Hoe werkt het APV-regime door in andere belastingwetten? Hoe kan het APV-regime worden gekarakteriseerd? Wat zijn de doelstellingen van de wetgever ten aanzien van het APV-regime en zijn deze doelstellingen gerealiseerd? Past de APV-regeling in het Nederlandse fiscale recht en dient de APV-regeling juridisch technisch gezien te worden herzien? Hoe dient geoordeeld te worden over het APV-regime vanuit noties van behoorlijke wetgeving? Hoe worden discretionaire en niet-discretionaire APV s na 1 januari 2010 fiscaal behandeld? Zijn er alternatieven denkbaar voor het APV-regime en zo ja hoe luiden die? Welke alternatieven zijn denkbaar vanuit een entiteitsgedachte? Is er een alternatief denkbaar vanuit een transparante benadering? Hoe verloopt de belastingheffing bij deze alternatieven in de drie levensfasen van het doelvermogen? 1.3 Opzet scriptie Om antwoord te geven op de hierboven geformuleerde onderzoeksvraag, worden eerst in hoofdstuk 2 APV s en doelvermogens nader bekeken, geanalyseerd en geplaatst binnen het Nederlandse (civiele en fiscale) recht. Verder wordt in dat 7
8 1.3 Hoofdstuk 1 / Inleiding en probleemstelling hoofdstuk aandacht besteed aan de fiscale erkenning, de fiscale transitie van buitenlandse APV s en wordt een eerste verkenning geven van de fiscale kwalificatie van APV s. Vanwege het belang van de civielrechtelijke kenmerken voor de belastingheffing, worden in hoofdstuk 2 ook de civielrechtelijke kenmerken van de in de parlementaire geschiedenis genoemde APV s besproken. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens een uiteenzetting gegeven van enige theoretische achtergronden van de belastingheffing in de inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting en de schenk- en erfbelasting. Daarnaast wordt ingegaan op de kwalificatie van APV s. Tevens wordt stilgestaan bij de fiscale behandeling van APV s voor 1 januari Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 het APV-regime kritisch geanalyseerd. Alternatieven voor het APV-regime worden uiteengezet in hoofdstuk 5. Ten slotte wordt deze scriptie in hoofdstuk 6 afgesloten met een samenvatting en conclusie. 8
9 HOOFDSTUK 2 Dogmatische plaatsing APV s en doelvermogens; fiscale erkenning, fiscale transitie en eerste verkenning fiscale kwalificatie; civielrechtelijke kenmerken APV s 2.1 Inleiding Zoals in de inleiding van het eerste hoofdstuk is uiteengezet, kunnen (civielrechtelijke) rechtssubjecten zich bedienen van verschillende rechtsfiguren ter realisatie van de door hen nagestreefde doelen. Indien een rechtssubject gebruik maakt van een dusdanige rechtsfiguur, dan schuift hij een rechtsfiguur tussen in de rechtsverhouding. Een van de rechtsfiguren waarvan hij zich kan bedienen is een (buitenlands) doelvermogen, al dan niet bestaande uit een afgezonderd particulier vermogen. De rechtsfiguur afgezonderd particulier vermogen en het per 1 januari 2010 ingevoerde APV-regime worden in deze scriptie kritisch geanalyseerd. Om te bekijken of het APV-regime past in het tot 1 januari 2010 bestaande fiscale stelsel, wordt zowel in hoofdstuk 2 als in hoofdstuk 3 de relevante dogmatische achtergrond van APV s en doelvermogens in het algemeen besproken. In dit hoofdstuk wordt hiertoe onderzocht wat onder APV s c.q. doelvermogens wordt verstaan en hoe deze rechtsfiguren dogmatische moeten worden geplaatst in het Nederlandse recht. Bijzondere aandacht is er hierbij voor de erkenning van buitenlandse APV s in het Nederlandse recht. Verder wordt gekeken naar door deze rechtsfiguren gepresenteerde civielrechtelijke rechtsfeiten die van belang zijn voor de belastingheffing. Ten slotte wordt gekeken naar rechtsfiguren in het Nederlandse recht die enigszins vergelijkbaar zijn met APV s. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens verder ingegaan op de fiscale kwalificatie van APV s en de theoretische achtergrond van belastingheffing ten aanzien van deze rechtsfiguren. Een onderscheid wordt daarbij gemaakt tussen 9
