What s in a mantelbuis?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "What s in a mantelbuis?"

Transcriptie

1 S. Baegen, S. Bartels en D. Meijeren 1 Artikelen What s in a mantelbuis? Een mantelbuis is wél een net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW. Aanleg van een telecomnetwerk of een elektriciteitsnetwerk brengt hierin geen verandering. Art Tw is overbodig. 1. Inleiding In de Nederlandse bodem bevinden zich duizenden netwerken die dienen voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie. 2 Een deel daarvan ligt in zogenoemde mantelbuizen. Een mantelbuis is in gewone mensentaal een stevig omhulsel dat dient ter bescherming van bijvoorbeeld telecommunicatienetwerken en elektriciteitskabels. 3 Over de vraag wie eigenaar is van een mantelbuis en de netwerken die zich daarin bevinden, bestaat onduidelijkheid. In het onderhavige artikel worden twee scenario s uiteengezet met betrekking tot de eigendom van deze mantelbuizen. In het eerste scenario wordt ervan uitgegaan dat een mantelbuis geen net in de zin van art. 5:20 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) is. Dit is het standpunt dat de minister in de parlementaire geschiedenis heeft ingenomen, welk standpunt in de literatuur doorgaans wordt gevolgd. In het tweede scenario wordt verdedigd dat een mantelbuis wel valt aan te merken als een netwerk in de zin van art. 5:20 lid 2 BW. Voor dit standpunt is in de parlementaire geschiedenis eveneens steun te vinden. Voor de eigendom van de mantelbuis en van de netten die in de buis worden aangelegd, maakt het groot verschil welk van de twee genoemde scenario s het verhaal is dat als geldend recht mag worden verteld. Wij zullen met klem pleiten voor het standpunt dat een mantelbuis een net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW is. 2. Art. 5:20 lid 2 BW op hoofdlijnen nieuw BW. 4 Tot aan de invoering van deze regeling was het voor bepaalde netwerken onduidelijk wat de juridische status ervan was. De vraag aan wie het netwerk toebehoorde, was het meest prangend. 5 Vóór de invoering van art. 5:20 lid 2 BW werd de vraag wie eigenaar was van een telecommunicatie netwerk beantwoord aan de hand van het destijds geldende art. 5.6 Telecommunicatiewet (Tw). Hierin was opgenomen dat de aanleg van kabels en netwerkaansluitingen door de aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk in en op gronden, alsmede in gebouwen van anderen, geen wijziging bracht in de eigendom van hetgeen was aangelegd. Dit bracht mee dat de aanbieder die eigenaar was van de kabels voordat deze in de grond van een ander werden aangelegd, de eigendom daarvan niet verloor als gevolg van die aanleg. In de praktijk werd er door velen van uitgegaan dat voornoemde bepaling tot gevolg had dat een net zijn status als roerende zaak behield. De netwerken werden daarom ook als roerende zaken overgedragen en bezwaard; dus zonder inschrijving van een notariële akte in de openbare registers. 6 Aan deze praktijk kwam in 2003 een einde door de befaamde kabelarresten van de belastingkamer van de Hoge Raad. Heel kort samengevat, besliste de Hoge Raad dat telecomnetwerken niet worden nagetrokken door de grond vanwege de bijzondere regel van art. 5.6 Tw, maar dat de netten wel onroerend zijn op grond van art. 3:3 lid 1 BW. 7 Met de arresten van de Hoge Raad is er dus duidelijkheid gekomen over de kwalificatie van telecomnetwerken. Nadien bestond echter nog steeds onduidelijkheid over de kwalificatie van andere netwerken. Voor de praktijk was het daarom wenselijk om een overkoepelende regeling voor de eigendom van netwerken in het Burgerlijk Wetboek op te nemen. Aan deze wens is per 1 februari 2007 uitvoering gegeven, door een tweede lid aan art. 5:20 BW toe te voegen, waarin een specifieke regeling voor netwerken is opgenomen. Het desbetreffende wetsvoorstel zag in eerste instantie alleen op een wijziging van het regime inzake telecom- Sinds 1 februari 2007 kent het Nederlandse recht een bijzondere goederenrechtelijke regeling voor kabels en leidingen, die hoofdzakelijk te vinden is in art. 5:20 lid 2 BW, art. 3:17 lid 1 sub k BW, art. 155 en art. 155a Overgangswet 1 Citeerwijze: S. Baegen, S. Bartels en D. Meijeren, What s in a mantelbuis?,, afl. 6. Sabine Baegen en David Meijeren zijn werkzaam als kandidaat-notaris bij Stibbe en lid van Stibbe's Real Estate Group. Steven Bartels is hoogleraar burgerlijk recht, verbonden aan het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht (OO&R) van de Radboud Universiteit. 2 Denk aan: oliepijp-, gas-, elektriciteits-, water- en telecommunicatieleidingen en aan de riolering. 3 In de parlementaire geschiedenis bij de wijziging van de Telecommunicatiewet merkt de minister van Economische Zaken het volgende op: Het begrip mantelbuis wordt in hoofdstuk 5 niet gedefinieerd. Het is een breed begrip, maar binnen de context van hoofdstuk 5 moet onder een mantelbuis worden verstaan een buis die dient ter bescherming van kabels behorende tot een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Zie Kamerstukken I 2003/04, 28851, C, p Wet van 6 december 2006 tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een herziening van het nationale beleid ten aanzien van de aanleg van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken (Stb. 2007, 16). Van de genoemde artikelen is art. 155a Overgangswet nieuw BW als herstelwetgeving in werking getreden op 27 mei Bij de voorbereiding van het huidige BW is wel gesproken over het opnemen van een privaatrechtelijke regeling voor ondergrondse infrastructuur, maar daar is uiteindelijk van afgezien. Zie Parl. Gesch. Boek 5, p Zie over de juridische en praktische aspecten van de kabels en leidingen tot de invoering van art. 5:20 lid 2 BW onder andere A.A. van Velten, Privaatrechtelijke aspecten van onroerend goed, Deventer: Kluwer (2015), p. 649 e.v. 6 J.C. van der Steur en F.J. Webbink, T&C Telecommunicatie- en privacyrecht, hoofdstuk 5 Telecommunicatiewet, inleidende opmerkingen en Van Velten (2015), p (en p ). 7 HR 6 juni 2003, BNB 2003, 271 en 272. Inzet van de procedures was de vraag of overdrachtsbelasting verschuldigd was over de verkrijging van de economische eigendom van de telecomnetwerken, hetgeen alleen het geval zou zijn als het net als onroerend moest worden aangemerkt. 174 Afl. 6 - juni 2015

