Wereldwijs Wereldwijs Wereldwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wereldwijs Wereldwijs Wereldwijs"

Transcriptie

1 2 HV AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 2 HV Wereldwijs helpt je te verklaren wat je om je heen ziet. Geografische egrippen en theorieën leggen we uit aan de hand van concrete vooreelden in landen en geieden. Door te lezen, opdrachten te maken, maar vooral goed te kijken, krijg je een steeds eter eeld van de wereld waarin je leeft. werkoek AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW werkoek Wereldwijs maakt het mogelijk om het este uit jezelf te halen. Met de adviestoets kun je controleren in hoeverre je de leerstof eheerst. Daarna kun je lessen op je eigen niveau volgen: herhalen, verdiepen of zelfs een paragraaf op een hoger niveau maken. Met Wereldwijs ga je gemakkelijk zelfstandig aan de slag. Of je vanuit het oek of online werkt, de heldere structuur houdt het altijd overzichtelijk. Zo weet je precies wat je moet leren voor de toets en kun je een goed resultaat ereiken. ISBN ISBN _OM.indd :06

2 Inhoud 1 Kaart en atlas voor gevorderden 3 Basis 1 De aarde vanuit het heelal 4 2 Plaats- en tijdepaling 6 3 Geografisch Informatiesysteem 9 Samenvatting 11 2 Nederlandse landschappen 12 Basis 1 Het Nederlandse landschap 13 2 Het zandlandschap 15 3 Het lösslandschap 17 4 Het veenlandschap 20 5 Het zeekleilandschap 23 6 Het rivierenlandschap 26 Extra 7 Het duinlandschap 29 8 Kijken naar je eigen landschap 31 Plus 9 Geologie 33 Samenvatting 36 3 Europa 37 Basis 1 Europese Unie 38 2 Verschillen in welvaart 40 3 Werken in de Europese Unie 42 4 Verkeer en vervoer 45 5 Eenwording of verrokkeling 48 6 Samenwerking in de grensgeieden 51 Extra 7 Grenzen in Europa 54 8 Jouw favoriete land in Europa 56 Plus 9 Europese Unie en gloalisering 58 Samenvatting 61 4 Conflicten 62 Basis 1 Israël en de Palestijnse geieden 63 2 Langdurige conflicten 65 3 Grenzen 68 4 Religieuze en etnische conflicten 71 5 Gevolgen van conflicten 73 6 Oplossingen voor conflicten 76 Extra 7 De strijd om water 78 8 Kosovo 81 Plus 9 Aardolie: ron van conflicten? 83 Samenvatting 86 5 Nederland verandert 87 Basis 1 De Randstad 88 2 Steden veranderen 90 3 Landelijke geieden 93 4 Verkeer 96 5 De strijd tegen het water 99 Extra 6 Ruimtelijke ordening Veranderingen onderzoeken met kaarten 104 Plus 8 De stad weer in trek 106 Samenvatting Turkije en Marokko 110 Basis 1 Landenvergelijking: Turkije en Marokko Turkse en Marokkaanse landschappen Europese Unie Conflicten Turkije en Marokko veranderen 119 Stappenplan 121 Topografie Nederland (landschappen) 122 Topografie Europese Unie 124 Topografie Midden-Oosten 126 Topografie Randstad 128 Topografie Turkije en Marokko 130 Werkladen 132 2

3 2 Nederlandse landschappen _h2.indd :37

4 Basis Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 1Het Nederlandse landschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kent de namen van de tijdvakken waarin het Nederlandse landschap is gevormd. Je kunt ij elk landschap aangeven wie de natuurlijke maker(s) is (zijn). Je kent het verschil tussen natuur- en cultuurlandschap. Je kent de topografie van de verschillende Nederlandse landschappen. 1 Het egrip landschap is een moeilijk egrip. Er zijn allerlei eschrijvingen. Een van die omschrijvingen is: het zichtare deel van het aardoppervlak. Maar ook op die omschrijving valt veel af te dingen. a Bespreek met een klasgenoot wat volgens jullie de juiste omschrijving van het egrip landschap is. Geruik een apart laadje. Schrijf samen een aantal zaken op die je aan het aardoppervlak ziet en die ij het landschap horen. Schrijf ook een aantal zaken op die je aan het aardoppervlak ziet, maar die niet ij het landschap horen. c Bespreek jullie antwoord met de rest van de klas en met je docent. 4 a Kruis de landschappen aan die (grotendeels) in Hoog- Nederland liggen. zeekleilandschap zandlandschap lösslandschap duinlandschap hoogveenlandschap laagveenlandschap Van welk landschap liggen er grote delen in zowel Laagals Hoog-Nederland? c Geef in figuur 1 ieder landschap een eigen kleur. Geruik de kleuren van ron 1. Kleur ook de legenda. figuur 1 Zandlandschap Lösslandschap Laagveenlandschap Hoogveenlandschap Zeekleilandschap Rivierenlandschap Duinlandschap De Nederlandse landschappen. 2 Bron 1 geeft een overzicht van de Nederlandse landschappen. a De indeling van onze landschappen is vooral geaseerd op de: ouderdom. grondsoort. oppervlakte. plantengroei. Zet de zeven Nederlandse landschappen op volgorde. Zet het landschap met de grootste oppervlakte voorop. LAAG-NEDERLAND HOOG-NEDERLAND 3 Geruik figuur 1. Nederland hoort vrijwel helemaal tot het laagland. Toch kun je ons land verdelen in Hoog- en Laag-Nederland. a Waar ligt de grens tussen Hoog- en Laag-Nederland? Die lijn geeft aan tot waar Nederland ij vloed e zou overstromen als er geen duinen of dijken waren. c Kleur die lijn in figuur 1 rood. 5 Bekijk nogmaals ron 1. a Het hoogste punt van Nederland ligt in het - landschap. Dat is de met een hoogte van meter. Geef dit punt in figuur 1 aan met de letter V. c Het laagste punt van Nederland ligt in het - landschap. Dat is de. Die ligt meter eneden oven NAP. d Geef dit punt in figuur 1 aan met de letter Z. 13

5 6 Vul de namen van de juiste landschappen in. a Deze landschappen zijn ontstaan in ijzige tijden: Deze landschappen zijn gevormd uit levend materiaal: Het Pleistoceen en het Holoceen worden ieder weer verdeeld in drie tijdvakken. Geef in het schema hieronder een tijdvak en het kenmerk dat daarij hoort steeds dezelfde kleur. 7 Maak de juiste cominaties door kleuren of pijlen. a Oudste landschap van Nederland Landschap dat is gevormd door natuurkrachten c Landschap dat vooral is gevormd door de mens d Jongste landschappen van Nederland 1 Cultuurlandschap 2 Duin- en zeekleilandschap 3 Natuurlandschap 4 Zandlandschap HOLOCEEN PLEISTOCEEN Laat- Holoceen Midden- Holoceen Vroeg- Holoceen Laat- Pleistoceen Midden- Pleistoceen Vroeg- Pleistoceen De helft van Nederland ligt onder landijs. Rivieren stromen over de droge Noordzeeodem. Nederland heeft mooie, aaneengesloten kustlijn. De zee herovert het noorden en zuidwesten van ons land. IJzige noordenwinden jagen over ons land. Heel Laag-Nederland is overstroomd door zee. 8 In ron 3 zie je twee foto s van het duinlandschap. a Vergelijk de foto s en geef een korte eschrijving. Geruik daarij de woorden natuurlandschap en cultuurlandschap. c Waarom staat in het schema het oudste tijdvak onderaan en het jongste ovenaan? 10 Maak de topografie over de Nederlandse landschappen achter in dit werkoek. c Op foto a zie je de invloed van de mens, namelijk Geef twee redenen waarom hier toch sprake is van een natuurlandschap. 11 Maak de Google Earth-opdracht over de Nederlandse landschappen. Plus 12 Geruik de atlaskaart Nederland Grondsoorten. a Welke grondsoorten komen in jouw provincie voor? 9 Bekijk ron 2. De geschiedenis van het ontstaan van het landschap wordt verdeeld in tijdvakken. a Vul de namen van de tijdvakken en de jaartallen in. Tijd van de ijstijden:. Duurde van jaar geleden tot jaar geleden. Tijd na de ijstijden:. Duurt van jaar geleden tot Schets op een apart laadje jouw provincie. Teken daarin de grondsoorten die in jouw provincie voorkomen. Zet een kruisje op de plek van jouw woonplaats. Vergeet de legenda niet! 14

6 Basis Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 2Het zandlandschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt uitleggen hoe het stuwwallenlandschap ontstaan is. Je kunt uitleggen hoe het dekzandlandschap ontstaan is. Je kent het verand tussen de grondwaterspiegel en het odemgeruik. Intro 1 Bekijk ron 1. Kruis de juiste ewering aan. Het zandlandschap is overal tamelijk vlak. Het zandlandschap is het grootste landschap van Nederland. Tijdens een ijstijd ligt de temperatuur het hele jaar ver onder het vriespunt. Het Pleistoceen is de tijd van de ijstijden en wordt in Nederland ingedeeld in zes tijdvakken. 2 Geruik figuur 1 en ekijk ron 3 van paragraaf 1. a Kleur in figuur 1 het zandlandschap lichtgeel. Ook de duinen langs onze kust estaan uit zand. Kleur het duinlandschap donkergeel. c De duinen zijn veel ouder jonger dan het overige zandlandschap. figuur 1 Het zandlandschap in Nederland. zandlandschap duinlandschap stuwwallen 3 Geruik de atlaskaart Nederland Reliëf. Vul de ontrekende woorden en getallen in. a De duinen liggen ijna overal langs Het hoogste duin ligt in de provincie Noord-Holland en is meter hoog. Bij Haarlem is het duingeied ongeveer kilometer reed. c De duinenrij tussen Hoek van Holland en Den Helder is op één plaats onderroken. Daar is een aangelegd. Dat is de Nederland in het Pleistoceen 4 Tijdens het Midden-Holoceen kwam het landijs ongeveer tot de HUN-lijn (Haarlem-Utrecht-Nijmegen). a Kleur in figuur 1 de HUN-lijn rood. Noteer ij de eschrijvingen hierna het juiste egrip. Kies uit: keileem zwerfstenen landijs. Onmerkaar langzaam, maar niet te stoppen en 100 meter dik kwam het uit het noorden aanschuiven: Ze zijn vastgevroren in het landijs of er ovenop vervoerd: Dit materiaal estaat uit taaie leem met daarin iets grotere keien en is fijngemalen onder de loodzware ijsmassa: 5 a Waarom worden keileem en zwerfstenen glaciale sedimenten genoemd? Glaciale sedimenten die door (land)ijs zijn neergelegd heen min of meer dezelfde grootte zijn heel verschillend qua grootte. Je zegt ook wel: glaciale sedimenten estaan uit gesorteerd ongesorteerd materiaal. c Geieden met keileem in de ondergrond heen een goede slechte afwatering, omdat 6 In het Midden-Pleistoceen werden ook de stuwwallen gevormd. Dat geeurde in drie fasen (ron 1 en 2). Zet achter de eschrijvingen de naam van het tijdvak. Als een ulldozer duwde het landijs zand en grind voor zich uit. Toen het ijs zich terugtrok, leven er mooie heuvelruggen achter. In Nederland heerste een koud toendraklimaat. De Noordzee lag droog. Machtige, snelstromende rivieren 15