10 2.2 Hoofdstuk 2 / Dogmatische plaatsing APV s en doelvermogens de belastingheffing ten aanzien van winst en inkomen enerzijds en de belastingheffing van schenk- en erfbelasting anderzijds. 2.2 Dogmatische plaatsing van doelvermogens in het civiele recht en eerste verkenning dogmatische plaatsing van deze rechtsfiguren in het fiscale recht Afgezonderde particuliere vermogens De wetgever omschrijft een afgezonderd particulier vermogen in artikel 2.14a lid 2 Wet IB 2001 als volgt: 2. Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder een afgezonderd particulier vermogen, niet zijnde een sociaal belang behartigende instelling: een afgezonderd vermogen waarmee meer dan bijkomstig een particulier belang wordt beoogd, tenzij tegenover de afzondering van dit vermogen: a. een uitreiking van aandelen, winstbewijzen, lidmaatschapsrechten, bewijzen van deelgerechtigdheid of daarmee vergelijkbare rechten heeft plaatsgevonden, of b. een economische deelgerechtigdheid is ontstaan. Art. 2:14a lid 3 Wet IB 2001 luidt: Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt onder het afzonderen van een vermogen verstaan: a. het om niet of onder het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke voorwaarden rechtens dan wel in feite, direct of indirect afzonderen van vermogensbestanddelen in een afgezonderd particulier vermogen; b. het rechtens, dan wel in feite, direct of indirect, vervreemden van vermogensbestanddelen aan een afgezonderd particulier vermogen waarmee meer dan bijkomstig een particulier belang wordt beoogd van de vervreemder, van zijn partner of van een of meer van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of tot en met de vierde graad in de zijlijn. Uit de tekst van de wet, artikel 2.14a lid 3 Wet IB 2001, blijkt dat de wetgever voor ogen heeft dat vermogensbestanddelen worden afgezonderd en terecht komen in een afgezonderd vermogen. APV s kunnen discretionair en niet-discretionair zijn. In geval van een discretionair afgezonderd particulier vermogen draagt de insteller van het afgezonderde vermogen vermogensbestanddelen over aan de beheerder, die deze vermogensbestanddelen moet gaan beheren voor de begunstigden. De beheerder wordt eigenaar van de vermogensbestanddelen. Ook komt aan de beheerder een discretionaire bevoegdheid toe om al dan niet een uitkering te doen aan een of meerdere begunstigden. Pas nadat de beheerder van zijn discretionaire bevoegdheid gebruik maakt, wordt duidelijk aan wie van de begunstigden, op welk moment en in welke vorm een uitkering zal worden gedaan ten laste van het APV. In geval van een niet-discretionair afgezonderd 10
HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 1
INHOUDSOPGAVE Woord vooraf V Lijst van gebruikte afkortingen XIII HOOFDSTUK 1: INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Doelstelling en onderzoeksvraag 4 1.3 Opzet scriptie 7 HOOFDSTUK 2: DOGMATISCHE
Nadere informatie10 Samenvatting. Samenvatting 401
10 Samenvatting In dit onderzoek staat de inpassing van de Anglo-Amerikaanse trustfiguur in het Nederlandse fiscale stelsel ten aanzien van winst en inkomen centraal. Het Nederlandse civiele recht is gebaseerd
Nadere informatieHet afgezonderd particulier vermogen in 2012 (in het bijzonder het Curaçaose APV) Maurice de Clercq 25 november 2011
Het afgezonderd particulier vermogen in 2012 (in het bijzonder het Curaçaose APV) Maurice de Clercq 25 november 2011 Inhoudsopgave Inleiding Fiscaal Curaçao Nederland Casusposities Doel Juridisch Fiscaal
Nadere informatieSPF 4 ever. 18 november 2009
SPF 4 ever 18 november 2009 Onderwerpen Inleiding Doelvermogens ANBI & SBBI Afgezonderd particulier vermogen Stichting particulier fonds & voorbeelden Bruikbaarheid doelvermogen na 2009 Wijzigingen Successiewet
Nadere informatieFiscale behandeling van de trust, de SPF en ander "zwevend vermogen"
Fiscale behandeling van de trust, de SPF en ander "zwevend vermogen" Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, sector Brieven en beleidsbesluiten Besluit 15 december 2005, nr. CPP2005/2528M
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur
Nadere informatie32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
Nadere informatieDE ANGLO-AMERIKAANSE TRUST IN DE INKOMSTEN- EN VENNOOTSCHAPSBELASTING
DE ANGLO-AMERIKAANSE TRUST IN DE INKOMSTEN- EN VENNOOTSCHAPSBELASTING VOOR MIJN AANSTAANDE VROUW De Anglo-Amerikaanse trust in de inkomsten- en vennootschapsbelasting Een kwalificatiemodel, knelpuntenanalyse
Nadere informatieNederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP)