2 Artikelen WHAT S IN A MANTELBUIS? municatienetten. Bij nota van wijziging 8 i s ver vol g en s voorgesteld om ook voor andere netwerken, niet zijnde telecommunicatienetwerken, een einde te maken aan de onduidelijkheid die bestond over de eigendomstoestand. Er werd besloten om een algemene regeling in Boek 5 BW op te nemen; de specifieke regeling voor telecommunicatienetten kon als gevolg daarvan vervallen. Daarnaast werd bij die gelegenheid een specifieke regeling aan het wetsvoorstel toegevoegd voor lege mantelbuizen bestemd voor telecomnetwerken; daarover hierna meer. Art. 5:20 lid 2 BW, ook bekend als de zogenoemde doorknipbepaling, 9 stelt buiten twijfel dat voor bepaalde netten die bevoegd zijn aangelegd in de grond van anderen de verticale natrekkingsregel van art. 5:20 lid 1 BW niet opgaat. Het gaat om netten, bestaande uit een of meer kabels of leidingen, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, die in, op of boven de grond van anderen zijn of worden aangelegd. 10 Als gevolg van art. 5:20 lid 2 BW zijn deze netten zelfstandige onroerende zaken die in eigendom toebehoren aan de desbetreffende bevoegde aanleggers (of hun rechtsopvolgers). Met het bevoegdheidscriterium wordt bedoeld dat de aanlegger gerechtigd moet zijn om het net in andermans grond aan te leggen. Deze bevoegdheid kan zowel op het privaatrecht als op het publiekrecht zijn gebaseerd. 11 Indien de bevoegdheid van de aanlegger, op basis waarvan het netwerk in de grond van een ander is aangelegd, op een later tijdstip wegvalt, heeft dit volgens de minister geen invloed op de eigendom van het netwerk. 12 Een zelfstandig netwerk als bedoeld in art. 5:20 lid 2 BW kan worden ingeschreven in de openbare registers op grond van art. 3:17 lid 1 sub k BW. Verplicht is die inschrijving niet, maar indien de rechthebbende het net wil overdragen of bezwaren, is zij wel noodzakelijk. Anders gezegd: een nietingeschreven net is wel een onroerende zaak, maar feitelijk een onoverdraagbare zaak. Indien het netwerk niet kan worden gekwalificeerd als een net als bedoeld in art. 5:20 lid 2 BW of wanneer de aanlegger niet tot aanleg bevoegd was, dan is de hoofdregel uit art. 5:20 lid 1 BW van toepassing Twee verschillende visies op mantelbuizen 3.1 Inleiding Bij het voorgaande kan men zich een vrij eenvoudige tekening voorstellen. Een perceel grond is eigendom van A. Met toestemming van A legt X in die grond een netwerk in de zin van art. 5:20 lid 2 BW aan. 14 Gevolg: X is eigenaar van het net. De tekening wordt nauwelijks gecompliceerder wanneer het net door meerdere percelen loopt, laten we zeggen de percelen van A, B en C. We gaan er daarbij gemakshalve van uit dat X ten opzichte van alle eigenaren bevoegd is tot de aanleg. 15 Als we echter mantelbuizen willen toevoegen aan het verhaal, wordt het moeilijker. In de toelichting bij de nota van wijziging heeft de minister opgemerkt dat een lege mantelbuis geen net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW is. 16 En daarmee beginnen de problemen. We zullen hierna twee verhalen vertellen over het mogelijk geldende recht met betrekking tot mantelbuizen en de netwerken die in de mantelbuizen aangelegd worden. In het eerste verhaal worden de juridische gevolgen beschreven die lijken te moeten volgen uit de aanvankelijke aanname van de minister dat mantelbuizen in beginsel niet vallen onder de werking van art. 5:20 lid 2 BW. Dat is een gecompliceerd verhaal met een slechte afloop, menen wij. We vertellen ook een tweede verhaal, waarin afstand wordt genomen van deze door de minister niet gemotiveerde aanname. Wij denken dat dit te verenigen is met de wettekst, evenzeer steun vindt in de parlementaire geschiedenis en goed aansluit op de ratio van art. 5:20 lid 2 BW. De verhaallijn is een stuk helderder en het verhaal kent ook een goed einde Verhaal 1: mantelbuizen zijn geen netten in de zin van art. 5:20 lid 2 BW Art Tw bepaalt dat de regeling uit art. 5:20 lid 2 jo. 3:17 lid 1 sub k BW van overeenkomstige toepassing is op de aanleg van beschermingswerken en ondersteuningswerken waarin zich (nog) geen kabel bevindt. 17, 18 Door de toevoeging van art Tw is het mogelijk om lege mantelbuizen als netwerk te registreren (en dus over te dragen en te bezwaren). Volgens de Minister van Economische Zaken is art Tw 8 Kamerstukken II 2005/06, 29834, 9. 9 De verticale natrekking wordt als het ware doorgeknipt. 10 Art. 5:20 lid 2 BW geldt voor zowel openbare als private netwerken. De minister heeft bij de behandeling van het wetsvoorstel aangegeven dat het onwenselijk is om de regeling alleen te laten gelden voor openbare netwerken. Indien de privaatrechtelijke regeling enkel zou gelden voor openbare netwerken, dan zou dit bijvoorbeeld de consequentie kunnen hebben dat de eigendom van een netwerk overgaat naar een ander door het enkele feit dat een netwerk zijn openbare karakter verliest. 11 Een voorbeeld van een publiekrechtelijke bevoegdheid is bijvoorbeeld een aanlegvergunning of een gedoogplicht op grond van de Telecommunicatiewet of de belemmeringenwet privaatrecht. Voorbeelden van privaatrechtelijke bevoegdheden zijn het sluiten van een overeenkomst, het vestigen van een opstalrecht of het aangaan van een kwalitatieve verplichting. 12 Kamerstukken II 2005/06, 29834, 9, p Een bevoegdheid is echter wel noodzakelijk om het netwerk in de grond van een ander in eigendom te mogen hebben. Indien de vereiste bevoegdheid ontbreekt, kan de netwerkeigenaar in beginsel gedwongen worden om het netwerk te verwijderen. 13 Voor de overgangsrechtelijke problematiek met betrekking tot art. 5:20 lid 2 BW verwijzen wij graag naar Van Velten (2015), p. 673 e.v. 14 We spreken in dit artikel gemakshalve over een bevoegdheid van de aanlegger op basis van een verleende toestemming. We laten daarbij de overige gronden waarop een bevoegdheid kan bestaan buiten beschouwing. 15 Het aantal kan vanzelfsprekend naar believen worden uitgebreid, voor een goed begrip van de materie is dat niet nodig. 16 Kamerstukken II 2005/06, 29834, 9, p Op grond van het bepaalde in art Tw zijn de artikelen 3:17 lid 1 onder k BW, 5:20 lid 2 BW, 36 lid 4 Kadasterwet en 78 lid 3 en 4 en 155 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing op ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in art Tw. Opvallend is dat art Tw niet verwijst naar art. 155a van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek. Bij de latere invoering van art. 155a is waarschijnlijk vergeten om art Tw aan te passen. 18 Wat exact onder voormelde beschermings- en ondersteuningswerken wordt verstaan, is opgenomen in art Tw. Het betreft ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken waarin of waarop geen fysieke geleidingsdraden bestemd voor de rechtstreekse overdracht van signalen tussen punten zijn aangebracht, en die aangelegd worden of aangelegd zijn met het oogmerk deel uit te gaan maken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk van diegene in wiens naam wordt aangelegd of een derde. Afl. 6 - juni