7 vervoerden veel smeltwater en zetten grof materiaal af. Dit zand en grind vormt nu de ondergrond van vrijwel heel Nederland en wordt de puinwaaier genoemd. c Schrijf in figuur 2 een M op de plaats van de Mookerhei en een G op de plaats van Groeseek. In de stuwwal zijn droge dalen gevormd, zoals het Zevendal. Leg uit hoe die zijn ontstaan. 7 In ron 1 zie je hoe dekzand gevormd werd. a Vul de juiste woorden in. Kies uit: plantengroei sprongetjes zwaar Laat-Pleistoceen deken eolisch sediment noordenwinden. Het dekzand is afgezet in het. Toen joegen ijzige over ons land. Dekzand is vrij grof en. Daarom wordt het met kleine vervoerd. Het wordt door de wind als een golvende over het land afgezet. Het is dus een. Het zand leef liggen op de plaatsen waar een klein eetje aanwezig was. Zijn de volgende uitspraken goed of fout? In Zuid-Limurg is geen dekzand afgezet. Dit komt onder andere doordat Zuid-Limurg hoog ligt. In Laag-Nederland ligt vrijwel geen dekzand aan de oppervlakte. Dit komt doordat het zand daar edekt is met jongere sedimenten. 8 Geruik de atlaskaart Nederland Zandlandschappen. a Bij het esdorp Vragender liggen de akkers op hooggelegen laaggelegen gronden. Dat komt doordat akkerouwgewassen wortels heen die vooral horizontaal verticaal groeien. Deze gewassen groeien dus eter in geieden met een hoge lage grondwaterstand. Kruis de juiste zinnen aan. Langs eken (zoals de Vragendereek) is de grondwaterstand hoog. De wortels van gras groeien vooral horizontaal. Op deze natte gronden doet grasland het dus goed. De hogere delen van de stuwwal ij Holten heen een heel lage grondwaterstand. Daarom zijn die egroeid met os. Datzelfde geldt voor de steile westhelling van de stuwwal. c De karakteristieke nederzettingsvorm op de zandgronden is het esdorp. Wat is een es? Het Rijk van Nijmegen 9 In figuur 2 zie je een schematische tekening van ron 3. a Kleur de plaats waar het landijs gelegen heeft lauw, de stuwwal geel en de rest van het geied (waar geen ijs 16 heeft gelegen) groen. figuur 2 De stuwwal ij Nijmegen. 10 Bekijk nogmaals ron 3 en figuur 2. a Er wordt een put gegraven ij De Bruuk en ook een op de Wolfserg. Welke put zal de este echoput zijn? Leg uit waarom. Je maakt een oring in het tongekken van Groeseek. Wat zul je achtereenvolgens aantreffen? dekzand zand en grind keileem dekzand keileem zand en grind zand en grind keileem dekzand 11 Maak de herhalingsles ij paragraaf 1 en 2. Plus 12 Geruik de werkladen Esdorpen (1) en Esdorpen (2) achter in dit werkoek. a Knip de vijf kaartjes met kenmerken van het esdorp uit het eerste werklad. Plak ze vervolgens in het juiste vak ij de figuur op het tweede werklad. c Geef met een markeerstift op ieder kaartje de hoofdzaken aan (maximaal drie).

8 Basis Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 3Het lösslandschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt uitleggen waarom het Zuid-Limurgse landschap een opgeheven plateaulandschap is. Je kunt uitleggen hoe steenkool en kalksteen (mergel) gevormd werden. Je kunt uitleggen hoe het lösslandschap ontstaan is in Zuid-Limurg. figuur 1 Het ontstaan van het landschap in Zuid-Limurg. Intro 1 Het Zuid-Limurgse landschap wijkt volgens de intro nogal af van de andere Nederlandse landschappen. a Wat is er kenmerkend aan het Zuid-Limurgse landschap? Kruis de juiste antwoorden aan. Het is een hoger gelegen geied. Het landschap is vlak en open. De dalen zijn diep en tamelijk recht. Veel geouwen zijn in vakwerkstijl geouwd. Je kunt er genieten van mooie vergezichten. Waar he je de mooiste vergezichten in Zuid-Limurg? midden op een plateau aan de rand van een plateau midden in een dal aan de rand van een dal A 2 Wat voor soort landschap zal voor de mensen uit Zuid- Limurg ongewoon zijn? B Een opgeheven plateaulandschap 3 Hoe is het Zuid-Limurgse landschap ontstaan? a Volgens de intro is het Zuid-Limurgse landschap een afwisseling van: diepe dalen en spitse ergtoppen. vlakke plateaus en scherpe ergkammen. kronkelende, diepe eekdalen en een hoger gelegen, vrij vlak plateau. Figuur 1 laat zien hoe dat landschap is ontstaan. Schrijf onder elk lokdiagram een korte uitleg. c Kleur in het laatste lokdiagram het plateau geel, de rivier lauw en de dalhelling groen. C Plateau Rivier Dalhelling 17

9 4 Bekijk ron 1. a In een diep gelegen rivierdal op het kaartje stroomt de. De naam van een groot plateau is het. Daartussen zit een hoogteverschil van meter. Op het plateau lopen de hoogtelijnen dicht ij ver uit elkaar. Het plateau is dus tamelijk vlak steil. Op de overgang van het plateau naar het dal lopen de hoogtelijnen dicht ij ver uit elkaar. Hier ligt dus een. Deze is egroeid met. Je spreekt daarom van een hellingos. Oudere sedimenten: steenkool en kalksteen 5 In Zuid-Limurg komen volgens de intro gesteenten voor die ouder zijn dan het Pleistoceen (2,5 miljoen jaar). a Welke twee gesteenten zijn dat en wat is hun ouderdom? Bekijk ook ron 3. Op welke plaatsen komen die oude gesteenten aan de oppervlakte? Kruis het juiste antwoord aan. op de hogere plateaus in groeves en dalwanden langs de oevers van de eken c In figuur 2 zie je waarom oude gesteenten in Zuid- Limurg veel dichter aan de oppervlakte liggen dan in ijvooreeld West-Nederland. Leg dat uit. 6 De ondergrond van Zuid-Limurg estaat op veel plaatsen uit kalksteen. a Hoe de kalksteen is ontstaan, ontdek je door de volgende woorden op de juiste plaats te zetten: ouwmateriaal krijt skeletten odem mergel St. Pieterserg Vaalsererg zee. Kalksteen is een soort. In Limurg wordt het genoemd. Dit gesteente is ontstaan toen Limurg estond uit een ondiepe, tropische. De dieren die daarin leefden, stierven en zakten daarna naar de. Uit hun werd een dikke laag kalksteen gevormd. Enkele ekende kalksteenheuvels zijn de ij Maastricht en de hoogste erg van ons land, de. Mergel is vroeger vaak geruikt als voor oerderijen, kerken en kastelen. In Zuid-Limurg wordt op meerdere plaatsen mergel gewonnen, want mergel is een grondstof voor de cementindustrie. Bij het graven werd in 2012 de kop van een enorm zeedier gevonden. De wetenschappelijke naam van dit zeedier is mosasaurus. Dat werd vertaald met Maashagedis. Geef twee redenen waarom de naam Maashagedis eigenlijk fout is. fi guur 2 Nederland maakt een kantelende eweging. Het scharnierpunt ligt in Midden-Limurg. 7 Voor het ontstaan van steenkool zijn speciale omstandigheden nodig. a Hieronder wordt het ontstaan van steenkool uitgelegd. Maar in iedere zin staat een fout. Vereter de fouten. In een droog geied is er een zeer weelderige, tropische plantengroei. De planten vergaan en komen onder water terecht. Omdat de dode planten daar afgesloten zijn van water, kunnen ze niet vergaan. Zo vormt zich kalksteen. Dat wordt edekt met dunne lagen sedimenten. De druk van de onderliggende lagen neemt steeds verder toe. 18 Daardoor daalt de temperatuur en ontstaat er eerst ruinkool en later steenkool.

10 c d De steenkool werd vroeger gewonnen in diepe. Die zijn nu gesloten, omdat de energieronnen en goedkoper zijn. Steenkool zit meestal diep in de grond, maar komt in Limurg ook op enkele plaatsen aan de oppervlakte voor, ijvooreeld in de -groeve. In het landschap herinneren stortergen nog aan de vroegere mijnouw. Deze kunstmatige ergen estaan vooral uit: steenkool van slechte kwaliteit. kalksteen die vrijkomt ij het graven van de mijnschachten. afvalsteen die ij het graven van gangen en schachten omhoogkomt. figuur 3 Het lösslandschap in Nederland. lösslandschap Jonger sediment: löss 8 Steenkool ligt in Zuid-Limurg nauwelijks aan de oppervlakte. En ook kalksteen vind je maar op weinig plaatsen. Bijna overal ligt er een dikke laag löss overheen. Daarom spreek je van het lösslandschap. a Bekijk ron 2. Kruis de juiste zinnen aan. In het Laat-Pleistoceen overheersten in ons land zuidenwinden. De wind verplaatste fijne korrels (löss) naar het zuiden. De löss werd hoog door de lucht vervoerd en in de luwte van de Zuid-Limurgse heuvels neergelegd. De fi jnste korreltjes (löss) werden het verst meegevoerd; de zwaardere korrels (dekzand) minder ver. In Zuid-Limurg was weinig vegetatie aanwezig om de löss vast te houden. Noem twee redenen waarom er plaatselijk ook een klein eetje löss voorkomt in het stuwwallengeied. Plus 10 Bekijk ron 2. Geruik de atlaskaart Nederland Löss- a en duinlandschappen. In Zuid-Limurg kun je twee nederzettingsvormen onderscheiden. Zet de volgende zinnen in de goede volgorde. 1 Dat geeurde op het hogere plateau. 2 Daarom worden ze plateaudorpen genoemd. 3 De oudste dorpen werden gesticht in de dalen. 4 Vanuit deze daldorpen werden later nieuwe nederzettingen gesticht. 5 Hier was water aanwezig en genoeg plaats om wegen aan te leggen. 9 Bekijk nogmaals ron 1. Geruik figuur 3. a Kleur in figuur 3 het geied waar de löss is afgezet oranje. Het lösslandschap is het kleinste Nederlandse landschap. Deze ewering is juist onjuist. c Löss is net als dekzand een eolisch glaciaal sediment. De goede volgorde is: Valkenurg is een -dorp. Sie een - dorp. c Vul het juiste odemgeruik in. Geef ook een korte toelichting. Plateau: Dal: Hellingen: 19

