Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden. Hogeschool Van Hall Larenstein

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden. Hogeschool Van Hall Larenstein"

Transcriptie

1 Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein

2

3 Lange Voorhout ED Den Haag T (070) F (070) I E info@hobeon.nl Evaluatierapport Lectoraat Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein Hobéon Management Consult BV Datum: 5 februari 2013 Auteurs: Ir. A.T. de Bruijn, voorzitter Dr. ir. T. van Dijk Dr. D.G. Andriessen Ing. A.M. Perik F.M. Brouwer, secretaris I.A.M. van der Hoorn MSc, secretaris

4

5 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING 1 1. OPDRACHT EN WERKWIJZE Het lectoraat Context van de visitatie Opdracht en samenstelling van de commissie Beoordelingskader Werkwijze 6 2. MISSIE 7 3. HET ONDERZOEKSPROFIEL, PROGRAMMERING EN WERKWIJZE Onderzoeksprogramma Integrale benadering 9 4. DE ONDERZOEKSBENADERING INBEDDING EN POSITIONERING BINNEN DE HOGESCHOOL De organisatie Het onderwijs Studenten en docenten OMVANG VAN HET LECTORAAT Inzet van personele en financiële middelen KWALITEIT VAN DE ONDERZOEKERS SAMENWERKINGSVERBANDEN Huidige samenwerkingspartners Partners van de toekomst RESULTATEN, PRODUCTEN VAN ONDERZOEK EN IMPACT Resultaten op het gebied van beroepspraktijk en samenleving Resultaten op het gebied van kennisontwikkeling, onderwijs en scholing Impact en waardering KWALITEITSZORG VAN HET LECTORAAT 25 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 SAMENSTELLING COMMISSIE PROGRAMMA VISITATIE ONAFHANKELIJKSHEIDSVERKLARINGEN

6

7 SAMENVATTING Een onderzoekscommissie onder voorzitterschap van Hobéon Management Consult heeft een onderzoeksevaluatie uitgevoerd bij het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden van Hogeschool Van Hall Larenstein. In dit rapport staan de bevindingen, oordelen en aanbevelingen van de commissie vermeld. De commissie stelt vast dat het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden van Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp, onder leiding van lector Wim Timmermans, een hoge productiviteit kent. Studenten, docenten, samenwerkingspartners en het kennisveld hebben waardering voor de inzet en output van het lectoraat. Het lectoraat is in zijn werkwijze onconventioneel, laagdrempelig en biedt zowel studenten als docenten geweldige uitdagingen en onvergetelijke momenten. De commissie constateert dat de kracht van het lectoraat ligt in het samenbrengen van partijen en gericht is op besluitvormingsprocessen betreffende de inrichting van de groene leefomgeving. Voor de inhoudelijke dimensie van vraagstukken kunnen opdrachtgevers ook naar andere kennisinstellingen en particuliere adviesbureaus, maar voor wat betreft de procesbenadering is het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden van Hogeschool Van Hall Larenstein onderscheidend en complementair. Voorafgaand aan de beoordeling per onderwerp wil de commissie opmerken dat, ondanks dat de beoordeling hoofdzakelijk gericht was op het functioneren van het lectoraat, de in dit rapport genoemde aanbevelingen niet noodzakelijkerwijs neergelegd worden bij het lectoraat. Het management van Hogeschool Van Hall Larenstein speelt evenzeer een belangrijke rol in het functioneren van het lectoraat. Een aantal van de aanbevelingen is dan ook niet (alleen) van toepassing op het lectoraat, maar (ook) op het management. Een algemene aanbeveling richting het management van de hogeschool is dan ook om gericht beleid en regie te voeren op de missie van het lectoraat, op de programmering hiervan en op de evaluatie en de (kwalitatieve en kwantitatieve) inzet van personeel en middelen. Hieronder volgt per beoordeeld onderwerp een korte samenvatting met daarbij de belangrijkste bevindingen, oordelen en aanbevelingen op het betreffende gebied. Missie De missie, die opgesplitst is in vier gedeelten, past goed bij de werkzaamheden die verwacht mogen worden van een lectoraat: het uitvoeren van toegepast onderzoek, ondersteunen van het onderwijs bij inbedding van opgedane kennis in het curriculum, kennismakelaar tussen onderwijs, onderzoek en praktijk en het leveren van zinvolle bijdragen aan het maatschappelijke debat. De uitingen van het lectoraat belichten vooral inhoudelijke thema s, waarbij de proceskant als nevenopbrengst lijkt te worden beschouwd. Daarentegen wordt het lectoraat intern en extern vooral gewaardeerd om haar procesbenadering. Het is de commissie onduidelijk wat nu precies het object van onderzoek is. Gaat het om het resultaat of is het lectoraat vooral gefocust op het proces? Aanbevelingen De commissie raadt het lectoraat aan qua object van onderzoek een scherpere keuze te maken tussen inhoud en proces, teneinde meer duidelijkheid te scheppen over de focus van het lectoraat voor zowel het onderwijs als voor externe partijen, maar ook voor zichzelf. Onderzoeksprofiel, programmering en werkwijze Het lectoraat hanteert zes thema s, van zowel inhoudelijke als procesmatige aard, die gelden als leidraad voor de uit te voeren opdrachten. De breedte van de thema s biedt het lectoraat de mogelijkheid een veelheid aan onderzoeksprojecten binnen te halen, wat ook gebeurt. De onder- of achterliggende programmering van deze zes thema s moet echter versterkt worden. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

8 De integrale benadering die het lectoraat toepast, zorgt ervoor dat docenten en studenten vanuit verschillende disciplines bij elkaar worden gebracht in projecten en worden uitgedaagd om over de grenzen van hun eigen vak heen te kijken. Aanbevelingen Door het aantal inhoudelijke thema s in te perken of door ervoor te kiezen het ontwerpproces als centraal thema te hanteren, wordt meer focus aangebracht in de onderzoeksprojecten. De invalshoek (inhoud of proces) die wordt gekozen, moet een sterkere programmerende werking hebben om meer focus en massa in het onderzoek te bewerkstelligen. Een centrale vraagstelling voor het gehele onderzoeksprogramma kan ervoor zorgen dat het stapelen van kennis die in de projecten wordt opgedaan, mogelijk wordt. De commissie is enthousiast over de integrale werkwijze (niet te verwarren met de integraliteit tussen inhoud en proces) en moedigt het lectoraat van harte aan de samenwerking met andere opleidingen, lectoraten en hogescholen, ook buiten het groene domein, verder uit te bouwen om daarmee vraagstukken vanuit verschillende perspectieven te benaderen. Onderzoeksbenadering De wijze waarop bewoners en andere belanghebbenden betrokken worden bij ontwerp-gerichte onderwijsprojecten is hét sterke punt van het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden. Het succes van het lectoraat is het gevolg van de combinatie van onconventionele methoden, de frisse en open blik van studenten en de reactie van belanghebbenden op hun inbreng. Bij de uitvoering van projecten hanteert het lectoraat verschillende (creatieve en innovatieve) methoden. De verantwoording voor de gehanteerde onderzoeksmethode blijft veelal impliciet. Ook de evaluatie van de gebruikte aanpak is niet altijd zichtbaar in zowel individuele opdrachten als evaluatieve producten. Daar de logistiek van de onderwijssituatie in een aantal gevallen leidend lijkt voor de te gebruiken onderzoeksmethode, wil de commissie het lectoraat met nadruk wijzen op de hiermee samengaande risico s betreffende de zuiverheid van de methodologische afweging. Aanbevelingen De commissie beveelt aan om op systematische wijze de gehanteerde onderzoeksaanpak te evalueren en vast te leggen wat de goede en minder goede punten zijn van een bepaalde aanpak in zowel afzonderlijke onderzoeksrapporten als in de meer evaluatieve overzichten betreffende het gehele domein van het lectoraat. Dit vormt de basis voor systematische kennisontwikkeling op dit gebied. Tevens adviseert de commissie om ook de methodologie van de onderzoeksprojecten verder te ontwikkelen, te verantwoorden en te evalueren. Inbedding en positionering binnen de hogeschool Het lectoraat verbindt de buitenwereld - opdrachtgevers en organisaties uit het werkveld - met het onderwijs middels opdrachten uit de praktijk. Het levert nu al mooie en inspirerende bijdragen aan het onderwijs. De commissie herkent hierin de rol van het lectoraat als kennismakelaar. De rol van kennisontwikkelaar op inhoudelijke thema s of procesbenadering moet nog duidelijker worden opgepakt, zo concludeert de commissie. De docenten en studenten die betrokken zijn bij lectoraatsprojecten zijn hierover zeer enthousiast. Het aantal studenten en docenten dat echter betrokken is bij het lectoraat is niet zo groot als deze zou kunnen zijn. De grootste beperking bevindt zich in het feit dat beide groepen nog onvoldoende ruimte hebben in hun rooster respectievelijk formatie om deel te nemen aan lectoraatprojecten. Aanbevelingen Wat betreft de betrokkenheid van docenten adviseert de commissie het opleidingsmanagement om, in het verlengde van het algemene onderzoeksbeleid van Hogeschool Van Hall Larenstein, financieel en rooster technisch te faciliteren dat deelname van docenten aan onderzoek en scholing een expliciete plaats krijgt in hun functie en ook de docenten zelf te stimuleren deel te nemen aan lectoraatprojecten. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

9 Om de bijdrage van het lectoraat aan het onderwijs verder te vergroten, zal het opleidingsmanagement in samenspraak met het lectoraat moeten bepalen wat de inhoud en vooral de invalshoek van de bijdrage van het lectoraat moet zijn. Ligt de beoogde bijdrage vast, dan kan daarop gestuurd en geëvalueerd worden. De commissie ziet een taak voor het opleidingsmanagement en het lectoraat om er in samenwerking voor te zorgen dat alle lectoraatactiviteiten een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de onderwijsdoelen en deze activiteiten onderdeel te maken van het reguliere programma zodat alle studenten hiervan kunnen profiteren. De commissie geeft de hogeschool in overweging om een inhoudelijke verbindingsofficier aan te stellen tussen onderzoek en onderwijs, die zorgt voor consolidatie van opgedane kennis en inzichten in het onderwijs. Omvang van het lectoraat Het lectoraat is actief en productief in het binnenhalen van gelden voor onderzoek, wat ook blijkt uit de uitgebreide projectenlijst. Het aantal docenten dat betrokken is bij het lectoraat lijkt beperkt tot diegenen die vanuit intrinsieke motivatie zelf de stap naar het lectoraat hebben gezet en diegenen die door de lector persoonlijk zijn benaderd. Tijdens de visitatie kwam naar voren dat ook andere docenten graag betrokken willen worden bij het lectoraat. Hierin ligt een kans om de personele omvang te doen vergroten en het docentencorps een kwalitatieve impuls te geven. Aanbevelingen De commissie wil de lector en het opleidingsmanagement in dit kader aanbevelen om naast de huidige bottom-up benadering van docenten, de docententeams meer als geheel te adresseren en financiële ruimte te bieden aan docenten om deel te nemen aan onderzoek en professionalisering. De commissie wil het lectoraat aanbevelen om in samenspraak met het opleidingsmanagement nog een slag te maken qua verslaglegging en specificering van de inzet van personele en financiële middelen. Hierbij is van belang dat het mogelijk wordt om docenten voldoende flexibel in te zetten, waardoor deelname aan projecten van het lectoraat in eerste instantie inhoudelijke wordt afgewogen en er wordt gezocht naar (jaarlijks te programmeren) budgettaire ruimte die deelname ook feitelijk mogelijk maakt. Kwaliteit van de onderzoekers Het lectoraat beschikt over een enthousiaste groep docentonderzoekers en een inspirerende lector, die producten leveren van goede kwaliteit. Beleid voor de ontwikkeling van docenten tot docentonderzoekers staat nog in de kinderschoenen bij Hogeschool Van Hall Larenstein. De docenten die betrokken zijn bij het lectoraat lijken meer op te treden als projectleider dan als onderzoeker. Dit is op zich niet verkeerd, want een goede uitvoering en coördinatie van projecten is zeker belangrijk. Het zou voor het lectoraat en voor het onderwijs echter goed zijn als meer eigen docenten zich ontwikkelen richting onderzoeker, zodat er minder gebruik hoeft te worden gemaakt van externe onderzoekers en kennisopbouw binnen de eigen organisatie blijft. Aanbevelingen De commissie adviseert het opleidingsmanagement om meer docenten op te leiden tot onderzoeker, waaraan de lector een belangrijke inhoudelijke bijdrage kan leveren. De commissie wil het opleidingsmanagement adviseren om in samenspraak met het lectoraat concreet in te vullen welke rol het lectoraat moet spelen in de professionalisering van docenten, zowel qua invalshoek (inhoud/proces) als qua vorm en omvang. Samenwerkingsverbanden Rondom het lectoraat is een uitgebreid netwerk van samenwerkingspartners aanwezig, van zowel nationale als internationale aard, en bestaande uit onderwijsinstellingen, onderzoeksorganisaties, bedrijven en organisaties uit het werkveld en overheden. Dit grote netwerk levert het lectoraat mooie opdrachten op, veelal vanuit overheden, waarbij het erop lijkt dat opdrachtgevers bewust kiezen voor dit lectoraat vanwege de onconventionele en vernieuwende procesbenadering. Vooralsnog worden deze netwerken echter met name op individueel niveau opgebouwd en onderhouden door de lector. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