3 WHAT S IN A MANTELBUIS? Artikelen ( ) nodig, omdat genoemde werken waaronder lege mantelbuizen geen net zijn of nog geen onderdeel uitmaken van een net als bedoeld in artikel 5:20 lid 2 BW. 19 Een motivering voor deze diskwalificatie als net geeft de minister niet. Het standpunt wordt in de literatuur echter wel gevolgd, eveneens zonder aan te geven waarom een mantelbuis geen net zou kunnen zijn in de zin van art. 5:20 lid 2 BW. 20 Een mogelijke reden zou kunnen zijn, dat de mantelbuis zelf niet bestemd is om vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, energie of informatie te gaan transporteren, maar slechts bestemd is om netwerken die daartoe wel bestemd zijn te ondersteunen. 21 Overigens lijkt de minister zichzelf op dit punt tegen te spreken in een latere fase van het parlementaire traject. Daarover meer in verhaal 2. Uitgaande van de aanname van de minister dat een mantelbuis geen net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW is hetgeen het uitgangspunt in verhaal 1 is moet worden geconstateerd dat de wet met art Tw alleen voorziet in een regeling voor de eigendom van lege mantelbuizen die bestemd zijn voor telecommunicatienetwerken. Met betrekking tot andere mantelbuizen, bestemd voor bijvoorbeeld elektriciteitsnetwerken, ontbreekt een vergelijkbare bepaling en daarom moet bij de beantwoording van de eigendomsvraag teruggevallen worden op art. 5:20 lid 1 BW. Het voorgaande betekent dat we voor deze mantelbuizen terug zijn bij de situatie die voor netten gold tot 1 februari Dit houdt in dat als X een mantelbuis aanlegt die door de grond van A, B en C loopt, er drie uitkomsten denkbaar zijn: (i) de eigendom van de mantelbuis wordt perceelsgewijs verticaal opgesplitst, 22 (ii) de mantelbuis is mede-eigendom van de verschillende perceeleigenaren of (iii) men beschouwt de mantelbuis weliswaar niet als net maar wel als feitelijke en functionele eenheid en past het beginsel van horizontale natrekking ruim toe teneinde de eigendom van de mantelbuis in één hand te houden. 23 Dit laatste klinkt verreweg als de aantrekkelijkste optie, maar die is nog niet zo eenvoudig in te passen in het wettelijke systeem. Dat komt omdat, wil sprake kunnen zijn van horizontale natrekking, in elk geval aan de twee volgende vereisten moet zijn voldaan: 1) er moet sprake zijn van één zaak in de zin van art. 3:4 BW die zich bevindt in de grond van verschillende eigenaars; en 2) er moet een kernperceel kunnen worden aangewezen waar zich een (bouw)werk bevindt dat de mantelbuis horizontaal natrekt. 24 Voor een verdere uitwerking van de eerste visie beperken we ons eerst tot lege mantelbuizen waarop art. 5:20 lid 2 BW volgens art Tw van overeenkomstige toepassing is, mantelbuizen voor telecomnetten dus. Uitgaande van de aanvankelijke aanname van de minister, heeft Janssen in haar proefschrift enkele vragen behandeld die kunnen rijzen met betrekking tot mantelbuizen en de netwerken die in deze mantelbuizen worden aangelegd. Wij volgen haar casusposities grotendeels, echter niet helemaal. Het meest eenvoudige voorbeeld doet zich voor als X, daartoe bevoegd, in de grond van A, een lege mantelbuis bestemd voor telecomnetten aanlegt. De mantelbuis is een zelfstandige onroerende zaak van X op grond van ( art Tw jo.) art. 5:20 lid 2 BW. 25 We nemen aan dat de mantelbuis als net wordt ingeschreven in de openbare registers, zodat X over zijn eigendomsrecht kan beschikken. Korte tijd later vult X de mantelbuis met één telecomnet. Wat betekent dat voor de eigendom van de mantelbuis en het telecomnet? Janssen schrijft daarover het volgende: Zodra de mantelbuizen worden gevuld, worden deze geacht onderdeel uit te maken van het al bestaande telecomnet. Het telecomnet trekt, als hoofdzaak, de mantelbuis ( ) na. 26 E n e ven l at er : De mantelbuis verliest hierdoor [doordat hij gevuld wordt met het telecomnet, onze toev.] zijn zelfstandigheid en is vanaf dat moment als een feitelijke en functionele eenheid met het (bestaande) telecomnet te beschouwen. 27 Janssen baseert de natrekking van de aanvankelijk zelfstandige mantelbuis door het telecomnetwerk op art. 1 lid 1 onder z Tw. Blijkens deze bepaling worden onder kabels ver s t a a n fysieke geleidingsdraden bestemd voor de rechtstreekse overdracht van signalen tussen punten en de bij deze fysieke geleidingsdraden behorende ondergrondse ondersteuningswerken, beschermingswerken en signaalinrichtingen ( ). 19 Kamerstukken II 2005/06, 29834, 9, p. 6. De minister heeft het nog over art Tw, maar dat is later tot art Tw vernummerd. 2 0 Z i e b ij v o o r b e e l d B. A. M. J a n s s e n, Wie heeft de Leiding? De eigendom van kabel- en leidingnetten (diss. Utrecht), Veenendaal: Universal Press 2010, p. 70 en dezelfde auteur in NTBR 2006/17, par en J.C. van der Steur en F.J. Webbink, T&C Telecommunicatie- en privacyrecht, art Tw. 21 Zoals ook opgemerkt in het nader verslag, Kamerstukken II 2005/06, 11, p Het is als men deze gedachte volgt maar de vraag of dit met een pakketje opstalrechten van X kan worden voorkomen. Als X drie losse opstalrechten heeft op de percelen van respectievelijk A, B en C, is niet gezegd dat daarmee zaakseenheid van de mantelbuis wordt bewerkstelligd. 2 3 Vg l. Kamerstukken II 2005/06, 29834, 9, p. 4, over de onduidelijkheid met betrekking tot de eigendom van netten waar de invoering van art. 5:20 lid 2 BW beoogt een einde aan te maken. In de lezing van Janssen komt aan deze definitiebepaling dus vermogensrechtelijke betekenis toe, in die zin dat niet uit de verkeersopvatting maar uit de wettekst volgt dat net en mantelbuis samen één zaak vormen. 24 Zie H.W. Heyman, Het goederenrechtelijk statuut van ondergrondse constructies (in het bijzonder kabels en leidingen) in het Nederlandse recht, in: C. Adriaansens & V. Sagaert (red.), Ondergrondse constructies in het Belgische en Nederlandse recht, Antwerpen 2007, p We gaan er hierbij van uit dat de mantelbuis niet door horizontale natrekking onderdeel uitmaakt van een andere onroerende zaak. 26 Janssen (2010), p Janssen (2010), p Afl. 6 - juni 2015