11 Basis Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 4Het veenlandschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt uitleggen hoe veen ontstaat. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen hoogveen en laagveen. Je weet waarom in laagveengeieden veenplassen en veenpolders voorkomen. Je kunt verklaren waarom er weinig over is van het hoogveen in Nederland. Intro 1 Veen is een ijzondere grondsoort. a Onder normale omstandigheden zullen plantenresten vergaan als ze afsterven. Waarom geeurt dat ij veen niet? Kruis de speciale kenmerken van veen aan. Veengrond estaat vooral uit water en is dus een slappe ondergrond. Veen is niet opgeouwd uit gesteenteresten. Bij veen is er geen sprake geweest van transport. Veen ontstaat ter plaatse. Veen ligt niet aan de oppervlakte. Op veengrond kun je niet lopen. en wilgen. De resten daarvan vormen het -veen. Deze drie veensoorten vormen samen het. Bij volledige verlanding wordt het voor planten steeds moeilijker om met hun wortels het te ereiken. De omstandigheden worden dus steeds. Er verschijnen planten die alleen van de voedingsstoffen in kunnen leven. De elangrijkste daarvan is het. Dat is de voornaamste vormer van het. De elangrijkste conclusie is dus: Laagveen is veen dat ontstaan is in een voedselrijk voedselarm milieu uit planten die leven van regenwater grondwater. Hoogveen wordt gevormd oven op. in een voedselrijk voedselarm milieu uit planten die leven van de voedingsstoffen in regenwater grondwater. figuur 1 Het ontstaan van hoogveen en laagveen. A Hoogveen en laagveen 2 Wat is het elangrijkste verschil tussen hoogveen en laagveen? Geruik figuur 1. a Vul de ontrekende woorden in. Kies uit: odem oever laagveen hoogveen regenwater grondwater moerasos waterplanten voedselarmer open riet- en zegge os veenmos. De veenvorming egint in water waarin voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn. Daarom groeien er, zoals waterlelies en gele plomp. Als die afsterven, zakken ze naar eneden en vormen het -veen. Daarna egint de plas langzaam dicht te groeien met -vegetatie. Zo ontstaan -veen. Als de plas ijna helemaal is verland, ontwikkelt zich een (of roekos) met vooral elsen B C D 20

12 3 Bekijk ron 1 van paragraaf 1. a Kleur in figuur 2 de laagveengeieden donkerpaars en de hoogveengeieden lichtpaars (of roze). Als je de oppervlaktes van hoogveen- en laagveenlandschap ij elkaar optelt, krijg je het grootste landschap van Nederland. Deze zin is juist onjuist. figuur 2 Het hoogveen- en laagveenlandschap. Laagveenlandschap Hoogveenlandschap 5 Hoe kon in het Midden-Holoceen op onze kustlijn een strandwal ontstaan? Dat weet je als je de volgende zinnen in de goede volgorde zet. 1 Dit herhaalde zich enkele keren, waardoor de strandwal steeds reder werd en een aaneengesloten geheel vormde langs onze kust. 2 In het Vroeg-Holoceen ereikte het zeewater onze huidige kust. Toen vertraagde de zeespiegelstijging. 3 In het Midden-Holoceen wierp de zee een nieuwe rij zandanken op aan de zeezijde van de eerste strandwal. 4 Na het Pleistoceen werd het klimaat warmer. Het landijs smolt en de Noordzee liep langzaam vol met water. 5 De randing wierp een rij zandanken op, ongeveer waar nu onze kust ligt. Bij vloed kon het zeewater nog wel in de erachter gelegen wadvlakte stromen. 6 Het zeewater kon nu niet meer in de wadvlakte stromen, waardoor die verzoette. De goede volgorde is Het Groene Hart en het Bargerveen 4 Bekijk samen met een klasgenoot ron 1. a Een andere naam voor laagveen is Bedenk samen hoe in het Midden-Holoceen laagveen gevormd werd en schrijf dat op. Geruik daarij de woorden wadvlakte en strandwal. 6 Bekijk ron 2, ron 1 van paragraaf 1 en de atlaskaart Nederland Rivierklei- en veenlandschappen. Je krijgt zo een goede indruk van hoe het laagveenlandschap er tegenwoordig uitziet. a Kruis de juiste zinnen aan. Er is nu een afwisseling van veenplassen en lage, natte weilanden. De veenplassen (ijvooreeld de Loosdrechtse Plassen) zijn ontstaan door het wegaggeren van veen. Dit werd gedroogd en als randstof geruikt ( turf ). In het Midden-Holoceen edekte het Hollandveen heel Laag-Nederland. Nu zijn er nog twee grote laagveengeieden over: het Hollands-Utrechtse en Fries-Overijsselse laagveengeied. De mens heeft het veen ontgonnen door er sloten in te graven. Daardoor zakte de odem enkele meters en kon men het water alleen nog afvoeren door veenpolders aan te leggen. Het Groene Hart estaat uit de Hollandse steden die geouwd zijn op Hollandveen. 21

13 Op laagveen vind je ijna uitsluitend grasland. Noem De ovenste veenlaag was ongeschikt voor de turfwin- twee redenen waarom er geen akkerouw plaatsvindt. ning. Deze werd vermengd met de zandgrond die vrijkwam. Dat mengsel noem je dalgrond. Het is tamelijk vruchtaar onvruchtaar en wordt vooral geruikt voor. Er worden vooral verouwd. 7 In het Holoceen werd een groot deel van Hoog-Nederland edekt met hoogveen. Slechte afwatering was altijd de oorzaak. a De oorzaak van die slechte afwatering was wel verschillend. Vul in: Noord-Nederland Zuid-Nederland. Bekijk ook figuur 3. c fi guur 3 De keileem in de ondergrond elemmert het wegzakken van het regenwater. Smeltwaterdalen uit de ijstijd stoven na de ijstijd gedeeltelijk dicht met zand. Daardoor ontstonden met water gevulde laagtes, waarin de veenvorming egon. De twee grootste hoogveengeieden van Nederland zijn het Oostermoer (Bargerveen) en de Peel. Schrijf deze namen op de juiste plaats ij vraag 7a. De overgeleven hoogveengeieden in ons land zijn nu allemaal eschermde Hoogveen ontstaat in geieden met een slechte afwatering. 9 Maak de herhalingsles ij paragraaf 3 en 4. Plus 10 Bekijk ron 2 en geruik de atlaskaart Nederland Rivierklei- en veenlandschappen. a De traditionele nederzettingsvorm in laagveengeieden is het laagveenontginningsdorp. Kruis de juiste zinnen aan. Dit dorp heeft een langgerekte vorm. De oerderijen zijn geouwd langs een riviertje in het laagveen. Achter ieder huis ligt een mooi vierkant perceel. Het dorp heeft nauwelijks een centrum. Veel vervoer vindt plaats per oot. Een mooi vooreeld van zo n dorp in ron 2 is en in de atlas is dat. Zo n dorp wordt ook wel een wegdorp genoemd, omdat c Er zijn heel veel sloten. Welke drie functies heen die? d Wat kun je afleiden uit de richting van de sloten? HONDSRUG OOSTERMOER keileem 8 In ron 3 en op de atlaskaart Nederland Rivierklei- en veenlandschappen zie je hoe het hoogveenlandschap er tegenwoordig uitziet. a Ruim 90% van het vroegere hoogveengeied is in rook opgegaan, omdat 11 Bekijk ron 3 en geruik nogmaals de atlaskaart Nederland Rivierklei- en veenlandschappen. a Typerend voor afgegraven hoogveengeieden is het hoogveenontginningsdorp of kanaaldorp. Het opvallendste kenmerk van zo n dorp is de Een mooi vooreeld van een kanaaldorp in ron 3 is en in de atlas c In de hoogveengeieden vond vroeger de ontwatering en de afvoer van turf plaats via d Het hoogveenlandschap estaat tegenwoordig uit kleine grote, langgerekte rechthoekige akkers en weiden. 22

14 Basis Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 5Het zeekleilandschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt uitleggen hoe oude en jonge zeeklei werden gevormd. Je kent de elangrijkste kenmerken van de geieden met oude zeeklei en jonge zeeklei. Je kent het verschil tussen zeepolders en droogmakerijen. Intro 1 Eigenlijk is het normaal dat Nederland zee is. Kruis aan welke eweringen ij die uitspraak passen. Nederland was tijdens het Pleistoceen en Holoceen heel vaak zee. Een groot deel van Nederland ligt onder het zeeniveau. Vroeger estond de hele wereld uit zee en Nederland dus ook. Grote delen van Nederland waren enkele eeuwen geleden nog zee. 2 Hoe is zeeklei ontstaan? a Als de zee ij vloed e het land overstroomt, neemt de stroomsnelheid steeds verder. Dan kunnen de fi jnere grovere sedimenten naar eneden zakken. Dat is. Dit is dus een marien sediment. Op onze kust tref je een ander sediment aan, namelijk zand. Proeer dat te verklaren. Welk verschil zie je als je dit zeekleigeied vergelijkt met Groningen en Friesland? Oude en jonge zeeklei 4 Bekijk de ronnen en geruik de atlaskaart Nederland Grondsoorten. a Vul in figuur 1 het onderdeel oude zeeklei in. Verklaar de hoogteligging van dit sediment. figuur 1 Oude zeeklei Bron Tijdvak Vorm van de strandwal Plaats en omstandigheden van sedimentatie Waar aan de oppervlakte? Oude en jonge zeeklei. c Dat zand wordt later door de aan de kust opgewaaid tot duinen. Duinen zijn elangrijk, omdat. Op plaatsen waar geen duinen zijn, heen we in ons land aangelegd. 3 Vergelijk de atlaskaart Nederland Cultuurlandschappen met de atlaskaart Nederland Reliëf. a Kijk naar de hoogteligging van het zeekleilandschap in Groningen, Friesland en Zeeland. Wat valt je op? Grof of fijn sediment? Hoogteligging Jonge zeeklei Bron Tijdvak Vorm van de strandwal Plaats en omstandigheden van sedimentatie Waar aan de oppervlakte? En kijk nu naar het zeekleilandschap van Noord- en Zuid-Holland. Vroeger lag hier een groot, vlak, moerassig geied dat een eetje op de Waddenzee leek: de wadvlakte. Grof of fijn sediment? Hoogteligging 23