10 Aanbevelingen Opdracht aan de organisatie is ervoor te zorgen dat het opgebouwde netwerk, dat nu vooral steunt op de persoon van de lector, eigendom wordt van het gehele lectoraat en de betrokken opleidingen. Door de te verwachten verschuiving van de regie van complexe gebiedsinrichtingsvraagstukken van het publieke naar het private domein, adviseert de commissie om het eigen netwerk in het private domein uit te breiden. Door de te verwachten verschuiving van Europese naar landelijke en zelfs regionale projectaansturing is het goed ook hier scherp te zijn op mogelijkheden om het netwerk op regionaal niveau uit te breiden. Resultaten, producten van onderzoek en impact Het lectoraat heeft de afgelopen jaren een veelheid aan publicaties, presentaties, workshops en andere producten afgeleverd, waarvoor opdrachtgevers en het kennisdomein grote waardering uiten. De wijze waarop de projectresultaten worden gepresenteerd, is creatief en oogst veel lof. Met name de impact op het niveau van de afzonderlijke projecten is groot en goed. Toch, zo is de commissie van mening, is het aantal publicaties dat voor het hele werkveld van waarde is nog te summier. Een aantal publicaties heeft een te beperkt bereik en bovendien is er nog weinig ondernomen om de vele publicaties op metaniveau bijeen te brengen. Zodoende wordt er onvoldoende kennis gestapeld die in afzonderlijke projecten wordt opgedaan. Stapelen kan leiden tot kennis met een bredere geldigheid dan een individueel project en dit kan grote meerwaarde hebben voor het werkveld. Op deze wijze kan de impact naar het werkveld, het onderwijs en het kennisdomein als zodanig worden vergroot. Studenten die meedoen aan lectoraatprojecten en workshops, zijn daar heel enthousiast over en ervaren dit als hoogtepunten uit hun schoolcarrière. Ditzelfde geldt voor docenten. De impact op het onderwijs in bredere zin is echter nog te weinig zichtbaar. Aanbevelingen De commissie adviseert het lectoraat om de individuele en op metaniveau samengevatte uitkomsten van onderzoek niet alleen te presenteren aan de opdrachtgever(s), maar deze ook te delen met de bredere kennisgemeenschap met niet in de laatste plaats het onderwijs. De commissie raadt het lectoraat aan om in samenspraak met de opleiding(en), de opgedane kennis meer structureel te verwerken in het curriculum, waarbij de lector een rol speelt in de programmering van het onderwijs. De commissie adviseert het lectoraat om opgedane kennis te gebruiken in volgende onderzoeksprojecten. Deze werkwijze van het stapelen van kennis kan leiden tot kennis met een bredere geldigheid dan een individueel project en dit kan grote meerwaarde hebben voor de beroepspraktijk. Kwaliteitszorg Het proces van kwaliteitszorg bekijkend vanuit de PDCA-cyclus, stelt de commissie vast dat missie en streefbeeld (P) aanwezig zijn. Door de eerder geadviseerde aanscherping van de missie en het streefbeeld, krijgt de uitvoering hiervan (D) ook een scherpere focus. Op basis van de zelfevaluatie van het lectoraat en de gevoerde gesprekken met verschillende partijen, heeft de commissie het beeld dat systematisch evalueren (C) en op basis daarvan het doorvoeren van verbeteringen (A) nog in de kinderschoenen staat. De gesprekken met stakeholders ten behoeve van de zelfevaluatie lijken de eerste stappen op dit gebied. Aanbevelingen De commissie wil het lectoraat adviseren om na afronding van een project op een meer systematische wijze projectevaluaties uit te voeren, bij voorkeur in aanwezigheid van eventuele opdrachtgevers. De commissie raadt aan het Onderzoeksbeleid Hogeschool Van Hall Larenstein door te vertalen naar het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden en zo de systematische kwaliteitszorg van Hogeschool Van Hall Larenstein stevig in te bedden in de organisatie. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

11 1. OPDRACHT EN WERKWIJZE 1.1. Het lectoraat Het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden, hierna ook te noemen het lectoraat GLS, van Hogeschool Van Hall Larenstein is in 2007 ontstaan vanuit de doorontwikkeling van het lectoraat Stedelijke Beplanting, dat sinds 2003 bestond. Het lectoraat staat, eveneens sinds 2007, onder leiding van lector Wim Timmermans. Het lectoraat GLS bedient drie opleidingen, namelijk de opleidingen Tuin- en Landschapsinrichting, Bos- en Natuurbeheer en Land- en Watermanagement Context van de visitatie De invoering van het landelijke kwaliteitszorgstelsel voor onderzoek in het hbo is in indirecte zin het kader waarbinnen deze evaluatie heeft plaatsgevonden. Een hogeschool wordt geacht het functioneren van de lectoraten extern te laten evalueren en dit systematisch aan te pakken. Over de systematiek en de uitvoering zal zij dan aan de VKO (Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek) verantwoording afleggen. De onderhavige evaluatie maakt hiervan deel uit. Het directe kader waarbinnen de evaluatie is uitgevoerd is het beoordelingskader dat door het lectoraat zelf is opgesteld. Deze evaluatie is aan de hand van dit beoordelingskader uitgevoerd. Het College van Bestuur van Hogeschool Van Hall Larenstein is de directe opdrachtgever van deze evaluatie Opdracht en samenstelling van de commissie Hogeschool Van Hall Larenstein heeft Hobéon gevraagd de evaluatie van het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden door een commissie te laten uitvoeren. Het is de eerste beoordeling van een lectoraat voorafgaand aan het bezoek van de VKO in het voorjaar van Het lectoraat GLS heeft de werkveld- en vakdeskundigen uit dit panel zelf aangedragen, waardoor de commissie bestaat uit: ir. A.T. (Fred) de Bruijn, partner en senior adviseur Hobéon voorzitter dr. ir. T. (Terry) van Dijk, associate professor Universiteit Groningen deskundige dr. D.G. (Daan) Andriessen, leidinggevende lectoraat en kenniskring Intellectual Capital Hogeschool Inholland deskundige ing. A.M. (André) Perik, manager directie Regio en Ruimtelijk Economie bij het Ministerie van Economische Zaken deskundige F.M. (Foka) Brouwer, senior adviseur Hobéon secretaris I.A.M. (Inge) van der Hoorn MSc, adviseur Hobéon - secretaris Een uitgebreidere beschrijving van functies en kennisgebieden van de commissieleden vindt u in Bijlage 1. De verdeling van de vereiste deskundigheidsgebieden over de commissie is in de volgende tabel zichtbaar. Panelleden Domein (inhoud en werkveld) Onderzoek Onderwijs Kwaliteitsmanagement Fred de Bruijn X X x Terry van Dijk X X X Daan Andriessen X X x André Perik X X Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

12 1.4. Beoordelingskader Als uitgangspunt voor de beoordeling zijn de vijf evaluatievragen uit het Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) gehanteerd. Het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden heeft aan de hand van deze vijf vragen een eigen beoordelingskader opgesteld, aan de hand waarvan de commissie het lectoraat beoordeelt. Het beoordelingskader is vastgesteld door de directie en bestaat uit de volgende onderwerpen: 1. Missie 2. Het onderzoeksprofiel, programmering en werkwijze 3. De onderzoeksbenadering 4. Inbedding en positionering binnen de hogeschool 5. Omvang van het lectoraat 6. Kwaliteit van de onderzoekers 7. Samenwerkingsverbanden 8. Resultaten, producten van onderzoek en impact 9. Kwaliteitszorg van het lectoraat 1.5. Werkwijze Het lectoraat heeft een rapportage zelfevaluatie aangeleverd met onderliggende documentatie. De commissieleden hebben op basis van deze documenten een voorlopige analyse op de 9 hoofdthema s uitgevoerd, resulterend in aandachtspunten voor de visitatie. De analyse en aandachtspunten vormden de leidraad voor de gesprekken tijdens de visitatie, die op 28 november 2012 heeft plaatsgevonden. De gesprekspartners zijn aangedragen door het lectoraat. De commissie is hiermee akkoord gegaan. Er zijn gesprekken gevoerd met de directie, het opleidingsmanagement, de lector, docenten, studenten en partners uit het werkveld. Het programma van de visitatie met daarin de namen en functies van de gesprekspartners is opgenomen als Bijlage 2. Het conceptrapport is op 4 januari 2013 aan het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden van Hogeschool Van Hall Larenstein aangeboden voor hoor- en wederhoor. De voorzitter van de evaluatiecommissie heeft het definitieve rapport op 5 februari 2013 vastgesteld en aan het College van Bestuur van Hogeschool Van Hall Larenstein aangeboden. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

13 2. MISSIE Het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden heeft, bij de oprichting in november 2007, zijn missie geformuleerd. Nadrukkelijk richt het lectoraat zich op de maatschappelijke kant van groen in het stedelijk gebied, waarbij onder stedelijk gebied, zo geeft de lector aan, ook dorpen worden verstaan. De opgestelde missie bestaat uit vier gedeelten: Uitvoeren van toegepast onderzoek samen met het onderwijs; Ondersteunen van het onderwijs bij inbedden van opgedane kennis in het curriculum; Fungeren als kennismakelaar voor verbinding tussen nationaal en internationaal onderwijs, onderzoek en praktijk; Samen met onderwijs zinvolle bijdragen leveren aan maatschappelijk debat. Op basis van de documentenanalyse en tijdens de gesprekken die de commissie met het lectoraat en met de verschillende stakeholders voerde, constateerde zij een zekere ambivalentie in de door het lectoraat geformuleerde missie en de uitvoering en doorwerking daarvan in de praktijk. Dit ambivalente beeld moet, zo oordeelt de commissie, worden omgezet in een eenduidig beeld. Richt het onderzoek zich op nieuwe oplossingen voor gebiedsinrichtingsvraagstukken en opereert het daarmee op inhoudelijk niveau? Of is het doel van het lectoraat om verschillende partijen bij elkaar te brengen en innovatieve methoden te ontwikkelen en te onderzoeken waarmee men tot nieuwe oplossingen kan komen? In het laatste geval richt het onderzoek zich vooral op het proces. Het resultaat is niet zozeer meer kennis over gebiedsinrichtingsvraagstukken, maar over de weg ernaartoe. Ook is een combinatie van beide benaderingen denkbaar. In dat geval is de vraag waar het zwaartepunt ligt. De commissie stelt vast dat de uitingen van het lectoraat vooral de inhoudelijke thematieken belichten, waarbij de procesbenadering wel wordt benoemd, maar in die uitingen vooral als nevenopbrengst lijkt te worden beschouwd, ook door medewerkers van het lectoraat. Tijdens de gesprekken blijkt daarentegen dat het lectoraat intern en extern vooral gewaardeerd wordt om haar procesbenadering: het introduceren van een nieuwe manier van denken over en werken aan gebiedsinrichtingsvraagstukken. Ook de commissie is van oordeel dat hierin de kracht van het lectoraat ligt. De commissie raadt het lectoraat aan, in overleg met het opleidingsmanagement, een keuze te maken tussen inhouds- of procesgericht onderzoek, waardoor het zowel intern als extern een duidelijker beeld van zichzelf kan neerzetten. Een combinatie van beide is eveneens mogelijk, waarbij echter wel duidelijk moet zijn waar het zwaartepunt ligt. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