4 Artikelen WHAT S IN A MANTELBUIS? De benadering van Janssen sluit aan bij het door de minister ingenomen standpunt over de begrenzing van een net. Volgens de minister moet voor de beantwoording van de vraag wat tot het netwerk behoort, in eerste instantie gekeken worden naar de definitie die voor het betreffende net in een bijzondere wet is opgenomen. Deze definitie zal bepalend zijn voor de bepaling van de omvang van het net. Voor netwerken die niet in een bijzondere wet zijn gedefinieerd, geldt de verkeersopvatting. 28 Voormeld uitgangspunt kan het ongewenste gevolg hebben dat een mantelbuis als zodanig, in de ene situatie (blijkens de bijzondere wetgeving) onderdeel uitmaakt van het netwerk en dat dit in de andere situatie (blijkens de verkeersopvatting) niet het geval is, afhankelijk van wat voor soort netwerk in de mantelbuis wordt aangelegd. Dit kan naar onze mening niet de bedoeling zijn geweest van de wetgever. Volgt men het standpunt van Janssen, dan eindigt door het vullen van de mantelbuis een eventueel op de eigendom ervan gevestigd hypotheekrecht. Het eigendomsrecht op de mantelbuis bestaat daardoor immers niet meer ( art. 3:81 lid 2 sub a BW). De registratie van de mantelbuis is, nemen wij aan, waardeloos geworden. Op grond van art. 3:28 BW zal een voormalig mantelbuiseigenaar aan hem die daarbij een onmiddellijk belang heeft, op diens verzoek, een schriftelijke verklaring van waardeloosheid af moeten geven. Deze verklaring kan vervolgens in de openbare registers worden ingeschreven. De (ongewenste) gevolgen van de natrekking van de buis door het netwerk komen nog duidelijker naar voren als niet X maar Y als eerste een telecomnet aanlegt in de mantelbuis van X. 29 Janssen schrijft over die situatie: In deze situatie rijzen er direct vragen, zoals of de mantelbuis van [X] nog wel als zelfstandige zaak is te beschouwen of is de mantelbuis inmiddels mede onderdeel gaan uitmaken van het telecomnet van [Y] en is [Y] mede-eigenaar van de mantelbuis op grond van bestanddeelvorming? Of is [Y] volledig eigenaar van deze mantelbuis nu deze een feitelijke en functionele eenheid vormt met zijn (Y s) telecomnet? ( ) Of kunnen in deze situatie de mantelbuis van [X] en de leidingen van [Y] ( ) als zelfstandige zaken beschouwd blijven worden? 30 Een antwoord op deze vragen geeft ze niet. Maar een zekere vermogensrechtelijke logica brengt toch mee dat ook in dit geval het telecomnet de mantelbuis natrekt, zodat Y s net de mantelbuis natrekt. Weg is het eigendomsrecht van X. 31 In deze situatie speelt naast de vraag wie eigenaar is van de mantelbuis overigens ook nog de vraag ten opzichte van wie de aanlegger van het net bevoegd moet zijn. Y legt een netwerk aan in de mantelbuis van X, niet direct in de grond van A. Mogelijk is daarom toestemming van X nodig. Anderzijds ligt na de aanleg als gevolg van de natrekking 2 8 Kamerstukken II 2005/06, 29834, 9, p Zie over het verzoek tot (mede)gebruik art Tw. 30 Janssen (2010), p Dit ( ) zou toch een zeer onbedoeld resultaat zijn van het medegebruik conform art Tw, merkt Janssen op p. 71 van haar proefschrift op. van de mantelbuis door het netwerk het netwerk wel direct in de grond van A; dus wellicht is toestemming van A (ook) noodzakelijk. Het voorgaande is echter nog maar een deel van de vragen die rijzen bij het vullen van de voorheen lege en zelfstandige mantelbuis. In de praktijk worden geregeld meerdere netwerken aangelegd in één mantelbuis. De wet bevat in art Tw zelfs een meewerkverplichting voor zogenoemde duct sharing. 32 Stel dat ook Z een netwerk aanlegt in de mantelbuis, die al is nagetrokken door het net van Y. Hoe pakt de natrekking dan uit? Trekt het eerst aangelegde netwerk de mantelbuis na en blijven de later aangelegde netten vervolgens zelfstandig? Ontstaat er mede-eigendom tussen Y en Z (en is er dan maar één net in plaats van twee zelfstandige netten)? Of trekt het tweede net de mantelbuis eveneens na? Terecht merkt Janssen over laatstgenoemde gedachte op: Dit laatste lijkt mij niet mogelijk. Een bestanddeel kan immers geen onderdeel zijn van twee hoofdzaken. 33 Een andere interessante vraag is of de later in de mantelbuis (die geen mantelbuis meer is maar een bestanddeel van het telecomnet) aangelegde netwerken zich dan nog wel in de grond van een derde bevinden, wat een toepassingsvoorwaarde is voor art. 5:20 lid 2 BW? De goederenrechtelijke kluwen is nu haast niet meer te ontwarren. Nu trekken we zelfs in twijfel of de later aangelegde telecomnetten wel onder het toepassingsbereik van art. 5:20 lid 2 BW vallen, terwijl het naar onze mening onmiskenbaar de bedoeling van de doorknipbepaling is dat al die telecomnetten zelfstandige onroerende zaken zijn. Maar het gaat nog verder, zoals blijkt uit de volgende passage uit Van Veltens Privaatrechtelijke aspecten : Ter voorkoming van beschadiging worden soms kabels voor elektronisch verkeer gelegd in bestaande infrastructuur, zoals in gasbuizen en riolen, in daartoe bestemde goten langs spoorlijnen, in holle leidingen voor bliksemafleiding tussen hoogspanningsmasten of in verkeerstunnels. In Amsterdam zijn in 2005 ( ) door de gemeente zelfs speciale beloopbare leidingentunnels aangelegd (ILT s ofwel Integrale Leidingen Tunnels), waarin alle plaatselijk benodigde kabels, leidingen en rioolbuizen werden ondergebracht ( ). Sedert 2012 beschikt ook Den Haag over een ILT. 34 Voor de goederenrechtelijke smulpaap is dit een driedubbele bruidstaart! Het net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW (gasleiding of riolering) is tegelijk een mantelbuis voor andere netten, waaronder mogelijk telecomnetten. Ook hier rijst de vraag of de kabel-in-kabel-situatie wel past in het schema van art. 5:20 lid 2 BW. Ligt het net dat wordt aangelegd in een (oud) riool wel in de grond? Ten opzichte van wie 32 Zie voor deze term Van Velten (2015), p Janssen (2010), p Van Velten (2015), p Afl. 6 - juni

