ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE QUADSCAN IN VERGELIJKING MET DE BOD POD.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE QUADSCAN IN VERGELIJKING MET DE BOD POD."

Transcriptie

1 ONDERZOEK NAAR DE VALIDITEIT VAN DE QUADSCAN IN VERGELIJKING MET DE BOD POD. Hoe valide is de Quadscan bij metingen op één moment en bij het meten van veranderingen in de lichaamssamenstelling in vergelijking met de BOD POD tijdens een gewichtsverliesprogramma bij 55-plussers met obesitas? Inge Evers & Yasmine Lhassani Bachelor Opleiding Voeding & Diëtetiek Hogeschool van Amsterdam 2014

2 Onderzoek naar de validiteit van de Quadscan bij metingen op één moment en bij het meten van veranderingen in de lichaamssamenstelling in vergelijking met de BOD POD tijdens een gewichtsverliesprogramma bij 55-plussers met obesitas. Auteurs: Inge Evers Studentennummer : Afstudeeropdracht: Yasmine Lhassani Yasmine.lhassani@hva.nl Studentennummer: Opdrachtgever: Docentbegeleider: Praktijkbegeleider: Lector Dr. Ir. P.J.M. Weijs Lectoraat Gewichtsmanagement Hogeschool van Amsterdam Dr. Meurerlaan SM Amsterdam Ir. A.M. Verreijen S.E. van der Plas Periode: september januari

3 Voorwoord Deze scriptie is geschreven ter afronding van de bachelor opleiding Voeding & Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam. In de periode van september 2013 tot en met januari 2014 hebben wij met veel enthousiasme deelgenomen aan de Welprex 55+ studie bij het lectoraat Gewichtsmanagement. De Welprex 55+ studie doet onderzoek naar het behoud van de vetvrije massa bij 55-plussers met obesitas gedurende een gewichtsverliesperiode. Binnen deze studie is gebruik gemaakt van diverse apparatuur om de lichaamssamenstelling te monitoren. De Quadscan 4000 is er hier één van en meet de lichaamssamenstelling aan de hand van bio-impedantie. Bij de eerstelijns diëtetiek neemt de vraag naar het gebruik van de Quadscan toe. Er heeft echter nog geen onderzoek plaatsgevonden naar de validiteit van de Quadscan bij 55-plussers met obesitas gedurende een gewichtsverliesperiode. Daarom hebben wij de validiteit van de Quadscan op één moment en gedurende een gewichtsverliesperiode onderzocht. In dit onderzoek is de referentie voor de Quadscan de BOD POD. De resultaten van dit onderzoek kan de diëtist meer inzicht geven bij het gebruik van de Quadscan 4000 in de eerstelijns diëtiek gedurende de begeleiding van 55-plussers met obesitas. Wij hebben voor deze afstudeeropdracht gekozen omdat het ons de gelegenheid geeft om ervaring en kennis op te doen binnen het diëtistisch werkveld. Tevens geeft het ons verdieping in het doen van professioneel onderzoek. Voor het tot stand komen van dit onderzoek willen wij graag een aantal betrokkenen bedanken. Allereerst onze docentbegeleider Amely Verreijen. Met haar professionele begeleiding, enthousiasme en het delen van haar kennis heeft zij ons veel geholpen met dit onderzoek. Daarnaast willen wij ook Suzanne van der Plas en Peter Weijs bedanken voor hun tijd, aandacht en feedback gedurende deze periode. Amsterdam, januari Inge Evers & Yasmine Lhassani 2

4 Samenvatting Achtergrond: De prevalentie van obesitas (BMI>30) is een groeiend probleem vooral voor de 55- plussers. Tijdens het ouder worden veranderd de lichaamssamenstelling en neemt over het algemeen de vetmassa toe en de vetvrije massa af, wat negatieve effecten heeft op de gezondheid. Bij gewichtsverlies kan de vetvrije massa afnemen. Voor deze groep is het daarom extra van belang om tijdens gewichtsverlies de lichaamssamenstelling te meten door de eerstelijns diëtist. Dat kan worden gemeten met de 'Quadscan 4000', een bio-impedantie analyse apparaat. Echter is dit meetapparaat is echter nog niet gevalideerd voor deze doelgroep tijdens een gewichtsverliesperiode. Doel: Inzicht krijgen in de validiteit van de Quadscan 4000 bij het monitoren van de lichaamssamenstelling op één moment en bij veranderingen in de lichaamssamenstelling tijdens een gewichtsverliesperiode in vergelijking met de BOD POD onder 55-plussers met obesitas. Op basis van deze resultaten wordt een advies gegeven voor diëtisten. Methode: 63 ouderen boven de 55 jaar, mannen en vrouwen, met obesitas werden geïncludeerd in dit onderzoek. De vetmassa (kg/%) en vetvrije massa (kg) werden op de baseline- en eindmeting gemeten met zowel de Quadscan 4000 als de BOD POD die in deze studie als referentie gold. De onderzoeksgegevens van twee eerder uitgevoerde interventiestudies naar behoud van vetvrije massa onder 55-plussers (Welprex en MPS) over een periode van 10 tot 13 weken, zijn in deze studie gebruikt. De validiteit van metingen op één moment en gedurende de gewichtsverliesperiode is berekend aan de hand van verschillende statistische parameters en plots: de bias, de Root Mean Square Error (RMSE), Concordance Correlatiecoëfficiënt (CCC) en Bland and Altman plots. Tenslotte werden er t-toetsen uitgevoerd of de resultaten van de Quadscan significant afweken van de BOD POD. Resultaten: Bij de baselinemeting werd bij de Quadscan significant een onderschatting van de vetmassa (kg/%) en een overschatting van de vetvrije massa (kg) waargenomen. Bij gewichtsverlies mat de Quadscan een lagere afname in vetmassa (kg/%) en een hogere toename in vetvrije massa (kg) ten opzichte van de BOD POD. De individuele afwijking (RMSE) op één moment van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD van de vetmassa was 5,7kilo en 6,1%, voor de vetvrije massa was dit 5,8 kilo. Tijdens de gewichtsverliesperiode was de RMSE voor zowel vetmassa als vetvrije massa 2,5-2,6kg. De limits of agreement van de Bland and Altman plots laten zowel bij baseline als bij verandering in lichaamssamenstelling tijdens de gewichtsverliesperiode wijde limits of agreements zien. (Baseline VM:-12kg en 4kg, gewichtsverlies VM: -6kg en 3kg). De CCC laat bij de baselinemeting een hoge samenhang zien en bij gewichtsverlies van vetmassa (kg) een lage samenhang. Conclusie: De Quadscan gaf significant verschil weer in de metingen op één moment en bij verandering in de lichaamssamenstelling (vetmassa en vetvrije massa) in vergelijking met de BOD POD. Dit gold voor zowel op individueel, als op groepsniveau. Door deze significante afwijkingen tijdens de verandering in lichaamssamenstelling per individu wordt de Quadscan 4000 niet aanbevolen om de lichaamssamenstelling te monitoren in de eerstelijns diëtistenpraktijk onder 55- plussers met obesitas. Dit kan zijn doordat de voorspellingsformules in de Quadscan niet geschikt zijn voor deze doelgroep. Sleutelwoorden: Quadscan 4000, BOD POD, validiteit, vetmassa, vetvrije massa, Lichaamssamenstelling, bio-impedantie, gewichtsverliesperiode, obesitas, 55-plussers. 3

5 Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Samenvatting... 3 Inhoudsopgave Inleiding Doelstelling Vraagstelling Hypothese Methode Onderzoeksopzet Onderzoeksgroep Studieparameters Statistische analyse Resultaten Beschrijving inclusie en uitval Kenmerken onderzoeksgroep Validiteit Quadscan Discussie Sterke en zwakke punten Conclusie Aanbeveling Literatuurlijst

6 1.Inleiding De prevalentie van 55-plussers met obesitas is hoog (~15%) en zal met name door de vergrijzing de komende jaren sterk groeien. Ook bij 55-plussers wordt van obesitas gesproken bij een Body Mass Index (BMI) boven de 30. De relatie tussen BMI en ziekterisico is zwakker bij ouderen dan bij jongeren. Risico op ziekte en sterfte bij ouderen, geassocieerd met overgewicht en obesitas, stijgt vanaf een BMI boven de 28. Obesitas gerelateerde ziekten bij ouderen zijn onder andere: osteoarthritis, obstructieve slaapapneu syndroom, verschillende vormen van kanker, vermindering van de cognitieve functie, sexuele dysfunctie en urinaire incontinentie. Ook glucose intolerantie, hypertentie, dyslipidemie en cardiovasculaire ziektes zijn bij 55-plussers gerelateerd aan obesitas en gaan vaak gepaard met het metabool syndroom. Het metabool syndroom is een risicofactor voor een beroerte, maar kan ook hersenbeschadigingen veroorzaken. (1-16) Met het ouder worden veranderd de lichaamssamenstelling. Over het algemeen neemt de vetmassa toe en de vetvrije massa af. Door de toename in vetmassa verandert de vetverdeling onder de huid, ofwel subcutaan vet. Dit wordt meer visceraal in de romp; rondom de organen, in spieren en in de lever opgeslagen. Bij een toename van visceraal vet kunnen meer ontstekingsbevorderende stoffen ontstaan en is de kans op het krijgen van obesitas gerelateerde ziekten groter. Hiernaast kunnen de resterende spieren worden vervangen door vet. (17-23) Tussen de leeftijd van 20 tot 70 jaar, vindt een progressieve vermindering van 40% van de vetvrije massa plaats. Na het 70 e levensjaar stabiliseert dit en zal het verlies van de vetvrije massa en vetmassa gelijk zijn. Bij een verlaging van de vetvrije massa kan vocht, spiermassa en botmassa afnemen. Een verlaging van de spiermassa kan zorgen voor een verlaging van het energieverbruik in rust, of wel het basaal metabolisme. Na het 20 e levensjaar kan dit met 2-3% per decennium zijn en na het 50 e levensjaar met 4% (~150kcal). Een verlaging in het basaal metabolisme kan ervoor zorgen dat een persoon sneller zal aankomen in gewicht met eenzelfde calorie inname. Een afname van de spiermassa, en een daarbij gepaarde vermindering in spierkracht, wordt gedefinieerd als sarcopenie. Sarcopenie in combinatie met een verhoging van de vetmassa, kan zorgen voor een gevaarlijke combinatie van sarcopenie en (ernstig) obesitas. Deze combinatie, sarcopenie obesitas, is door de hoge vetmassa moeilijk te herkennen. (21, 22, 24-30) Verlies van bot wordt erkend als een belangrijke factor die bijdraagt tot het risico op een heupfractuur. (31) Door een toename in vetmassa en afname in vetvrije massa kan het zijn dat het gewicht gelijk blijft. Toch zijn dit de belangrijkste factoren bij het ouder worden die zorgen voor ziekte bij obese 55-plussers. (4, 32, 33) De verwachte toename van obese 55-plussers is in de komende jaren onderstreept om de noodzaak van beïnvloedbare risicofactoren voor ziekte en invaliditeit bij deze populatie te identificeren. Obesitas is een belangrijke risicofactor, echter is er veel verwarring over de voor- en nadelen van gewichtsverlies voor de gezondheid op oudere leeftijd. Gewichtsverlies kan namelijk naast een afname van de vetmassa ook zorgen voor een vermindering in vetvrije massa, die voor deze populatie niet wenselijk is. Daarom wordt aanbevolen om wel gewicht te verliezen, maar het verlies in vetvrije massa zoveel mogelijk te beperken. Hierdoor is het van belang om naast het lichaamsgewicht, ook de vetmassa en vetvrije massa te meten. (9, 10,18) Om de lichaamssamenstelling te meten zijn verschillende meetapparaten op de markt. Voor de eerstelijns diëtistenpraktijken zijn bio-impedantie en huidplooimetingen veelgebruikte methoden. 5