14 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

15 3. HET ONDERZOEKSPROFIEL, PROGRAMMERING EN WERKWIJZE 3.1. Onderzoeksprogramma De onderzoeken die het lectoraat GLS uitvoert en het onderwijs dat het lectoraat verzorgt, zijn gericht op de hieronder vermelde thema s. Klimaatadaptatie Participatie, communicatie rondom groen in de stad Maatschappelijke betekenis van groen in het stedelijk gebied Bevolkingskrimp, als opgave voor nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen Ontwerp van groene leefomgeving, werkateliers, charrettes Europese kennisontwikkeling De breedte van deze thema s, die de eerder genoemde ambivalentie in inhoud en proces nogmaals weerspiegelen, biedt het lectoraat de mogelijkheid om een veelheid aan onderzoeksprojecten op te pakken, hetgeen ook gebeurt. Bovendien, zo staat in de zelfevaluatie en bleek uit de gesprekken, kunnen thema s verdwijnen en nieuwe thema s worden toegevoegd indien ontwikkelingen binnen het werkgebied van het lectoraat hiertoe aanleiding geven. Ondanks de ordening van de vele projecten onder een aantal overkoepelende thema s heeft de commissie niet een sterke inhoudelijke samenhang tussen de projecten kunnen constateren. De procesbenadering lijkt vooral de gemeenschappelijke factor te zijn, maar dit wordt niet expliciet verwoord en geprofileerd. Het is de commissie daarmee niet helder geworden op welke wijze en in welke mate van deze thema s een inhoudelijk programmerende werking uitgaat. Tijdens de gesprekken met zowel interne als externe stakeholders viel het de commissie op dat met name de procesaanpak in de ontwerpprojecten ervoor zorgt dat dit lectoraat vernieuwend en uniek is. De procesgerichte benadering, waarbij veel partijen bij elkaar worden gebracht en er experimentele onderzoeksmethoden worden ingezet, oogst bij opdrachtgevers binnen het werkveld, maar ook bij docenten en studenten en tevens bij de commissie veel waardering. Voor de buitenwereld is deze benadering het bepalende element in het onderzoeksprofiel van het lectoraat in de afweging om het lectoraat in te schakelen en niet te kiezen voor een andere kennisinstelling of een particulier adviesbureau. Bij de al genoemde aanbeveling over de keuze tussen inhoud en proces, kan dit een belangrijke overweging zijn. Binnen de bestaande portefeuille vormt, zo adviseert de commissie, inperking van het aantal onderzoeksthema s een goed startpunt om meer structuur en transparantie aan te brengen in de projecten die door het lectoraat worden opgepakt. Bovendien is het mogelijk om te werken met een centrale vraagstelling voor het gehele onderzoeksprogramma, zodat het stapelen van kennis die in de projecten wordt opgedaan, mogelijk wordt. Hierdoor zouden de projecten ook inhoudelijk duidelijker op elkaar voort kunnen bouwen. Kiest het lectoraat voor de proceskant als centraal thema, dan moet hierop ook de focus liggen in alle projecten die worden uitgevoerd. Ongeacht de invalshoek die wordt gekozen, moet deze een sterkere programmerende werking hebben om op deze wijze meer focus en massa in het onderzoek te bewerkstelligen en deze later ook gericht te kunnen evalueren op output, outcome en de doorwerking in het onderwijs Integrale benadering Het lectoraat stelt een integrale benadering van de vraagstukken voorop. Het wil niet in één discipline gevangen blijven, ook niet binnen de grenzen van één opleiding. Studenten en docenten vanuit verschillende richtingen worden in de projecten bijeengebracht en uitgedaagd om over de grenzen van het eigen vak heen te kijken. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

16 De commissie ondersteunt deze benaderingswijze ten volle. De huidige werkvormen weerspiegelen deze ambitie al enigermate, bijvoorbeeld in onderwijswerkvormen met studenten van verschillende nationaliteiten. Naar haar oordeel kan de integrale werkwijze van het lectoraat en de benadering van vraagstukken overigens nog meer worden uitgebouwd. Ook andere Velpse opleidingen, opleidingen op andere vestigingen van Hogeschool Van Hall Larenstein en opleidingen en kennisgebieden uit heel andere sectoren en van andere hogescholen kunnen op belangrijke aspecten een onmisbare bijdrage leveren. Als voorbeeld noemen we het onderzoek naar de oplossingen voor het stijgende water voor inwoners van verschillende steden in de wereld, veroorzaakt door de klimaatverandering. In de behandeling van dat vraagstuk is het belangrijk om niet alleen vanuit planologisch perspectief te kijken, maar ook aandacht te besteden aan bijvoorbeeld economische, vastgoed gerelateerde, sociaal-culturele en juridische aspecten. De commissie wil het lectoraat van harte aanbevelen om in toekomstige projecten nog verder over de grenzen van het eigen vakgebied heen te kijken en vaker andere lectoraten en studenten/docenten van andere (internationale) opleidingen bij een project te betrekken. Zij kunnen vanuit een andere invalshoek een nuttige bijdrage leveren aan de toepasbaarheid van de voorgestelde oplossingen en ook de betrokken studenten en docenten een belangrijke leerervaring bieden. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

17 4. DE ONDERZOEKSBENADERING Bij de uitvoering van onderzoeksprojecten maakt het lectoraat gebruik van onder andere case studies, open interviews, desk research, ateliers en evocative events. Met name de wijze waarop meerdere partijen met elk een eigen opvatting over de waarde van hun groene leefomgeving worden samengebracht om samen te komen tot een plan voor de verdere ontwikkeling van die omgeving is kenmerkend voor het lectoraat en onderscheidend ten opzichte van vele andere kennisinstellingen. Dit kenmerk manifesteert zich onder meer in de manier waarop studenten het gesprek aangaan met de mensen uit een bepaald onderzoeksgebied om van hen te horen hoe zij over de inrichting van hun woon- en leefomgeving denken. In het project Jonge Friezen Foarút zijn de studenten bijvoorbeeld naar jongerenketen geweest om daar met jongeren in gesprek te gaan over de toekomst van Friesland. De wijze waarop bewoners en andere belanghebbenden betrokken worden bij het ontwerpproces is hét sterke punt van het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden, vindt de commissie, gezien de reacties van interne en externe betrokken bij deze aanpak. Op open en creatieve wijze gaan studenten in gesprek met omwonenden en andere belanghebbenden om van hen te horen waar behoeften en mogelijkheden liggen. Het is de kracht van het lectoraat om mensen bij elkaar te brengen en hen in gesprek te laten gaan over hoe het gebied er uit moet komen te zien. Het succes van het lectoraat is in dit opzicht mede het gevolg van de frisse en open blik van de studenten en de reactie van belanghebbenden op hun inbreng. Een professioneel bureau is hier in veel mindere mate toe in staat. In de projecten die het lectoraat uitvoert wordt een vooraf gedefinieerde kennisvraag systematisch beantwoord. Gaandeweg een project wordt bepaald welke onderzoeksmethode ingezet wordt. De verantwoording voor de gebruikte methode is doorgaans niet zichtbaar voor derden c.q. blijft impliciet, evenals een evaluatie van de effectiviteit van een gehanteerde methode. De commissie acht het verstandig om, zeker als je je als lectoraat zo sterk richt op het ontwerpproces, systematischer te evalueren en vast te leggen wat de goede en mindere punten waren van een bepaalde aanpak. Systematische evaluatie van de gebruikte aanpak helpt om tijdens een volgend project een afgewogen keuze te maken voor de te gebruiken onderzoeksmethode. Bovendien kan het lectoraat op deze manier nieuwe of verbeterde onderzoeksmethoden inzetten, waarvan vooraf is vastgesteld onder welke condities ze tot goede resultaten leiden. Het lectoraat stelt als uitgangspunt, dat de keuze van de onderzoeksmethode bepaald wordt door enerzijds de aard van de vraag die onderzocht wordt, anderzijds door de mate waarin de methode in praktische zin past in het curriculum. De logistiek van de onderwijsorganisatie lijkt in het laatste geval leidend voor de uiteindelijke keuze. Dit uitgangspunt bevordert beslist de mate waarin studenten betrokken kunnen worden bij de projecten, zoveel is duidelijk, maar het draagt niet bij aan een zuivere inhoudelijke afweging van de toe te passen methode, ook niet door studenten. Praktische overwegingen lijken hierbij voorop te staan. Het is een dilemma waar veel lectoraten voor staan. De commissie waardeert de flexibiliteit die het lectoraat hierin ten toon spreidt, maar beveelt aan nadrukkelijk aandacht te schenken aan de daaruit voorvloeiende risico s betreffende de zuiverheid van de methodologische afweging en de mate waarin de eigen dynamiek en logica van het onderzoek voldoende ruimte krijgt. Ook de verdere ontwikkeling van de onderzoeksaanpak en methodologie door systematische evaluatie van uitgevoerde projecten naar de inzet van methoden moet naar het oordeel van de commissie expliciet geagendeerd worden. Zij beveelt aan om de methodologie van de onderzoeksprojecten verder te ontwikkelen, te verantwoorden en te evalueren. Het aldus doorontwikkelen van methoden hoeft niet te leiden tot academisering van de aanpak, integendeel; indien goed ingezet zou dit de huidige waardering voor de praktische gerichtheid en aanpak van onderzoeksprojecten juist kunnen versterken door de inzet van de beste methode. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