5 WHAT S IN A MANTELBUIS? Artikelen moet de aanlegger van het netwerk bevoegd zijn, de grondeigenaar of de eigenaar van de riolering? Trekt een elektriciteitsnet de mantelbuis niet na, maar een later aangelegd telecomnet wel? We kennen de wenselijke antwoorden, maar deze zijn niet of slechts geforceerd verdedigbaar als wordt uitgegaan van het uitgangspunt dat een mantelbuis geen net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW is Verhaal 2: mantelbuizen zijn en blijven netten In het tweede verhaal nemen we, anders dan de minister, tot uitgangspunt dat een mantelbuis wel een net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW kan zijn. Hierdoor ontrolt zich een heel ander verhaal. Een verhaal dat volgens ons a) eenvoudiger is; en b) beter past bij de ratio achter de invoering van art. 5:20 lid 2 BW. Of wacht eens even: wijkt deze vertelling wel echt af van die van de minister? De toelichting is minst genomen niet ondubbelzinnig. In de nota n.a.v. het nader verslag lezen we namelijk: Door het voorgestelde artikel 5.18 Telecommunicatiewet vallen ook lege mantelbuizen, die op termijn deel uit kunnen maken van een elektronisch communicatienetwerk, onder de werking van het voorgestelde artikel 5:20 BW. Deze mantelbuizen maken in tegenstelling tot hetgeen de leden stellen dus nog geen deel uit van het netwerk en kunnen niet worden gezien als leidingen die een feitelijke en functionele eenheid vormen met het elektronische communicatienetwerk. Wel kunnen ze als een zelfstandig netwerk in de zin van artikel 5:20 lid 2 BW worden gezien, nu hun bestemming het in die bepaling bedoelde transport omvat, ook als de in de mantelbuis aan te brengen transportkabels en leidingen nog niet zijn aangelegd. 35 (onze curs.) De diskwalificatie als net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW is dus in elk geval niet, zo blijkt uit het door ons gecursiveerde zinsdeel, gegrond op de gedachte dat mantelbuizen niet de vereiste bestemming hebben. De zojuist aangehaalde passage lijkt zelfs innerlijk tegenstrijdig te zijn. Enerzijds wordt art (thans 5.17 ) Tw aangewezen als grondslag voor de toepasselijkheid van art. 5:20 lid 2 BW op lege mantelbuizen, doch anderzijds wordt aangegeven dat een lege mantelbuis kan worden gezien als een zelfstandig netwerk aangezien zijn bestemming het in art. 5:20 lid 2 BW bedoelde transport betreft. Met de minister zijn wij van mening dat een mantelbuis onder het bestemmingscriterium van art. 5:20 lid 2 BW kan vallen. Nodig is dat de mantelbuis ten tijde van de aanleg bestemd is voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of informatie. Aan die bestemming is voldaan als het de bedoeling is in de mantelbuis een net aan te leggen dat de genoemde bestemming heeft. Er is naar onze mening eigenlijk geen reden waarom een mantelbuis niet rechtstreeks onder het toepassingsbereik van art. 5:20 lid 2 BW zou kunnen vallen. Ook in de woorden kabels of leidingen ligt geen uitsluitende betekenis besloten. 35 Kamerstukken II 2005/06, 29834, 12, p. 16. Wie in het woordenboek zoekt naar de betekenis van het woord leiding vindt onder meer koker, buis, of samenstel van buizen ( ) waardoor of waarlangs enige stof of kracht geleid wordt en buis, draad of ander voorwerp waar vloeistof, gas of elektriciteit doorheen gaat. 36 D e t o el ic ht i n g bevat evenmin aanknopingspunten voor het standpunt dat mantelbuizen niet onder het begrip kabels of leidingen vallen. Stel dat een mantelbuis onder het bereik van art. 5:20 lid 2 BW valt, hoe pakt dat dan uit voor de door ons besproken casusposities? De eerst besproken situatie is eenvoudig geworden. X legt bevoegd een mantelbuis aan in de grond van A. Deze mantelbuis, mits indirect bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of informatie is een net als bedoeld in 5:20 lid 2 BW. Na inschrijving van de aanleg, is de mantelbuis overdraagbaar en vatbaar voor bezwaring. Als Y vervolgens een telecomnetwerk aanlegt in de mantelbuis, heeft dat geen gevolgen voor de goederenrechtelijke status van de mantelbuis. De mantelbuis blijft een net casu quo een zelfstandige onroerende zaak op grond van het bepaalde in art. 5:20 lid 2 BW jo. 3:4 BW. 37 Het standpunt van de minister dat de bijzondere regeling met betrekking tot het soort netwerk bepaalt wat tot het netwerk behoort, ziet naar onze mening niet op de vraag of een telecomnet een mantelbuis natrekt. Indien we kijken naar de achtergrond van het bepaalde in art. 1 lid 1 sub z Tw lezen we dat het artikel is geschreven met het oog op de gedoogplicht voor telecommunicatienetwerken. Deze bepaling is helemaal niet geschreven als natrekkingsbepaling. Dit blijkt ook uit de toelichting bij een amendement waarin werd voorgesteld om art. 1 lid 1 sub z Tw te wijzigen. Hierin wordt het vol g en de op g em er k t: In de definitie van het begrip kabels dient helder te zijn dat (nog niet in gebruik genomen) mantelbuizen onderdeel uitmaken van elektronische communicatienetwerken, zodat buiten twijfel staat dat de gedoogplicht van artikel 5.1 Telecommunicatiewet zich mede tot deze lege mantelbuizen uitstrekt. Met beschermingswerken worden tevens reeds in gebruik genomen gevulde mantelbuizen bedoeld. 38 Aangezien een mantelbuis kan dienen voor de aanleg van meer netten, bestemd voor transport van stoffen van verschillende aard, informatie inbegrepen, vinden wij goed verdedigbaar dat niet alleen een lege maar ook een gevulde mantelbuis naar verkeersopvatting een zelfstandige zaak is en dat de netten die zich in de mantelbuis bevinden naar verkeersopvatting eveneens zelfstandige zaken zijn. Net- 36 Respectievelijk Dikke van Dale Online en 37 Dit lijkt ook in overeenstemming te zijn met de praktijk, aangezien partijen in de telecommunicatiesector er ook van uit lijken te gaan dat de eigenaar van de mantelbuis zijn eigendom niet verliest aan de eigenaar van de leiding. Zie hiervoor N. Noorduijn en V.A. Textor, Nieuwe regeling eigendom van netten en herziening graafrechtenregeling Telecommunicatiewet, BR 2006/ Kamerstukken II 2003/04, 28851, Afl. 6 - juni 2015

6 Artikelen WHAT S IN A MANTELBUIS? ten kunnen worden toegevoegd en verwijderd zonder de mantelbuis te beschadigen en zonder afbreuk te doen aan de functie van de buis. 39 Vulling van de mantelbuis heeft dus niet tot gevolg dat de mantelbuis als net casu quo zelfstandige zaak verdwijnt en het heeft evenmin tot gevolg dat de hypotheekrechten die op de mantelbuis zijn gevestigd tenietgaan. Men kan zich nog afvragen of het vereiste dat een net zich moet bevinden in, op of boven de grond van een ander, in de weg staat aan de toepasselijkheid van de doorknipregel op netten die zich in een mantelbuis bevinden. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt echter dat art. 5:20 lid 2 BW ( ) mede [ziet] op indirecte verbinding met de grond, zoals bij hoogspanningskabels en dat het [geen redelijk doel dient] om de doorknip van de natrekking door de grond niet te laten gelden voor gebouwen of werken. 40 De netten in de mantelbuis bevinden zich dus zowel in de mantelbuis van X als indirect in de grond van A. Wij denken dat Y alleen ten opzichte van X bevoegd tot aanleg hoefde te zijn om eigenaar te zijn van een door hem aangelegd net, maar wie in de praktijk twijfelt of dit volstaat, kan natuurlijk altijd sturen op een bevoegdheid ten opzichte van A en X. 41 Ver vol g en s kunnen D, E en F allen netten aanleggen in de mantelbuis, deze apart registreren en overdragen/bezwaren. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mantelbuizen bestemd voor telecomnetten en andere mantelbuizen. Het voorgaande biedt een duidelijke, aan de praktijk en de ratio van art. 5:20 lid 2 BW tegemoetkomende oplossing. De wettekst noch de wetsgeschiedenis verzet zich tegen deze wetsinterpretatie. 42 zijnde duidelijkheid te verschaffen over de eigendomssituatie van de talloze kabels en leidingen die in de Nederlandse b o dem a a nwe z i g z ijn. 4. Conclusie Bij de totstandkoming van art. 5:20 lid 2 BW is door de minister aanvankelijk aangegeven dat art. 5:20 BW niet van toepassing is op lege mantelbuizen. Dat is de bestaansreden van art Tw. Bij nadere beschouwing had art Tw in de pen kunnen blijven. Een bevoegd aangelegde lege mantelbuis is naar onze mening een net in de zin van art. 5:20 lid 2 BW; de doorknipbepaling uit het BW is dus niet van overeenkomstige toepassing maar rechtstreeks van toepassing. Als de mantelbuis op een later moment wordt gevuld met een telecomnet of een elektriciteitsleiding, of beide, wordt de mantelbuis bestanddeel van geen van de netten. De mantelbuis blijft een zelfstandige onroerende zaak. De bevoegd aangelegde netten in de mantelbuis zijn ook zelfstandige onroerende zaken. Deze wetsuitleg past binnen de wettekst en doet recht aan de ratio van art. 5:20 lid 2 BW, 39 Het ongemakkelijke en ongewenste gevolg dat de eigendom van de mantelbuis afhankelijk is van het soort netwerk dat erin wordt aangelegd, is niet meer aan de orde. De mantelbuis blijft immers een zelfstandige onroerende zaak, ongeacht de vraag hoeveel en wat voor soort netwerken worden aangelegd. 4 0 Kamerstukken II 2005/06, 29834, 12, p De bevoegdheid ten opzichte van A kan uiteraard net zoals bij een rechtstreekse aanleg van het netwerk in de grond gestoeld zijn op zowel het privaatrecht als het publiekrecht. 42 Een aanpassing van de formulering van art. 5:20 lid 2 BW of art lid 1 sub z Tw, zoals door Janssen (2010), p , in overweging wordt gegeven, is naar onze mening dus niet nodig. Afl. 6 - juni