15 5 Bekijk nogmaals de ronnen en de atlaskaart Nederland Grondsoorten. a Vul in figuur 1 het onderdeel jonge zeeklei in. Jonge zeeklei ligt oven onder NAP. Tegenwoordig wordt zeeklei uitendijks innendijks afgezet ij vloed. Daarij komt het water dus niet wel hoger dan NAP. Bij stormvloed komt het water nog veel hoger minder hoog en kan de zeeklei dus nog lager hoger worden afgezet. 6 Geruik figuur 2. a Kleur het zeekleilandschap in figuur 2. Geruik donkergroen voor oude zeeklei en lichtgroen voor jonge zeeklei. Kleur de hoogtelijn van NAP + 1 meter rood. c Het zeekleilandschap ligt helemaal in Laag-Nederland Hoog-Nederland. Toch kun je zeggen dat dat eigenlijk niet helemaal klopt voor het jongezeekleilandschap. Leg dat uit. d In figuur 3 zie je een schematische tekening van een droogmakerij. Zet de volgende woorden op de juiste plaats in de tekening: ringvaart ringdijk laagveen droogmakerij oude zeeklei molengang. 8 De IJsselmeerpolders zijn jongere droogmakerijen. Welke verschillen zijn er met de oude droogmakerijen? Vul in: juist onjuist. Het zijn drooggemalen delen van de zee. Er ligt jonge zeeklei aan de oppervlakte. Ze zijn drooggemalen met diesel- of elektrische gemalen. figuur 2 Het zeekleilandschap. Jonge zeeklei Oude zeeklei Noord-Friesland en de Schermer 7 Geruik de atlaskaart Nederland Waterstaatkundige werken Landaanwinning vanaf a De Schermer is een droogmakerij in de provincie c In de uurt van de Schermer liggen nog enkele droogmakerijen, namelijk: Kruis aan welke kenmerken deze oude droogmakerijen heen. Het zijn drooggemalen veenplassen. Ze zijn in de zeventiende eeuw drooggemalen met windmolens. Er is dus sprake van natuurlijke afwatering. fi guur 3 Schematische doorsnede van een droogmakerij. 24 oude zeeklei laagveen (Hollandveen)...

16 9 Bekijk nogmaals ron 2 en geruik de atlaskaart Nederland Zeekleilandschappen. De polders in Noord-Friesland zijn geen droogmakerijen, maar zeepolders. Vul de volgende woorden op de juiste plaats in: zeepolders terpen uitwateringssluizen ingepolderd opsliing natuurlijke gemalen terpdorp zeedijken. In Noord-Friesland eschermden de mensen zich vroeger tegen overstromingen door hun huizen te ouwen op kunstmatig opgehoogde woonheuvels of. Soms lag er een klein dorp op zo n woonheuvel: een. Later legde men aan. Daaruiten leef plaatsvinden: er werd zeeklei afgezet. Als dat land tot meer dan een halve meter oven NAP was opgeouwd, werd het. Zo ontstonden de (of zeekleipolders). Omdat ze oven NAP liggen, is er sprake van afwatering, want er zijn geen nodig. Toch is er sprake van een polder, omdat de waterstand met kunstmatig kan worden geregeld. 10 Geruik nogmaals de atlaskaart Nederland Zeekleilandschappen. a Hoe is er in de loop der eeuwen in het noorden van Groningen en Friesland veel land aangewonnen? 11 In figuur 4 zie je de drie soorten polders. a Dat zijn de (A), (B) en (C) figuur 4 Polders heen twee algemene kenmerken. Welke? Drie soorten polders. rivier A -1,10 A -1,25 zee dijk water poldersloot afvoerrichting water gemaal -4,50 diepte in m eneden zeeniveau B +0,50-4,50 C C -3,80 uitwateringssluis (zonder gemaal) c d e Het jongste oudste land ligt het hoogst. Dit komt door de van de zeespiegel. Daardoor wordt de zeeklei Het geied Uiterdijksche Landen is een vooreeld van een -polder. Vul in en kruis aan. Het odemgeruik hier is vooral, omdat: jonge zeeklei erg vruchtaar is. de waterstand er nauwkeurig geregeld kan worden voor de akkerouwgewassen. jonge zeeklei ongeschikt is voor grasland. Polder de Graftermeer is een vooreeld van een zeepolder droogmakerij. Hier ligt zeeklei aan de oppervlakte. Als je kijkt naar het odemgeruik, vind je hier vooral Plus 12 Een typische nederzettingsvorm in het (jonge)zeekleigeied is het terpdorp. a In ron 2 zie je het terpdorp Hogeeintum. Het ligt duidelijk lager hoger dan zijn omgeving. De ewoners heen dit geied afgegraven opgehoogd toen er nog geen waren die hen tegen hoge vloed eschermden. Terpdorpen heen een ronde langgerekte vorm. Geef het terpdorp Hogeeintum in figuur 2 aan met de letter H. 13 Geruik de atlaskaart Nederland Zeekleilandschappen. a Noem nog twee typische kenmerken van veel terpdorpen. Het hoogst gelegen terpdorp is Biessum Marsum Uitwierde. Dit ligt meter oven NAP. 25

17 Basis Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 6Het rivierenlandschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt rivieren indelen naar de herkomst van het water en de plaats waar ze stromen. Je kunt uitleggen waar en hoe rivieren het Nederlandse landschap opouwen of afreken. c d Kleur in figuur 1 het rivierenlandschap lichtgroen. Volgens de intro is het rivierenlandschap het meest typische landschap van ons land. Zijn jullie het daarmee eens? Leg je antwoord uit. Intro figuur 1 Het rivierenlandschap. Rivierenlandschap Kenmerken van rivieren 2 Bekijk figuur 2. a In de ovenloop (lok 1) stroomt de rivier zeer, omdat het verval (hoogteverschil) groot is. Hier zie je veel erosie sedimentatie. Er worden diepe dalen ochten uitgeschuurd. In de middenloop (lok ) is het verval en de stroomsnelheid. Hier wordt tamelijk grof materiaal afgezet, zoals en stenen. c In de enedenloop (lok ) zie je vooral sedimentatie erosie. Er worden fluviatiele sedimenten afgezet. De rivier stroomt traag snel en zet rivierklei af. De erosie is hier vooral horizontaal verticaal. Daardoor ontstaan er grote in de rivier. Die noem je meanders. De rivieren zoeken snel moeizaam een weg naar zee en vertakken zich aan de monding: daar ontstaat een delta. figuur 2 De Rijn van ron tot monding. 1 Vraag 1a tot en met 1c maak je zelf. Vraag 1d maak je samen met een klasgenoot. a Welke drie kenmerken heen rivieren volgens het gedicht Denkend aan Holland van Marsman? Bekijk ron 2. Welke zin is juist? Ons rivierenlandschap is vooral opgeouwd in het Laat-Holoceen. In het Vroeg- en Midden-Holoceen waren er nog geen rivieren in ons land. Het rivierenlandschap is vooral opgeouwd na de edijking van de grote rivieren. 26

18 fi guur 3 Het regiem van drie soorten rivieren Geruik de atlas. Als je kijkt naar de herkomst van het water, kun je drie soorten rivieren onderscheiden: regenrivieren gletsjerrivieren gemengde rivieren. a In figuur 3 zie je het regiem van die drie soorten rivieren. Schrijf naast iedere grafiek de ijehorende naam en in de regel daaronder waarvan die rivier zijn water krijgt. De Maas en Schelde zijn -rivieren. Die heen de hoogste waterstand in de zomer winter. Toch valt er in dat jaargetijde ij ons de minste neerslag. Maar er verdampt dan water en er wordt weinig water geruikt door. Dus gaat er in de winter veel water naar de rivieren. c Welke rivier is een echte gletsjerrivier? d Welk soort rivier heeft het meest regelmatige regiem? Leg je antwoord uit. a c Voordat de rivieren werden edijkt, werden er oeverwallen en komgronden gevormd. Noteer van eide vier kenmerken. Oeverwal: Komgrond: Vanaf het jaar 1000 werden onze grote rivieren edijkt. Daarij werden twee soorten dijken aangelegd. Welke zijn dat? Noem van iedere dijk twee kenmerken. Tussen die dijken liggen de uiterwaarden. Na de edijking worden die langzamerhand steeds hoger lager, omdat e In Nederland is alleen een gemengde rivier. Het rivierenlandschap 4 Bekijk ron 3. In het grootste deel van Nederland is het rivierenlandschap ontstaan door opouw. 5 Geruik figuur 4 en de atlaskaart Nederland Cultuurlandschappen. Bij de Maas in Limurg werd het rivierenlandschap vooral gevormd door afraak (erosie) en minder door opouw. a Figuur 4 toont in drie fasen hoe dit landschap ontstond. Zet voor de omschrijving de letter van de goede tekening. 27

19 Door verdere opheffing nam de stroomsnelheid toe en werd in het oorspronkelijke, rede dal een nieuw, smaller dal uitgeschuurd. Vroeger estond Limurg uit een vrij vlak plateaulandschap. Door opheffing van het geied gingen de rivieren sneller stromen en schuurden ze een reed dal uit. Kruis de juiste zin(nen) aan. Het rivierenlandschap in Limurg wordt een terrassenlandschap genoemd. Hoe hoger een terras ligt, hoe ouder het is. Het laagterras is dus jonger dan het hoogterras. c Langs welke vier rivieren in Limurg vind je vooral terrassen? De Ooijpolder 6 Bekijk ron 1 en geruik de atlaskaart Nederland Rivierklei- en veenlandschappen. a De Ooijpolder ligt langs de rivier, ten oosten van de stad in de provincie Wielen (of kolkgaten) zijn ontstaan ij. Ze heen meestal een vorm. c Vul het juiste odemgeruik in. Kies uit: wegen en nederzettingen weiland akkerland oomgaarden. Je kunt meerdere vormen van odemgeruik invullen. Komgronden: Oeverwallen: 8 Bekijk nogmaals ron 1. De meest karakteristieke nederzettingsvorm in het rivierenlandschap is het dijkdorp. Welke kenmerken heeft dit type dorp? Kruis de juiste antwoorden aan. Langgerekte vorm. Geconcentreerde eouwing. Geen duidelijk dorpscentrum. Huizen zijn tegen de dijk geouwd. 9 Maak de herhalingsles ij paragraaf 5 en 6. De Ooijpolder is een rivierpolder. Leg met de hoogtecijfers in ron 1 uit waarom het nodig was dit geied in te polderen. Vertel ook wat voor soort afwatering er plaatsvindt. Plus 10 Bekijk ron 1 en geruik de kaart Nederland Rivierkleien veenlandschappen. a Waarom zijn de meeste huizen in een dijkdorp tegen de dijk aangeouwd? In ron 1 heeft het dorp het meest duidelijk de kenmerken van een dijkdorp, omdat 7 Bekijk nogmaals ron 1 en geruik de atlaskaart Nederland Rivierklei- en veenlandschappen. a De plassen in de Millingerwaard en de Gendtsche Polder zullen zijn ontstaan door: dijkdoorraken van de Waal. kleiwinning voor de steenfarieken. zand- en grindwinning voor ouwdoeleinden. c Schrijf de namen nieuwouwwijk Herwijnen oude dorp Herwijnen op de juiste plaats achter de volgende omschrijvingen. Dijkdorp met een duidelijk lineaire eouwing: figuur 4 Het ontstaan van het terrassenlandschap in Limurg. Geconcentreerde eouwing: A B C 28