Aan: Van: Staatssecretaris van Financiën Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) Datum: 10 december 2018 Betreft: Reactie op internetconsultatie implementatie ATAD2 Geachte heer Snel,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)
Nadere informatieVermogensoverheveling & Asset protection. Zorginstellingen en vennootschapsbelasting. Johan Nijboer Jan Pieter van Eck
Vermogensoverheveling & Asset protection Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Johan Nijboer Jan Pieter van Eck Inleiding Doelgroep van deze presentatie: Mensen met omvangrijke box 3 vermogens en
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)
Nadere informatieDe Trust en het EU-recht
De Trust en het EU-recht Door: Yvonne Ootes Post-Master Directe Belastingen 2012 Afkortingen: A-G: Advocaat-Generaal APV: Afgezonderd particulier vermogen Art.: artikel AWB: Algemene wet bestuursrecht
Nadere informatieDe Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen (Wet modernisering Vpb-plicht
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 788 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie
Nadere informatieAftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer
Aftrek vrijwillige pensioenpremie zelfstandige ondernemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 686 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde
Nadere informatieDatum 11 september 2013 Betreft Evaluatie wettelijk systeem voor afgezonderde particuliere vermogens (apv s)
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieGeschiedenis, systematiek en begrippen
I Geschiedenis, systematiek en begrippen 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer Belastingheffing over transacties met onroerende zaken kent een lange geschiedenis. Een voorloper van de overdrachtsbelasting
Nadere informatieESJ Accountants & Belastingadviseurs
ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao
Nadere informatieDoelvermogen: Een analyse van de fiscale behandeling van doelvermogens op Curaçao en in Nederland. Rishelyne Servage
Doelvermogen: Een analyse van de fiscale behandeling van doelvermogens op Curaçao en in Nederland Rishelyne Servage 380464 Erasmus Universiteit Rotterdam School of Economics Bachelor scriptie Fiscaal Economie
Nadere informatieDe koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling
Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:
Nadere informatieM I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N. DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage,
M I N I S T E R I E V A N F I N A N C I E N DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN s-gravenhage, NR. DB 2012/181 ONDERWERP Wijziging van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting
Nadere informatieVrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer
Vrijwillige premie beroepspensioenregeling werknemer Inleiding Dit memo bevat de argumenten voor de fiscale aftrek van de premie betreffende het vrijwillige gedeelte van een beroepspensioenregeling bij
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 269 Wet van 21 juli 2007, houdende wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de
Nadere informatieDE INTERNATIONALE KNELPUNTEN
MASTER SCRIPTIE HET AFGEZONDERD PARTICULIER VERMOGEN IN DE WET IB 2001 DE INTERNATIONALE KNELPUNTEN Naam: Sabine Hompe Administratienummer: 637916 Studie: Fiscaal Recht Examencommissie: Y.J.M. Pijpers
Nadere informatieDe begrippen belang en berusten in de aandeelhouderseisen van de FBI
De begrippen belang en berusten in de aandeelhouderseisen van de FBI Conferentie De toekomst van de FBI 18 april 2012 Hein Vermeulen Amsterdam Centre for Tax Law Agenda De begrippen belang en berusten
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 065 Aanpassing van de wetgeving aan en invoering van titel 7.13 (vennootschap) van het Burgerlijk Wetboek (Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk
Nadere informatieVehikels voor estate planning in Nederland
The BeNeLux Branch of the Society of Trust & Estate Practitioners (STEP) Vehikels voor estate planning in Nederland VBI, Besloten fonds voor gemene rekening en APV 20 februari 2014 Programma Paul Schut:
Nadere informatieTransparante Vennootschap
Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor
Nadere informatieDe BV als APV. Mw. mr. A.E. de Leeuw* de werking van de APV-regeling als zodanig, maar mij beperken tot de vraag wanneer sprake is van een APV.