18 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

19 5. INBEDDING EN POSITIONERING BINNEN DE HOGESCHOOL 5.1. De organisatie Binnen Hogeschool Van Hall Larenstein bestaan 14 lectoraten en twee erelectoraten. Elke lector geeft op eigen wijze invulling aan zijn of haar lectoraat. De lectoraten zijn niet gebundeld in kenniscentra. De lectoren komen driemaal per jaar bijeen om met elkaar lectoraat overstijgende onderwerpen te bespreken. Een lectoraat is gekoppeld aan een opleiding, die als trekker optreedt. De opleidingsdirecteur van deze opleiding is de functioneel leidinggevende van de lector. Het College van Bestuur van Hogeschool Van Hall Larenstein is de hiërarchisch leidinggevende. Naast de opleiding die als trekker fungeert, kan een lectoraat verbonden zijn aan meerdere opleidingen. Het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden is verbonden aan de opleidingen Tuin- en Landschapsinrichting, Bos- en Natuurbeheer, en Land- en Watermanagement. De opleidingsdirecteur van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting is voor dit lectoraat het eerste en op dit moment belangrijkste aanspreekpunt. De commissie constateert dat het lectoraat op dit moment vooral verbonden is aan de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting en in mindere mate aan de andere twee opleidingen. Over de sterke betrokkenheid bij de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting is de commissie overigens positief, want hiermee wordt een randvoorwaarde vervuld voor het realiseren van een goede impact op het onderwijs binnen die opleiding. De commissie moedigt het lectoraat en de opleidingsdirecteuren van andere opleidingen aan de onderlinge verbondenheid eveneens te vergroten, zodat ook daar de randvoorwaarden voor structurele doorwerking tussen onderwijs en onderzoek worden verbeterd. Dit betreft in het bijzonder de opleidingen Bos- en Natuurbeheer en Land- en Watermanagement, maar zou niet tot deze twee beperkt moeten blijven, gezien de integrale benadering die het lectoraat voorstaat Het onderwijs Het lectoraat verbindt de buitenwereld - opdrachtgevers en organisaties uit het werkveld - met het onderwijs middels opdrachten uit de praktijk. De commissie herkent hierin de rol van het lectoraat als kennismakelaar, de dominante rol die het ook voor zichzelf heeft gekozen. De rol van het lectoraat gaat echter verder. Het zal ook systematisch moeten werken aan kennisontwikkeling, op de inhoudelijke thema s of op de procesbenadering. Die rol wordt al wel onderkend door het lectoraat en opgepakt, maar wordt nog niet ten volle uitgevoerd. De commissie moedigt het lectoraat én het opleidingsmanagement aan deze rol als kennisontwikkelaar systematisch en in samenwerking op te pakken en daarmee alle opleidingen te laten bijdragen aan en profiteren van de ontwikkeling van kennis. Het lectoraat levert nu al mooie, inspirerende bijdragen aan het onderwijs, zoals aan de major Management Buitenruimte. Betrokken docenten geven over dit onderdeel van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting aan dat onder invloed van het lectoraat de optiek van de major aanzienlijk is verbreed en verrijkt. Niettemin wil de commissie het lectoraat adviseren om het rendement van de activiteiten van het lectoraat verder te vergroten door een stevigere verankering in de onderwijsprogramma s. De inbreng en doorwerking verschuiven dan van louter activiteitenniveau (deelname van studenten/docenten aan bijvoorbeeld een workshop) naar programmatisch niveau (verankering in de doelen van opleidingen, van afzonderlijke onderdelen en van de onderzoeksleerlijn). Om de doorwerking van het lectoraat in het onderwijs te vergroten, zal het opleidingsmanagement in samenspraak met het lectoraat allereerst moeten bepalen wat de inhoud en vooral de invalshoek van de bijdrage van het lectoraat moet zijn. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

20 Gaat het om actuele inhoudelijke thema s? Om de procesbenadering? Of toch om beide? Om de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden? Een duidelijke taak voor het opleidingsmanagement, die nu met kracht moet worden opgepakt, te meer nu de hogeschool op korte termijn haar onderzoeksbeleid voor de komende jaren zal vastleggen. Ligt aldus de beoogde inbreng van het lectoraat vast dan kan daarop tevens gestuurd en geëvalueerd worden. Het lectoraat is vooral gericht op (en zeer productief in) het ontwikkelen van nieuwe inhouden en procesbenaderingen en op het daarvoor bij elkaar brengen van verschillende partijen. De commissie acht het nu noodzakelijk om de inzichten en informatie die dit oplevert te consolideren in het onderwijs; in de doelen en in de concrete programmaonderdelen. De commissie geeft de hogeschool in overweging om hiertoe een inhoudelijke verbindingsofficier aan te stellen tussen onderzoek en onderwijs Studenten en docenten De lector stelt zijn netwerk open voor het binnen halen van projecten en opdrachten vanuit het werkveld. Via de regeling Kennisverspreiding en Innovatie Groen Onderwijs (KIGO) voert het lectoraat GLS verschillende projecten uit die gericht zijn op onderwijsvernieuwing. Bovendien draait het lectoraat ook mee in verscheidene internationale onderzoeksprojecten. Een aantal projecten maakt deel uit van het reguliere onderwijs, waarbij studenten, begeleid door docenten, een onderzoek of andersoortige opdracht uitvoeren. Ondanks dat studenten op enig moment in hun studie kennis kunnen maken met lectoraatsprojecten, zijn niet alle studenten van de drie opleidingen bekend met het bestaan van het lectoraat. Zelfs studenten die in het onderwijs opdrachten uitvoeren voor het lectoraat, weten soms niet dat het gaat om een onderzoeksproject van het lectoraat. Zij ervaren het zelfs niet als onderzoek. De commissie wil hieraan niet de conclusie verbinden dat de lector of het lectoraat als zodanig zichtbaarder moeten zijn. Wél is het zaak dat het expertisegebied van het lectoraat (inhoudelijk/procesmatig) in gepaste omvang aanwezig en zichtbaar is in het onderwijs, voor alle studenten en docenten. Op dat punt valt naar het oordeel van de commissie nog veel te winnen, overigens in verschillende mate per betrokken opleiding. Gezien de bijzonder hoge waardering van deelnemende studenten voor interessante buitenlandse workshops, zoals die naar Strofylia in Griekenland, was de commissie te meer verbaasd over het feit dat maar weinig studenten zich hiervoor aanmelden. De oorzaak van de geringe deelname blijkt te liggen in onwetendheid onder studenten over het bestaan ervan en in het feit dat zij geen tijd vrij geroosterd krijgen om deel te nemen aan dergelijke projecten. Zij moeten er zelf voor zorgen, zo vertellen de studenten de commissie, dat zij gemiste lessen en toetsen inhalen. Dit maakt dat veel studenten besluiten niet mee te doen. De commissie vindt het jammer dat maar weinig studenten deelnamen aan dergelijke leerzame lectoraatsactiviteiten en wil dit nadrukkelijk onder de aandacht brengen bij het management van de drie opleidingen. Volgens de commissie moet de redenatie zijn dat áls een opleiding van oordeel is dat de betreffende lectoraatsactiviteiten een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de onderwijsdoelen, deze onderdeel moeten zijn van het reguliere programma. Studenten moeten in dat geval binnen het curriculum in de gelegenheid worden gesteld te participeren in deze lectoraatsactiviteiten, zonder een achterstand op te lopen. Dezelfde beperkende omstandigheden doen zich voor onder docenten. Ook zij ondervinden een gebrek aan ruimte binnen hun reguliere onderwijstaak om een rol op te pakken binnen het lectoraat. Dit komt onder meer voort uit de onduidelijke financiering van onderzoekprojecten in relatie tot hun onderwijstaak. Bewust kiest de lector er nu voor om zelf enthousiaste en proactieve docenten te benaderen, in samenspraak met de opleidingsdirecteuren van de opleidingen Tuin- en Landschapsinrichting, Bos- en Natuurbeheer en Land- en Watermanagement. Hierdoor, zo constateert de commissie, bestaat de kenniskring rond het lectoraat uit docenten die vrijwel uitsluitend vanuit intrinsieke motivatie deelnemen aan lectoraatsprojecten. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

21 De commissie realiseert zich dat intrinsieke motivatie een belangrijke voorwaarde is voor een enthousiaste houding en goede prestaties, maar beveelt niettemin aan om bovengenoemde onduidelijkheden zoveel mogelijk weg te nemen teneinde de inzet van docenten in onderzoek te kunnen vergroten en intensiveren. In het licht van bovengenoemde beperkende omstandigheden begrijpt de commissie de keuze van de lector om docenten persoonlijk te benaderen om een bijdrage te leveren aan het lectoraat. Echter, om het lectoraat van grotere en substantiële waarde te laten zijn voor het onderwijs, de kennisontwikkeling en de kwaliteit van onderzoek(svaardigheden) binnen Hogeschool Van Hall Larenstein is het naar de mening van de commissie noodzakelijk meer docenten bij het lectoraat te betrekken. De commissie wil het management dan ook aanbevelen om, in het verlengde van het algemene onderzoeksbeleid van Hogeschool Van Hall Larenstein te bevorderen dat deelname van docenten aan onderzoek en scholing op dit gebied een eenduidige en expliciete plaats krijgt in hun functie en formatie en om in dat kader docenten binnen hun reguliere aanstelling te stimuleren om deel te nemen aan lectoraatprojecten en hun onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

22 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

23 6. OMVANG VAN HET LECTORAAT 6.1. Inzet van personele en financiële middelen Docenten die zich aangetrokken voelen door de onderwerpen en werkwijze van het lectoraat, kunnen zich ook uit eigen beweging aansluiten bij het lectoraat GLS en deelnemen aan onderzoeksprojecten in de rol van onderzoeker, projectleider, etc. Dit biedt hen de gelegenheid zich verder te ontwikkelen in een expertisegebied en te groeien in een bepaalde, voor hen nieuwe rol zoals projectleider. Uit de gesprekken maakt de commissie op dat de lector die docenten, waarvan hij weet dat zij voldoende kennis en energie in huis hebben om deel te nemen aan een project, gericht benadert. Overigens bleek tijdens de gesprekken dat ook andere docenten graag betrokken willen zijn bij het lectoraat. Het potentieel is dus wellicht groter dan het algemene beeld nu. De commissie wil de lector én het opleidingsmanagement in dit kader aanbevelen om naast de huidige bottom-up benadering van docenten, de docententeams meer als geheel te adresseren en financiële ruimte te bieden aan docenten om deel te nemen aan onderzoek en professionalisering. De commissie ziet hierin een kans om de personele omvang van het lectoraat verder uit te breiden, gecombineerd natuurlijk met de al eerder benoemde noodzaak om hierop gericht hun vaardigheden te ontwikkelen. Bovendien zou dit betekenen dat de kwalitatieve impuls van het lectoraat meer mensen kan bereiken dan nu het geval is. De lector besteedt nu relatief veel tijd aan zaken als projectleiding en -administratie. Een aanbeveling van de commissie is om deze werkzaamheden elders binnen de hogeschool te beleggen, zo nodig overkoepeld voor meerdere lectoraten. Op die manier kan de lector meer tijd besteden aan de inhoudelijke kant van de projecten. De overzichten die de commissie gezien heeft van de omvang van de personele inzet van het lectoraat waren voor haar niet voldoende helder. Gemiddelden over vijf jaar geven haar geen inzicht in de ontwikkeling van de inzet, en ook het onderscheid tussen de docenteninzet in reguliere onderwijsprojecten en participatie in onderzoeksprojecten is onvoldoende inzichtelijk om hierop conclusies en beleid te kunnen baseren. De commissie wil het lectoraat aanbevelen om in samenspraak met het opleidingsmanagement nog een slag te maken qua verslaglegging en specificering van de inzet van personele en financiële middelen, om zo meer duidelijkheid te genereren. Om dit te bewerkstellingen moedigt de commissie het opleidingsmanagement aan om docenten voldoende flexibel in te zetten, waardoor deelname aan projecten van het lectoraat in eerste instantie inhoudelijk wordt afgewogen en er gezocht wordt naar (jaarlijks te programmeren) budgettaire ruimte die deelname aan het lectoraat daadwerkelijk mogelijk maakt. Het lectoraat is actief en productief in het binnen halen van gelden voor onderzoek. Over een periode van acht jaar ( ) heeft het lectoraat ,- subsidie ontvangen van de overheid. Hiernaast heeft het lectoraat vanaf 2007 voor ,- aan projectfinanciering binnengehaald. Ook met betrekking tot deze financiële middelen raadt de commissie aan om meer transparantie in herkomst en bestemming van middelen voor onderwijs of onderzoek te bewerkstelligen. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