20 Extra Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 7Het duinlandschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kent de voorwaarden die nodig zijn voor het ontstaan van duinen. Je kent de opouw van het duinlandschap. Je kent de functies van het duinlandschap. Intro fi guur 1 Het duinlandschap. Duinlandschap Voorwaarden voor duinvorming 2 Voor de vorming van duinen moet aan zes voorwaarden worden voldaan. a Die voorwaarden staan hieronder ij de cijfers 1 tot en met 6. Zet de cijfers op de juiste plaats in figuur 2. 1 Een flauw hellende zeeodem. 2 Groot getij verschil (verschil tussen e en vloed). 3 Voldoende zon. 4 Een aanlandige wind. 5 Plantengroei. 6 Voldoende zand. Bij iedere voorwaarde hoort ook een verklaring. Noteer voor de verklaringen het juiste cijfer uit vraag 2a. Het zand wordt landinwaarts gelazen. Op het rede strand wordt veel zand neergelegd. De zee voert zand aan dat door de randing is losgemaakt. Het natte zand krijgt (ij e) zes uur de tijd om op te drogen. Helmgras legt het stuivende zand vast. Er kan door de zee gemakkelijk zand worden aangevoerd. c Welke van de zes voorwaarden zorgt er vooral voor dat de duinen zo n grote hoogte kunnen ereiken? Verklaar je antwoord. 1 Lees de intro en ekijk ron 1. a Kruis de juiste zinnen aan. Onze hele kust wordt door duinen eschermd tegen overstromingen. Het duinlandschap is gevormd in het Holoceen. Duinzand heeft een tamelijk lichte kleur. Het duinlandschap is het kleinste landschap van Nederland. Kleur in figuur 1 het duinlandschap (licht)geel. figuur 2 De zes voorwaarden voor duinvorming. 29

21 Opouw en functies van het duinlandschap 3 Bekijk figuur 3. Vanaf de zee kom je eerst op het strand. Dit gedeelte overstroomt ij. Hier kunnen geen wel stuifduinen ontstaan, omdat. Op dit strand kun je makkelijker moeilijker lopen dan op het droge strand, omdat. De maximale uitreiding van de vloed kun je zien aan het. Dat estaat uit. Soms zitten er ook waardevol spullen tussen. Die worden verzameld door. Na het droge strand ereik je de zeereep. Dat is de. Die is opvallend door zijn grote. fi guur 3 De opouw van het duinlandschap. d Drinkwater kan onttrokken worden aan de duinen. Als er te veel water wordt onttrokken, kan dit proleem worden opgelost met duininfiltratie. Leg met de atlaskaart Nederland Drinkwatervoorziening uit wat hieronder wordt verstaan. Oude en jonge duinen 5 Er zijn twee soorten duinen: oude duinen en jonge duinen. Bekijk nogmaals ron 1 en figuur 3. a Kruis de juiste ewering aan. De oude duinen werden vooral gevormd in het Midden-Holoceen op de aaneengesloten strandwal. De jonge duinen werden gevormd toen in het Laat-Holoceen de strandwal tussen Hoek van Holland en Den Helder door de zee werd verwoest. De oude duinen liggen op en aan de landzijde van jonge duinen. De jonge duinen estaan vooral uit natuurlandschap cultuurlandschap. De oude duinen estaan vooral uit natuurlandschap cultuurlandschap (loemollenvelden). 4 De duinen vervullen een groot aantal functies. a De elangrijkste functie is natuurlijk de functie. Daarij speelt de zeereep de elangrijkste rol. Bekijk ron 2 en nogmaals figuur 3. Noem nog twee functies die je daar duidelijk kunt zien. c Zijn de uitspraken juist of onjuist? I Tussen de zandkorrels van de duinen zit zoet water. II Dit water is uitstekend geschikt voor drinkwater. Alleen I is juist. Alleen II is juist. I en II zijn juist. I en II zijn onjuist. Plus 6 Bekijk ron 1 en (vooral) de atlaskaart Nederland Löss- en duinlandschappen. a Wat valt je op aan de ligging van de (oudere) nederzettingen in het duinlandschap? Kies de juiste zin(nen). Het dorp op de westelijke oudeduinrug heet Bakkum- Noord. Op de oostelijke rug ligt Limmen. Van oorsprong heen deze nederzettingen een langgerekte vorm. c T ussen twee rijen oude duinen ligt een laagte verhoging in het landschap. Die wordt vooral geruikt voor. Dit geied ligt enkele decimeters NAP en is dus tamelijk. Bovendien estaat het uit hoogveen laagveen. Het odemgeruik op de oudeduinruggen estaat vooral uit. Hier vind je de eroemde -velden op de geestgronden, een mengsel van kalkhoudend zand en laagveen. 30

22 Extra Hoofdstuk 2 Nederlandse landschappen 8Kijken naar je eigen landschap Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt in een groepje onderzoek doen naar het landschap in je eigen omgeving volgens het stappenplan voor onderzoek. Je kunt een grondoring maken en de grondsoort determineren en koppelen aan een landschapstype. Je kunt met het schema landschapsonderzoek het landschap lezen. Intro 1 Je gaat een onderzoek doen met een groepje van vier klasgenoten. In mijn groepje zitten: Vraag formuleren en plannen 2 Lees samen in het handoek de tekst van deze paragraaf. a Kies de juiste onderzoeksvraag. Wat zijn de elangrijkste kenmerken van het landschap in het landelijk geied van onze eigen omgeving? Wat zijn de elangrijkste kenmerken van oude dorpen en steden in onze eigen omgeving? Wat zijn de verschillen tussen het stadslandschap en het landschap van het landelijk geied in onze eigen omgeving? Welke activiteiten horen onder andere ij je onderzoeksplan? Kruis ze aan. Je akent het onderzoeksgeied af met Amersfoortcoördinaten. Je doet een grondoring en determineert de grondsoort met de grondsoortdeterminatietael. Je haalt alle informatie uit oeken of van internet. Je ezoekt het geied. Je epaalt de kenmerken van het landschap met het schema voor landschapsonderzoek. Informatie verzamelen en verwerken 3 Allereerst aken je het onderzoeksgeied af met Amersfoortcoördinaten. Vraag daarvoor aan je docent een kopie van een topografische kaart met een schaal van 1 : (of 1 : ). a Het onderzoeksgeied is ongeveer lang en. Dat noem je een kilometer- Het kilometervierkant wordt aangegeven met: 1 De -lijn. 2 De -lijn. Bekijk ron 1a. Vul de juiste coördinaten in. de plaatsnaam Nes : de Bramerduinen: de naam Zuiderweg : c De coördinaten van ons kilometervierkant zijn Je kunt het est dit geied scannen, het daarna vergroten en (enkele keren) printen. d Het vierkant heeft waarschijnlijk geen logische grenzen. Je kunt eter duidelijke grenzen kiezen. Voor ons geied zijn dat: Aan de noordkant: Aan de oostkant: Aan de zuidkant: Aan de westkant:. 4 Jullie maken een grondoring in je geied. Als je zelf geen grondoor het en je school ook niet, proeer er dan één te lenen ij een tuincentrum, een hoytuinder of een oer. In ron 2 lees je hoe je een goede grondoring maakt. a Waar gaan jullie de oring maken? Vraag altijd eerst toestemming aan de eigenaar van de grond. 31

23 c d Schrijf kort op wat elangrijk is ij het maken van de grondoring. Geruik het werklad Grondsoortdeterminatietael achter in dit werkoek. De grondsoort die je op 80 centimeter ij onze grondoring aantrof is Volgens ron 1 van paragraaf 1 ligt ons onderzoeksgeied in het -landschap. Dat klopt wel niet met het resultaat van onze oring. Als het niet klopt, proeer dan ergens anders een nieuwe oring te maken. Let op: vul na een grondoring altijd het gat even op om te voorkomen dat een dier een poot reekt. Noteer de elangrijkste kenmerken van het landschap dat je ij vraag 4c het opgeschreven. Die kenmerken kun je geruiken ij de rest van je onderzoek. Je kunt ijvooreeld kijken in hoeverre die kenmerken ook in jullie onderzoeksgeied voorkomen. Daarnaast kan jullie geied natuurlijk ook heel eigen kenmerken heen. De elangrijkste kenmerken zijn: 6 Maak om het landschap te lezen geruik van het werklad Schema landschapsonderzoek achter in dit werkoek. a Iedere leerling doet eerst zijn of haar deel van het onderzoek en noteert kort de antwoorden in het schema. Daarna worden alle antwoorden gezamenlijk esproken, gecorrigeerd en/of aangevuld. Daarij proeer je te ontdekken welke relaties er tussen de vier samenhangen zijn. Want het is elangrijk het landschap als een geheel te zien. c Ten slotte schrijf je het hele schema met antwoorden op een groot lad. Presenteren en naespreken 7 Jullie mogen zelf kiezen op welke manier jullie groep het onderzoek presenteert aan de klas. Dat kan als volgt. Je maakt een mooie poster van het schema landschapsonderzoek. Je vult die aan met ijvooreeld foto s van (het maken van) jullie oring en de meest typische onderdelen van het landschap. Iedere leerling vertelt over zijn onderzochte samenhang. De klas krijgt de gelegenheid te reageren en vragen te stellen. Een andere mogelijkheid is een PowerPoint- of Prezi-presentatie te maken. Daarij kun je dezelfde onderdelen aan od laten komen. De presentatie van onze groep zal estaan uit: Vraag eantwoorden 5 Nu komt het elangrijkste deel van jullie onderzoek. Jullie gaan het landschap lezen. a Dat doe je niet zo maar in het wilde weg. Je maakt geruik van het schema (ron 3). Iedere leerling neemt een epaalde samenhang uit het schema. In ons groepje is die verdeling als volgt: Verticale samenhang: Horizontale samenhang: Seizoenssamenhang: Historische samenhang: 8 Geef hieronder kort jullie mening over dit onderzoek. Geef ook aan of er iets mis is gegaan of dat er iets is wat jullie een volgende keer anders of eter zouden doen. 32