De BV als APV Mw. mr. A.E. de Leeuw* 1. Inleiding Bij een afgezonderd particulier vermogen (APV), wordt vaak gedacht aan rechtsfiguren als een trust of een (familie)stichting. Kapitaalvennootschappen komen
Nadere informatieDe fiscale behandeling van het Afgezonderd Particulier Vermogen (APV)
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics 5 Masterscriptie De fiscale behandeling van het Afgezonderd Particulier Vermogen (APV) Rotterdam, 16 november 11 Naam: Rob Huisman
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 11 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 oktober 2011
Nadere informatieDe kameleontische trekken van de stichting in het Nederlandse fiscale recht
De kameleontische trekken van de stichting in het Nederlandse fiscale recht dr. I.A. Koele 1 1 INLEIDING Met Harrie van Mens deel ik een fascinatie voor de rechtsvorm van de stichting in het juridisch
Nadere informatieGeoorloofde verticale ongelijkheid binnen het APV regime
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Geoorloofde verticale ongelijkheid binnen het APV regime Naam student: M.A.A. Oosterbaan Studentnummer: 330289
Nadere informatieBesluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen
Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
Nadere informatieInvorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars
Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars Besluit 31-03-2006 nr CPP06-507 Invorderingswet 1990. Aansprakelijkheid verzekeraars in verband met een inkomensvoorziening, een arbeids- of
Nadere informatieVOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en B.M. de Vries houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale facilitering banksparen ten behoeve van pensioenopbouw
Nadere informatieInkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
Nadere informatie2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2
GBE3.2 (FE) les 4 programma Wat is een fusie Bedrijfsoverdracht en bedrijfsfusie Bedrijfsfusie Juridische fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna als economische eenheid
Nadere informatiede Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen
de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29
Nadere informatieFiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting
Fiscale aspecten bij opzetten van een vastgoedfonds Zorginstellingen en vennootschapsbelasting Maarten Jan Brouwer Jan Pieter van Eck Disclaimer vooraf: sinds het opstellen van deze presentatie, is het
Nadere informatie1 Inleiding belastingrecht
1 Inleiding belastingrecht Meerkeuzevragen Opmerking vooraf: het is mogelijk dat meer antwoorden (on)juist zijn. 1.3 1. Havengeld is een: a. belasting; b. retributie. 2. Wat is onjuist? Niet zelden hebben
Nadere informatieHet hoe en waarom van de belastingheffing
Hoofdstuk 1 Het hoe en waarom van de belastingheffing 1.1 Onderscheid in belastingen De sociale, economische maar ook de juridische gevolgen van de belastingheffing verschillen naar gelang het type belasting.
Nadere informatieRegeling. pagina 1 van 8
Regeling voor een doelmatige belastingheffing over inkomsten uit sparen en beleggen, welke verworven zijn door participanten in een fiscaal transparante GmbH & Co. KG. Heerlen, pagina 1 van 8 1.