7 Bio-impedantie meet de lichaamssamenstelling door het vochtgehalte te meten, aan de hand van de weerstand die het lichaam geeft wanneer er een wisselstroom door het lichaam wordt geleid. Voor het maken van een keuze van een geschikt meetapparaat, is het in eerste instantie van belang dat er gekeken wordt naar de verschillen in kwaliteit. Hierbij wordt vaak gekeken naar de validiteit, ofwel, hoe goed het apparaat de werkelijke waarde kan schatten. In dit geval de lichaamssamenstelling (vetmassa en vetvrije massa). Daarnaast zijn betaalbaarheid, benodigde apparatuur en de belasting voor de persoon ook belangrijke factoren. Omdat bio-impedantie relatief goedkoop is, vervoerbaar en niet belastend is voor de patiënt, neemt de vraag voor het gebruik van dit apparaat toe in de eerstelijns diëtetiek. Echter is het voor de eerstelijns diëtistenpraktijken van belang dat het meetapparaat de verandering in lichaamssamenstelling, tijdens een gewichtsverliesperiode, per individu valide kan meten. De Quadscan 4000 is een nog niet gevalideerd bio-impedantie apparaat. Daarom wordt in dit afstudeeronderzoek de validiteit van de Quadscan 4000 (bio-impedantie apparaat) op één meetmoment en tijdens een periode van gewichtsverlies bij 55-plussers met obesitas onderzocht. Echter zijn veel onderzoeken gedaan naar de validiteit van de bio-impedantie meetapparatuur op één moment en bij onderzoekspopulaties van jonger dan 55 jaar. Slechts een aantal studies zijn er gedaan naar de validiteit in het meten van de verandering in lichaamssamenstelling tijdens een gewichtsverliesperiode. (34) Uit onderzoek blijkt dat bio-impedantie per individu echter niet valide is ten opzichte van de referentiemethode. Afwijkingen in het vetpercentage, ten opzichte van de referentiemethode kunnen oplopen tot over- of onderschatting 10%. De meeste studies maken een vergelijking van de validiteit op groepsniveau. De overeenkomst op groepsniveau is over het algemeen redelijk tot goed te noemen. (35) Tijdens een dieetinterventie bestaat het afgenomen lichaamsgewicht (kg) uit ongeveer 2/3 vetmassa en 1/3 uit vetvrije massa. Als gevolg hiervan zal de hoeveelheid lichaamswater, aanwezig in vetvrije massa, ook afnemen. Uit validiteitstudies blijkt dat de afwijking in lichaamsvetpercentage ten opzichte van de referentiemethode afhankelijk is van de hoeveelheid lichaamswater. Wanneer de hoeveelheid lichaamswater verandert, kan het zijn dat de afwijkingen ten opzichte van de referentie groter zijn dan wanneer het lichaamswater gelijk blijft. Ongeveer vijftien jaar geleden werd door het National institute of Health in de Verenigde Staten al het volgende statement gemaakt; Available information indicate that BIA is not useful in measuring acute changes in body fat in individuals, although it can characterize longer term changes in groups of subjects (36) de studies die na deze tijd zijn uitgevoerd ondersteunen deze uitspraak. Bio-impedantie zou dus op groepsniveau wel de veranderingen van lichaamssamenstelling redelijk goed kunnen schatten. (32,35, 37) In bio-impedantie meetapparatuur zijn voorspellingsformules opgenomen die op basis van gewicht, lengte en leeftijd het vochtgehalte berekenen. Deze formules zijn gebaseerd op mensen met een jonge en middelbare leeftijd en niet op 55-plussers. Door de verandering in lichaamssamenstelling bij ouderen, geeft dit afwijkende resultaten. Als het vochtgehalte van het lichaam is berekend wordt via een methode de vetvrije massa en vetmassa berekend. Bijvoorbeeld door er vanuit te gaan dat 73% van de vetvrije massa uit vocht bestaat. Het overige gedeelte bestaat uit vetvrije massa. Vervolgens wordt de vetmassa berekend door het gewicht te verminderen met de vetvrije massa. Bij verandering in lichaamssamenstelling kan ook deze methode voor afwijkende resultaten zorgen. Een lage spiermassa bij ouderen, maar een relatief hoog vochtgehalte zorgt ervoor dat de vetvrije massa wordt overschat en de vetmassa wordt onderschat. Welke voorspellingsformules er worden 6

8 gebruikt, wordt door de fabrikanten van bio-impedantie apparatuur niet openbaar gebracht (35, 38) In de studie van Verdich et al. is onderzoek gedaan naar de validiteit van de Quadscan 4000 tijdens gewichtsverlies van 10 weken onder 105 obese vrouwen tussen de 20 en 50 jaar, met de DXA als referentie. Op baseline laat de RMSE een significante onderschatting van het vetmassa zien en een overschatting van de vetvrije massa zien van 1-3 kg op individueel niveau. Bij verandering in lichaamssamenstelling zijn de metingen van de Quadscan in vergelijking met de DXA niet significant verschillend, maar de limits of agreement zijn net als bij baseline wijd. Uit dit onderzoek blijkt dat de individuele afwijkingen ten opzichte van de DXA groot zijn, maar dat de Quadscan 4000 op groepsniveau wel geschikt is voor het schatten van de lichaamssamenstelling tijdens gewichtsverlies.(39) In dit afstudeeronderzoek wordt de validiteit van de Quadscan 4000 getoetst aan de hand van de onderzoeksgegevens van de MPS en Welprex 55+ studie. Deze studies onderzochten de verandering in lichaamssamenstelling bij obese 55-plussers. Bij deze doelgroep is de verandering in lichaamssamenstelling gemeten met zowel de Quadscan 4000 als met de BOD POD. Om de validiteit van de Quadscan te meten, worden de resultaten van de referentie, de BOD POD, in dit afstudeeronderzoek vergeleken met de Quadscan. 1.1 Doelstelling Het doel van dit afstudeeronderzoek is inzicht krijgen in de validiteit van de Quadscan 4000, in vergelijking met de BOD POD, in het meten van de lichaamssamenstelling op één moment en bij veranderingen in de lichaamssamenstelling tijdens een gewichtsverliesperiode van 55-plussers met obesitas. Op basis van deze resultaten wordt een advies gegeven aan diëtisten over de mate van geschiktheid van de Quadscan 4000 bij het meten op één moment en bij verandering in lichaamssamenstelling in een periode van gewichtsverlies bij 55-plussers. 1.2 Vraagstelling Naar aanleiding van de literatuurstudie is de volgende vraagstelling voor dit onderzoek geformuleerd: Hoe valide is de Quadscan bij metingen op één moment en bij het meten van veranderingen in lichaamssamenstelling in vergelijking met de BOD POD tijdens een tijdens een gewichtsverliesprogramma bij 55-plussers met obesitas? 1.3 Hypothese Op basis van de hierboven genoemde informatie is het de verwachting dat de Quadscan 4000 de lichaamssamenstelling op groepsniveau redelijk goed kan schatten, maar op individueel niveau grote afwijkingen laat zien. Tevens is de verwachting dat de Quadscan 4000 de lichaamssamenstelling op één moment goed kan schatten maar tijdens een periode van gewichtsverlies dit slechter kan schatten in vergelijking met de BOD POD. Het is het de verwachting dat de Quadscan 4000 op baseline een significante onderschatting van de vetmassa laat zien en een overschatting van de vetvrije massa. 7

9 2.Methode 2.1 Onderzoeksopzet De data zijn afkomstig van de Muscle Preservation Study (MPS) en Welprex 55+ studie (Weight loss with Protein and Exercise). Deze studies zijn opgezet door het lectoraat Gewichtsmanagement van de Hogeschool van Amsterdam in de periode vanaf 2009 tot heden. De studies deden onderzoek naar het behoud van vetvrije massa bij obese 55-plussers door een verhoogde eiwitinname en het beoefenen van krachttraining gedurende een gewichtsverliesperiode. Voor deelname aan de onderzoeken waren in- en exclusiecriteria opgesteld, zie paragraaf 2.2. Na inclusie voor één van de twee onderzoeken werden de deelnemers door studenten aan de hand van het studieprotocol gedurende de gewichtsverliesperiode begeleid. De Muscle Preservation Study (MPS, vertaald: spierbehoud studie) is een gerandomiseerde, gecontroleerde, dubbelblinde parallelgroep studie. De deelnemers werden gerandomiseerd in twee groepen en volgden 13 weken een hypocalorisch dieet en een krachttrainingsprogramma. De interventiegroep kreeg 10 maal per week een eiwitsupplement (21 gram eiwit, 150 kcal) en de controlegroep kreeg een hypocalorisch placebo supplement zonder eiwit. De Welprex 55+ studie leek op de studieopzet van de MPS. Bij deze studie werd echter de eiwitinname verhoogd in het dieet. Het was een gerandomiseerde, gecontroleerde studie met een 2-by-2 factorial design. Van de totaal vier groepen volgden twee groepen een regulier dieet en twee groepen een eiwitverrijkt dieet. In deze twee groepen was er onderscheid tussen een groep die beweegadvies kreeg op basis van de CBO richtlijn en een groep die 10 weken een krachttrainingsprogramma volgde. Bij beide studies werd vervolgens gekeken naar de effecten hiervan op de lichaamssamenstelling en het behoud van de vetvrije massa. Voor het meten van de lichaamssamenstelling (vetmassa en vetvrije massa) maakten de MPS en Welprex 55+ studie onder ander gebruik van de Quadscan 4000 en de BOD POD. Deze meetresultaten zijn gebruikt voor de data-analyse. In totaal vonden er bij zowel de MPS als de Welprex 55+ studie drie meetmomenten plaats. Deze werden uitgevoerd in het Voedingslaboratorium op het domein Bewegen, Sport en Voeding. Dit vond plaats in week 0 (baseline), week 5-7 (tussentijdse meting) en in week (eindmeting). Aan de hand van deze data werd de validiteit van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD, als referentie, onderzocht. Voordat de onderzoeksgegevens van de MPS en Welprex 55+ studies meegenomen werden in ons onderzoek werden inclusie- en exclusiecriteria opgesteld. Om de validiteit onder optimale omstandigheden te meten was er, naast de criteria van de studieprotocollen van de MPS en Welprex 55+ studie, onderscheid gemaakt in extra inclusiecriteria voor de data-analyse van dit onderzoek. 8

10 2.2 Onderzoeksgroep De onderzoeksgroep bestond uit obese 55-plussers die deel hebben genomen aan de MPS en Welprex 55+ studie. De deelnemers zijn geworven in de omgeving van Amsterdam West. Voor deelname aan deze studies waren in de studieprotocollen inclusie en exclusie criteria opgesteld, zie tabel 1 en 2. Ter voorbereiding van de meting werden de deelnemers verzocht om 24 uur van te voren niet meer te sporten, vijf uur van te voren niet meer te eten en een uur voor de meting niet meer te drinken. Bij de start van de metingen moest de blaas leeg zijn. Ten slotte werd de deelnemers verzocht om de sieraden en brillen af te doen zodat deze de meetresultaten niet konden beïnvloeden. Tabel 1. Overzicht inclusiecriteria voor deelname aan de MPS en Welprex 55+ studie, gevolgd door de inclusiecriteria specifiek voor deze validiteitstudie van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. Inclusiecriteria deelnemers Leeftijd 55 jaar. MPS & Welprex 55+ BMI 30 kg/m 2 of BMI 28 met een middelomtrek 88cm (vrouwen) en 102cm (mannen). studie Door fysiotherapeut en arts geschikt bevonden voor deelname. Bereidheid en vermogen om te voldoen aan het studieprotocol (volgen van een hypocalorisch dieet, begrijpen van vragenlijsten, deelname aan studiebezoeken). Validiteitstudie Quadscan 1 kg vetmassa afname gedurende gewichtsverliesperiode. 150 ml verschil van lichaamsvolume bij de BOD POD meting. Tabel 2. Overzicht exclusiecriteria voor deelname aan de MPS en Welprex 55+ studie, gevolgd door de exclusiecriteria specifiek voor deze validiteitstudie van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. Exclusiecriteria deelnemers. Cardiovasculaire ziekte, Diabetes Mellitus type II met insuline, Astma, MPS & 1 jaar gebruik gemaakt van antidepressiva, Welprex 55+ Dysfunctie van gewrichten, studie Alcohol of drugsverslaafde Allergie voor melk- of melkproducten 3 maanden deelgenomen aan een voeding- of beweegprogramma voor het begin van en tijdens de studie Bekend met galactosemie Validiteitstudie Quadscan 1 kg vetmassa afname gedurende gewichtsverliesperiode Onmogelijk grote afname van vetmassa (kg/%) of vetvrije massa (kg) gemeten door de BOD POD of Quadscan. 150 ml verschil van lichaamsvolume bij de BOD POD meting. 9

11 Voor dit onderzoek werd allereerst de validiteit van de Quadscan op één moment onderzocht. Hiervoor zijn de data van de deelnemers gebruikt die voldeden aan de inclusiecriteria, waaronder een correcte BOD POD en Quadscan meting. Vervolgens werden de data van de deelnemers die geen eindmeting hebben gehad, niet meegenomen in het verdere onderzoek. Hierdoor zou het aantal deelnemers (n) wegens uitval kunnen afnemen gedurende de onderzoeksperiode (totaal: weken). De data van de deelnemers die wel een eindmeting hebben gehad zijn meegenomen voor het verdere onderzoek om de validiteit van de Quadscan tijdens gewichtsverliesperiode te meten. Om dit effect te kunnen meten moesten de deelnemers gedurende de gewichtsverliesperiode minimaal 1 kg in vetmassa, gemeten door de BOD POD, zijn afgevallen. Dit criterium werd gesteld om te voorkomen dat de deelnemers die toenamen in vetvrije massa maar wel vetmassa verloren hierdoor niet geëxcludeerd werden voor het onderzoek. Onmogelijke waarden van de metingen van de Quadscan 4000 en de BOD POD waren uit de database gehaald. Zo werden ook de te grote afwijkingen van het volumeverschil ( 150ml), gemeten door de BOD POD, uit de database gehaald omdat anders de resultaten minder betrouwbaar werden. 2.3 Studieparameters De lichaamssamenstelling van deelnemers werd gemeten met diverse parameters, waaronder de BOD POD (Air Displacement Plethysmography, Life Measurements Inc.) en de Quadscan (Bodystat Quadscan 4000). De BOD POD is gekozen als referentie omdat deze methode in vergelijking met de andere meetapparatuur van dit onderzoek de meest nauwkeurige en betrouwbare meetapparaat is voor het meten lichaamssamenstelling. (40,41,42) BOD POD De BOD POD (densitometrische meetmethode) is een Air Displacement Plethysmography. Deze meet het volume van het lichaam door luchtverplaatsing, plethysmografie, in een afgesloten cabine. Voor de meting werd het gewicht (kg) gemeten op een gekalibreerde weegschaal. Vervolgens werd het volume (ml) van het lichaam tweemaal gemeten in een afgesloten cabine. Om de betrouwbaarheid te waarborgen mochten deze twee metingen maximaal 150 ml van elkaar mocht verschillen. Met deze gegevens werd de lichaamsdichtheid berekend door de massa (kg) te delen door het volume (kg). Vervolgens werd het vetpercentage geschat aan de hand van de Siri formule ((495/lichaamsdichtheid ) 450). Hieruit werden vervolgens de vetmassa (kg) en vetvrije massa (%/kg) berekend. (17, 18, 19, 40,41, 43,) Voor dit onderzoek is de BOD POD de referentie. In onderzoeken is gebleken dat die geen significant verschil meet in de lichaamssamenstelling, waaronder vetmassa en vetvrije, ten opzichte van de onderwaterweging. De onderwaterweging wordt als gouden standaard gehanteerd in het meten van lichaamssamenstelling en dit was een goede referentie voor dit onderzoek. Bovendien verloopt de BOD POD meting onder andere sneller, is het eenvoudiger en praktischer in het meten van de lichaamssamenstelling ten opzichte van de onderwaterweging. (19, 43) 10

12 Om de juistheid en nauwkeurigheid van de meting te waarborgen is er een meetprotocol opgesteld door de fabrikant van de BOD POD. Mede omdat de BOD POD een gevoelig meetapparaat is, is het belangrijk dat het individu een ontspannen houding aanneemt en tijdens de meting een badmuts draagt om het volume van het haar te minimaliseren. Ook mag er niet worden gepraat. (17, 40) Quadscan 4000 De Quadscan 4000 is een bio-impedantie apparaat. Bio-impedantie meet de weerstand van het lichaam aan de hand van een zwakke wisselstroom die geleid wordt door de vetvrije massa. Dit kan door elektrodes te bevestigen van hand tot voet, voet tot voet of hand tot hand. Het vermogen om de weerstand (khz) van het lichaam te meten kan op verschillende frequenties. Deze apparaten worden single frequency analyzers en multi frequentie analyzers genoemd. In tegenstelling tot de vetvrije massa geleid de vetmassa geen elektrische wisselstroom omdat vetmassa nauwelijks vocht bevat die de elektrische wisselstroom kan geleiden. De gemeten weerstand schat het vochtgehalte door middel van ingebouwde voorspellingsformules die gebaseerd zijn op leeftijd, lengte en gewicht (gemeten met de gekalibreerde weegschaal van de BOD POD). Aan de hand van het vochtgehalte wordt via een methode de vetvrije massa en de vetmassa geschat. De methode om de vetvrije massa en vetmassa te schatten was verschillend. Een methode kon zijn door aan te nemen dat 73% van het vetvrije massa uit vocht bestaat en de rest uit vetvrije massa. Door het gewicht te verminderen met de vetvrije massa werd hieruit de vetmassa berekend. De voorspellingsformules die werden gehanteerd verschilt per apparaat en per model, deze gegevens worden door de fabrikant niet bekend gemaakt. Zo meet de Quadscan net als andere bio-impedantie apparaten via een dubbel indirecte methode de vetvrije massa en vetmassa. (35) Bio-impedantie kan op verschillende manieren worden beïnvloed. Dit kan bijvoorbeeld door dehydratie als gevolg van sport, verdeling van lichaamswater door bijvoorbeeld oedeemvorming, opwarming door lichamelijke inspanning voorafgaand aan de meting of absorptieve toestand wat weergeeft of iemand nuchter of niet nuchter is. Daarom moet een bio-impedantie meting zorgvuldig en gestandaardiseerd worden uitgevoerd omdat die anders een negatief effect heeft op de betrouwbaarheid van de gemeten impedantie. (44) Op de markt is er aanbod van diverse bio-impedantie apparatuur, maar onderling is er verschil in de wijze waarop uit de gemeten weerstand, totaal lichaamswater of de lichaamssamenstelling wordt berekend. Dit is omdat de voorspellingsformules die in het bio-impedantie apparaat zijn ingebouwd, per fabrikant kunnen verschillen of van modellering. 11

13 2.4 Statistische analyse De data van de MPS en Welprex 55+ studie zijn verzameld in Microsoft Excel Daarna zijn de data geanalyseerd op basis van de inclusiecriteria die voor dit onderzoek zijn opgesteld. Hieruit kwam de database waarop diverse toetsparameters zijn toegepast. De validiteit werd aan de hand van de bias, Root Mean Square Error (RMSE), Bland and Altman plots en de Concordance Correlatiecoëfficiënt (CCC) getoetst. Hierbij werden de meetresultaten van de vetmassa (kg/%) en vetvrije massa (kg) van de Quadscan en de BOD POD met elkaar vergeleken. De bias is de gemiddelde afwijking op groepsniveau van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. Omdat de afwijkingen per individu zowel positief als negatief waren, konden de waarden elkaar opheffen. Daarom wordt de Root Mean Square Error (RMSE) berekend. De individuele verschillen werden gekwadrateerd, vervolgens werd het gemiddelde berekend en de wortel hiervan genomen. De RMSE is dus de gemiddelde individuele afwijking (in kg) van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. Om de mate van samenhang tussen de BOD POD en de Quadscan te berekenen op één moment en een verandering tussen de baseline en de eindmeting gedurende een gewichtsperiode, werd de Concordance Correlatiecoëfficiënt (CCC) berekend. Deze is berekend aan de hand van de precisie (Pearsons correlatiecoëfficiënt) en een bias die de mate van afwijking van de X=Y lijn weergeeft. Dit is gedaan met het statische programma MedCalc Statistical Software (version ). De Pearsons correlatiecoëfficiënt geeft de lineaire samenhang weer tussen twee variabelen. Bijvoorbeeld de gemeten vetmassa (kg) van de Quadscan en de BOD POD op de baselinemeting. De bias bij deze toets is een correctiemethode en een maat voor de nauwkeurigheid. De CCC wordt weergegeven tussen de -1 (perfecte negatieve correlatie), de 0 (geen lineaire samenhang) en de +1 (perfecte positieve correlatie). De Bland and Altman plots zijn ook berekend in MedCalc Satistiscal Stofware. Deze zijn uitgevoerd met om zowel de afwijking per individu en in de groep van de Quadscan op baseline als tijdens verandering in lichaamssamenstelling te vergelijken met die van de BOD POD en met het gemiddelde van de Quadscan en de BOD POD. Dit wordt weergegeven in figuur 5 en 6 in het hoofdstuk resultaten (Hoofdstuk 3 ). In het statistische programma IBM SPSS Statistics (version 20) is de gepaarde t-toets toegepast om de significantie van de resultaten van de Quadscan en die van de BOD POD op de baselinemeting en bij verandering in lichaamssamenstelling te bepalen. Hieruit is berekend of er een significant verschil is. Er was een significant verschil tussen de Quadscan en de BOD POD bij een alfa van 0,05. Ook is er beschrijvende statistiek toegepast om de kenmerken van de gegevens te berekenen aan de hand van een onafhankelijke t-toets. 12

14 3. Resultaten 3.1 Beschrijving inclusie en uitval Op de baselinemeting van de MPS en Welprex 55+ studie zijn intotaal 166 deelnemers gemeten. 51 deelnemers zijn meegenomen in de baseline- en eindmeting van dit afstudeeronderzoek. 63 deelnemers zijn meegenomen in de baseline meting. Het aantal deelnemers (n=52) die geëxcludeerd zijn staan weergegeven in figuur 1. Baselinemeting en eind meting MPS en Welprex 55+ studie (n=166) Meegenomen in baseline meting (n=63) Meegenomen in Baseline- en eindmeting (n=51) Reden van uitval baseline- en eindmeting (n=52): -N= 20, te groot volume verschil (>150ml) bij de BOD POD meting. N= 14, maximaal -1kg vetmassa afgevallen gedurende gewichtsverlies periode. N= 4, onmogelijke waarden in meetresultaten. -N= 5, geen Bodpod voor of na. -N= 3, geen Quadscan voor of na. -N= 2, hebben een pacemaker. -N=2 in plaats van twee metingen maar één Bodpod meting. Hierdoor is geen volume verschil gemeten -N= 1, te lage BMI. -N= 1, te laag middelomtrek. Figuur 1. Overzicht exclusie deelnemers gedurende selectie voor de data-analyse Voor de nauwkeurigheid van de metingen van de BOD POD zijn deelnemers geëxcludeerd bij een gemeten volumeverschil van meer dan 150 ml bij de twee BOD POD metingen per meting. Om een verandering in lichaamssamenstelling tussen de base- en eindmetingen te meten zijn alle deelnemers die minder dan 1kg vetmassa (gemeten door de BOD POD) zijn afgevallen geëxcludeerd. Voor de deelnemers die enkel voor de baselinemeting zijn meegenomen gold dit niet. Bij de deelnemers met een pacemaker kon geen Quadscan meting plaatsvinden, daarom zijn deze deelnemers niet meegenomen in de data-analyse. Bij de deelnemers met een pacemaker geen Quadscan meting kon plaatsvinden zijn deze geëxcludeerd. 13

15 3.2 Kenmerken onderzoeksgroep Voor de data-analyse van dit onderzoek zijn de meetresultaten van 63 deelnemers gebruikt. De gemiddelde leeftijd was 64 jaar waarvan 65% vrouwen (n=41) en 35% mannen (n=22). Het gemiddelde gewicht van de onderzoeksgroep, gemeten met de BOD POD, was 92,4±12,4 kg en had gemiddeld BMI van 32,5±3,7. Tabel 2 geeft de kenmerken van de deelnemers weer. Hierin worden ook de variabelen vetmassa (kg/%) en vetvrije massa (kg) weergegeven die gemeten zijn met de BOD POD. Tabel 2. Kenmerken van de onderzoeksgroep op de baselinemeting. Variabele Totaal (n=63) a Man (n=22) Vrouwen (n=41) 35% 65% Leeftijd (jaren) 64±6 Gewicht (kg) b 92,4±12,4 Lengte (meter) c 1,69±0,1 BMI (kg/m 2 ) d 32,5±3,7 Vetmassa (kg) b 41,1±9,8 Vet (%) b 44,5±8,5 Vetvrije massa (kg) b 51,3±10,8 Middelomtrek (cm) 109±10 a = De data wordt weergegeven met de gemiddelde waarde en de standaarddeviatie (SD). b =Gemeten met de BOD POD. c =Gemeten met de Stadiometer (Seca 222). d =Body Mass Index. De meetresultaten, van de vetmassa (kg/%) en vetvrije massa (kg), op baselinemeting van de Quadscan en de BOD POD worden weergegeven in tabel 3 en figuur 1 en 2. Daarnaast is er ook gekeken naar het verschil tussen de Quadscan en de BOD POD en of deze significant verschil was. Tabel 3. Overzicht van de gemeten vetmassa (kg/%), vetvrije massa (kg) en het verschil tussen de Quadscan vergeleken met de BOD POD op de baselinemeting. Quadscan (n=63) BOD POD (n=63) Verschil Quadscan BOD POD (n=63) Vetmassa (kg) 37,0±9,4 41,1±9,8-4,1* Vetmassa (%) 40,2±8,3 44,5±8,5-4,2* Vetvrije massa (kg) 55,1±11,2 51,3±10,8 3,8* * = P <0,01 significant verschillend van de BOD POD. Op de baselinemeting meet de Quadscan 4,1kg minder vetmassa vergeleken met de BOD POD. Dit resulteert dat de BOD POD significant (41,1±9,8 kg) meer vetmassa in kilogram meet in vergelijking met de Quadscan (37,0±9,4 kg). Het gemeten percentage vetmassa was ook significant lager (4,7%) dan de BOD POD. Echter meet de Quadscan 3,8 kg vetvrije massa meer dan de BODPOD. Dit is een significant verschil in de vetvrije massa tussen de Quadscan (55,1±11,2 kg) in vergelijking met de BOD POD (51,3±10,8 kg). Dit resulteert dat op de baselinemeting de BOD POD significant meer vetmassa (kg/%) meet en de Quadscan significant meer vetvrije massa (kg) meet. 14

16 Figuur 2. Weergave van de gemeten Figuur 3. Weergave van de gemeten lichaamssamenstelling, vetmassa (kg) en lichaamssamenstelling, vetmassa (%), vetvrije massa (kg), door de Quadscan en door de Quadscan en BOD POD op de BOD POD op de Baselinemeting (n=63). de Baselinemeting (n=63). 3.3 Validiteit Quadscan De validiteit van de Quadscan werd berekend aan de hand van diverse parameters. Deze parameters zijn de bias, Root Mean Square Error (RMSE) en Bland and Altman plots. De resultaten van het verschil van vetmassa (kg/%) en vetvrije massa (kg), gemeten met BOD POD en Quadscan, zijn met elkaar vergeleken. Die zijn berekend met de meetresultaten op één moment, met de baselinemeting, en gedurende de gewichtsverlies periode (baseline en eindmeting). Om de samenhang tussen de Quadscan en de BOD POD te berekenen is de Concordance Correlatiecoëfficiënt (CCC) toegepast. 15

17 Bias De bias geeft de gemiddelde afwijking van de Quadscan ten opzichte van de BOD POD op groepsniveau weer. Op de baselinemeting nam de bias een afwijking van -4,1 (kg) en -4,2 (%) vetmassa waar tussen de Quadscan en de BOD POD, zie tabel 4 en figuur 3 en 4. Gedurende de gewichtsverliesperiode was de afwijking -1,5 vetmassa (kg/%). Dit geeft weer dat de BOD POD een hogere afname in vet (kg) meet in vergelijking met de Quadscan. De bias van vetvrije massa (kg) op de baseline meting is 3,8 kg en gedurende de gewichtsverliesperiode 1,6 kg. Dit geeft weer dat de Quadscan een hogere afname vetvrije massa (kg) meet ten opzichte van de BOD POD. Figuur 4. Weergave van de bias van de Quadscan ten opzichte van de BOD POD, in vetmassa (kg) en vetvrije massa (kg) op de baselinemeting (n=63). Figuur 5. Weergave van de bias van de Quadscan ten opzichte van de BOD POD in vetmassa (%) op de baselinemeting (n=63). RMSE (Root Mean Squared Error) In tegenstelling tot de bias, die een gemiddelde afwijking van de gehele populatie weergeeft, berekend de RMSE de afwijking per individu, zie tabel 4. De afwijking van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD op de baselinemeting was 5,7 kg vetmassa en 5,8 kg vetvrije massa. Gedurende de gewichtsverliesperiode was de afwijking, voor zowel de vetmassa als vetvrije, massa 2,6 kg. Hetzelfde gold voor het percentage vetmassa. Op de baselinemeting was de afwijking 6,1% en gedurende gewichtsverliesperiode 2,5%. De RMSE geeft weer dat de individuele afwijkingen op de baseline respectievelijk kleiner zijn in vergelijking tot de gewichtsverliesperiode. CCC (Concordance Correlatiecoëfficiënt) Om de mate van samenhang tussen de Quadscan en de BOD POD te berekenen wordt de Concordance Correlatiecoëfficiënt (CCC) berekend. Dit wordt gedaan om de samenhang op één moment of gedurende een gewichtsverliesperiode te berekenen. Deze is berekend aan de hand van de precisie (Pearsons correlatiecoëfficiënt) en de nauwkeurigheid (bias). Zowel de CCC, precisie als de nauwkeurigheid worden weergegeven tussen de -1 en de 1. Hoe dichter de uitkomst bij de 1 ligt hoe hoger de CCC, precisie of nauwkeurigheid is. Op de baselinemeting was de CCC 0,83 en 0,77 voor de vetmassa (kg/%) en 0,87 voor vetvrije massa (kg). Dit geeft een respectievelijk hoge samenhang weer tussen de Quadscan en de BOD POD op de baselinemeting in het meten van 16

18 vetmassa en vetvrije massa (kg). Echter lag de CCC gedurende de gewichtsverliesperiode lager ten opzichte van de baselinemeting. Deze was 0,59 en 0,43 voor de vetmassa (kg/%) en 0,31 voor de vetvrije massa (kg). Dit geeft weer dat de samenhang (CCC) tussen de Quadscan en BOD POD respectievelijk hoger is op één meetmoment en lager ligt wanneer er wordt gekeken naar verschil in vetmassa (kg/%) of vetvrije massa (kg) gedurende gewichtsverliesperiode. 17

19 Tabel 4. Overzicht van de resultaten van vetmassa (kg/%) en vetvrije massa op baseline en bij verandering in lichaamssamenstelling van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. VM (kg) BP a QS b BIAS RM SE Baseline- Meting (n=63) Verschil baseline- en eindmeting (n=51) CCC Pearson s Correlatiecoëfficiënt: Precisie 41,1±9,8* 36,7±9,4* -4,1±4,1* 5,7 0,83 0,91 0,92 4,8±2,6* -3,3±2,8* -1,5±2,2* 2,6 0,59 0,68 0,87 Pearson s Correlatiecoëfficiënt: Nauwkeurigheid VM (%) BP a QS b BIAS RM SE Baseline- Meting (n=63) Verschil baseline- en eindmeting (n=51) CCC Pearson s Correlatiecoëfficiënt: Precisie 44,5±8,5* 40,2±8,3* -4,2±4,4* 6,1 0,77 0,87 0,89-3,3±2,1* -1,8±2,3* -1,5±2,1* 2,5 0,43 0,53 0,81 Pearson s Correlatiecoëfficiënt: Nauwkeurigheid VVM (kg) BP a QS b BIAS RM SE CCC Pearson s Correlatiecoëfficiënt: Precisie Pearson s Correlatiecoëfficiënt: Nauwkeurigheid Baselinemeting 51,3±10,8* 55,1±11,2* 3,8±4,5* 5,8 0,87 0,92 0,94 (n=63) Verschil 0,7±1,8* -0,9±2,1* 1,6±2,1* 2,6 0,31 0,42 0,74 baseline- en eindmeting (n=51) a=bodpod b=quadscan c=bias: gemiddelde afwijking van Quadscan in vergelijking tot de BOD POD. d=rmse: Root Mean Squared Error, gemiddelde individuele afwijking van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. e=concordance Correlatie Coëfficiënt: mate van samenhang van de Quadscan en de BOD POD. *= P is <0,01 significant verschillend 18

20 Bland and Altman plots In figuur 6 en 7 worden de Bland and Altman plots weergegeven. Zoals eerder beschreven het paragraaf 2.4 De statistische analyse, laten deze plots de verschillen zien tussen de metingen van de Quadscan op baseline en bij verandering in vetmassa (kg/%) en vetvrije massa over een periode van gewichtsverlies in vergelijking met de BOD POD en in vergelijking met het gemiddelde van de Quadscan en de BOD POD. Deze verschillen worden weergeven op de y-as. De x-as weergeeft het gemiddelde van de metingen van de BOD POD en de Quadscan. Hoe dichter de observaties, of wel de stippen in de plots, bij de nullijn komen, des te kleiner het verschil tussen de metingen van de Quadscan en de BOD POD. Het gemiddelde verschil (bias) geeft de gemiddelde afwijking aan van de Quadscan in vergelijking tot de BOD POD op groepsniveau. De regressielijn die in deze plots zijn weergeven geven aan of er een verband is tussen de mate van afwijking van de Quadscan en het gemiddelde gewichtsverlies. De buitenste bruine lijnen zijn de limits of agreement. 95% van de observaties vallen binnen deze limits of agreement. Hoe wijder de limits of agreement, des te groter de afwijkingen van de Quadscan in vergelijking tot de BOD POD zijn. De bias kan relatief laag zijn ten opzichte van de limits of agreement. Hierbij geven de limits of agreement een beter beeld van de afwijkingen per individu. Figuur 6 laat het verschil zien in vetmassa (kg & %) en vetvrije massa (kg) tussen de baselinemeting van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. De bias van de vetmassa (kg) is -4,1, dit geeft aan dat de Quadscan gemiddeld 4,1 kg minder vetmassa meet als de BOD POD. De wijde limits of agreement, die van 12 tot 3,9 kg uiteenlopen, laten een grote afwijkingen per individu zien van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. De bias van de vetmassa in % is -4,2 en de limits of agreement zijn iets wijder als de vetmassa in kg. De bias van de vetvrije massa (kg) is 3,8, dit geeft aan dat de Quadscan de vetvrije massa gemiddeld met 3,8 kg overschat in vergelijking met de BOD POD. De limits of agreement komen weer ongeveer overeen als de vetmassa in kg. In figuur 7 worden de verschillen van verandering in lichaamssamenstelling in vetmassa (kg/%) en vetvrije massa (kg) van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD weergeven. De bias van de vetmassa in kg en % van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD is -1,5. Dit geeft aan dat de Quadscan een kleinere afname meet in vetmassa in kg en %, ofwel dat de Quadscan de afname in vetmassa onderschat in vergelijking met de BOD POD. De limits of agreement lopen uiteen van -6 tot 3, deze afwijking is groter dan de gemiddelde afwijking. De bias van de vetvrije massa is 1,6 kg. Uit tabel 4 op de vorige pagina is te zien dat de Quadscan een daling weergeeft van -0,9 kg. De BOD POD geeft echter een stijging van het vetvrije massa van 0,7 kg. De bias wordt berekend door de verandering in vetvrije massa van de BOD POD (0,7) af te trekken van de verandering in vetvrije massa van de Quadscan (-0,9). Dit geeft een waarde van 1,6 kg. Dit betekend dat de Quadscan 1,6 kg minder vetvrije massa meet tijdens verandering van lichaamssamenstelling. Na de wijde limits of agreement van de vetmassa (kg), kan het niet anders dat de limits of agreement van de vetvrije massa (kg) net zo wijd zijn (~-3 en 6). De regressielijn geeft aan dat bij een toename van het vetvrije massa (kg) een kleiner verschil te zien is tussen de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. 19

21 Figuur 6. Verschil in vetmassa (VM kg/%) en vetvrije massa (VM kg) van de Quadscan in vergelijking tot de BOD POD op de baselinemeting. Figuur 7. Verschil in verandering in vetmassa (VM kg/%) en vetvrije massa (VM kg)van de Quadscan in vergelijking tot het verschil in verandering vetmassa (VM kg/%) en vetvrije massa (VM kg)van de BOD POD. 20

22 4. Discussie Het doel van dit afstudeeronderzoek was: Inzicht krijgen in de validiteit van de Quadscan 4000 in het meten van de lichaamssamenstelling op één moment en bij veranderingen in de lichaamssamenstelling tijdens een gewichtsverliesperiode van 55-plussers met obesitas. De hypothese die in de inleiding was opgesteld ging ervan uit dat de Quadscan op individueel niveau niet goed kon meten, maar op groepsniveau redelijk tot goed kon meten. Dat de Quadscan de metingen op baseline goed kon meten, maar tijdens verandering in lichaamssamenstelling minder goed. De Quadscan zou de vetmassa op baselinemeting onderschatten en de vetvrije massa overschatten. Uit deze studie blijkt dat de Quadscan grote afwijkingen per individu als op groepsniveau meet in vergelijking met de BOD POD, zowel bij baseline als tijdens verandering van lichaamssamenstelling. Op baseline geeft de bias van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD een onderschatting van de vetmassa van 4,1 kg. Bij de vetmassa in % is dit -4,2% en de vetvrije massa wordt overschat met 3,8 kg. De RMSE van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD van de vetmassa in kg en % als voor vetvrije massa, is respectievelijk 5,7kg; 6,1% en 5,8kg. Een RMSE van 5,7 kg vetmassa geeft aan dat de Quadscan per individu een afwijking van gemiddeld 5,7 kg vetmassa meet ten opzichte van de BOD POD. Dit is een grote afwijking, want het totale gemeten vetmassa door de BOD POD is 41,1 kg. Een RMSE van 5,7 is 13,9 % van het totale gemeten vetmassa door de BOD POD. Uit dit afstudeeronderzoek blijkt dus dat een meting van de vetmassa (kg) op baseline er gemiddeld 13,6% naast kan zitten. Bij de Bland and Altman plots zijn de limits of agreements erg wijd, ze lopen uiteen van 4 kg tot - 13kg vetmassa en 12 tot -5 kg vetvrijemassa. Dit geeft aan een onderschatting van 13kg of een overschatting van 4 kg mogelijk is bij het meten van een obese oudere door de Quadscan in vergelijking met de BOD POD. Een dergelijke afwijking van 13kg vet is erg veel. Stel een vrouw weegt 90kg, heeft 27kg vet en een vetpercentage van 30%, gemeten door de BOD POD. De vrouw heeft volgens de BOD POD een ongezond vetpercentage. Stel de Quadscan meet 12 kg minder, dan is dat 15kg en 17% vet. Volgens de Quadscan heeft de vrouw in deze situatie een laag vetpercentage, maar volgens de BOD POD is deze aan de hoge kant. Ook al zijn vooral de individuele afwijkingen van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD groot, als we spreken over de mate van samenhang van de Quadscan in vergelijking met de BOD POD, geeft de CCC een grote mate van samenhang bij de metingen op één moment, namelijk 0,77 (VM%) 0,87(VVM) De resultaten van de baseline van het artikel van Verdich et al. (reeds besproken in de inleiding) komen overeen met de resultaten van dit onderzoek, maar de afwijkingen van Verdich et al. zijn minder groot, namelijk 1-3 kg onderschatting van de vetmassa en overschatting van de vetvrije massa op individueel niveau in vergelijking met de DXA. Ook zijn de limits of agreement van het artikel van Verdich et al. wijd, (gemiddeld ± 7-8,5 kg), maar minder wijd als in dit onderzoek. (39) Het artikel van Thomson et al. deed onderzoek naar de validiteit van de Impedimed sfb7 bij 28 obese vrouwen in vergelijking met de DXA op één moment en tijdens een gewichtsverliesperiode van 10 weken. De Impedimed sfb7 is vergelijkbaar met de Quadscan. Thomson et al. vond geen significant verschil tussen de resultaten van de Impedimed en de DXA op baselinemeting (P>0,88), ook vond dit onderzoek een significante correlatie tussen MF-BIA en DXA, een kleine bias maar redelijk grote limits of agreement. (45) 21

23 De studie van Verovská et al. vergeleek 3 bio-impedantie apparaten, Bodystat (vergelijkbaar met de Quadscan), Tanita en de Omron met de DXA, bij 61 obese vrouwen rond de leeftijd van 49 jaar op één moment. De hoogste correlatie in vergelijking met de DXA was gevonden bij de Bodystat (r=0,9). (46) De Quadscan 4000 meet op baseline grote afwijkingen in vergelijking met de BOD POD, bovenstaande studies geven minder grote, of geen grote afwijkingen weer. Dit kan te maken hebben met de verschillende apparatuur die is gebruikt in het artikel van Thomson en Verovská, met de onderzoekspopulatie, jonger dan 55 jaar en vrouwen, en met de kleine onderzoekspopulatie van Thomson et al. Het verschil van dit afstudeeronderzoek met het artikel van Verdich et al. is dat het artikel van Verdich et al. vrouwen van jonge en middelbare leeftijd onderzocht en dat de DXA als referentie is genomen. De rest van het onderzoek is vergelijkbaar. Op grond van het onderzoek van Verdich et al. kunnen de verschillen te maken hebben met de voorspellingsformules in de Quadscan 4000 die niet gericht zijn op ouderen. Het onderzoek van Baumgartner et al. en Segal et al. geven aan dat er meer onderzoek nodig is om te bewijzen of deze voorspellingsformules de lichaamssamenstelling valide kunnen meten. (47, 48) Baumgarter et al. heeft ouderen van 55-plus met ernstig overgewicht als onderzoeksgroep gebruikt.(47) Deurenberg et al. heeft ook onderzoek gedaan naar de voorspellingsformules in het apparaat en concludeert dat de formules niet geschikt zijn voor ouderen. De vetmassa zou bij ouderen worden overschat. (38) Ook kan ernstig overgewicht een factor zijn die kan zorgen voor afwijkende onderzoeksresultaten. (47, 49). Personen met een hoge vetmassa blijken een lager vochtgehalte te hebben. De verhouding van 73% vocht ten opzichte van vetvrije massa blijkt bij personen met een hoge vetmassa lager als 73% te zijn. Hierdoor kan de vetvrije massa worden onderschat en de vetmassa overschat. (50,51) Bij verandering in lichaamssamenstelling laat de Quadscan een bias zien van -1,5 vetmassa in kg en%. De Quadscan meet 1,5 kg/% minder afname in vetmassa als de BOD POD. Bij de vetvrije massa is een bias van 1,6 kg te zien. In de resultaten werd al besproken dat de Quadscan een daling in vetvrije massa vind en de BOD POD een stijging. Het verschil tussen die daling en de stijging is 1,6 kg. De RMSE geeft een individuele afwijking van de Quadscan van 2,6 kg en 2,5% vetmassa en 2,5 kg vetvrije massa in vergelijking met de BOD POD. Dit is een grote afwijking, aangezien de veranderingen tussen baseline en eindmeting klein zijn. Van de BOD POD in vetmassa is deze verandering -4,8 kg. Volgens dit onderzoek kan de Quadscan per individu een daling van -2,2kg vetmassa meten, terwijl de BOD POD -4,8 kg vetmassa meet. Dit is een afwijking van 54,2%, dit is gemiddeld meer dan de helft van het verlies gemeten door de BOD POD. De limits of agreement zijn bij vetmassa in kg als % groot, ze lopen uiteen van 3 tot -6 kg of % en voor de vetvrije massa -3 en 6 kg. Dit houdt in dat 95% van de waarden van de Quadscan een afwijking hebben tussen de -3kg en 6kg in vergelijking met de BOD POD. Deze afwijkingen zijn groot, want dit houd in dat de Quadscan een overschatting van de daling van 6kg vet kan meten, of een onderschatting van de daling van 3kg vet. Als een willekeurige obese oudere gemeten zou worden met de Quadscan tijdens een gewichtsverliesperiode, kan het zijn dat de Quadscan een overschatting van de afname in vet van 3 kg meet, of een onderschatting maakt van de afname van 6 kg vet in vergelijking met de BOD POD. Stel de BOD POD meet een afname van 2kg vet, en de Quadscan meet een stijging van 4kg vet dan is dit een onderschatting van de daling van de Quadscan van 6kg vet. Zulke grote afwijkingen zijn niet gunstig voor gebruik van de Quadscan in de 22

VUmc Basispresentatie

VUmc Basispresentatie Sarcopenie Sarcopenie en ondervoeding Vorm van ondervoeding Gekarakteriseerd door verlies van spiermassa en spierkracht Risico op verminderd fysiek functioneren en een verminderde kwaliteit van leven Marian

Nadere informatie

Maureen van Hurck Studentnummer: 500639753 Projectnummer: 2015103 Afstudeer periode: september 2014 - januari 2015 Publicatiedatum: januari 2015

Maureen van Hurck Studentnummer: 500639753 Projectnummer: 2015103 Afstudeer periode: september 2014 - januari 2015 Publicatiedatum: januari 2015 Welke formules zijn het meest valide bij het schatten van energieverbruik in rust bij ouderen (55+) met obesitas in vergelijking met het resultaat van de indirecte calorimeter? Auteur: Maureen van Hurck

Nadere informatie

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa. METING TANITA INNERSCAN NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V DATUM DATUM DATUM DATUM Gewicht Vetpercentage Watergehalte % Spiermassa Lichaamsbouwtype Basismetabolisme Metabolische leeftijd Botmassa

Nadere informatie

Samenvatting Go4it - de effectiviteit van een poliklinische multidisciplinaire groepsbehandeling voor obese adolescenten

Samenvatting Go4it - de effectiviteit van een poliklinische multidisciplinaire groepsbehandeling voor obese adolescenten Go4it - de effectiviteit van een poliklinische multidisciplinaire groepsbehandeling voor obese adolescenten Overgewicht en obesitas onder Nederlandse kinderen en adolescenten zijn een toenemend volksgezondheidsprobleem.

Nadere informatie

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 SAMENVATTING MVW_proefschrift_170x240_17042013.indd 172 ALIFE@WORK DE EFFECTEN VAN EEN LEEFSTIJLPROGRAMMA MET BEGELEIDING OP AFSTAND VOOR GEWICHTSCONTROLE BIJ WERKNEMERS ACHTERGROND Overgewicht, waarvan

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord About the author

Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting Dankwoord About the author Samenvatting 177 Samenvatting Overgewicht en obesitas worden gedefinieerd op basis van de body mass index (BMI) (hoofdstuk 1). Deze index wordt berekend door het

Nadere informatie

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016

Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 70 kg Berekening energiebehoefte en meting lichaamssamenstelling bij ALS, zinvol? Dea Schröder, Coby Wijnen, Ilse Batten 2016 Voedingstoestand Daling van het gewicht (BMI) en ALSFRS-R gerelateerd, wijst

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112 111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa

Nadere informatie

Effectieve voeding en beweging bij overgewicht Esther van Etten Sportdietist

Effectieve voeding en beweging bij overgewicht Esther van Etten Sportdietist Effectieve voeding en beweging bij overgewicht Esther van Etten Sportdietist - Sportdietist: - Eigen praktijk: SMC Fysiomed Amsterdam - Nationale roeiselectie: KNRB - Schrijven van blogs en columns: JOGG,

Nadere informatie

WAT IS DE OPTIMALE METHODE OM DE EIWITBEHOEFTE VAN VOLWASSEN PATIËNTEN TE BEREKENEN?

WAT IS DE OPTIMALE METHODE OM DE EIWITBEHOEFTE VAN VOLWASSEN PATIËNTEN TE BEREKENEN? WAT IS DE OPTIMALE METHODE OM DE EIWITBEHOEFTE VAN VOLWASSEN PATIËNTEN TE BEREKENEN? Madelein Huijboom en Larissa Velzeboer AFSTUDEERNUMMER: 21611 BACHELOR OPLEIDING VOEDING EN DIËTETIEK WAT IS DE OPTIMALE

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

3. Gebruik die formule om het rekenvoorbeeld in de tekst van het artikel na te rekenen.

3. Gebruik die formule om het rekenvoorbeeld in de tekst van het artikel na te rekenen. Werkstuk door een scholier 2178 woorden 17 juni 2008 6,3 23 keer beoordeeld Vak Wiskunde 5. Uitwerkingen van het verslag 2.1 Inleidende opdrachten 1. Welke gewichtsklassen onderscheidt de WHO? Ze onderscheiden

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G 1 6 3

S A M E N V A T T I N G 1 6 3 161 Samenvatting S A M E N V A T T I N G 1 6 3 Veroudering gaat samen met verlies van spiermassa en spierkracht, ook wel sarcopenie genaamd. Dit verlies in spiermassa en spierkracht zorgt in het dagelijkse

Nadere informatie

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw?

12-10-2012. Voedingszorg rondom de COPD-patiënt. 2. In welke gold klasse valt mevrouw? Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt

Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Voedingszorg rondom de COPD-patiënt Landelijk Diëtisten Netwerk COPD (LDN COPD) Gonnie Geraerts Heleen Froon Paula van Melick Anke Kalisvaart 1. Welke gegevens vraag je na en welke antropometrie voer je

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

De verandering in kwaliteit van leven van obese ouderen tijdens een gewichtsverliesprogramma

De verandering in kwaliteit van leven van obese ouderen tijdens een gewichtsverliesprogramma De verandering in kwaliteit van leven van obese ouderen tijdens een gewichtsverliesprogramma 16 januari 2012 Hogeschool van Amsterdam Nicolien Broersen & Astrid Bobeldijk Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek

Nadere informatie

Brigitte Wieman. 14 maart 2019, Samen in de breedte. NVD Beleidsmedewerker Utrecht diëtist

Brigitte Wieman. 14 maart 2019, Samen in de breedte. NVD Beleidsmedewerker Utrecht diëtist Brigitte Wieman 14 maart 2019, Samen in de breedte NVD Beleidsmedewerker Utrecht diëtist Kom in beweging en kijk in de etalage van de diëtist Programma De merken van de NVD Kennissynthese voeding Onderzoek

Nadere informatie

199 Hoofdstuk 2 In Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5

199 Hoofdstuk 2 In Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 en 5 197 Samenvatting 198 Samenvatting Samenvatting 199 Veroudering gaat gepaard met het verlies van spiermassa en spierkracht, ook wel sarcopenie genoemd. Dit leidt tot beperkingen in het dagelijkse leven,

Nadere informatie

Casus oudere vrouw met COPD

Casus oudere vrouw met COPD Casus oudere vrouw met COPD Een casus: Mevrouw de Wit 73 jarige vrouw 2003 tot 2005 herhaalde heupfracturen, kunstheup links Osteoporose Sinds een aantal jaren COPD gold 3, matige ziektelast Echtgenoot

Nadere informatie

29-6-2011. Jeroen de Wilde, Arts M&G-onderzoeker JGZ 4-19 CJG Den Haag 29 juni 2011 2. Ondergewicht = Westerse landen: 2-15% Asian enigma

29-6-2011. Jeroen de Wilde, Arts M&G-onderzoeker JGZ 4-19 CJG Den Haag 29 juni 2011 2. Ondergewicht = Westerse landen: 2-15% Asian enigma Jeroen de Wilde, Arts M&G-onderzoeker JGZ 4-19 CJG Den Haag 29 juni 2011 2 29 juni 2011 1 Ondergewicht = A. Een gewicht of BMI onder een bepaalde grenswaarde Gewicht naar lengte, per geslacht Gewicht naar

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek Hogeschool van Amsterdam

Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek Hogeschool van Amsterdam Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek Hogeschool van Amsterdam Wat is de relatie tussen de hoeveelheid eiwit per eetmoment en het type eiwit op behoud van vetvrije massa tijdens een 10- weken durend gewichtsverliesprogramma

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek, UZ Brussel Achtergrond Fenotype = grote variabiliteit Niet alle symptomen

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

(hoofdstuk 2) vatting Samen

(hoofdstuk 2) vatting Samen The Multiple Environmental and Genetic Assessment of risk factors for venous thrombosis (MEGA studie) is een groot patiënt-controle onderzoek naar risicofactoren voor veneuze trombose. In deze studie zijn

Nadere informatie

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition HERBALIFE FITCHECK WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition % LICHAAMSVET Wie wil je worden? Waar ben je nu? % LICHAAMSVET Vrouw 20-39 Leeftijd 40-59 60-79 Man 20-39 Leeftijd 40-59 60-79 Te laag

Nadere informatie

Implementatie van GLIM criteria en Sarcopenie richtlijn in de praktijk. Heidi Zweers

Implementatie van GLIM criteria en Sarcopenie richtlijn in de praktijk. Heidi Zweers Implementatie van GLIM criteria en Sarcopenie richtlijn in de praktijk Heidi Zweers Disclosure-slide Geen belangenverstrengeling te melden CV Lid van NAP PhD student voeding bij Mitochondriële ziekten

Nadere informatie

Ouderen en preventie. Annemien Haveman-Nies. GGD Noord- en Oost-Gelderland / Wageningen Universiteit

Ouderen en preventie. Annemien Haveman-Nies. GGD Noord- en Oost-Gelderland / Wageningen Universiteit Ouderen en preventie Annemien Haveman-Nies GGD Noord- en Oost-Gelderland / Wageningen Universiteit Groei 65-plussers met 2 miljoen Blijvende stijging in levensverwachting Vrouwen: Mannen: 75,3 (1960) 83,2

Nadere informatie

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD.

Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Er is een complexe relatie tussen Obesitas en COPD. Robbert Kerseboom Kaderhuisarts astma-copd De prevalentie van obesitas (BMI > 30 kg/m 2 ): (in 2012) 11 % bij mannen 14 % bij vrouwen. De prevalentie van COPD is 20/1000 Nederlanders KADERHUISARTS SCHAKEL

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Angela Fleming en Yvonne Verhulst, Ter Gooi Diëtistendagen 2016 4 De meerwaarde van de diëtist bij de behandeling van de klinische COPD patiënt. Angela

Nadere informatie

Wetenswaardigheden over eten en drinken.

Wetenswaardigheden over eten en drinken. Wetenswaardigheden over eten en drinken. Start to Run Overgewicht: Nederlanders worden te dik (beeld 2007) De energiebalans. energiegebruik en de energie-inname. Lichaamsgewicht constant : energiegebruik

Nadere informatie

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging Praktijk voor Fysiotherapie Altijd in beweging In samenwerking met. Viola Gijzen, diëtist Mieke Verschuren/Marijke Sligchers, fysiotherapeuten Inhoud Inleiding Wat is COPD? COPD en dan? COPD en voeding

Nadere informatie

De dieetbehandeling van ouderen met obesitas in de eerste lijn diëtetiek.

De dieetbehandeling van ouderen met obesitas in de eerste lijn diëtetiek. De dieetbehandeling van ouderen met obesitas in de eerste lijn diëtetiek. Hoe worden ouderen met obesitas op dit moment behandeld door de eerstelijns diëtisten in Nederland en hoe zou de effectiviteit

Nadere informatie

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom (2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom Instituut: Sportrevalidatie Hilversum Verwijzer: Alle verwijzers Periode: 1-1-2016 t/m 31-12-2017 Fysiotherapeut: Alle fysiotherapeuten Inleiding Dit rapport

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Voorstellen. Wanneer naar de diëtist?

Voorstellen. Wanneer naar de diëtist? Voorstellen COPD Nut van goede voeding Aafke Hermsen, diëtist Karin Janssen-van Hemmen, kaderhuisarts astma/copd i.o. Agenda owanneer naar de diëtist? olichaamssamenstelling ogewichtsverandering onut van

Nadere informatie

Gewicht meting. Standard Operating Procedures. Versie 1.0 6/13/2019 Auteurs: Heidi Zweers, Anneke van den Berg, Anneke Droop, Hinke Kruizenga

Gewicht meting. Standard Operating Procedures. Versie 1.0 6/13/2019 Auteurs: Heidi Zweers, Anneke van den Berg, Anneke Droop, Hinke Kruizenga Gewicht meting s Versie 1.0 6/13/2019 Auteurs: Heidi Zweers, Anneke van den Berg, Anneke Droop, Hinke Kruizenga Doel: Doelgroep: Tijdsduur: Bepalen van de lichaamslengte Volwassenen en kinderen van alle

Nadere informatie

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse

FEET4FEET. Ontstaan van voetklachten tijdens de. Nijmeegse Vierdaagse FEET4FEET Ontstaan van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Preventie van voetklachten tijdens de Nijmeegse Vierdaagse Waarom dit onderzoek? De Nijmeegse Vierdaagse is het grootste wandelevenement

Nadere informatie

Sarcopenie in obesitas en na bariatrische chirurgie. Prof. Dominique Hansen, PhD, FESC

Sarcopenie in obesitas en na bariatrische chirurgie. Prof. Dominique Hansen, PhD, FESC Sarcopenie in obesitas en na bariatrische chirurgie Prof. Dominique Hansen, PhD, FESC Prevalentie van obesitas Prevalentie van obesitas Sarcopenie in obesitas Biolo G, et al. Clin Nutr 2014; 33; 737 Wat

Nadere informatie

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008 Examen Statistische Modellen en Data-analyse Derde Bachelor Wiskunde 14 januari 2008 Vraag 1 1. Stel dat ɛ N 3 (0, σ 2 I 3 ) en dat Y 0 N(0, σ 2 0) onafhankelijk is van ɛ = (ɛ 1, ɛ 2, ɛ 3 ). Definieer

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit

Patiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit Patiënteninformatie Obesitastraining Eat-Fit 1 Inhoud Inleiding... 3 Body Mass Index (BMI)... 3 Obesitas en fysieke activiteit... 3 Dieettherapie... 4 Operatie... 5 Onze obesitastraining Eat-Fit... 5 Het

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Uitgebreide antropometrie in de praktijk: meten is, goed kunnen adviseren in, weten wat te eten! Cora Jonkers Academisch Medisch Centrum Nutritional assessment

Nadere informatie

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische

Nadere informatie

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling Monte Carlo simulatie In MW\Pharm versie 3.30 is een Monte Carlo simulatie-module toegevoegd. Met behulp van deze Monte Carlo procedure kan onder meer de betrouwbaarheid van de berekeningen van KinPop

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

NIET-CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN OVERGEWICHT EN OBESITAS. Algemene Abdominale Chirurgie SFZ

NIET-CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN OVERGEWICHT EN OBESITAS. Algemene Abdominale Chirurgie SFZ NIET-CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN OVERGEWICHT EN OBESITAS Algemene Abdominale Chirurgie SFZ Welkom Beste Mevrouw/Mijnheer, Welkom in het obesitascentrum van het SFZ Heusden-Zolder. Deze brochure bevat

Nadere informatie

Body Mass Index. Copyright Sodexo Belgium

Body Mass Index. Copyright Sodexo Belgium Body Mass Index Op uw gezondheid! U bent baas over uw eigen lichaam. Gelukkig maar. Dat brengt natuurlijk een zekere verantwoordelijkheid met zich mee. Alles wat u eet en drinkt heeft een invloed op het

Nadere informatie

Samenvatting (Hoofdstuk 2) (Hoofdstuk 3)

Samenvatting (Hoofdstuk 2) (Hoofdstuk 3) Samenvatting 144 SAMENVATTING 145 Samenvatting Een veel voorkomend probleem bij hemodialyse patiënten is ondervoeding hetgeen leidt tot verlies van spiermassa en verminderd lichamelijk functioneren. Ondervoeding

Nadere informatie

De COBRA-studie: Veranderingen in lichaamssamenstelling tijdens chemotherapie voor vrouwen met borstkanker.

De COBRA-studie: Veranderingen in lichaamssamenstelling tijdens chemotherapie voor vrouwen met borstkanker. De COBRA-studie: Veranderingen in lichaamssamenstelling tijdens chemotherapie voor vrouwen met borstkanker. Oncologiedagen voor verpleegkundigen, Ede 18-11-2014 Maaike van den Berg, MSc, Anja de Kruif,

Nadere informatie

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt: Een gezond gewicht Een gezond gewicht Hebt u een gezond gewicht? Energiebalans Bewegen Hoe behoudt u een gezond gewicht? Tips voor het behouden van een gezond gewicht Tips voor het bereiken van een gezond

Nadere informatie

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition HERBALIFE FITCHECK WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition BMI Body Mass Index = gewicht in kg lengte x lengte in m BMI < 18,5 ondergewicht 18,5 24,9 normaal 25 29,9 overgewicht 30 34,9 zwaar

Nadere informatie

Frauke Thomsen diëtist St. Maartenskliniek Coby Wijnen diëtist VSN

Frauke Thomsen diëtist St. Maartenskliniek Coby Wijnen diëtist VSN netwerk diëtisten voor spierziekten Frauke Thomsen diëtist St. Maartenskliniek Coby Wijnen diëtist VSN Voeding bij PPS/LS/HSP Vragen Femke Belder diëtist Sorgente voeding groei en onderhoud weerstand en

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 100 Samenvatting Cognitieve achteruitgang en depressie komen vaakvooropoudere leeftijd.zijbeïnvloeden de kwaliteit van leven van ouderen in negatieve zin.de komende jaren zalhet aantalouderen in onze maatschappijsneltoenemen.het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico

VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico VirtueleThuiszorg = preventieve inzet Voor Diabetes Mellitus Type 2 en Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico Diabetes Mellitus type 2 (DM2) wordt door verschillende experts aangeduid als een leefstijlziekte

Nadere informatie

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist?

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Janine Reitsema Docent bewegen, sport en (sport)voeding Sportdiëtist Sportinstructeur Grondmotorische eigenschappen van bewegen Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie

Nadere informatie

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Grondmotorische eigenschappen van bewegen. Hartfrequentie (HF) Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie

Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Grondmotorische eigenschappen van bewegen. Hartfrequentie (HF) Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie Lichaamsbeweging: rol voor de diëtist? Janine Reitsema Docent bewegen, sport en (sport)voeding Sportdiëtist Sportinstructeur Grondmotorische eigenschappen van bewegen Kracht Snelheid UHV Lenigheid Coördinatie

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease

Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Saskia Tabak diëtist UMCG Er gaat niets boven Groningen! Inhoud Behandeling van NAFLD 1. Rol van

Nadere informatie

Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard

Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten. Willem Looijaard Lichaamssamenstelling van Intensive Care patiënten Willem Looijaard Disclosures Baxter Fresenius-Kabi 2 Dhr. X. Datum Spier 13 / 03 156,7 cm 2 21 / 03 154,2 cm 2 31 / 03 146,8 cm 2 05 / 04 136,3 cm 2 20

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

Het onderzoeksteam bestaat uit

Het onderzoeksteam bestaat uit INFORMATIEBROCHURE Deze brochure bevat informatie over het doel en de opzet van Fancy, een onderzoek naar voorkeuren voor voedingsmiddelen. Daarnaast staat beschreven wat dit onderzoek inhoudt, wat wij

Nadere informatie

Ouder, Kind en Eten Onderzoek

Ouder, Kind en Eten Onderzoek Ouder, Kind en Eten Onderzoek Informatiebrochure Voorwoord Fijn dat u interesse heeft in het Ouder, Kind & Eten onderzoek. Op dit moment doen er al 165 ouders mee aan het onderzoek en we zoeken nog 40

Nadere informatie

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 3. Toelichting bij de criteria voor

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat

Nadere informatie

Geslacht: Male Gewicht: 99,3 kg

Geslacht: Male Gewicht: 99,3 kg Tel: 0032/479.45.99.74 Web: www.energylab.be TESTDATUM: 21/02/2014 IDENTIFICATIE Naam: Johan Hermie Geboortedatum: 20/09/1964 Leeftijd: 49,4 Lengte: 174,0 cm Geslacht: Male Gewicht: 99,3 kg Etniciteit:

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit

Patiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit Patiënteninformatie Obesitastraining Eat-Fit Inhoud Inleiding... 2 Body Mass Index (BMI)... 2 Obesitas en fysieke activiteit... 2 Dieettherapie... 3 Operatie... 4 Onze obesitastraining Eat-Fit... 4 Persoonlijke

Nadere informatie

Er gaat niets boven Groningen! 1. Rol van dieet en samenstelling voeding. Inhoud. Waarom afvallen

Er gaat niets boven Groningen! 1. Rol van dieet en samenstelling voeding. Inhoud. Waarom afvallen Er gaat niets boven Groningen! Rol van dieet, samenstelling voeding en bewegen bij de behandeling van Nonalcoholic Fatty Liver Disease Saskia Tabak diëtist UMCG Inhoud 1. Rol van dieet en samenstelling

Nadere informatie

Toepassing en effectiviteit van antropometrie in de eerstelijns diëtetiek

Toepassing en effectiviteit van antropometrie in de eerstelijns diëtetiek Toepassing en effectiviteit van antropometrie in de eerstelijns diëtetiek Bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek 2015202, juni 2015 Shawny Blijleven en Wendy Hoekstra Toepassing en effectiviteit van antropometrie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse samenvatting (Dutch Summary) 87 Appendix Inleiding Diabetes mellitus gaat een steeds belangrijkere rol spelen in onze gezondheidszorg. Het aantal patiënten met diabetes zal naar verwachting

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Ondervoeding. in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek

PATIËNTEN INFORMATIE. Ondervoeding. in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek PATIËNTEN INFORMATIE Ondervoeding in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek Ondervoeding bij ziekte Ondervoeding door ziekte is in ziekenhuizen een veel voorkomend probleem. Ongeveer 1 op de 4 patiënten is

Nadere informatie

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen

Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Frailty en ondervoeding doet (veel) vallen Ann Gryp, Hoofdverpleegkundige geriatrie Frailty Frailty heeft te maken met kwetsbaarheid. Frailty zegt iets over de ernst

Nadere informatie

Afslanken met IJzer. Anneke Palsma. EFAA Fitness- & Personal Training Congres 15 februari 2009, Noordwijkerhout

Afslanken met IJzer. Anneke Palsma. EFAA Fitness- & Personal Training Congres 15 februari 2009, Noordwijkerhout Afslanken met IJzer Anneke Palsma EFAA Fitness- & Personal Training Congres 15 februari 29, Noordwijkerhout Programma Eigen Kracht 1. uur De Kracht van Eiwit Hans Wassink 11.15 uur Afslanken met IJzer

Nadere informatie

Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een leeftijd van jaar. Deel 2: Indicatoren van duurconditie en vetverbranding

Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een leeftijd van jaar. Deel 2: Indicatoren van duurconditie en vetverbranding Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een leeftijd van 20-50 jaar Deel 2: Indicatoren van duurconditie en vetverbranding Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een

Nadere informatie

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen

Je kunt al: -de centrummaten en spreidingsmaten gebruiken -een spreidingsdiagram gebruiken als grafische weergave van twee variabelen Lesbrief: Correlatie en Regressie Leerlingmateriaal Je leert nu: -een correlatiecoëfficient gebruiken als maat voor het statistische verband tussen beide variabelen -een regressielijn te tekenen die een

Nadere informatie

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition HERBALIFE FITCHECK WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition BMI Body Mass Index = gewicht in kg lengte x lengte in m BMI < 18,5 ondergewicht 18,5 24,9 normaal 25 29,9 overgewicht 30 34,9 zwaar

Nadere informatie

Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications

Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Chapter 9 Dankwoord Curriculum Vitae List of publications Obesitas (vetzucht) bij kinderen is gedurende de afgelopen decennia een groeiend en wereldwijd probleem geworden. De snel toenemende prevalentie

Nadere informatie

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen Ellen Govers Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen 1. patiënten kunnen goed afvallen op de Richtlijnen Goede Voeding 2. overgewicht behandelen

Nadere informatie

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Overgewicht en Obesitas op Curaçao MINISTERIE VAN Gezondheid, Milieu & Natuur Volksgezondheid Instituut Curaçao Persbericht Overgewicht en Obesitas op Curaçao In totaal zijn 62,6% van de mannen en 67,3% van de vrouwen op Curaçao te zwaar,

Nadere informatie

Overgewicht Inhoud Inleiding Oorzaken van overgewicht

Overgewicht Inhoud Inleiding Oorzaken van overgewicht Overgewicht Brochure over oorzaken, gevolgen en behandeling van overgewicht. Met eet- en beweegdagboekje. Inhoud Inleiding Oorzaken van overgewicht Gevolgen van overgewicht Meten en wegen BMI (Body Mass

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

17-9-2012. Belang van meting van de lichaamssamenstelling. Alternatieve lengtemetingen. Hoe werkt een bio-impedantie meting? CBO richtlijn 2010 COPD

17-9-2012. Belang van meting van de lichaamssamenstelling. Alternatieve lengtemetingen. Hoe werkt een bio-impedantie meting? CBO richtlijn 2010 COPD Hoe werkt een bio-impedantie meting? Nel Cox-Reijven azm Belang van meting van de lichaamssamenstelling Meting van de lichaamssamenstelling is essentieel voor het vaststellen van de voedingstoestand. Een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke

Nadere informatie