24 Plus Hoofdstuk 2 9Geologie Nederlandse landschappen Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt uitleggen wat geologie is. Je kent de elangrijkste tijdvakken van de geologische geschiedenis. Je weet wat fossielen zijn en kunt er vooreelden van noemen. Je weet wanneer en hoe onze elangrijkste delfstoffen ontstaan zijn. c Oude tijd van het leven: Is het geologisch gezien juist dat de Flintstones een tamme dino als huisdier hadden? De geschiedenis van de aarde 1 Kruis de juiste zinnen aan. Geologisch gezien is Nederland nog piepjong. Geologisch gezien is het leven op aarde nog vrij jong. Al snel na het ontstaan van het leven op aarde verschenen er dinosaurussen. Geologie 2 Deze paragraaf gaat over een interessante wetenschap: de geologie. Dat is de wetenschap die 3 Bekijk ron 2. a Net als ij het vak geschiedenis verdelen geologen de geschiedenis van de aarde in Waarom egint de gedetailleerde indeling van de tijdvakken pas 570 miljoen jaar geleden, terwijl de aarde 4,6 miljard jaar oud is? 5 De grote geologische tijdvakken worden egrensd door dramatische geeurtenissen. a Kruis het juiste antwoord aan. Die geeurtenissen werden gekenmerkt door: het massaal uitsterven van planten en dieren. het uitdoven van het vulkanisme. een snelle toename van het aantal dieren per diersoort. Wat waren de oorzaken van de geeurtenis die je het aangekruist in vraag 5a? de inslag van een grote meteoriet het ontstaan van ijstijden zeer heftig vulkanisme c Schrijf de juiste geeurtenissen van vraag 5 in figuur 1. d Veel dieren kwamen niet direct, maar indirect om door de oorzaken die je in vraag 5 het aangekruist. Proeer dat te verklaren. 4 Bekijk nogmaals ron 2. a De tijd dat er (vrijwel) nog geen leven op aarde was, heet het. Die duurde ruim jaar. Er zijn drie hoofdtijdvakken. Vul de naam in van het juiste hoofdtijdvak. Schrijf daaronder de ijehorende jaartallen. Nieuwe tijd van het leven: Middentijd van het leven: Fossielen 6 Geologen aseren de verdere onderverdeling van de tijdvakken op de ontwikkeling van het leven op aarde. Bekijk nogmaals ron 2. a Het eerste leven ontstond in het. Dat waren alleen nog maar planten. Waarom kwamen de dieren pas later op aarde? Kruis de juiste zin(nen) aan. Dieren heen planten nodig als voedsel. Dieren heen zuurstof nodig om te kunnen leven. Zuurstof wordt gemaakt door planten. c Later ontwikkelde het leven zich tot steeds nieuwe vormen. Voortdurend stierven daarij uit en kwamen er nieuwe ij. 33

25 fi guur 1 De geologische tijdschaal. a Vul in welk fossiel kenmerkend was voor het tijdvak. Kies periode uit: triloieten ammonieten schelpdieren. Camrium: miljoen jaar 2 hoofdtijdperk KANEO- ZOÏCUM KWARTAIR TERTAIR Holoceen Pleistoceen Perm: Krijt: In de tijd dat er leven op aarde was, heen alleen de er al die tijd geleefd. Maar dat waren wel niet altijd goede fossielen. 67 KRIJT figuur 2 Enkele ekende fossielen Triloieten Ammonieten Schelpdieren Planten Zoogdieren PALEOZOÏCUM MESOZOÏCUM JURA TRIAS PERM CARBOON DEVOON Kwartair en Tertiair Krijt Jura Trias Perm Caroon Devoon Siluur Ordovicium SILUUR PRECAMBRIUM CAMBRIUM Camrium Geologie en delfstoffen 7 Als dieren of planten afsterven, kunnen ze fossielen vormen. a Fossielen zijn Goede fossielen moeten twee kenmerken heen: ze moeten kort lang geleefd heen in een klein groot geied. c Leg je antwoord op vraag 7 uit. 8 In figuur 2 zie je enkele ekende fossielen in de geologische geschiedenis. De staven geven de tijd aan waarin het dier of de plant leefde. Soms is een deel daarvan zwart: dat is de tijd dat het echt goede fossielen waren. Als de staaf grijs is, estaat de plant of het dier niet (meer). 9 Geologen kunnen op de meest uiteenlopende plaatsen werk vinden. Kruis de juiste antwoorden aan. Geologen zijn geschikte werknemers: ij mijnouw- of oliemaatschappijen. ij edrijven op het geied van weg- en waterouw. op scholen als aardrijkskundedocent. op een accountantskantoor. ij de overheid als adviseur. 10 De meeste geologen werken in de delfstoffenwinning. Ook in Nederland worden veel delfstoffen gewonnen. a Geruik de atlaskaart Nederland Energie Delfstoffen. Schrijf achter de geieden welke delfstof er gevonden wordt. Zuidoost-Drenthe en Zuid-Holland: Plaats: Noord-Groningen: Plaats: 34

6,7. Paragraaf 1, Hoe is het Nederlandse landschap ontstaan. Samenvatting door een scholier 835 woorden 10 januari keer beoordeeld

6,7. Paragraaf 1, Hoe is het Nederlandse landschap ontstaan. Samenvatting door een scholier 835 woorden 10 januari keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 835 woorden 10 januari 2005 6,7 63 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 8, Landschappen. Paragraaf 1, Hoe is het Nederlandse landschap ontstaan. 1. Landschap: Het

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Landschappen

Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Landschappen Sectorwerkstuk Aardrijkskunde Landschappen Sectorwerkstuk door een scholier 1784 woorden 31 januari 2006 5,8 79 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde P1 De aarde is ongeveer 4,6 miljard. Nederland

Nadere informatie

Vragen over landschappen die we gaan behandelen

Vragen over landschappen die we gaan behandelen Landschappen Vragen over landschappen die we gaan behandelen Wat zijn landschappen? Waar komen ze voor? Hoe zien ze er uit? Welke informatie geven ze? Hoe zijn ze ontstaan? Wat is landschap? Dit? Kerk

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 2 HV. handboek

AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 2 HV. handboek AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 2 HV handboek Inhoud 1 Kaart en atlas voor gevorderden Basis 1 De aarde vanuit het heelal 8 Plus 9 Geologie 34 2 Plaats- en tijdbepaling 10 3 Geografisch Informatiesysteem

Nadere informatie

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd

IJstijden. Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd IJstijden Blauw = tussenijstijd Rose = ijstijd IJstijden Glaciaal tijdens het pleistoceen 2.500.000-100.000 jaar geleden 1. ijs duwt de bodem naast en voor zich om hoog en zo ontstonden stuwwalen. 2. ijs

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK 2 kgt AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK Inhoud Nederland 7 Wat een landschap! Oriëntatie 1 De landschappen van Nederland 6 Kern 2 Het zandlandschap 8 3 Het lösslandschap 10 4 Het veenlandschap

Nadere informatie

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland

Post I. A: Oude duinen B: Zeekleilandschap. Bodemgebruik: A: Bos. B: Grasland Post I Opdracht I: Om welke twee landschappen gaat het? A: Oude duinen B: Zeekleilandschap Grondsoorten: Bodemgebruik: Inrichtingselementen: A: Oud duinzand A: Bos A: Kasteel, woningen B: Jonge zeeklei

Nadere informatie

7,3. Samenvatting door een scholier 1753 woorden 13 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

7,3. Samenvatting door een scholier 1753 woorden 13 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde Samenvatting door een scholier 1753 woorden 13 januari 2006 7,3 19 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Malmberg Hoofdstuk 8 Paragraaf 1: Landschap: zichtbare deel van het aardoppervlak.

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK 2 t/h AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK Inhoud Nederland 8 Wat een landschap! Oriëntatie 1 Hoe oud is het landschap in Nederland? 5 Kern 2 Waarom is het zandlandschap nergens vlak? 8 3 Waarom is

Nadere informatie

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49

2 Bemesting 44 2.1 Meststoffen 44 2.2 Soorten meststoffen 46 2.3 Grondonderzoek 49 2.4 Mestwetgeving 49 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Bodem en grond 9 1.1 Grond, bodem en grondsoorten 9 1.2 Eigenschappen van grond 20 1.3 Problemen met de grond 23 1.4 Verbeteren van landbouwgronden 30 1.5 Transport van

Nadere informatie

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen. 5 Lastige woorden Blad Zand en klei Heide Een lage plant met paarse bloemen. Voedingsstoffen Voedsel dat planten nodig hebben om te groeien. Boomgaard Een stuk land met fruitbomen. Greppel Een kleine droge

Nadere informatie

Het gebied Begrenzing

Het gebied Begrenzing Cursus Reitdiep Het gebied Begrenzing -In het Oosten: de lijn Westerdijkshorn Wolddijk - Noorderhogebrug -In het Westen: de lijn Zuurdijk Lammerburen - Balmahuizen -In het Noorden: de lijn Onderwierum

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2417 woorden 27 mei 24 5 49 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Inleiding Nederland is een land dat bestaat uit verschillende

Nadere informatie

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap. Werkstuk door een scholier 2220 woorden 4 maart 2003 6,1 59 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1.1 Inleiding Nederland, een land wat bestaat uit verschillende soorten landschappen. Al deze landschappen

Nadere informatie

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6.

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6. 2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6. 1a. Welke drie soorten rivieren bestaan er? b. Hoe komt een gemengde rivier aan zijn water? 2a. Het gebied dat afwatert op een

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde De 6 landschappen in Nederland

Werkstuk Aardrijkskunde De 6 landschappen in Nederland Werkstuk Aardrijkskunde De 6 landschappen in Nederland Werkstuk door een scholier 1949 woorden 5 juni 2001 6,4 447 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding Voor het maken van dit werkstuk heb ik de

Nadere informatie

3. Hydrologie van Nederland

3. Hydrologie van Nederland 3. Hydrologie van Nederland 3.1. Geologie In Nederland liggen voornamelijk de geologische lagen van het Kwartair aan de oppervlakte. De oudere lagen uit het Tertiair liggen op grotere diepte; alleen in

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap

Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap Praktische opdracht Aardrijkskunde het Nederlands Landschap Praktische-opdracht door een scholier 2220 woorden 15 juni 2007 6,3 33 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Praktische opdracht 3 Inleiding Deze

Nadere informatie

Hoofdvraag Hoe zijn de zes belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren?

Hoofdvraag Hoe zijn de zes belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren? Werkstuk door een scholier 2717 woorden 21 mei 2003 6,3 1219 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdvraag Hoe zijn de zes belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren? Deelvragen

Nadere informatie

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan? Praktische-opdracht door een scholier 1523 woorden 16 januari 2006 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Stap 1: De onderzoeksvraag Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst

LANDSCHAPSANALYSE. 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland. Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii. 27 september 2013 Academie van Bouwkunst LANDSCHAPSANALYSE 3: Landschapsvormen Hoog-Nederland 27 september 2013 Academie van Bouwkunst Sabine Geerlings Academie van Bouwkunst - 27 aprii Onderwerpen 1. Rivierenlandschap 2. Zandlandschap 3. Krijt-

Nadere informatie

2. Zijn aarde, grond en bodem drie omschrijvingen van hetzelfde? Geef met behulp van bovenstaande bronnen een omschrijving van deze drie begrippen.