Nadere informatieTOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM
TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")
Nadere informatieEdelachtbaar college,
Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10
Nadere informatieVijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen. Herman M. Kappelle. 1. Wat wilde de wetgever bereiken?
Vijf jaar Wet IB 2001; Kapitaalverzekeringen Herman M. Kappelle 1. Wat wilde de wetgever bereiken? Terzake van de wijzigingen van het fiscale regime van de kapitaalverzekeringen in de Wet IB 2001, had
Nadere informatieDE TRUST. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID
DE TRUST Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN
Nadere informatieBesluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland
Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 207 Wet van 4 juni 2015 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de modernisering van
Nadere informatieFiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009
Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2009 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie
Nadere informatie.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.
Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,
Nadere informatieWeishaupt Pensioenconsultancy
Pensioenen in eigen beheer en erfbelasting Weishaupt Pensioenconsultancy In dit memo worden de fiscale aspecten beschreven van het DGA-pensioen in eigen beheer ingeval van overlijden van de DGA. 1 Algemeen:
Nadere informatieKPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht
Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering
Nadere informatieDit besluit wijzigt het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr De wijzigingen zijn de volgende.
Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Fiscale beleggingsinstelling. Wijziging van het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr. 5544 Belastingdienst/Directie Vaktechniek
Nadere informatieHet voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.
33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie
Nadere informatieGeld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL
Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Bovenmatig lenen bij eigen vennootschap wordt ontmoedigd! Algemeen De belastingdienst stelt de laatste jaren steeds
Nadere informatie2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:
ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en B. M. de Vries houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten om
Nadere informatieOplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer
Oplossingsrichtingen Pensioen in eigen beheer Op 01 juli 2015 heeft de Staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, de Tweede Kamer geïnformeerd over de mogelijke oplossingsrichtingen pensioen in eigen
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale
Nadere informatieWetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.
Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische
Nadere informatieFaculteit der Rechtsgeleerdheid Masterscriptie Fiscaal recht: Internationaal en Europees belastingrecht
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Faculteit der Rechtsgeleerdheid Masterscriptie Fiscaal recht: Internationaal en Europees belastingrecht Kwalificatie van Nederlandse en buitenlandse hybride rechtsvormen Het
Nadere informatieHypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING
Kijk op NLFiscaal voor online versie 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING Met enige regelmaat krijgt Sebastian Spauwen te horen dat iemand een makkelijke vraag
Nadere informatieInkomstenbelasting. Giften
Inkomstenbelasting. Giften 1 Inkomstenbelasting. Giften Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 21 december 2007 nr. CPP2007/2873, Stcrt.
Nadere informatieBesluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen.
Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen. Den Haag, 30 juni 2014 Het besluit nr. BLKB/2014/194M van 3 juni 2014 vervangt het besluit van 14 december 2011, nr. BLKB2011/1803M en bevat beleid over
Nadere informatieHet voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het
Nadere informatieConsultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2
Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie
Nadere informatieTOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund
TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Insinger de Beaufort Income Plus Fund te houden op 25 april 2014, om 14:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam
Nadere informatieRICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD
7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het
Nadere informatieDoorkijkbelasting: mogelijk een nieuw begrip in de Belgische fiscaliteit
Doorkijkbelasting: mogelijk een nieuw begrip in de Belgische fiscaliteit Fiscale Wenken nr. 2014/08 Het is gekend dat de fiscus de laatste jaren transparantie wenst te krijgen in het buitenlands financieel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 709 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en van enige andere belastingwetten in verband met de fiscale begeleiding van de
Nadere informatieHoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015
Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige
Nadere informatieภาคผนวก ข. Besluit van 1 december 1997 van de staatssecretaris van Financiën 1 nr. AFZ97/2412u "KADERS VOOR VASTSTELLINGSOVEREENKOMSTEN
ภาคผนวก ข ค าส งว าด วยกรอบการท าข อตกลงทางภาษ อากร Besluit van 1 december 1997 van de staatssecretaris van Financiën 1 nr. AFZ97/2412u "KADERS VOOR VASTSTELLINGSOVEREENKOMSTEN Vaststellingsovereenkomst:
Nadere informatie3. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde lid tot vierde lid.