24 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

25 7. KWALITEIT VAN DE ONDERZOEKERS We hebben een enthousiaste groep docenten en een inspirerende lector ontmoet, die producten van goede kwaliteit leveren. De lector is bezig met zijn promotieonderzoek dat hij uitvoert aan de Universiteit van Santiago de Compostella en in het eerste kwartaal van komend jaar zal afronden. Van de zestien docenten die betrokken zijn bij het lectoraat hebben er vijf een hbo-opleiding gevolgd, tien docenten hebben een masteropleiding afgerond en één is docent gepromoveerd. Eén van de docenten is onlangs, geïnspireerd door zijn werkzaamheden voor het lectoraat, begonnen met een master Leren en Innoveren. Het komt de commissie voor dat de docenten die betrokken zijn bij het lectoraat meer optreden als projectleider dan als onderzoeker. De inzet van docenten als projectleider is wenselijk voor een goede uitvoering en coördinatie van projecten, zo oordeelt de commissie. Voor de invulling en kwaliteitsborging van de onderzoekscomponent in projecten, wordt nu af en toe gebruik gemaakt van de inhuur van externe onderzoekers. Het zou voor het lectoraat en voor de aan het lectoraat verbonden opleidingen goed zijn als meer eigen docenten zich ontwikkelen richting onderzoeker. De commissie zou het opleidingsmanagement dan ook willen adviseren om meer docenten op te leiden tot onderzoeker, zodat de kennisopbouw binnen de eigen organisatie blijft. De lector kan hieraan een belangrijke inhoudelijke bijdrage leveren. Beleid of richtlijnen voor de ontwikkeling van docenten tot docent-onderzoekers, staan nog in de kinderschoenen. De commissie adviseert het opleidingsmanagement om in samenspraak met het lectoraat concreet in te vullen welke rol het lectoraat zou moeten spelen in de professionalisering van docenten, zowel qua invalshoek (de inhoudelijke thema s, of de procesbenadering) als qua vorm en omvang. Zoals eerder aangegeven speelt het vrij roosteren van docenten voor lectoraatswerkzaamheden hierin een belangrijke rol, als praktische voorwaarde voor het kunnen betrekken van een grotere groep docenten bij de lectoraatsprojecten. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

26 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

27 8. SAMENWERKINGSVERBANDEN 8.1. Huidige samenwerkingspartners Er is sprake van een uitgebreid netwerk van samenwerkingspartners rond het lectoraat. Vooralsnog worden deze netwerken met name op individueel niveau opgebouwd en onderhouden. De lector heeft binnen het onderzoeksterrein, mede vanuit vorige functies, een omvangrijk netwerk opgebouwd van relevante partners. Daarnaast wordt hij ook gevonden door relevante partners; hier doet het lectoraat zijn voordeel mee. Het lectoraat GLS onderhoudt samenwerkingsverbanden met zowel binnenlandse als buitenlandse onderwijsinstellingen. Zo werkt men in onderzoeksprojecten samen met onder meer de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Wageningen Universiteit, Alterra, de Technische Universiteit van Varna (Bulgarije) en de Universiteit van Santiago de Compostella (Spanje). De samenwerkingsverbanden leveren voor alle partijen meerwaarde op. Voor studenten levert het een geweldige en onvergetelijke leerervaring op om in het buitenland en met buitenlandse collegastudenten een project uit te voeren. Ook al gaat de communicatie niet altijd vlekkeloos en heeft dit gevolgen voor de kwaliteit van het eindproduct, de student krijgt de kans zichzelf te ontwikkelen in zowel professioneel als persoonlijk opzicht. Bovendien ligt hier de start van het oprichten van een eigen professioneel netwerk. Het leerzame en leuke karakter van de buitenlandse activiteiten wordt bevestigd door het feit dat studenten die hebben deelgenomen aan één van deze projecten, zich vaak nogmaals aanmelden bij een volgend buitenlands project van het lectoraat. Hetzelfde type leerervaringen van studenten én docenten is overigens ook van toepassing op de binnenlandse activiteiten en de daarmee verbonden netwerken, zoals in Friesland en de Achterhoek. Het grote netwerk levert het lectoraat mooie opdrachten op. Het lijkt erop dat opdrachtgevers veelal zeer bewust kiezen voor dit lectoraat van Hogeschool Van Hall Larenstein, omdat zij zeer gecharmeerd zijn door de (onconventionele) vernieuwende procesbenadering van de lector. Dit is een compliment voor de lector, maar tegelijk een aandachtspunt voor de organisatie. De commissie beveelt de organisatie aan om ervoor te zorgen dat deze onderscheidende expertise en het hieraan verbonden vermogen van de lector om netwerken te ontwikkelen en te onderhouden, het eigendom wordt van het gehele lectoraat en de betrokken opleidingen, zeker wanneer het lectoraat zou besluiten de procesbenadering als centraal thema te kiezen voor de komende jaren Partners van de toekomst Het lectoraat werkt vooral samen met Nederlandse en buitenlandse steden en overheden. Het lectoraat werkt veel in meerjarige Europese trajecten, zoals F:ACTS!, FutureCities en LICI en grote Nederlandse projecten, zoals Jonge Friezen Foarút. De leden van de commissie voorzien een verschuiving van Europese overheidsfinanciering van projecten naar financiering door landelijke en zelfs regionale overheden. Financiering van onderzoeksprojecten zal steeds meer plaats gaan vinden op decentraal niveau. Het lectoraat doet er verstandig aan zijn netwerk op dit niveau uit te breiden, zodat Hogeschool Van Hall Larenstein ook in de toekomst in beeld blijft bij (nieuwe) opdrachtgevers. Door de bezuinigingen die de overheid doorvoert, zal het opdrachtgeverschap voor complexe gebiedsinrichtingsvraagstukken steeds vaker mede komen vanuit de private sector. Ook gezien deze ontwikkeling adviseert de commissie het lectoraat zijn netwerk uit te bouwen met commerciële partijen zoals projectontwikkelaars, banken en bedrijven. In relatie hiermee is de commissie verder van mening dat het lectoraat er goed aan doet om vaker de samenwerking met lectoraten buiten het groene domein, en daarmee ook buiten Hogeschool Van Hall Larenstein, op te zoeken. Te denken valt aan lectoraten en andere expertisedragers op het gebied van economische vraagstukken, vastgoed, makelaardij en stedenbouwkunde. Inrichtingsvraagstukken zullen in het licht van het voorgaande immers steeds meer mede worden benaderd vanuit bedrijfseconomische waardebegrippen en -modellen, en niet alleen vanuit het groene oogpunt worden bekeken. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

28 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

29 9. RESULTATEN, PRODUCTEN VAN ONDERZOEK EN IMPACT 9.1. Resultaten op het gebied van beroepspraktijk en samenleving Het lectoraat heeft de afgelopen jaren een veelheid aan publicaties, presentaties, workshops en ander producten opgeleverd. Veel projecten worden uitgevoerd in opdracht van en/of in samenwerking met het werkveld. De opdrachtgevers en het kennisdomein uiten hun waardering voor de prestaties en resultaten die het lectoraat weet neer te zetten. Ook de grote aandacht van het lectoraat voor het, vaak op creatieve wijze, publiceren en presenteren van projectresultaten oogst veel lof onder opdrachtgevers en samenwerkingspartners. Er wordt onder andere gewerkt met discussiebijeenkomsten, panels, posterpresentaties en projectboeken. De Spaanse afvaardiging van de Universiteit van Santiago de Compostella werd bijvoorbeeld verrast door de lector toen hij een (niet-wetenschappelijk) journalist uitnodigde te schrijven over één van de onderzoeken. Op die manier, zo geven de Spaanse onderzoekers aan, maakt hij onderzoeksresultaten voor het grote publiek toegankelijk en genereert hij bovendien grote aandacht voor het onderzoek, het lectoraat en de betrokken partners. We hebben gehoord en gezien, dat veel van de producten direct voor de opdrachtgever gemaakt zijn en met de samenwerkingspartner gedeeld worden. De commissie juicht dit van harte toe. Tegelijkertijd moedigt zij het lectoraat aan om zijn resultaten ook te delen met de bredere kennisgemeenschap; extern maar ook binnen de hogeschool. Dit raakt het eerdere punt van de consolidatie en doorwerking van onderzoeksresultaten. Op dit punt zou het lectoraat in samenspraak met het opleidingsmanagement nog een slag kunnen en moeten maken. Dit reikt inhoudelijk verder dan het presenteren van afzonderlijke projectproducten. Een aantal publicaties heeft momenteel een te beperkt bereik en bovendien is er nog weinig ondernomen om de vele publicaties op metaniveau bijeen te brengen. Zodoende wordt er onvoldoende kennis gestapeld die in afzonderlijke projecten wordt opgedaan. De commissie adviseert het lectoraat om opgedane kennis te gebruiken in volgende onderzoeksprojecten. Deze werkwijze van het stapelen van kennis kan leiden tot kennis met een bredere geldigheid dan een individueel project en dit kan grote meerwaarde hebben voor de beroepspraktijk. Op deze wijze kan de impact naar het werkveld, het onderwijs en het kennisdomein als zodanig worden vergroot. In het kader van de eerdergenoemde verantwoordelijkheid op het gebied van kennisontwikkeling moet de aandacht uitgaan naar de generaliseerbaarheid van de onderzoeksresultaten. Een voorwaarde voor een bredere publicatie van resultaten is, dat boven de afzonderlijke projecten uitstijgende praktijktheorieën of onderzoeksmethoden (door)ontwikkeld worden op het gebied van complexe inrichtingsprocessen van de groene leefomgeving. In dit kader adviseert de commissie het lectoraat om de bij onderzoek gebruikte theorieën, methoden en instrumenten zorgvuldig en stelselmatig te evalueren. Dit biedt inzicht in hun toepasbaarheid en functionaliteit. Op basis van deze evaluatie en reflectie kunnen zij, indien nodig, worden doorontwikkeld zodat zij tijdens een volgend onderzoek tot nog betere resultaten leiden Resultaten op het gebied van kennisontwikkeling, onderwijs en scholing Vanuit zijn missie bedeelt het lectoraat zichzelf twee functies toe richting het onderwijs; die van kennisontwikkelaar en van kennismakelaar. Met name de rol van kennisontwikkelaar heeft voor doorwerking naar het onderwijs van Hogeschool Van Hall Larenstein de grootste impact. De rol die het lectoraat speelt in de kennisontwikkeling en doorvertaling van deze kennis naar het curriculum van de verschillende opleidingen moet nog verder worden aangescherpt. De uitgevoerde projecten leveren veel nieuwe informatie op, zowel qua inhoud als qua gehanteerde onderzoeksmethode. De inhoud is belangrijk voor het onderwijs. Het boek geschreven door een docent en oud-student van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting (TLI) en uitgevoerd onder de paraplu van het lectoraat, is hiervan een goed voorbeeld. Dit handboek wordt inmiddels ingezet in het curriculum van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

30 Opgedane kennis zou aldus stelselmatiger verwerkt moeten worden in het curriculum van de opleiding(en), waarbij de lector een rol speelt in de programmering van het onderwijs. Daaraan moet nu met kracht worden gewerkt. In deze context verwijst de commissie ook naar haar eerdere suggestie voor een verbindingsofficier. Door uitkomsten van de onderzoeken te evalueren en de nieuw opgedane kennis te destilleren en deze vast te leggen, ontstaat waardevolle nieuwe kennis voor alle studenten en docenten. De professionalisering van docenten is één van de positieve bijdragen die een lectoraat kan leveren aan het onderwijs. Zoals al eerder benoemd, stijgt ook het niveau van onderzoek in het reguliere onderwijs door docenten op te leiden tot docentonderzoekers en hen structureel te betrekken bij de uitvoering van lectoraatsprojecten. Dit heeft uiteindelijk ook zijn doorwerking op de onderzoekscomponent in afstudeerscripties; het bewijs van een student dat hij de vereiste competenties en kwaliteit bezit om zich te begeven in het werkveld. Zoals eerder gezegd staat het professionaliseringsbeleid van Hogeschool Van Hall Larenstein op het gebied van onderzoek nog in de kinderschoenen, zo oordeelt de commissie Impact en waardering Het werkveld en de samenwerkingspartners uiten hun grote waardering voor de resultaten die het lectoraat boekt. De impact op het niveau van de afzonderlijke projecten is groot en goed, zo constateert de commissie. De onorthodoxe procesbenadering, in combinatie met de inzet van studenten - studenten presentaties laten verzorgen en in discussie laten gaan met het werkveld en met opdrachtgevers - leiden tot goede en creatieve oplossingen die zonder de inzet van het lectoraat niet bereikt zouden worden. Opdrachtgevers staan open voor de aanpak van het lectoraat waarin verschillende groepen met een eigen waardering van hun groene leefomgeving worden samengebracht in één aanpak. De innovatieve en creatieve ideeën van studenten en hun laagdrempelige en onconventionele benadering en manier van communiceren zorgen voor een frisse wind en nieuwe invalshoeken. Dit wordt gewaardeerd door het kennisdomein en zorgt bovendien voor verrassende resultaten. De impact die het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden heeft op de studenten en docenten van de drie opleidingen waarvoor het lectoraat werkzaam is, is groot als zij ook daadwerkelijk participeren. Studenten die meedoen aan een lectoraatsproject, excursie of workshop, praten daar enthousiast over en betitelen het als één van de hoogtepunten uit hun schoolcarrière. Voor deelnemende docenten geldt hetzelfde. Ook zij raken gemotiveerd en enthousiast door hun werkzaamheden voor het lectoraat. De commissie waardeert de huidige impact van het lectoraat, maar ziet eveneens mogelijkheden om het rendement naar de interne en externe omgeving nog aanzienlijk te vergroten. De suggesties en aanbevelingen van de commissie in deze en in voorgaande paragraaf hebben dit als oogmerk. Het is tijd om hier een omslag te maken en door een systematische aanpak, samen met het opleidingsmanagement van de drie betrokken opleidingen in Velp en gesteund door hogeschoolbeleid in deze meer impact te genereren naar alle drie de prestatiegebieden: onderwijs, werkveld en nieuwe kennis. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

31 10. KWALITEITSZORG VAN HET LECTORAAT Over de kwaliteitszorg van het lectoraat heeft de commissie mede in het kader van de vorige hoofdstukken al een aantal bevindingen, conclusies en aanbevelingen gepresenteerd. In termen van de PDCA-cyclus stelde zij vast dat missie en streefbeeld (P) al aanwezig zijn, maar naar de toekomst toe nog scherper c.q. eenduidiger geformuleerd moeten worden (inhouds- en/of procesbenadering). Daarmee krijgt ook de uitvoering hiervan (D) een scherpere focus in de vorm van een nog meer geprofileerde onderzoeksprogrammering. Door de inzet van projectleiders wordt de voortgang en (financiële) administratie van projecten bijgehouden. Documenteren is een belangrijk onderdeel van kwaliteitszorg. Echter, systematisch evalueren (C) en aan de hand van de uitkomsten van deze evaluatie doorvoeren van verbeteringen (A), zijn ook essentiële onderdelen van kwaliteitszorg. Op basis van de zelfevaluatie en gevoerde gesprekken met het management, met docenten, studenten en onderzoekers, heeft de commissie het beeld dat deze cruciale elementen van de PDCA-cyclus bij het lectoraat GLS nog in de kinderschoenen staan. De gesprekken met stakeholders ten behoeve van de zelfevaluatie lijken de eerste stappen op dit gebied. De commissie adviseert het lectoraat om na afronding van een project op een meer systematische wijze inhoudelijke projectevaluaties uit te voeren, bij voorkeur in aanwezigheid van eventuele opdrachtgevers. Deze evaluaties leveren interessante en bruikbare informatie op over de gevolgen van genomen besluiten, gehanteerde methoden en behaalde resultaten. Deze informatie kan bij toekomstige projecten gebruikt worden om tot nog betere onderzoeksmethoden, beslissingen en resultaten te komen. Met de realisatie van het Onderzoeksbeleid Hogeschool Van Hall Larenstein wordt de kwaliteitszorg voor onderzoek hogeschool breed vastgelegd. Op het moment van de audit moest het onderzoeksbeleid nog vastgesteld worden. De commissie heeft zich daardoor nog geen oordeel kunnen vormen van de toegevoegde waarde van dit beleid voor de kwaliteitszorg op het niveau van het onderhavige lectoraat. Zij moedigt de Hogeschool aan dit beleid op korte termijn in te voeren, ter bevordering en ondersteuning van de systematische kwaliteitszorg van het lectoraat. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

32 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

33 BIJLAGE 1 SAMENSTELLING COMMISSIE ir. A.T. (Fred) de Bruijn - voorzitter Fred de Bruijn is partner van de Hobéon Groep. Met ongeveer 45 medewerkers is Hobéon een middelgroot adviesbureau, gespecialiseerd in vraagstukken in beroepsonderwijs en hoger onderwijs op het gebied van strategie en kwaliteit. Fred ontwikkelt en begeleidt vernieuwingstrajecten in mbo en hbo, zowel van individuele instellingen als van netwerken. Vertrekpunt daarbij is vrijwel altijd een betere aansluiting van het onderwijs op de wensen van onderwijsvragers en van het werkveld. Tot zijn belangrijkste activiteiten behoren: strategische profilering, marktonderzoek en portfolioontwikkeling, samenwerking onderwijs bedrijfsleven overheid, onderzoek & lectoraten, levenlang-leren en kwaliteitszorg. Fred is leadauditor bij accreditatieonderzoek van hbo-opleidingen, bij evaluaties van kenniscentra en lectoraten en bij beoordeling van EVC-centra. Fred is gecertificeerd Lead Auditor Kwaliteitsmanagement-systemen, (LRQA, Lloyd s Register Group / ISO 9001:2008). Contact: f.debruijn@hobeon.nl of (070) dr. ir. T. (Terry) van Dijk - deskundige Terry van Dijk is universitair hoofddocent op het gebied van stedenbouw en gebiedsplanning aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij doet met name, vanuit een sociale invalshoek, onderzoek naar de rol van ontwerpen en ontwerpers in de planningspraktijk. Zijn interesse gaat vooral uit naar de vraag hoe interactief ontwerpen en visionair denken een platform kunnen bieden voor meer toegewijd, informatievere en beter geïnformeerde manier van beslissingen nemen. Hij geeft college over de regionale ontwerppraktijk in Nederland, waarbij hij veel gebruik maakt van voorbeelden uit de praktijk. Als onderzoeker heeft hij deelgenomen aan verschillende internationale projecten, waarvan een aantal gefinancierd door de EU. Van Dijk studeerde in 1997 af aan de Wageningen Universiteit met als onderwerp het recreatief gebruik van oevers. Zijn promotieonderzoek aan de Technische Universiteit Delft ging over het omgaan met versnippering in Centraal Europa. Van Dijk werd benoemd tot universitair hoofddocent kort nadat hij in 2008 zijn postdoc traject (Reinventing landscape planning in Metroland) aan de Wageningen Universiteit had afgerond. dr. D.G. (Daan) Andriessen - deskundige Daan Andriessen geeft sinds 2003 leiding aan het lectoraat en de kenniskring Intellectual Capital van Hogeschool Inholland. Na zijn studie Bestuurskunde aan de Vrije Universiteit heeft Daan 12 jaar gewerkt als adviseur bij KPMG. De laatste zeven jaar heeft hij samen met prof. dr. R. Tissen leiding gegeven aan een adviesgroep op het gebied van kennismanagement. In die tijd heeft hij een aantal internationale publicaties geschreven over kennismanagement en het meten van intellectueel kapitaal. In oktober 2003 promoveerde hij aan de Universiteit Nyenrode op een proefschrift over de waarde van kennis. Binnen de kenniskring doet Daan onderzoek naar knelpunten in organisaties die leren tussen generaties belemmeren. Speciale aandacht heeft hij daarbij voor de onderstroom in organisaties, verzuring van organisaties en verwaarlozing in organisaties. Hij heeft speciale belangstelling voor het gebruik van metaforen als onderzoeksinstrument en als interventie instrument. Daan is lid van het Presidium van het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek waar hij zich bezig houdt met kwaliteit van onderzoek en onderzoeksmethodologie voor het hbo, in het bijzonder met ontwerpgericht onderzoek. Daan was voorzitter van de Commissie Gedragscode Praktijkgericht Onderzoek voor het HBO die in 2010 een gedragscode voor onderzoek ontwikkelde. contact: daan.andriessen@inholland.nl of alexandra.vanzutphen@inholland.nl Tel: ing. A.M. (André) Perik - deskundige Als manager binnen de directie Regio en Ruimtelijk Economie projectverantwoordelijk voor de toekomstige periode structuurfondsen in Nederland ( ). Hiervoor o.a. werkzaam als waarnemend directeur Regionale Zaken Oost bij Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; beleidscoördinator verstedelijking bij Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Opereert op het grensvlak van inhoud en mensmanagement. Beschikt over gedegen bestuurlijke en inhoudelijke ervaring en kwaliteiten op het vlak van ruimtelijke vraagstukken, economie en ecologie, landschap, vastgoed, verstedelijking en water. Hij heeft kennis en ervaring op het gebied van beleidsontwikkeling en -implementatie en evaluaties. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

34 F.M.(Foka) Brouwer - secretaris Foka Brouwer studeerde andragologie en geschiedenis, eerst in Groningen en vervolgens in Amsterdam. Zij werkte eerst als freelance tekstschrijver, beleidsonderzoeker en trainer. Vanaf 1991 werkte zij bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, in verschillende beleidsfuncties, voor het grootste deel als staflid voor het College van Bestuur, op de gebieden diversiteitsbeleid, kwaliteitszorg en interne dienstverlening. In 2002 trad ze als kwaliteitszorgmedewerker in dienst bij de Technische Hogeschool Rijswijk, na de fusie met de Haagse Hogeschool werd ze senioradviseur onderwijs en kwaliteit, in het bijzonder regisseur voor de interne kwaliteitszorg en de accreditatietrajecten van de opleidingen in deze hogeschool en adviseur kwaliteitszorg voor het College van Bestuur. Ook de ontwikkeling van de interne dienstverlening kwam weer terug in haar agenda. Zij was lid van de bestuurlijke werkgroep accreditatie van de HBO-Raad. Op dit moment is zij senior-adviseur bij de Hobéon Groep, met als aandachtsgebieden kwaliteitszorg & certificering en management consult. Foka is gecertificeerd Lead Auditor Kwaliteitsmanagement-systemen, (LRQA, Lloyd s Register Group / ISO 9001:2008). I.A.M. (Inge) van der Hoorn, MSc secretaris Inge van der Hoorn volgende de bacheloropleiding Vrijetijdsmanagement en studeerde vervolgens Beleid, Communicatie en Organisatie aan de Vrije Universiteit. Tijdens en na haar studie is zij werkzaam bij een gemeente op de communicatieafdeling. Naast deze betrekking is zij sinds 2011 werkzaam bij Hobéon, waar zij naast de communicatie van het bedrijf onder andere betrokken is bij de advisering van hogescholen bij de ontwikkeling van nieuwe opleidingen. Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

35 BIJLAGE 2 PROGRAMMA VISITATIE De site visite voor de beoordeling van het lectoraat Groene Leefomgeving van Steden op woensdag 28 november Het programma van deze dag is hieronder weergegeven. Tijd Gesprekspartners Onderwerpen Ontvangst commissie Intern voorgesprek commissie Gesprek met management Wendela Schlebaum Hoofd stafbureau Directie Gerrit Jeuring Onderwijsdirecteur Gesprek met onderzoekers Wim Timmermans Lector Frans van den Goorbergh hoofddocent, kernlid kenniskring Jimmy Slijkhuis projectmanagers, kernlid kenniskring Daan van der Linde projectleider, docent BNB, kernlid Kenniskring Missie, visie, strategie Inbedding en positionering binnen instelling Kwaliteitszorg van het lectoraat Omvang van het lectoraat Missie, visie, strategie Onderzoeksprofiel, programmering en werkwijze Inbedding en positionering binnen instelling Omvang van het lectoraat Kwaliteitszorg van het lectoraat Gesprek met docenten Hans Jacobse docent Hans van den Dool hoofddocent Gesprek met representanten kennisdomein Prof. Rafael Crecente professor Francesco Onega Lopez universitair docent/onderzoeker (Universidad de Santiago de Compostela) Onderzoeksprofiel, programmering en werkwijze Inbedding en positionering binnen instelling Omvang van het lectoraat Samenwerkingsverbanden en relaties Lunch en intern beraad commissie Presentatie van twee exemplarisch projecten Masterclass door Rob Roggema - docent BNB Student stagiair Heidemij, Visiting Fellow at the Victorian Centre for Climate Change Adaptation Research, Melbourne Gesprek met studenten Roeland Meek Alumnus T&L Rik Schrijver Student T&L Robert Jan Ruifrok Student T&L, Management Buitenruimte Onderzoeksprofiel, programmering en werkwijze Inbedding en positionering binnen instelling De onderzoeksbenadering Samenwerkingsverbanden en relaties

36 Tijd Gesprekspartners Onderwerpen Gesprek met werkveld / beroepspraktijk Khoji Wesselius JFF, senior adviseur plattelandsontwikkeling provincie Friesland Arno Goossesn Amersfoort, projectleider gemeente Amersfoort De onderzoeksbenadering Samenwerkingsverbanden en relaties Resultaten, producten van onderzoek en impact Gesprek met kennisdomein Vincent Kuijpers Alterra, kennismakelaar De onderzoeksbenadering Samenwerkingsverbanden en relaties Resultaten, producten van onderzoek en impact Voorbereiding terugkoppeling Allen uitgenodigd Openbare terugkoppeling voorlopige bevindingen en aanbevelingen

37 BIJLAGE 3 ONAFHANKELIJKSHEIDSVERKLARINGEN Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

38 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

39 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

40 Hobéon Management Consult Onderzoeksevaluatie Groene Leefomgeving van Steden Hogeschool Van Hall Larenstein 5 februari

Evaluatierapport Lectoraat Welzijn van Dieren. Hogeschool Van Hall Larenstein

Evaluatierapport Lectoraat Welzijn van Dieren. Hogeschool Van Hall Larenstein Evaluatierapport Lectoraat Welzijn van Dieren Hogeschool Van Hall Larenstein Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Evaluatierapport Lectoraat

Nadere informatie

Kwaliteitszorg onderzoek

Kwaliteitszorg onderzoek Kwaliteitszorg onderzoek met de methode sci_quest/eric 1 Opzet workshop Ervaringen Hogeschool Utrecht met validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek (vko) Uitgangspunten methodiek sci_quest/eric Vragen

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager HBO-Rechten 10 mei 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland Profiel Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland 9 november 2016 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN

BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN BESTURINGSFILOSOFIE GEMEENTE GOOISE MEREN Projectleider Afdeling Iris van Gils Kerngroep Visie/Missie Datum 28 november 2014 Planstatus Vastgesteld in de Fusieraad 24 november 2014 Opdrachtgever Stuurgroep

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering)

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) 2009 2015 (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Voorwoord 1. Omschrijving praktijkgericht onderzoek 2. Doelstelling en uitgangspunten 3. Gezamenlijk

Nadere informatie

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care

Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie. Lectoraat Technology, Health & Care Reflectie Evaluatierapport tussenevaluatie Lectoraat Technology, Health & Care Colofon Datum 8 juni 2018 Referentie Versie Afdeling Academie Mens & Maatschappij Auteur Janet van der Veen - Drijver Saxion.

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

ONDERZOEKSOPZET 1000-BANENPLAN REKENKAMER LEEUWARDEN DECEMBER 2016

ONDERZOEKSOPZET 1000-BANENPLAN REKENKAMER LEEUWARDEN DECEMBER 2016 ONDERZOEKSOPZET 1000-BANENPLAN REKENKAMER LEEUWARDEN DECEMBER 2016 Inleiding In maart 2016 wordt in het document 'Midterm Review Collegeprogramma Iedereen is Leeuwarden 2014-2018' een tussentijdse stand

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE ONDERZOEK: JAARVERSLAG 2015 CREATE-IT/FDMCI April 2016 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Onderzoeksinput... 5 2. Producten van onderzoek...

Nadere informatie

Rapport van de Evaluatie van het Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen

Rapport van de Evaluatie van het Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen Rapport van de Evaluatie van het Kenniscentrum NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Rapport van

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 8 Datum: 21 oktober 2011 Contactpersoon:GJAM Krijnen Telefoon: 2404505 E-mail: g.krijnen@vru.nl Portefeuillehouder: De heer Bolsius Onderwerp:

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) is een periodieke, externe en onafhankelijke beoordeling van de interne kwaliteitszorg van een instelling. Interne kwaliteitszorg

Nadere informatie

Wissenraet & Van Spaendonck. Vergelijking resultaatmeting AKK co-innovatie-programma s. Toegevoegde waarde varkensvleesketens

Wissenraet & Van Spaendonck. Vergelijking resultaatmeting AKK co-innovatie-programma s. Toegevoegde waarde varkensvleesketens Vergelijking resultaatmeting 2002 3 AKK co-innovatie-programma s Toegevoegde waarde varkensvleesketens Professionalisering van de biologische afzetketen Duurzame Agro Food Ketens Wissenraet & Van Spaendonck

Nadere informatie

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012

Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Bachelors Hanzehogeschool Groningen: de onderzoekende professional centraal! Symposium Hogeschoolbeleid Onderzoek in Onderwijs, HvA 22 maart 2012 Hanzehogeschool in trefwoorden 19 schools, 55 bacheloropleidingen,

Nadere informatie

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan Meten van impact van het hbo Frank van der Zwan Inhoud van de presentatie Opvallende uitkomsten congresonderzoek Valorisatie en het hbo Meten van impact in het hbo Project Valorisatie in het hbo Vormgeving

Nadere informatie

Subsidiewijzer A+O fonds Gemeenten

Subsidiewijzer A+O fonds Gemeenten Subsidiewijzer 2018 A+O fonds Gemeenten Subsidiewijzer 2018 A+O fonds Gemeenten Versie 1.0 2 Inhoudsopgave 1 De gemeentelijke organisatie 4 van de toekomst 2 Innovatieve projectenregeling en 7 impulsregeling

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool

Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Koen Lemmink (l) en Johan de Jong. Koen Lemmink Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Een twaalftal studenten zit rond een grote tafel in één van

Nadere informatie

7 e Leergang De regionale ambtenaar als regisseur

7 e Leergang De regionale ambtenaar als regisseur 7 e Leergang De regionale ambtenaar als regisseur RegioAcademie 2012-2013 De regionale samenwerking De regionale samenwerking tussen gemeenten is niet meer weg te denken in bestuurlijk Nederland. Ruwweg

Nadere informatie

Evaluaties en Kwaliteitsstandaarden: hypes, hopes, hobbels

Evaluaties en Kwaliteitsstandaarden: hypes, hopes, hobbels Evaluaties en Kwaliteitsstandaarden: hypes, hopes, hobbels Donderdag 16 februari 2017 Wiep Koehoorn CvB-stafbureau Quality Assurance Stenden Hogeschool Groepsgesprek tussen presentatie en terugkoppeling

Nadere informatie

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren Werkplaatsen Sociaal Domein Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren www.werkplaatsensociaaldomein.nl Verbinden en versterken De transitie en vooral de daaruit voortvloeiende transformaties

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag Samenvatting Aanleiding en adviesvraag In de afgelopen jaren is een begin gemaakt met de overheveling van overheidstaken in het sociale domein van het rijk naar de gemeenten. Met ingang van 2015 zullen

Nadere informatie

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Doel Zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van praktijkgericht onderzoek, uitgaande van de strategische speerpunten van de HU en de maatschappelijke relevantie,

Nadere informatie

9. Gezamenlijk ontwerpen

9. Gezamenlijk ontwerpen 9. Gezamenlijk ontwerpen Wat is het? Gezamenlijk ontwerpen betekent samen aan een nieuw product werken, meestal op een projectmatige manier. Het productgerichte geeft richting aan het proces van kennis

Nadere informatie

Pilot Protocol Afstuderen

Pilot Protocol Afstuderen Welkom! Pilot Protocol Afstuderen Mirjam Snel: Christine Prast: Lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek InHolland Achtergronden project protocol afstuderen - Vreemde ogen dwingen (2012) Aanbevelingen

Nadere informatie

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding (niet invullen) Inschrijfnummer: datum van binnenkomst: datum intakegesprek: Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding Leren & Innoveren Hogeschool Inholland

Nadere informatie

Uitvoeringsplan organisatieontwikkeling 2014

Uitvoeringsplan organisatieontwikkeling 2014 Uitvoeringsplan organisatieontwikkeling 2014 Theo van Waes Interim-secretaris December 2013 1 Inleiding In het kader van de Koersnotitie een viertal programma s ontwikkeld, o.a. het Programma Organisatieontwikkeling.

Nadere informatie

Kwaliteitszorg Onderzoek

Kwaliteitszorg Onderzoek Kwaliteitszorg Onderzoek Hogeschool van Amsterdam September 2010 Advies Raad van Lectoren 21 september 2010 Vastgesteld door het College van Bestuur op 11 november 2010, gelet op het positieve advies van

Nadere informatie

ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van?

ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van? ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van? Cora Veenman-Verhoeff MSc Dr. Ellen Klatter Docent Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Lector Versterking

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatierapport Kunstraad Groningen Steller M.M.A. Blom De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 62 50 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6616761 Datum Uw brief van

Nadere informatie

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering

waarom? externe drivers Technologie Digitalisering Globalisering waarom? externe drivers 1 Technologie Digitalisering Globalisering Wat zijn de dominante factoren die leren en werken veranderen in de 21ste eeuw? externe drivers Voortgaande digitalisering veroorzaakt

Nadere informatie

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM Agendering x Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en

Nadere informatie

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten. 11 maart 2014 RIB 2014/29. Voortgang en vervolgstappen Leerstoel C2C Universiteit Twente

DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten. 11 maart 2014 RIB 2014/29. Voortgang en vervolgstappen Leerstoel C2C Universiteit Twente zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel bericht_id zaak_zaaknummer Ruimte en Economie Regnr B&W dd 11 maart 2014 Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Innovatieve en excellente stad DT dd OR dd B&W

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager Bestuurskunde. 21 maart Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager Bestuurskunde. 21 maart Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager Bestuurskunde 21 maart 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

B&W besluit Publicatie

B&W besluit Publicatie B&W besluit Publicatie Onderwerp Samenwerkingsovereenkomst met opleiding Sport & Bewegen van Hogeschool Inholland Collegebesluit Besluitpunten college 1. Het college stelt de samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018 Pagina 1 van 6 Inhoudsopgave 1. Visie op toezicht... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Visie op toezichthouden... 3 1.3 Doel

Nadere informatie

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Datum: 16 december 2010 Ir. Jan Gerard Hoendervanger Docent-onderzoeker Lectoraat Vastgoed Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

Jaarplan schooljaar

Jaarplan schooljaar Jaarplan schooljaar 2013-2014 Arnhem, september 2013 Voor u ligt het jaarplan schooljaar 2013-2014. Dit jaarplan bevat de uitgangspunten en doelen die centraal staan bij de invulling van het betreffende

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp)

Titel van het project (Kort en krachtige weergave van het onderwerp) ONDERZOEKSOPDRACHT KCNR februari 2014 Invulinstructie: Dit formulier is bedoeld voor afstudeeropdrachten die in een periode van gemiddeld 4 maanden (kunnen) worden uitgevoerd. Voor kortere klussen komt

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF Inleiding De raad van toezicht van Laverhof heeft de wettelijke taak toezicht te houden op de besturing door de raad van bestuur en op de algemene gang van zaken binnen Laverhof

Nadere informatie

REKENKAMERCOMMISSIES GEMEENTEN ELBURG - NUNSPEET - OLDEBROEK - PUTTEN

REKENKAMERCOMMISSIES GEMEENTEN ELBURG - NUNSPEET - OLDEBROEK - PUTTEN REKENKAMERCOMMISSIES GEMEENTEN ELBURG - NUNSPEET - OLDEBROEK - PUTTEN gemeente Oldebroek JAARVERSLAG 2015 Rekenkamercommissies Elburg, Nunspeet, Oldebroek, Putten April 2016 2 Voorwoord Geachte gemeenteraadsleden

Nadere informatie

Docenten- en studentendialoog. Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek

Docenten- en studentendialoog. Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek Docenten- en studentendialoog Petra Szczerba Consultant kwaliteitsmanagement en IR Dienst Onderwijs en Onderzoek Bespreekpunten Introductie Context Fontys Illustratie filmpje dialoog met docenten Dialoog

Nadere informatie

Open venster. Open venster. beeld van de leercirkels Leiderschap en Talentontwikkeling

Open venster. Open venster. beeld van de leercirkels Leiderschap en Talentontwikkeling Open venster Open venster beeld van de leercirkels Leiderschap en Talentontwikkeling Open venster De wereld verandert en overheden moeten mee veranderen. Maar hoe doe je dat, hoe Open venster kan je dat

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE. Boekel RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2017 IN DE GEMEENTE Boekel Plaats : Boekel Gemeentenummer : 0755 Onderzoeksnummer : 292944 Datum onderzoek : 9 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Professionalisering van docenten. Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort

Professionalisering van docenten. Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort Professionalisering van docenten Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort Opbouw presentatie Welke docenten hebben we nodig? Professionalisering binnen de HAN Resultaten onderzoek naar vier

Nadere informatie

MASTERCLASS VERANDERMANAGEMENT

MASTERCLASS VERANDERMANAGEMENT MASTERCLASS VERANDERMANAGEMENT INZICHT, OVERZICHT EN VAARDIGHEDEN VOOR HET LEIDEN VAN VERANDERING NYENRODE. A REWARD FOR LIFE 1 2 VOORWOORD Ontwikkelingen in de omgeving en binnen organisaties worden complexer

Nadere informatie

Nota inzake Economic Development Board

Nota inzake Economic Development Board Nota inzake Economic Development Board Inleiding De economische ontwikkeling van Noord-Limburg krijgt een grote impuls met de campusontwikkeling, maar daarmee zijn niet alle economische uitdagingen deze

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Project-, Programma- en AdviesCentrum. Resultaten die eruit springen PPAC

Project-, Programma- en AdviesCentrum. Resultaten die eruit springen PPAC Project-, Programma- en AdviesCentrum Resultaten die eruit springen PPAC Binnen Veiligheid en Justitie groeit het belang van projectmatig en programmatisch werken. Ook neemt de behoefte toe om medewerkers

Nadere informatie

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB13.00729 RV2013-062 Gemeente Bussum Besluit nemen over advies effectmeting Inkoop en inhuur van de rekenkamercommissie

Nadere informatie

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Bernard Teunis & Nienke van der Steeg b.teunis@poraad.nl n.vandersteeg@poraad.nl Opzet workshop 1. Voorstellen 2. Answergarden

Nadere informatie

Bevragingslast beperken en toezicht verrijken Context

Bevragingslast beperken en toezicht verrijken Context Docenten en medewerkers in het hoger onderwijs hebben te maken met veel vormen van interne en externe verantwoording; dat belast het primaire proces. Kan het misschien anders zo vroegen de Inspectie van

Nadere informatie

Onderwerp: RKC adviesbrief over tweede afdoening aanbevelingen Openbaar Groen

Onderwerp: RKC adviesbrief over tweede afdoening aanbevelingen Openbaar Groen Gemeente Haarlem Rekenkamercommissie T.a.v. Leden van de gemeenteraad Haarlem Ons kenmerk Datum Contact Telefoon E-mail Bijlage(n) 2019/083184 31 januari 2019 Inge Mulders 023-5114885 imulders@haarlem.nl

Nadere informatie

REKENKAMERCOMMISSIE VOORNE-PUTTEN Brielle Hellevoetsluis Westvoorne JAARVERSLAG. Versie 0-2

REKENKAMERCOMMISSIE VOORNE-PUTTEN Brielle Hellevoetsluis Westvoorne JAARVERSLAG. Versie 0-2 JAARVERSLAG 2015 Versie 0-2 1 Colofon De rekenkamercommissie heeft een onafhankelijke positie binnen de gemeenten, en. Zij adviseert de raad ten aanzien van zijn controlerende en kaderstellende rol. De

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017

Toetsing realisatie voorwaarden. AD-programma. Land- en Watermanagement. Hogeschool Van Hall Larenstein. 8 augustus 2017 Toetsing realisatie voorwaarden AD-programma Land- en Watermanagement Hogeschool Van Hall Larenstein 8 augustus 2017 NVAO Toets voorwaarden nieuwe opleiding Adviesrapport Inhoud 1 Beschrijving van de opleiding

Nadere informatie

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk

Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek

Nadere informatie

Thema s voor vanmiddag?

Thema s voor vanmiddag? Participatief Actieonderzoek in Masteropleidingen: Bijdragen aan veranderen in de beroepspraktijk Dinsdag 26 maart 2019 Jaap Ikink Master Social Work Noord Nederland Thema s voor vanmiddag? Inventarisatie

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Wervingsprofiel Lid Raad van Toezicht 19 juli 2019 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer informatie over de functie Marcel ten Berge, senior adviseur Leeuwendaal Telefoon

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016 2022 Kwaliteitszorgstelsel Praktijkgericht Onderzoek Hogescholen Vereniging Hogescholen, oktober 2015, vastgesteld tijdens de algemene vergadering 1 INHOUD

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES 26 APRIL 2006 CONTEXT EN AANLEIDING Sinds maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur van kracht. Mede in dit kader heeft het Presidium van

Nadere informatie

Toegepaste Psychologie

Toegepaste Psychologie Toegepaste Psychologie Ontwikkelgesprek Peter Paulus, 24 april 2019 Ontwikkelgesprek TP Pagina 1 van 5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Visitatierapport & Ontwikkelgesprek... 3 Visitatierapport... 3 Ontwikkelgesprek...

Nadere informatie

Iedereen doet mee Geleerde lessen

Iedereen doet mee Geleerde lessen Iedereen doet mee Geleerde lessen Context Subsidieprojecten Twee typen regelingen: ASV, gangbare mogelijkheid voor initiatiefnemers om projectaanvragen in te dienen in het kader van de beschikbare begrotingssubsidie

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten.

Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten. Onderzoek naar gebruik, waardering, impact en behoefte aan LOB onder scholieren en studenten. 1. Samenvatting Scholieren willen LOB! Dat is goed want loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) is belangrijk.

Nadere informatie

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper. Inleiding De gemeente Zoetermeer profileert zich al enige jaren als ICT-stad. In de samenvatting van het Plan van aanpak Kenniseconomie en innovatie 2010 staat: Kenniseconomie en innovatie zijn, naast

Nadere informatie

Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND.

Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND. Definitief, 22 maart 2007 School of Social Work Rotterdam, Hogeschool INHOLLAND. In de meta-evaluatie 2005 2006 is een aantal onderzoeken naar de stand van zaken op de School of Social Work Rotterdam gebundeld.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Uw

Nadere informatie

Samenvatting visitatierapport

Samenvatting visitatierapport Samenvatting visitatierapport Visitatie, de voorbereiding Visitatie is, als onderdeel van de Aedescode, voor leden van branchevereniging Aedes verplicht. Naast een verantwoordingsinstrument is visitatie

Nadere informatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie BLANCO gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6463 Inboeknummer 15bst01200 Beslisdatum B&W 8 september 2015 Dossiernummer 15.37.551 Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie 2015-2018 Inleiding

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager Social Work. 15 juni Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager Social Work. 15 juni Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager Social Work 15 juni 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 In het najaar van 2007 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol (SEP) 1.

Nadere informatie

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV Plan van aanpak Project : Let s Drop Bedrijf : DropCo BV Plaats, datum: Horn, 28 september 2012 Opgesteld door: 1205366 1205366smit@zuyd.nl Plan van Aanpak project Let s Drop pagina 1 Inhoudsopgave plan

Nadere informatie

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Agenda Stad Concernstaf CSADV Stadhuis Grote Kerkplein 15 Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2092 www.zwolle.nl Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Hoe houden we onze delta leefbaar

Nadere informatie

Workshop Cross the Line

Workshop Cross the Line Workshop Cross the Line Het belang van Cross Over werken Muis Schreuder Programma Korte uitleg over doel van de workshop Korte kennismaking Innovatie in de groene sector Cross Over werken en het belang

Nadere informatie

Zicht op doorwerking

Zicht op doorwerking Rekenkamercommissie Zicht op doorwerking Onderzoek naar de doorwerking van de aanbevelingen uit zes onderzoeken van de rekenkamercommissie Hoogeveen Deel 1: Conclusies en aanbevelingen Januari 2015 1 Rekenkamercommissie

Nadere informatie

Kleine scholen en leefbaarheid

Kleine scholen en leefbaarheid Kleine scholen en leefbaarheid Een samenvatting van de resultaten van een praktijkonderzoek onder scholen en gemeenten in Overijssel over de toekomst van kleine scholen in relatie tot leefbaarheid Inleiding

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University 2015-2021 In het voorjaar van 2014 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol

Nadere informatie

Auditrapportage 2014. Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg

Auditrapportage 2014. Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel. Dynamiek onderweg Auditrapportage 2014 Bijlage 1 Typologieën en het fasemodel Dynamiek onderweg De vier geïdentificeerde typologieën van de Centra co-creator; incubator; transformator; facilitator - zijn hieronder kort

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP

Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie DURVEN DELEN OP WEG NAAR EEN TOEGANKELIJKE WETENSCHAP Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie!! " # "# $ -. #, '& ( )*(+ % & /%01 0.%2

Nadere informatie

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige

Beleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart

Nadere informatie

Profielschets. Hoofd Gebiedsontwikkeling. Gemeente Rotterdam. ERLY the consulting company Datum: december 2016 Adviseur: drs.

Profielschets. Hoofd Gebiedsontwikkeling. Gemeente Rotterdam. ERLY the consulting company Datum: december 2016 Adviseur: drs. Profielschets Hoofd Gebiedsontwikkeling Gemeente Rotterdam ERLY the consulting company Datum: december 2016 Adviseur: drs. Lilian Vos Voor de Directie Ruimtelijke Economische Ontwikkeling van de Gemeente

Nadere informatie

Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderzoeksevaluatie Programmalijn Communicatie en HRM Faculteit Economie en Management Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Onderzoeksevaluatie

Nadere informatie

Projectopdracht PAR in oprichting in het Pilotjaar 2015

Projectopdracht PAR in oprichting in het Pilotjaar 2015 Projectopdracht PAR in oprichting in het Pilotjaar 2015 Waarom een PAR in Zinzia? De visie en strategie van Zinzia bieden een duidelijke koers aan de organisatie. Vanaf 2013 heeft - met het kompas Ziel

Nadere informatie

CIMO-rapportage Master Neurorevalidatie & Innovatie De werkplekmanager en de opleiding

CIMO-rapportage Master Neurorevalidatie & Innovatie De werkplekmanager en de opleiding CIMO-rapportage Master Neurorevalidatie & Innovatie De werkplekmanager en de opleiding C Studenten van MNR moeten voldoende worden ondersteund door hun leidinggevenden om zich te kunnen ontwikkelen in

Nadere informatie

Samen sterk in het sociaal domein

Samen sterk in het sociaal domein Samen sterk in het sociaal domein Duurzaam organiseren van het sociaal domein door intergemeentelijke samenwerking In dit artikel gaan we in op de meerwaarde van samenwerking tussen gemeenten in het sociaal

Nadere informatie