2. Zijn aarde, grond en bodem drie omschrijvingen van hetzelfde? Geef met behulp van bovenstaande bronnen een omschrijving van deze drie begrippen. Vragen en opdrachten Bodem van Nederland ORIENTATIE BODEM... 1 BODEMVORMING... 2 ZANDGRONDEN... 5 HOOGVEEN:... 7 LAAGVEEN... 8 ZEEKLEI... 9 RIVIERKLEI... 9 LÖSSGROND... 10 DE BODEMKAART VAN NEDERLAND...

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, Mens en Milieu

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, Mens en Milieu Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, Mens en Milieu Samenvatting door een scholier 2542 woorden 24 januari 2006 6 11 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Atlantis Samenvatting Aardrijkskunde

Nadere informatie

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Dijken Kijken naar dijken www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Kijken naar dijken Zonder de duinen en de dijken zou jij hier niet kunnen wonen: bijna de

Nadere informatie

Titel De gasbel onder Nederland

Titel De gasbel onder Nederland De gasbel onder Nederland Het ontstaan van gas en zout in de Nederlandse bodem Korte lesomschrijving In deze les maken leerlingen kennis met het ontstaan van de gasbel onder Slochteren in de provincie

Nadere informatie

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO BIJZONDERE SCHATTEN De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom komt er een uitbreiding

Nadere informatie

Vroeger, toen hier ijs lag...

Vroeger, toen hier ijs lag... Vroeger, toen hier ijs lag... Opdrachtenboekje bij het geologisch leerpad Datum Naam Boekje Geo-pad 1 Inleiding Vroeger, toen hier ijs lag De titel van dit opdrachtenboekje is niet voor niets gekozen.

Nadere informatie

Het Nederlandse landschap. Rianne van den Braak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/72126

Het Nederlandse landschap. Rianne van den Braak. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/72126 Auteur Rianne van den Braak Laatst gewijzigd 01 March 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/72126 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Veenlandschap

Werkstuk Aardrijkskunde Veenlandschap Werkstuk Aardrijkskunde Veenlandschap Werkstuk door een scholier 2277 woorden 29 mei 2006 5,8 250 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Beschrijven: Waar: Hoogveen: Op het kaartje is te zien dat de hoogveen

Nadere informatie

Boekverslag door Mart 1381 woorden 28 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. H2 Landschappen in beweging (BuiteNLand 2Havo/Vwo 3 e druk)

Boekverslag door Mart 1381 woorden 28 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde. H2 Landschappen in beweging (BuiteNLand 2Havo/Vwo 3 e druk) Boekverslag door Mart 1381 woorden 28 januari 2018 n 8 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand H2 Landschappen in beweging (BuiteNLand 2Havo/Vwo 3 e druk) Gesteente veranderd Verwering:

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK 2 h/v AARDRIJKSKUND voor de onderbouw HANDBOK 8 Nederland 8 Wat een landschap! Dit hoofdstuk gaat over de landschappen in Nederland: hoe die zijn ontstaan door natuurlijke krachten en wat de mens er later

Nadere informatie

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 1 - WERKBLAD 1

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 1 - WERKBLAD 1 THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 1 - WERKBLAD 1 Naam: Groep: ONTSTAAN VAN & LEVEN IN DE DELTA (1000 VOOR CHRISTUS TOT 1599 NA CHRISTUS) Een moeras waar de Romeinen hun neus voor ophaalden is een van de

Nadere informatie

2 Landschapszones op aarde SO 1

2 Landschapszones op aarde SO 1 Aardrijkskunde 1 havo/vwo 2 Landschapszones op aarde SO 1 Deze toets bestaat uit tien vragen: open vragen en meerkeuzevragen. Ook zijn er vragen waarbij de atlas (Grote Bosatlas, editie 54) nodig is. Bij

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE BIJZONDERE SCHATTEN LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom is

Nadere informatie

De duinen hebben een belangrijke functie in ons land:

De duinen hebben een belangrijke functie in ons land: De duinen De duinen hebben een belangrijke functie in ons land: 1 Zeewering 2 Waterwingebied en waterberging 3 Recreatie 4 Natuurwetenschappelijk onderzoek en natuurstudie Laatst las ik: Als de zeespiegel

Nadere informatie

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6 Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1392 woorden 15 januari 2014 5,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs AARDRIJKSKUNDE PW 4.1 T/M 4.6 H 4 1 *Reliëfkaart:

Nadere informatie

Rijnreis hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Rijnreis hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52487 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Kustlijn van de Noordzee

Kustlijn van de Noordzee International Wadden Sea School www.iwss.org 150.000 jaar geleden - 150.000 jaar geleden was het hele Noordzeebekken bedekt met een dikke ijslaag: dit was de Saale ijstijd. - Alle zeewater was in gletsjers

Nadere informatie

Wat zijn de kenmerken van het landschap en hoe is het landschap ontstaan?

Wat zijn de kenmerken van het landschap en hoe is het landschap ontstaan? Werkstuk door een scholier 1791 woorden 23 juni 2007 5.9 42 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Wat zijn de kenmerken van het landschap en hoe is het landschap ontstaan? Het Kwartair wordt gekenmerkt door

Nadere informatie

4,9. Opdracht door een scholier 1800 woorden 11 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. India, een wereld van verschil.

4,9. Opdracht door een scholier 1800 woorden 11 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. India, een wereld van verschil. Opdracht door een scholier 1800 woorden 11 maart 2002 4,9 52 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo India, een wereld van verschil. 1 zie bladen 2 Opdracht 1 India andere waarden Voorbeeld:

Nadere informatie

Opdrachten Landmeetgroep

Opdrachten Landmeetgroep Opdrachten Landmeetgroep Jullie zijn belangrijk voor de andere groepen, want zij kunnen dankzij de lijn van 100 meter bepalen waar ze iets vinden en door jullie hoogtemetingen ook nog op welke hoogte.

Nadere informatie

Geschiedenis van de duinen

Geschiedenis van de duinen Geschiedenis van de duinen Bijna de hele Nederlandse kust bestaat uit duinen. We weten hier niet beter, dan dat dat heel normaal is. Toch is dat niet zo. De kust van Frankrijk, Spanje en Portugal bijvoorbeeld

Nadere informatie

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond? Woordenschat les 8.1 Vervuilde grond? Afgraven en de afgraving Afgraven is de grond of aarde weghalen door te graven. De afgraving is de plaats waar de grond wordt weggenomen. Boren We boren een gat in

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Nederlandse Landschappen, het natuurlijk milieu, klimaatveranderingen

Samenvatting Aardrijkskunde Nederlandse Landschappen, het natuurlijk milieu, klimaatveranderingen Samenvatting Aardrijkskunde Nederlandse Landschappen, het natuurlijk milieu, klimaatveranderingen Samenvatting door R. 5420 woorden 10 februari 2009 7,4 7 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1. Nederlandse

Nadere informatie

Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014

Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014 Ontdekkersgroep dag 25 25 maart 2014 Onderwijsactiviteit 11 Water Water. We denken er niet vaak over na, maar het is belangrijk voor het leven op aarde. Het is dan ook één van de vier elementen. In dit

Nadere informatie

1 Vul in. 2 Vul in. Zoek de pagina in het lesboek. Lees de tekst en bekijk de foto of tekening. Maak dan de vraag. pagina 2 en 3

1 Vul in. 2 Vul in. Zoek de pagina in het lesboek. Lees de tekst en bekijk de foto of tekening. Maak dan de vraag. pagina 2 en 3 Herhaling Ω groep 6 Ω Nederland (blad 1) Zoek de pagina in het lesboek. Lees de tekst en bekijk de foto of tekening. Maak dan de vraag. pagina 2 en 3 1 Vul in. Het land waarin ik woon heet N. Amsterdam

Nadere informatie

Soorten rivieren vmbo-kgt34

Soorten rivieren vmbo-kgt34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 16 oktober 2017 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/82664 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw WERKBOEK 2 vwo Wereldwijs is zo opgezet dat je precies leert wat je moet leren, ongeacht de manier waarop. Veel vanuit het boek of juist veel online, klassikaal of zelfstandig, de heldere structuur houdt het altijd

Nadere informatie

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN

96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN 96-(224) 2.0 LOSSE GESTEENTEN Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6, p. 225-227, 3 fig., november 1989 AFZETTINGEN VAN RIJN EN MAAS IN LIMBURG W.M. Felder* In de loop van het Mioceen, 10 tot 7 miljoenn

Nadere informatie

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Texel Landschappelijke ontwikkelingen Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse

Nadere informatie

Lesbrief Aardkundige Monumenten

Lesbrief Aardkundige Monumenten milieu Lesbrief Aardkundige Monumenten aardkun milieu Lesbrief Aardkundige Monumenten Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem Tel.: 023 514 31 43 Fax: 023 514 40 40 www.noord-holland.nl

Nadere informatie

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten. Meander groep 5 Thema 1 Onderweg Aardrijkskunde Waarom is een nieuwe wijk hier gebouwd en niet daar? Wat voor gebouwen staan er? Waarom staan ze juist op die plek? Huizen, boerderijen, fabrieken en kantoren

Nadere informatie

Nederland Waterland Basisonderwijs

Nederland Waterland Basisonderwijs Nederland Waterland Basisonderwijs Introductie Nederland is een land vol met water. Water in rivieren en meren. De zee klotst tegen onze duinen. En de zachte bodem van Nederland zit ook vol met water.

Nadere informatie

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT

RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT dia 1 RING ZUID GRONINGEN HAALBAAR DANKZIJ COMBINATIE HEREPOORT Helperzoomtunnel Jan Pieter Schuitemaker Helperzomtunnel dia 3 Geologie Noordoost Nederland GEOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN WAAR WE IN DE GEOTECHNIEK

Nadere informatie

Nederland, waterland

Nederland, waterland Nederland, waterland inhoud. Nederland, waterland 3 2. Hoe Nederland veranderde. 4 3. Het Deltagebied 7 4. Grote overstromingen 9 5. De polder 6. De grond daalt 3 7. De strijd tegen het water 4 8. Modern

Nadere informatie

Hoe werk je met het projectenboek?

Hoe werk je met het projectenboek? Hoe werk je met het projectenboek? In dit boek ga je allerlei opdrachten maken met gewassen in de hoofdrol. Je gaat toepassen wat je in de afgelopen jaren hebt geleerd. Ook leer je er nog een hoop nieuwe

Nadere informatie

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID? Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW DUURZAAM BOUWEN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Veel mensen werken in de haven. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE. voor de onderbouw HANDBOEK

AARDRIJKSKUNDE. voor de onderbouw HANDBOEK 2 kgt AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK Inhoud Nederland 7 Wat een landschap! Oriëntatie 1 De landschappen van Nederland 10 Kern 2 Het zandlandschap 12 3 Het lösslandschap 14 4 Het veenlandschap

Nadere informatie

Les 1 Ontstaan aardgas

Les 1 Ontstaan aardgas Les 1 Ontstaan aardgas In 1959 werd onder het land van boer Boon in de buurt van Slochteren gas ontdekt. Het bleek één van de grootste gasvelden van de wereld te zijn! Hoe is dat gas in de boden van Nederland

Nadere informatie

Een reis door de tijd

Een reis door de tijd Naam: Een reis door de tijd Met dit werkblad maak je een reis door de tijd. In ongeveer drie kwartier loop je door 400 miljoen jaar. Er is dus geen tijd voor details. Je begint beneden bij de 4D-globe.