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 834 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een herziening van het nationale beleid ten aanzien van de aanleg van kabels ten dienste

Nadere informatie

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen)

Reactie Groep Graafrechten wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Reactie Groep wijziging Telecommunicatiewet (implementatie herziene Telecomrichtlijnen) Groep 28 mei 2010 Feyo Sickinghe INLEIDING 1. Deze reactie volgt artikelsgewijs het concept wetsvoorstel wijziging

Nadere informatie

ECGR/BAMM/U200701189 Lbr.07/83

ECGR/BAMM/U200701189 Lbr.07/83 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. ECGR (070) 373 8020 onderwerp Eigendom netten Wijziging Telecommunicatiewet uw kenmerk ons kenmerk ECGR/BAMM/U200701189 Lbr.07/83 bijlage(n)

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 Tw oud versus nieuw

Hoofdstuk 5 Tw oud versus nieuw Aanbieder: bij ontbreken definitie werd vaak registratie bij OPTA gehanteerd als richtlijn. Gedoogplicht: gold voor eenieder. - Geen termijn bepaald voor in gebruik nemen aangelegde kabels: redelijke termijn

Nadere informatie

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van netwerken te verbeteren (Wet verbetering netwerken)

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van netwerken te verbeteren (Wet verbetering netwerken) Wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van netwerken te verbeteren (Wet verbetering netwerken) ONTWERP VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord...v

INHOUD. Voorwoord...v INHOUD Voorwoord...v Ondergrondse constructies in het Belgische goederenrecht Vincent Sagaert...1 1. Inleiding...1 2. Veelheid aan wettelijke regelingen in de ondergrond...2 2.1. Regelgeving in verband

Nadere informatie

Toelichting Telecommunicatieverordening. Inleiding. Lege buizen. Gedoogplicht openbare gronden. Aanbieder netwerk

Toelichting Telecommunicatieverordening. Inleiding. Lege buizen. Gedoogplicht openbare gronden. Aanbieder netwerk Toelichting Telecommunicatieverordening Inleiding Op 1 februari 2007 is in werking getreden een wijziging van de Telecommunicatiewet (Stb. 2007,17). De wijzingen betreffen met name hoofdstuk 5 van de wet:

Nadere informatie

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden.

Voor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden. Bijlage bij DB/ AB-voorstel project Duikwrak Grevelingen In de vergadering van 1 juli 2010 heeft het DB van het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen kennis genomen van de voortgang van het project

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS

HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS HOOFDSTUK 5. AANLEG, INSTANDHOUDING EN OPRUIMING VAN KABELS 5.1 De gedoogplicht 5.1.1 Algemene bepalingen Artikel 5.1 In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder een aanbieder van een

Nadere informatie

TOELICHTING. Medegebruik van voorzieningen. Pagina 1/6

TOELICHTING. Medegebruik van voorzieningen. Pagina 1/6 TOELICHTING Algemeen Deze verordening bevat regels met betrekking tot de uitvoering van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen. Twee regimes voor kabels

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 974 Wijziging van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en de Kadasterwet in verband met de inschrijving in de openbare registers van netwerken

Nadere informatie

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Eind 2013 is er een tweetal incidenten geweest in midden Limburg, waarbij door graafwerkzaamheden een ondergrondse leiding is geraakt. Hierdoor verontreinigde

Nadere informatie

Verordening Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven 2014

Verordening Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven 2014 CVDR Officiële uitgave van Eindhoven. Nr. CVDR325650_1 3 april 2018 Verordening Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven 2014 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend,

Nadere informatie

Aanloop tot wetswijziging

Aanloop tot wetswijziging De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 239 Wijziging van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES in verband met de uitvoering van het op 28 mei 1999 te Montreal tot stand gekomen Verdrag

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN Besluit van. tot wijziging van het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen in verband met in verband met de wijziging van artikel 12.1 Telecommunicatiewet NOTA VAN TOELICHTING I. ALGEMEEN

Nadere informatie

Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op

Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op Telecommunicatieverordening gemeente Almere 2008 Zoek regelingen op overheid.nl Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! Gemeente Almere Telecommunicatieverordening gemeente

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17546 28 juni 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 21 juni 2013, nr. 2013-0000352681 tot wijziging

Nadere informatie

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel Vaststelling Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2011 dvh/kd

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel Vaststelling Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2011 dvh/kd gemeente Eindhoven Realisatie & Beheer, Beheer Openbare Ruimte Raadsnummer Inboeknummer 10bst02054 Beslisdatum B&W Dossiernummer OplegvelRaadsvoorstel Vaststelling Verordening kabels en leidingen gemeente

Nadere informatie

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van opzegging van erfpacht te verbeteren (Wet verbetering opzegging erfpacht)

Wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van opzegging van erfpacht te verbeteren (Wet verbetering opzegging erfpacht) Wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van opzegging van erfpacht te verbeteren (Wet verbetering opzegging erfpacht) ONTWERP VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) RTD C / /3.B1333 ENERGIEKAMER Aan NauthaDutilh N.V. T.a.v. mr. H. Kerstholt Postbus 1110 3000 BC ROTTERDAM Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 53083442 RTD C 696033 / 17103155/3.B1333 Onderwerp Verzoek om een informele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 212 Besluit van 22 mei 2017 tot wijziging van het Besluit burgerlijke stand 1994 in verband met de akte als bedoeld in artikel 19i, eerste lid,

Nadere informatie

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijk 2016

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijk 2016 Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Noordwijk 2016 De raad van gemeente Noordwijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 juni 2016; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 745 Wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (evaluatie WION en regeling bevoegde rechter) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Voorstel aan de Gemeenteraad

Voorstel aan de Gemeenteraad 14-11-2013 Onderwerp Voorbereidingsbesluiten Beleidsveld Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder H.J.W. Mulder Vragen bij H. Laheij Dienst Dienst Stedelijke Ontwikkeling Telefoon 036 5484386

Nadere informatie

Bespreking van het preadvies van dr. Rosalie Koolhoven, LLM

Bespreking van het preadvies van dr. Rosalie Koolhoven, LLM Gebouwen en hun bestanddelen in een meer circulair goederenrecht Bespreking van het preadvies van dr. Rosalie Koolhoven, LLM Hans Heyman VBR Jaarvergadering - 7 december 2018 - Twitter en Sli.do: #VBR18