WIJZIGING VAN DE SUCCESSIEWET 1956 EN ENIGE ANDERE BELASTINGWETTEN (VEREENVOUDIGING BEDRIJFSOPVOLGINGSREGELING EN HERZIENING TARIEFSTRUCTUUR IN DE SUCCESSIEWET 1956, ALSMEDE INTRODUCTIE VAN EEN REGELING
Nadere informatieFiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010
Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie
Nadere informatieUit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:
Directoraat-Generaal Belastingdienst/ Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 22 januari 2010, nr. DGB 2010/415 M, Staatscourant 2010, 1372 De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Nadere informatieAANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 930 Wijziging van de Successiewet 1956 en enige andere belastingwetten (vereenvoudiging bedrijfsopvolgingsregeling en herziening tariefstructuur
Nadere informatieInkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW.
Inkomstenbelasting. Kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning. Overgangsrecht KEW. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 27 juni
Nadere informatieAfgezonderd particulier vermogen en (voorkoming van) dubbele belasting
Afgezonderd particulier vermogen en (voorkoming van) dubbele belasting Mw. mr. A.E. de Leeuw* 1. Inleiding Op grond van de APV-regeling worden de bezittingen en schulden, alsmede de opbrengsten en uitgaven
Nadere informatieFiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao. Second Home oktober Utrecht. Maurice De Clercq
Fiscale aspecten van uw tweede woning in Nederland, op Bonaire & op Curaçao Second Home oktober 2017 - Utrecht Maurice De Clercq Agenda 1. Inwonerschap & belastingplicht 2. Een tweede woning in Nederland
Nadere informatieBepaalde dienstenverleners, zoals bijvoorbeeld artsen, maken veel gebruik van een personenvennootschap
Bepaalde dienstenverleners, zoals bijvoorbeeld artsen, maken veel gebruik van een personenvennootschap Ter promotie van Curaçao en zijn financiële sector schreven de advocaten Sueena Francisco en Arthur
Nadere informatieUitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting
Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting, Stcrt. 2009, 20619 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Reikwijdte Artikel 1. Reikwijdte en definitie 1. Deze regeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 27 789 Modernisering Successiewetgeving Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieVragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen
Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Dit document bevat vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen. ib 801-1z*1fd INKOMSTENBELASTING
Nadere informatieFiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen
DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.6 Fiscale gevolgen collectieve compensatieregelingen voor beleggingsverzekeringen tekst bronnen Besluit van de staatssecretaris van Financiën d.d. 6.7.2009
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl
Nadere informatieInleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht
I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 241 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de dividendbelasting 1965 in verband
Nadere informatieBeantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw
Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op 100.000 en de verlaging van de opbouw Het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft aan de staatssecretarissen Wiebes (Financiën) en Klijnsma (SZW) een
Nadere informatieTOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund
TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de vergadering van participanten van Sustainable Values Fund te houden op 18 juli 2014, om 11:00 uur Herengracht 537, 1017 BV Amsterdam 2 juli 2014 I
Nadere informatieArtikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
Memo Van prof. Mr. Ch.P.A. Geppaart Onderwerp Artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen 1. Via het hoofd van de afdeling Directe belastingen van het Ministerie van Financiën ontving ik Uw
Nadere informatieerfenissen die zij gebruikt voor een sociaal belang. Overleg met uw adviseur over de voorwaarden voor een SBBI.
Als bestuurder zet u zich in voor uw vereniging of stichting. Daarom wilt u op de hoogte blijven van alle actualiteiten. Zo kunt u tijdig inspelen op veranderingen en hiermee uw voordeel doen. Een aantal
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 396 Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van belastingwetten in verband met dividendstripping en het verlenen van optierechten aan werknemers Wij
Nadere informatie