Nadere informatie

Rivieren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82662

Rivieren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/82662 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 november 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/82662 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Opdracht 1 De Tijdlijn

Opdracht 1 De Tijdlijn 590 miljoen Opdracht 1 De Tijdlijn Kleurpotloden Door het werk van geologen is veel duidelijk geworden over planten en dieren die vroeger leefden. Om het overzichtelijk te maken werden ze ingedeeld in

Nadere informatie

Een reis door de tijd

Een reis door de tijd Naam: Een reis door de tijd Met dit werkblad maak je een reis door de tijd. In ongeveer drie kwartier loop je door 400 miljoen jaar. Er is dus geen tijd voor details. Je vindt het Pleistoceen en Holoceen

Nadere informatie

WERKBLAD mijn landschap

WERKBLAD mijn landschap WERKBLAD mijn landschap Hoe zie jij het landschap? Wat vind je mooi of belangrijk? Ga alleen of in groepjes aan de slag en maak - een presentatie op papier of digitaal - een gedicht, een verhaal of een

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 181 woorden 13 januari 2016 6,1 48 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra 2.1 Klimaten A Waardoor is het bij de evenaar warm? In bron

Nadere informatie

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - HAVO/VWO BIJZONDERE SCHATTEN De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom komt er een uitbreiding

Nadere informatie

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1 Balgstuw Opblaasbare dam in de rivier. Bij Kampen bedoeld om te voorkomen dat water van het IJsselmeer de IJssel in wordt gestuwd door de wind. Als dit wel gebeurd kan dat leiden tot hoge waterstanden

Nadere informatie

Laag Nederland ligt lager dan 1 meter boven NAP. De zee heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opbouw van het land.

Laag Nederland ligt lager dan 1 meter boven NAP. De zee heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opbouw van het land. Samenvatting door een scholier 1374 woorden 14 december 2017 8,1 8 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Samenvatting Aardrijkskunde Water Hoofdstuk 1 1 Een land in de delta Land aan de zee

Nadere informatie

Vossekotstraat Keet Tielrode

Vossekotstraat Keet Tielrode ROUTEBESCHRIJVING Hieronder worden alle punten die jullie passeren, opgesomd. Zij staan niet in de juiste volgorde, het is aan jullie om de beste en kortste route uit te stippelen met behulp van bijgevoegde

Nadere informatie

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie

Leefgebieden in de duinen. Les met werkblad - biologie Groep 5 t/m 8 Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen weten na de les dat leefomstandigheden op kleine stukjes van een gebied sterk kunnen verschillen. Leerlingen kunnen noemen dat er door hoogteverschillen

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK

AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK 2 t/h AARDRIJKSKUNDE voor de onderbouw HANDBOEK Inhoud Nederland 8 Wat een landschap! Oriëntatie 1 Hoe oud is het landschap in Nederland? 10 Kern 2 Waarom is het zandlandschap nergens vlak? 12 3 Waarom

Nadere informatie

Staphorst op de kaart

Staphorst op de kaart Opdracht 1 Je krijgt een oude kaart van de. Deze kaart is in 1866 gemaakt. Dat is ongeveer 150 jaar geleden. Nodig: kleurpotloden 1. Onderstreep Rouveen, Staphorst en IJhorst met een rood potlood. 2. Zet

Nadere informatie

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2

Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Cijfers en letters 1 niveau 1 en 2 Los de twaalf vergelijkingen op. Het antwoord stelt een letter in het alfaet voor. X = 3 is een C, de derde letter. X = -5 is een V, de vijfde letter van achter. De oplossing

Nadere informatie

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.

Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan. Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan. Medio 2015 heeft een graafmachine een grote kuil gegraven onderaan het talud op de hoek van de Groen van Prinstererlaan en de Thorbeckelaan (zie onderstaande

Nadere informatie

Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO

Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO Klas: 12vwo Datum: november 2014 Als een les wegens ziekte uitvalt dan kan je zelfstandig door werken. Zorg voor een groot schrift (A4-formaat) waarin je duidelijke

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo I

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo I Aanwijzingen voor de kandidaat Bij een aantal vragen in dit examen is een cursieve regel achter de eigenlijke vraagzin opgenomen. In deze cursieve regel staat precies vermeld welke antwoordelementen in

Nadere informatie

Samenvatting Nederland ABC

Samenvatting Nederland ABC Samenvatting Nederland ABC Week 1ABC: Nederland Info: Nederland Het noorden van een windroos wijst naar boven. Het zuiden wijst naar beneden. Het oosten naar rechts. Het westen naar links. Nederland ligt

Nadere informatie

Titel De gasbel onder Nederland

Titel De gasbel onder Nederland De gasbel onder Nederland Het ontstaan van gas, zout en steenkool in de Nederlandse bodem Korte lesomschrijving In deze les maken leerlingen kennis met het ontstaan van de gasbel onder Slochteren in de

Nadere informatie

Drie aardkundige monumenten

Drie aardkundige monumenten 10 Drie aardkundige monumenten Aardkundige monumenten geven iets weer van de ontstaansgeschiedenis van ons landschap. Een geschiedenis die ons honderden, duizenden of zelfs miljoenen jaren terugvoert in

Nadere informatie

LESBRIEF BOVENBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

LESBRIEF BOVENBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE BIJZONDERE SCHATTEN LESBRIEF BOVENBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom is

Nadere informatie

D1 - Karakteristieke werkwijze D2 - Vakinhouden (kgt cursief) D3 - Karakteristieke denkwijzen

D1 - Karakteristieke werkwijze D2 - Vakinhouden (kgt cursief) D3 - Karakteristieke denkwijzen Titel: Dekzand in Nederland Vak: Aardrijkskunde Domein: Systeem aarde Sector: Vmbo 3D aspect: denkwijze: patronen werkwijze: modelontwikkeling en -gebruik 1. Intro In deze opdracht gaan de leerlingen op

Nadere informatie

Welk plaatje past bij de tekst?

Welk plaatje past bij de tekst? 2014 lok 1, week 6, les 1 Groep 5-6 Welk plaatje past ij de tekst? Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Veen

Werkstuk Aardrijkskunde Veen Werkstuk Aardrijkskunde Veen Werkstuk door een scholier 3926 woorden 8 januari 2004 4,5 63 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Voorwoord Een werkstuk maken vind ik nooit zo erg. Geef mij maar een werkstuk

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2000-I

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2000-I Het Nederlandse landschap natuurlijke en menselijke factoren (toegepast op het duinlandschap en het Krijt/lösslandschap) figuur 1 Huidige situatie in sommige duingebieden langs de Nederlandse kust figuur

Nadere informatie

Toeristen in Nederland

Toeristen in Nederland Toeristen in Nederland Het is bijna zomer. Veel Nederlanders gaan lekker op vakantie naar het buitenland. Maar er komen ook heel veel buitenlandse toeristen naar Nederland. Hoeveel zijn dat er eigenlijk?

Nadere informatie

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. www.wshd.nl/lerenoverwater. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Lesbrief Watersysteem Droge voeten en schoon water www.wshd.nl/lerenoverwater Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta Droge voeten en schoon water Waterschappen zorgen ervoor dat jij en ik droge

Nadere informatie

Grond onder je voeten

Grond onder je voeten Grond onder je voeten Hé hé, wie heeft z n voeten niet geveegd? Overal ligt modder. Kijk allemaal onder je schoenen! Loop je even door de tuin en daar begint het gezeur. Grond op de vloer vinden we blijkbaar

Nadere informatie

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN WERKBLAD Tijdlaag tot 1000 Thema: verdwenen rivieren en de Limes 1. Ligt landgoed De Haar binnen het projectgebied? o ja o nee 2. Wat is zavel? 3. Zet de woorden zand, zavel

Nadere informatie

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3. eerste druk

De Geo. 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3.  eerste druk De Geo 2 th Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden werkboek A hoofdstuk 3 www.degeo-online.nl eerste druk Hoofdstuk 3 Europa: van de bergen naar de zee Start 1 a de invloed van de rivieren op het

Nadere informatie

5.: a. Wat was daarvan het gevolg? b. Beschrijf het ontstaan van het veen in deze periode?

5.: a. Wat was daarvan het gevolg? b. Beschrijf het ontstaan van het veen in deze periode? flr 5.: * Toets 3HV Hoofdstuk 5 Het Nederlandse Landschap paragraaf 1 Um 4 Vraag 1 TijdeÀs het Pleistoceen wisselden ijstijden en warme perioden elkaar af. De Saale ijstijd is eén belangrijke ijstijd voor

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4.1 t/m 4.4

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4.1 t/m 4.4 Aardrijkskunde Hoofdstuk 4.1 t/m 4.4 door D. 1279 woorden 6 juli 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Aardrijkskunde 1hv 4.1 Het gevaar van water Terp: heuvel die beschermt tegen

Nadere informatie

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas schaalrekenen PROJECT aardrijkskunde en wiskunde 1 vmo-t/havo naam klas Auteurs Femke Trap José Spaan Bonhoeffer College, Castricum 2006 EPN, Houten, The Netherlands. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet

Nadere informatie

Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden

Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden opdrachtvel naam Onderdeel A Het landschap en het ontstaan van terpen en wierden Ben je eerder klaar met de vragen? Dan mag je beginnen met de woordzoeker op de laatste pagina. 1. Welk antwoord is goed?

Nadere informatie

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP

blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP blad 1 Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP docentenmateriaal: 3 niveaus, incl. antwoorden Afsluitende toetsvragen bij de tentoonstelling over het NAP De toetsvragen staan gerangschikt

Nadere informatie

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen. Les 1 De bodemverontreiniging. afgraven Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De afgraving De plaats waar de grond wordt weggenomen. De bodemverontreiniging De grond

Nadere informatie

3 havo 4 water, 2 t/m 4

3 havo 4 water, 2 t/m 4 3 havo 4 water, 2 t/m 4 Mozambique: soms te veel India: vaak te weinig De blauwe planeet: alles stroomt Welke kringloop heeft de meeste betekenis voor de mens en waarom? De lange kringloop (B) omdat deze

Nadere informatie

Werkboekje bij de digibordles Noord-Holland werkt aan water

Werkboekje bij de digibordles Noord-Holland werkt aan water Werkboekje bij de digibordles Noord-Holland werkt aan water Naam: Opdracht 1 De strijd tegen het water in Noord-Holland Je hebt in de klas net de digibordles Noord-Holland werkt aan water gedaan. Wat heb

Nadere informatie