Nadere informatie

De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW

De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW Auteur: Mw. mr. P.J. van der Plank, Als docent Notarieel Recht en Goederenrecht werkzaam aan het Molengraaff

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 29 834 Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met een herziening van het nationale beleid ten aanzien van de aanleg van kabels ten dienste

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Ministerie van Justitie en Veiligheid Ingediend op https://www.internetconsultatie.nl/moderniseringpersonenvennootschap Amsterdam, 29

Nadere informatie

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Krimpen aan den IJssel 2016

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Krimpen aan den IJssel 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Krimpen aan den IJssel. Nr. 49801 25 april 2016 Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Krimpen aan den IJssel 2016 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik Aanhef De raad van de gemeente Bunnik; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014; gelet op artikel

Nadere informatie

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Utrechtse Heuvelrug (AVOI Utrechtse Heuvelrug)

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Gemeente Utrechtse Heuvelrug (AVOI Utrechtse Heuvelrug) Behoort bij raadsvoorstel 2014-004, titel: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Gemeente Utrechtse Heuvelrug 2014 De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gelet op het voorstel van Burgemeester

Nadere informatie

KMA / 7 Overdracht zakelijke rechten Bergum Drachten 807 (Liander Nadine)

KMA / 7 Overdracht zakelijke rechten Bergum Drachten 807 (Liander Nadine) Blad 1 van 14 KMA - 20113083 / 7 Overdracht zakelijke rechten Bergum Drachten 807 (Liander Nadine) - 1 Vandaag, tweeëntwintig december tweeduizend en veertien, verscheen voor mij, mr. Johan Jozef Henry

Nadere informatie

Horizontale natrekking door een net en het belang van bijzondere wetten bij de beoordeling of sprake is van natrekking

Horizontale natrekking door een net en het belang van bijzondere wetten bij de beoordeling of sprake is van natrekking Horizontale natrekking door een net en het belang van bijzondere wetten bij de beoordeling of sprake is van natrekking Een analyse naar aanleiding van HR 5 januari 2018, ECLI:NL:HR:2018:1 en ECLI:NL:HR:2018:12

Nadere informatie

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik mr. B.C. Mouthaan s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 739 Regels over de informatie-uitwisseling betreffende bovengrondse en ondergrondse infrastructuur van netten en netwerken ter voorkoming van

Nadere informatie

3. Bij e-mail van 1 juli 2014 heeft ACM de ontvangst van het verzoek van Ymere bevestigd.

3. Bij e-mail van 1 juli 2014 heeft ACM de ontvangst van het verzoek van Ymere bevestigd. Ons kenmerk: ACM/DTVP/2014/204149 Zaaknummer: 14.0761.35 Datum: 21 augustus 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt waarbij het verzoek van woningcorporatie Ymere om een beschikking als bedoeld

Nadere informatie

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving?

Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? Wijziging van artikel 15ad Wet Vpb Einde aan de excessen of onnodig complexe wetgeving? (verkorte versie ten behoeve van de internetconsultatie Enkele wijzigingen van specifieke renteaftrekbeperkingen

Nadere informatie

WELKE WET NEEMT DE LEIDING BIJ DE AANLEG EN INSTANDHOUDING VAN EEN NET?

WELKE WET NEEMT DE LEIDING BIJ DE AANLEG EN INSTANDHOUDING VAN EEN NET? WELKE WET NEEMT DE LEIDING BIJ DE AANLEG EN INSTANDHOUDING VAN EEN NET? Afstudeerverslag: M. (Marc) van Uden Studentnummer: 850238400 Afstudeerbegeleider: Prof. Mr. R.F.H. Mertens Contactgegevens: M. van

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Hierbij ontvangt u de beslissing op het bezwaarschrift.

Hierbij ontvangt u de beslissing op het bezwaarschrift. Bij faxbericht van 7 februari jl. (kenmerk JZ/CdM) heeft u namens KPN Telecom B.V. (hierna: KPN) bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Opstalrechten

Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

Wijziging van de Mijnbouwwet (regels voor afsplitsing betreffende vergunningen voor het winnen van koolwaterstoffen die voor 1965 zijn verleend)

Wijziging van de Mijnbouwwet (regels voor afsplitsing betreffende vergunningen voor het winnen van koolwaterstoffen die voor 1965 zijn verleend) Wijziging van de Mijnbouwwet (regels voor afsplitsing betreffende vergunningen voor het winnen van koolwaterstoffen die voor 1965 zijn verleend) MEMORIE VAN TOELICHTING (concept-datum) I. ALGEMEEN 1. Aanleiding

Nadere informatie

Algemene voorwaarden Opstalrechten

Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Den Haag, 21 juni 2006 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer

Nadere informatie

Beperkte rechten en het stapelen ervan

Beperkte rechten en het stapelen ervan Pagina 16 HOOFDARTIKEL VASTGOED Mr. M.E. (Mervyn) Odink en mevrouw mr. R.H. (Romy) Brandriet' Beperkte rechten en het stapelen ervan 2019-0056 Nederland verduurzaamt! Er wordt geïnvesteerd in steeds groenere

Nadere informatie

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;

De Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet; CONCEPT Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende nadere regels met betrekking tot het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van de eigendom van elektriciteitsnetten

Nadere informatie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie

Voorlopig oordeel inzake interconnectie Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/IBT/2003/203596 Datum Onderwerp Bijlage(n) Interconnectieplicht Voorlopig oordeel inzake interconnectie Het college van de Onafhankelijke Post

Nadere informatie

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 15 januari 2013 nummer: 2013_BW_00031 Onderwerp vaststellingsovereenkomst recreatiewoningen Kaag Resort - vormend Beknopte samenvatting

Nadere informatie

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum 1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting

Artikelsgewijze toelichting Algemene toelichting Voornaamste doel van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur (hierna ook: AVOI) is de realisatie van één uniform regime voor al het werk in openbare gronden om de gewenste

Nadere informatie

Reactie NautaDutilh. Reactie NautaDutilh op het ambtelijk voorontwerp voorstel

Reactie NautaDutilh. Reactie NautaDutilh op het ambtelijk voorontwerp voorstel Reactie NautaDutilh consultatie Wet bestuur en toezicht rechtspersonen Reactie NautaDutilh op het ambtelijk voorontwerp voorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen NautaDutilh N.V. Marianne de Waard-Preller

Nadere informatie

Het opstalrecht en erfpachtrecht als instrumenten voor meervoudig ruimtegebruik

Het opstalrecht en erfpachtrecht als instrumenten voor meervoudig ruimtegebruik Het opstalrecht en erfpachtrecht als instrumenten voor meervoudig ruimtegebruik Boek 5 BW Gestapeld bouwen heeft de laatste decennia een vlucht genomen. Niet alleen vanwege grondschaarste, maar ook vanwege

Nadere informatie

MODEL AKTE VAN WIJZIGING SPLITSING

MODEL AKTE VAN WIJZIGING SPLITSING MODEL AKTE VAN WIJZIGING SPLITSING (MET TOELICHTING) Heden, *, verscheen voor mij, *, notaris te *: Hier worden de comparanten vermeld, zijnde de eigenaars van alle appartementsrechten het gebouw. Gegevens

Nadere informatie

Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen.

Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen. Besluit overdrachtsbelasting Nieuwe goedkeuringen. Den Haag, 30 juni 2014 Het besluit nr. BLKB/2014/194M van 3 juni 2014 vervangt het besluit van 14 december 2011, nr. BLKB2011/1803M en bevat beleid over

Nadere informatie

De werking van het nemo-plusbeginsel bij vestiging van erfpacht/ opstal op een appartementsrecht

De werking van het nemo-plusbeginsel bij vestiging van erfpacht/ opstal op een appartementsrecht Mr. P.C.M. Kemp* De werking van het nemo-plusbeginsel bij vestiging van erfpacht/ opstal op een appartementsrecht Over de beperkingen bij toepassing van artikel 5:118a BW In de onderhavige bijdrage staat

Nadere informatie

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen. Gemeente Steenwijkerland

Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen. Gemeente Steenwijkerland Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Steenwijkerland Versie 1.0 juli 2016 1. Inleidende bepalingen 1.1. Begripsbepalingen De begripsbepalingen van de Algemene verordening ondergrondse

Nadere informatie

Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: 09630 Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Plaats uitspraak: Zaandam in het geschil tussen: Bindend Advies de heer en mevrouw H.R. Kuils en R.J. Kuils- de Koning te Hellevoetsluis verder te noemen:

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Den Haag, 21 april 2017 dossiernummer: 103601 uw kenmerk: telefoonnummer: +31 (0)70 335 35 61 e-mail: m.deregt@advocatenorde.nl Betreft: consultatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 621 Regels met betrekking tot de productie, het transport en de levering van elektriciteit (Elektriciteitswet...) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en

Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en Verordening op de heffing en invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2014 Status In werking Algemene informatie Deze verordening regelt de hoogte, de heffing en invordering van

Nadere informatie

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/129706

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN@ Kreken van Nibbeland te Zuidland@ (Fase 3.1, kavels 20 tot en met 33)@

ALGEMENE VOORWAARDEN@ Kreken van Nibbeland te Zuidland@ (Fase 3.1, kavels 20 tot en met 33)@ Fokkema Linssen Blad 1 Notarissen te Rotterdam Concept d.d. 25-11-2015 ALGEMENE VOORWAARDEN@ Kreken van Nibbeland te Zuidland@ (Fase 3.1, kavels 20 tot en met 33)@ Heden, @, verscheen voor mij, mr. @,

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van PM 2018 tot wijziging van het Besluit servicekosten in verband met de verduidelijking van de doorberekening van kosten voor het leveren van warmte als servicekosten Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen)

Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen) Artikel 2. Overdracht en licentie (algemeen) 1. Het auteursrecht gaat over bij erfopvolging en is vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht. 2. De maker, of zijn rechtverkrijgende, kan aan een derde

Nadere informatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Advies Aanpassingswet normalisering rechtspositie ambtenaren De minister van Justitie en Veiligheid mr. F.B.J. Grapperhaus Postbus 20301 2500 EH Den Haag Afdeling HRM&OO bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Bij de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van de Implementatiewet richtlijn consumentenrechten (hierna: de implementatiewet) 1 heb ik toegezegd op korte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 614 Wijziging van titel 5.9 (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon. *17it.02805* Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon heeft van 5 oktober tot en met 15 november 2017 ter inzage gelegen. Gedurende

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting.

Overdrachtsbelasting. Overdrachtsbelasting. Vanuit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zijn vragen gesteld over de tijdelijke verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen (zie het besluit

Nadere informatie

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING

WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING Dat het vaststellen van overgangsrecht bij nieuwe wet- en regelgeving niet altijd een gemakkelijke opgave is, bleek al met de invoering van de nieuwe Wet

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85575

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:392

ECLI:NL:RBOBR:2016:392 ECLI:NL:RBOBR:2016:392 Instantie Datum uitspraak 03-02-2016 Datum publicatie 18-02-2016 Zaaknummer 15_2205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie.

Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie. Conceptwettekst modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen t.b.v. internetconsultatie. De modernisering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen leidt

Nadere informatie

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Wijk bij Duurstede

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Wijk bij Duurstede Raadsbesluit De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013, nr. 20130625 8 RV gelet op de artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301

Nadere informatie

College 1: Algemene inleiding:

College 1: Algemene inleiding: College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de

Nadere informatie

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op

VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op VERORDENING op de heffing en de invordering van belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen?

PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen? PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen? Bij het ter perse gaan van deze tweede nieuwsbrief ligt de ontwerp NEN 3569, handelend over vlakglas voor gebouwen, voor commentaar ter inzage.

Nadere informatie

Gemeente/Verkoper en Panopticon/Koper hierna gezamenlijk te noemen: "Partijen".

Gemeente/Verkoper en Panopticon/Koper hierna gezamenlijk te noemen: Partijen. F518/F999/31006123 Versie 5 juni 2018 ALLONGE BEHORENDE BIJ DE KOOPOVEREENKOMST D.D. 14 MAART 2017 Koepelgevangeniscomplex Haarlem De ondergetekenden: 1. de publiekrechtelijke rechtspersoon: Gemeente Haarlem,

Nadere informatie

MODEL-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKE- LIJK RECHT VAN OPSTAL betreffende een WONING.

MODEL-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKE- LIJK RECHT VAN OPSTAL betreffende een WONING. KEUZEBLOK INVULBLOK MODEL-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKE- LIJK RECHT VAN OPSTAL betreffende een WONING. Partij 1, hierna aangeduid als grondeigenaar Partij

Nadere informatie

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd.

BESLUIT. 3. De Raad heeft wegens de hiervoor in randnummer 1 genoemde overtreding aan Bouwbedrijf P. Moll B.V. een boete opgelegd. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3938_650/35 Betreft zaak: B&U-sector / Beheermaatschappij P. Moll Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op de bezwaren

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen van de nieuwe Telecommunicatieverordening Oirschot 2010.

Onderwerp Vaststellen van de nieuwe Telecommunicatieverordening Oirschot 2010. Raadsvoorstel Bevoegdheid Raad Vergadering Gemeenteraad Oirschot Vergaderdatum: 28 juni 2010 Registratienummer: 2010/42 Agendapunt nummer: 9 Onderwerp Vaststellen van de nieuwe Telecommunicatieverordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 323 Besluit van 22 juni 2011 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft in verband met de implementatie van titel

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Dongen 2017 De raad van de gemeente Dongen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 januari 2017. overwegende dat het wenselijk is om

Nadere informatie

Onderwerp Voorstel tot het vaststellen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) gemeente Olst-Wijhe

Onderwerp Voorstel tot het vaststellen van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur (AVOI) gemeente Olst-Wijhe Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Voorstelnummer Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 19 januari 2015 8 2015/02 n.v.t. wethouder M. Blind Kenmerk 14.408410

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 974 Wijziging van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek en de Kadasterwet in verband met de inschrijving in de openbare registers van netwerken

Nadere informatie

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.707/3 van 18 januari 2018 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 1999

Nadere informatie

Verordening Werkzaamheden Kabels en Leidingen 2014

Verordening Werkzaamheden Kabels en Leidingen 2014 Verordening Werkzaamheden Kabels en Leidingen 2014 Auteur: Nicole van Eck (naar modelverordening VNG) Afdeling: Team Beheer, vakgroep Kabels en Leidingen Versienummer: 1.0 Datum: 03 april 2014 Corsanummer:

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie