Maureen van Hurck Studentnummer: Projectnummer: Afstudeer periode: september januari 2015 Publicatiedatum: januari 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Maureen van Hurck Studentnummer: 500639753 Projectnummer: 2015103 Afstudeer periode: september 2014 - januari 2015 Publicatiedatum: januari 2015"

Transcriptie

1 Welke formules zijn het meest valide bij het schatten van energieverbruik in rust bij ouderen (55+) met obesitas in vergelijking met het resultaat van de indirecte calorimeter? Auteur: Maureen van Hurck Studentnummer: Projectnummer: Afstudeer periode: september januari 2015 Publicatiedatum: januari 2015 Bachelor Nutrition and Dietetics, Hogeschool van Amsterdam University of Applied Sciences. 0

2 1

3 Auteurs en gegevens: Maureen van Hurck Broekerhavenweg 270, Bovenkarspel Studentnr.: Projectnummer: Afstudeerproject Bachelor Nutrition and Dietetics, Amsterdam University of Applied Sciences Afstudeerdatum Januari 2015 Opdrachtgever Dr. ir. P.J.M. Weijs, lector Gewichtsmanagement Dr. Meurerlaan SM Amsterdam Docentbegeleider Ir. A.M. Verreijen a.verreijen@hva.nl Praktijkbegeleiders Suzanne van der Plas s.e.van.der.plas@hva.nl Robert Memelink r.memelink@hva.nl Copyright 2015, M.M. van Hurck Niets uit deze scriptie mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, het zij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. 2

4 Voorwoord Deze scriptie is geschreven in het kader van de afstudeeropdracht van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam. In deze scriptie worden de bestaande formules die het energieverbruik in rust schatten bij ouderen met obesitas geëvalueerd. Ook was ik tijdens de periode van september 2014 tot en met januari 2015 onderzoeker van de Probe I studie. Deze studie is uitgevoerd in het voedingslab van de Hogeschool van Amsterdam in opdracht van het HvA lectoraat Gewichtsmanagement. De gegevens die voor deze scriptie zijn gebruikt komen voort uit verschillende studies met een gewichtsverlies programma uitgevoerd op de Hogeschool van Amsterdam, in het Amsterdam Nutrition Assessment Centre, ANAC. Het onderzoek vond plaats in de periode september 2014 tot en met januari Ik wil graag mijn docentbegeleidster Amely Verreijen bedanken voor haar waardevolle adviezen en prettige samenwerking. Ook wil ik de praktijkbegeleiders Suzanne van der Plas en Robert Memelink bedanken voor de begeleiding tijdens het PROBE I onderzoek. Daarnaast wil ik Dr. Ir. P.J.M. Weijs lector Gewichtsmanagement bedanken voor het mogelijk maken van deze opdracht. Tevens wil ik alle studenten bedanken voor de fijne samenwerking, gezelligheid en het bijdragen aan de PROBE I studie. Amsterdam, 2 januari 2015 Maureen van Hurck 3

5 4

6 Samenvatting Achtergrond: Energieformules worden vaak gebruikt om het energieverbruik in rust te schatten (REE). Deze formules kunnen gebaseerd zijn op een andere populatie waardoor zij mogelijk geen goede schatting geven op de doelgroep van ouderen 55+ met obesitas, waar deze scriptie zich op richt. Deze studie richt zich op deze doelgroep omdat de prevalentie van obese ouderen hoog is, en in de toekomst nog hoger wordt. Doel: Het doel van deze studie is om de huidige energieformules uit de literatuur te evalueren op validiteit. Daarnaast is gekeken of er een verschil is in de uitkomst van de energieformules wanneer deze worden ingevuld met verschillende meetapparatuur voor de lichaamssamenstelling. Tot slot werd er een nieuwe energieformule ontwikkeld en geëvalueerd met de variabele spiermassa. Methoden: In deze studie is de baseline meting uitgevoerd onder 90 deelnemers van 55 jaar of ouder met een BMI 27 kg/m 2. Geslacht en leeftijd zijn gerapporteerd. REE, gewicht, lengte, vetvrijeen vetmassa en appendicular lean mass zijn gemeten. REE was gemeten door een indirecte calorimeter (Vmax Encore N29), vetvrije- en vetmassa zijn gemeten door luchtverplaatsingsplethysmografie (BODPOD Life measurement Inc) en een Dual-energy X-ray absorptiometry scanner (DXA; GE Lunar Prodigy / DPX-NT). De appendicular lean mass werd ook gemeten met de DXA. De gemeten REE werd gebruikt als referentiewaarde en vergeleken met 35 energieformules gebaseerd op gewicht en lengte en 11 energieformules gebaseerd op vetvrij- en vetmassa. Door het gebruik van een lineaire regressie analyse zijn er nieuwe energieformules ontwikkeld. De validiteit van de energieformules werden geëvalueerd aan de hand van het percentage goede schattingen (binnen 10% van de waarde van de indirecte calorimeter), de gemiddelde absolute afwijking (GAA) en concordantie correlatiecoëfficiënt (CCC). Resultaten: Onder de energieformules gebaseerd op gewicht en lengte, had de formule van Henry 30-60y gewicht en lengte, de formule van Schofield 30-60y gewicht en de formule van Schofield 30-60y gewicht en lengte het hoogste percentage goede schattingen (68,9%). Van de energieformules gebaseerd op vetvrije- en vetmassa had de Müller et al. het hoogste percentage goede schattingen (67,4%). Er was een gering verschil tussen de uitkomst van energieformules wanneer deze werden ingevuld met de BodPod of de DXA-scanner. De nieuwe ontwikkelde energieformule gebaseerd op de variabele spiermassa had een percentage goede schatting van 60,0%. Conclusie: De energieformules gebaseerd op gewicht en lengte hadden het hoogste percentage goede schattingen. Trefwoorden: energieformules, obesitas, indirecte calorimeter, vetvrije massa en vetmassa. 5

7 6

8 Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Samenvatting... 5 Inleiding... 9 Methoden Studiepopulatie Metingen Selectie van energieformules uit de literatuur Statistiek Resultaten Evaluatie van de bestaande formules Verschil tussen de energieformules ingevuld met DXA en BodPod Nieuwe ontwikkelde formules Discussie Conclusie Aanbeveling Literatuurlijst Bijlage I: In- en exclusiecriteria Bijlage II: De referentie populatie waarop de energieformules zijn gebaseerd Bijlage III: Syntax

9 8

10 Inleiding Overgewicht en obesitas spelen steeds een grotere rol in de huidige bevolking (1). Niet alleen in Nederland maar over de hele wereld neemt de prevalentie van overgewicht en obesitas toe (1-2). Deze stijging valt voornamelijk te verwachten bij het aantal ouderen. Dit komt omdat Europa vergrijst en de prevalentie van obesitas onder deze groep hoog is. Een voorspelling voor 2015 van de prevalentie van obesitas in Europa ligt namelijk tussen de 20 en 30% (3-4). Tijdens het ouder worden krijgt men niet alleen vaak te maken met gewichtstoename, maar ook met het afnemen van spiermassa. Dit proces wordt ook wel met sarcopenie aangeduid (5). Sarcopenie is niet alleen het verlies van spiermassa maar ook de gevolgen hiervan. Een vermindering van spiermassa relateert zich aan vermindering van spierkracht en verlies van spierfunctie. Dit leidt weer tot een verslechtering van het dagelijks handelen. Het verlies van spiermassa kan gepaard gaan met een verhoging van het vetmassa en/of gelijkblijvende vetmassa daardoor kan het minder zichtbaar zijn aan de buitenkant van het lichaam. Wanneer ouderen afvallen kan dit mogelijk tot een versnelde afname van de botdichtheid en spiermassa leiden (6). Om obesitas en sarcopenie zoveel mogelijk te beperken bij ouderen is het nodig om een goede diëtistische behandeling te kunnen bieden. De richtlijn voor de behandeling van obese ouderen die in Nederland kan worden gehanteerd is van het CBO: de richtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen, voor jongeren en volwassenen vanaf 18 (7). In deze richtlijn staat beschreven dat je gewichtsverlies kunt realiseren door een energie-inname van minder dan 600 kcal dan de dagelijkse energiebehoefte om gewichtsverlies van gram per week te bereiken (7). De dagelijkse energiebehoefte kan worden berekend. Deze berekening komt tot stand wanneer je een goede schatting van het energieverbruik in rust kunt vaststellen. Vervolgens wordt het energieverbruik in rust vermenigvuldigt met een factor van de schatting van de mate van fysieke activiteit, de PAL-waarde. Een goede schatting van het energieverbruik in rust is nodig om een hypocalorische dieet op te stellen. Het energieverbruik in rust kan niet alleen worden geschat maar ook worden gemeten. Het meten van het energieverbruik is rust kan worden uitgevoerd door de gouden standaard, de indirecte calorimeter (8). Diëtisten in de eerste lijn hebben weinig tot geen beschikking over een indirecte calorimeter omdat het veel geld kost en het doen van een meting veel tijd kost. Uit een onderzoek onder een steekproef van Nederlandse diëtisten is gebleken dat meer dan de helft van de diëtisten de energiebehoefte niet schat. De meest gebruikte formule in Nederland om het energieverbruik in rust te schatten is de Harris en Benedict formule uit 1984 (9). De Harris en Benedict formule heeft als variabelen in zijn formule: lengte, gewicht, geslacht en leeftijd. De variabelen vetmassa en vetvrije massa worden niet meegenomen. Vetvrije massa bestaat onder andere uit spiermassa en orgaanweefsel. Spiermassa is metabool actiever dan vetmassa, het energiegebruik per kilogram spiermassa is in rust ongeveer 14,5 kcal en voor vetmassa 4,5 kcal (10). Omdat de Harris en Benedict formule geen rekening houdt met de vetmassa en vetvrije massa kan het zijn dat de formule een overschatting geeft van het energieverbruik in rust bij ouderen met obesitas, de spiermassa neemt tijdens het ouder worden immers af (11). Mogelijk kan een energieformule die de variabelen vetvrije massa (M) en vetmassa (M) meeneemt een betere schatting geven van het energieverbruik in rust (REE) bij ouderen met obesitas. Uit het artikel van Noreik et al. (12) komt naar voren dat de Harris en Benedict formule uit 1984 een slechtere schatting geeft voor het energieverbruik in rust bij ouderen met obesitas, ( 54 ± 118, het gemiddelde verschil tussen de formule en de gemeten waarde met de standaarddeviatie). Gemiddeld onderschat de formule met 50 kcal. De Harris en Benedict formule uit 1984 geeft een betere schatting voor het energieverbruik in rust bij jongeren en volwassenen ( 14 ± 91) (12). Uit dit artikel (12) bleek dat de formule van Lührmann et al. (2002) als beste naar voren kwam als de beste voorspeller voor ouderen met obesitas, (19 ± 115). Daarentegen kwam uit de systematische review 9

11 van rankenfield et al. (13) naar voren dat de Mifflin-St Jeor formule de beste voorspeller is voor obesitas bij ouderen. De Lührmann formule en de Mifflin-St Jeor zijn beide formules die geen gebruik maken van M of M als variabelen in de formule. Er is weinig onderzoek gedaan naar formules die wel M en M meenemen en of deze mogelijk beter het energieverbruik in rust schatten. Als je de energieformules zou willen gebruiken die als variabelen M en M, dan is het goed om beschikking te hebben over een nauwkeurige en betrouwbare meting van de lichaamssamenstelling. Er zijn verschillende methoden om de lichaamssamenstelling te meten. Twee methoden die de lichaamssamenstelling in kaart brengen zijn de luchtverplaatsingplethysmografie (BodPod) en de Dual-energy X-ray absorptiometry scanner (DXA-scanner) (14). Het vergelijken van verschillende gepubliceerde formules die voor het schatten van het energieverbruik in rust de variabelen M en M meenemen kunnen niet alleen verschillen door de samenstelling van de formule. Verschillen kunnen ook te wijten zijn aan de variëteit tussen de gemeten lichaamssamenstelling door verschillende apparaten zoals de BodPod en DXA-scanner. Er is tot op heden weinig wetenschappelijke literatuur bekend over de gevolgen van het gebruiken van verschillende apparaten op de uitkomst van de schatting van het energieverbruik in rust. Alleen Korth et al. (15) heeft een onderzoek uitgevoerd waarin onderzocht is wat het effect is van het invullen van M en M gemeten met verschillende apparatuur voor de lichaamssamenstelling op de uitkomst van de energieformule. Uit zijn onderzoek bleek dat de uitkomst van het energieverbruik in rust weinig wordt beïnvloed door de meetmethode voor de lichaamssamenstelling (15). De formules gaven bij het invullen van de gemeten M door de BodPod, DXA-scanner, huidplooimeting, bioelectrical impedance analysis en de deuterium oxide dilution methoden/apparaten weinig verschil in kcal/dag. Gemiddeld scheelde het 2 kcal tussen de verschillende methoden. Tussen de BodPod en de DXAscanner was er een verschil minder dan <1 kcal/dag. Toch is het belangrijk om deze factor wel mee te nemen omdat het mogelijk de REE schatting kan beïnvloeden. Naast verschillende methodes om de lichaamssamenstelling te meten voor de variabelen M en M zodat deze kunnen worden ingevuld in de formules, kun je M opdelen in meerdere componenten. Zoals al eerder beschreven bestaat M o.a. uit spiermassa en orgaanweefsel. Spiermassa alleen kan worden gemeten door de DXA-scanner en kan mogelijk een goede voorspeller zijn in een energieformule. Dit is tot op heden nog niet onderzocht in de literatuur. Tijdens dit afstudeeronderzoek zal gekeken worden naar de validiteit van bestaande formules die het energieverbruik in rust schatten bij ouderen met obesitas. Binnen dit onderzoek worden formules die de variabelen M en M wel meenemen vergeleken met de formules die dat niet doen. De vraag hierbij is of de formules die de variabelen M en M meenemen meer valide het energieverbruik in rust schatten dan formules die alleen gewicht en lengte als variabelen gebruiken. Daarbij wordt er gekeken of het nog uitmaakt welk apparaat wordt gebruikt voor het schatten van de M en de M. Is er een verschil in validiteit van energieformules die de variabelen M en M gebruiken wanneer deze ingevuld worden met de DXA-scanner of de BodPod? Ook wordt in dit onderzoek onderzocht wat de validiteit is van een nieuw te ontwikkelen formule die gebruik maakt van o.a. de variabele spiermassa. Is er een verschil in de validiteit van een nieuw te ontwikkelen formule die gebruikt maakt van o.a. de variabele spiermassa in vergelijking tot een energieformule die alleen gebruik maakt van de variabelen gewicht en lengte? In het algemeen is het raadzaam om een energieformule toe te passen per specifieke populatie, zeker bij ouderen met obesitas (16-17). Het doel is dus om de huidige energieformules te evalueren en wordt er onderzocht of het uitmaakt of je gegevens van de BodPod of DXA-scanner in de formules invult. Verder wordt onderzocht of een nieuwe formule die de variabele spiermassa meeneemt misschien nog beter het energieverbruik in rust schat. De onderstaande drie deelvragen staan centraal in deze scriptie. 1. Schatten formules die de variabelen vetmassa en vetvrije massa meenemen meer valide dan formules die alleen gewicht en lengte als variabelen gebruiken? 10

12 2. Is er een verschil in validiteit van energieformules die de variabelen vetmassa en vetvrije massa gebruiken wanneer deze ingevuld worden met de DXA-scanner of de BodPod? 3. Wat is de validiteit van een nieuw te ontwikkelen formule die gebruikt maakt van o.a. de variabele spiermassa? 11

13 12

14 Methoden Sinds 2006 worden er onderzoeken uitgevoerd op de Hogeschool van Amsterdam, in het Amsterdam Nutrition Assessment Centre, ANAC. Voor dit afstudeeronderzoek is gebruik gemaakt van verzamelde data van 2 studies uitgevoerd in het ANAC, de PROBE-studie en MPS-data studie. Beide studies zijn gewichtsverliesstudies bij oudere obesen. Voor dit huidige afstudeeronderzoek zijn de baselinedata hiervan gebruikt om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Op baseline van deze studies zijn er verscheidene metingen uitgevoerd zoals het meten van het energieverbruik in rust (REE), gewicht en lengte, vetvrije massa (M) en vetmassa (M). De REE werd gemeten met een indirecte calorimeter en werd gebruikt als referentie. Op basis van de genoemde variabelen werden reeds gepubliceerde formules voor het schatten van de REE geëvalueerd op validiteit. Ook werd er gekeken naar het verschil in validiteit van energieformules die de variabelen M en M gebruiken wanneer deze werden ingevuld met gegevens van de DXA-scanner of de BodPod. Tot slot is op basis van deze data een nieuwe formule ontwikkeld en geëvalueerd. Studiepopulatie Beide onderzoeksgroepen zijn geworven in de omgeving van Amsterdam Nieuw-West door middel van posters en flyers. Tevens zijn er meerdere advertenties in verschillende wijkkranten zoals de Westerpost, DiemenNieuws en de Echo geplaatst. Ook was er bij de PROBE-studie de mogelijkheid om je aan te melden via de website van de PROBE studie en zijn oud-deelnemers van vorige studies op de Hogeschool van Amsterdam benaderd. Wanneer de deelnemers voldeden aan de inclusiecriteria werden zij in het onderzoek geïncludeerd. Belangrijke inclusiecriteria voor deze studies waren: leeftijd tussen de 55 en 85 jaar oud en een geschikte BMI >30 kg/m 2 of een BMI boven de >27 kg/m 2 met een middelomtrek groter dan 88 cm voor vrouwen en groter dan 102 cm voor mannen. Voor meer in- exclusiecriteria, zie bijlage I. Metingen Hieronder worden de verschillende metingen die op de baseline verricht zijn in beide studies toegelicht. De volgende variabelen worden meegenomen in de analyse: geslacht en geboortedatum zijn gerapporteerd; lengte in cm gemeten met een meetlat (Seca 222, Seca, Hamburg, Duitsland); lichaamsgewicht, vetvrije massa en vetmassa zijn gemeten door de BodPod (BOD POD Life Measurement Inc, Concord, Californië); vetvrije massa, vetmassa en appendicular lean mass (vetvrije en botvrije weefsel van de armen en benen) gemeten door een Dual energy x-ray absorptiometry (DXA-scanner; GE Lunar Prodigy / DPX-NT) en REE in kcal/d gemeten door een indirecte calorimeter (Vmax Encore N29; Viasys Gezondheidszorg, Houten, Nederland). Indirecte calorimetrie De REE van de deelnemers is gemeten door een indirecte calorimeter (Vmax Encore N29), de referentie. De indirecte calorimeter werd elke dag voor de eerste meting gekalibreerd met twee ijkgassen met verschillende concentraties aan koolstofdioxide en zuurstof. De meting werd uitgevoerd met een geventileerde kap, waarin de ijkgassen met verschillende concentraties koolstofdioxide en zuurstof om de vijf minuten opnieuw werd gekalibreerd. Door middel van de geventileerde kap van de indirecte calorimeter werd de hoeveelheid geproduceerde koolstofdioxide en geconsumeerde hoeveelheid zuurstof gemeten. Met de formule van Weir werd vervolgens het energieverbruik in rust berekend voor een periode van 24 uur (18). Tijdens de meting waren de deelnemers wakker en in een liggende positie. Ook werd er aan de deelnemers gevraagd 12 uur van te voren niet eten. Elke meting duurde ongeveer 25 minuten en eindigt als er een steady state termijn was bereikt. Een steady state termijn werd bereikt als het zuurstofverbruik en de productie van koolstofdioxide veranderde met <10% in een periode van minimaal 5 minuten. Als er geen steady state werd bereikt duurde de meting ongeveer 30 minuten en werd de langste termijn gebruikt waarin de deelnemer een zo klein mogelijke verandering had tussen het zuurstofverbruik en productie van koolstofdioxide. 13

15 BodPod Door middel van de BodPod (BOD POD Life Measurement) werd het gewicht, M en M van de deelnemers gemeten. De BodPod werd twee keer per dag gekalibreerd, in de ochtend en in de middag. Voor de meting werd de BodPod nog een keer gekalibreerd. De BodPod meet volume en het gewicht. Het volume van het lichaam werd gemeten aan de hand van de luchtverplaatsing die plaatsvindt in de cabine. Met volume en gewicht werd de dichtheid van het lichaam bepaald. Deze dichtheid werd vervolgens ingevuld in de Siri formule. De Siri formule berekent het vetpercentage met behulp van de dichtheid(19). Aan de hand van het vetpercentage en het gewicht werd de hoeveelheid vet (M) berekend. De M werd berekend door de M van het gewicht af te trekken. Deelnemers werden geïnstrueerd om nauwsluitend ondergoed of badkleding te dragen, ook kregen de deelnemers een badmuts op. Sieraden en andere accessoires waren niet toegestaan. De BodPod meet standaard twee keer, wanneer deze twee metingen teveel van elkaar verschilden was er een derde meting nodig. Dit gebeurde waarneer de dichtheid meer dan 150 ml verschilde. DXA-scanner De DXA-scanner (DXA; GE Lunar Prodigy / DPX-NT) is gebruikt bij beide studies om de vetmassa, vetvrije en botvrije massa van de armen en benen (spiermassa) en botdichtheid te meten. Tijdens de PROBE-studie is deze meting uitgevoerd in het voedingslab, bij de MPS-data studie is de meting uitgevoerd in het Diagnostic Center Amsterdam, Nederland. Een DXA-scanner meet door middel van constante röntgenstraling de botdichtheid, vetmassa en vetvrije massa (20). Een meting duurde ongeveer 20 minuten en gebeurde in ondergoed. Een DXA-scan mocht alleen uitgevoerd worden door een gecertificeerd persoon die voor de DXA-scanner een cursus had gevolgd. Selectie van energieformules uit de literatuur Als leidraad voor deze scriptie werd het artikel van Weijs et al. (16) gebruikt waarin al veel formules zijn geëvalueerd op validiteit, alleen bij een andere doelgroep. De formules die in het artikel van Weijs et al. (16) werden gebruikt worden ook in deze scriptie meegenomen. Daarnaast is er in de literatuur gezocht naar nieuwe energieformules. In de digitale wetenschappelijke databases: Pubmed, ScienceDirect en Google Scholar is gezocht door middel van de volgende MeSH-terms: ''REE'','' RMR'' en ''Indirecte Calorimetry'' in elke mogelijk combinatie met de woorden: predict, estimate en validity. De volgende filters zijn toegepast: selectiecriteria: nederlands species: humans en leeftijd 18. Artikelen uit tijdschriften met een Impact actor (I)> 1,5 werden opgenomen. Belangrijke exclusiecriteria waren: specifieke ethische groepen, een te kleine onderzoeksgroep (n<50) of formules die speciaal waren getest op een populatie met een ziektebeeld. Na literatuuronderzoek werden er nog 6 vergelijkingen extra opgenomen: redrix et al (21), Weijs&Vansant 2010 (22), Siervo 2013 (23), Luhrmann et al (24), Lazzer et al (25), Lazzer et al M (25), Ireton-Jones 2002 (26). redrix et al. had een onderzoekspopulatie van n=40 maar is door middel van cross validatie meegenomen (23). In totaal zijn er 69 formules meegenomen in dit onderzoek. In bijlage II is de referentie populatie weergeven waarop de energieformules zijn gebaseerd, Tabel 1A en tabel 1B. Tabel 1A laat de formules zien gebaseerd op de variabelen leeftijd, gewicht, lengte, BMI en geslacht. Tabel 1B laat formules zien gebaseerd op variabelen M en M, BMI en geslacht. 14

16 Statistiek De volgende statistische analyses werden gebruikt om de validiteit van de verschillende voorspellende energieformules in rust in vergelijking met de REE uitkomst van indirecte calorimeter: de bias (gemiddelde verschil), gemiddelde absolute afwijking (GAA), concordantie correlatiecoëfficiënt (CCC) en het percentage goede schattingen. De gegevens werden geanalyseerd met behulp van analystische software, SPSS (versie , IBM SPSS). Een p-waarde van <0,05 werd beschouwd als statistisch significant. De GAA en het percentage nauwkeurige voorspellingen werden berekend met behulp van MS Excel Om de CCC te bereken werd gebruikt gemaakt van MedCalc software (versie Mariakerke, België). Bias en GAA De bias is het gemiddelde verschil tussen de gemeten REE door een indirecte calorimeter en de REE voorspeld door een formule. De bias geeft informatie over de validiteit voor groepen maar bij een lage bias kunnen er individueel nog grote afwijkingen zijn (27). De bias kan grote afwijkingen uitmiddelen, hierdoor zegt de bias minder over de gemiddelde individuele afwijkingen. Daarom is ook de gemiddelde absolute afwijking (GAA) berekend. De GAA kan worden berekend door bij alle formules de bias absoluut te maken en hiervan het gemiddelde te nemen. Hoe lager de GAA, hoe kleiner de gemiddelde afwijking. Concordantie correlatiecoëfficiënt De CCC werd gebruikt voor het meten van precisie en nauwkeurigheid. De concordantie correlatiecoëfficiënt meet de samenhang tussen twee variabelen. De correlatiecoëfficiënt is een waarde die de sterkte van het verband tussen de variabelen weergeeft, ook wel de Pearson correlatie coëfficiënt. De Pearson correlatie coëfficiënt meet de correlatie tussen de voorspelde en de gemeten REE. De concordance correlatiecoëfficiënt neemt daarnaast ook de afwijking ten opzichte van de x = y lijn mee. De Pearson correlatiecoëfficiënt en de afwijking ten opzichte van de x=y lijn vormen samen de CCC. Wanneer CCC=1, betekent dit dat de energieformule de gemeten REE perfect schat. Wanneer CCC=0, betekent dit dat de energieformule geen goede schatting geeft (28-29). Percentage goede schattingen De validiteit van bestaande formules werd ook bepaald aan de hand van een afwijkingspercentage ten opzichte van de uitkomst van de indirecte calorimeter. Een afwijking binnen 10% van de waarde van de indirecte calorimeter werd gezien als een goede schatting. Een onderschatting werd gedefinieerd als de waarde van de formule kleiner dan -10% lag dan de gemeten waarde. Een overschatting werd gedefinieerd als de waarde van de formule meer dan 10% hoger lag dan de gemeten waarde. Soortgelijke studies die naar de validiteit van energieformules keken hanteren dezelfde grenzen (13, 16-17). Lineaire regressie analyse Een lineaire regressie analyse werd toegepast om een voorspellingsmodel voor de gemeten REE te genereren. Door middel van het toevoegen van variabelen berekende SPSS een goede schatting van de gemeten REE. Op de Y-as werden de resultaten van de indirecte calorimeter ingevuld. Op de X-as werden de variabelen ingevuld om een zo goed mogelijke schatting te kunnen maken van Y. Door gebruik te maken van het predictiemodel, werden de volgende variabelen gebruikt: leeftijd, gewicht, lengte, appendicular muscle mass en/of geslacht. Om te kijken of de variabelen een goede voorspeller voor Y konden zijn werd er gekeken naar de p-waarde van de variabelen. 15

17 16

18 Resultaten In totaal zijn er 90 deelnemers meegenomen in deze studie, waarvan 36 mannen en 54 vrouwen. Tabel 2 laat de kenmerken van de onderzoekspopulatie zien. Mannen verschillen significant van vrouwen op de leeftijd, gewicht, lengte, M, M en REE IC. De gemiddelde leeftijd was 63 jaar oud en de gemiddelde BMI 33,4 kg/m 2. Voor het bouwen van de formules met de variabelen vetmassa en vetvrije massa zijn in totaal 86 deelnemers meegenomen. Bij 4 deelnemers ontbraken resultaten van de BodPod. Hierdoor kon er geen vergelijking worden gemaakt en zijn deze deelnemers niet meegenomen. Tabel 2: Karakteristieken van de onderzoekspopulatie: lichaamssamenstelling, antropometrische data en het energieverbruik in rust Totaal (n=90) Totaal (n= 90) Man (n=36) Vrouw (n=56) P- waarde A Gemiddelde ± Range Gemiddelde ± Gemiddelde ± SD SD SD Leeftijd (jaren) 63,0 ± 5, ,0 ± 5,5 61,6 ± 5, * Gewicht (kg) 95,7 ± 13, ,2 ± 12,1 92,9 ± 13, * Lengte (cm) 169 ± ± ± 7 <0.001* BMI (kg/m 2 ) 33,4 ± 4, ,5 ± 3,1 34,0 ± 5, M BodPod (kg) 41,5 ± 11, ,9 ± 8,4 45,1 ± 11,5 <0.001* M DXA (kg) 39,2 ± 10, ,1 ± 7,1 42,6 ± 10,2 <0.001* M BodPod (kg) 53,9 ± 10, ,3 ± 7,1 47,1 ± 6,9 <0.001* M DXA (kg) 55,8 ± 11, ,7 ± 6,9 48,5 ± 6,90 <0.001* REE IC (kcal) 1743 ± ± ± 193 <0.001* AP-waarde voor significantie tussen mannen en vrouwen door independent sample t-test. M, vetmassa, M, vetvrije massa, REE, resting energy expenditure (gemeten door indirecte calorimeter). *Signicificant verschil tussen mannen en vrouwen (P<0.05). Evaluatie van de bestaande formules In deze scriptie worden de huidige formules voor het energieverbruik in rust uit de literatuur geëvalueerd, zie Bijlage II, tabel 1A en 1B. Tabel 3A en 3B laat de evaluatie van de bestaande formules zien. Tabel 3A: evaluatie van de energieformules (REE) gebaseerd op gewicht en lengte met gemiddelde absolute afwijking (GAA), CCC, bias en percentage van goede schattingen. SD GAA B CCC C Bias ± SD D ormules Gem. Goede Onder Over REE A schatting E schatting schatting G Kcal/d Kcal/d Kcal/d % % % % REE IC Bernstein et al , ± ,6 64,4 0,0 (30) -19,8 AO/WHO/UNU 1985 (31) 18-30y gewicht , ± ,2 0,0 67,8 12, y gewicht , ± , ,2 en lengte 11, y gewicht , ± ,3 11,1 25,6 17

19 3, y gewicht en lengte , ± 174 2,1 >60y gewicht , ± 183-3,9 >60y gewicht en , ± 202 lengte -3,8 redrix et al. (21) , ± ,6 HB 1919 (32) , ± 176-2,6 HB 1984 (33) , ± 174-2,9 Henry (34) 30-60y gewicht , ± 177 1, gewicht en , ± 176 lengte -0,9 >60 y gewicht , ± 176-5,6 >60y gewicht en , ± 176 lengte -7,6 Huang et al. (35) , ± 174-3,5 Ireton-Jones (26) , ± 329 6,8 Korth et al. (15) , ± 180 1,6 Lazzer et al , ± 197 (36, 37) 3,5 Livingston and , ± 173 Kohlstadt (38) -9,9 Lorenzo et al ,748-4 ± 182 (39) -0,2 Lührmann et al ,727-1 ± 184 (24) 0,0 Mifflin et al. (40) , ± 179-8,2 Müller et al. (41) Alle BMI H , ± 176-1,3 BMI , ± 176-2,0 BMI > , ± 176-2,0 Owen et al. (42) , ± 177-6,4 Schofield (43) 18-30y gewicht , ± , y gewicht , ± 186 en lengte 11,4 65,6 11,1 23,3 63,3 24,4 12,2 60,0 26,7 13,3 28,9 7,8 63,3 63,3 24,4 12,2 67,8 20,0 12,2 65,6 14,4 20,0 68,9 15,6 15,6 63,3 26,7 10,0 58,9 37,8 3,3 66,7 21,1 12,2 42,2 18,9 38,9 65,6 12,2 22,2 54,4 8,9 36,7 56,7 42,3 0,0 60,0 15,6 24,4 62,2 14,4 23,3 57,8 41,1 1,1 64,4 17,8 17,8 63,3 20,0 16,7 64,4 20,0 15,6 60,0 32,2 7,8 33,3 0,0 66,7 40,0 0,0 60,0 18

20 30-60y gewicht , ± 175 1, y gewicht , ± 175 en lengte 1,5 >60y gewicht , ± 183-8,6 >60y gewicht en , ± 185 lengte -7,7 Weijs & Vasant , ± 193 (22) 7,1 68,9 11,1 20,0 68,9 11,1 20,0 57,8 36,7 5,6 56,7 36,7 6,7 51,1 5,6 43,3 A REE gemeten door een indirecte calorimeter (IC) B Gemiddelde absolute afwijking C Concordance correlatie coëfficiënt D Het gemiddelde verschil, standaard deviatie en het percentage tussen de gemeten REE en voorspelde REE met een formule E Percentage van de deelnemers met een schatting binnen 10% Percentage van de deelnemers met een schatting <10 G Percentage van de deelnemers met een schatting >10 H niet specifiek voor een BMI-range Verschil tussen de energieformules ingevuld met DXA en BodPod Tabel 3B laat het verschil zien in formules ingevuld door resultaten van een DXA-scanner of een BodPod. Tabel 3B: evaluatie van de energieformules in rust (REE) gebaseerd op fat-free mass (M) en fat mass (M) gemeten door een BodPod en DXA-scanner met gemiddelde absolute afwijking (GAA), CCC, bias en percentage van goede schattingen. SD GAA B CCC C Bias ± SD D ormules Gem. Goede Onder Over REE A schatting E schatting schatting G Kcal/d Kcal/d Kcal/d % % % % REE IC Bernstein et al. (30)BodPod Bernstein et al. (30)DXA Huang et al. (35) BodPod Huang et al. (35) DXA Johnstone et al. (44) BodPod Johnstone et al. (44) DXA Korth et al. (15) BodPod Korth et al. (15) DXA Lazzer et al (36,37)BodPod Lazzer et al (36,37) DXA , ± , , ± , , ± 170-4, , ± 172-4, , ± 175-3, , ± 175-2, , ± 188-3, ,796-6 ± 180-0, , ± , , ± ,7 1,2 98,8 0,0 7,0 93,0 0,0 62,8 27,9 9,3 61,6 27,9 1,5 65,1 26,7 8,1 66,3 23,3 10,5 58,1 25,6 16,3 65,1 17,4 17,4 36,0 47,7 16,3 43,3 45,3 11,6 19

21 Mifflin et al. (40) BodPod Mifflin et al. (40) DXA Müller et al. (41) , ± , , ± ,1 31,4 68,6 0,0 38,4 61,6 0,0 alle BMI H BodPod alle BMI H DXA BMI BodPod BMI DXA BMI >30 BodPod BMI >30 DXA Owen et al. (42) BodPod Owen et al. (42) DXA , ± 173-3, , ± 174-3, , ± 175-6, , ± 175-6, , ± 171-4, , ± 172-4, , ± , , ± ,3 64,0 20,0 15,1 67,4 19,8 12,8 62,8 31,4 5,8 62,8 31,4 5,8 64,0 24,4 11,6 66,3 25,6 8,1 25,6 74,4 0,0 27,9 72,1 0,0 A REE gemeten door een indirecte calorimeter (IC) B Gemiddelde absolute afwijking C Concordance correlatie coëfficiënt D Het gemiddelde verschil, standaard deviatie en het percentage tussen de gemeten REE en voorspelde REE met een formule E Percentage van de deelnemers met een schatting binnen 10% Percentage van de deelnemers met een schatting <10 G Percentage van de deelnemers met een schatting >10 H niet specifiek voor een BMI-range 20

22 Nieuwe ontwikkelde formules In kader 1 staan de nieuwe ontwikkelde formules weergegeven. Naast formules gebaseerd op spiermassa zijn er ook twee formules ontwikkeld gebaseerd op gewicht en lengte. Deze formules zijn ontwikkeld om de formules gebaseerd op spiermassa te kunnen vergelijken. Tabel 3C laat de evaluatie van de ontwikkelde formules zien. Hurck formule: (LEETIJD x ) + (GESLACHT x ) + (LENGTE x 1.452) R= (GEWICHT x 9.002) R 2 = Hurck spiermassa formule: (LEETIJD x ) + (GESLACHT x ) + R=0.770 (SPIERMASSA x 0.033) R 2 = Hurck geslacht formule: (LEETIJD x ) + (LENGTE x ) + (GEWICHT x ) Man: R=0.672 R 2 = Vrouw: (LEETIJD x ) + (LENGTE x 4.968) + (GEWICHT x 7.456) R=0.590 R 2 = Hurck geslacht spiermassa: (LEETIJD x ) + (SPIERMASSA x 0.035) formule Man: R=0.531 R 2 = Vrouw: (LEETIJD x 0.731) + (SPIERMASSA x 0.032) R=0.504 R 2 = Kader 1: Zelf ontwikkelde formules Gewicht in kg; Lengte in cm; leeftijd in jaren; geslacht (man=1, vrouw=0); spiermassa in appendicular muscle massa (spiermassa in armen en benen) REE, energieverbruik in rust in kcal/d; R en R 2. Tabel 3C: evaluatie van de energieformules (REE) gebaseerd op appendicular muscle mass* gemeten door een DXA-scanner in vergelijking met energieformules gebaseerd op lengte en gewicht met gemiddelde absolute afwijking (GAA), CCC, bias en percentage van goede schattingen. SD GAA B CCC C Bias ± SD D ormules Gem. Goede Onder Over REE A schatting E schatting schatting G Kcal/d Kcal/d Kcal/d % % % % REE IC Hurck ,783 0 ± 170 0,0 Hurck geslacht ,804 0 ± 163 0,0 Hurck spiermassa , ± 182-0,6 Hurck spiermassa ,753 3 ± 181 geslacht 0,2 * = Vetvrij en botvrij weefsel van armen en benen 64,4 15,6 20,0 64,4 16,7 18,9 60,0 16,7 23,3 63,3 12,2 24,4 21

23 A REE gemeten door een indirecte calorimeter (IC) B Gemiddelde absolute afwijking C Concordance correlatie coëfficiënt D Het gemiddelde verschil, standaard deviatie en het percentage tussen de gemeten REE en voorspelde REE met een formule E Percentage van de deelnemers met een schatting binnen 10% Percentage van de deelnemers met een schatting <10 G Percentage van de deelnemers met een schatting >10 De percentages van goede schattingen staan getoond in figuur 1A en 1B, gerangschikt van goede schatting naar minder goede schatting. De formules gebaseerd op gewicht en lengte met het grootste percentage goede schatting waren: Henry 30-60y (34) met gewicht en lengte (68,9%), Schofield 30-60y met alleen gewicht (68,9%) en de Schofield (43) 30-60y met gewicht en lengte (68,9%). redrix et al. (21) gaf het laagste percentage goede schattingen (28,9%). Het hoogste percentage goede schattingen voor de formules gebaseerd op vetvrije massa (M) en vetmassa (M) waren: Müller et al. (41) (niet specifiek voor een BMI-range) gemeten door een DXA-scanner (67,4%), Johnstone et al. (44) gemeten door een DXA-scanner (66,3%) en Müller (41) BMI >30kg/m 2 gemeten door een DXA-scanner (66,3%). Tabel 3C laat zien dat energieformules gebaseerd op spiermassa (appendicular muscle mass) een percentage van 60,0% goede schattingen geeft. Opgesplitst in een aparte formule voor geslacht was het percentage goede schattingen 63,3%. In figuur 2A en 2B is de gemiddelde absolute afwijking (GAA) in kcal/d getoond tussen de geschatte en gemeten energieverbruik in rust. De formules zijn gesorteerd van de laagste naar de hoogste afwijking. Resultaten dichter bij 0 zijn gunstiger. De GAA is de gemiddelde absolute afwijking in vergelijking met de gemeten REE door een indirecte calorimeter. De Henry 30-60y (34) gebaseerd op gewicht en lengte had de laagste GAA; 141 kcal, gevolgd door de Müller et al. (41) BMI >30kg/m 2 ; 142 kcal en de Müller et al. (41) (niet specifiek voor een BMI-range); 143 kcal. De Hurck en de Hurck geslacht formules hadden officieel de laagste GAA, 140 kcal en 132 kcal maar omdat deze formules zijn gemaakt op de populatie in dit onderzoek zijn ze niet meegenomen. Voor de formules gebaseerd op M en M hadden de volgende formules de laagste GAA: Müller et al. (41) (niet specifiek voor een BMI-range) gemeten door een DXA-scanner en de Johnstone et al. (44) gemeten door een DXAscanner: 144 kcal en 144 kcal. In figuur 3A en 3B kan de CCC van de energieformules worden afgelezen. Hoe dichter de CCC tot de 1 ligt, hoe sterker de correlatie is tussen de schattende en gemeten REE. Henry 30-60y met alleen gewicht had de hoogste CCC: 0,787 daarna kwam Korth et al. (15) met een CCC van 0,785. Zowel Schofield (43) 30-60y met alleen gewicht als Schofield (43) 30-60y met gewicht en lengte hadden een CCC van 0,781. Net als bij de GAA had officieel de Hurck geslacht formule de hoogste CCC (0.804) maar omdat deze formule is gemaakt op de populatie uit dit onderzoek is deze formule niet meegenomen. Voor formules gebaseerd op M en M hadden Korth et al. (15) gemeten door DXA-scanner en BodPod en Johnstone et al. (44) gemeten door een DXA-scanner de hoogste CCC. In tabel 3A kan de laagste bias in kcal/d worden afgelezen. De Lührmann et al. (24) had de laagste bias met -1 kcal/d, gevolgd door Lorenzo et al. (39) met een bias van -4 kcal/d. Ook de Henry 30-60y gebaseerd op gewicht en lengte had een lage bias, namelijk -16 kcal/d. In tabel 3B is de laagste bias in kcal/d voor formules gebaseerd op M En M getoond. Korth et al. (15) had de laagste bias, -6 kcal/d gevold door de Johnstone et al. (44), -42 kcal/d. Beide formules zijn gebaseerd op resultaten van de DXA-scanner. De formule met hoogste percentage onderschatting was Bernstein et al. (30),64.4%. De hoogste overschatting was de AO/WHO/UNU jaar (67.8%) en de Schofield (31) jaar gebaseerd op gewicht (66.7%). 22

24 Henry 30-60y (G en L) Schofield 30-60y (G) Schofield 30-60y (G HB 1984 Huang Henry 30-60y (G) Korth AO 30-60y (G en L) Müller alle BMI Müller BMI >30 AO 30-60y (G) AO 60y (G) HB 1919 Henry 60y (G) Müller BMI Lührmann AO 60y (G en L) Lorenzo Owen Henry 60y (G en L) Mifflin Schofield 60y (G) Livingston Schofield 60y (G en L) Lazzer 2007 Weijs & Vasant Ireton-Jones Schofield 18-30y (G AO 18-30y (G en L) Bernstein Schofield 18-30y (G) AO 18-30y (G) redrix %Goede schattingen REE formules iguur 1A: Percentage goede schattingen voor het energieverbruik in rust met een schatting binnen 10% voor de verschillende formules gebaseerd op gewicht (G) en lengte (L). A Muller alle BMI houdt in, niet specifiek voor een BMI-range. 23

25 Müller alle BMI DXA Johnstone DXA Müller BMI >30 DXA Johnstone BodPod Korth DXA Müller alle BMI BodPod Müller BMI >30 BodPod Huang BodPod Müller BMI BodPod Müller BMI DXA Huang DXA Korth BodPod Lazzzer 2007 DXA Mifflin DXA Lazzer 2007 BodPod Mifflin BodPod Owen DXA Owen BodPod Bernstein DXA Bernstein BodPod %Goede schattingen BodPod DXA REE formules M iguur 1B: Percentage goede schattingen voor het energieverbruik in rust met een schatting binnen 10% voor de verschillende formules gebaseerd op vetvrije massa (M) en vetmassa (M). A Muller alle BMI houdt in, niet specifiek voor een BMI-range. 24

26 Henry 30-60y (G en L) Müller BMI >30 Müller alle BMI Schofield 30-60y (G Schofield 30-60y (G) HB 1984 AO 30-60y (G en L) Müller BMI Henry 30-60y (G) Huang HB 1919 Lorenzo Lührmann Korth AO 30-60y (G) Henry 60y (G) AO 60y (G) Owen Henry 60y (G en L) AO 60y (G en L) Lazzer 2007 Schofield 60y (G en L) Mifflin Schofield 60y (G) Livingston Weijs & Vasant Schofield 18-30y (G AO 18-30y (G en L) Schofield 18-30y (G) AO 18-30y (G) Ireton-Jones Bernstein redrix GAA in kcal/d REE formules iguur 2A: Gemiddelde absolute afwijking (GAA) tussen de geschatte en gemeten energieverbruik in rust in kcal/d. A Gewicht (G) en lengte (L). A Muller alle BMI houdt in, niet specifiek voor een BMI-range. 25

27 Müller alle BMI DXA Johnstone DXA Müller alle BMI BodPod Huang DXA Korth DXA Müller BMI >30 DXA Huang BodPod Müller BMI >30 BodPod Johnstone BodPod Müller BMI BodPod Müller BMI DXA Korth BodPod Mifflin DXA Owen DXA Mifflin BodPod Owen BodPod Bernstein DXA Bernstein BodPod Lazzzer 2007 DXA Lazzer 2007 BodPod GAA in kcal/d REE formules M iguur 2B: Gemiddelde absoluut afwijking (GAA) tussen geschatte en gemeten energieverbruik in rust in kcal/d. A Muller alle BMI houdt in, niet specifiek voor een BMI-range. 26

28 Henry 30-60y (G) Korth Schofield 30-60y (G en L) Schofield 30-60y (G) Henry 30-60y (G en L) HB 1984 Müller BMI >30 AO 30-60y (G) AO 30-60y (G en L) Huang HB 1919 Müller alle BMI Müller BMI Lorenzo Henry 60y (G) Lührmann Owen AO 60y (G) Henry 60y (G en L) Lazzer 2007 Mifflin Weijs & Vasant Schofield 60y (G en L) AO 60y (G en L) Livingston Schofield 60y (G) Schofield 18-30y (G en L) AO 18-30y (G en L) AO 18-30y (G) Schofield 18-30y (G) Ireton-Jones Bernstein redrix CCC 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0-0,1-0,2-0,3 REE ormules iguur 3A: Concordantie correlatie coëfficiënt (CCC) van de energieformules (REE). A Muller alle BMI houdt in, niet specifiek voor een BMI-range. 27

29 Korth DXA Korth BodPod Johnstone DXA Huang DXA Huang BodPod Johnstone BodPod Müller alle BMI BodPod Müller alle BMI DXA Müller BMI >30 DXA Müller BMI >30 BodPod Müller BMI Müller BMI DXA Owen DXA Mifflin DXA Owen BodPod Mifflin BodPod Bernstein DXA Bernstein BodPod Lazzzer 2007 DXA Lazzer 2007 BodPod CCC 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0-0,1-0,2-0,3 REE formules M iguur 3B: Concordance correlatie coëfficiënt (CCC) van de energieformules (REE) gebaseerd op vetvrije massa (M) en vetmassa (M). A Muller alle BMI houdt in, niet specifiek voor een BMI-range. 28

30 Discussie In deze scriptie zijn de bestaande energieformules uit de literatuur en de nieuw ontwikkelde formules voor het energieverbruik in rust bij ouderen met obesitas geëvalueerd. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd, dat geen enkele formule voor meer dan 70% van de deelnemers een goede schatting gaf. De formules met de hoogste percentages goede schattingen gebaseerd op gewicht en lengte waren de Henry (34) 30-60y met gewicht en lengte, Schofield (43) 30-60y zonder lengte en de Schofield (43) 30-60y met lengte en gewicht. Gebaseerd op vetvrije massa (M) en vetmassa (M) waren de Müller et al. (41) alle BMI, Johnstone et al. (44) en de Müller et al. (41) BMI >30 de formules met de hoogste percentages goede schattingen. Al deze formules waren in gevuld met de M en M gemeten met de DXA-scanner. De beste formule waarin alle analyses worden samengevat, de GAA, CCC, bias en het percentage goede schatting is de formule met de variabelen lengte en gewicht de Henry 30-60y (34) met gewicht en lengte. De beste formules waarin alle analyses worden samengevat, de GAA, de CCC, bias en het percentage goede schatting voor de formules met de variabelen vetmassa en vetvrije massa zijn de Korth er al. (15) met de gemeten resultaten van de DXA-scanner en Müller et al. (41) (niet specifiek voor een BMI-range) met de gemeten resultaten van de DXA-scanner. Hoewel de bovenstaande energieformules als beste naar voren komen in deze scriptie, zijn de verschillen niet heel groot met de andere energieformules. De verwachting dat formules die de variabelen M en M meenemen meer valide zijn dan de formules die alleen gewicht en lengte als variabelen meenemen in de formule kan niet worden bevestigd door dit onderzoek. Andere onderzoeken vonden ditzelfde resultaat (16, 22, 45-47). Het hoogste percentage goede schattingen voor het energieverbruik in rust bij ouderen is gebaseerd op een formule die alleen de variabelen gewicht en lengte gebruikt. Dit staat in tegenstelling tot de verwachting dat formules zoals de meeste gebruikte formule onder de Nederlandse diëtisten, de Harris en Benedict (33) formule uit 1984, die alleen gebruik maakt van de variabelen gewicht en lengte een overschatting geeft van het energieverbruik in rust bij ouderen (9). Waardoor het percentage goede schattingen lager zou moeten uitvallen dan bij een formule gebaseerd op de variabelen M en M. De verwachte overschatting was gebaseerd op het argument dat de lichaamssamenstelling verandert tijdens het ouder worden: de spiermassa neemt af en kan gepaard gaan met een verhoging van de vetmassa en/of gelijkblijvende vetmassa, hierdoor blijft het gewicht in aantal kilogrammen gelijk (5-6). Een afgenomen M is verantwoordelijk voor een lager energieverbruik in rust bij een toegenomen leeftijd want spiermassa verbruikt per kilogram in rust ongeveer 14,5 kcal en vetmassa 4,5 kcal (10). Maar ook formules gebaseerd op de variabelen M en M gaven een overschatting van het energieverbruik in rust bij ouderen. Toch was het percentage onderschatting bij formules gebaseerd op de variabelen M en M hoger dan het percentage overschatting. ormules die speciaal zijn gemaakt voor bepaalde leeftijdsgroepen zoals de AO/WHO/UNU (31) formules voldeden wel aan de verwachting dat het percentage overschatting hoger was dan het percentage onderschatting bij ouderen wanneer er een formule werd gebruikt speciaal voor jong- en jongvolwassenen. De AO/WHO/UNU (31) 18-30y met alleen gewicht en AO/WHO/UNU (31) 18-30y met gewicht en lengte laten de volgende percentages overschatting zien: 67,8% en 62,2%. De AO/WHO/UNU (31) 30-60y met alleen gewicht en met gewicht en lengte laten de volgende percentages overschatting zien: 25,6% en 23,3%. De AO/WHO/UNU (31) formule voor >60y, de doelgroep in dit onderzoek, ouderen 55+, laat de kleinste overschatting zien: 12,2% en 13,3%. Het percentage goede schattingen bij de AO/WHO/UNU formule >60y is daarentegen maar 63,3% voor alleen gewicht en voor lengte en gewicht 60,0%. Een theorie hiervoor zou kunnen zijn dat ouderen krimpen. Ouderen krimpen in lengte (48). Wanneer er een kleinere lengte wordt ingevuld in de formule zal de uitkomst, schatting voor energieverbruik in rust, ook minder worden. Er is geen literatuur bekend over de gevolgen van krimpen in lengte op de uitkomst van energieformules. 29

31 Ook kan er een verschil in validiteit optreden als je formules die M en M gebruiken invult met gegevens van verschillende methoden van lichaamssamenstelling (15). In deze scriptie is gekeken naar het verschil in validiteit van energieformules die de variabelen M en M meenemen en wanneer deze worden ingevuld met de DXA-scanner of de BodPod. De formules met de hoogste goede schatting gebaseerd op de variabelen M en M waren allebei ingevuld met de gemeten resultaten van de DXA-scanner. Echter scheelde het percentage goede schattingen maar maximaal 3,4% wanneer je dezelfde formule vergelijkt met de DXA-scanner en BodPod. Het bovenstaande percentage geldt wel alleen voor de energieformules met het hoogste percentages goede schattingen. Naarmate het percentage goede schattingen afnam, werd het verschil tussen de meetmethode bij dezelfde formule met de DXA-scannner en BodPod groter. Zowel de DXA-scanner als de BodPod laten geen hoge percentages goede schattingen zien, zoals hierboven al is beschreven, Korth et al. vond ditzelfde resultaat (15). Toch zijn de BodPod en DXAscanner beide nauwkeurige apparaten om de lichaamssamenstelling mee te meten (14). Diëtisten in de eerste lijn hebben geen beschikking over deze apparaten. Een mogelijkheid voor diëtisten in de eerste lijn om de M en M te meten is door middel van bio-impendantiemeter zoals de Tanita. Maar de nauwkeurigheid van BodPod en de DXA-scanner is hoger in vergelijking tot de Tanita. Door gebruik te maken van de resultaten van een Tanita zal er mogelijk een minder goede schatting van de M en M ontstaan. Hierdoor kan er meer ruis worden geïntroduceerd in de formule, wat waarschijnlijk zal leiden tot een minder goede schatting van het energieverbruik in rust. Vetvrije massa bestaat uit meerdere componenten, o.a. uit spiermassa en orgaanweefsel. Spiermassa alleen kan worden gemeten door de DXA-scanner en kan mogelijk een voorspeller zijn voor energieverbruik in rust. In dit onderzoek is dan ook gekeken of een nieuw te ontwikkelen formule die gebruikt maakt van o.a. de variabele spiermassa meer valide is dan een formule die dit niet gebruikt. Uit de resultaten is gebleken dat een formule gebaseerd op spiermassa geen hoog percentage goede schatting geeft, 60,0%. Opgesplitst in een aparte formule voor geslacht was het percentage goede schatting iets hoger, namelijk 63,3%. In dit onderzoek wordt voor de spiermassa de zogenoemde appendicular muscle mass gebruikt, de vetvrije en botvrije massa van de armen en benen. Spiermassa, in dit geval de totale skeletspiermassa, bestaat uit 40-50% van het totale lichaamsgewicht en verbruikt maar 18-25% van het energieverbruik in rust (49). Orgaanweefsel daarentegen bestaat uit 6% van het totale lichaamsgewicht en verbruikt gemiddeld 60% van het totale energieverbruik in rust. Wanneer orgaanweefsel per individu zou verschillen kan dit grote verschillen hebben op het energieverbruik in rust in vergelijking met spiermassa. Qing et al. (50) had bij 75 gezonde vrouwen (41 Afro-Amerikanen en 34 blanken, leeftijd jaar) en 36 mannen (8 Afro-Amerikanen en 28 blanken, leeftijd jaar) de orgaanmassa gemeten. Het doel van het onderzoek was te kijken of de massa van organen met een hoge stofwisseling tijdens het ouder worden afnam. Dit werd bekeken door middel van een MRI-scan. Het onderzoek toonde door middel van een regressieanalyse aan dat er negatieve relatie was tussen orgaanmassa en leeftijd, in de hersenen, nieren, lever en milt. Per jaar namen de hersenen 0,002 kg af, de nieren 0,001 kg, de lever 0,003 kg en de milt 0,001 kg. Het hart nam tijdens het ouder worden niet af in massa. Toch laten meerdere onderzoeken zien dat de afname van het energieverbruik in rust niet volledig is te wijten aan verandering in lichaamssamenstelling, inclusief orgaanmassa (51-53). Hoewel orgaanmassa maarliefst voor 60% van het energieverbruik in rust zorgt en mogelijk een voorspeller kan bieden voor het energieverbruik in rust, is het nog maar de vraag hoe orgaanmassa kan worden gemeten. Een optie om orgaanmassa te kunnen schatten, is door het totale gewicht van de appendicular muscle mass af te trekken van de totale M. Deze optie is verder niet meegenomen in deze scriptie. Dit is echter geen optie voor diëtisten in de eerste lijn omdat zij geen beschikking hebben over een DXA-scanner. Een bio-impendantiemeter zoals de Tanita, waarover diëtisten wel kunnen beschikken, kan de appendicular muscle mass niet meten. 30

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 70 kg Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 Voedingstoestand Daling van het gewicht (BMI) en ALSFRS-R gerelateerd, wijst

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE QUADSCAN IN VERGELIJKING MET DE BOD POD.

ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE QUADSCAN IN VERGELIJKING MET DE BOD POD. ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE QUADSCAN IN VERGELIJKING MET DE BOD POD. Hoe valide is de Quadscan bij metingen op één moment en bij het meten van veranderingen in de lichaamssamenstelling in vergelijking

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Samenvatting Go4it - de effectiviteit van een poliklinische multidisciplinaire groepsbehandeling voor obese adolescenten

Samenvatting Go4it - de effectiviteit van een poliklinische multidisciplinaire groepsbehandeling voor obese adolescenten Go4it - de effectiviteit van een poliklinische multidisciplinaire groepsbehandeling voor obese adolescenten Overgewicht en obesitas onder Nederlandse kinderen en adolescenten zijn een toenemend volksgezondheidsprobleem.

Nadere informatie

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa. METING TANITA INNERSCAN NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V DATUM DATUM DATUM DATUM Gewicht Vetpercentage Watergehalte % Spiermassa Lichaamsbouwtype Basismetabolisme Metabolische leeftijd Botmassa

Nadere informatie

VUmc Basispresentatie

VUmc Basispresentatie Sarcopenie Sarcopenie en ondervoeding Vorm van ondervoeding Gekarakteriseerd door verlies van spiermassa en spierkracht Risico op verminderd fysiek functioneren en een verminderde kwaliteit van leven Marian

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Uitgebreide antropometrie in de praktijk: meten is, goed kunnen adviseren in, weten wat te eten! Cora Jonkers Academisch Medisch Centrum Nutritional assessment

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Geslacht: Male Gewicht: 99,3 kg

Geslacht: Male Gewicht: 99,3 kg Tel: 0032/479.45.99.74 Web: www.energylab.be TESTDATUM: 21/02/2014 IDENTIFICATIE Naam: Johan Hermie Geboortedatum: 20/09/1964 Leeftijd: 49,4 Lengte: 174,0 cm Geslacht: Male Gewicht: 99,3 kg Etniciteit:

Nadere informatie

WAT IS DE OPTIMALE METHODE OM DE EIWITBEHOEFTE VAN VOLWASSEN PATIËNTEN TE BEREKENEN?

WAT IS DE OPTIMALE METHODE OM DE EIWITBEHOEFTE VAN VOLWASSEN PATIËNTEN TE BEREKENEN? WAT IS DE OPTIMALE METHODE OM DE EIWITBEHOEFTE VAN VOLWASSEN PATIËNTEN TE BEREKENEN? Madelein Huijboom en Larissa Velzeboer AFSTUDEERNUMMER: 21611 BACHELOR OPLEIDING VOEDING EN DIËTETIEK WAT IS DE OPTIMALE

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Afslanken met IJzer. Anneke Palsma. EFAA Fitness- & Personal Training Congres 15 februari 2009, Noordwijkerhout

Afslanken met IJzer. Anneke Palsma. EFAA Fitness- & Personal Training Congres 15 februari 2009, Noordwijkerhout Afslanken met IJzer Anneke Palsma EFAA Fitness- & Personal Training Congres 15 februari 29, Noordwijkerhout Programma Eigen Kracht 1. uur De Kracht van Eiwit Hans Wassink 11.15 uur Afslanken met IJzer

Nadere informatie

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN VLAAMSE REFERENTIECURVEN VOOR ANTROPOMETRISCHE PARAMETERS VAN DE ABDOMINALE VETMASSA BIJ KINDEREN Dr. Sarah Begyn Promotor: Prof. Jean De Schepper Co-promotor: Prof. Mathieu Roelants Kadering BMI-curven

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Energie Chronische nierschade

Energie Chronische nierschade Position paper Energie Chronische nierschade Reikwijdte volwassenen met chronische nierschade met matig en sterk verhoogd risico (oranje en rood in de stadiëringstabel; stadia G1A3, G2A3, G3aA2, G3aA3,

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Afvallen? Bereken je BMI.

Afvallen? Bereken je BMI. Afvallen? Bereken je BMI Afvallen? Bereken je BMI. Januari is de maand waarin afvallen vaak een belangrijke plaats inneemt. Ook voor jou? Bereken je BMI! In de media bulkt het van de berichten over afvallen.

Nadere informatie

Richtlijn Overgewicht (2012)

Richtlijn Overgewicht (2012) Richtlijn Overgewicht (2012) Meten van gewicht en lengte Groeidiagrammen Kijk voor de actuele groeidiagrammen op www.tno.nl/groei 0-4 jaar jongens 0-4 jaar meisjes 1-21 jaar jongens NL 1-21 jaar meisjes

Nadere informatie

Vraag: Wat is de energiebehoefte van mijn patiënt?

Vraag: Wat is de energiebehoefte van mijn patiënt? O o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l Wat is de energiebehoefte van mijn patiënt? Dr.ir. P.J.M. Weijs 1,2,3 en dr.ir. H.M. Kruizenga 1,2,4 Samenvatting Inleiding: Bij een optimale voedingsbehandeling

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw?

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw? Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Grondmotorische eigenschappen van bewegen. Hartfrequentie (HF) Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Grondmotorische eigenschappen van bewegen. Hartfrequentie (HF) Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Janine Reitsema Docent bewegen, sport en (sport)voeding Sportdiëtist Sportinstructeur Grondmotorische eigenschappen van bewegen Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie

Nadere informatie

Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG

Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG Nutritional assessment and body composition Dr. Harriët Jager, diëtist-onderzoeker UMCG Inhoud Nutritional Assessment: wat, waarom, hoe? Methoden body composition Aanbevelingen voor de praktijk Ziektegerelateerde

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I Vetpercentage Al heel lang onderzoekt men het verband tussen enerzijds het gewicht en de lengte van volwassen mensen en anderzijds hun gezondheid. Hierbij gebruikt men vaak de Body Mass Index (BMI). De

Nadere informatie

Casus oudere vrouw met COPD

Casus oudere vrouw met COPD Casus oudere vrouw met COPD Een casus: Mevrouw de Wit 73 jarige vrouw 2003 tot 2005 herhaalde heupfracturen, kunstheup links Osteoporose Sinds een aantal jaren COPD gold 3, matige ziektelast Echtgenoot

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Fysiologische effecten van dieetinterventie

Fysiologische effecten van dieetinterventie Energiebalans Fysiologische effecten van dieetinterventie Prof. Dr. Marleen van Baak NUTRIM School for Nutrition, Toxicology and Metabolism Vakgroep Humane Biologie energieinname energiegebruik leptine

Nadere informatie

Fysiologische effecten van dieetinterventie

Fysiologische effecten van dieetinterventie Fysiologische effecten van dieetinterventie Prof. Dr. Marleen van Baak NUTRIM School for Nutrition, Toxicology and Metabolism Vakgroep Humane Biologie Energiebalans energieinname energiegebruik leptine

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek Praktische opdracht Wiskunde Statistiek Praktische-opdracht door R. 3948 woorden 5 december 2016 2,8 3 keer beoordeeld Vak Wiskunde Scoreformulier: Statistisch onderzoek havo 4 wiskunde A Namen groepsleden:

Nadere informatie

De waarde van studentensport

De waarde van studentensport Vera Dekkers (HvA) en Marije Deutekom (HvA/Inholland). In opdracht van USC. De waarde van studentensport Onderzoek naar de relatie tussen USC lidmaatschap en studieprestaties van bachelorstudenten in Amsterdam,

Nadere informatie

Beoordeling van de voedingsstatus, vertering en absorptie bij patiënten met lokaal uitgebreide alvleesklierkanker

Beoordeling van de voedingsstatus, vertering en absorptie bij patiënten met lokaal uitgebreide alvleesklierkanker Beoordeling van de voedingsstatus, vertering en absorptie bij patiënten met lokaal uitgebreide alvleesklierkanker PAN-NUTRIENT STUDIE Drs. CM Lochtenberg Potjes, JE Witvliet MSc, Dr. MAE De van der Schueren,

Nadere informatie

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt: Een gezond gewicht Een gezond gewicht Hebt u een gezond gewicht? Energiebalans Bewegen Hoe behoudt u een gezond gewicht? Tips voor het behouden van een gezond gewicht Tips voor het bereiken van een gezond

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Spier en voedingstoestand

Spier en voedingstoestand Spier en voedingstoestand - Het belang van spiermassa bij de behandeling van ondervoeding - De processen in het lichaam van een ondervoede patiënt en de mogelijke voedingsinterventies. - Oorzaak Gevolg

Nadere informatie

ANTROPOMETRIE (BMI, BUIKOMTREK EN BUIKOMTREK/LENGTE VERHOUDING) AUTEUR Thérésa LEBACQ

ANTROPOMETRIE (BMI, BUIKOMTREK EN BUIKOMTREK/LENGTE VERHOUDING) AUTEUR Thérésa LEBACQ ANTROPOMETRIE (BMI, BUIKOMTREK EN BUIKOMTREK/LENGTE VERHOUDING) AUTEUR Thérésa LEBACQ Dankwoord Dit werk kon niet worden gerealiseerd zonder de medewerking van een aantal personen. Onze bijzondere dank

Nadere informatie

3. Gebruik die formule om het rekenvoorbeeld in de tekst van het artikel na te rekenen.

3. Gebruik die formule om het rekenvoorbeeld in de tekst van het artikel na te rekenen. Werkstuk door een scholier 2178 woorden 17 juni 2008 6,3 23 keer beoordeeld Vak Wiskunde 5. Uitwerkingen van het verslag 2.1 Inleidende opdrachten 1. Welke gewichtsklassen onderscheidt de WHO? Ze onderscheiden

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen Gegevensbronnen De overgewichtcijfers in deze factsheet zijn gebaseerd op lengte en gewicht gegevens uit twee verschillende registratiesystemen: Kidos en de Fitmeter. Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse

Nadere informatie

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015 Centrale tendentie Centrale tendentie wordt meestal afgemeten aan twee maten: Mediaan: de middelste waarneming, 50%

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112 111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa

Nadere informatie

1 INFORMATIEBROCHURE

1 INFORMATIEBROCHURE INFORMATIEBROCHURE 1 2 Contactinformatie onderzoekers Contactpersoon: Swetlana Gutjar Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit Telefoon: 0317-481265 E-mail: nemostudie@wur.nl Bezoekadres: Agrotechnion,

Nadere informatie

Op(weg(naar(een(optimale(vitamine(D(status:(determinanten(en( consequenties(van(vitamine(d(deficiëntie(in(de(oudere(populatie(

Op(weg(naar(een(optimale(vitamine(D(status:(determinanten(en( consequenties(van(vitamine(d(deficiëntie(in(de(oudere(populatie( Summary&Samenvatting SAMENVATTING OpwegnaareenoptimalevitamineDstatus:determinantenen consequentiesvanvitamineddeficiëntieindeouderepopulatie De belangrijkste functie van vitamine D is het stimuleren van

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

De verandering in kwaliteit van leven van obese ouderen tijdens een gewichtsverliesprogramma

De verandering in kwaliteit van leven van obese ouderen tijdens een gewichtsverliesprogramma De verandering in kwaliteit van leven van obese ouderen tijdens een gewichtsverliesprogramma 16 januari 2012 Hogeschool van Amsterdam Nicolien Broersen & Astrid Bobeldijk Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Standard Operating Procedures

Standard Operating Procedures 1 Standard Operating Procedures Nutritional Assessment UMC Utrecht afdeling Diëtetiek Meting energieverbruik in rust middels indirecte calorimetrie (COSMED Quark RMR) 2 Inhoud 1. Doel 2. Termen en afkortingen

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Standard Operating Procedures

Standard Operating Procedures 1 Standard Operating Procedures Nutritional Assessment UMC Utrecht afdeling Diëtetiek Meting energieverbruik in rust middels indirecte calorimetrie (COSMED Quark RMR) 2 Inhoud 1. Doel 2. Termen en afkortingen

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement. Een statistische onderbouwing voor bemonstering van partijen champignons. P.C.C. van Loon Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

RIVM rapport 350020002/2006. Overgewicht bij jonge kinderen en volwassenen: kwantificeren van de kloof tussen energieinneming en energieverbruik

RIVM rapport 350020002/2006. Overgewicht bij jonge kinderen en volwassenen: kwantificeren van de kloof tussen energieinneming en energieverbruik RIVM rapport 350020002/2006 Overgewicht bij jonge kinderen en volwassenen: kwantificeren van de kloof tussen energieinneming en energieverbruik SW van den Berg, S Scholtens, AH Wijga, WMM Verschuren, JMA

Nadere informatie

Samenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte

Samenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte Het Terneuzen Geboortecohort Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte In Hoofdstuk 1 worden de achtergrond, relevantie, gebruikte definities en concepten, en de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING Samenvatting Nederlandse samenvatting SAMENVATTING De inleiding, de achtergronden en de doelstellingen van dit proefschrift worden beschreven in hoofdstuk 1. Evenals in andere landen neemt het aantal

Nadere informatie

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam)

Samenvatting. J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M. Festen (Amsterdam) Samenvatting Associatie tussen gehoorverlies en psychosociale gezondheid bij 18 tot 70 jarigen: eerste resultaten van de Nationale Longitudinale Studie naar Horen (NL-SH). J. Nachtegaal, S.E. Kramer, J.M.

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Angela Fleming en Yvonne Verhulst, Ter Gooi Diëtistendagen 2016 4 De meerwaarde van de diëtist bij de behandeling van de klinische COPD patiënt. Angela

Nadere informatie

Vernieuwend - Attent - Samen

Vernieuwend - Attent - Samen Vernieuwend - Attent - Samen Voeding bij ALS en PEG sondes Dea Schröder Juni 2015 Inhoud: Gewicht, gewichtsverloop en BMI. Impedantiemeting, fasehoek en ALS Berekening energiebehoefte bij ALS PEG Gewicht

Nadere informatie

Examen HAVO. tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde B1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 84 punten

Nadere informatie

1 INFORMATIEBROCHURE

1 INFORMATIEBROCHURE INFORMATIEBROCHURE 1 2 Contactinformatie onderzoekers Contactpersoon: Swetlana Gutjar Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit Telefoon: 0317-480759 E-mail: emo.studie@wur.nl Bezoekadres: Biotechnion,

Nadere informatie

De diagnostiek van vitamine B1, B6, B12, foliumzuur, en vitamine D25 deficiënties in de huisartsenpraktijk.

De diagnostiek van vitamine B1, B6, B12, foliumzuur, en vitamine D25 deficiënties in de huisartsenpraktijk. De diagnostiek van vitamine B1, B6, B12, foliumzuur, en vitamine D25 deficiënties in de huisartsenpraktijk. Universiteit Twente 1 ste begeleider: prof dr. G.C.M. Kusters 2 e begeleider: mevrouw M.M.A.

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 1 dinsdag 19 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente

Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Substantial Clinical Important Benefit van de CMS en SST!! Toepassing van schoudervragenlijsten bij patiënten van het Schoudernetwerk Twente Donald van der Burg Onderzoek naar responsiviteit van de CMS/SST

Nadere informatie

Welke energieformule is het meest betrouwbaar om het energieverbruik in rust bij volwassen hemodialyse patiënten te schatten?

Welke energieformule is het meest betrouwbaar om het energieverbruik in rust bij volwassen hemodialyse patiënten te schatten? Welke energieformule is het meest betrouwbaar om het energieverbruik in rust bij volwassen hemodialyse patiënten te schatten? Sarah Klein en Stephanie Moes Januari 2011 Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek

Nadere informatie

Energiestofwisseling diagnose

Energiestofwisseling diagnose aerolution Straat Karolinenstrasse 108 blue man Stad 90763 Fürth info@aerolution.de Telefoon 0911 4775270 Energiestofwisseling diagnose 23.10.2013 Achternaam: Peter Vervoort Test methode: aeroscan Leeftijd:

Nadere informatie

Fysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking. Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015

Fysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking. Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015 Fysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015 Workshop?! LITERATUUR PILOT CROSS SECTIONELE ONDERZOEK DATAVERZAMELING

Nadere informatie

1 INFORMATIEBROCHURE

1 INFORMATIEBROCHURE INFORMATIEBROCHURE 1 2 Contactinformatie onderzoekers Contactpersoon: Swetlana Gutjar Afdeling Humane Voeding, Wageningen Universiteit Telefoon: 0317-481265 E-mail: femo.studie@wur.nl Bezoekadres: Agrotechnion,

Nadere informatie

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode

Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem. Inleiding. I. NAUWKEURIGHEID Methode Nauwkeurigheid en precisie van het Accu-Chek Aviva-systeem Inleiding De nauwkeurigheid van het systeem is beoordeeld conform de norm ISO 15197:2003. Van een externe diabeteskliniek werd capillair bloed

Nadere informatie

Het effect van obesitas tijdens de zwangerschap op de antropometrie van het kind drie tot zes jaar later

Het effect van obesitas tijdens de zwangerschap op de antropometrie van het kind drie tot zes jaar later Het effect van obesitas tijdens de zwangerschap op de antropometrie van het kind drie tot zes jaar later Karolien Lagrin Master in de Verpleeg- en Vroedkunde Overgewicht en obesitas Wereldwijd gezondheidsprobleem

Nadere informatie

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen

SPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een

Nadere informatie

Beter eten: Voeding bij ziekte en herstel

Beter eten: Voeding bij ziekte en herstel Beter eten: Voeding bij ziekte en herstel 23 juni 2015, Beter eten: voeding in de zorg Prof. dr. ir. Ellen Kampman Wie is ziek? Chronische ziekten: 5,3 miljoen Nivel, 2013 Chronische ziekten: 5,3 miljoen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Cursus Statistiek 2. Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care. UMC St Radboud, Nijmegen

Cursus Statistiek 2. Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care. UMC St Radboud, Nijmegen Cursus Statistiek 2 Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care UMC St Radboud, Nijmegen Cursus Statistiek 2 Steekproefgrootte en power berekening Vergelijken van gemiddelden (T-testen) Niet-parametrische

Nadere informatie

Het effect van cross-sex hormoonbehandeling op de ruststofwisseling, lichaamssamenstelling en eetgewoonten van transgenders (18+)

Het effect van cross-sex hormoonbehandeling op de ruststofwisseling, lichaamssamenstelling en eetgewoonten van transgenders (18+) Het effect van cross-sex hormoonbehandeling op de ruststofwisseling, lichaamssamenstelling en eetgewoonten van transgenders (18+) Bachelor opleiding Voeding & Diëtetiek Auteurs: Mirjam van den Brink Meeke

Nadere informatie

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist?

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Janine Reitsema Docent bewegen, sport en (sport)voeding Sportdiëtist Sportinstructeur Grondmotorische eigenschappen van bewegen Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N LICHAAMSBEWEGING EN GEWICHT V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 4 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Hogeschool van Amsterdam Bacheloropleiding Voeding en Diëte ek Afstudeernummer 2012102 16 januari 2012. Janneke Kaim-Roossien Desiree Schaefers

Hogeschool van Amsterdam Bacheloropleiding Voeding en Diëte ek Afstudeernummer 2012102 16 januari 2012. Janneke Kaim-Roossien Desiree Schaefers De invloed van cogni eve gedragstherapie op het eetgedrag van mensen met overgewicht als aanvullende behandeling in de dië s sche prak jk: een Randomized Controlled Trial. Hogeschool van Amsterdam Bacheloropleiding

Nadere informatie

Samenvatting. geweest als de gemaakte keuzes, namelijk opereren. Het model had daarom voor deze patiënten weinig toegevoegde waarde.

Samenvatting. geweest als de gemaakte keuzes, namelijk opereren. Het model had daarom voor deze patiënten weinig toegevoegde waarde. Klinische predictiemodellen combineren patiëntgegevens om de kans te voorspellen dat een ziekte aanwezig is (diagnose) of dat een bepaalde ziekte status zich zal voordoen (prognose). De voorspelde kans

Nadere informatie

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een

Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een Korte uitleg van twee veelvoorkomende statistische toetsen Veel wetenschappelijke hypothesen kunnen statistisch worden getoetst. Aan de hand van een statistische toets beslis je of een hypothese waar is.

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:

Nadere informatie

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters

Literatuuronderzoek. Systematische Review Meta-Analyse. KEMTA Andrea Peeters Literatuuronderzoek Systematische Review Meta-Analyse KEMTA Andrea Peeters Waarom doen? Presentatie 1. Begrippen systematische review en meta-analyse 2. Hoe te werk gaan bij het opzetten van een review

Nadere informatie

Wat is het effect van gewichtsverlies op de metabole efficiëntie bij volwassenen (55+) met obesitas?

Wat is het effect van gewichtsverlies op de metabole efficiëntie bij volwassenen (55+) met obesitas? 1 2 Wat is het effect van gewichtsverlies op de metabole efficiëntie bij volwassenen (55+) met obesitas? Auteurs: Nikki Kremer en Mariëtte van Rijmenam Afstudeernummer: 2014102 Opdrachtgever: Lectoraat

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting S 146 In vitro fertilizatie (IVF) is in de loop van de jaren wereldwijd uitgegroeid tot een routine procedure binnen de voortplantingsgeneeskunde voor koppels met vruchtbaarheidsproblemen.

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk XI

Oplossingen hoofdstuk XI Oplossingen hoofdstuk XI. Hierbij vind je de resultaten van het onderzoek naar de relatie tussen een leestest en een schoolrapport voor lezen. Deze gegevens hebben betrekking op een regressieanalyse bij

Nadere informatie

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken Dutch Summary (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken 9 In Hoofdstuk 1 wordt een inleiding gegeven over algemene fitheid en algehele gezondheid. Uit diverse studies blijkt dat er een relatie bestaat tussen

Nadere informatie